Vlagtwedde Dorp
GEMEENTE VLAGTWEDDE 087002.01 / 02-07-13 BESTEMMINGSPLAN VLAGTWEDDE DORP
INHOUDSOPGAVE
blz
TOELICHTING HOOFDSTUK 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Aanleiding Doelstelling Begrenzing plangebied Aard van het bestemmingsplan Leeswijzer
HOOFDSTUK 2 2.1 2.2 2.3 2.4
JURIDISCHE OPZET VAN HET BESTEMMINGSPLAN
Algemeen Bestemmingslegging
HOOFDSTUK 6 6.1 6.2
PLANUITGANGSPUNTEN
Ruimtelijke kwaliteit Wonen Bedrijvigheid Voorzieningen Groen en water Verkeer Energie en duurzaam ruimtegebruik
HOOFDSTUK 5 5.1 5.2
OMGEVINGSASPECTEN
Geluidhinder Luchtkwaliteit Bedrijven en milieuzonering Agrarische bedrijven Externe veiligheid Bodem Water Ecologie Archeologie Planmer
HOOFDSTUK 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
BELEIDSKADER
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Conclusie
HOOFDSTUK 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
INLEIDING
UITVOERBAARHEID
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie
HOOFDSTUK 7
RESULTATEN INSPRAAK EN OVERLEG
1 1 1 1 2 2 3 3 3 7 9 10 10 10 11 11 12 14 15 16 17 19 20 20 21 24 25 26 26 26 28 28 28 35 35 35 36
BIJLAGEN BIJ TOELICHTING Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Afwegingskader invullocaties Beleid inzet Woningcontingenten Reactienota inspraak en overleg
REGELS HOOFDSTUK 1 Artikel 1 Artikel 2
Begrippen Wijze van meten
HOOFDSTUK 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20
HOOFDSTUK 4 Artikel 26 Artikel 27
BESTEMMINGSREGELS
Agrarisch - Bedrijf Agrarisch - Cultuurgrond Bedrijf Bos Gemengd Groen Maatschappelijk Maatschappelijk - Begraafplaats Recreatie Sport Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Water Wonen - 1 Wonen - 2 Wonen - 3 Wonen - Wooncentrum Waarde - Archeologie
HOOFDSTUK 3 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25
INLEIDENDE REGELS
ALGEMENE REGELS Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels OVERGANGS- EN SLOTREGELS Overgangsrecht Slotregel
BIJLAGEN BIJ REGELS Bijlage 1 Bijlage 2
Lijst met toelaatbare beroepen en vormen van bedrijvigheid bij het wonen Lijst van toegestane bedrijven
37 37 42 43 43 47 48 52 54 57 58 60 61 62 64 65 66 67 70 73 75 77 79 79 80 81 82 83 84 84 85
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
TOELICHTING Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
Op grond van de in 2008 ingevoerde Wet ruimtelijke ordening dienen alle bestemmingsplannen eens in de 10 jaar te worden herzien. In dat kader werkt de gemeente Vlagtwedde aan het actualiseren van de bestemmingsplannen op haar grondgebied. Dit bestemmingsplan voorziet in een actuele planologisch-juridische regeling voor de bebouwde kom van Vlagtwedde.
1.2
Doelstelling
Het nieuwe bestemmingsplan zorgt voor een actueel toetsings- en afwegingskader voor bouwaanvragen en ontwikkelingsinitiatieven. Het bestemmingsplan vervangt de geldende bestemmingsplannen Vlagtwedde Dorp (1997), bestemmingsplan Oostersingel 2 (2005) en bestemmingsplan Locatie Brede School (2008). Ook eerder verleende vrijstellingen, ontheffingen en projectbesluiten, alsmede wijzigingen krijgen hun plaats in het nieuwe bestemmingsplan. Het nieuwe bestemmingsplan voldoet aan alle recente eisen ten aanzien van standaardisering, uitwisselbaarheid en digitalisering.
1.3
Begrenzing plangebied
De begrenzing van het bestemmingsplan valt grotendeels samen met de begrenzing van het vigerende bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp uit 1996. Ook de uitbreidingswijk Oostersingel 2 maakt onderdeel uit van het plangebied. De begrenzing van het plangebied is in de weergegeven in figuur 1.
Figuur 1. Begrenzing van het plangebied
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
1
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
1.4
Aard van het bestemmingsplan
Het op te stellen bestemmingsplan zal overwegend conserverend van aard zijn. Dit betekent dat het plan primair gericht zal zijn op het vastleggen van de bestaande functies en bebouwing in het plangebied. Wel wordt ruimte geboden voor perceelsgebonden ontwikkelingen.
Beperkte ontwikkelingsruimte Het plan zal enige flexibiliteit bieden voor het realiseren van kwaliteitsverbeteringen en beperkte uitbreiding van de bestaande bebouwing. Daarbij kan worden gedacht aan de mogelijkheden van sloop, samenvoeging en renovatie van bestaande woningen. Relatief kleine en perceelsgebonden ontwikkelingen zijn mogelijk. Voor zover de ruimtelijke situatie dit toelaat, zijn ruimere bouwmogelijkheden toegekend. Een deel van de ontwikkelingsruimte kan pas na toestemming van burgemeester en wethouders worden vergund (binnenplanse afwijking).
Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen Het bestemmingsplan is conform de regels van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opgezet volgens de wettelijk verplichte Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008). De benaming van de bestemmingen, de kleuren en de tekens op de digitale verbeelding, hierna plankaart genoemd, zijn volgens de verplichte standaard opgezet. Het bestemmingsplan voldoet tevens aan de wettelijke eisen van digitale uitwisselbaarheid.
1.5
Leeswijzer
Deze Nota van Uitgangspunten is als volgt opgebouwd: hoofdstuk 2: in dit hoofdstuk zijn de beleidsuitgangspunten van het Rijk, de provincie en de gemeente geschetst; hoofdstuk 3: de bestemmingskeuze in het plan is mede afhankelijk van de sectorale wet- en regelgeving op het gebied van geluidhinder, luchtkwaliteit, milieuhinder, bodem, externe veiligheid, water, ecologie en archeologie. Eventuele randvoorwaarden en belemmeringen vanuit deze omgevingsaspecten zijn in hoofdstuk 3 beschreven; hoofdstuk 4: hierin zijn de ruimtelijke en functionele uitgangspunten voor het bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp weergegeven; hoofdstuk 5: in dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe de randvoorwaarden uit de voorgaande hoofdstukken zijn vertaald in de bestemmingskeuze; in hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan; in hoofdstuk 7 wordt een samenvatting gegeven van de gehouden inspraakprocedure en het gevoerde overleg met provincie en overige instanties. De uitgewerkte beantwoording op alle reacties is in Bijlage 3 bij de toelichting weergegeven.
2
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 2 2.1
Beleidskader
Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) zet het Rijk in op een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. De SVIR vervangt de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Meer dan bij de voorgaande nota's legt het Rijk het primaat van de ruimtelijke ordening bij Provincies en Gemeenten ('decentraal, tenzij...'). Een aantal rijksbelangen en planologische instrumenten komt daarmee te vervallen. Voorbeelden hiervan zijn de Nationale Landschappen, Rijksbufferzones. Om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren hanteert het rijk een ladder voor duurzame verstedelijking: beoordelen of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale vraag; beoordelen of deze vraag ook binnen bestaand bebouwd gebied gerealiseerd kan worden; en een beoordeling of - indien het voorgaande niet het geval is - de locatie buiten bestaande bebouwd gebied wel multimodaal is of kan worden ontsloten. Wel neemt het Rijk verantwoordelijkheid voor de opgaven: die nationale baten/lasten hebben die het provinciale of gemeentelijke bereik overstijgen (mainports Schiphol en Rotterdam, de greenports en brainport Eindhoven); waarvoor internationale verplichtingen zijn aangegaan (Werelderfgoed, duurzame energie en biodiversiteitsdoelstellingen); het onderwerp provincie- of landsgrensoverschrijdend is of een hoog afwentelingsrisico kent (hoofdnetwerk mobiliteit, waterveiligheid, energie). In het bestemmingsplan zijn geen rechtstreekse mogelijkheden opgenomen voor nieuwe woningbouwplannen. De SVIR werkt daarom niet rechtstreeks door in het plangebied.
2.2
Provinciaal beleid
Provinciaal Omgevingsplan en Omgevingsverordening (2009) Op 17 juni 2009 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 definitief vastgesteld. Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) vervangt het eerdere POP uit 2000 en de bijbehorende partiële herziening uit 2006. Het POP is grotendeels een voortzetting van het bestaand beleid. Zo houdt de provincie vast aan het beleid om windmolens in daarvoor aangewezen parken te concentreren.
Op een aantal punten is nieuw beleid ontwikkeld, of is het bestaande beleid aangescherpt. Om verrommeling van het landschap tegen te gaan worden in principe geen nieuwe bedrijventerreinen en intensieve veehouderijen toegestaan.
In de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2009 is het omgevingsbeleid van de provincie juridisch gewaarborgd. In de verordening is aangegeven waar gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening mee moeten houden. Bij verschillende ontwikkelingen (van bedrijventerreinen of woonwijken) geldt dat gemeenten hun plannen op bovenregionaal niveau moeten afstemmen. De Provincie is in een aantal gevallen bevoegd om ontheffing te verlenen van de Provinciale verordening. Veelal geldt er voor gemeenten een motiveringsplicht bij afwijking van Provinciaal beleid.
In hoofdlijnen wordt hieronder per thema het beleid weergegeven. Voor dit bestemmingsplan is vooral het beleid ten aanzien van wonen van belang. Overeenkomstig het provinciale beleid is een paragraaf over energie en duurzaam ruimtegebruik opgenomen (paragraaf 4.7).
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
3
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Figuur 2. Fragment Overzichtskaart (bron: POP 2009-2013)
Bedrijvigheid Niet-stuwende, lokale en subregionale bedrijven (uitgezonderd agrarische bedrijven en detailhandel) moeten zich in beginsel vestigen of uitbreiden op lokale bedrijventerreinen bij de grotere kernen. Dit om het landschap te beschermen.
Wonen De provincie streeft in beginsel naar het concentreren van woningbouwontwikkeling in zes stedelijke centra (Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Veendam, Stadskanaal, Winschoten en Delfzijl). Daarbuiten mag alleen worden gebouwd voor de eigen behoefte, dat wil zeggen voor de groei van het aantal huishoudens en ook daarbij moet - ter ondersteuning van het voorzieningenniveau - worden gestreefd naar de concentratie van woningbouw in centrumdorpen als Vlagtwedde, Sellingen en Ter Apel.
Functiewijziging vrijkomende gebouwen Ook in dorpen als Vlagtwedde komen gebouwen voor die hun oorspronkelijke functie verliezen, zoals monumentale boerderijen met bijbehorende schuren. De provincie biedt de mogelijkheid om deze gebouwen te gebruiken voor andere activiteiten en wil daarmee bijdragen aan de verbetering van de leefbaarheid. Te denken valt aan wonen, hobbymatige agrarische activiteiten, recreatie, zorgfuncties, kunstzinnige en culturele activiteiten, kleinschalige bedrijvigheid, opslag en dienstverlening. Afgezien van geringe aanpassingen, zullen deze functies binnen de bestaande bebouwing een plaats moeten vinden.
Landschap De provincie streeft naar een goed ingericht en verzorgd landschap, waarbij het behoud van de kernkarakteristieken en verschillende landschapstypen op de lange termijn verzekerd is. Daarbij zijn de volgende elementen van belang: behoud en versterking van karakter, diversiteit en belevingswaarde van het landschap; behoud en versterking van de cultuurhistorische, ecologische, archeologische en aardkundige waarden van het landschap; toevoegen van kwaliteit aan het landschap bij ruimtelijke ontwikkelingen.
4
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Figuur 3. Landschappelijke kernkwaliteiten
Het plangebied is gelegen binnen het esdorpenlandschap van het Westerwolde (zie 3). Karakteristiek voor dit gebied is de aanwezigheid van: a. reliëf (glaciale ruggen, essen en beekdal); b. esgehuchten met karakteristieke boerderijen; c. (on)verharde wegen met zware wegbeplanting; d. karakteristieke waterloop (beek); e. duisternis en stilte. Bij nieuwe ingrepen in het landschap moet het streekeigen karakter van het gebied als vertrekpunt genomen worden. Bij grootschalige ontwikkelingen van provinciaal belang, zoals de aanleg van nieuwe infrastructuur, bedrijventerreinen, windturbineparken en woningbouw, moet vanaf het begin van de planvorming rekening worden gehouden met landschappelijke karakteristieken. Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) van de regio Oost is een belangrijke basis voor de invulling van het provinciaal landschapsbeleid. Van groot belang voor het plangebied is dat in het beekdal van de Ruiten Aa natuurontwikkeling centraal staat.
Buitengebied Ten aanzien van het buitengebied gelden specifieke regels. Om verstening en versnippering van het buitengebied tegen te gaan, moet zonder toestemming van de provincie geen nieuwe stedelijke functies in het buitengebied worden gebouwd. Het gaat daarbij onder andere om woningen en nietagrarische bedrijvigheid. Bestaande niet-agrarische functies mogen onder voorwaarden worden uitgebreid. In de onderstaande figuur is aangegeven welk deel van het plangebied door de provincie wordt aangemerkt als bestaand stedelijk gebied en welk deel wordt gezien als buitengebied.
Infrastructuur De provinciale visie op bereikbaarheid richt zich voornamelijk op de hoofdwegenstructuur. Het plangebied bevindt zich op een driesprong van de provinciale wegen N368, N365 en N976. Voor dit bestemmingsplan gelden er geen concrete uitgangspunten op het gebied van infrastructuur en bereikbaarheid.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
5
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Figuur 4. Begrenzing van bestaand bebouwd gebied (bron: Omgevingsverordening 2009)
Basisnet Op 20 april 2010 heeft de Provincie Groningen een basisnet vastgesteld en opgenomen in de -6 Omgevingsverordening. Op grond van dit beleid geldt dat langs provinciale wegen PR 10 -contouren zijn vastgelegd, waarbinnen geen kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast geldt langs deze wegen een zogenaamde plasbrandaandachtszone (PAG): een zone van 30 meter waarin geen objecten mogen worden geprojecteerd waar verminderd zelfredzame personen voorkomen (bijvoorbeeld scholen of verzorgingstehuizen). In paragraaf 3.5 wordt nader ingegaan op de consequenties van het basisnet.
Herzieningen Omgevingsverordening 2011 en 2013 Na 2009 heeft de provincie nog een herziening op de omgevingsverordening vastgesteld in 2011 (met een in hoofdzaak 'beleidsluw' karakter), een herziening vanwege intensieve veehouderij (hier niet actueel), Verder is op 20 maart 2013 een aantal onderdelen herzien middels de vaststelling door Provinciale Staten van de Partiële herziening Omgevingsverordening-2012. in deze laatste wordt ook een aantal inhoudelijke punten aangepast, zoals aangaande woningbouw, agrarische bouwpercelen, bedrijventerreinen, alsmede een aantal aspecten vanuit de thema's ruimtelijke kwaliteit, ecologie en landschap. Ook wordt een aantal meer juridische zaken aangepast.
6
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
2.3
Gemeentelijk beleid
Toekomstvisie Vlagtwedde 2020: Instappen in de Ruimte (2004) De Toekomstvisie beschrijft hoe de gemeente zich op langere termijn moet ontwikkelen. Daarbij wordt ingezet op vier inhoudelijke speerpunten: wonen, werken, voorzieningen en landschap.
Wonen Vlagtwedde is een groene woongemeente. Binnen de randvoorwaarden van landschap en beeldkwaliteit, krijgen bewoners zoveel mogelijk ruimte om hun woonwensen te realiseren. Er wordt overwegend kleinschalig en kwalitatief goed gebouwd voor eigen inwoners én voor mensen van buiten, gespreid over de gemeente. Vanuit landschappelijk oogpunt zijn sommige kernen 'klaar': er vindt dan geen verdere uitbreiding plaats buiten een bepaalde grens. Discussie over nieuwe dorpen is (daarom) goed.
Werken Vlagtwedde blijft een werkgemeente. Grootschalige bedrijvigheid wordt gestimuleerd op het Bedrijvenpark Zuid-Groningen, dat is uitgebreid tot een hypermodern agropark. In de rest van de gemeente ligt de nadruk op kleinschalige bedrijvigheid. Er is voldoende (planologische) ruimte gekomen voor de “kraamkamerfunctie”, de eerste levensjaren van een bedrijf voordat het naar een bedrijventerrein of kantoor gaat. Groeiende bedrijven moeten naar een industrieterrein. In sommige gevallen vormen leegstaande boerderijen een vestigingsoptie.
Voorzieningen Voorzieningen zijn er primair voor de eigen bewoners en liggen zo dicht mogelijk bij de burger. Daarbij geldt “spreiding waar mogelijk, concentratie waar nodig”. Het is normaal dat de hoeveelheid voorzieningen in kleine kernen kleiner is dan in grotere kernen. Uitgangspunt is dat in principe geen nieuwe bebouwing wordt opgericht, maar wordt aangehaakt bij bestaande voorzieningen.
Landschap, landbouw en toerisme Qua landschap zet de Toekomstvisie in op behoud (landschapsonderhoud, planologische waarborgen) en op versterking (realiseren EHS, vergroten variatie in het veenkoloniale gebied). Het landschap is er om van te genieten (wonen, recreëren) en niet alleen om naar te kijken. Landbouw blijft een belangrijke drager van het landschap. Toerisme is een belangrijke sector: er wordt gemikt op de actieve rustzoeker en de cultuurtoerist.
Beleid inzet woningbouwcontingent 2010-2020 Op grond van de Provinciale Omgevingsverordening dienen gemeenten een eigen beleid ten aanzien van de woningvoorraad (contingenten) te ontwikkelen. De gemeente Vlagtwedde heeft haar beleidskeuzes uitgewerkt in de Beleidsnotitie Inzet Contingent (16-05-2010) en vervolgens vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 12 mei 2011. Voor het aantal woningen zijn de afspraken die op regionaal niveau, tussen de zeven Oost-Groninger gemeenten, zijn gemaakt, leidend. Op basis van dit plan kunnen tot het jaar 2020 maximaal 218 woningen aan de bestaande voorraad worden toegevoegd. De gemeente kiest ervoor om de contingenten flexibel in te zetten en voorrang te geven aan concrete bouwplannen en aan particuliere ontwikkelingen boven die van commerciële ontwikkelingen (projectlocaties). Woningbouw zal daardoor in veel gevallen plaatsvinden op open plekken in bestaand bebouwd gebied. Om nieuwbouw op invullocaties mogelijk te maken is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen (zie paragraaf 4.2).
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
7
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Het beleid voor de inzet van woningbouwcontingenten is opgenomen als bijlage 2 van de toelichting. In hoofdstuk 4..2. van deze toelichting is dit voor de situatie van dit plangebied Vlagtwedde nader geconcretiseerd.
Welstandsnota (2008) In de gewijzigde Woningwet 2003 is een structureel andere opzet gegeven aan het welstandstoezicht. Gemeenten dienen hun welstandsbeleid voortaan inzichtelijk te maken en vast te leggen in een gemeentelijke welstandsnota.
Een belangrijke pijler van de Welstandsnota Vlagtwedde (2008) vormen de algemene criteria, de gebiedsgerichte criteria en de objectgerichte criteria. Deze worden gehanteerd om te beoordelen hoe het bouwwerk zich in zijn omgeving voegt. Hiertoe is de gemeente opgedeeld in deelgebieden. Voor ieder deelgebied gelden specifieke welstandscriteria. Onderlegger van de gebiedsindeling vormen de diverse historische bebouwingslinten en dorpstypen in de gemeente.
In het algemeen richten de welstandscriteria zich op het handhaven van de kenmerkende ruimtelijke structuur en de gevarieerde bebouwing. Dit betekent dat “aansluiting bij de historische context” een essentieel uitgangspunt vormt bij nieuw- en verbouw. Voor de historische linten zijn specifieke welstandcriteria geformuleerd.
Integraal Beleidskader Wonen en Leven in de dorpen en buurten van Vlagtwedde Als vervolg en evaluatie van de Toekomstnotitie Wonen en leven in de dorpen en buurten van Vlagtwedde is een Integraal Beleidskader Wonen en Leven in de dorpen en buurten van Vlagtwedde in voorbereiding. Daarin wordt een toekomstbeeld geschetst van de gemeente in het licht van de krimp en verandering van de bevolkingssamenstelling. Het beleidskader sluit aan bij het Regionaal Woon- en leefbaarheidsplan. Daarin is onder meer geconcludeerd: de afname van het aantal huishoudens en inwoners doet zich vooral voor in de centrumdorpen (Vlagtwedde) en de basisdorpen (Sellingen, Ter Apelkanaal, Bourtange); het stedelijk gebied en de centrumdorpen zijn steeds meer het domein van 65-plussers (er zijn hier meer voorzieningen aanwezig); de basisdorpen en het landelijk gebied bestaan steeds meer uit mensen van 45-65 jaar. In het beleidskader wordt ingezet op een viertal uitgangspunten: a. woningbouw in de kernen is maatwerk; b. investeren in leefbare en vitale kernen: inzet op kwaliteit; c. duurzaam en kwalitatief bouwen; d. handhaving en verbetering kwaliteit bestaande woningvoorraad.
8
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
2.4
Conclusie
Het rijksbeleid bevat geen concrete uitgangspunten voor het bestemmingsplan. Dit beleid werkt door via het provinciaal en gemeentelijk beleid. Op grond van het Provinciaal Omgevingsplan (POP) geldt dat in Vlagtwedde slechts nieuwbouw voor de eigen bevolking mag plaatsvinden. Het bestemmingsplan biedt geen rechtstreekse bouwmogelijkheden voor nieuwe woningen. Op invullocaties kunnen alleen woningen worden gerealiseerd door gebruik te maken van een wijzigingsbevoegdheid. Per initiatief wordt gekeken of er nog voldoende woningbouwcontingent beschikbaar is. Door deze 'hand aan de kraan methode' is het plan in overeenstemming met het provinciaal en gemeentelijk beleid. Overigens geldt de wijzigingsbevoegdheid niet in de gebieden die door de provincie zijn aangemerkt als buitengebied. Als vervolg op het hiervoor genoemde Regionaal Woon- en leefbaarheidsplan worden een aantal kwantitatieve en kwalitatieve afspraken over de woningbouw gemaakt tussen de betrokken gemeenten en corporaties, alsmede de provincie Groningen. Deze afspraken hebben zowel betrekking op het te realiseren programma, als op de monitoring van optredende ontwikkelingen. De gemeente Vlagtwedde ontwikkelt hiervoor een eigen woonvisie.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
9
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 3
Omgevingsaspecten
Uit de bestaande omgevingssituatie kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden voortvloeien voor dit bestemmingsplan. In de volgende paragrafen komen de omgevingsaspecten aan bod.
3.1
Geluidhinder
Normstelling en beleid Op grond van de Wet geluidhinder is rond inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/u en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd om aan te tonen dat ter plaatse van deze objecten kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Indien niet aan deze grenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag – in de meeste gevallen de gemeente – hogere grenswaarden vaststellen.
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Binnen het plangebied en in de omgeving daarvan zijn een aantal wegen gelegen met een maximumsnelheid van 50 km/h of meer. Rondom deze wegen geldt een geluidszone, waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Het betreft onder andere de provinciale wegen N369 en N365. Met het bestemmingsplan worden echter geen ontwikkelingen direct mogelijk gemaakt die kunnen worden aangemerkt als 'geluidsgevoelig object' in de zin van de Wet geluidhinder. Zodoende is akoestisch onderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan niet aan de orde. Eventuele ontwikkelingen in de toekomst die als 'geluidsgevoelig' kunnen worden aangemerkt, moeten worden getoetst aan de normen uit de Wet geluidhinder.
3.2
Luchtkwaliteit
Beleid en normstelling In de Wet milieubeheer is de normstelling op het gebied van luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) van belang. De wet is enerzijds gericht op het voorkomen van negatieve effecten voor volksgezondheid. Anderzijds biedt de wet mogelijkheden om ruimtelijke ontwikkelingen te realiseren, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.
Om bovenstaande doelstellingen te bereiken voorziet de Wet milieubeheer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen.
Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling indien: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde en; een project, al dan niet per saldo, niet leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit of; een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging. In het Besluit en de Regeling Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is vastgelegd welke typen projecten “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het gaat onder andere om woningbouwlocaties met niet meer dan 1.500 nieuwe woningen.
10
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Het vast te stellen bestemmingsplan is voornamelijk conserverend van aard en voorziet niet in ontwikkelingen die 'in betekenende mate' zullen bijdragen aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen in en nabij het plangebied. Toetsing van het plan aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer kan derhalve achterwege blijven.
3.3
Bedrijven en milieuzonering
Beleid en normstelling Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient bij een bestemmingsplan afstemming plaats te vinden tussen activiteiten die milieuhinder kunnen veroorzaken en hindergevoelige functies. Voor deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de lijst met richtafstanden uit de VNG-brochure ''Bedrijven en Milieuzonering'' (herziene versie, 2009). Deze richtafstanden gelden ten aanzien van de hinderaspecten geluid-, stof- en geurhinder en gevaar en kunnen worden gezien als een de afstand waarbij onaanvaardbare hinder van een milieubelastende activiteit voor gevoelige functies kan worden uitgesloten. In gebieden waar een menging van functies voorkomt, wordt uitgegaan van een kleinere richtafstand.
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Het onderhavig plangebied heeft voornamelijk een woonfunctie met in het centrale deel van de kern een gemengde functie. Grootschalige bedrijfsactiviteiten zijn binnen deze gebieden niet wenselijk zijn. In het plangebied worden bedrijven uit milieucategorie 1 en 2 algemeen toelaatbaar geacht. Voor bedrijven uit een hogere milieucategorie dient per geval te worden beoordeeld of deze inpasbaar zijn. Bevi-inrichtingen zijn in het plangebied niet toegestaan. Bestaande bedrijven uit een hogere milieucategorie worden in dit bestemmingsplan gehandhaafd door een specifieke bedrijfsbestemming toe te kennen. Door deze bestemmingskeuze kunnen de huidige bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend. Bij beëindiging of uitplaatsing van het bedrijf kunnen echter alleen vergelijkbare bedrijfsactiviteiten of activiteiten uit de algemeen toelaatbare categorieën worden uitgeoefend.
3.4
Agrarische bedrijven
Beleid en normstelling Op kleinschalige veehouderijen en akkerbouwbedrijven is het Besluit landbouw milieubeheer van toepassing. In dit besluit zijn afstanden opgenomen die tussen landbouwinrichtingen en geurgevoelige objecten moeten worden aangehouden. De afstanden zijn afhankelijk van het type omgeving en van het type gevoelig object. Er gelden grotere afstanden voor inrichtingen waar landbouwhuisdieren worden gehouden.
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan In het plangebied komen twee agrarische bedrijven voor. In het bestemmingsplan wordt in beginsel geen nieuwe ontwikkelingsruimte geboden aan agrarische bedrijven. Toekomstige ontwikkelingen bij agrarische bedrijven of realisatie van geurgevoelige functies (woningen) moeten worden getoetst aan de specifieke normen voor agrarische bedrijven. In het concrete geval gaat het om akkerbouwbedrijven, waarbij de mogelijke milieuhinder van andere orde is dan bij (intensieve) veehouderijbedrijven.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
11
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
3.5
Externe veiligheid
Beleid en normstelling Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Op grond van deze benadering worden grenzen gesteld aan de risico's, waarbij wordt gelet op de kwetsbaarheid van de ) omgeving. Daarbij worden twee verschillende normen gehanteerd: het plaatsgebonden risico (PR) en ) -6 het groepsrisico (GR) . Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10 per jaar -6 als grenswaarde . Dit betekend dat binnen de zogenaamde PR 10 -contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten geldt deze norm als streefwaarde.
Ten aanzien van het GR geldt er geen grenswaarde, maar een oriënterende waarde. Nieuwe ontwikkelingen binnen invloedsgebied, die een toename teweeg brengen van het groepsrisico, moeten woorden verantwoord ten opzichte van deze oriënterende waarde. Door deze verantwoordingsplicht zal een bestuurlijke afweging en keuze worden gemaakt waarin de nieuwe ontwikkeling wordt afgewogen tegen aspecten als risico's, zelfredzaamheid, bestrijdbaarheid, bereikbaarheid en economische belangen.
Op risicovolle inrichtingen is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing. Ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water geldt de Circulaire Risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen. In beide toetsingskaders zijn de bovengenoemde normen voor het PR en het GR verankerd.
Per 1 juli 2012 is de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen veranderd. Op basis van het Besluit transportroutes externe veiligheid moet rekening worden gehouden met het zogenaamde basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uitgangspunt van het basisnet is dat door het vastleggen van veiligheidszones de gebruiksruimte voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en ruimtelijke ontwikkelingen op elkaar kunnen worden afgestemd. Het rijk stelt het basisnet vast voor de rijksinfrastructuur. In de gemeente Vlagtwedde ligt geen infrastructuur dat deel uitmaakt van het basisnet.
Provincies kunnen een eigen basisnet vastleggen. Provinciaal Basisnet Groningen Op 20 april 2010 heeft de Provincie Groningen een basisnet vastgesteld en opgenomen in de Omgevingsverordening. Op grond van dit beleid geldt dat langs verschillende rijks- en provinciale -6 wegen PR 10 -contouren zijn vastgelegd, waarbinnen geen kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast geldt langs deze wegen een zogenaamde plasbrandaandachtszone (PAG): een zone van 30 meter waarin geen objecten mogen worden geprojecteerd waar verminderd zelfredzame personen voorkomen (bijvoorbeeld scholen of verzorgingshuizen).
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Risicovolle inrichtingen Binnen het plangebied bevinden zich geen Bevi-inrichtingen of 'overig risicovolle inrichtingen'. Buiten het plangebied zijn geen Bevi-inrichtingen aanwezig die invloed hebben op het plangebied. Wel bevindt zich een 'overig risicovolle inrichting' op het Parc Emslandermeer BV (zwembad) nabij de grens van het plangebied. Voor deze inrichting gelden de toetsafstanden uit het Activiteitenbesluit. Deze afstanden reiken niet tot het plangebied. Nieuwe Bevi-inrichtingen worden binnen het plangebied niet toegestaan.
12
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Vervoer van gevaarlijke stoffen Binnen het plangebied zijn geen spoorlijnen of waterwegen aanwezig waarover transport van gevaarlijke stoffen plaats vindt en ook ligt het plangebied niet binnen het invloedsgebied van een dergelijke spoorlijn of waterweg.
Binnen het plangebied bevindt zich één weg waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het betreft de N365, de weg vanaf de rotonde Vlagtwedde naar Bourtange. Het plangebied grenst aan de provinciale wegen N368 en N976. Voor de drie provinciale wegen geldt dat er geen PRmax is, en dat binnen de 30-meterzone geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden opgericht. Langs deze wegen worden geen nieuwe objecten mogelijk gemaakt met verminderd zelfredzame personen.
Figuur 5. Routes uit het Provinciaal Basisnet (bron: Provincie Groningen)
Aangezien het plangebied ligt binnen de invloedsgebieden van de drie provinciale wegen moet het groepsrisico worden verantwoord. Omdat in het vigerende bestemmingsplan het groepsrisico niet is verantwoord moet op grond van het Besluit transportroutes externe veiligheid en het Provinciaal Basisnet in dit plan een nadere groepsrisicoverantwoording plaats vinden. Dat houdt in dat er een risicoberekening met RBMII moet worden gemaakt en dat de Regionale brandweer Groningen advies moet uitbrengen ten aanzien van rampenbestrijding en zelfredzaamheid.
Met het oog daarop heeft de gemeente het Steunpunt Externe Veiligheid gevraagd om een risicoberekening voor de N365, de N368 en de N976. In een notitie van 27 juli 2012 geeft het Steunpunt zijn bevindingen met betrekking tot de risicoberekeningen. De conclusies uit het advies
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
13
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
zijn, dat het groepsrisico zowel in de huidige als in de toekomstige situatie beneden de oriëntatiewaarde blijft. De toename van het aantal personen voor de toekomstige situatie heeft geen invloed op de hoogte van deze oriëntatiewaarden. In bijlage 4 is het advies van het Steunpunt opgenomen. De Brandweer Regio Groningen adviseert in zijn brief van 31-05-2012 om een verantwoording van het groepsrisico op te nemen. Daarmee is rekening gehouden, zoals uit het onderstaande advies van het Steunpunt Externe Veiligheid blijkt. Verder gaat de Regionale Brandweer in zijn advies in op de aspecten 'bestrijdbaarheid' en "zelfredzaamheid". Ten aanzien van het eerste wordt vastgesteld dat het plangebied voldoende snel en in voldoende mate tweezijdig bereikbaar is. Ook is het plangebied in voldoende mate voorzien van bluswatervoorzieningen. langs de wegen is dat evenwel niet of nauwelijks het geval. Ten aanzien van het aspect 'zelfredzaamheid' wordt geadviseerd om de bevolking buiten het sirenebereik in voorkomend geval op andere wijze te alarmeren.
Transport - buisleidingen Binnen of nabij het plangebied zijn geen hogedruk-aardgastransportleidingen aanwezig. Conclusie externe veiligheid Geconcludeerd wordt dat in het plangebied geen saneringssituaties aanwezig zijn. Uit de adviezen van het Steunpunt Externe Veiligheid en de Regionale Brandweer blijkt dat het bestemmingsplan op het punt van externe veiligheid uitvoerbaar is.
3.6
Bodem
Beleid en normstelling Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient in geval van ruimtelijke ontwikkelingen aan te worden getoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functie. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging moet verkennend bodemonderzoek uit worden gevoerd.
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Met het onderhavig bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die gevoelig zijn voor de bodemkwaliteit. Het uitvoeren van bodemonderzoek is daarom niet aan de orde. Het bestemmingsplan wordt op het gebied van bodemkwaliteit uitvoerbaar geacht. Bij toekomstige ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse. Op basis van beschikbare informatie zijn een aantal locaties bekend waar bodemsaneringen hebben uitgevoerd of waar in het verleden (bedrijfs)activiteiten hebben plaatsgevonden die kunnen leiden tot een bodemverontreiniging. Deze zijn weergegeven in figuur 4.
14
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Figuur 6. Uitgevoerde bodemonderzoeken en mogelijke verontreinigingen
3.7
Water
Beleid en normstelling e
Het waterbeleid op rijksniveau is verankerd in 4 Nota Waterhuishouding, het Nationaal e Bestuursakkoord Water, het rapport Waterbeleid 21 Eeuw, het Nationaal Waterplan 2010-2015 en het NWB-actueel. Ook de Europese Kaderrichtlijn Water heeft gevolgen voor het waterbeheer in Nederland. Algemene uitgangspunten van het waterbeleid zijn:
bij waterbeheer wordt de voorkeursvolgorde vasthouden, bergen en afvoeren gehanteerd; hemelwater wordt zoveel mogelijk afgekoppeld van het rioleringssysteem en geïnfiltreerd in de bodem; de toename van verhard oppervlak dient te worden vermeden en, indien dit niet mogelijk is, te worden gecompenseerd door het realiseren van extra waterberging; waterlopen worden waar mogelijk teruggebracht in een natuurlijke staat.
Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is dat sinds 2003 de 'watertoets' wettelijk verplicht is gesteld. De watertoets kan vooral worden gezien als een procesinstrument die moet waarborgen dat gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. In het desbetreffende plangebied is waterschap Hunze en Aa's de aangewezen overlegpartner.
Keur 2010 Een Keur is een door het algemeen bestuur van een waterschap vastgestelde verordening waarin
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
15
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
regels zijn gesteld die voor iedereen binnen het beheersgebied gelden. Van deze regels kan in bepaalde gevallen worden afgeweken met een door het bestuur verleende watervergunning.
Langs onder meer hoofdwatergangen ligt op basis van de Keur een beschermingszone. Het waterschap Hunze en Aa's hanteert als uitgangspunt dat hoofdwatergangen vanuit waterhuishoudkundig oogpunt niet apart in bestemmingsplannen hoeven te worden opgenomen; deze al worden al voldoende beschermd via de Keur van het waterschap.
Voor overige vergunningsplichtige werken moet een watervergunning bij Waterschap Hunze en Aa's worden aangevraagd
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Met het waterschap dient overleg plaats te vinden over de wateropgaven in en nabij het plangebied. Deze kunnen vervolgens worden verankerd in de bestemmingskeuze. IHet bestemmingsplan is conserverend van aard, waardoor er geen ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt die belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de waterhouding in het gebied. Het voorontwerpbestemmingsplan is ter advisering voorgelegd aan Waterschap Hunze en Aa's. Zie hiervoor ook de reactienota in Bijlage 3 bij deze toelichting. Met de opmerkingen en suggesties van het waterschap is rekening gehouden.
3.8
Ecologie
Beleid en normstelling Gebiedsbescherming Ten aanzien van de gebiedsbescherming is met name de op 1 oktober 2005 in werking getreden Natuurbeschermingswet van belang. In deze wet is de bescherming geregeld van natuurgebieden die zijn aangewezen onder de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen (de zogenaamde Natura 2000gebieden). Daarnaast kunnen op grond van de Natuurbeschermingswet gebieden van nationaal belang worden aangewezen: Beschermde Natuurmonumenten.
Ten aanzien van activiteiten in de omgeving van deze gebieden, dient te worden beoordeeld of deze activiteiten ''significant negatieve effecten'' kunnen veroorzaken. Indien dit niet kan worden uitgesloten, dient een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet te worden aangevraagd. Aan deze vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
Ecologische hoofdstructuur (EHS) Naast gebieden die zijn aangewezen op grond van de Natuurbeschermingswet, dient rekening te worden gehouden met het provinciale beleid ten aanzien van gebieden die zijn gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS heeft als doel natuurgebieden te vergroten en te verbinden. Voor ontwikkelingen binnen de EHS geldt het ''nee-tenzij principe'', hetgeen betekent dat ontwikkelingen geen afbreuk mogen doen aan de natuurlijke kenmerken van het gebied. Indien vernietiging of verstoring van de EHS plaats vindt, dient te allen compensatie plaats te vinden.
Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten. De wet voorziet in aantal gevallen in een mogelijkheid tot ontheffing.
16
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Gebiedsbescherming Op circa 2 km ten zuiden van Vlagtwedde is het Natura-2000 gebied Lieftinghsbroek gelegen. Gelet op de afstand van het plangebied tot het Natura-2000 gebied en het conserverende karakter van het plan, zijn significante effecten uitgesloten. De Ecologische Hoofdstructuur is direct ten zuiden van de bebouwde kom begrensd. Het plan voorziet echter niet in ontwikkelingen die de natuurlijke kenmerken van de EHS kunnen aantasten. Bij ontwikkelingen in de toekomst – met name aan de zuidzijde van Vlagtwedde – vormt toetsing aan de EHS-criteria een belangrijk aandachtspunt.
Soortenbescherming In het bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die kunnen leiden tot verstoring van beschermde plant- en diersoorten of vaste rust- en verblijfplaatsen van deze soorten. Zodoende wordt het bestemmingsplan op dit punt uitvoerbaar geacht.
3.9
Archeologie
Beleid en normstelling Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt onderdeel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De kern van Wamz is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De Wamz verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden. Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarde, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), een bescherming moeten bieden voor waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een stelsel van omgevingsvergunningen.
Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Uit de Archeologische Monumentenkaart (AMK) blijkt dat in de omgeving van Vlagtwedde een aantal terreinen van (hoge) archeologische waarde zijn gesitueerd (zie onderstaande figuur). Het betreft onder andere de kern van het dorp. Deze waarden zullen in het bestemmingsplan door middel van een dubbelbestemming een beschermende regeling krijgen. Het voorontwerpbestemmingsplan zal ter advisering worden aangeboden aan Libau.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
17
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Figuur 7 Archeologische monumenten (bron: www.kich.nl)
18
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
3.10
Planmer
Beleid en normstelling In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. De projectmer-plicht en de merbeoordelingsplicht is van toepassing op projecten die concreet worden mogelijk gemaakt of aangevraagd. De planmer-plicht is van toepassing op strategische plannen die het afwegingskader vormen voor mer-(beoordelings)plichtige besluiten. Daarnaast geldt een planmer-plicht voor ontwikkelingen die kunnen leiden tot significant negatieve effecten voor natuurwaarden binnen Natura 2000-gebieden. Tot slot dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen: de kenmerken van de projecten; de plaats van de projecten; de kenmerken van de potentiële effecten. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Het voorliggende bestemmingsplan is conserverend van aard. Het bestemmingsplan bevat geen grootschalige ontwikkelingmogelijkheden die belangrijke negatieve milieueffecten met zich mee kunnen brengen. De ontwikkelingsmogelijkheden die worden geboden door de bouw- en gebruiksregels zijn aanmerkelijk kleinschaliger dan de drempels uit het Besluit m.e.r. Het plangebied ligt op ruim 2 kilometer afstand van het Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek, waardoor er in geen geval sprake is van directe verstoring. Dat er geen belangrijke negatieve milieugevolgen aan de orde zijn, blijkt ook uit de onderzoeken van de verschillende milieuaspecten zoals deze in de volgende paragrafen zijn opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer-procedure of merbeoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r
Bovendien gaat het in concreto om een tweetal akkerbouwbedrijven, waarvan milieugevolgen beperkter zijn dan ingeval er sprake zou zijn van veehouderijbedrijven.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
19
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 4 4.1
Planuitgangspunten
Ruimtelijke kwaliteit
Cultuurhistorie en kernkwaliteiten Het plangebied ligt in het esdorpenlandschap van Westerwolde. Dit landschap is in belangrijke mate gevormd tijdens de voorlaatste ijstijd (370.000 tot 130.000 v. Chr.). Onder invloed van de ijskap die over de noordelijke helft van het land was gelegen werd een reliëf gevormd. In de laaggelegen gebieden ontstonden beekloopjes, waarvan de Ruiten Aa een overblijfsel is. De hoger gelegen delen werden later in gebruik genomen als es (akker). Het landschap bevat de volgende kernkarakteristieken: reliëf (glaciale ruggen, essen en beekdalen); esgehuchten met karakteristieke boerderijen; (on)verharde wegen met zware wegbeplanting; karakteristieke waterloop (beek); duisternis en stilte. Bebouwingsstructuur de
Vlagtwedde is oorspronkelijk ontstaan als esdorp in de loop van de 17 eeuw. Vlagtwedde heeft een tijdje gefunctioneerd als hoofdplaats van de gemeente. Van 1803 tot 1903 stond de rechtstoel van het landrecht van Westerwolde in deze plaats. Het dorp concentreerde zich eerst vooral rond de driesprong van de Schoolstraat, de Weenderstraat en de Wilheminastraat. Het dorp heeft naast een brink op deze driesprong nog een brink op de splitsing met de Kerkstraat, nabij de Nederlands Hervormde Kerk. De vroegere bebouwing bestaat vooral uit Westerwoldse boerderijen, arbeidershuizen en herenwoningen.
Na de oorlog wordt het dorp aan de noord en zuidzijde uitgebreid en wordt ook een deel van de eerdere bebouwing vervangen. Wel is de oorspronkelijke stedenbouwkundige structuur nog grotendeels aanwezig. De meeste woningen zijn vrijstaand. Vanaf eind jaren 90 is er planmatig gebouwd in de wijk Oostersingel.
Van oorsprong is Vlagtwedde een esdorp. Terwijl een aantal kleinere nederzettingen rond het beekdal van de Ruiten Aa zich als esnederzetting vooral beperkte tot kleine groepen van agrarische panden, zijn een aantal nederzettingen, waaronder Vlagtwedde, uitgegroeid tot grotere kernen. Niettemin zijn ook in Vlagtwedde nog de oorspronkelijke kenmerken van een esdorp nog terug te vinden. Dergelijke oorspronkelijke kenmerken zijn de volgende:
Bebouwingsstructuur: losse groeperingen van oorspronkelijke boerderijen met daartussen onregelmatig gevormde open ruimtes; geen bebouwing op de oorspronkelijke essen; nieuwere woonbebouwing langs bestaande 'spinnenwebachtige' wegenstructuur Patroon van wegen en waterlopen: een spinnenwebachtige patroon van wegen en paden; vanuit de centrale ruimte (oorspronkelijke brink) lopen wegen naar de onderdelen van de agrarische gemeenschap; Bebouwingselementen: kenmerkende boerderijtypen binnen Westerwolde; verder: vrijstaande woningen langs de bestaande oorspronkelijke linten.
20
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Inrichting/open ruimtes: geen duidelijke scheiding tussen oorspronkelijke erven en openbaar gebied; binnen de dorpskern met veelal laanbeplanting langs uitvalswegen; Beeldkwaliteit: contract tussen bebouwing en natuurlijke achtergrond door materiaalgebruik van rode steen, rode pannen en wit houtwerk. Vrijkomende agrarische bebouwing Bij het verdwijnen van de agrarische activiteit kan vrijkomende agrarische bebouwing in aanmerking komen voor functieverandering. Functieverandering wordt volgens het provinciaal beleid toegestaan in waardevolle, streekeigen bebouwing (zie paragraaf 2.2). De gemeente Vlagtwedde heeft een onderzoek gedaan naar het streekeigen karakter van de agrarische bedrijfswoningen en concludeert dat alle agrarische bedrijven in de gemeente waardevol zijn of passen binnen de criteria van streekeigen bebouwing, zoals beschreven in de welstandsnota.
De agrarische functie kan worden gewijzigd naar de volgende bestemmingen: wonen, al dan niet in combinatie met zorgfuncties; sociaal-cultureel; bedrijf; horeca en agrarische dienstverlening. Hierbij gelden de volgende randvoorwaarden: functieverandering dient uitsluitend binnen de bestaande bebouwing plaats te vinden. Daarnaast moet gestreefd worden naar handhaving van het voormalige boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvormen als landschappelijke verschijningsvorm; in het geval van bedrijvigheid gaat het alleen om lichte milieucategorieën; opslag op het erf (bijvoorbeeld caravans) moet worden verboden/gereguleerd; functieverandering mag, mede in relatie tot de bestaande verkeersinfrastructuur, geen onaanvaardbare verkeersaantrekkende werking hebben; de bestaande karakteristieke verschijningsvorm van de gebouwen en de landschappelijke kenmerken van het bijbehorende erf mogen niet worden aangetast; functieverandering mag niet leiden tot extra beperkingen van de exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende agrarische bedrijven. Uitgangspunten voor het bestemmingsplan Op grond van het provinciaal en gemeentelijk beleid ligt het accent van het bestemmingsplan op het behouden en versterken van de karakteristieke elementen in het plangebied. De uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn daardoor als volgt: bescherming van karakteristieke groene ruimtes (zoals de brinken) door een specifieke bestemmingslegging; waar mogelijk het zicht behouden op het lager gelegen landschap. Voor open ruimtes wordt de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' worden gehanteerd; nieuwe invullingen zoveel mogelijk laten aansluiten bij de kenmerkende bebouwingspatronen; functieverandering bij (voormalige) agrarische bebouwing moet voldoen aan de daarvoor gestelde randvoorwaarden.
4.2
Wonen
Bestaande bebouwing Bij bestaande woonbebouwing staat de huidige kwaliteit van het wonen en verbetering daarvan voorop. Het plan biedt enige ruimte voor kwaliteitsverbetering en aanpassing van woningen aan de eisen van de tijd en eventueel sloop, samenvoeging en renovatie. Daarmee wordt ruimte geboden om in te spelen op veranderende behoeftepatronen, getoetst aan het algemeen belang. Dat betekent dat een zekere uitbreiding van woningen mogelijk is, mits passend in het bebouwingspatroon en mits de
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
21
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
bewoningssituatie dat toelaat.
Invullocaties Vanuit het provinciaal beleid geldt dat in Vlagtwedde nog slechts woningen voor eigen behoefte mogen worden gebouwd. In het uitbreidingsplan Oostersingel bestaan nog enkele bouwmogelijkheden.
Behoudens bestaande bouwmogelijkheden, worden in het bestemmingsplan geen rechtstreekse bouwmogelijkheden gecreëerd. In het bestemmingsplan wordt een regeling opgenomen waarmee woningen door middel van een wijzigingsprocedure kunnen worden gerealiseerd. Het uitgangspunt voor invullocaties is dat nieuwe bebouwing past binnen de bestaande bebouwingsstructuur en dat de ruimtelijke kwaliteit van het gebied verbeterd. De invullocaties liggen binnen het bestaande bebouwde gebied.
Tevens is in de wijzigingsregels bepaald dat bij gebruik van een wijzigingsbevoegdheid rekening moet worden gehouden met het door de provincie toegekende woningbouwcontingent.
Overleg provincie over het wonen In het vooroverleg met de provincie Groningen is het thema wonen in relatie tot dit bestemmingsplan aan de orde gekomen. Het gaat daarbij om het voldoen van het bestemmingsplan aan de Omgevingsverordening van de provincie.
In de Reactienota (bijlage 3 bij deze toelichting) wordt daar uitvoerig op ingegaan.
Uitgangspunten voor het gemeentelijk beleid zijn: in zijn algemeenheid wordt voldaan aan het beleid uit de Omgevingsverordening; dit krijgt zowel regionaal (Regionaal Woon- en leefbaarheidsplan) als gemeentelijk (eigen gemeentelijke Woonvisie) gestalte en wordt verwerkt in de actualisering van de bestemmingsplannen voor de kernen in de gemeente; het bestemmingsplan Vlagtwedde-Dorp maakt deel uit van een actualisering van alle kernen. De regelingen aangaande de woonbestemmingen worden in die bestemmingsplannen op elkaar afgestemd; de ontwikkelingen op de woningmarkt worden regionaal en gemeentelijk in beeld gebracht. De verwachting bestaat dat het aantal inwoners zal dalen, maar dat er nog sprake is van een zekere stijging van het aantal woningbehoevende huishoudens. De gemeente heeft in het bredere kader van de leefbaarheid hierover haar beleid beschreven in het "Integraal Beleidskader Wonen en leven in de dorpen en buurten van Vlagtwedde"; maatwerk is een belangrijke basis voor het woonbeleid in de gemeente. Vanuit geografisch oogpunt worden in de gemeente Vlagfwedde onderscheiden: 1. hoofdkernen: Ter Apel, Vlagtwedde, Sellingen; 2. kleinere kernen: Bourtange en Ter Apelkanaal; 3. dorpen en gehuchten die horen tot de linten/esgehuchten in het buitengebied. kwantitatief geldt dat er begin 2013 tot 2020 nieuwbouwruimte is voor nog 160 woningen. Daarvan zal naar verwachting: 1. 50% in de hoofdkern Ter Apel worden gerealiseerd; 2. 40% in de dorpen Sellingen, Vlagtwedde, Bourtange en Ter Apelkanaal 3. 10% in de lintbebouwing en de daarvoor in aanmerking komende locaties in de kleine kernen en gehuchten in het buitengebied. De genoemde 40% van de dorpen Vlagtwedde, Sellingen, Bourtange en Ter Apelkanaal betreft maximaal 64 woningen.
22
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Voor het voorliggende bestemmingsplan Vlagtwedde wordt daarvan maximaal de helft (circa 30 woningen) gereserveerd). Een dergelijk aantal sluit aan bij de ontwikkeling van de woningbouw over de laatste 10 jaar. In die periode zijn er 28 woningen aan de woningvoorraad toegevoegd. Ervan uitgaande dat een vergelijkbaar aantal wooneenheden de komende jaren zal worden gerealiseerd, wordt een dergelijk aantal als uitgangspunt in dit bestemmingsplan genomen. Daarvan zijn vanuit een direct bouwrecht een vijftal woningen realiseerbaar op de locatie De Wit als afronding van een herstructureringsproject (sloop / sanering garage en realisatie koopwoningen).
Voor het overige zal het gaan om ingebruikname van vrijkomende bedrijfsgebouwen c.q. vervangende nieuwbouw. Het aantal zelfstandige woningen dat hiermee kan toenemen is in de wijzigingsbevoegdheid (artikel 25.1, onder a en b) op maximaal 20 gesteld. Daarnaast geldt nog een locatiegebonden wijzigingsbevoegdheid (artike 25.1, onder c) voor maximaal vijf woningen.
de bestemmingsplannen bieden mogelijkheden voor direct aanverwante activiteiten, zoals mantelzorg, werk aan huis dan wel semi-zelfstandige inwoning. In het bestemmingsplan wordt een benadering voorgestaan waarbij wonen met direct bijbehorende activiteiten (inwonen mantelzorg) mogelijk zijn (verbreding woonfunctie); er wordt daarbij niet uitgegaan van toevoeging van zelfstandige woningen op een erf. ingeval van nieuwe ontwikkelingen (wens voor nieuwe woningbouw) worden deze via wijzigingsbevoegdheid nader aan het woonbeleid getoetst en wordt in voorkomend geval een aparte ruimtelijke uitwerking gemaakt. Het gaat hierbij niet om uitleglocaties, maar in voorkomend geval om inbreidingslocaties binnen het bestaande dorpsgebied.
Dit beleid betekent dat bij de dorpen vrijwel wordt afgezien van ontwikkeling van nieuwe uitleggebieden Binnen het bestaand gebied van de dorpen kan op deze wijze snel en flexibel worden gereageerd op woonwensen. Zeker in moeilijke economische tijden kan daarmee de woningmarkt goed worden gefaciliteerd. Kamerverhuur In het bestemmingsplan zijn mogelijkheden opgenomen om binnen bestaande woonhuizen een aantal kamers te verhuren. Om de opzet kleinschalig te houden en negatieve gevolgen voor de directe omgeving te voorkomen, mogen maximaal 3 kamers worden verhuurd. Kamerverhuur moet altijd in samenhang met de woonfunctie worden uitgeoefend en moet daarom plaatsvinden in de hoofdbebouwing. Na toestemming van burgemeester en wethouders kunnen in bepaalde gevallen maximaal 5 kamers worden verhuurd.
Aanvulling bij vaststelling De provincie Groningen heeft een formele zienswijze tijdens de terinzagelegging van het bestemmingsplan ingediend. Met name heeft de provincie bezwaar gemaakt tegen een aantal wijzigingsbevoegdheden in het plan, waarbij functies kunnen worden omgezet naar een woonfunctie. Met het oog daarop is de betreffende wijzigingsbevoegdheden een kwantitatieve regeling opgenomen. Daaruit komt naar voren dat woningbouw door toepassing van de wijzigingsbevoegdheden gebonden is aan een maximale toename van 25 woningen.
De achterliggende motivering sluit aan bij de hiervoor gegeven motivering onder "overleg provincie over het wonen" en rust daarnaast op de volgende gedachten: te vergaande kwantitatieve regels kunnen een ernstige belemmering zijn voor de flexibiliteit die juist in krimpgebieden, als waarin Vlagtwedde ligt, noodzakelijk is om te kunnen inspelen op vragen vanuit de woningnmarkt. Immers, elke investering leidt tot een kwalitatieve verbetering van het woningaanbod in juist deze gebieden. in jurididische zin moet rekening worden gehouden met de provinciale Omgevingsverordening en de wijze waarop deze vertaald kan worden in planregels;
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
23
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
gezien de ontwikkelingen in het (recente) verleden is duidelijk dat het slechts om bescheiden aantallen zal gaan waar het gaat om de in te vullen nieuwbouwruimte.. daarbij wordt de verdeling over de kernen en de linten/gehuchten in het butiengebied aangehouden zoals hiervoor beschreven; op deze wijze wordt enerzijds voldaan aan de eisen vanuit de provinciale Omgevingsverordening en anderzijds recht gedaan aan de noodzaak en wenselijkheid voor flexibiliteit en het kunnen leveren van maatwerk.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het bovenstaande leidt tot de volgende uitgangspunten voor de functie wonen: bestaande bouwmogelijkheden worden behouden; invullocaties kunnen worden gerealiseerd middels een wijzigingsprocedure; nieuwe bebouwing of uitbreiding van bestaande gebouwen leidt tot een kwaliteitsverbetering de wijzigingsbevoegdheden waarbij niet-woonbestemmingen kunnen worden omgezet in woonbestemmingen zijn gebonden aan de maxima, zoals hiervoor omschreven.
4.3
Bedrijvigheid
Bestaande bedrijven In het plangebied komen verspreid een aantal kleinschalige bedrijven voor. Voorgesteld wordt om in het bestemmingsplan de aard van de toelaatbare bedrijvigheid te beperken tot de bedrijven die binnen de woonomgeving aanvaardbaar zijn. Dit zijn bedrijven die in de milieucategorieën 1 en 2 vallen. Bedrijven uit een hogere milieucategorie zullen, waar zij voorkomen binnen bestaande woongebieden, specifiek worden aangeduid. Op grond van de Wet milieubeheer kunnen voor bedrijven met een omgevingsvergunning (voorheen milieuvergunning) specifieke voorwaarden worden gesteld.
Agrarische bedrijven Binnen het plangebied komen een aantal agrarische bedrijven voor. De milieutechnische inpasbaarheid van agrarische functies wordt geregeld via de Wet geurhinder en veehouderij en het Besluit landbouw. Bestaande bedrijven krijgen een agrarische bestemming. Uitbreidingen van bedrijven moeten worden getoetst aan de specifieke milieuregelgeving.
Horecabedrijven In beginsel wordt een stabiliserend horecabeleid voorgestaan en wordt geen nieuwvestiging van horecafuncties binnen het plan mogelijk gemaakt. In principe horen horecabedrijven in het centrum van het dorp thuis. Per horecafunctie zal worden bekeken welke ontwikkelingsruimte wenselijk is. Met name bedrijven die mogelijk overlat voor de omgeving kunnen veroorzaken, dienen een zorgvuldige regeling te krijgen.
Aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijvigheid Voorgesteld wordt dat de woonfunctie gecombineerd mag worden met een aan huis verbonden beroep: een (vrij) beroep dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat gericht is op het verlenen van diensten. Voorgesteld wordt om bij de vestiging van een aan huis verbonden beroep de volgende criteria te stellen: er mag geen aantasting plaatsvinden van de uitstraling van het gebruik van het perceel voor het wonen, dat wil onder meer zeggen dat uitsluitend zeer beperkte reclame-aanduidingen en dergelijke zijn toegestaan; er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woonkarakter van het perceel dan wel de directe (woon)omgeving en de landschappelijke waarden daarvan; er dient voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf aanwezig te zijn;
24
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende functie; er mag geen buitenopslag van materiaal plaatsvinden.
Nieuwe bedrijvigheid Op het bedrijventerreintje aan de Wedderstraat is nog enige ruimte voor bedrijvigheid aanwezig. Daarnaast worden binnen het plangebied in beginsel geen nieuwe bedrijven mogelijk gemaakt. Vanuit het provinciaal beleid geldt dat grootschalige bedrijfsactiviteiten op regionale bedrijventerreinen moeten worden ondergebracht. Binnen bestaande kernen kunnen kleinschalige bedrijfsactiviteiten mogelijk worden gemaakt, indien deze milieuhygiënisch inpasbaar zijn.
Uitgangspunten voor het bestemmingsplan Gelet op het bovenstaande gelden ten aanzien van bedrijvigheid de volgende uitgangspunten: binnen het plangebied worden bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie 1 en 2 algemeen toelaatbaar geacht; voor zover de milieutechnische en ruimtelijke situatie dit toelaat, worden aan bestaande bedrijven ruime bouwmogelijkheden toegekend; bestaande bedrijven uit een hogere milieucategorie krijgen een specifieke aanduiding; binnen de woonbestemmingen worden aan huis verbonden beroepen mogelijk gemaakt; het bestemmingsplan maakt geen nieuwe (grootschalige) bedrijfsactiviteiten mogelijk; Bevi-inrichtingen of geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn in het plangebied niet toegestaan.
4.4
Voorzieningen
Wat betreft de bestaande voorzieningen, zoals de brede school, detailhandel en maatschappelijke voorzieningen, is het voorstel deze te behouden en planologisch ruimte te geven voor ontwikkeling, wanneer dit nodig blijkt. Wel geldt dat bij een mogelijke uitbreiding wordt gekeken naar de invloed ervan op de omgeving.
Gelet op het feit dat voorzieningen steeds meer regionaal worden geconcentreerd en multifunctioneel ruimtegebruik wordt toegepast (denk aan brede scholen, multifunctionele dorpscentra), wordt er voor gekozen, om op locaties waar verbreding van functies aan de orde is, de bestemming 'Gemengde doeleinden' toe te passen. Ook de bestemming 'Maatschappelijk' maakt een zekere uitwisseling van functies mogelijk. Daarmee kan flexibiliteit in het functiegebruik worden gecreëerd.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
25
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
4.5
Groen en water
Belangrijke, structurerende groen- en boselementen worden als zodanig bestemd. Voor Vlagtwedde zijn het Veelerdiep en het daaromheen gelegen groen van belang. Daarnaast krijgen de in het dorp aanwezige brinken een specifieke bestemming die voorziet in bescherming van deze karakteristieke groene ruimtes.
De kenmerkende landschappelijke en cultuurhistorische waarden dienen behouden te blijven. Specifiek zijn de open ruimtes, in het bijzonder waar deze gelegen zijn op de overgang naar het omringende landelijk gebied, bijvoorbeeld langs het Veelerdiep. In deze zones zal terughoudend omgegaan moeten worden met nieuwe bouwactiviteiten. Deze ruimtes kunnen worden voorzien van de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond', 'Bos' en 'Groen'.
4.6
Verkeer
Ten aanzien van de verkeerssituatie worden geen bijzondere veranderingen verwacht. De bestaande verkeersstructuur is dan ook uitgangspunt van het bestemmingsplan.
4.7
Energie en duurzaam ruimtegebruik
Het treffen van duurzaamheidmaatregelen gebeurd voornamelijk op gebouwniveau. Het bestemmingsplan is in beginsel niet geschikt om de duurzaamheid van bebouwing af te dwingen, maar kan duurzaam bouwen wel faciliteren.
Energieprestatie Een goede energieprestatie kan worden bereikt door te bouwen volgens de drie stappen van de Trias Energetica: allereerst wordt ingezet op het terugdringen van onnodig energieverbruik door de meeste ramen te oriënteren op de zonzijde en gebruik te maken van hoogwaardig isolatiemateriaal; voor de resterende energiebehoefte zo veel mogelijk op duurzame energiebronnen zoals zonnepanelen of aardwarmte; voor zover duurzame energie niet volstaat, wordt zo zuinig mogelijk gebruik gemaakt van fossiele energiebronnen, bijvoorbeeld door de toepassing van restwarmte. Woonhuizen die in het plangebied worden gerealiseerd dienen te voldoen aan het wettelijk verankerde energieprestatiecoëfficiënt (EPC). De EPC is een waarde die uitdrukking geeft aan de isolatiewaarde van de woning en de zuinigheid van de installaties die worden gebruikt voor de verwarming of koeling van het gebouw. Op dit moment geldt voor woningen een EPC van 0,6.
Ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen, bevat het bestemmingsplan geen nieuwe bouwmogelijkheden. Bij de bouw van woningen in Oostersingel 2e fase en de vervanging van bestaande bebouwing moet worden voldaan aan de energievoorschriften die op dat moment zijn opgenomen in het Bouwbesluit.
Duurzaam ruimtegebruik Duurzaam ruimtegebruik ontstaat door zoveel mogelijk gebruik te maken van 'lege' ruimtes binnen bestaand bebouwd gebied (intensivering) of het vervangen van bestaande bebouwing door bebouwing die beter aansluit bij de eisen van de tijd (herstructurering). Vanuit het rijksbeleid wordt voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen de zogenaamde SER-ladder gehanteerd om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren:
26
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
beoordelen of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale vraag; beoordelen of deze vraag ook binnen bestaand bebouwd gebied gerealiseerd kan worden; en een beoordeling of - indien het voorgaande niet het geval is - de locatie buiten bestaande bebouwd gebied wel multimodaal is of kan worden ontsloten.
Het bestemmingsplan speelt op de volgende manieren in op het principe van duurzaam ruimtegebruik: in het plan zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen om open plekken binnen bestaand bebouwd gebied op te vullen (intensivering). Daarmee neemt de druk af om op uitleglocaties aan de rand van het dorp te bouwen; stoppende agrarische bedrijven, kunnen worden benut voor een woonfunctie of een andere bedrijfsmatige functie. Daarmee wordt het hergebruik van bestaande (waardevolle) bebouwing gestimuleerd. Zie ook paragraaf 4.1; voor de bestaande woonpercelen zijn relatief ruime ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen, om zo het uitbreiden of vervangen van woningen binnen bestaand bebouwd aantrekkelijker te maken dan de bouw van een nieuwe woningen in uitleglocaties of vertrek naar elders (leegstand en verpaupering). Dit draagt bij aan de vitaliteit van het bestaand bebouwd gebied.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
27
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 5
Juridische opzet van het bestemmingsplan
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de uitgangspunten die in de voorgaande hoofdstukken zijn benoemd, worden vertaald in de digitale verbeelding (regels en plankaart).
5.1
Algemeen
Vereisten bestemmingsplan Het bestemmingsplan regelt de gebruik- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.
Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld en om de uitleg daarvan.
Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2008. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog, zodat bestemmingsplannen vergelijkbaar met elkaar zijn. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden.
Het plan voldoet tevens aan de eisen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
Aard van het bestemmingsplan Zoals eerder is aangegeven, zal het op te stellen bestemmingsplan een conserverend karakter hebben. Dit betekent dat wordt uitgegaan van de feitelijke situatie in het plangebied, waarbij bestaande functies en bestaande bebouwing worden bestemd conform de feitelijke situatie. Op perceelsniveau zijn er wel beperkte mogelijkheden om het gebruik of de bebouwing op een perceel te wijzigingen.
Met het opstellen van het plan wordt een zodanig plan beoogd dat enerzijds rechtszekerheid wordt geboden aan de burgers en instellingen en dat anderzijds voldoende praktische mogelijkheden worden geboden om flexibel op ondergeschikte aanpassingen in te kunnen spelen. Bij de opzet van het bestemmingsplan zal worden getracht het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen, wat strikt noodzakelijk is.
5.2
Bestemmingslegging
Als algemeen uitgangspunt voor de bestemmingslegging geldt dat zoveel mogelijk zal worden aangesloten bij de bestaande bestemmingen. Als gevolg van de standaardisering van bestemmingen (SVBP 2008), beleidsvoorkeuren en de actuele omgevingssituatie kunnen andere keuzes worden gemaakt. De bestemmingen zijn in dit bestemmingsplan als volgt opgezet:
28
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Agrarisch - Bedrijf De huidige agrarische bedrijven zijn bestemd. Daarbij worden de huidige bouwmogelijkheden gerespecteerd. In Vlagtwedde gaat het slechts om een beperkt aantal bedrijven. Er is per bedrijf één bedrijfswoning toegestaan, tenzij specifiek is aangeduid dat er geen bedrijfswoning is toegestaan. De bebouwing moet binnen het bouwvlak worden gebouwd en de toegestane bouw- en goothoogte wordt aangegeven op de verbeelding. Ook mestsilo's en -bassins moeten binnen het bouwvlak worden opgericht.
Voor bedrijfsgebouwen en bij de bedrijfswoning behorende bouwwerken geldt dat deze achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning moeten worden gebouwd. De goothoogte van bijgebouwen is gemaximeerd op 3,50 m.
Met een afwijking via een omgevingsvergunning kunnen ook vormen van (lichte) bedrijvigheid als neventak worden uitgeoefend. Ook het splitsen van de agrarische bedrijfswoning of het plaatsen van een paardrijbak is toegestaan met een omgevingsvergunning. De bestemming kan tevens worden gewijzigd naar 'Bedrijf', 'Maatschappelijk' of 'Wonen - 3'. Daarbij mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het bebouwingsbeeld, de milieusituatie of cultuurhistorische waarden.
Agrarisch - Cultuurgrond Agrarische gronden die van belang zijn voor de openheid van het landschap of het zicht daarop krijgen de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond'. Ter plaatse van deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Bedrijf Binnen de bebouwde kom van Vlagtwedde komen verschillende typen bedrijven voor. Negatieve beïnvloeding van de woonfunctie moet worden voorkomen. Daarom wordt uitgegaan van een basisregeling waarbij bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 op korte afstand van woningen algemeen zijn toegestaan, terwijl bedrijven uit een hogere milieucategorie specifiek worden aangeduid. Daarmee wordt voorkomen dat zich bij eventuele bedrijfsbeëindiging bedrijven uit een hogere milieucategorie vestigen in een woongebied. Dit geldt voor een agrarisch loonbedrijf, autospuitinrichting, een transportbedrijf en bedrijf ten behoeve van de productie van schoppen.
Daarnaast zijn aanduidingen opgenomen ter plaatse van percelen waar, in afwijking van de algemene regels, bedrijven uit milieucategorie 3.1 zijn toegestaan, waar ook detailhandel is toegestaan en waar twee bedrijfswoningen zijn toegestaan. De aanduiding voor detailhandel geldt ter plaatse van de zaad- en fouragehandel aan de Schoolstraat.
Gebouwen binnen deze bestemming dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De maximale bouw- en goothoogte zijn aangeduid op de verbeelding. Na toestemming van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) mag ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. In percelen die op grond van provinciaal beleid behoren tot het buitengebied, zijn deze mogelijkheden beperkt tot 20% van de bestaande bebouwing. Hiertoe is een 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling' opgenomen.
Per bedrijf is in beginsel één bedrijfswoning toegestaan, tenzij is aangeduid dat er geen bedrijfswoning is toegestaan. Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zijn gebonden aan 2 een maximale oppervlakte (50 m ) en goothoogte (3,50 m) en moeten achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning worden gebouwd.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
29
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Bos Openbare gronden waar in de huidige situatie bospercelen aanwezig zijn, zijn voorzien van de bestemming 'Bos'. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor het aanleggen van paden en het verwijderen van beplanting moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd, tenzij dit op grond van de gemeentelijke kapverordening niet nodig is.
Ter plaatse van de bijenweide aan de zuidoostzijde van het plangebied is een specifieke aanduiding opgenomen. Binnen deze aanduiding is de realisatie van de bij deze functie behorende bouwwerken toegestaan, de zogenaamde bijenstallen.
Gemengd In het centrumgebied van het dorp is de bestemming 'Gemengd' gekozen. Deze bestemmingslegging sluit aan bij de bestemming 'Dorpsgebied' in het vigerende bestemmingsplan. Door deze bestemming is in het dorpsgebied een vermenging en uitwisseling van functies mogelijk. Binnen de bestemming zijn de volgende doeleinden rechtstreeks toegestaan: wonen, bedrijven uit milieucategorie 1 en 2, detailhandel en dienstverlening.
Daarnaast is binnen de bestemming ook rekening gehouden met horecafuncties. Het gaat daarbij om cafés en maaltijdverstrekkende bedrijven zoals lunchrooms, snackbars en restaurants. Voor de discotheek aan de Schoolstraat 8 is een aanduiding opgenomen, zodat deze zwaardere vorm van horeca niet binnen alle locaties met een horecabestemming wordt toegestaan. Hetzelfde geldt voor de nieuwe discotheek aan de Wilhelminastraat. Gelet op de ligging aan de noordelijike dorpsuitloper is de kinderboerderij apart aangeduid.
Ter plaatse van een bouwmarkt in het dorp is de aanduiding 'detailhandel perifeer' opgenomen. Perifere detailhandel wordt daardoor alleen op deze locatie toegestaan. Ook de supermarkt binnen deze bestemming is specifiek aangeduid.
Voor wat betreft de bouwmogelijkheden is in deze bestemming een andere systematiek gehanteerd als bij de meeste bestemmingen. Door binnen de bestemming geen bouwvlak op te nemen, maar een maximale oppervlakte voor hoofdgebouwen en bedrijfswoningen, ontstaat er flexibiliteit voor het realiseren van nieuwe bebouwing of het vervangen van de bestaande bebouwing. Maximaal 50% van het perceel mag worden bebouwd. Ook geldt een maximale afstand ten opzichte van de weg, zodat er geen grote lege ruimtes aan de 'wegzijde' van het perceel ontstaan. Ten slotte moet rekening worden gehouden met een afstand ten opzichte van de zijdelings perceelsgrens.
In de regels is een standaard goot- en bouwhoogte vastgelegd van respectievelijk 7,50 en 10,00 meter. Ten aanzien van bij een woning of bedrijfswoning horende bouwwerken geldt een vergelijkbare regeling als bij de bestemming 'Bedrijf'.
Ten aanzien van bijbehorende bouwwerken geldt een vergelijkbare regeling als bij de bestemming 'Bedrijf'
Groen Structurerende groenelementen en publieke groenvoorzieningen kunnen worden ondergebracht in de bestemming 'Groen'. Deze bestemming is tevens bedoeld voor waterpartijen, (fiets)paden en speelvoorzieningen. Ondergeschikt groen (zoals een middenberm) kan eventueel de bestemming 'Verkeer' of 'Verkeer-Verblijf' krijgen. Particulier groen valt binnen de woonbestemming.
30
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Maatschappelijk Functies als scholen en kerken worden ondergebracht in bestemming 'Maatschappelijk'. De bestemming maakt verschillende vormen van gebruik mogelijk, zoals zorg, onderwijs, sociaalculturele en religieuze doeleinden. Mocht een gebouw in de toekomst niet meer worden gebruikt, dan kan deze voor andere doeleinden worden benut. Bedrijfswoningen zijn slechts toegestaan ter plaatse van een daarvoor opgenomen aanduiding.
Gebouwen binnen deze bestemming dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De maximale bouw- en goothoogte zijn aangeduid op de verbeelding. Na toestemming van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) mag ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Ten aanzien van bijbehorende bouwwerken geldt een vergelijkbare regeling als bij de bestemming 'Bedrijf' en 'Gemengd'.
Maatschappelijk - Begraafplaats De begraafplaats aan de zuidzijde van het Dorp heeft een specifieke bestemming 'Maatschappelijk Begraafplaats' gekregen. Binnen deze bestemming is een gebouw ten behoeve van beheer en 2 onderhoud toegestaan met een oppervlakte van maximaal 100 m en een bouwhoogte van maximaal van 3,00 m.
Recreatie Ter plaatse van het kampeerterrein aan de noordzijde van het plangebied is de bestemming 'Recreatie' opgenomen. De bestemming is primair bedoeld voor het plaatsen van kampeermiddelen en bijbehorende parkeer-, groen-, en speelvoorzieningen.
Om de ruimtelijke impact bij de entree van het dorp te beperken, heeft deze bestemming beperkte bouwmogelijkheden. 5% van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd met gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en dienstverlening, waaronder toiletgebouwen. Het gebruik van gebouwen voor recreatieverblijf, permanente bewoning of detailhandel is niet toegestaan.
Sport De bestemming 'Sport' is van toepassing op sporthal aan de Wischmei en de Schoolstraat. De bestemming is tevens van toepassing op het terrein van de hondenvereniging aan de Barlagerweg. Ter plaatse van aanduidingen kunnen tevens nevenfuncties worden uitgeoefend. De gronden ter plaatse van de hondenvereniging kunnen in de winter worden gebruikt als ijsbaan.
Ter plaatse van de sporthal aan de Schoolstraat is tevens de uitoefening van een fysiotherapiepraktijk toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk'.
Naast een gebouwen zijn er parkeervoorzieningen, tuinen en dergelijke toegestaan. Gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. In de gebouwen is tevens ondergeschikte horeca 2 (sportkantine) toegestaan, met een oppervlakte van maximaal 100 m .
Gebouwen binnen deze bestemming dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. De maximale bouw- en goothoogte zijn aangeduid op de verbeelding. Na toestemming van Burgemeester en Wethouders (omgevingsvergunning) mag ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. In percelen die op grond van provinciaal beleid behoren tot het buitengebied, zijn deze mogelijkheden beperkt tot 20% van de bestaande bebouwing. Hiertoe is een 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling' opgenomen.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
31
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Verkeer De bestemming 'Verkeer' is van toepassing op de Schoolstraat en de Wilhelminastraat. Het betreft wegen waarbij de afwikkeling van verkeer de belangrijkste functie is. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht. Bermen en ondergeschikte groenvoorzieningen vallen wel binnen de bestemming.
Verkeer - Verblijf De bestemming 'Verkeer-Verblijf' is van toepassing op erftoegangswegen, voetpaden en fietspaden. In tegenstelling tot de bestemming 'Verkeer' is binnen deze bestemming ook de aanleg van parkeervoorzieningen toegestaan. Bermen en ondergeschikte groenvoorzieningen vallen binnen de bestemming.
Water Ter plaatse van belangrijke waterlopen als het Veelerdiep, ligt de bestemming 'Water'. In deze bestemming zijn naast waterlopen, kaden en oevers en waterbouwkundige voorzieningen toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen maximaal 2,00 meter hoog worden.
Wonen - 1, 2 en 3 In het bestemmingsplan is onderscheid gemaakt in drie verschillende woonbestemmingen, waarbij de bouwmogelijkheden per bestemming verschillend zijn. Het gaat om de volgende bestemmingen: Wonen - 1: één bouwlaag met kap; Wonen - 2: twee bouwlagen met kap; Wonen - 3: voormalige boerderijen. Gebruiksregels In de bovengenoemde woonbestemming zijn de gebruiksmogelijkheden van woningen geregeld. De gebruiksmogelijkheden zijn voor alle drie bestemmingen gelijk. Naast de woonfunctie is (ondergeschikt) tevens het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan. Daarbij wordt 2 een maximum van 90 m aangehouden, tenzij een grotere oppervlakte van de bestaande bebouwing niet wordt benut voor de woonfunctie. Mantelzorg is bij alle woonbestemmingen toegestaan.
Het kleinschalig verhuren van kamers kan zonder problemen in samenhang met de woonfunctie worden uitgeoefend. Daarbij worden maximaal drie kamers zonder meer toegestaan. Voor vier of vijf kamers is toestemming van het college van Burgemeester en Wethouders noodzakelijk.
Ter toelichting op de gehanteerde begrippen in de verschillende woonbestemmingen kan een nadere toelichting worden gegeven, mede in het licht van een beleidsregel die de gemeente over bewoning in voorbereiding heeft.
In artikel 1 van de planregels is het begrip “woning” omschreven als een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Daarnaast is rekening gehouden met overige, bijbehorende functies als bed and breakfast, mantelzorg, aan-huisverbonden-beroepen, aan het wonen verbonden, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, kamerverhuur e.d.
Een wooneenheid (voor niet-zelfstandige bewoning) onderscheidt zich hiervan, doordat niet alle functies in de eigen ruimte aanwezig zijn en er geen sprake is van een eigen adres c.q.een eigen toegang. De gemeente zet met de actuele bestemmingsplannen in op een beleid waarbij wonen, werken aan huis, dan wel zorg aan huis functioneel mogelijk moeten zijn.
32
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Wonen blijft de hoofdfunctie, maar er moet ruimte zijn voor mantelzorg, werkactiviteit aan huis e.d. Deze ruime benadering van het wonen wil inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen (wonen met zorg voor inwonende ouderen, een werkactiviteit aan huis, een gastenverblijf e.d.). Wanneer zich dergelijke activiteiten binnen de ruimtelijke grenzen van een bestemming afspelen, zijn hoeven daartegen geen bezwaar te bestaan. De gemeente wil daar dan ook op ruimte voor bieden.
Het “complex van ruimten” van een woning bestaat dan uit zowel uit het hoofdgebouw als de bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen.
Dit beleid is er uiteraard niet voor bedoeld om meerdere zelfstandige woningen op een adres te krijgen (dat zou in strijd zijn met het woonbeleid), noch om vormen van zelfstandige bedrijvigheid mogelijk te maken (dat zou in strijd met de bestemming zijn en levert milieuhygiënische knelpunten op). Het blijft primair om de woonfunctie gaan.
In de definities van de planregels wordt ruimte geboden voor een dergelijke invulling van de woonfunctie
Bouwregels Voor wat betreft de bouwmogelijkheden is binnen de bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2' geldt een vergelijkbare regeling als bij de bestemming 'Gemengd'. Er worden geen bouwvlakken opgenomen. Maximaal 50% van het perceel mag worden bebouwd. Er geldt een maximale afstand (20,00 meter) ten opzichte van de weg, zodat er geen grote lege ruimtes aan de 'wegzijde' van het perceel ontstaan.
Bij de bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2' is in de planregels een standaard bouw- en goothoogte vastgelegd. Bij 'Wonen - 1' gaat het om een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 4,00 m en 8,00 m. Bij 'Wonen - 2' gaat het om een goot- en bouwhoogte van 7,00 m en 10,00 m. Bij 'Wonen - 3' zijn de goot- en bouwhoogte op de kaart aangegeven.
Op ervoor te zorgen dat bijbehorende bouwwerken ruimtelijk ondergeschikt zijn aan hoofdgebouwen, wordt een maximale goothoogte gehanteerd van 3,50 m. Daarnaast geldt dat bijbehorende bouwwerken drie meter achter de voorgevel moeten worden gebouwd.
In de bestemmingen 'Wonen - 1' en 'Wonen - 2' is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak te vergroten. Bij nieuwe bouwplannen moet worden getoetst aan de beleidsinzet woningbouwcontingenten (zie bijlage 2). Ook moet er sprake zijn van een goede ruimtelijke situatie.
Bij de bestemming 'Wonen - 3' is zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen om de gebouwen geschikt te maken voor meerdere wooneenheden. Dit om het behoud van de karakteristieke bebouwing en het duurzaam ruimtegebruik te stimuleren.
Wonen - Wooncentrum Ter plaatse van het verzorgingstehuis aan de noordzijde van Vlagtwedde is de bestemming 'Wonen – Wooncentrum' opgenomen. Met dezelfde bestemming is ruimte geboden aan de uitbreidingsplannen van de Trans aan de Wischmei (zie paragraaf 4.4). Naast de woonfuncties zijn binnen deze bestemming tevens maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Gebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. De maximale goot- en bouwhoogte is aangegeven op de verbeelding.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
33
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Dubbelbestemming Waarde - Archeologie Ter bescherming van archeologische waarden in de dorpskern Vlagtwedde is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen. Als gevolg van deze dubbelbestemming is het verplicht een omgevingsvergunning aan te vragen bij verschillende bouw- en aanlegwerkzaamheden. Voor het verkrijgen van een dergelijke vergunning moet door middel van archeologisch onderzoek worden aangetoond dat er geen waardevolle archeologische sporen verloren gaan.
Algemene gebruiksregels ten behoeve van kamperen In de planregels is een algemene afwijkingsmogelijkheid opgenomen om grote erven voor een deel te gebruiken als kleinschalig kampeerterrein (maximaal 15 kampeermiddelen). Het moet daarbij altijd 2 gaan om erven van minimaal 5.000 m . Ook moet er voor worden gezorgd dat het kampeerterrein wordt ingepast in het landschap door middel van afschermende erfbeplanting.
Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van invullocaties In de planregels is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarmee (voormalig) agrarische bedrijven, overige bedrijfsmatige functies en open plekken kunnen worden ingevuld ten behoeve van woningbouw. De wijzigingsbevoegdheid heeft betrekking op de bestemmingen 'Groen' en 'Agrarisch - Cultuurgrond' voor zover deze liggen binnen bestaand bebouwd gebied. Alle woningbouwplannen worden daarbij getoetst aan het contingentenbeleid (aantallen woningen).
34
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 6 6.1
Uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Vooroverleg en inspraak Conform artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) heeft ten aanzien van een bestemmingsplanprocedure overleg plaatsgevonden met de betrokken adviespartners en overheden. Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan, overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening, ter inzage gelegd voor een ieder. Op de ingekomen reacties wordt in een afzonderlijke bijlage bij deze toelichting ingegaan. Wijzigingen of aanvullingen die daaruit voortvloeien, zijn in het bestemmingsplan verwerkt.
Vervolgprocedure De ingekomen inspraak- en overlegreacties zijn verwerkt tijdens de voorbereiding van het ontwerpbestemmingsplan. Dit ontwerpplan wordt vervolgens gedurende 6 weken ter inzage gelegd, waarbij een ieder in de gelegenheid wordt gebracht zienswijzen in te dienen. Deze zienswijzen wordt vervolgens betrokken in de vaststellingsfase. Het plan wordt uiteindelijk door de gemeenteraad al dan niet gewijzigd vastgesteld.
6.2
Economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie
Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken, planschade en kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan. Indien sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan vast te stellen.
In het voorliggende bestemmingsplan wordt geen rechtstreekse bouwmogelijkheden toegekend waarvoor het opstellen van een exploitatieplan verplicht is. De economische uitvoerbaarheid levert daardoor geen belemmering op voor de vaststelling van het bestemmingsplan.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
35
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 7
Resultaten inspraak en overleg
Over het voorontwerp is het overleg gevoerd met de vaste overleginstanties, waaronder de provincie Groningen.
Verder heeft het plan in het kader van de inspraak ter inzage gelegen van 10 mei 2012 tot en met 25 juni 2012.
Op het plan zijn diverse reacties ingekomen die in een aparte Bijlage 3 bij de toelichting zijn verwoord.
De belangrijkste aspecten uit deze inspraak- en overlegprocedure zijn de volgende: het woonbeleid van de gemeente, zoals dat ook in regionaal verband gestalte krijgt, is in relatie tot het bestemmingsplan uitgebreid gemotiveerd naar aanleiding van een reactie van de provincie; bij de regeling voor agrarische bedrijven is rekening gehouden met de Omgevingsverordening Groningen; .de regeling voor reclamemasten is afgestemd op de Omgevingsverordening Groningen; hoofdstuk 3, Omgevingsaspecten, is aangevuld met een passage in verband met de relatie tot de milieueffectrapportage; een aantal aanvullingen in de tekst zijn verwerkt naar aanleiding van een reactie van het waterschap Hunze en Aa's en van het advies van het Steunpunt Externe Veiligheid. ===
36
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
BIJLAGE 1
GEMEENTE VLAGTWEDDE NOTITIE AFWEGINGSKADER POTENTIËLE INVULLOCATIES
Notitie Afwegingskader potentiële invullocaties
Code 087002 / 10-12-10
GEMEENTE VLAGTWEDDE 087002 / 10-12-10 NOTITIE AFWEGINGSKADER POTENTIËLE INVULLOCATIES TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
2.
CRITERIA AFWEGINGSKADER
2
2. 2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 4. 5.
2 2 3 5 5
Algemeen Beleidsmatige criteria Stedenbouwkundige criteria Criteria woon-werklocaties Samenvatting criteria
087002
blz 1
1. INLEIDING De gemeente is haar bestemmingsplannen aan het actualiseren. Het bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp maakt hier onderdeel vanuit. Alhoewel het gaat om het actualiseren van de bestaande situatie, is er de wens om in de dorpskern ruimte te bieden voor kleinschalige woningbouwontwikkeling. Hierbij moet gedacht worden aan locaties die geschikt zijn voor maximaal drie woningen en/of als woon-werklocatie. Bij een concrete aanvraag dient te worden beoordeeld of de potentiële locatie daadwerkelijk geschikt is voor deze functie(s). Hiervoor is een afwegingskader nodig zodat de locaties integraal afgewogen kunnen worden. In deze notitie wordt dit afwegingskader verwoord.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 10-12-10
Buro Vijn B.V.
blz 2
087002
2. CRITERIA AFWEGINGSKADER 2. 1. Algemeen In deze paragraaf zijn de criteria aangegeven op basis waarvan de potentiële locaties tegen elkaar afgewogen worden. Er is onderscheid in beleidsmatige en stedenbouwkundige criteria. Beleidsmatige criteria Een aantal criteria komen voort uit het ruimtelijk ordeningsbeleid. De juridische kaders worden bepaald door het voorkomen van milieuhinder door functies en voorzieningen in de omgeving en de invloed van nieuwe ontwikkelingen op bestaande functies. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen harde en zachte beleidsuitgangspunten. Stedenbouwkundige criteria Ten aanzien van de ruimtelijke structuur zijn uitgangspunten aan te geven die van invloed zijn op de wenselijke ruimtelijke kwaliteit en capaciteit van de inbreidingslocaties. De wijze waarop omgegaan wordt met de criteria, is van invloed op de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Een aantal van deze uitgangspunten is tevens gekoppeld aan ruimtelijk beleid van overige overheden zoals het rijk, de provincie en het waterschap. Voorbeelden hiervan zijn de bescherming van cultuurhistorische elementen, uitgangspunten ten aanzien van waterberging en uitgangspunten ten aanzien van parkeernormen. 2. 2. Beleidsmatige criteria Functionele inpassing (hard criterium) Wonen is een gevoelige bestemming. Dit betekent dat woningbouw niet zonder meer mogelijk is naast bedrijven. Als er bedrijven gesitueerd zijn in nabijheid van de locatie dan zal bij de afweging gebruik gemaakt worden van de indicatieve indeling in het rapport van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Bedrijven en milieuzonering. Daar wordt een relatie gelegd tussen bedrijfssoorten en de gemiddelde (mogelijke) milieubelasting van deze bedrijfssoorten. De bedrijfssoorten zijn onderzocht op met name de hinderaspecten geur- , stof- en geluidshinder en gevaar1). Dit kan er toe leiden dat de realisatie van woningbouw op een locatie niet mogelijk is, omdat er bedrijven in de omgeving zijn gevestigd waarvan de woningbouw te veel milieuhinder zal ondervinden. Daarnaast moeten de bestaande bedrijven niet beperkt worden in hun mogelijkheden door de realisatie van woningbouw.
1)
Er worden in de basislijst 6 milieucategorieën onderscheiden, oplopend van 1 tot 6: onder categorie 1 (het ene uiterste) vallen bedrijven die toelaatbaar zijn tussen woningen en onder categorie 6 (het andere uiterste) zijn bedrijven opgenomen die pas toelaatbaar zijn op een afstand van 1000 of 1500 meter van milieugevoelige functies.
Buro Vijn B.V.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 10-12-10
087002
blz 3
Een locatie waar woningbouw niet mogelijk is, wordt wel beoordeeld. De situatie kan in de toekomst veranderen doordat een bedrijf in de omgeving stopt waardoor woningbouw wel mogelijk is. Door de locatie nu te beoordelen, is dan duidelijk of vanuit andere aspecten de locatie ook geschikt is. Behoud van speelvoorzieningen en openbaar groen (zacht criterium) Het is belangrijk dat er voldoende speelvoorzieningen en openbaar groen in de omgeving blijven. Het is niet wenselijk dat door de invulling van een locatie door woningbouw, dit niet meer het geval is. 2. 3. Stedenbouwkundige criteria Situering locatie Een locatie kan een zelfstandig deelgebied zijn of onderdeel uit maken van een bestaande wijk dan wel stedenbouwkundige structuur. Een locatie is een zelfstandig deelgebied als deze een dusdanige omvang en situering ten opzichte van de omgeving heeft dat deze los beschouwd kan worden van zijn omgeving. Hier is sprake van als een locatie zich onderscheidt van het aangrenzende gebied door de aanwezigheid van: • een brede tussenliggende beplantingsstrook; • een scheidende brede watergang; • een open ruimte; • een aparte ontsluitingsweg; • een scheiding door middel van een weg. Als de locatie te beschouwen is als een zelfstandig deelgebied dan kan het gebied een eigen identiteit en bebouwingskarakteristiek krijgen. De invullocaties maken onderdeel uit van een bestaande wijk dan wel stedenbouwkundige structuur. De locatie dient zich te lenen voor inpassing in de bestaande structuur. De potentiële locaties zijn open ruimten met een breedte van circa 15 tot 60 meter. Voor locaties die niet los beschouwd worden, zijn de volgende criteria van belang: • erkenning van inbreidingslocatie als onderdeel van een bestaande structuur; • bij aansluiting op bestaande structuur samenhang behouden met de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek. Stedenbouwkundige kenmerken Bij de inpassing in de bestaande structuur moet de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek behouden kunnen blijven. Voor de locatie zelf geldt dat de locatie zodanig ingevuld moet kunnen worden dat de nieuwe woningen voldoende privacy bieden en de huidige woningen dit voldoende behouden.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 10-12-10
Buro Vijn B.V.
blz 4
087002
De stedenbouwkundige karakteristiek wordt bepaald door de volgende kenmerken: • de rooilijn van vooral de voorgevel van de huidige bebouwing; • korrel van de bebouwing: de grootte van de bebouwing en de kavels; • bebouwingsdichtheid: het gemiddeld aantal woningen per oppervlakte; • het profiel van de straat; • ligging ten opzichte van de openbare ruimte (oriëntatie op de weg of openbaar groen); • de aanwezigheid van doorzichten en open ruimten. Kenmerkend voor het dorp Vlagtwedde is de relatief kleinschalige bebouwing langs de Schoolstraat en de Wilhelminastraat. Het betreft in bijna alle gevallen vrijstaande woningen met één bouwlaag en een kap. Zorgvuldige inpassing In het algemeen geldt dat er een zorgvuldige inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke waarden moet plaats vinden. Cultuurhistorische en landschappelijke waarden, zoals brinken, essen, monumenten, waardevolle beplanting, doorzichten en zichtlijnen, moeten ontzien worden. Deze waarden zullen daarom eerst geïnventariseerd moeten worden. Dit gebeurt per plangebied afzonderlijk. Woonkwaliteit De woonkwaliteit wordt enerzijds bepaald door de aspecten uitzicht, bezonning en privacy van omliggende woningen. Hierbij speelt het aspect planschade. Daarnaast speelt de omgeving een rol. Dan gaat het onder meer om geluidsoverlast (wegen, bedrijventerreinen et cetera) en de afstand tot voorzieningen. Daar waar locaties grenzen aan water is het wenselijk dat de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de wateroevers voor de toekomst behouden blijven. Daarom is het wenselijk dat tuinen en nieuwe bebouwing niet direct grenzen aan het water. Ontsluitingsstructuur en parkeergelegenheid Er dient rekening gehouden te worden met voldoende parkeergelegenheid en een goede ontsluiting. Op de locatie zelf moet voldoende parkeergelegenheid worden gecreëerd of er moet voldoende overcapaciteit zijn in de omgeving. Hiermee wordt parkeeroverlast voorkomen. Daarnaast moeten de woningen goed ontsloten kunnen worden op de bestaande wegen. Ook met de aantakking op de bestaande ontsluitingsstructuur van nieuwe ontwikkelingen op naastgelegen percelen moet rekening gehouden worden, zodat op langere termijn geen terreinen ontstaan die niet ontsloten kunnen worden en/of een onsamenhangend wegenpatroon ontstaat. Technische geschiktheid (water en bodem) De ene locatie is technisch geschikter gezien de waterhuishouding (infiltratie en kwel) en bodemgesteldheid (type grond) dan de andere.
Buro Vijn B.V.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 10-12-10
087002
blz 5
Ten aanzien van water geldt nog dat door de bouw van woningen het verhard oppervlak toeneemt. Dit moet gecompenseerd worden om wateroverlast te voorkomen. Afhankelijk van de situering is het noodzakelijk waterberging aan te leggen in het gebied of in de nabijheid. Het dempen van watergangen ten behoeve van de ontwikkeling van bebouwing is slechts wenselijk als deze watergangen geen onderdeel uit maken van een waterstructuur. Bij het aspect bodem speelt tevens dat deze geschikt moet zijn om op te wonen. Eventuele verontreiniging moet gesaneerd worden. Een locatie waar dit waarschijnlijk niet aan de orde is, zal beter scoren gezien de kosten die aan sanering verbonden zijn. 2. 4. Criteria woon-werklocaties Algemene criteria zwaarwegender Ten aanzien van woon-werklocaties geldt dat vanwege de afwijking in functie, het gebruik en het volume van de bebouwing, het noodzakelijk is de reeds aangegeven criteria nog zwaarwegender te beschouwen. Het gebruik van een locatie als bedrijfslocatie heeft een grotere invloed op de omgeving dan het gebruik als woningbouwlocatie. Hierbij gaat het om het volgende: • de invloed kan te maken hebben met geluids- en milieuaspecten, door de activiteiten op de werkplek; • er kan overlast veroorzaakt worden in de omgeving door verkeer. Het gaat om bevoorrading en distributie door vrachtverkeer, parkeren voor bezoekers en werknemers en dergelijke; • de inpassing van een groter bebouwingsvolume in relatie tot de omgeving is lastiger. De locatie moet daarom van voldoende omvang zijn om goed aan te kunnen sluiten op de omgeving, de diepte van de kavel moet aansluiten op de omgevingskarakteristiek; • de behoefte aan reclame uitingen en de behoefte aan opslag van materialen op het terrein kan een verstorende invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit. Uitbreidingsmogelijkheden Van belang is dat alvorens bedrijfsactiviteiten toegestaan worden rekening gehouden wordt met toekomstige uitbreidingsmogelijkheden. Als een bedrijf eenmaal gevestigd is op een locatie is verplaatsing lastiger te realiseren. Het is niet wenselijk dat op den duur de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven belemmerd worden.
2. 5. Samenvatting criteria In onderstaande tabel zijn alle criteria weergegeven. Woningbouw Beleidsmatige criteria:
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 10-12-10
Buro Vijn B.V.
blz 6
087002
1. de woningbouw ondervindt geen milieuhinder van bedrijvigheid in de omgeving en de woningbouw beperkt niet de ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven; 2. als de locatie dient als speelvoorziening of openbaar groen is dan is het wenselijk om dit te behouden; 3. Stedenbouwkundige criteria: 4. inpasbaarheid ruimtelijke structuur: a. erkenning van inbreidingslocatie als onderdeel van een bestaande structuur; b. bij aansluiting op bestaande structuur samenhang behouden met de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek; 5. cultuurhistorie en landschap: zorgvuldige inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke waarden; 6. woonkwaliteit: a. uitzicht, bezonning en privacy; b. omgeving: • geluidhinder; • afstand tot voorzieningen; 7. ontsluiting en parkeergelegenheid: a. rekening houden met voldoende parkeergelegenheid, b. een goede ontsluiting; 8. technische geschiktheid: waterhuishouding en bodemkwaliteit; 9. Woon-werklocatie: aanvullende criteria 10. invloed op ruimtelijke kwaliteit (in verband met reclame en opslag) 11. verkeersoverlast; 12. mogelijkheid van toekomstige uitbreidingen
Buro Vijn B.V.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 10-12-10
BIJLAGE 2
BIJLAGE 3
VLAGTWEDDE DORP
REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp
Code 087002.01 / 07-01-2013
GEMEENTE VLAGTWEDDE 087002.01 / 07-01-13 REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK VLAGTWEDDE DORP
INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
2.
OVERLEG
2
2. 2 2. 2.
1. 2. 3. 4.
3.
INSPRAAK
3. 1. 3. 2. 3. 3. 3. 4. 3. 5. 3. 6. 3. 7. 3. 8. 3. 9. 3. 10. 3. 11. 4.
Provincie Groningen Waterschap Hunze en Aa’s Brandweer Regio Groningen Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties
Inspraakreactie 1 Inspraakreactie 2 Inspraakreactie 3 Inspraakreactie 4 Inspraakreactie 5 Inspraakreactie 6 Inspraakreactie 7 Inspraakreactie 9 Inspraakreactie 10 Inspraakreactie 11 Inspraakreactie 12
AANPASSINGEN TEN OPZICHTE VAN HET VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN
4. 1. 4. 2. 4. 3.
Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties Aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties Ambtelijke aanpassingen
2 11 11 12 13 13 14 14 15 15 16 16 17 17 18 19 20 20 20 20
087002.01
1.
blz 1
INLEIDING
Procedure terinzagelegging Het voorontwerpbestemmingsplan Vlagtwedde is toegezonden aan een aantal vaste overleg- en adviesinstanties. Ook heeft het plan in de periode van 10 mei 2012 tot en met 25 juni 2012 ter inzage gelegen voor het indienen van inspraakreacties. Op 15 mei 2012 is een inloopavond georganiseerd in Zaal 12 in Vlagtwedde. In deze Reactienota Overleg en Inspraak wordt verslag gedaan van de binnengekomen reacties. De gemeente geeft per reactie aan wat haar standpunt is en of de reacties leiden tot aanpassingen in het bestemmingsplan. Opzet reactienota overleg en inspraak Op het voorontwerpbestemmingsplan is gereageerd door de Provincie Groningen, het Waterschap Hunze en Aa’s en de Brandweer Regio Groningen. Daarnaast zijn 12 inspraakreacties ingediend. De overlegreacties worden in hoofdstuk 2 van deze nota besproken, de inspraakreacties in hoofdstuk 3. Voor zover de reacties leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan, is dat aangegeven. In hoofdstuk 4 worden de aanpassingen in het bestemmingsplan op een rij gezet. Bescherming persoonsgegevens Mede vanwege het feit dat bestemmingsplan digitaal moet worden gepubliceerd is besloten om bij de inspraakreacties geen telefoonnummers en emailadressen op te nemen. Vanwege dezelfde reden zijn de inspraakreacties zelf ook niet opgenomen als bijlage bij het bestemmingsplan.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 2
2.
087002.02
OVERLEG
Onderstaand worden de overlegreacties van de Provincie Groningen, Waterschap Hunze en Aa’s en Brandweer Regio Groningen per thema samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. Overlegreactie Provincie Groningen Opmerking 1 Nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven. a. In de overlegreactie wordt er op gewezen dat artikel 3, lid 4 en 5 van de regels niet voldoet aan de bepalingen in de Omgevingsverordening ten aanzien van toegestane nevenactiviteiten. b. In artikel 3 is geen limiet gesteld ten aanzien van toe te stane bedrijfsactiviteiten. Daardoor zijn bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in alle milieucategorieën. Geadviseerd wordt deze regels aan te passen. Reactie gemeente a. In het plangebied zijn twee agrarische bedrijven gevestigd waarvan bij één daarvan een gedeelte van het bouwvlak is gelegen in het door Gedeputeerde Staten vastgestelde buitengebied. Het betreft hier het agrarisch bedrijf aan de Oostersingel 12. De in de overlegreactie aangegeven bepaling (art. 4.26) is formeel gesproken alleen van toepassing op het gedeelte van het bouwvlak dat is gelegen in het buitengebied. Artikel 3, lid 4 en 5 van het bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp is afgestemd op de regels voor vergelijkbare situaties binnen bebouwd gebied van de bestemmingsplannen De Linten en Ter Apel. De regels worden zodanig aangepast dat de nevenactiviteiten, voor zover die plaatsvinden in het buitengebied, worden toegestaan conform de provinciale omgevingsverordening. b. Het gaat in dit plan om twee in de woonbebouwing geïntegreerde agrarische bedrijven. Terecht wordt er op gewezen dat als neventak ook bedrijfsactiviteiten mogelijk zijn in de zwaardere milieucategorieën. Dat is niet de bedoeling. De regels worden zodanig aangepast dat bedrijfsactiviteiten in de milieucategorieën 1 en 2 worden toegestaan en bedrijven in milieucategorie 3 alleen indien de impact van de bedrijfsactiviteiten op de omgeving vergelijkbaar is met die van een categorie 1 en 2 bedrijf. Opmerking 2 Bouw buiten het agrarisch bouwvlak. Artikel4.19a voorziet in de mogelijkheid om bij omgevingsvergunning gebouwen buiten het bouwvlak van agrarische bedrijven toe te staan. Dat is een afwijking van de Omgevingsverordening en gevraagd wordt het plan op dat punt aan te passen. Reactie gemeente In het plangebied zijn twee agrarische bedrijven gevestigd waarvan bij één daarvan een gedeelte van het bouwvlak is gelegen in het door Gedepu-
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 3
teerde Staten vastgestelde buitengebied. De in de overlegreactie aangegeven bepaling (art. 4.26) is alleen van toepassing op het gedeelte van het bouwvlak dat is gelegen in het buitengebied. Artikel 3, lid 4 en 5 is afgestemd op de regels voor vergelijkbare situaties binnen bebouwd gebied van de bestemmingsplannen De Linten en Ter Apel. Geconstateerd moet worden dat de bepalingen van de provinciale omgevingsverordening alle bouwwerken, dus inclusief het maken van bijvoorbeeld afrasteringen en systemen om beplanting te geleiden, uitsluit. Een algeheel verbod op erfafscheidingen is onwenselijk. De planregels zijn zodanig aangepast dat binnen de bestemming ‘Agrarisch - Cultuurgrond’ alleen nog erf- en terreinafscheidingen als ‘overig bouwwerk’ mogen worden opgericht. Door de maximale bouwhoogte van 2 meter wordt voorkomen dat er erfafscheidingen met een onaanvaardbare ruimtelijke impact worden opgericht. Inmiddels biedt de Partiële Herziening Omgevingsverordening-2012 hiertoe wel enige ruimte. Opmerking 3 Detailhandel Opgemerkt wordt dat in de regels de bepalingen ten aanzien van toegestane vormen van detailhandel niet geheel in overeenstemming zijn met het gestelde in de omgevingsverordening; gevraagd wordt om dit aan te passen. Reactie gemeente In de regels is nader afgewogen en verduidelijkt weergegeven welke vormen van detailhandel toegestaan zijn. Het gaat daarbij om detailhandel die behoort bij een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit die is gevestigd in een bedrijfswoning of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken. De oppervlakte voor de bedrijfsactiviteiten aan huis ( in dit geval de bedrijfswoning) is - incl. de voorzieningen voor de daaraan gerelateerde detailhandel - beperkt tot in totaal 90 m2. Daarmee voldoet de opgenomen regel volstrekt aan de in de omgevingsverordening aangegeven criteria. Er is geen aanleiding om de tekst van de regels aan te passen. Opmerking 4 Tweede agrarische bedrijfswoning. Gewezen wordt op de criteria als bedoeld in art. 4.24 van de Omgevingsverordening voor het oprichten van tweede agrarische bedrijfswoningen en gevraagd wordt de bepalingen in het bestemmingsplan daarop af te stemmen. Reactie gemeente In het plangebied zijn twee agrarische bedrijven gevestigd waarvan bij één daarvan een gedeelte van het bouwvlak is gelegen in het door Gedeputeerde Staten vastgestelde buitengebied. De in de overlegreactie aangegeven bepaling (art. 4.26) is alleen van toepassing op het gedeelte van het bouwvlak dat is gelegen in het buitengebied.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 4
087002.02
Er is overigens geen aanleiding om voor de agrarische bedrijven in Vlagtwedde een beleid te voeren dat afwijkt van hetgeen geldt in het buitengebied. Het ontwerpbestemmingsplan is daarop aangepast. Opmerking 4 Nieuwbouwruimte Het college van Gedeputeerde Staten stelt dat de wijze waarop het bestemmingsplan ruimte biedt om de woningvoorraad uit te breiden, afwijkt van artikel 4.7 van de provinciale omgevingsverordening. Daarin staat vermeld dat uitbreiding van de woningvoorraad mogelijk is mits deze toevoeging in samenhang met de woningbouwcapaciteit in andere bestemmingsplannen is beschouwd en het aantal woningen passen in de in regionaal verband gemaakte afspraken. Het college stelt dat de uitbreiding mogelijk is door een combinatie van wonen/werken binnen de bestemming gemengd mogelijk te maken evenals een uitwisseling tussen het gebruik van percelen voor wonen, horeca en musea en via het toepassen van een aantal wijzigingsbevoegdheden. Reactie gemeente - algemeen De stelling dat het plan niet zou voldoen aan de provinciale omgevingsverordening wordt ontkend. Met het provinciaal bestuur wordt onderkend dat in Vlagtwedde een zeer uitgebalanceerd mechanisme nodig is om negatieve gevolgen van de verwachte krimp van de bevolking op de woningmarkt te voorkomen. Daarvoor is het van belang om de mogelijkheden van de verschillende bestemmingsplannen in samenhang te beschouwen. Dat is mede de reden om alle bestemmingsplannen gelijktijdig te actualiseren en binnen alle bestemmingsplannen voor de kernen in Vlagtwedde een samenhangend en op elkaar afgestemd beleid te voeren ten aanzien van de woningbouwmogelijkheden. Daarmee wordt voldaan aan de betreffende passage in de omgevingsverordening. Voor wat betreft het dorp Vlagtwedde is nu ook de uitbreiding van de woonwijk aan de noordzijde waarvoor reeds een bestemmingsplan van kracht is, niet weer met een woonbestemming opgenomen. - ontwikkelingen op de woningmarkt De verwachte ontwikkelingen op de woningmarkt brengen met zich mee dat deze problematiek niet alleen vanuit een kwantitatief oogpunt mag worden benaderd. Met name in de krimpgebieden als in de regio Oost, is het van groot belang om in kwalitatieve zin adequaat in te kunnen spelen op iedere vraag naar woonruimte. Wanneer er geen economische noodzaak is om hier te blijven wonen, zal men juist in deze gebieden geen concessies willen doen voor wat betreft de woonwensen. De verwachting is dat in de komende jaren het absolute aantal inwoners wel zal dalen maar dat het aantal zelfstandige huishoudens zal toenemen onder andere doordat ouderen langer zelfstandig blijven wonen, het aantal alleenstaanden groter zal worden en het aantal echtscheidingen zorgt voor splitsing van gezinnen. Tengevolge daarvan zal de vraag naar zelfstandige woonruimte in de komende jaren eerder iets toe- dan afnemen.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 5
In het Integraal Beleidskader ‘Wonen en Leven, in de dorpen en buurten van Vlagtwedde’ is daarover het volgende vermeld: Huishoudenontwikkelingen Niet enkel is er sprake van krimp, ontgroening en vergrijzing. Ook het aantal en soort huishoudens zal gaan veranderen. Deze verandering heeft vooral invloed op de woningbehoefte, aangezien dit niet alleen samenhangt met het aantal inwoners, maar vooral met de huishoudens. Voor de regio Westerwolde (Stadskanaal, Bellingwedde, Vlagtwedde) is een huishoudenprognose beschikbaar. 1+2 z kind tot 30
2010 1300
5%
2020 1200
5%
2030 1100
4%
1+2 z kind 30-65
8200
32%
7600
29%
6400
25%
1+2 z kind 65+
7400
29%
9300
35%
10200 40%
Gezinnen t/m 44
4200
16%
3600
14%
3900
15%
Gezinnen 45+
4600
18%
4600
18%
4200
16%
Totaal
25700
26300
25700
Huishoudensprognose regio Westerwolde
Voor de gemeente Vlagtwedde is geen afzonderlijk onderzoek gedaan. In grote lijnen kunnen voor onze gemeente de volgende conclusies uit deze prognose getrokken worden. Het aantal huishoudens zal de aankomende jaren licht stijgen door de groei van kleine huishoudens. Dit wordt veroorzaakt door het stijgende aantal 65+-ers en alleenstaanden. Door de daling van het aantal inwoners na 2020, zal het aantal huishoudens in 2030 ongeveer gelijk zijn aan de huidige situatie. Door de veranderde samenstelling van de bevolking zal er meer behoefte zijn aan levensloopbestendige woningen. Daarbij is het van belang om te constateren dat een belangrijk deel van de woningvoorraad voor wat betreft technische staat en/of modern wooncomfort in de gemeente Vlagtwedde als matig of slecht kan worden aangemerkt. Het is zaak om door verbouw, nieuwbouw en woningsplitsing op de kwalitatieve vraag in te spelen. De maximale benutting van de mogelijkheden daarvoor in het bebouwde gebied van de dorpskernen zal bijdragen aan deze kwaliteitsimpuls. De veronderstelling is gerechtvaardigd dat een kwalitatieve verbetering van de woningvoorraad er ook toe zal leiden dat de kunstmatig hoog gehouden prijzen van relatief slechte woningen zal dalen. Slechte woningen zijn op dit moment te duur om op een rendabele manier te investeren in verbouw of vervangende nieuwbouw.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 6
087002.02
- gemeentelijk beleidsinzet Het is zaak om er van overheidswege voor te zorgen dat zij die er wonen uit sociale en/of economische overwegen of wegens het ontbreken van gewenste alternatieven op de woningmarkt, geen motief wordt gegeven om te vertrekken. Daarnaast is het zaak dat zij die door hun komst en activiteiten de sociaal economische structuur kunnen versterken optimaal gefaciliteerd worden ook waar het gaat om het woningaanbod. Om die reden bieden de bestemmingsplannen de mogelijkheden om wonen en werken te combineren, aan wonen gerelateerde hobbymatige en semi-bedrijfsmatige activiteiten in samenhang met de woonfunctie kunnen plaatsvinden en samengestelde woonvormen (bijvoorbeeld situaties van mantelzorg, semi-zelfstandig wonen van jongeren op het erf van de ouders etc.) te realiseren. Omdat het van vitaal belang is dat, juist in de krimpgebieden, maximaal ingespeeld kan worden op een actuele vraag om woonruimte is een systeem nodig waarbij enerzijds voorkomen wordt dat er een aanbod is waar geen vraag naar is en anderzijds er voor wordt gezorgd dat adequaat kan worden gereageerd op een concrete woningbehoefte naar woonruimte. - bestemmingsplanregeling met nadere toetsing Bij de planherzieningen is er voor gekozen om, op enkele uitzondering na, de uitbreiding van de bebouwing middels uitleggebieden te laten vervallen. Ook zijn rechtstreekse bouwrechten voor invullocaties vrijwel overal vervallen. Daarmee concentreren de bouw- en gebruiksmogelijkheden zich op de benutting van de mogelijkheden die het bestaande bebouwde gebied heeft voor het realiseren van adequate aanvullende woningbouw. Het is niet adequaat om binnen dat bebouwde gebied exact aan te geven welke locaties precies voor eventuele uitbreiding van het aantal woningen zal worden benut. Het nodige maatwerk in de dorpskernen zal immers in het éne geval bestaan uit het meewerken aan de splitsing van een woning, in het andere geval om het opvullen van een gat in de bebouwing, om vervanging van oude bebouwing of wijzigen van functies. Onder vigeur van de huidige bestemmingsplannen is het in de loop dat jaren vast komen te staan dat juist het aangeven van bouwmogelijkheden er mede voor hebben gezorgd dat er blokkades in de woningmarkt zijn ontstaan. Dat effect is nog vergroot door prestatieafspraken met de woningcorporaties die in een aantal gevallen wel tot reservering van contingent maar niet tot realisering van de afgesproken aantallen woningen hebben geleid. Daardoor zijn onnodig mensen uit de gemeente vertrokken. Dit is mede een reden om de regeling in de nieuwe reeks actuele bestemmingsplannen aan te passen. De wijzigingsbevoegdheden die gezamenlijk kunnen leiden tot toevoeging van het aantal woningen zijn door de gelijktijdige actualisatie van de bestemmingsplannen van alle woonkernen gemaximaliseerd (door het opnemen van een relevant criterium in de planregels) tot de nieuwbouwruimte die door het college van gedeputeerde staten is vastgesteld. Deze nieuwbouwruimte is gebaseerd op in regionaal gemaakte afspraken over de verdeling van het maximaal aantal te bouwen woningen over de gemeente.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 7
- regionale afstemming en monitoring nieuwbouwruimte Inmiddels wordt opnieuw gediscussieerd over noodzakelijke/gewenste aantallen nieuw te bouwen woningen en is het niet uitgesloten dat de eerder vastgestelde nieuwbouwruimte zal worden bijgesteld. Het is belangrijk dat in deze regio een goede monitoring van de ontwikkelingen op de woningmarkt en dat adequaat wordt ingespeeld op ontwikkelingen plaatsvindt Daarmee is een start gemaakt en de ontwikkelingen over de jaren 2010 en 2011 zijn in beeld gebracht. Daarbij past het niet om bijvoorbeeld in afwachting van de totstandkoming van een regionale woonvisie de realisering van woningen te blokkeren gedurende de periode van onderzoek en heroriëntatie of alleen mogelijk te maken door middel van buitenplanse beoordeling van incidentele bouwplannen. Bij de planherzieningen voor de kernen in de gemeente Vlagtwedde is gekozen voor een beperking van rechtstreekse bouwrechten maar wel met de ruimte om flexibel in te spelen op concrete bouwvoornemens. Dat daarbij de in onderling overleg gemaakte maxima niet zullen worden overschreden, spreekt voor zich. - relatie op te stellen woonvisie Het spreekt ook voor zich dat in de regio het, zeker voor wat betreft de uitleggebieden, van belang is om de ontwikkelingen op het gebied van nieuwbouwmogelijkheden op elkaar worden afgestemd met name waar het gaat om het aanbieden van mogelijkheden voor mensen van buiten de regio. Daarvoor ligt een nog op te stellen woonvisie voor de hand en op grond daarvan kan worden bepaald waar nog aanvullende nieuwbouw nodig en wenselijk is. Daarbij gaat het over volstrekt andere situaties dan het op locaal niveau soepel kunnen inspelen op een zich voordoende vraag. Dat vraagt om maatwerk op dorpsniveau en die wordt bij de planherzieningen voor een belangrijk deel mogelijk gemaakt. - recente jurisprudentie De provincie wijst er verder op dat het van belang is om het plan af te stemmen op recente jurisprudentie waarbij gewezen wordt op de uitspraak van de Raad van State (Zaaknummer 201005764/1/R4). Opgemerkt moet worden dat deze casus betrekking had op het reserveren van een gebied met een, tot dan toe agrarische bestemming, voor het realiseren van een woningbouw die wellicht nodig zou zijn voor de opvang van de bevolking. De Raad van State oordeelde in deze situatie dat met name ging om een planmatige ontwikkeling waarbij de behoefte aangetoond zou dienen te worden. In de onderhavige situatie gaat het om enkele percelen die reeds thans een woonbestemming hebben en waarbij thans gekozen is voor een wro-zone om regie te verkrijgen op het tempo van de woningbouw en de afstemming op het totale gemeentelijke beleid. De wijzigingsbevoegdheden hebben betrekking op: • het vergroten van het aantal hoofdgebouwen binnen een bouwblok; • het gebruik van vrijgekomen agrarische panden voor meer dan één woning;
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 8
•
087002.02
een flexibiliteitsregel, die beoogt om in incidentele gevallen gebruik te maken van de binnen het plangebied beschikbaar komende panden en het doelmatig gebruik daarvan. Een nieuwe woonfunctie kan zo’n mogelijkheid zijn.
Dat is van een andere orde dan het rechtstreeks bestemmen dan wel door middel van een wijzigingsbevoegdheid veilig stellen van kavels voor nieuwe woningen in uitleggebieden. Met de voorgestelde regeling wordt voldaan aan de eis van een goede ruimtelijke ordening (zuinig ruimtegebruik, zorgvuldige regeling van vrijkomende panden en inspelen of maatschappelijke behoeften binnen bebouwd gebied). Bovendien wordt in de concrete toetsing van de wijzigingsbevoegdheden tevens toegevoegd dat voldoende afstemming op het provinciaal c.q. gemeentelijk woonbeleid in acht wordt genomen. De concrete behoefte wordt bij de beoordeling tevens in de beoordeling meegenomen. Resumerend: met deze nadere verantwoording is het woonbeleid nader onderbouwd. De toelichting is aangevuld.
Opmerking 5 Reclamemasten. In de regels van het plan wordt een maximale bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bepaald op 10 meter. Daardoor is het ook mogelijk om reclamemasten op te richten van die hoogte hetgeen in strijd is met de omgevingsverordening. Reactie gemeente De gemaakte opmerking is terecht. De regels van het plan zijn aangepast. Opmerking 6 Ruimtelijke kwaliteit. a. Thema’s ruimtelijke kwaliteit. Gevraagd wordt om in de toelichting nader in te gaan op de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. b. Karakteristieke lintbebouwing. Er wordt op gewezen dat de regels van het plan het mogelijk maken dat bij vervangende nieuwbouw in sterke mate wordt afgeweken van de algemeen aanwezige denkbeeldige rooilijn waardoor de karakteristiek van de bebouwing behoorlijk kan worden gewijzigd. Gevraagd wordt aan te geven op welke wijze schade aan de kwaliteiten en waarden van de karakteristieke lintbebouwing wordt voorkomen. Reactie gemeente a. De provincie haalt bij dit onderwerp een tweetal zaken aan: de bestaande ruimtelijk-functionele karakteristiek en de bestaande cultuurhistorische landschappelijke en stedenbouwkundige waarden. Ten aanzien van het functionele aspect kan erop worden gewezen dat Vlagtwedde zich typeert als een ‘compleet dorp’ binnen de gemeente: een kern waarin de diverse basisvoorzieningen aanwezig zijn.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 9
Wat betreft het ruimtelijk aspect is in hoofdstuk 4.1. reeds ingegaan op de ontstaanswijze van Vlagtwedde als esdorp. Terwijl een aantal kleinere nederzettingen rond het beekdal van de Ruiten Aa zich als esnederzetting vooral beperkte tot kleine groepen van agrarische panden, zijn een aantal nederzettingen, waaronder Vlagtwedde, uitgegroeid tot grotere kernen. Niettemin zijn ook in Vlagtwedde nog de oorspronkelijke kenmerken van een esdorp nog terug te vinden. Dergelijke oorspronkelijke kenmerken zijn de volgende: Bebouwingsstructuur: − losse groeperingen van oorspronkelijke boerderijen met daartussen onregelmatig gevormde open ruimtes; − geen bebouwing op de oorspronkelijke essen; − nieuwere woonbebouwing langs bestaande ‘spinnenwebachtige’ wegenstructuur. Patroon van wegen en waterlopen: een spinnenwebachtige patroon van wegen en paden; vanuit de centrale ruimte (oorspronkelijke brink) lopen wegen naar de onderdelen van de agrarische gemeenschap. Bebouwingselementen: kenmerkende boerderijtypen binnen Westerwolde; verder: vrijstaande woningen langs de bestaande oorspronkelijke linten. Inrichting/open ruimtes: geen duidelijke scheiding tussen oorspronkelijke erven en openbaar gebied; binnen de dorpskern met veelal laanbeplanting langs uitvalswegen. Beeldkwaliteit: contract tussen bebouwing en natuurlijke achtergrond door materiaalgebruik van rode steen, rode pannen en wit houtwerk. Naast de meer structurele kenmerken spelen ook de individuele kenmerken voor de ruimtelijke kwaliteit een rol. Daar waar sprake is van individuele bebouwing met beeldbepalende waarden, zijn deze door middel van passende bouwvlakken en een daarop afgestemde bebouwingsregeling beschermd. De toelichting wordt op deze punten aangevuld. Daarin zullen de betreffend waarden en karakteristieken nader worden beschreven. b. Er wordt terecht op gewezen dat de regels die de gewenste flexibiliteit geven binnen de algemene woonbestemmingen er ook toe kunnen leiden dat in de oude dorpskernen en langs de oorspronkelijke wegen het karakter van de lintbebouwing bij vervangende nieuwbouw wordt aangetast. Met een aanpassing van de regels in die zin dat bij nieuwe ontwikkelingen wordt aangesloten op het patroon van heersende rooilijnen wordt daaraan tegemoet gekomen. De regels zijn in het bestemmingsplan aangepast.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 10
087002.02
Opmerking 7 Maximale mogelijkheden bestemmingsplan en m.e.r. Er wordt op gewezen dat de conclusie dat bij het plan significant negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek zijn uitgesloten onvoldoende is onderbouwd. Reactie gemeente De toelichting van het ontwerpbestemmingsplan is op dit punt aangepast. Daarbij wordt ingegaan op het over het algemeen conserverende karakter van dit bestemmingsplan, de beperkte schaal van de agrarische bedrijven binnen het plangebied en op de omstandigheid dat van deze en overige ontwikkelingen die het plan mogelijk maakt (zoals de wijzigingsbevoegdheid voor de woonbestemmingen) geen significante afbreuk doen aan het Natura 2000-gebied worden verwacht. Verder wordt erop gewezen dat zowel het agrarisch bedrijf aan de Schoolstraat 36 als het bedrijf aan de Oostersingel 12 een akkerbouwbedrijf is. De toelichting van het ontwerpbestemmingsplan wordt op dit punt aangepast aan de hand van onderstaande tekst. Milieueffectrappotage Toetsingskader In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of merbeoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. De projectmer-plicht en de mer-beoordelingsplicht is van toepassing op projecten die concreet worden mogelijk gemaakt of aangevraagd. De planmer-plicht is van toepassing op strategische plannen die het afwegingskader vormen voor mer-(beoordelings)plichtige besluiten. Daarnaast geldt een planmer-plicht voor ontwikkelingen die kunnen leiden tot significant negatieve effecten voor natuurwaarden binnen Natura 2000-gebieden. Tot slot dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen: • de kenmerken van de projecten; • de plaats van de projecten; • de kenmerken van de potentiële effecten. Onderzoek en conclusies Het voorliggende bestemmingsplan is conserverend van aard. Het bestemmingsplan bevat geen grootschalige ontwikkelingmogelijkheden die belangrijke negatieve milieueffecten met zich mee kunnen brengen. De ontwikkelingsmogelijkheden die worden geboden door de bouw- en gebruiksregels zijn aanmerkelijk kleinschaliger dan de drempels uit het Besluit m.e.r. Het plangebied ligt op ruim 2 kilometer afstand van het Natura 2000-gebied Lieftinghsbroek, waardoor er in geen geval sprake is van directe verstoring. Dat er geen belangrijke negatieve milieugevolgen aan de orde zijn blijkt ook uit de onderzoeken van de verschillende milieuaspecten zoals deze in de volgende paragrafen zijn opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer-procedure of merbeoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 11
2. 1. Waterschap Hunze en Aa’s Opmerking 1 Gevraagd wordt om in paragraaf 3.7. van de toelichting te verwijzen naar het Nationaal Waterplan 2010-2015 en het NWB-actueel. Reactie gemeente De toelichting is daar op aangepast. Opmerking 2 Gevraagd wordt om een tekst in de toelichting op te nemen waarin de duidelijk wordt gemaakt hoe de relatie is gelegd met regelgeving van het Waterschap. Reactie gemeente De voorgestelde tekst is opgenomen in de toelichting. Oogmerk is om dubbele regelgeving te voorkomen tussen het bestemmingsplan en de Keur van het waterschap. Opmerking 3 In de artikelen 5, 6, 10, 12, 13, 14, 17, 18, en 18 van de regels van het voorontwerp is water niet opgenomen als medebestemming. Gevraagd wordt het plan op dat punt aan te passen. Reactie gemeente In de genoemde artikelen van de regels is water thans als medebestemming opgenomen. 2. 2. Brandweer Regio Groningen Opmerking 1 De Brandweer Regio Groningen adviseert de een nadere (meer uitgebreide) verantwoording van het groepsrisico op te nemen. Dit in het bijzondere vanwege het invloedsgebied van een drietal provinciale wegen. Reactie gemeente: De gemeente laat zich hierover nader adviseren door het Steunpunt Externe Veiligheid, dit in het licht van de gegeven planologische regeling in het bestemmingsplan. Daarbij worden tevens betrokken de adviezen voer de bestrijdbaarheid en de zelfredzaamheid die de Brandweer in zijn schrijven noemt. Ter ondersteuning van deze verantwoording geeft de regionale brandweer reeds een weergave van de aspecten ‘bestrijdbaarheid’ en ‘zelfredzaamheid’ van het plan. Ten aanzien van de bestrijdbaarheid concludeert de Brandweer dat het plangebied over het algemeen voldoende snel en in voldoende mate tweezijdig bereikbaar is voor hulpdiensten Ook is in voldoende mate in bluswatervoorziening voorzien.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 12
087002.02
Ten aanzien van het aspect zelfredzaamheid wordt door de Brandweer gewezen op een drietal functies (wooncomplexen aan de Onstwedderweg en de Wischmei en school aan de Smederij) waar minder zelf-redzame personen verblijven. Geadviseerd wordt de betreffende besturen te informeren c.q. te attenderen op de externe veiligheidsrisico’s. Reactie gemeente Deze elementen worden verwerkt in de externe veiligheidsparagraaf van de plantoelichting. 2. 3. Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties Naar aanleiding van de overlegreactie van Provincie, Waterschap Hunze en Aa’s en het Steunpunt Externe Veiligheid wordt het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
3.
blz 13
INSPRAAK
Onderstaand worden de ingediende inspraakreacties samengevat, voorzien van een gemeentelijke reactie en een standpunt (wel of niet aanpassen van het bestemmingsplan. 3. 1. Inspraakreactie 1 De heer E.J. Boels Schoolstraat 26 9541 CK Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker vraagt om het agrarisch bouwperceel te vergroten tot een oppervlakte van de in de gemeente gebruikelijke 1 ha. Voorts wordt gevraagd de bouw van een tweede bedrijfswoning mogelijk te maken aan de Wilmerskamp. Reactie gemeente Inspreker wijst terecht op de in de gemeente Vlagtwedde gebruikelijke omvang van 1ha voor agrarische bouwpercelen. De oppervlakte van een bouwperceel is in een aantal gevallen kleiner wanneer dat voortvloeit uit de specifieke landschappelijke situatie. Het bedrijf van betrokkene ligt aan de rand van een es. In het voorontwerp was overigens nog geen rekening gehouden met de diepte van het bouwvlak zoals dit is aangegeven in het vigerende bestemmingsplan. Aan de wens van inspreker om een bouwperceel aan te geven van 1 ha kan vanwege de specifieke locatie niet worden tegemoet te komen. De diepte van het bouwvlak is om de hiervoor genoemde reden wel aangepast. Inspreker verzoekt om een locatie voor een tweede bedrijfswoning buiten het agrarisch bouwperceel. Het beleid voorziet in de mogelijkheid om onder strikte voorwaarden een tweede bedrijfswoning toe te staan binnen een bouwvlak voor het agrarisch bedrijf. Dit is gebonden aan de omstandigheid dat er sprake moet zijn van een structureel volwaardig meermansbedrijf. Wanneer zich de concrete behoefte voordoet, komt de noodzaak aan de orde. Vooralsnog geeft de inspraakreactie nog geen onderbouwing van de noodzaak van een tweede agrarische bedrijfswoning. Er is geen aanleiding om in dit geval van af te wijken van de ingezette beleidslijn. Standpunt Het bouwvlak is in het ontwerp aangepast. De mogelijkheid voor een tweede agrarische bedrijfswoning in de regeling handhaven, maar de invulling te laten afhangen van de concreet aan te geven behoefte.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 14
087002.02
3. 2. Inspraakreactie 2 De heer E. Meendering Oostersingel 12 9541 BK Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om het bouwvlak ten behoeve van de boerderij aan te passen en aan een deel van het perceel sectie L nr. 1755 de bestemming wonen toe te kennen. Reactie gemeente Passend in de algemene beleidslijn van de gemeente is het reëel om aan bestaande agrarische bedrijven een bouwperceel toe te kennen van 1 ha. Aan de wens van betrokkene om het bouwvlak aan te passen kan worden tegemoet gekomen. De kavel waarvoor inspreker een woonbestemming wenst is, hoewel deel uitmakend van de bebouwde kom van Vlagtwedde, volgens besluit van Gedeputeerde Staten aangemerkt als buitengebied. Op grond van de provinciale omgevingsverordening voorziet een bestemmingsplan in dat geval niet in nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen in het buitengebied. Om die reden kan aan de wens van betrokkene niet tegemoet worden gekomen. Maar daarnaast past het verzoek ook niet in het gemeentelijk beleid om bij recht nieuwe woningbouwmogelijkheden op te nemen. De gemeente heeft te maken met een beperkte nieuwbouwruimte, die zij selectief en op basis van gebleken behoefte wil inzetten. Uit de inspraakreactie wordt niet duidelijk wat de achtergronden voor een nieuwe bouwmogelijkheid zijn. Ten slotte wordt opgemerkt dat bij nieuwe woonbestemmingen nabij een agrarisch bedrijf vanuit milieuhygiënisch oogpunt met een bebouwingsvrije afstand rekening moet worden gehouden. Standpunt Aan de zienswijze tegemoet te komen door aanpassing van het bouwperceel. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen. 3. 3. Inspraakreactie 3 De heer E. Meendering Oostersingel 12 9541 BK Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker wijst er op dat op het terrein van de ijsbaan meerdere recreatieve activiteiten plaatsvinden. Zo functioneert het terrein ook als trainingslocatie voor de hondenclub.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 15
Reactie gemeente Inspreker wijst terecht op het feit dat het gebruik beperkt is tot de hoofdactiviteit. Terreinen als deze worden ook voor andere recreatieve activiteiten gebruikt en het is van belang om de doeleindenomschrijving meer in overeenstemming te brengen met de noodzaak om dit type voorzieningen te gebruiken voor uitgebreider recreatief gebruik. Standpunt Aan de zienswijze tegemoet te komen. 3. 4. Inspraakreactie 4 De heer H. van Hoorn Wilhelminastraat 18 9541 AP Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om op de kavels B 8865 en B 9138 de mogelijkheid te geven voor de bouw van twee extra wooneenheden om de herstructurering rond de locatie De Wit af te ronden. Betrokkene verwijst naar een eerdere positieve stellingname verwoord in de brief van de gemeente kenmerk ZA.12-15419/DB.12-742. Reactie gemeente Inspreker wijst terecht op het belang om de herinrichting van het gebied af te ronden met bijvoorbeeld woonbebouwing op de locatie die door hem is aangegeven. De systematiek van het plan is zodanig dat geen nieuwe bouwlocatie bij recht worden aangegeven teneinde te voorkomen dat elders benutting van bouwcapaciteit wordt geblokkeerd. In het plan is wel een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het mogelijk te maken het binnen een bestemming aangegeven maximaal aantal woningen te wijzigen. Het afronden van het reconstructieplan is bij uitstek een belang waarvoor deze wijzigingsbevoegdheid zou kunnen worden gebruikt. Het plan behoeft daarvoor niet te worden aangepast. Standpunt De zienswijze geeft geen aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen. 3. 5. Inspraakreactie 5 De heer K. Eeuwema Wilhelminastraat 71 9541 AN Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de locatie van een vrij recent afgebroken woonboerderij opnieuw op te nemen in het bouwvlak.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 16
087002.02
Reactie gemeente De voormalige woonboerderij is afgebroken als vervolg op de realisering van een nieuwe bedrijfswoning op hetzelfde perceel. Het ligt uit ruimtelijke overwegingen niet voor de hand om ter plaatse van de oude boerderij nieuwe bedrijfsbebouwing te realiseren in de rooilijn van de karakteristieke lintbebouwing van het dorp. Standpunt. De zienswijze geeft geen aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen. 3. 6. Inspraakreactie 6 De heer E. Jansen Schoolstraat 32 9541 CL Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker geeft aan dat ten onrechte de bestemming Wonen is aangegeven aan het perceel Schoolstraat 32. Ter plekke is een winkel gevestigd waar groenten/streekproducten worden verkocht. Reactie gemeente Het pand maakt deel uit van een woongebied van het dorp en behoort niet tot het gebied dat is aangegeven met een gemengde bestemming. Het ligt voor de hand om de bestemming Wonen te handhaven en gelet op het huidige gebruik detailhandel toe te staan door een aanduiding “detailhandel” op te nemen. Standpunt Het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van de zienswijze aan te passen en aanduiding “detailhandel” voor het perceel Schoolstraat 32 op de verbeelding op te nemen. 3. 7. Inspraakreactie 7 De heer Dijkstra Wilhelminastraat 8a 9541 AP Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker wijst er op dat in het pand waarin o.a. de Mitra is gevestigd ook vormen van horeca-activiteiten plaatsvinden. Dat zou in het bestemmingsplan goed geregeld moeten zijn. In lijn daarmee wordt de suggestie gedaan om horeca categorie I binnen de bestemming Gemengd toe te staan. Reactie gemeente Erkend moet worden dat lichte vormen van horeca bij diverse activiteiten die toegestaan zijn binnen de bestemming “Gemengd” onderdeel zijn gaan vormen van de bedrijfsvoering. Deze ontwikkeling kan het ter plekke geves-
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 17
tigde bedrijf ondersteunen. Deze vorm van ondersteunende horeca kan worden toegestaan indien en voor zover de horeca is gerelateerd aan de hoofdactiviteit, daaraan ondergeschikt is en geen zelfstandig onderdeel vormt van de bedrijfsvoering. Daarmee kan eventuele uitstraling naar de omgeving zoveel mogelijk gereguleerd worden. Standpunt Naar aanleiding van de zienswijze bij de bestemming “Gemengd” ondersteunende horeca toe te staan voor zover die gerelateerd is aan de hoofdactiviteit, daaraan ondergeschikt is en geen zelfstandig onderdeel vormt van de bedrijfsvoering. 3. 8. Inspraakreactie 9 Stichting De Trans Grote Brink 3 9450 AA Rolde Samenvatting reactie Inspreker geeft aan dat de huisvesting voor mensen met een verstandelijke beperking op de locatie gelegen tussen de Wilhelminastraat en de Wischmei niet meer aan de eisen voldoet. Aangegeven wordt dat er inmiddels meer inzicht bestaat over de plannen voor de nabije toekomst. Stichting De Trans verzoekt daarmee in het bestemmingsplan rekening te houden. Reactie gemeente In het voorontwerp zijn de terreinen van De Trans aangegeven met de bestemming Wonen-Wooncentrum. Deze bestemming sluit aan op de wensen van inspreker. Er bestaat geen bezwaar tegen om de bouwvlakken binnen het eigen terrein van betrokkene zodanig aan te passen, dat rekening gehouden wordt met de plannen die binnen de planperiode gerealiseerd worden. Standpunt De verbeelding aan te passen door de bouwvlakken binnen het eigen terrein aan te passen. 3. 9. Inspraakreactie 10 Achmea Rechtsbijstand Postbus 10100 5000 JC Tilburg Samenvatting reactie Namens de heer en mevrouw Klapwijk, Schoolstraat 112a te Vlagtwedde verzoekt inspreker hetzij de door hen gewenste gevel eenduidig als voorgevel aan te merken, hetzij de mogelijkheid van een ontheffing op te nemen om in bijzondere gevallen bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel te bouwen.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 18
087002.02
Reactie gemeente Bij de herziening van de bestemmingsplannen is er voor gekozen om voor wat betreft uitgangspunten en definities aan te sluiten bij landelijke regelgeving zoals verwoord in Bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht. Ongeacht wat eerder bij de verlening van de bouwvergunning is besproken, wordt in de regels van dit plan de naar de weg gekeerde geval als de voorgevel aangemerkt. Op de verbeelding is de weg aangegeven waaraan de betreffende kavel grenst. Ongeacht de interne organisatie van de woning is er geen misverstand over mogelijk, dat de zuidgevel van de woning als voorgevel moet worden aangemerkt. De inrichting van de woning of het erf kan geen aanleiding zijn om in het plan een andere dan de naar de weg gekeerde gevel als voorgevel aan te merken. De regels zijn zodanig opgezet dat een belangrijk deel van het erf voor bebouwing in aanmerking komt. In het verleden is er door de bouwer/eigenaar voor gekozen om de garage achter de woning te plaatsen. Het is aan de eigenaar om aan bijbehorende bouwwerken de door hem of haar gewenste functie te geven die past binnen de bestemming. Daarin kan onvoldoende reden worden gevonden om een dergelijke keuze als een onredelijk bezwarende omstandigheid aan te merken die zou moeten leiden tot het plaatsen van bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel. Standpunt De zienswijze geeft geen aanleiding om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen. 3. 10. Inspraakreactie 11 De heer D. Norder Schoolstraat 5 9541 CE Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker maakt bezwaar tegen de aangegeven goot- en bouwhoogte omdat daardoor de privacy van zijn woning ernstig kan worden aangetast. Voorts wordt er op gewezen dat de realisering van garages nabij zijn woning, naar het oordeel van inspreker, niet in overeenstemming is met het voorontwerpbestemmingsplan. Hij wijst op de schadelijke gevolgen van het gebruik van de garages voor de directe omgeving. Tot slot wordt er op gewezen dat het maximale aantal woningen binnen het bestemmingsvlak onjuist is. Inspreker verzoekt om zijn eerdere bezwaren, die zijn ingediend tegen de omgevingsvergunning voor de nieuwbouw aan de Dr. P. Rinsemastraat 9, bij deze inspraakreactie te betrekken. Reactie gemeente In het vigerende bestemmingsplan is voor de bestemming Dorpsgebied D (Dorpscentrum) een maximale goothoogte aangegeven van 7,5 m. De bouwhoogte is daarin niet gemaximeerd. Voor de bouw van het appartementencomplex naast de woning van inspreker is bij de verlening van de omgevingsvergunning, ten aanzien van de goothoogte, afgeweken van het bestemmingsplan. Het spreekt voor zich dat de maten in het bestemmings-
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
blz 19
plan niet behoren af te wijken van datgene wat reeds is vergund. Het plan wordt op dat punt aangepast. Binnen de bestemming Gemengd is de bouw van garages mogelijk zijnde bijbehorende bouwwerken bij woningen. Daarmee is het realiseren van garages op het door inspreker aangegeven terrein in overeenstemming met het voorontwerpbestemmingsplan. Inspreker wijst er terecht op dat er op dit moment 12 nieuwe appartementen worden gebouwd en er binnen het bestemmingsvlak nog 6 woningen staan. De aanduiding op de verbeelding met betrekking tot het maximaal aantal woningen, dient te worden aangepast. Inspreker verwijst naar de eerdere bezwaren tegen de nieuwbouwplannen. In het kader van de vergunningprocedure zijn de bezwaren van betrokkene beoordeeld en afgewogen. Er is geen aanleiding om in het kader van een ontwerpbestemmingsplan ten aanzien van dezelfde onderwerpen tot een herbeoordeling te komen. In het bestemmingsplan wordt alleen vastgelegd waartoe in het kader van een vergunningsprocedure is besloten. Standpunt Naar aanleiding van de zienswijze het maximale aantal woningen binnen het bestemmingsvlak aan te passen. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan.
3. 11. Inspraakreactie 12 ABC Media Mw. D. Wassing Kraaikampweg 24 9541 BR Vlagtwedde Samenvatting reactie Inspreker geeft aan dat zij instemt met de acceptatie van de bedrijfscategorie 1 binnen de bestemming Wonen maar verzoekt om de regels van het plan zodanig aan te passen dat te zijner tijd het pand kan worden voorzien van een tweede bouwlaag. Reactie gemeente Op grond van het vigerende plan is de maximale goothoogte 5,5 meter. Een deel van het pand heeft reeds een goothoogte die meer is dan het gegeven maximum van 4 meter. Opgemerkt moet worden dat ter plaatse feitelijk een bedrijf gevestigd is met een daarbij behorende bedrijfswoning die de omvang van een aan huis-verbonden-beroeps/kleinschalige bedrijfsactiviteit al ruim te boven gaat. Om die reden ligt het voor de hand om aan het perceel een bedrijfbestemming toe te kennen. Standpunt Naar aanleiding van de zienswijze de bestemming in het ontwerpbestemmingsplan te wijzigen in “Bedrijf” en de goothoogte af te stemmen op de bestaande situatie.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 20
4.
087002.02
AANPASSINGEN TEN OPZICHTE VAN HET VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN
4. 1. Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties Naar aanleiding van de overlegreactie van Provincie, Waterschap Hunze en Aa’s en het Steunpunt Externe Veiligheid wordt het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast overeenkomstig hiervoor in deze reactienota is aangegeven. 4. 2. Aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties Naar aanleiding van de ingediende inspraakreacties worden de verbeelding en de planregels van het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast: -
-
Het bouwperceel te plaatse van de boerderij Schoolstraat 26 is aangepast. De grens tussen de bestemming Wonen en Gemengd bij Schoolstraat 20 is aangepast. Het aantal woningen op het bestemmingsvlak Gemengd gelegen op de hoek Wilhelminastraat/Schoolstraat is in overeenstemming gebracht met bestaande c.q. vergunde situatie. De bouwvlakken ter plaatse van de bestemming W-WC (Wonen Wooncentrum) zijn aangepast. De bestemming van het perceel Kraaikampweg 24 is gewijzigd in Bedrijf.
4. 3. Ambtelijke aanpassingen Naast de aanpassingen die voorvloeien uit de inspraak en overlegreacties zijn de volgende aanpassingen ambtshalve doorgevoerd: Verbeelding - Het perceel Wilhelminastraat 59a, eigendom van Stichting Zorg Westerwolde, heeft in het voorontwerp geen passende bestemming gekregen. In het ontwerpbestemmingsplan is het perceel opgenomen met de bestemming Gemengd waarbij door middel van een aanduiding het gebruik als woning of voor horecadoeleinden is uitgesloten. - Op de percelen sectie B 9050, 9480 en 9420 is de aanduiding antennemast aangegeven. - Het perceel G 6684 is in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen met de bestemming Gemengd omdat het perceel fysiek één geheel vormt met het perceel van de eigenaar die woont aan de Schoolstraat. De Wro-zone is vervallen. - Aan het gedeelte van het perceel sectie B nr. 9375 dat in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Agrarisch Cultuur was gegeven is in het ontwerpbestemmingsplan bestemd als wonen 1
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
-
-
-
blz 21
zijnde een onderdeel van het erf bij de percelen Schoolstraat 25 en 27. Het perceel Oostersingel 28 is opgenomen met de bestemming Maatschappelijk. Er zijn vooralsnog geen voornemens om voor het perceel sectie L 2044 plannen voor woningbouw te ontwikkelen. Het perceel is in het ontwerpbestemmingsplan conform de bestaande situatie aangegeven als Groen en voor een deel als Agrarisch Cultuurgrond. Voorts is - passend in de systematiek van het bestemmingsplan om naar behoefte aan concrete woningtypes plannen te ontwikkelen - de aanduiding Wro-zone wijzigingsbevoegdheid op de verbeelding aangegeven. De aanduiding Wro-Zone is vervallen op het perceel met de bestemming Groen binnen het plangebied omdat er geen voornemens zijn tot wijziging van die bestemming binnen de planperiode. De bestemming van het perceel Oostersingel 28 is gewijzigd in Maatschappelijk. Ter plaatse van de nieuwbouw op de hoek van de Schoolstraat en de Wilhelminastraat is een aanduiding opgenomen op grond waarvan een goot/bouwhoogte mogelijk is van 10 meter overeenkomstig de voor dit complex afgegeven vergunning.
Regels - Restaurants worden tot horecabedrijf, categorie II gerekend; de begripsbepalingen zijn hierop aangepast. - In het voorontwerpbestemmingsplan is een definitie overgenomen uit bestemmingsplan Buitengebied 2009 voor het begrip ‘cultuurgrond’. De bestemming ‘Agrarisch - Cultuurgrond’ wordt daarmee zodanig onleesbaar, dat een verduidelijking gewenst is. Er wordt daarom voor gekozen het begrip ‘cultuurgrond’ te laten vervallen een begrip ‘agrarisch gebruik’ op te nemen waarbij ook het hobbymatig gebruik van gronden wordt toegestaan. - Artikel 1.37: onder “Maatschappelijk” wordt ook verstaan zorgvoorzieningen. - De definitie voor bedrijfswoningen is zodanig gewijzigd dat bewoning is toegestaan voor personen die gerelateerd zijn aan het bedrijf. Het gebruik van bewoning van bedrijfswoning anders dan door personen die een relatie hebben met het bedrijf is als gebruik in strijd met de bestemming aangemerkt. In de regels is een mogelijkheid opgenomen om door middel van een omgevingsvergunning ontheffing van dit gebruiksverbod te verlenen mits de bedrijfsvoering daardoor niet wordt gehinderd. Op deze manier wordt aangesloten bij de ontwikkelingsgeschiedenis en de praktijk waarbij er een beperkte verbinding is tussen het bedrijf en de bewoners van een een bij het bedrijf behorende woning. In de regels is opgenomen dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal; Bij omgevingsvergunning kan dit aantal worden verhoogd indien aangetoond te worden dat die woning voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
blz 22
087002.02
-
In verband met uniformering van planregels en het belang van een definitie van wat onder huishouden wordt verstaan wordt aan artikel 1 de volgende definitie toegevoegd: ‘‘Huishouden: een of meer personen in een woning of een woonruimte waaronder mede begrepen de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van verwanten of andere personen en met een gezin gelijk te stellen samenlevingsvormen”. Om misverstanden te voorkomen en voldoende onderscheid te maken tussen hetgeen wordt gezien als horeca en activiteiten die bij de exploitatie van een theetuin worden toegestaan wordt in artikel 1 een definitie opgenomen voor de functie ‘theetuin’. De bestemmingsomschrijving van de daarvoor in aanmerking komende bestemmingen zijn zodanig aangepast dat bijbehorende bouwwerken niet alleen beperkt worden tot bijbehorende bij woningen/bedrijfswoningen. Artikel 1: 1.51 en 1.53; de definities voor silo en torensilo zijn zodanig aangepast dat duidelijk is dat het gaat om bouwwerken ten behoeve van opslag van veevoer en mest. In de regels is vastgelegd dat een hoofdgebouw binnen de bestemmingen Gemengd en Bedrijf in voorgevelrooilijn dient te worden geplaatst. De bestemming Horeca is vervallen. Aan de betrokken percelen is de bestemming Gemengd toegekend met de aanduiding Horeca toegestaan. Hiermee worden de gebruiksmogelijkheden van panden, na het verlies van de horecafunctie vergroot. De bestemmingsomschrijving voor de bestemming WonenWooncentrum is onder a: gewijzigd in “gebouwen ten behoeve van woningen, al dan niet in combinatie met maatschappelijke voorzieningen en zorg”. Aan artikel 23 wordt een lid toegevoegd luidend: ‘‘met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in dit plan opgenomen gebruiksregels indien strikte toepassing van die regels zou leiden tot een beperking van het meest doelmatig gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.’’ Een dergelijke bepaling geeft aanvullende binnenplanse mogelijkheden voor een beperkte categorie niet te voorziene omstandigheden en was onder de werking van de Wet Ruimtelijke Ordening standaard in bestemmingsplannen opgenomen. In artikel 25 (Algemene wijzigingsregels) wordt voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van woningbouw, als bedoeld onder c, een aanvullend criterium opgenomen dat op het moment van het toepassen van de bevoegdheid dient te worden gemotiveerd dat de toe te voegen woning past binnen de door de provincie vastgestelde nieuwbouwruimte, dan wel de daarvoor in de plaats komende intergemeentelijke afspraken over nieuwbouwcapaciteit. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook in de toekomstige situatie kan worden voldaan aan nieuwe afspraken over woningbouwruimte en dat er geen woningen worden gebouwd waar geen behoefte aan is. Dit criterium wordt niet opgenomen bij de overige wij-
-
-
-
-
-
-
-
-
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtweddde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
087002.01
-
-
blz 23
zigingsbevoegdheden, deze hebben namelijk betrekking op functieverandering van bestaande bouwmassa. De regeling ten behoeve van woningsplitsing bij agrarische bedrijven (art. 3.5.1 onder b), is ook opgenomen bij andere bestemmingen waar een bedrijfswoning; is toegestaan. In artikel 5 en 7 is opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding antennemast de bouwhoogte van antennemasten niet meer mag zijn dan 40 meter.
Toelichting - De aanvullingen vanuit deze reactienota zijn in de toelichting verwerkt.
===
Reactienota Overleg en Inspraak Vlagtwedde Dorp Status: Ontwerp / 07-01-13
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
REGELS Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1
plan:
het bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp van de gemeente Vlagtwedde; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0048.BP0905-vs01 met de bijbehorende regels; 1.3
aan-huis-verbonden beroep:
een beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten; 1.4
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; 1.7
agrarisch gebruik:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die zowel ten behoeve van een volwaardige agrarische bedrijfsvoering als hobbymatig worden gebruikt; 1.8
bassin:
een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarische activiteiten; 1.9
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.10
bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen; 1.11
bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; 1.12
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, die verbonden is aan het ter plaatse gevestigde bedrijf;
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
37
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
1.13
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak; 1.14
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.15
bijbehorend bouwwerk:
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; 1.16
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.17
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.18
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.19
bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel; 1.20
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.21
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.22
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.23
erf:
het bouwperceel, voor zover binnen het bouwvlak gelegen; 1.24
erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 1.25
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
38
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
1.26
grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, zoals een melkrundveehouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een productiegerichte paardenhouderij, biologische bedrijven, waarbij dieren worden gehouden overeenkomstig de regels die krachtens artikel 2 van de bestaande Landbouwkwaliteitswet zijn gesteld ten aanzien van de biologische productiemethoden, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven; 1.27
hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 1.28
horecabedrijf en/of -instelling:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; 1.29
horecabedrijf, categorie I:
een horecabedrijf, waar in hoofdzaak maaltijden en/of logies worden verstrekt en waar doorgaans geen overlast voor het leefklimaat wordt veroorzaakt, zoals hotels en pensions en een horecabedrijf dat vooral is gericht op het overdag en 's avonds verstrekken van in hoofdzaak alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren, zoals ijssalons, croissanterieën, lunchrooms en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven; 1.30
horecabedrijf, categorie II:
een horecabedrijf, waar meestal in hoofdzaak alcoholische dranken worden verstrekt, en/of waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals restaurants, cafés, bars, snackbars en cafetaria's; 1.31
huishouden:
een of meer personen in een woning of een woonruimte waaronder mede begrepen de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van verwanten of andere personen en met een gezin gelijk te stellen samenlevingsvormen; 1.32
kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 1.33
kas:
een bouwwerk, niet zijnde een tunnelkas of een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen of planten; 1.34
kwekerijbedrijf:
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een paddenstoelenkwekerij, een wormen- en/of madenkwekerij, een viskwekerij, een witlofkwekerij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht; 1.35
landschappelijke waarden:
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap; 1.36
logiesverstrekkend bedrijf:
een bedrijf waar, tegen vergoeding, logies worden verstrekt, waarbij de logieseenheden enkel zijn ingericht voor nachtverblijf; naast het verstrekken van logies kunnen accommodaties worden aangeboden voor dagverblijf en maaltijdbereiding;
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
39
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
1.37
maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, zorgvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen; 1.38
mantelzorg:
het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een persoon uit het sociale netwerk die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak; 1.39
natuurlijke waarden:
de abiotische en biotische waarden van een gebied. Onderdeel van de natuurlijke waarden vormt steeds een beoordeling van de soortbescherming op basis van de Flora- en faunawet; 1.40
normaal onderhoud:
het onderhoud, dat gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren; 1.41
ondergeschikte tweede tak:
een ondergeschikt bestandsdeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf, zoals een intensieve tak veehouderij of een bedrijfseigen mestvergisting; 1.42
overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand; 1.43
peil:
a. indien op het land wordt gebouwd: 1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; 2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; b. indien op of in het water wordt gebouwd: 1. de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land; 1.44 perifere detailhandel: detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, vervoermiddelen, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen, een kringloopwinkel en een agrarische handelsonderneming; 1.45
productiegerelateerde detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; 1.46
recreatieverblijf:
een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve bewoning; 1.47
relatie:
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven bestemmingsvlakken met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bestemmingsvlak;
40
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
1.48
risicogevoelig bouwwerk c.q. object:
een bouwwerk c.q. object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer, dat kan worden aangemerkt in de zin van dat besluit als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object; 1.49
risicovolle inrichting: -6
inrichting die ten gevolge van haar activiteiten een plaatsgebonden risicocontour heeft van 10 per jaar alsmede inrichtingen die op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen' zijn aangewezen; 1.50
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens is begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.51
silo:
een bouwwerk ten behoeve van opslag van veevoeders en mest; 1.52
theetuin:
het verlenen van diensten in de vorm van het, hoofdzakelijk overdag, openstellen van tuinen bij woningen met als nevenactiviteit het verstrekken van niet alcoholische dranken en daarbij behorende versnaperingen op een tuinterras, veranda en dergelijke. Het verstrekken van eenvoudige etenswaren daaronder begrepen; 1.53
torensilo:
een gebouw ten behoeve van opslag van veevoeders; 1.54
tunnelkas:
elke constructie van hout, metaal of enig ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten; 1.55
woning:
een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden en tevens bedoeld voor de bij het wonen toegestane functies als bed and breakfast, mantelzorg, aan-huisverbonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, kamerverhuur en dergelijke; 1.56
woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
41
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens; 2.2
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3
de breedte / diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren); 2.4
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.5
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.6
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.7
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
42
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Agrarisch - Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. agrarisch bedrijven met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering; 2. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; b. bijbehorende bouwwerken; met daaraan ondergeschikt: c. woonstraten en paden; d. groenvoorzieningen; e. nutsvoorzieningen; f. water; met de daarbijbehorende: g. parkeervoorzieningen; h. tuinen, erven en terreinen; i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd; b. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van één agrarisch bedrijf worden gebouwd; c. er mogen geen kassen, tunnelkassen en torensilo's worden gebouwd; d. per bedrijf mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; e. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; f. bedrijfsgebouwen dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; g. de goot- en bouwhoogte van een gebouw en overkappingen mogen ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen; h. de dakhelling van een gebouw dient ten minste te 20º bedragen; i. de dakhelling van een gebouw mag ten hoogste 60° bedragen. 3.2.2
Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 150 m² bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 60° bedragen.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
43
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
3.2.3
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. silo's, platen en bassins mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het ter plaatse aangegeven bouwvlak; b. de bouwhoogte van perceelafscheidingen buiten het bouwvlak mag ten hoogste 1,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen op het bouwvlak mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning(en) en het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m mag bedragen; d. de bouwhoogte van reclamemasten mag ten hoogste 6,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,50 m bedragen. 3.3
Afwijken van de bouwregels
3.3.1
Bevoegdheid
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in 3.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd. b. het bepaalde in 3.2.1 onder d in die zin dat een bedrijfswoning wordt opgericht, mits: 1. permanent toezicht noodzakelijk is, gelet op de aard, omvang en continuïteit van het bedrijf. 3.3.2
Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 3.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van mestvergisting en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor niet-agrarische bedrijvigheid; c. het opslaan van mest, hooibalen en/of andere agrarische producten buiten het bouwvlak, met uitzondering van tijdelijke opslag van akkerbouwproducten (maximaal zes maanden); d. het opslaan van niet-agrarische producten, auto's, caravans en boten, anders dan in gebouwen; e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten; f. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan de verkoop van eigen en streekeigen producten; h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per agrarisch bedrijf mogen worden gevestigd; i. het gebruik van de gronden ten behoeve van bosbouw, houtteelt of andere opgaande teeltvormen, niet zijnde boomgaarden op erven bij woonhuizen en boerderijen;
44
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
j.
het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; k. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; l. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; m. het gebruik van gronden en bouwwerken zodanig dat de lichtuitstraling vanuit de gevels van kassen, met minder dan 95% wordt gereduceerd. 3.5
Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1
Bevoegdheid
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 3.4 onder b in die zin dat de uitoefening van een agrarisch bedrijf wordt gecombineerd met een ondergeschikte tweede tak of een deeltijdfunctie in de vorm van de in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2 opgenomen bedrijvigheid, mits: 1. het ander gebruik plaats vindt binnen de bestaande oppervlakte aan gebouwen, die aanwezig is op het moment dat de wijziging wordt toegepast. Dit criterium is niet van toepassing als het gaat om het toelaten van (bedrijfseigen) mest- en/of organische (bij)productver-gisting; 2. de functieverandering niet leidt tot onevenredige afbreuk van de (agrarische) bedrijfsfunctie in de nabijheid, in die zin dat naburige (agrarische) bedrijven er door in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt; 3. het parkeren ten behoeve van het ander gebruik dient binnen het bouwperceel op het eigen terrein plaats te vinden; 4. er mag geen opslag van goederen, behorende bij het andere gebruik, buiten de gebouwen plaatsvinden. Dit criterium is niet van toepassing als het gaat om het toelaten van (bedrijfseigen) mest- en/of organische (bij)productvergisting; b. het bepaalde in lid 3.4 onder f in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één bedrijfswoning, mits: 1. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot; 2. de verkeersdruk niet wezenlijk toeneemt; 3. er geen onevenredige afbreuk plaats vindt van de cultuurhistorische waarde van de woning; 4. de tweede woning niet leidt tot onevenredige afbreuk van de (agrarische) bedrijfsfunctie in de nabijheid, in die zin dat naburige (agrarische) bedrijven er door in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt; c. het bepaalde in lid 3.4 onder l in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 3.5.2
Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie;
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
45
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
c. d. e. f.
46
de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 4 4.1
Agrarisch - Cultuurgrond
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het agrarisch gebruik; b. cultuurgrond; c. sloten, bermen en beplanting; met de daarbijbehorende: d. paden; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
4.2.2
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. er mogen uitsluitend erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd; a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 4.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
47
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 5 5.1
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. bedrijven, zoals genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2; 2. bedrijven zoals genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 tot en met 3.1, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1'; niet zijnde geluidszoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven; 3. een agrarisch loonbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf'; 4. een autospuiterij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf autospuitinrichting'; 5. een transportbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf transportbedrijf'; 6. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; 7. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer'; 8. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; b. bijbehorende bouwwerken; met de daarbijbehorende: c. water; d. parkeervoorzieningen; e. tuinen, erven en terreinen; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel: a. gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd; b. het hoofdgebouw dient in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd; c. per bedrijf mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - tweede bedrijfswoning" in welk geval 2 bedrijfswoningen zijn toegestaan; d. bedrijfsgebouwen dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; e. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; f. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of een overkapping mag ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen. 5.2.2
Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte mag bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 60° bedragen.
48
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
5.2.3
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen; a. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' zal ten hoogste één antennemast worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een antennemast zal ten hoogste 40,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen. 5.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 5.4
Afwijken van de bouwregels
5.4.1
Bevoegdheid
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van: het bepaalde in 5.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling' de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 20% van de totale oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing mag bedragen. 5.4.2 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 5.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van een agrarisch loonbedrijf, een autospuiterij, een trasportbedrijf of bedrijven tot en met categorie 3.1, voorzover aangeduid; b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; c. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
49
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor perifere detailhandel, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer'; f. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd; i. het gebruik van een bedrijfswoning voor bewoning anders dan als bedrijfswoning. 5.6
Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1
Bevoegdheid
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 5.5 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor bedrijven, welke naar de aard en de invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de genoemde bedrijven onder de categorieën 1 tot en met 3.1 in Bijlage 2 , mits: 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 , maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben; 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft; b. het bepaalde in lid 5.5 onder c in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één bedrijfswoning, mits: 1. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot; 2. de verkeersdruk niet wezenlijk toeneemt; 3. er geen onevenredige afbreuk plaats vindt van de cultuurhistorische waarde van de woning; 4. de tweede woning niet leidt tot onevenredige afbreuk van de (agrarische) bedrijfsfunctie in de nabijheid, in die zin dat naburige (agrarische) bedrijven er door in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt; c. het bepaalde in lid 5.5 onder d in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor de uitoefening van productiegerelateerde detailhandel, mits: 1. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum van 60 m², zal bedragen; 2. de functie vanuit de bestaande bebouwing wordt uitgeoefend, terwijl er verder van vormen van detailhandel wordt uitgegaan met een lokaal verzorgingsgebied. 3. geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de invloed op het winkelapparaat in de diverse kernen; d. het bepaalde in lid 5.5 onder g in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd; e. het bepaalde in lid 5.5 onder i in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor bewoning anders dan als bedrijfswoning, mits dit geen belemmering oplevert voor de bedrijfsvoering van omliggende percelen;
50
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
f.
het bepaalde in artikel 5.5 sub e in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor perifere detailhandel mits vestiging in of nabij het kernwinkelgebied van Vlagtwedde vanwege het ruimtebeslag, assortiment en/of verkeersoverlast ongewenst is en het netto verkoopvloeroppervlak minimaal 250 m² en maximaal 750 m² bedraagt.
5.6.2
Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 5.7
Wijzigingsbevoegdheid
5.7.1
Mogelijkheden voor wijziging
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: de aanduidingen 'agrarisch loonbedrijf', 'specifieke vorm van bedrijf - autospuitinrichting', 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' worden verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. 5.7.2
Voorwaarden
De in lid 5.7.1 genoemde wijzigingen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
51
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 6 6.1
Bos
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bos; b. groenvoorzieningen; c. bijenstallen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - bijenweide'; waarbij de instandhouding van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd; met de daarbijbehorende: d. water; e. paden; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
6.2.2
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,00 m bedragen. 6.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 6.4.1
Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist: a. het verwijderen van bomen, heesters en struiken, voorzover de Boswet en/of de gemeentelijke kap- of bomenverordening niet van toepassing is; b. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden; c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, niet zijnde de terreinontsluiting, met een oppervlakte van meer dan 100 m². 6.4.2
Uitzonderingen
Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
52
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
6.4.3
Voorwaarden
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
53
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 7 7.1
Gemengd
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. woonhuizen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; 2. bedrijven, welke zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidszoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven; 3. detailhandel, in de vorm van winkels; 4. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer'; 5. dienstverlening; 6. een supermarkt, ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt'; 7. horeca in categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca'; 8. horeca in categorie 1 en 2 en een bar/dancing, ter plaatse van de aanduiding 'discotheek'; 9. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; b. bijbehorende bouwwerken; c. groenvoorzieningen; met de daarbijbehorende: d. sloten, bermen en beplanting; e. paden; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder een antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'. 7.2
Bouwregels
7.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel: a. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen; b. een hoofdgebouw dient in de naar de weg gekeerde bouwgrens te worden gebouwd; c. per voorziening, zoals genoemd in lid 7.1 sub a onder 2 t/m 5, mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; d. het aantal woonhuizen zal per bestemmingsvlak ten hoogste één bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximum aantal wooneenheden", in welk geval het in het aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt; e. bedrijfsgebouwen en overkappingen dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; f. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; g. de afstand van een hoofdgebouw of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 2,00 m te bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; h. de goothoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 7,50 m bedragen tenzij ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' mag de goothoogte gelijk zijn aan de maximale bouwhoogte; i. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 10,00 m bedragen. 7.2.2
Bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een woonhuis/bedrijfswoning gelden de volgende regels:
54
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
a. de bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het woonhuis/de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte mag bedragen; c. de afstand van een bijbehorende bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 1,00 m te bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; d. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 3,50 m bedragen; e. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 60° bedragen. 7.2.3
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m mag bedragen; b. ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' zal ten hoogste één antennemast worden gebouwd; c. de bouwhoogte van een antennemast zal ten hoogste 40,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,50 m bedragen. 7.3
Afwijken van de bouwregels
7.3.1
Bevoegdheid
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.1 onder d in die zin dat het aantal woonhuizen per bestemmingsvlak wordt vergroot, mits: rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in bijlage 2 van de toelichting; 7.3.2
Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 7.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2; b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; c. het splitsen van een woonhuis of bedrijfswoning in meer dan één woning; d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel anders dan in de vorm van winkels; e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor dienstverlening anders dan in de vorm van kantoren; f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horeca; g. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerk voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg;
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
55
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
h. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden met uitzondering van horeca in categorie 1 ter plaatse van de aanduidingen 'horeca' en 'discotheek', anders dan logiesverstrekking in het woonhuis, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij het woonhuis, waarbij niet meer dan 3 logieseenheden per woonhuis mogen worden gevestigd. 7.5
Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1
Bevoegdheid
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 7.4 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor bedrijven, welke naar de aard en de invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de genoemde bedrijven onder de categorieën 1 en 2 in Bijlage 2 , mits: 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 , maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben; 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft; b. het bepaalde in lid 7.4 onder c in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één bedrijfswoning, mits: 1. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot; 2. de verkeersdruk niet wezenlijk toeneemt; 3. er geen onevenredige afbreuk plaats vindt van de cultuurhistorische waarde van de woning; 4. de tweede woning niet leidt tot onevenredige afbreuk van de (agrarische) bedrijfsfunctie in de nabijheid, in die zin dat naburige (agrarische) bedrijven er door in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt; c. het bepaalde in lid 7.4 onder d in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor de uitoefening van productiegerelateerde detailhandel, mits: 1. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum van 60 m², zal bedragen; 2. de functie vanuit de bestaande bebouwing wordt uitgeoefend, terwijl er verder van vormen van detailhandel wordt uitgegaan met een lokaal verzorgingsgebied. 3. geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de invloed op het winkelapparaat in de diverse kernen. 7.5.2
Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
56
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 8 8.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; met de daarbijbehorende: b. sloten, bermen en beplanting; c. paden; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. in de bestemming zijn tevens standplaatsen ten behoeve van ambulante handel, markten, braderieën, verenigingsactiviteiten en dergelijke begrepen.
8.2
Bouwregels
8.2.1
Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
8.2.2
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,00 m bedragen. 8.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
57
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 9 9.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. maatschappelijke voorzieningen; 2. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; met de daarbijbehorende: b. water; c. parkeervoorzieningen; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 9.2
Bouwregels
9.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag een bedrijfswoning worden gebouwd; c. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; d. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of een overkapping mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen. 9.2.2
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,50 m bedragen. 9.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 9.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; b. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien:
58
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
c.
1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte in een bedrijfswoning, inclusief bijbehorende bouwwerken, meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning; 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt; 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 4. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
59
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 10 10.1
Maatschappelijk - Begraafplaats
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een begraafplaats; b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van onderhoud en beheer; c. paden; d. groenvoorzieningen; met daaraan ondergeschikt: e. nutsvoorzieningen; f. water; g. tuinen en erven; met de daarbijbehorende: h. terreinen; i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. als gebouw en overkapping mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van onderhoud en beheer worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 100 m² bedragen; c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping mag ten hoogste 3,00 m bedragen. 10.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2,00 m bedragen.
60
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 11 11.1
Recreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten dienste van het kampeerterrein, ten behoeve van: 1. onderhoud en beheer; 2. dienstverlening, waaronder toiletgebouwen; met de daarbijbehorende: b. tuinen en terreinen; c. speelvoorzieningen; d. parkeervoorzieningen; e. water; f. groenvoorzieningen en bebossing; g. wegen en paden; h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 5% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak bedragen; b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 3,00 m bedragen. 11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van reclamemasten mag ten hoogste 6,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 8,00 m bedragen. 11.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden voor verblijf anders dan in een kampeermiddel; b. het gebruik van gronden en gebouwen voor recreatieverblijven; c. het gebruik van gronden en gebouwen voor permanente bewoning; d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
61
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 12 12.1
Sport
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. een sporthal; 2. een ijsbaan, met ingebrip van recreatieve activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan'; 3. een hondenvereniging, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport hondenvereniging'; 4. een fysiotherapiepraktijk, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk'; met de daarbijbehorende: b. parkeervoorzieningen; c. water; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. in de bestemming zijn tevens standplaatsen ten behoeve van ambulante handel, markten, braderieën, verenigingsactiviteiten en dergelijke begrepen.
12.2
Bouwregels
12.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. de gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw of overkapping mag ten hoogste 7,50 m bedragen. 12.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 10,00 m bedragen. 12.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 12.4
Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Bevoegdheid Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in 12.2.1 onder a in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' een kantine ten behoeve van de ijsbaan wordt gebouwd, mits: 1. de oppervlakte ten hoogste 100 m² bedraagt; 2. de bouwhoogte ten hoogste 3,00 m bedraagt;
62
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
b. het bepaalde in lid 12.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling' de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 20% van de totale oppervlakte van de bestaande bebouwing mag bedragen. 12.4.2 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 12.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, horecavloeroppervlakte meer bedraagt dan 100 m².
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
indien
de
63
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 13 13.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. (ontsluitings)wegen; b. voet- en rijwielpaden; c. groenvoorzieningen; met de daarbijbehorende: d. water; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten. In de bestemming zijn tevens standplaatsen ten behoeve van ambulante handel, markten, braderieën, verenigingsactiviteiten en dergelijke begrepen.
13.2
Bouwregels
13.2.1 Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
13.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 10,00 m bedragen. 13.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 13.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het toegestane aantal van 2 rijstroken.
64
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 14 14.1
Verkeer - Verblijfsgebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. (woon)straten en pleinen; b. voet- en rijwielpaden; c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. sloten en bermen; met daaraan ondergeschikt: f. speelvoorzieningen; g. tuinen en erven; h. nutsvoorzieningen; i. water; met de daarbijbehorende: j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten. In de bestemming zijn tevens standplaatsen ten behoeve van ambulante handel, markten, braderieën, verenigingsactiviteiten en dergelijke begrepen. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
14.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 10,00 m bedragen. 14.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
65
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 15 15.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. vaarten, sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen; b. bermen en beplanting; c. kaden en oevers; d. waterbouwkundige voorzieningen; met de daarbijbehorende: e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder oeverbeschoeiingen, bruggen, duikers en/of dammen. 15.2
Bouwregels
15.2.1 Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
15.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 15.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 15.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van de gronden en bouwwerken als aanleggelegenheid.
66
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 16 16.1
Wonen - 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep; 2. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; 3. mantelzorg; 4. kamerverhuur; 5. een beveiligingsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf beveiligingsbedrijf'; b. bijbehorende bouwwerken; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. water; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 16.2
Bouwregels
16.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel: het bebouwingspercentage mag per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen. 16.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal in de bestaande voorgevellijn worden gebouwd; c. het aantal hoofdgebouwen zal per bestemmingsvlak ten hoogste één bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximum aantal wooneenheden", in welk geval het in het aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt; d. de afstand van een hoofdgebouw of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 3,00 m te bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; e. de goothoogte en de bouwhoogte van een hoofdgebouw mogen respectievelijk ten hoogste 4,00 m en ten hoogste 8,00 m bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m) ", in welk geval de in het aanduidingsvlak aangegeven goot- en bouwhoogte als maximum geldt. 16.2.3 Bijbehorende bouwwerken Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 3,50 m bedragen; c. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 60° bedragen.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
67
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
16.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen. 16.3
Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Bevoegdheid Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 16.2.2 onder c in die zin dat het aantal hoofdgebouwen per bestemmingsvlak wordt vergroot, mits: 1. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in bijlage 2 van de toelichting; b. het bepaalde in lid 16.2.2 onder e in die zin dat de goothoogte en de bouwhoogte van een hoofdgebouw worden vergroot tot respectievelijk ten hoogste 7,00 m en ten hoogste 10,00 m; c. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a om bijbehorende bouwwerken toe te staan tussen de perceelsgrens en een lijn in het verlengde van de zijgevel, tot maximaal 1,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw op het naburig erf, mits: 1. rekening wordt gehouden met de leefomgeving van de bewoners van het naburig erf. 16.3.2 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 16.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten anders dan een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit of een beveiligingsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beveiligingsbedrijf'; b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning; d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
68
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
f.
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel bij een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in het woonhuis, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij het woonhuis, waarbij niet meer dan 3 logieseenheden per woonhuis mogen worden gevestigd; i. het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor kamerverhuur, indien meer dan 3 kamers worden verhuurd. 16.5
Afwijken van de gebruiksregels
16.5.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 16.4 onder i in die zin dat een woonhuis wordt gebruikt voor kamerverhuur met meer dan 3 kamers, mits niet meer dan 5 kamers worden verhuurd. 16.5.2 Voorwaarden De in lid 16.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
69
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 17 17.1
Wonen - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep; 2. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; 3. mantelzorg; 4. kamerverhuur; b. bijbehorende bouwwerken; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. water; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 17.2
Bouwregels
17.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel: het bebouwingspercentage mag per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen. 17.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal in de bestaande voorgevellijn worden gebouwd; c. het aantal hoofdgebouwen zal per bestemmingsvlak ten hoogste één bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximum aantal wooneenheden", in welk geval het in het aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt; d. de afstand van een hoofdgebouw of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 3,00 m te bedragen, tenzij de bestaande afstand minder bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt; e. de goothoogte en de bouwhoogte van een hoofdgebouw mogen respectievelijk ten hoogste 7,00 m en ten hoogste 10,00 m bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)", in welk geval de in het aanduidingsvlak aangegeven goot- en bouwhoogte als maximum geldt. 17.2.3 Bijbehorende bouwwerken Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 3,50 m bedragen; c. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 60° bedragen. 17.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen.
70
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
17.3
Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Bevoegdheid Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 17.2.2 onder c in die zin dat het aantal hoofdgebouwen per bestemmingsvlak wordt vergroot, mits: 1. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in bijlage 2 van de toelichting; b. het bepaalde in lid 17.2.2 onder e in die zin dat de goothoogte en de bouwhoogte van een hoofdgebouw worden vergroot tot respectievelijk ten hoogste 9,00 m en ten hoogste 12,00 m; c. het bepaalde in lid 17.2.3 onder a om bijbehorende bouwwerken toe te staan tussen de perceelsgrens en een lijn in het verlengde van de zijgevel, tot maximaal 1,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw op het naburig erf, mits: 1. rekening wordt gehouden met de leefomgeving van de bewoners van het naburig erf. 17.3.2 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 17.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten anders dan een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning; d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel bij een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in het woonhuis, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij het woonhuis, waarbij niet meer dan 3 logieseenheden per woonhuis mogen worden gevestigd; i. het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor kamerverhuur, indien meer dan 3 kamers worden verhuurd.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
71
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
17.5
Afwijken van de gebruiksregels
17.5.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 17.4 onder i in die zin dat een woonhuis wordt gebruikt voor kamerverhuur met meer dan 3 kamers, mits niet meer dan 5 kamers worden verhuurd. 17.5.2 Voorwaarden De in lid 17.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
72
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 18 18.1
Wonen - 3
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep; 2. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; 3. mantelzorg; 4. kamerverhuur; b. bijbehorende bouwwerken; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. water; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 18.2
Bouwregels
18.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel: het bebouwingspercentage zal per bouwperceel ten hoogste 50% bedragen. 18.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. het aantal hoofdgebouwen mag per bestemmingsvlak ten hoogste één bedragen; c. een hoofdgebouw mag uitsluitend vrijstaand worden gebouwd; d. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 18.2.3 Bijbehorende bouwwerken Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 3,50 m bedragen; c. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk mag ten hoogste 60° bedragen. 18.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m mag bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen. 18.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten anders dan een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
73
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning; d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel bij een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in het woonhuis, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij het woonhuis, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per woonhuis mogen worden gevestigd; i. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; j. het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor kamerverhuur, indien meer dan 3 kamers worden verhuurd. 18.4
Afwijken van de gebruiksregels
18.4.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 18.3 onder c in die zin dat een woonhuis, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor meer dan één woning, mits: 1. deze afwijkingsbevoegdheid alleen wordt toegepast bij vrijgekomen agrarische panden die een woonbestemming hebben gekregen teneinde de landschappelijke, cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden van de panden te kunnen behouden; 2. het aantal woningen ten hoogste twee zal bedragen; 3. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in bijlage 2 van de toelichting; 4. de verkeersdruk als gevolg hiervan niet wezenlijk toeneemt; b. het bepaalde in lid 18.3 onder i in die zin dat een woonhuis wordt gebruikt voor kamerverhuur met meer dan 3 kamers, mits niet meer dan 5 kamers worden verhuurd. 18.4.2 Voorwaarden De in lid 18.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
74
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 19 19.1
Wonen - Wooncentrum
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van woningen, al dan niet in combinatie met maatschappelijke voorzieningen en zorg; met daaraan ondergeschikt: b. groenvoorzieningen; c. parkeervoorzieningen; d. speelvoorzieningen; e. wegen, straten en paden; f. water; g. nutsvoorzieningen; met de daarbijbehorende: h. tuinen, erven en terreinen; i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 19.2
Bouwregels
19.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping mogen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen. 19.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen. 19.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 19.4
Afwijken van de bouwregels
19.4.1 Bevoegdheid Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: het bepaalde in lid 19.2.1 sub a in die zin dat gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd. 19.4.2 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
75
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
19.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige woningen.
76
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 20 20.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden. 20.2
Bouwregels
20.2.1 Bouwwerken Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 50 m², moet alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. 20.2.2 Voorwaarden Indien uit het in sublid a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, kunnen één of meer van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door Burgemeester en Wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. Indien het voornemen bestaat om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in sublid b, wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd.
20.3
Afwijken van de bouwregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 20.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: 1. door een daartoe bevoegde instantie op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad; 2. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, indien door een daartoe bevoegde instantie op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregels, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. een verplichting tot het doen van opgravingen, of; c. een verplichting de bouw van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
77
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 20.4.1 Vergunningplicht Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemming(en), een omgevingsvergunning vereist: a. het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur; b. het uitvoeren van overige grondbewerkingen; c. het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting; d. het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen. 20.4.2 Uitzondering Het bepaalde in lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie; d. niet dieper gaan dan 0,50 m beneden het maaiveld en een kleiner oppervlakte dan 50 m² beslaan. 20.4.3 Toetsingscriteria De in lid 20.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied.
20.4.4 Archeologisch rapport Alvorens een omgevingsvergunning wordt verleend, moet door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin: a. de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen worden verstoord in voldoende mate zijn vastgesteld; en b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd. 20.4.5 Voorwaarden Indien uit het in lid 20.4.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meer van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door Burgemeester en Wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. Indien het voornemen bestaat om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld onder sublid a, b, en c, wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd.
20.5
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
78
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 3 Artikel 21
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
79
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 22 22.1
Algemene bouwregels
Bouwregels
a. Er mogen geen windmolens worden gebouwd; b. De bouwgrenzen mogen, in afwijking van deze regels, uitsluitend worden overschreden door: 1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m; 2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m. 22.2
Aanvullende werking welstandscriteria
De in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de in de Woningwet bedoelde welstandscriteria.
80
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 23 23.1
Algemene gebruiksregels
Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van de gronden waar met ontheffing een kampeerterrein voor klein kamperen is toegestaan, dan wel daar waar sprake is van tijdelijk kamperen of de inrichting van een gereguleerde overnachtingsplaats; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; c. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; d. het storten van puin en afvalstoffen; e. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen; f. de stalling en opslag van caravans, boten, oldtimers en dergelijk anders dan in bouwwerken; g. het gebruik van de gronden voor het plaatsen en/of aanbrengen van niet-perceelsgebonden handelsreclame en of reclame voor ideële doeleinden of overtuigingen. 23.2
Afwijken van algemene gebruiksregels
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: het bepaalde in lid 23.1 onder a in die zin dat de gronden tevens worden gebruikt als kampeerterrein voor klein kamperen, mits: 1. er niet meer dan 15 kampeermiddelen worden geplaatst in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober; 2. de afwijking uitsluitend wordt toegestaan op erven van woningen met een minimale omvang van het erf c.q. tuin van 5.000 m², percelen van agrarische bedrijven, horecabedrijven, of op een perceel, onmiddellijk grenzend aan zo'n erf of perceel; 3. het kamperen inpasbaar is in het landschap door middel van afschermende erfbeplanting met inheemse soorten en een bijbehorende sloot, waarbij de breedte van de erfbeplanting minimaal 6,00 m moet bedragen; 4. de specifieke landschapskarakteristieken worden ontzien; 5. de situering, de omvang en het gebruik de kleinschaligheid van het kamperen beogen; 6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; h. de in dit plan opgenomen gebruiksregels indien strikte toepassing van die regels zou leiden tot een beperking van het meest doelmatig gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
81
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 24 24.1
Algemene afwijkingsregels
Bevoegdheid
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlaktematen, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten wordt vergroot, mits: 1. de antenne niet geplaatst kan worden op een bestaand bouwwerk, zoals een hoogspanningsmast, een windmolen, een reclamemast, een torensilo, of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk; 2. de antenne niet geplaatst wordt in gebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur, in natuurgebieden en in grootschalige open gebieden; 3. de mast radiografisch noodzakelijk is; 4. bij plaatsing binnen de grenzen van een bouwperceel of binnen grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming de hoogte van de mast ten hoogste 30,00 m mag bedragen; 5. bij plaatsing binnen de grenzen van een bouwperceel of binnen grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming gelegen aan een weg, een viaduct of een verkeersknooppunt, de hoogte van de mast ten hoogste 15,00 m mag bedragen; 6. het aantal masten binnen de gemeente nier meer mag bedragen dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit; c. de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van gebouwen in die zin dat ten behoeve van het kleinschalig kamperen bij woningen en agrarische bedrijven, gebouwtjes ten behoeve van sanitaire voorzieningen worden gebouwd, mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per kampeerterrein ten hoogste 50 m² zal bedragen; 2. de goothoogte van een gebouw ten hoogste 3,00 m zal bedragen; 3. tevens de in artikel 23.2 genoemde afwijking van de gebruiksregels is verleend. 24.2
Toetsingscriteria
De in lid 24.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeleid; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
82
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 25 25.1
Algemene wijzigingsregels
Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: a. de bestemming 'Agrarisch - Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf', 'Maatschappelijk', 'Wonen - 1', 'Wonen - 2' of 'Wonen - 3' al daar niet in combinatie met de bestemming 'Agrarisch Cultuurgrond', mits: 1. het agrarische bedrijf ter plaatse is beëindigd; 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid respectievelijk de regels van artikel 5, 9, 16, 17 of 18 van overeenkomstige toepassing zijn; 3. de functiewijziging wordt gerealiseerd in de bestaande (voormalige) boerderij(panden), waarbij gestreefd wordt naar sanering van ligboxstallen, koelhuizen en dergelijke; 4. er bij de functieverandering naar een zorgboerderij sprake is van een directe relatie tussen de bewoners van de (voormalige) boerderij en de sociale en/of sociaal-medische opvang van personen; 5. de functieverandering niet leidt tot onevenredige afbreuk van de (agrarische) bedrijfsfunctie in de nabijheid, in die zin dat naburige (agrarische) bedrijven er door in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt. 6. wordt gemotiveerd dat de toe te voegen woning past binnen de door de provincie vastgestelde nieuwbouwruimte, dan wel de daarvoor in de plaats komende intergemeentelijke afspraken over woningbouwcapaciteit; b. de bestemming 'Bedrijf', 'Gemengd', 'of 'Maatschappelijk' worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 1', 'Wonen - 2' of 'Wonen - 3', mits: 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid respectievelijk de regels van artikel 16, 17 of 18, van overeenkomstige toepassing zijn; 2. wordt gemotiveerd dat de toe te voegen woning past binnen de door de provincie vastgestelde nieuwbouwruimte, dan wel de daarvoor in de plaats komende intergemeentelijke afspraken over woningbouwcapaciteit. c. de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - 1' of 'Wonen - 2', mits: 1. het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied'; 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van respectievelijk artikel 16 en 17 van overeenkomstige toepassing zijn; 3. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in bijlage 2 van de toelichting; 4. wordt gemotiveerd dat de toe te voegen woning past binnen de door de provincie vastgestelde nieuwbouwruimte, dan wel de daarvoor in de plaats komende intergemeentelijke afspraken over woningbouwcapaciteit. 25.2
Toetingscriteria
25.2.1 Algemene criteria De in lid 25.1 genoemde wijzigingen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: 1. het straat- en bebouwingsbeeld; 2. de woonsituatie; 3. de milieusituatie; 4. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 25.2.2 Kwantitatieve criteria a. Het toepassen van de wijzigingsbevoegdheden in artikel 25.1 onder a en b mag niet leiden tot een totale toevoeging van de woningvoorraad van meer dan 20 woningen; b. Het toepassen van de wijzigingsbevoegdheden in artikel 25.1 onder c mag niet leiden tot een toevoeging van de woningvoorraad van meer dan 5 woningen.
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
83
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Hoofdstuk 4 Artikel 26 26.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 26.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
84
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp
Artikel 27
Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Vlagtwedde Dorp van de gemeente Vlagtwedde.
Behorend bij het besluit van 2 juli 2013.
===
Bestemmingsplan "Vlagtwedde Dorp" (vastgesteld)
85
BIJLAGE 1
Bijlage 1 Lijst met toelaatbare bedrijvigheid bij het wonen
beroepen
en
vormen
van
a. Uitoefening van (para)medische beroepen, waaronder: 1. Individuele praktijk voor huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, verloskundige, homeopaat, therapeut, orthodontist acupuncturist enzovoort 2. individuele praktijk dierenarts. b. Kledingmakerij 1. (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf; 2. woningstoffeerderij. c. Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend. d. Reparatiebedrijfjes, waaronder: 1. Schoen-/lederwarenreparatiebedrijf, uurwerkreparatiebedrijf, goud- en zilverwerkreparatiebedrijf, reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen, reparatie van muziekinstrumenten; In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven en las- en montagebedrijven uitgezonderd. e. Kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes, waaronder: 1. timmerman, metselaars, stukadoor, klussenbedrijf, loodgieter, elektricien, schilder, naaister, hoedenmakerij, pottenbakkerij, instrumentenmakerij, kaarsenmaker, lijstenmakerij, zadelmakerij. f. Advies- en ontwerpbureaus, zoals: 1. Reclame ontwerp, grafisch ontwerp en architect. g. (Zakelijke) dienstverlening, waaronder: 1. notaris, advocaat, accountant, juridisch adviseur, assurantie-/verzekeringsbemiddeling, exploitatie en handel in onroerende zaken, tolk, catering service, bezorgservice en koeriersdiensten, ICT-bedrijven, e-commerce, web designer, computerservice. h. Overige dienstverlening, zoals: 1. kappersbedrijf, schoonheidssalon, tattooshop, kinderdagopvang, fotostudio, nagelstudio, hondentrimsalon, zorg- en dagbesteding, persoonlijke verzorging. In ieder geval zijn geen sex- en prostitutiebedrijven toegestaan. i. Onderwijs 1. Autorijschool; 2. onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium. j. Voorzieningen ten behoeve van kunst en kunstnijverheid, zoals: 1. Galerie/expositieruimte, ruimte voor toegepaste kunst, beeldende kunst, atelier, beeldentuinen. k. Voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie, zoals: 1. Theetuin/theeschenkerij. Voor de toelaatbare beroepen en vormen van bedrijvigheid is mede het volgende toegestaan: ruimte voor workshops en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten met het daarbij behorende ondergeschikte verstrekking van dranken en kleine versnaperingen, mits hiervoor geen aparte horecaruimtes worden ingericht; opslag en stalling van goederen en producten, waaronder caravans, in gebouwen, opslag van gevaarlijke stoffen is uitgesloten. De vormen van bedrijvigheid zijn slechts toegestaan zonder toonbankfunctie. Deze lijst is niet limitatief. Voor alle categorieën, dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen beroeps/bedrijfsmatige activiteit, geldt dat, de activiteit met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en/of een bijbehorend bijgebouw bestemd voor wonen doeleinden.
BIJLAGE 2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 287
SBI-CODE 2008 259, 331
blz. 6
OMSCHRIJVING Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd: inpandig p.o. <200 m
CAT
2
29
27, 28, 33
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
27, 28, 33
28, 33
Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² 3. met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
30
26, 28, 33
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
Kantoormachines- en computerfabrieken inclusief reparatie
31
26, 27, 33
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRONISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
311 312 313 314 315 316 3162
271, 331 271, 273 273 272 274 293 2790
Elektromotoren- en generatorenfabrieken inclusief reparatie Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Elektrotechnische industrie niet eerder genoemd Koolelektrodenfabrieken
32
26, 33
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
321 t/m 323
261, 263, 264, 331
3210
2612
33
26, 32, 33
4.1 5.1 3.2 3.1
3.2 4.1 4.2
3.1
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 2 6
3.1 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur, en dergelijke inclusief reparatie Fabrieken voor gedrukte bedrading
3.1
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 33
26, 32, 33
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten, e.d. incl. reparatie
34
29
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341
291
Autofabrieken en assemblagebedrijven 1. p.o. < 10.000 m² 2. p.o. >= 10.000 m² Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken
3420.1 3420.2 343
29201 29202 293
35
30
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S EN AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 1. houten schepen 2. kunststof schepen 3. metalen schepen < 25 m 4. metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 1. algemeen 2. met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw- en -reparatiebedrijven: 1. zonder proefdraaien motoren 2. met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie niet eerder genoemd
3511 352
353
3831 302, 317
303, 3316
354 355
309 3099
36
31
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN VERVAARDIGING VAN OVERIGE GOEDEREN NIET EERDER GENOEMD.
361
310 9524
1. meubelfabrieken 2. meubelstoffeerderijen b.o.< 200 m 2
2
4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
3.1 3.2 4.1 5.1 5.2 3.2 4.2 4.1 5.3 3.2 3.2
3.2 1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
blz. 7
OMSCHRIJVING
CAT
362 363 364 365 366 366
321 322 323 324 32991 32999
Fabricage van munten, sieraden, en dergelijke Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen niet eerder genoemd
37
38
VOORBEREIDING TOT RECYCLING
371 372
383201 383202
Metaal- en autoschredders Puinbrekerijen en -malerijen: 1. v.c. < 100.000 t/j 2. v.c. >= 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties
5.1 4.2 5.2 4.2 4.2
40
35
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40
35
Elektriciteitsproductiebedrijven (vermogen >= 50 MWe): 1. kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 2. oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 3. gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth, in 4. kerncentrales met koeltorens 5. warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth Bio-energieinstallaties, elektrisch vermogen < 50 MWe: 1. covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie 2. vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 1. < 10 MVA 2. 10 - 100 MVA 3. 100 - 200 MVA 4. 200 - 1000 MVA 5. >= 1000 MVA Gasdistributiebedrijven: 1. gascompressorstations, vermogen < 100 MW 2. gascompressorstations, vermogen >= 100 MW 3. gas: reduceer-, compressor-, meet- en reglinstallatie categorie A 4. gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 5. gasontvang- en -verdeelstations, categorie D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 1. stadsverwarming 2. blokverwarming Windmolens: 1. wiekdiameter 20 m 2. wiekdiameter 30 m 3. wiekdiameter 50 m
41
36
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
41
36
Waterwinning-/ bereidingsbedrijven: 1. met chloorgas 2. bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en / of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 1. < 1 MW 2. 1 - 15 MW 3. >= 15 MW
45
41, 42, 43
BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2000 m 2 Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2000 m
2 2 3.1 3.1 2 3.1
5.2 5.1 5.1 6 5.1
3.2 3.2 2 3.1 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 1 2 3.1 3.2 2 3.2 4.1 4.2
5.3 3.1 2 3.2 4.2
3.2
2
3.1
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m
2
3.1
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. < 1000 m
2
2
50
45, 47
HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN, BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504
451, 452, 453
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
502 5020.4
451 45204
5020.5 503, 504 505
45205 453 473
blz. 8
OMSCHRIJVING
CAT
(Groot)handel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie) Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires Benzineservicestations: 1. met LPG > 1000 m 3/jr 3 2. met LPG< 1000 m /jr 3. zonder LPG
3.2 3.2 1 3.1 2 2 4.1 3.1 2
51
46
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 5121
461 4621
5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7
4622 4623 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499
Handelsbemiddeling (kantoren) Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit >= 500 ton per uur. Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levende dieren Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren en spijsoliën Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Groothandel in overige consumentenartikelen Groothandel in vuurwerk en munitie: 1. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 3. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats < 750 kg ( en > 25 kg theatervuurwerk) 4. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton. 5. munitie Groothandel in vaste brandstoffen: 1. klein, lokaal verzorgingsgebied 2. kolenterminal, opslagoppervlakte >= 2.000 m²
5151.1
5151.2
46711
517
466, 469
Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1. vloeistoffen o.c. < 100.000 m³ 2. vloeistoffen o.c. >= 100.000 m³ 3. tot vloeistof verdichte gassen Groothandel in minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) Groothandel in metaalertsen: 1. opslagoppervlakte < 2.000 m² 2. opslagoppervlakte >= 2.000 m² Groothandel in metalen en -halffabrikaten Groothandel in hout en bouwmaterialen 1. Algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 2. Algemeen: bebouwde oppervlakte <= 2000 m 2 Zand en grind: 2 1. algemeen: bebouwde oppervlakte > 200 m 2 2. algemeen: bebouwde oppervlakte < = 200 m Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur 2 1. algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 2. algemeen: bebouwde oppervlakte <= 2000 m Groothandel in chemische producten Groothandel in overige intermediaire goederen Autosloperijen: bebouwde oppervlakte > 1000 m 2 2 Autosloperijen: bebouwde oppervlakte < = 1000 m Overige groothandel in afval en schroot: bebouwde oppervlakte > 1000 m Overige groothandel in afval en schroot : bebouwde oppervlakte <= 1000 m Groothandel in machines en apparaten: 1. machines voor de bouwnijverheid 2. overige Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
60
49
VERVOER OVER LAND
6021.1 6022
493
Bus-, tram- en metrostations en -remises Taxibedrijven en taxistandplaatsen
5151.3 5152.1
5152.2 /.3 5154
5153.4
46712
46713 46721
46722, 46723 4673
46735
4674
5155.1 5156 5157
46751 4676 4677
5157.2 /.3 5162
466
1 3.1 4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2 2 3.1 5.1 5.3 2 3.1 5.1 4.1 5.1 4.2 3.2 4.2 5.2 3.2 3.1 2 3.2 2
2 2
3.1 2 3.2 2 3.2 3.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
3.2 2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 6023 6024 6024 603
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
495
Touringcarbedrijven Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1000 m Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
61, 62
50, 51
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
61, 62
50, 51
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
63
52
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
6311.1
52241
791 5229
Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van zeeschepen: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 4. granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5. steenkool, opslagopp. >= 2.000 m² 6. olie, LPG, e.d. 7. tankercleaning Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van de binnenvaart: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte < 2.000 m² 4. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 5. granen of meelsoorten v.c. < 500 t/u 6. granen of meelsoorten v.c. >= 500 t/u 7. steenkool, opslagoppervlakte < 2.000 m² 8. steenkool, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 9. olie, LPG, en dergelijke 10. tankercleaning Distributiecentra, pak- en koelhuizen Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 1. Autoparkeerterreinen, parkeergarages 2. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Overige dienstverlening ten behoeve van het vervoer (kantoren) Luchthavens Helicopterlandplaatsen Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)
64
53
POST EN TELECOMMUNICATIE
641 642 642 642 642
531, 532 61
Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven Zendinstallaties: 1. LG en MG, zendervermogen < 100 kw (bij groter vermogen: onderzoek!) 2. FM en TV
71
77
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 712 713 714
7711 7712, 7739 773 772
Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
72
62
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72 72
62 58, 63
Computerservice- en informatietechnologie-bureaus, en dergelijke Datacentra
74
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82 812 74203 82991 82992
Overige zakelijke diensverlening: kantoren
6311.2
6312 6321 6321 6322, 6323 6323 6323 623 634
494
52242
52102, 52109 52109 5221 5222 5223
blz. 9
CAT 2 2
3.2 3.2 3.1 2
1
5.1 4.2 5.3 5.1 5.2 5.3 4.2 4.2 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 4.2 5.1 5.2 4.2 3.1 2 2 3.2 1 6 5.1 1 1
2 1 3.2 1
2 3.1 3.1 2
1 2
1
74 747 7481.3 7484.3 7484.4
Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijproducten Veilingen voor huisraad, kunst, en dergelijke
3.1 2 4.1 1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
90
37, 38, 39
MILIEUDIENSTVERLENING
9001
3700
RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks: 1. < 100.000 i.e. 2. 100.000 - 300.000 i.e. 3. >= 300.000 i.e. Rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven, en dergelijke Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuiloverslagstations Afvalverwerkingsbedrijven: 1. mestverwerkingskorrelfabrieken 2. kabelbranderijen 3. verwerking radio-actief afval 4. pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 5. oplosmiddelterugwinning 6. afvalverbrandingsinrichtingen thermisch vermogen > 75 MW 7. verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen Composteerbedrijven: 1. niet belucht v.c. < 5.000 t/j 2. niet belucht v.c. 5.000 tot 20.000 t/j 3. belucht v.c. < 20.000 t/j 4. belucht v.c. > 20.000 t/j 5. GFT in gesloten gebouw
9002.1
381
9002.2
382
93
96
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
96011
9301.2 9301.3 9302 9304 9305
96013 96013 9602 9613, 9604 9609 9609
Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wasseretten, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Fitnesscentra, badhuizen en saunabaden Dierenasiels en -pensions Persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd, exclusief bordelen, prostituees en sexclubs
Afkortingen: cat. categorie o.c. opslagcapaciteit v.c. verwerkingscapaciteit p.c. productiecapaciteit p.o. productieoppervlak e.d. en dergelijke n.e.g. niet elders genoemd t ton kl klasse u uur d dag w week jr jaar = is gelijk aan < kleiner dan > groter dan
blz. 10
CAT
4.1 4.2 5.1 2 3.1 3.1 4.2 5.1 3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2 4.2 5.2 3.2 4.1 4.1
3.1 3.1 2 2 1 1 2 3.2 1