De Linten
bestemmingsplan De Linten
Inhoudsopgave
TOELICHING
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Begrenzing plangebied 1.4 Karakter bestemmingsplan 1.5 Leeswijzer
5 5 5 5 7 7
Hoofdstuk 2 Beleidskader 2.1 Algemeen 2.2 Rijksbeleid 2.3 Provinciaal beleid 2.4 Gemeentelijk beleid
8 8 8 8 11
Hoofdstuk 3 Omgevingsaspecten 3.1 Geluidhinder 3.2 Luchtkwaliteit 3.3 Milieuhinder bedrijvigheid 3.4 Bodem 3.5 Externe veiligheid 3.6 Waterparagraaf 3.7 Ecologie 3.8 Archeologie
13 13 13 14 15 15 18 19 21
Hoofdstuk 4 Uitgangspunten 4.1 Cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit 4.2 Wonen 4.3 Bedrijvigheid 4.4 Voorzieningen 4.5 Groen 4.6 Verkeer 4.7 Energie en duurzaam ruimtegebruik
22 22 23 27 28 28 28 28
Hoofdstuk 5 Opzet van het bestemmingsplan 5.1 Algemeen 5.2 Bestemmingen 5.3 Dubbelbestemmingen 5.4 Algemene aanduidingsregels 5.5 Algemene wijzigingsbevoegdheden
30 30 30 32 32 33
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Algemeen 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.3 Grondexploitatie 6.4 Economische uitvoerbaarheid
34 34 34 34 34
Hoofdstuk 7 Overleg en inspraak 7.1 Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties 7.2 Aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties 7.3 Ambtshalve aanpassingen
35 35 36 37
BIJLAGEN BIJ TOELICHTING
39
2
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Afwegingskader invullocaties Beleid Inzet Woningbouwcontingenten Reactienota Overleg en Inspraak Begrenzing van het buitengebied
REGELS
41 43 55 65 127
133
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
INLEIDENDE REGELS Begrippen Wijze van meten
134 134 140
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21
BESTEMMINGSREGELS Agrarisch - Bedrijf Agrarisch - Cultuurgrond Bedrijf Bedrijf - Nutsvoorziening Bos Detailhandel Dienstverlening Groen Horeca Kantoor Maatschappelijk Sport Verkeer Water Wonen Wonen - Lint 1 Wonen - Lint 2 Leiding - Gas Leiding - Hoogspanningsverbinding
141 141 145 146 150 151 152 155 158 159 162 165 168 170 171 172 175 178 181 183
Hoofdstuk 3 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27
ALGEMENE REGELS Anti-dubbeltelbepaling Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels
185 185 186 187 188 189 190
Hoofdstuk 4 Artikel 28 Artikel 29
OVERGANGS- EN SLOTREGELS Overgangsrecht Slotregel
191 191 192
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
Lijst met toelaatbare beroepen en vormen van bedrijvigheid bij het wonen Lijst van toegestane bedrijven
193 194 195
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
3
bestemmingsplan De Linten
4
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
TOELICHING Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding
De gemeente Vlagtwedde is haar bestemmingsplannen aan het actualiseren en digitaliseren. Verouderde plannen moeten worden aangepast aan nieuwe inzichten, nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten worden ingepast en tegelijkertijd moeten plannen zodanig worden gemaakt, dat ze inspelen op de wens van digitale raadpleegbaarheid. De gemeente beoogt deze actualisering tevens te combineren met grotere plangebieden, zodat het aantal bestemmingsplannen over de gemeente als geheel wordt teruggebracht. Ook is de inzet gemeentebreed: gelijkluidende bestemmingen in vergelijkbare situaties. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op “de linten” en voorziet in een herziene en geactualiseerde planologisch-juridische regeling hiervoor.
1.2
Doelstelling
Dit nieuwe bestemmingsplan zorgt voor een actueel toetsings- en afwegingkader van bouwaanvragen en ontwikkelingsinitiatieven. Tevens zullen alle verleende vrijstellingen en ontheffingen en projectbesluiten (tot 1 juli 2008 op basis van artikel 19 WRO en na die datum op basis van artikel 3.10 en 3.23 Wro) alsmede binnenplanse vrijstellingen/ontheffingen en wijzigingen hun plaats moeten krijgen in het nieuwe bestemmingsplan. Daarnaast zal het plan voldoen aan alle recente eisen ten aanzien van standaardisering, uitwisselbaarheid en digitalisering.
1.3
Begrenzing plangebied
De ruimtelijke begrenzing van de herziening van het bestemmingsplan De Linten is in hoofdlijnen gelijk aan die van het vastgestelde bestemmingsplan uit 1986. Het bevat de volgende linten: Zandberg / Jipsingboermussel; Ter Apelkanaal West / Ter Apelkanaal Oost; Kloosterveenweg / Viaductstraat; Markeweg / Westerstraat; Barnflair West / Barnflair Oost; Munnekemoer West / Munnekemoer Oost. In het bestemmingsplan Buitengebied zijn enkele percelen meegenomen die voorheen in het bestemmingsplan De Linten zaten en andersom. Daarnaast zijn de plangrenzen afgestemd met het bestemmingsplan Weg Veendam - Ter Apel. Daarnaast is het lint Oosterstraat opgenomen in het bestemmingsplan Ter Apel dorp. De plangrenzen zijn hierop afgestemd. In figuur 1 is het plangebied weergegeven.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
5
bestemmingsplan De Linten
Figuur 1 De ligging van het plangebied
6
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
1.4
Karakter bestemmingsplan
Er is een Nota van Uitgangspunten opgesteld. Deze nota heeft als basis gediend voor dit bestemmingsplan. In deze nota is op hoofdlijnen een beschrijving van het bestemmingsplan gegeven en zijn zo nodig (beleids)keuzes gemaakt op basis waarvan de herziening van dit bestemmingsplan De Linten is opgesteld. Het op te stellen bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard. Dit betekent dat het plan primair gericht is op het regelen van de bestaande functies en de bestaande bebouwing in het plangebied. Het plan biedt ruimte voor kwaliteitsverbetering en aanpassing van woningen aan de eisen van de tijd en eventueel sloop, samenvoeging en renovatie. Uitgangspunt is om de bouwmogelijkheden af te stemmen op de mogelijkheden van de kavel. Dit betekent dat er op grotere kavels meer bebouwing mogelijk is dan op kleinere kavels. In de linten is een aantal relatief kleine en perceelsgebonden ontwikkelingen mogelijk, maar in principe zal het plan een beheersmatige opzet krijgen. De ontwikkelingen beslaan invullocaties voor een beperkt aantal woningen of wonen in combinatie met bedrijvigheid. Het is namelijk wenselijk dat er ruimte wordt geboden voor kleinschalige ontwikkelingen. Potentiële invullocaties zijn aan de hand van een opgesteld afwegingskader beoordeeld. In paragraaf 4.2 wordt hier verder op ingegaan. Het bestemmingsplan is conform de regels van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) opgezet volgens de wettelijk verplichte Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008). De benaming van de bestemmingen, de kleuren en de tekens op de digitale verbeelding, hierna plankaart genoemd, zijn volgens de verplichte standaard opgezet. Het bestemmingsplan voldoet aan de wettelijke eisen van digitale uitwisselbaarheid.
1.5
Leeswijzer
Dit bestemmingsplan is als volgt opgesteld: hoofdstuk 2: in dit hoofdstuk zijn de beleidsuitgangspunten van het rijk, de provincie en de gemeente geschetst; de omgevingsaspecten geluidhinder, luchtkwaliteit, milieuhinder bedrijvigheid, bodem, externe veiligheid, water en ecologie geven belemmeringen en voorwaarden voor het bestemmingsplan. Deze zijn in hoofdstuk 3 weergegeven; hoofdstuk 4: hierin zijn de ruimtelijke en functionele uitgangspunten weergegeven; hoofdstuk 5: aangegeven is in dit hoofdstuk hoe de uitgangspunten uit de vorige hoofdstukken zijn doorvertaald in de bestemmingen; hoofdstuk 6: in dit hoofdstuk wordt tot slot ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
7
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 2 2.1
Beleidskader
Algemeen
Het beleid van het rijk, de provincie en de gemeente geeft uitgangspunten voor het bestemmingsplan. In dit hoofdstuk zijn deze uitgangspunten weergegeven. Uitgangspunten voor ecologie, water en milieu komen in hoofdstuk 3 aan bod.
2.2
Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) Met de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) zet het Rijk in op een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. De SVIR vervangt de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Meer dan bij de voorgaande nota's legt het Rijk het primaat van de ruimtelijke ordening bij Provincies en Gemeenten ('decentraal, tenzij...'). Een aantal rijksbelangen en planologische instrumenten komt daarmee te vervallen. Voorbeelden hiervan zijn de Nationale Landschappen, Rijksbufferzones. Om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren hanteert het rijk een ladder voor duurzame verstedelijking: beoordelen of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale vraag; beoordelen of deze vraag ook binnen bestaand bebouwd gebied gerealiseerd kan worden; en een beoordeling of - indien het voorgaande niet het geval is - de locatie buiten bestaande bebouwd gebied wel multimodaal is of kan worden ontsloten. Wel neemt het Rijk verantwoordelijkheid voor de opgaven: die nationale baten/lasten hebben de provinciale of gemeentelijke doorzettingsmacht overstijgen (mainports Schiphol en Rotterdam, de greenports en brainport Eindhoven); waarvoor internationale verplichtingen zijn aangegaan (Werelderfgoed, duurzame energie en biodiversiteitsdoelstellingen); het onderwerp provincie- of landsgrensoverschrijdend is of een hoog afwentelingsrisico kent (hoofdnetwerk mobiliteit, waterveiligheid, energie). In het bestemmingsplan zijn geen rechtstreekse mogelijkheden opgenomen voor nieuwe woningbouwplannen. De mogelijkheden voor toekomstige woningbouw (wijzigingsbevoegdheden) zijn beperkt tot het gebied dat door de provincie is aangewezen als bestaand bebouwd gebied. Een definitieve afweging of woningbouw wel/niet kan plaatsvinden gebeurt wanneer daarvoor concrete aanvragen worden ingediend.
2.3
Provinciaal beleid
Op 14 december 2000 is het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) “Koersen op Karakter” door Provinciale Staten vastgesteld. In dit plan zijn het Streekplan, het Waterhuishoudingsplan, het Milieubeleidsplan en het Mobiliteitsplan geïntegreerd. Op 5 juli 2006 is door Provinciale Staten van Groningen het POP2 vastgesteld, een partiële herziening van het eerdere omgevingsplan. Op 17 juni 2009 hebben Provinciale Staten het Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009-2013 definitief vastgesteld. Het POP is grotendeels een voortzetting van het bestaand beleid. De provincie houdt vast aan de concentratie van windturbines in een drietal parken om zo het landschap te beschermen. Voor een aantal onderwerpen is nieuw beleid ontwikkeld. Zo is het onderdeel duisternis, een belangrijke kernkarakteristiek van de provincie, aangescherpt. De lichtuitstoot bij nieuwe stallen voor melkvee (ligboxenstallen) wordt teruggedrongen om de duisternis in de provincie te handhaven. En bestaande volwaardige intensieve veehouderijen kunnen zich ontwikkelen, maar nieuwe intensieve veehouderijen zijn niet meer toegestaan. Om verrommeling tegen te gaan komen er in principe geen nieuwe
8
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten bedrijventerreinen. Het accent ligt op revitalisering van de bestaande terreinen. In hoofdlijnen wordt hieronder per thema het beleid weergegeven. Voor dit plan is vooral het beleid aangaande bedrijvigheid, wonen en landschap van belang. In de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2009 is aangegeven waar gemeenten in bestemmingsplannen rekening mee moeten houden. Daar waar dit relevant is dit weergegeven.
Landschap De provincie streeft naar een goed ingericht en verzorgd landschap, met duurzaam behoud van de kernkarakteristieken van de verschillende landschapstypen. Daarvoor zijn nodig: behoud en versterking van karakter, diversiteit en belevingswaarde van het landschap; behoud en versterking van de cultuurhistorische, ecologische, archeologische en aardkundige waarden van het landschap; toevoegen van kwaliteit aan het landschap bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij nieuwe ingrepen in het landschap moet het streekeigen karakter van het gebied als vertrekpunt genomen worden. Bij grootschalige ontwikkelingen van provinciaal belang, zoals de aanleg van nieuwe infrastructuur, bedrijventerreinen, windturbineparken en woningbouw, moet vanaf het begin van de planvorming rekening worden gehouden met landschappelijke karakteristieken. Het landschapsontwikkelingsplan (LOP) van de regio Oost is een belangrijke basis voor de invulling van het provinciaal landschapsbeleid. Het plangebied is voor een groot deel gelegen in het Heide-ontginningslandschap en voor een klein deel in het veenkoloniaal landschap. De provincie acht de volgende kernkarakteristieken voor het plangebied van provinciaal belang: grootschalige openheid, duisternis en stilte, waterlopen en wegenpatroon.
Buitengebied Ten aanzien van het buitengebied gelden specifieke regels. Om verstening en versnippering van het buitengebied tegen te gaan, moen zonder toestemming van de provincie geen nieuwe stedelijke functies in het buitengebied worden gebouwd. Het gaat daarbij onder andere om woningen en niet-agrarische bedrijvigheid. Bestaande niet-agrarische functies mogen onder voorwaarden worden uitgebreid. In bijlage 4 van deze toelichting is een kaart opgenomen waarop de begrenzing van het buitengebied is weergegeven. Overigens is deze begrenzing niet meer volledig actueel, omdat Gedeputeerde Staten een nieuwe begrenzing aan het voorbereiden is. Deze wijziging is al verwerkt in op de verbeelding.
Infrastructuur De N366 doorsnijdt twee keer het plangebied. De weg is gecategoriseerd als Stroomweg B. De kwaliteit van de verkeersafwikkeling en veiligheid is dusdanig dat deze verbeterd moet worden. Hiermee zal in de planperiode van start gegaan worden. Daarnaast is er ruimte gereserveerd voor de spoorverbinding Veendam - Stadskanaal - Ter Apel. In navolgend figuur is dit weergegeven. In de provinciale omgevingsverordening is opgenomen dat de gemeenten gevraagd wordt in hun bestemmingsplannen geen gebouwen en bouwwerken of gebruik toe te staan die de aanleg van de spoorweg onmogelijk maakt.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
9
bestemmingsplan De Linten
Figuur 2 Fragment kaart Omgevingsverordening provincie Groningen: infrastructuur
Het Ter Apelkanaal maakt deel uit van de route tussen het zuiden van Drenthe en Midden- en Oost-Groningen en is onderdeel van het Basistoervaartnet. Het is een Bm-route. Dit betekent onder meer dat de bruggen minimaal 2,75 meter hoog moeten zijn.
Bedrijvigheid Niet-stuwende, lokale en subregionale bedrijven (uitgezonderd agrarische bedrijven en detailhandel) moeten zich in beginsel vestigen of uitbreiden op lokale bedrijventerreinen bij de grotere kernen. Dit doet de provincie vooral om het landschap te beschermen. Vestiging van nieuwe niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied en de daarbij behorende kleine kernen en bebouwingslinten mag onder bepaalde voorwaarden alleen plaatsvinden in bestaande, vrijkomende gebouwen, zoals oude boerderijen. Uitbreiding van bedrijfsactiviteiten is niet mogelijk. Deze moeten binnen de bestaande, vrijkomende bebouwing worden uitgevoerd. Voor de overige bestaande niet-agrarische bedrijvigheid is beperkte uitbreiding mogelijk. Deze uitbreiding mag niet tot ernstige aantasting van landschap, natuur en milieu en verkeersoverlast leiden. Regels voor vestiging en uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied zijn opgenomen in de provinciale omgevingsverordening (artikel 4.27).
Wonen De provincie biedt incidenteel ruimte voor woningbouw in kleine kernen en bebouwingslinten, wanneer de ruimtelijke kwaliteit daarmee wordt verbeterd. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer door de nieuwbouw een storend gat in een kern of lint wordt opgevuld. Daarnaast biedt de provincie mogelijkheden voor woningbouw op locaties waarvan het gebruik en de bebouwing als storend worden ervaren en die bij herontwikkeling de gewenste kwaliteit aan het landschap toevoegen. De provincie denkt hierbij aan ruïnes, verpauperde en andere terreinen of gebouwen die hun functie hebben verloren. Ook bij deze vormen van woningbouw moet rekening worden gehouden met de essentiële en
10
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten ondersteunende landschapskarakteristieken. Een goede basis voor deze vormen van woningbouw kan worden gelegd in dorpsvisies.
Functiewijziging vrijkomende gebouwen In het buitengebied hebben we te maken met gebouwen die hun oorspronkelijke functie verliezen, zoals monumentale boerderijen met bijbehorende schuren. De provincie biedt de mogelijkheid om deze gebouwen te gebruiken voor andere activiteiten en wil daarmee bijdragen aan de verbetering van de leefbaarheid van het platteland, aan handhaving van het cultureel erfgoed en aan de kwaliteit van het landschap. Te denken valt aan wonen, hobbymatige agrarische activiteiten, recreatie, zorgfuncties, kunstzinnige en culturele activiteiten, kleinschalige bedrijvigheid, opslag en dienstverlening. Afgezien van geringe aanpassingen moeten deze activiteiten binnen de bestaande bebouwing plaatsvinden. Detailhandel is alleen toegestaan als streekeigen agrarische producten worden verkocht. De provincie heeft regels voor het benutten van vrijkomende bebouwing opgenomen in de omgevingsverordening (artikel 4.27).
2.4
Gemeentelijk beleid
Toekomstvisie Vlagtwedde 2020: Instappen in de Ruimte (2004) De Toekomstvisie beschrijft hoe de gemeente zich op langere termijn moet ontwikkelen. Daarbij wordt ingezet op vier inhoudelijke speerpunten: wonen, werken, voorzieningen en landschap.
Wonen Vlagtwedde is een groene woongemeente. Binnen de randvoorwaarden van landschap en beeldkwaliteit, krijgen bewoners zoveel mogelijk ruimte om hun woonwensen te realiseren. Er wordt overwegend kleinschalig en kwalitatief goed gebouwd voor eigen inwoners én voor mensen van buiten, gespreid over de gemeente. Vanuit landschappelijk oogpunt zijn sommige kernen 'klaar': er vindt dan geen verdere uitbreiding plaats buiten een bepaalde grens. Discussie over nieuwe dorpen is (daarom) goed.
Werken Vlagtwedde blijft een werkgemeente. Grootschalige bedrijvigheid wordt gestimuleerd op het Bedrijvenpark Zuid-Groningen, dat is uitgebouwd tot een hypermodern agropark. In de rest van de gemeente ligt de nadruk op kleinschalige bedrijvigheid. Er is voldoende (planologische) ruimte gekomen voor de “kraamkamerfunctie”, de eerste levensjaren van een bedrijf voordat het naar een bedrijventerrein of kantoor gaat. Groeiende bedrijven moeten naar een industrieterrein, soms vormen leegstaande boerderijen een vestigingsoptie.
Voorzieningen Voorzieningen zijn er primair voor de eigen bewoners en liggen zo dicht mogelijk bij de burger. Daarbij geldt “spreiding waar mogelijk, concentratie waar nodig”. Het is normaal dat de hoeveelheid voorzieningen in kleine kernen kleiner is dan in grotere kernen. Uitgangspunt is dat in principe geen nieuwe bebouwing wordt opgericht, maar wordt aangehaakt bij bestaande voorzieningen.
Landschap, landbouw en toerisme Qua landschap zet de Toekomstvisie in op behoud (landschapsonderhoud, planologische waarborgen) en op versterking (realiseren EHS, vergroten variatie in het veenkoloniale gebied). Het landschap is er bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
11
bestemmingsplan De Linten om van te genieten (wonen, recreëren) en niet alleen om naar te kijken. Landbouw blijft een belangrijke drager van het landschap. Toerisme is een belangrijke sector: er wordt gemikt op de actieve rustzoeker en de cultuurtoerist.
Beleid inzet woningbouwcontingent 2010-2020 Op grond van de Provinciale Omgevingsverordening dienen gemeenten een eigen beleid ten aanzien van de woningvoorraad (contingenten) te ontwikkelen. De gemeente Vlagtwedde heeft haar beleidkeuzes uitgewerkt in de Beleidsnotitie Inzet Contingent (16-05-2010) en vervolgens vastgesteld tijdens de raadsvergadering van 12 mei 2011. Voor het aantal woningen zijn de afspraken die op regionaal niveau, tussen de 7 oost-groninger gemeenten, zijn gemaakt, leidend. Op basis van dit plan kunnen tot het jaar 2020 maximaal 218 woningen aan de bestaande voorraad worden toegevoegd. De gemeente kiest ervoor om de contingenten flexibel in te zetten en voorrang te geven aan concrete bouwplannen en aan particuliere ontwikkelingen boven die van commerciële ontwikkelingen (projectlocaties). Woningbouw zal daardoor in veel gevallen plaatsvinden op open plekken in het lint. Om nieuwbouw op invullocaties mogelijk te maken is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen (zie paragraaf 4.2). Deze wijzigingsbevoegdheid geldt niet voor de gebieden die door de provincie zijn aangemerkt als zijnde buitengebied. Het beleid voor de inzet van woningbouwcontingenten is opgenomen als bijlage 2 van de toelichting.
Welstandsnota (2008) In de gewijzigde Woningwet 2003 is een structureel andere opzet gegeven aan het welstandstoezicht. Gemeenten dienen hun welstandsbeleid voortaan inzichtelijk te maken en vast te leggen in een gemeentelijke welstandsnota. Een belangrijke peiler van de Welstandsnota Vlagtwedde vormen de algemene criteria, de gebiedsgerichte criteria en de objectgerichte criteria. Deze worden gehanteerd om te beoordelen hoe het bouwwerk zich in zijn omgeving voegt. Hiertoe is de gemeente opgedeeld in deelgebieden. Voor ieder deelgebied gelden specifieke welstandscriteria. Onderlegger van de gebiedsindeling vormen de diverse historische bebouwingslinten en dorpstypen in de gemeente. In het algemeen richten de welstandscriteria zich op het handhaven van de kenmerkende ruimtelijke structuur en de gevarieerde bebouwing. Dit betekent dat “aansluiting bij de historische context” een essentieel uitgangspunt vormt bij nieuw- en verbouw. Voor de historische linten zijn specifieke welstandcriteria geformuleerd
12
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 3
Omgevingsaspecten
Uit de bestaande omgevingssituatie kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden voortkomen voor dit bestemmingsplan. In de volgende paragrafen komen de omgevingsaspecten aan bod.
3.1
Geluidhinder
De Wet geluidhinder heeft als belangrijkste doel het bestrijden en voorkomen van geluidhinder. Op grond van de wet zijn verschillende vormen van geluidhinder te onderscheiden die directe raakvlakken hebben met de ruimtelijke ordening. Voor dit bestemmingsplan is de regelgeving ten aanzien van wegverkeerslawaai en industrielawaai van belang. Wegverk eerslawaai In de Wet geluidhinder is bepaald dat elke weg in principe een zone heeft, waar aandacht aan geluidhinder moet worden besteed. De Wet geluidhinder onderscheidt geluidsgevoelige objecten enerzijds en niet-geluidsgevoelige objecten anderzijds. Een woning is bijvoorbeeld een geluidsgevoelig object. Indien de woning langs een zoneplichtige weg wordt gesitueerd, dient door middel van een akoestisch onderzoek te worden aangetoond dat wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de geluidhinder van de wegen. Wegen waar deze zone in principe niet geldt, zijn: wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied; wegen waarvoor een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur. De wegen in de linten hebben een snelheidsregime van maximaal 50 km/uur. Volgens de Wet geluidhinder dient er langs deze wegen aandacht aan de geluidhinder van het wegverkeer geschonken te worden. Geluidsgevoelige functies mogen niet zonder meer een uitbreiding realiseren op plaatsen waar een hogere geluidbelasting dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel kan ontstaan. Als het bestemmingsplan de bestaande geluidgevoelige functies aan de kant van deze wegen geen uitbreiding biedt, is daarmee de bestaande situatie vastgelegd en is een nadere akoestische verantwoording niet nodig. Woningen die verder dan 5 meter van de weg staan, mogen dichter op de weg teruggebouwd worden. Dit zal echter incidenteel voorkomen. Daarnaast zijn de intensiteiten op de weg niet heel hoog zodat er geen problemen worden verwacht. Voor de invullocaties die na afweging geschikt zijn bevonden als woon of woon-werklocatie, wordt een aparte bestemmingsplanprocedure gevolgd als zich er een initiatief voordoet (zie paragraaf 4.2). In het kader van deze procedure zal dan mede worden gelet op de normstelling uit de Wet geluidhinder. Industrielawaai Het plangebied ligt voor een deel binnen de geluidszones van de industrieterreinen 't Heem en Bedrijvenpark Zuid Groningen. Deze terreinen hebben een geluidszone vanwege de aanwezigheid van inrichtingen die veel geluid produceren. Ook het Oval racingcircuit in Ter Apel heeft een geluidszone. De geluidsbelasting van de inrichtingen mag op de zonegrenzen niet hoger zijn dan 50 dB(A). Bij het realiseren van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen de geluidszone, dient te worden getoetst aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder.
3.2
Luchtkwaliteit
Een onderdeel van de Wet milieubeheer betreft de luchtkwaliteit. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
13
bestemmingsplan De Linten de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde en; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt of; een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging. In het NSL is opgenomen dat de volgende projecten “niet in betekenende mate” bijdragen aan de luchtverontreiniging. Dit zijn onder andere: woningbouwlocaties met niet meer dan 1.500 nieuwe woningen bij één ontsluitingsweg en 3.000 nieuwe woningen bij twee ontsluitingswegen; kantoorlocaties met een bruto vloeroppervlak van niet meer dan 100.000 m2 bij één ontsluitingsweg en 200.000 m2 bij twee ontsluitingswegen; bepaalde landbouwinrichtingen1. Grenswaarden voor de luchtkwaliteit worden in de provincie Groningen sporadisch overschreden. In het bestemmingsplan worden tevens geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging waardoor er ook geen overschrijdingen van grenswaarden zullen zijn. Hiermee voldoet het bestemmingplan aan de Wet milieubeheer en zijn er op het gebied van luchtkwaliteit geen belemmeringen te verwachten.
3.3
Milieuhinder bedrijvigheid
Bedrijven kunnen milieuhinder veroorzaken voor gevoelige functies (wonen maar ook bos- en natuurgebieden). Ten aanzien van agrarische bedrijvigheid geldt specifieke (landelijke) milieuregelgeving. Hierin worden onder meer regels gegeven voor de afstand van agrarische bedrijven tot gevoelige functies. Beleid hiervoor is onder meer geformuleerd in de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet milieubeheer. In het kader van deze regelgeving worden de milieueffecten van de bedrijven concreet geregeld. De Wet geurhinder en veehouderij, die per 1 januari 2007 in werking is getreden, geeft normen voor de geurbelasting die milieuvergunningsplichtige veehouderijbedrijven mogen veroorzaken op een geurgevoelig object (bijvoorbeeld een woning). De regeling geldt zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Aangaande de agrarische bedrijvigheid in het aangrenzende buitengebied, verschaft het Bestemmingsplan Buitengebied het planologisch kader. De milieuvergunning geeft op individueel niveau een regeling ter voorkoming van milieuhinder op gevoelige functies in de lintbebouwing. Binnen het plangebied bevinden zich ook agrarische bedrijven. Deze zijn als zodanig bestemd. Door de ligging op korte afstand van de woonbebouwing zijn deze bedrijven milieutechnisch begrensd in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Het bestemmingsplan geeft voor deze bedrijven een regeling die afgestemd is op de vigerende rechten. Er is een mogelijkheid tot afwijking opgenomen om beperkt te kunnen uitbreiden. Hieraan is de voorwaarde gekoppeld dat dit alleen mogelijk is als de milieusituatie dit toelaat. Als uitbreiding gewenst is dan zal dus per individueel geval bekeken worden of de uitbreiding niet leidt tot een verslechtering van de milieuhinder voor de woningen in de linten. Ten aanzien van de niet-agrarische bedrijvigheid, wordt uitgegaan van de aard van de bedrijvigheid en wordt aangesloten op de planologische milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten waar het gaat om de vaststelling van de milieubelasting van de bedrijven. Van de zwaardere bedrijven zal de milieucategorie in het bestemmingsplan worden vastgelegd op de aanwezige situatie. Daarnaast voorziet de Wet milieubeheer op individueel niveau in een regeling ter beperking van eventuele milieuhinder. Bij de potentiële invullocaties voor wonen of wonen-werken is gekeken naar de bedrijvigheid in de omgeving. Bij de locaties waar bedrijvigheid milieuhinder veroorzaakt voor de nieuwe invulling, is dit aangegeven. Deze zijn in eerste instantie niet geschikt. Dit kan veranderen als er bedrijven weggaan. Daarom zijn de locaties wel beoordeeld.
14
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
3.4
Bodem
Bij de afstemming met het milieubeleid is ook aandacht nodig voor het onderwerp bodemsaneringslocaties. Bij nieuwe ontwikkelingen moet gekeken worden naar mogelijke verontreiniging van bodem en grondwater. Door middel van een verkennend bodemonderzoek wordt dan bekeken of er sprake is van de eventuele aanwezigheid van verontreinigingen in de grond en in het grondwater, teneinde te bepalen of er vanuit milieuhygiënisch oogpunt belemmeringen bestaan voor toekomstige bouwactiviteiten. In dit bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen bij recht mogelijk gemaakt. Eventuele invulling van potentiële locaties voor wonen of wonen-werken zullen gerealiseerd worden door middel van een aparte bestemmingsplanprocedure. In dat kader zal dan ook een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd worden.
3.5
Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen.
Inrichtingen Op basis van de risicokaart van de provincie Groningen is geconstateerd dat van de volgende inrichtingen de risicocontouren (plaatsgebonden risico2 over het plangebied lopen en/of dat een deel van het plangebied binnen het invloedsgebied van de inrichting (groepsrisico) ligt3: AVEBE, M. en O.-Weg 11, Ter Apelkanaal: Westerwolde Ballooning, Nulweg 15, Ter Apel; Tankstation Plagge, Nulweg 25, Ter Apel; Tankstation Jan Potze, Rutenbrockerweg 1, Ter Apel. Binnen de risicocontouren mogen geen (geprojecteerde) kwetsbare objecten voorkomen. Daarnaast moet bekeken worden of het groepsrisico aanvaardbaar is. Hieronder wordt ingegaan op het plaatsgebonden risico en groepsrisico per inrichting. Nieuw risicovolle inrichtingen mogen niet gerealiseerd worden op basis van dit bestemmingsplan.
AVEBE in Ter Apelkanaal Hoewel deze locatie buiten het plangebied van dit bestemmingsplan valt, liggen een klein deel van de plaatsgebonden risicocontour en het invloedsgebied van de AVEBE wel binnen het plangebied. Ten aanzien van het plaatsgebonden risico moet worden geconcludeerd dat de 10-6 contour de inrichtingsgrens van de AVEBE overschrijdt. Binnen deze contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten worden gerealiseerd. Deze contour valt voor een klein deel over het plangebied van dit bestemmingsplan. Dit deel heeft de aanduiding “Veiligheidszone - bevi” gekregen. Uit een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) die de AVEBE heeft laten opstellen, blijkt ten aanzien van het groepsrisico dat deze ruimschoots onder de oriëntatiewaarde blijft. Er wordt echter een nieuwe QRA opgesteld in verband met een wijziging van het bedrijf. De resultaten hiervan zullen te zijner tijd opgenomen worden in dit bestemmingsplan. In het kader van het wettelijk vooroverleg (art 3.1.1. Bro) is de regionale brandweer om advies gevraagd.
Westerwolde Ballooning, Nulweg 15, Ter Apel
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
15
bestemmingsplan De Linten
Westerwolde Ballooning heeft een propaantank met een opslagcapaciteit van 8 m3 op hun terrein staan. De risicocontour van het plaatsgebonden risico ligt niet over het plangebied. Aangezien propaantanks tot en met 13 m3 niet onder het Bevi vallen, is een groepsrisicoverantwoording niet verplicht.
Tankstation Plagge, Nulweg 25, Ter Apel De risicocontouren van het plaatsgebonden risico liggen niet over het plangebied. Een klein deel van het plangebied ligt binnen het invloedsgebied voor het groepsrisico. In het kader van het Bestemmingsplan Buitengebied is het groepsrisico in kaart gebracht. Op basis hiervan is geconcludeerd dat het groepsrisico aanvaardbaar is. Het advies van de regionale brandweer zal te zijner tijd verwerkt worden in dit bestemmingsplan.
Tankstation Jan Potze, Rutenbrockerweg 1, Ter Apel De doorzet is minder dan 1.000 m3 per jaar. Binnen de zones van het vulpunt (45 m), de opslagtank (25 m) en de afleverzuil (15 m) is een beperkt kwetsbaar object (café/restaurant) gelegen. Voor dergelijke objecten geldt de PR 10-6-contour als richtwaarde. Daarmee voldoet het plan aan de normstelling van het PR. Voor een bestaand object wordt ligging binnen de PR 10-6-contour aanvaarbaar geacht.
De rechtstreekse bouwmogelijkheden binnen de bestemming zijn begrensd door een strak bouwvlak. Het gebruik van de horecabestemming ten behoeve van een hotel achten wij uit het oogpunt van externe veiligheid niet wenselijk, omdat het verblijven van personen in de nachtperiode de veiligheidssituatie doet afnemen ten opzichte van de huidige situatie. In de regels wordt daarom een bepaling opgenomen, waarmee het gebruik van de bestemming als hotel wordt uitgesloten. Daarmee wordt voorkomen dat het horecabedrijf een kwetsbaar object wordt en niet meer voldoet aan de grenswaarde voor het PR.
Op basis van het advies van de regionale brandweer moet het GR worden verantwoord.
Vervoer van gevaarlijke stoffen Voor ruimtelijke besluiten in invloedsgebieden van risicovolle transportassen (spoor/weg/water) is de circulaire “RisicoNormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen” (RNVGS) van toepassing. Deze circulaire wordt in 2012 vervangen door het Besluit transport externe veiligheid (Btev) en het daaraan gekoppelde Basisnet. Daarnaast zijn de regels voor het provinciaal basisnet Groningen van toepassing. Basisnet vervoer van gevaarlijke stoffen Het Rijk heeft het ontwerp Basisnet Weg opgesteld (december 2008). Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen spelen belangen op het gebied van vervoer, ruimtelijke ontwikkeling en veiligheid een grote rol. Er zijn steeds meer ontwikkelingen in Nederland zichtbaar die zorgen voor spanning tussen deze belangen. Met het doel een duurzaam evenwicht te creëren tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, ruimtelijke ontwikkelingen en veiligheid is het Basisnet ontstaan. Gemeenten krijgen langs sommige wegen te maken met een veiligheidszone en/of een plasbrandaandachtsgebied (PAG). Langs wegen zonder veiligheidszone of PAG gelden geen directe beperkingen voor de bebouwing. Wel moet voor bouwplannen binnen 200 meter langs alle Basisnetwegen het groepsrisico verantwoord worden mits het GR toeneemt en/of boven een bepaalde waarde uitkomt (wordt vastgelegd in het Besluit transportroutes externe veiligheid). De wegen in het plangebied zijn niet opgenomen in het Basisnet van het rijk. De provincie Groningen heeft voor de provinciale wegen een Basisnet opgesteld. Op basis van gegevens uit het ontwerp Provinciaal Basisnet Groningen is er geen 10-6 contour aanwezig langs de N366 of ligt de 10-6 contour op de weg. Daarnaast heeft de provincie het volgende beleid geformuleerd dat van toepassing is voor dit bestemmingsplan. Binnen 30 meter van alle provinciale en rijkswegen spoorwegen (m.u.v. Groningen Leeuwarden) mogen geen nieuwe objecten ten behoeve van minder zelfredzame
16
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten mensen gerealiseerd worden. Dit is ten behoeve van de extra bescherming van minder zelfredzame mensen tegen het grootste scenario van de meest vervoerde gevaarlijke stof (brandbare vloeistoffen; benzine/diesel), de plasbrand. Dit gebied wordt plasbrandaandachtgebied (PAG) genoemd. In het plangebied liggen de volgende wegen waarvoor dit van toepassing is: N366, N364 en N976. Binnen 30 meter van deze wegen, maakt dit bestemmingsplan geen objecten mogelijk van minder zelfredzame personen. Invloedsgebied Het invloedsgebied van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg is niet eenduidig gedefinieerd. In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen wordt aangegeven dat voor het gebied dat op meer dan 200 meter van de transportroute ligt in principe geen beperkingen voor ruimtelijke gebruik bestaat. Het gebied waarbinnen nog dodelijke slachtoffers kunnen vallen (het gebied binnen de 1% letaliteitgrens) is groter dan deze 200 meter en wordt bepaald door de stofcategorie met de hoogste 1% letaliteitsafstand. In het ontwerp Provinciaal Basisnet Groningen is aansluiting gezocht bij de concepttekst van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (Btev). Deze aansluiting heeft tot gevolg dat de verantwoording van het groepsrisico geknipt wordt in een deel rampenbestrijding en zelfredzaamheid en een deel nadere verantwoording GR. Beiden hebben betrekking op het (invloeds)gebied welke reikt tot 200 meter aan weerszijden van de weg. Voor het eerste deel (rampenbestrijding en zelfredzaamheid) dient advies te worden gevraagd aan de Regionale brandweer. Voor het tweede deel, de nadere verantwoording van groepsrisico wordt voor het ontwerp Provinciaal Basisnet Groningen een uitzondering gemaakt (geen verantwoording GR) indien aan onder andere de volgende criteria wordt voldaan. Er worden maximaal 41 woningen per hectare binnen de 200 meter zone toegevoegd of er worden maximaal 100 personen per hectare binnen de 200 meter zone toegevoegd. Op basis van dit (conserverende) bestemmingsplan zal er geen toename van meer dan 100 personen per hectare zijn binnen het gebied van 200 meter aan weerszijden van de weg. En dus hoeft er geen nadere verantwoording plaats te vinden en er kan worden volstaan met een advies van de Regionale brandweer Groningen met betrekking tot rampenbestrijding en zelfredzaamheid. Het advies zal te zijner tijd in dit bestemmingsplan worden opgenomen. De eventuele benutting van invullocaties voor wonen of wonen/werken wordt geregeld via een aparte planprocedure (wijzigingsprocedure). Als dit op een locatie is langs één van bovengenoemde wegen dan zal in het kader van de bestemmingsplanprocedure gekeken worden naar de toename van het groepsrisico.
Buisleidingen Nabij en deels door het plangebied liggen twee hoge druk gasbuisleidingen waarvan de Gasunie leidingbeheerder is. Aan de westkant van het plangebied loopt de leiding met code N-522-54-KR en de leiding met code N-522-59-KR snijdt het plangebied in deelplan 4. Voor de leidingen gelden de volgende aspecten:
Code
Richting
diameter
druk
belemmerde zone
10-6
1% letaliteit
100% letaliteit
(inch)
(mm)
(bar)
(m)
(m)
(m)
(m)
N-522-54-KR-00 7
N-Z
4,25
108
40,0
5
0
45
30
N-522-59-KR-00 8
O-W
6,63
168,3
40,0
5
0
75
55
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
17
bestemmingsplan De Linten
Het plaatsgebonden risico van beide hoge druk gasbuisleidingen van 10-6 per jaar is 0 meter en ligt dus op de leidingen. Op basis van het concept Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) moet een belemmerde strook van 5 meter aan weerszijden van de leiding in acht worden genomen. Het plangebied ligt voor een heel klein deel binnen het invloedsgebied van de leiding N-522-54-KR, namelijk ter hoogte van Kloosterveenweg 138 en een klein deel van de Kloosterveenweg (van 60 t/m 73). Hetzelfde geldt voor het invloedsgebied van de leiding N-522-59-KR, daar waar die het plangebied kruist (tussen Kloosterveenweg 62 en 64). Gelet op het conserverende karakter van dit bestemmingsplan en geen uitbreiding van (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk wordt gemaakt, speelt het groepsrisico in beide situaties geen rol.
Verantwoording van het groepsrisico Op basis van de gegevens van de regionale brandweer moet een verantwoording van het groepsrisico worden opgenomen.
3.6
Waterparagraaf
Als gevolg van de verwachte klimaatverandering is het aspect water de afgelopen jaren steeds meer op een integrale wijze benaderd. In de startbijeenkomst Waterbeleid in de 21e eeuw is in 2001 vastgelegd dat bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden met de belangen van het water. Een belangrijke verplichting voor alle plannen en projecten is de watertoets. Het doel hiervan is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De 'winst' die wordt behaald bij de watertoets, ligt bij de vroegtijdige betrokkenheid van de waterbeheerder en de informatievoorziening. Het plangebied valt in het werkgebied van het Waterschap Hunze en Aa's.
Provinciaal beleid De provincie houdt zich bezig met water voor landbouw, natuur, industrie, wonen en recreatie. Het waterbeleid staat dus niet op zichzelf maar hangt samen met andere beleidsterreinen. In het Provinciaal Omgevingsplan (POP) is het beleid voor de waterhuishouding in de provincie daarom in samenhang met dat voor ruimtelijke ordening, milieu en mobiliteit beschreven. De zorg voor water vereist bijzondere aandacht binnen de provincie. Belangrijke onderwerpen hierbij zijn: veiligheid; wateroverlast; waterkwaliteit; watertekort. Voor dit bestemmingsplan spelen geen specifieke zaken.
Beleid Waterschap Hunze en Aa's Het Waterschap Hunze en Aa's heeft het Ontwerp - Beheerplan 2010-2015 opgesteld. Het beheerplan geeft voor een periode van zes jaar de hoofdlijnen aan voor beleid, beheer en onderhoud. In het plan zijn op hoofdlijnen de maatregelen aangegeven die het waterschap op het gebied van veiligheid en voldoende en schoon water wil gaan uitvoeren. Met die maatregelen speelt het waterschap in op de gevolgen van klimaatverandering en Europese normen voor schoon en gezond water. In het plan staan geen concrete maatregelen voor het plangebied.
18
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Wateradvies Dit bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Er spelen daardoor geen specifieke zaken. Aangezien de invulling van de potentiële locaties met wonen of wonen/werken zal verlopen via een aparte bestemmingsplanprocedure, zal in dit kader aandacht besteed worden aan de aspecten waterkwaliteit en -kwantiteit. Het voorontwerpbestemmingsplan zal in het kader van de watertoets aan het Waterschap Hunze en Aa's worden voorgelegd. Het schriftelijk wateradvies zal als bijlage worden bijgevoegd.
3.7
Ecologie
Het ecologische beleidskader in ons land wordt gevormd door de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Respectievelijk hebben de wetten betrekking op de bescherming van waardevolle gebieden en van waardevolle soorten.
Gebiedsbescherming Bij de gebiedsbescherming spelen de volgende aspecten: Beschermde Natuurmonumenten; Natura 2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden): de Europese Unie heeft een zeer gevarieerde en rijke natuur, die van grote biologische, esthetische en economische waarde is. Om deze natuur te behouden, heeft de Europese Unie het initiatief genomen voor Natura 2000. Dit is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden; Ecologische Hoofdstructuur (EHS): de EHS is een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en dat natuurgebieden hun waarde verliezen. De EHS kan worden gezien als de ruggengraat van de Nederlandse natuur. Nabij de linten liggen geen Beschermde Natuurmonumenten of Natura 2000-gebieden. Wel grenst het zuidelijk deel van het plangebied aan de Ecologische Hoofdstructuur. Dit is in navolgend figuur weergegeven. Dit deel is gevoelig voor verzuring. Op grond van de Wet ammoniak en veehouderij is nieuwvestiging van veehouderijen binnen voor verzuring zeer kwetsbare gebieden en een zone van 250 meter daaromheen niet toegestaan. De regels hiervoor zijn opgenomen in de provinciale omgevingsverordening (artikel 4.12). In figuur 4 is weergegeven om welk deel het gaat. Nieuwvestiging van agrarische bedrijven is niet mogelijk in dit bestemmingsplan.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
19
bestemmingsplan De Linten
Figuur 3 Fragment kaart Omgevingsverordening provincie Groningen: natuur
Figuur 4 Fragment kaart Omgevingsverordening provincie Groningen verzuringsgevoelig, zeer kwetsbaar gebied
20
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Tevens zijn er geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan die een negatief effect zullen hebben op de doelen van de EHS. Bij de invulling van eventuele potentiële locaties voor wonen of wonen/werken in dit deel van het lint, zal bij de aparte bestemmingsplanprocedure gekeken worden of de ontwikkeling negatieve effecten heeft op de doelen van de EHS.
Soortenbescherming In de Flora- en faunawet heeft de overheid van nature in Nederland voorkomende planten- en diersoorten aangewezen die beschermd moeten worden. De bescherming houdt in dat het verboden is beschermde, inheemse planten te beschadigen en om beschermde, inheemse dieren te doden of te verontrusten, dan wel hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen, te vernielen, uit te halen of te verstoren. Daarnaast geldt voor alle in het wild levende dieren en planten en hun directe omgeving 'de zorgplicht'. Dit houdt in dat iedereen dient te voorkomen dat zijn handelen nadelige gevolgen voor flora en fauna heeft. De zorgplicht geldt altijd, zowel voor beschermde als onbeschermde soorten. Voor vogels geldt een algemene bescherming, waarbij het verboden is vogels en hun nesten in het broedseizoen te verstoren. Dat betekent dat het in die periode niet is toegestaan om werkzaamheden in een gebied te starten die bedreigend zijn voor broedvogels. Voor de meeste vogels geldt een broedseizoen van 15 maart tot en met 15 juli. Er zijn geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt in dit bestemmingsplan waardoor beschermde plantenen/of diersoorten bedreigd worden. Bij de invulling van eventuele potentiële locaties voor wonen of wonen/werken in dit deel van het lint, zal bij de aparte bestemmingsplanprocedure gekeken worden of door de ontwikkeling beschermde planten- en/of diersoorten bedreigd worden.
3.8
Archeologie
Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt deel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De kern van de WAMZ is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De WAMZ verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden. Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarde, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), een bescherming moeten bieden voor waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een aanlegvergunningenstelsel. Dit voorontwerpbestemmingsplan zal voorgelegd worden aan het Libau Steunpunt. Het advies zal opgenomen worden in dit bestemmingsplan.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
21
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 4 4.1
Uitgangspunten
Cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit
Ontginningsgeschiedenis De Linten liggen in een gebied dat relatief laat werd ontgonnen en bewoond. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen het heide-ontginningslandschap en het veenkoloniale landschap. In het heide-ontginngingslandschap werden woeste gronden in cultuur gebracht vanuit rechte heideontginningswegen. De ontginning van de veenkoloniën - die later op gang kwamen - werd door middel van kanalen tot stand gebracht. Via het Ter Apelkanaal werd afgegraven turf naar Groningen vervoerd. De bebouwing in het gebied is rond deze ontginningsassen geconcentreerd. Het plangebied ligt voor een groot deel in het heide-ontginningslandschap en voor een klein deel in het veenkoloniaal landschap. In onderstaande figuur is dit weergegeven en zijn de landschapstypen beschreven.
De hoofdstructuur van het heide-ontginningslandschap bestaat uit rechte heideontginningswegen met verspreide bebouwing. Het wordt gekenmerkt door grootschalige openheid. Dit geldt ook voor het veenkoloniaal landschap. De hoofdstructuur van dit landschap wordt gevormd door kanaaldorpen met een mix van agrarische, burger- en soms industriële bebouwing. Het achterliggende akkerbouwgebied is open en wordt gekenmerkt door parallelle wijken.
Figuur 5 Landschapstypen en deelgebieden
Ruimtelijk structuur In de ruimtelijke stuctuur van het gebied is de cultuurhistorie van het gebied nog goed herkenbaar. De beleving van de ruimtelijke structuur langs het kanaal is daarbij van groot belang. De volgende elementen worden gezien als kenmerkend voor de ruimtelijke structuur: de bebouwing wordt gevormd door een lintvormige bebouwingsstructuur. De afstand tussen de bebouwing varieert, waardoor de openheid en het zicht op het achterliggende gebied varieert. De bebouwing staat veelal op diepe percelen die, vooral wanneer er sprake is van een verdichting, door een concentratie van woonhuizen verhoudingsgewijs nogal smal zijn. het profiel van het openbaar gebied maakt een ruime indruk door bermen en de redelijke afstand van de van weg tot aan de voorgevels. De rijen bomen in de bermen van het kanaal dragen bij aan de beleving en herkenbaarheid van het kanaal;
22
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten erfbeplanting komt aan de voorzijde alleen bij sommige boerderijen en grote woonhuizen voor, die ten opzichte van het overheersende beeld wat naar achteren zijn gerooid; de meeste bebouwing is gesitueerd op een regelmatige afstand van de weg in een denkbeeldige rooilijn. Bij een gering deel is sprake van een verspringende rooilijn. De nokrichting is overwegend haaks op de wegas. De hoofdgebouwen zijn dominant ten opzichte van de bijgebouwen op het erf gesitueerd; de complexen van bruggen, sluizen en bebouwing bij de 6e, 7e en 8e verlaat zijn van het kanaal van belang voor de beleving van het kanaal zijn. Dit geldt ook voor de schutsluis naar het Rütenbrockkanaal; naast de lintbebouwing is er het AVEBE dorp. Het woonbuurtje kent een tamelijk gesloten bebouwingsstructuur langs een lineair stratenpatroon. Deze structuur dient behouden te blijven. Bebouwing Bij Ter Apel zijn vanaf 1900 langs reeds aanwezige wegen en kanalen de eerste vooroorlogse uitbreidingen ontstaan. De linten bestaan uit een gemengde bebouwing (boerderijen, woningen, winkels en bedrijfsbebouwing). Behalve een grote verscheidenheid aan bebouwingsfuncties, is ook de architectonische kwaliteit nogal uiteenlopend. Hoewel de bebouwing over het algemeen sober van karakter is, komen ook opvallende voorbeelden van bouwkunst uit de jaren 30 van de vorige eeuw voor.
Uitgangspunten Het accent ligt op behoud en kwaliteitsverbetering binnen de kenmerkende ruimtelijke structuur van de lintbebouwing. Daarnaast is de afwisseling tussen bebouwing en open ruimten van belang. De gronden tussen de bebouwing die niet in gebruik zijn als tuin, worden daarom conserverend bestemd. In bijlage 1 bij dit plan zijn criteria geformuleerd voor eventuele invullingen die in het linten plaatsvinden. Gronden die door de provincie zijn aangemerkt als buiten, worden niet als invullocatie gezien. De overheersende kavelrichting, haaks op de weg, dient zo veel mogelijk gehandhaafd te blijven. Dit wordt in dit bestemmingsplan niet afgedwongen. Incidenteel moet een afwijkende bebouwingsrichting mogelijk zijn. Via de toetsing aan de welstand zal geregeld worden dat dit incidenteel blijft.
4.2
Wonen
Bestaande bebouwing Het behoud van de woonfunctie en van de huidige kwaliteit van het wonen en verbetering daarvan staat voorop. Het plan biedt ruimte voor kwaliteitsverbetering en aanpassing van woningen aan de eisen van de tijd en eventueel sloop, samenvoeging en renovatie. Daarmee wordt ruimte geboden om in te spelen op veranderende behoeftepatronen, getoetst aan het algemeen belang. Dat betekent dat een zekere uitbreiding en vervanging van woningen mogelijk is, mits passend in het bebouwingspatroon en mits de bewoningssituatie dat toelaat. Gezien de ligging van de percelen aan het landelijk gebied is een goede landschappelijke inpassing van bebouwing gewenst. Om deze reden is het wenselijk dat de bebouwing aan de randen van de kavels lager is dan in het midden van de kavels. Dit is geregeld in de regels door middel van denkbeeldige lijnen met een helling. In navolgend figuur is dit schematisch weergegeven en toegelicht.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
23
bestemmingsplan De Linten
Figuur 6 Uitwerking aan- en bijgebouwenregeling
Toelichting uitwerking aan- en bijgebouwenregeling: zijdelingse perceelsgrens: 1. op de zijdelingse perceelsgrens mag de hoogte maximaal 2,5 m zijn; 2. de hoogte van een punt in een denkbeeldige lijn van 45°, getrokken vanuit een punt op 2,5 m hoogte op de zijdelingse perceelsgrens: elke meter naar het midden van het perceel mag het bijgebouw 1 meter hoger zijn. Voorbeeld: op 12 m uit de zijdelingse perceelsgrens mag een gebouw 12 m + 2,5 m = 14,5 m hoog zijn; achterste perceelsgrens:
24
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten 1. op de achterste perceelsgrens mag de hoogte maximaal 2,5 m zijn; 2. de hoogte van een punt in een denkbeeldige lijn van 30°, getrokken vanuit een punt op 2,5 m hoogte op de achterste perceelsgrens: elke meter naar het midden van het perceel mag het bijgebouw 2/3 meter hoger zijn. Voorbeeld: op 12 m uit de achterste perceelsgrens mag een gebouw 8 m + 2,5 m = 10,5 m hoog zijn; de maximale hoogte wordt bepaald door de breedte en diepte van het perceel: 1. voorbeeld 1: a. kavelbreedte 20 m: maximale hoogte vanuit zijdelingse perceelsgrens is 10 m (helft van de kavelbreedte) + 2,5 = 12,5 m; b. kaveldiepte 60 m: maximale hoogte vanuit achterste perceelsgrens is 40 m + 2,5 m = 42,5 m; c. de maximale hoogte van het gebouw wordt bepaald door de maximale hoogte vanuit de zijdelingse perceelsgrens, dus 12,5 m; 2. voorbeeld 2: a. kavelbreedte 60 meter: maximale hoogte vanuit zijdelingse perceelsgrens is 30 m (helft van de kavelbreedte) + 2,5 = 32,5 m; b. kaveldiepte 60 meter: maximale hoogte vanuit achterste perceelsgrens is 40 m + 2,5 m = 42,5 m. c. de maximale hoogte van het gebouw wordt bepaald door de maximale hoogte vanuit de zijdelingse perceelsgrens, dus 32,5 m. Het bebouwingspatroon bevat kleinere en grotere kavels. Dit is mede bepalend voor de bebouwingsmogelijkheden. Grotere kavels kunnen vaak meer bebouwing hebben. Uitgangspunt is dan ook om de bouwmogelijkheden af te stemmen op de mogelijkheden van de kavel.
Invullocaties In de linten zijn verschillende locaties (open plekken) die in aanmerking komen voor de realisatie van woningen of een woon-werklocatie, de zogenaamde invullocaties. Op deze locaties wil de gemeente (beperkt) nieuwbouw toestaan. Binnen de kaders van het provinciaal beleid (zie hoofdstuk 2), is hiertoe een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Daarmee kunnen de bestemmingen op de open plekken in het lint, 'Agrarisch - Cultuurgrond', 'Groen' en 'Bos', worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen - Lint 1' of 'Wonen - Lint 2'. In het geval van een concrete bouwaanvraag zal een aparte wijzigingsprocedure worden doorlopen. Bij het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid wordt aan twee kaders getoetst. Ten eerste gaat het om de beleidsmatige en stedenbouwkundige inpasbaarheid van woningen, ten tweede om het contingentenbeleid. Beide toetsingskaders worden onderstaand (kort) beschreven.
1. De beleidsmatige en stedenbouwkundige inpasbaarheid Voor de beoordeling van de locaties is een afwegingskader opgesteld. Dit afwegingskader is opgenomen in bijlage 1. In de wijzigingsregels wordt verwezen naar het afwegingskader. Beleidsmatig gezien is het wenselijk dat woningen op korte afstand van voorzieningen zijn gelegen en dat er voldoende openbaar groen en speelvoorzieningen aanwezig zijn en blijven (door realisatie van woningen kunnen deze immers verdwijnen). Deze aspecten vormen de zogenaamde zachte criteria voor de inpasbaarheid van woningen. Op grond van regelgeving en jurisprudentie zijn er ook meer harde criteria waaraan nieuwe woningen aan worden getoetst. Zo is het bijvoorbeeld niet wenselijk om woningen te realiseren nabij milieuhinderlijke bedrijvigheid. Daarnaast moeten de bestaande bedrijven niet worden beperkt in hun mogelijkheden door de realisatie van woningbouw. Zodoende dient bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid te worden gekeken naar de inpasbaarheid van woningen in relatie tot bedrijvigheid. Hetzelfde geldt voor de overige omgevingsaspecten die in hoofdstuk 3 in beeld zijn gebracht zoals archeologie, ecologie, water, geluid, bodem, externe veiligheid en luchtkwaliteit.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
25
bestemmingsplan De Linten
Aanvragen dienen tevens te worden getoetst aan de volgende stedenbouwkundige criteria: inpasbaarheid ruimtelijke structuur: cultuurhistorie en landschap: zorgvuldige inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke waarden; woonkwaliteit; ontsluiting en parkeergelegenheid; technische geschiktheid: waterhuishouding en bodemkwaliteit. 2. Contingentenbeleid. Ten aanzien van het maximaal te realiseren woningen (contigenten) heeft de gemeente haar beleid uitgewerkt. In de hele gemeente kunnen in de komende periode (tot 2020) maximaal 218 woningen aan de voorraad worden toegevoegd. Dit staat gelijk aan een vrije plancapaciteit van 284 woningen. De gemeente werkt met het principe 'hand aan de kraan'. Dit betekent dat alleen gebruik wordt gemaakt van de in bestemmingsplannen opgenomen wijzigingsbevoegdheden wanneer er nog voldoende woningbouwcontingent beschikbaar is. Ook dit is verankerd in de wijzigingsregels.
Functiewijziging vrijkomende gebouwen Bij het verdwijnen van de agrarische activiteit kan vrijkomende agrarische bebouwing in aanmerking komen voor functieverandering. De gemeente Vlagtwedde heeft een onderzoek gedaan naar het streekeigen karakter van de agrarische bedrijfswoningen en concludeert dat alle agrarische bedrijven in de gemeente waardevol zijn of passen binnen de criteria van streekeigen bebouwing, zoals dit is beschreven in de welstandsnota. Het beleid voor voormalige agrarische bebouwing is gericht op herstel en behoud. Functieverandering is toegestaan om de bebouwing te behouden. Functieverandering kan plaatsvinden van agrarisch naar de bestemmingen: wonen, sociaal-cultureel, bedrijf, horeca en agrarische dienstverlening. De bebouwing kan worden hergebruikt en inpandig worden verbouwd voor woondoeleinden, een woon-zorg-functie, de uitoefening van kleinschalige bedrijfsactiviteiten, of dienstverlening. Daarvoor gelden de volgende randvoorwaarden: functieverandering dient uitsluitend binnen de bestaande bebouwing plaats te vinden; bedrijvigheid mag uitsluitend lichte milieucategorieën treffen; opslag op het erf (bijvoorbeeld caravans) moet worden verboden/gereguleerd; functieverandering mag, mede in relatie tot de bestaande verkeersinfrastructuur, geen onaanvaardbare verkeersaantrekkende werking hebben; de bestaande karakteristieke verschijningsvorm van de gebouwen en de landschappelijke kenmerken van het bijbehorende erf mogen niet worden aangetast; functieverandering mag niet leiden tot extra beperkingen van de exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden van de omliggende agrarische bedrijven; detailhandelsactiviteiten dienen beperkt te worden tot een vloeroppervlak van 60 m2. Belangrijke voorwaarde voor functieverandering is dat naburige (agrarische) bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden mogen worden beperkt. Daarnaast moet gestreefd worden naar handhaving van het voormalige boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvormen als landschappelijke verschijningsvorm. Uitwisselbaarheid van functies is niet direct gewenst, gezien de aanwezigheid van woonbebouwing in de linten. Wanneer er een andere functie komt dan moet er een aparte bestemmingsplanprocedure doorlopen worden.
Kamerverhuur In het bestemmingsplan zijn mogelijkheden opgenomen om binnen bestaande woonhuizen een aantal
26
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten kamers te verhuren. Daarbij mogen maximaal 3 kamers worden verhuurd. Kamerverhuur moet altijd in samenhang met de woonfunctie worden uitgeoefend en moet daarom plaatsvinden in de hoofdbebouwing. Na vergunning van burgemeester en wethouders kunnen in bepaalde gevallen maximaal 5 kamers worden verhuurd.
Woonschepenhaven De woonschepenhaven is inbestemd. Het ligplaatsen is daarbij begrensd.
4.3
Bedrijvigheid
Algemeen Verspreid in de lintbebouwing komen bedrijfslocaties voor. Gelet op hun economische betekenis en de bijdrage ervan aan de functiemenging in de lintbebouwing, wordt de bedrijvigheid gehandhaafd. Alleen voor zover er op de huidige locatie overwegende ruimte- of milieuproblemen zijn, zou verplaatsing aan de orde kunnen komen. Omdat het in de huidige situatie met uitzondering van enkele wat grotere bedrijven vooral om relatief kleinschalige bedrijvigheid gaat, ligt het accent op een zo goed mogelijke ruimtelijke en milieuhygiënische inpassing. De aard van de toelaatbare bedrijvigheid te beperkt tot bedrijvigheid die binnen de woonomgeving aanvaardbaar is. Dit zijn bedrijven die in de milieucategorieën 1 en 2 vallen. Bedrijven uit een hogere milieucategorie zijn, waar zij voorkomen binnen de bestaande woonbebouwing, specifiek aangeduid. Op grond van de Wet milieubeheer kunnen via de milieuvergunning waar nodig specifieke voorwaarden worden gesteld.
Bedrijvigheid in het plangebied De woonfunctie mag gecombineerd worden met een aan-huis-verbonden beroep 4) of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit. Voor de vestiging van een aan-huis-verbonden beroep en kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gelden de volgende criteria: er mag geen aantasting plaatsvinden van de uitstraling van het gebruik van het perceel voor het wonen, dat wil onder meer zeggen dat uitsluitend zeer beperkte reclame-aanduidingen en dergelijke zijn toegestaan; er mag geen afbreuk worden gedaan aan het woonkarakter van het perceel dan wel de directe (woon)omgeving en de landschappelijke waarden daarvan; er dient voldoende parkeergelegenheid op het eigen erf aanwezig te zijn; er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende functie; er mag geen buitenopslag van materiaal plaatsvinden. Horecabedrijven In beginsel wordt een stabiliserend horecabeleid voorgestaan en wordt geen nieuwvestiging binnen het plan mogelijk gemaakt. In principe horen horecabedrijven in de centra van de dorpen thuis. Voor aanwezige horecabedrijven wordt uitgegaan van de bestaande situatie. De aanwezige snackbars/cafés/restaurants hebben de bestemming horeca. Dit betekent dat de functies uitwisselbaar zijn. De discotheek aan de Westerstraat en de bowlingbaan aan de Ter Apelkanaal Oost zijn specifiek aangeduid.
Aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten Het college staat positief voor aan-huis-gebonden beroepsuitoefening en woon-/werk-combinaties in de bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
27
bestemmingsplan De Linten Linten. In het plan zijn daarom ruime mogelijkheden opgenomen om deze functies mogelijk te maken. In principe mag 90 m2 van een woonhuis of bijbehorende bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteit.
Op verschillende plekken wordt meer dan 90 m2 van de bebouwing gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteit. Vaak gaat het hier om voormalige boerderijen of woningen met grotere schuren, waarbij een groot deel van de bebouwing niet wordt benut voor de woonfunctie. Omdat hiermee een passende invulling wordt gegeven aan bestaande bebouwing, wordt in dit soort gevallen ook een gebruik van meer dan 90 m2 bebouwing toegestaan.
4.4
Voorzieningen
Wat betreft de bestaande voorzieningen is het voorstel deze te behouden en planologisch ruimte te geven voor ontwikkeling, wanneer dit nodig blijkt. Wel geldt dat bij een mogelijke uitbreiding wordt gekeken naar de invloed ervan op de omgeving. In principe hoort detailhandel thuis in de dorpen. Daarom wordt nieuwe detailhandel niet toegestaan. Beperkte detailhandel is mogelijk bij woningen in het lint als dit gekoppeld is aan het aan-huis-verbonden-beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit. De bestaande detailhandelsbedrijven zijn inbestemd.
4.5
Groen
De kenmerkende landschappelijke en cultuurhistorische waarden voor de lintbebouwing dienen behouden te blijven. Specifiek zijn de open ruimtes in de lintbebouwing. Deze ruimtes zijn bestemd als 'Agrarisch - Cultuurgrond'. Daarnaast zijn de groen- en boselementen specifiek bestemd.
4.6
Verkeer
Ten aanzien van de verkeerssituatie worden geen bijzondere veranderingen verwacht. De bestaande verkeersstructuur is dan ook als uitgangspunt genomen.
4.7
Energie en duurzaam ruimtegebruik
Het treffen van duurzaamheidmaatregelen gebeurd voornamelijk op gebouwniveau. Het bestemmingsplan is in beginsel niet geschikt om de duurzaamheid van bebouwing af te dwingen, maar kan duurzaam bouwen wel faciliteren, bijvoorbeeld door de oriëntatie van woningen vast te leggen.
Energieprestatie Een goede energieprestatie kan worden bereikt door te bouwen volgens de drie stappen van de Trias Energetica: allereerst wordt ingezet op het terugdringen van onnodig energieverbruik door de meeste ramen te oriënteren op de zonzijde en gebruik te maken van hoogwaardig isolatiemateriaal; voor de resterende energiebehoefte zo veel mogelijk op duurzame energiebronnen zoals zonnepanelen of aardwarmte; voor zover duurzame energie niet volstaat, wordt zo zuinig mogelijk gebruik gemaakt van fossiele energiebronnen, bijvoorbeeld door de toepassing van restwarmte.
28
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Woonhuizen die in het plangebied worden gerealiseerd dienen te voldoen aan het wettelijk verankerde energieprestatiecoëfficiënt (EPC). De EPC is een waarde die uitdrukking geeft aan de isolatiewaarde van de woning en de zuinigheid van de installaties die worden gebruikt voor de verwarming of koeling van het gebouw. Op dit moment geldt voor woningen een EPC van 0,6.
Ten opzichte van de geldende bestemmingsplannen, bevat het bestemmingsplan geen nieuwe bouwmogelijkheden. Bij de vervanging van bestaande woningen moet worden voldaan aan de energievoorschriften die op dat moment zijn opgenomen in het Bouwbesluit.
Duurzaam ruimtegebruik Duurzaam ruimtegebruik ontstaat door zoveel mogelijk gebruik te maken van 'lege' ruimtes binnen bestaand bebouwd gebied (intensivering) of het vervangen van bestaande bebouwing door bebouwing die beter aansluit bij de eisen van de tijd (herstructurering). Vanuit het rijksbeleid wordt voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen de zogenaamde SER-ladder gehanteerd om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren: beoordelen of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale vraag; beoordelen of deze vraag ook binnen bestaand bebouwd gebied gerealiseerd kan worden; en een beoordeling of - indien het voorgaande niet het geval is - de locatie buiten bestaande bebouwd gebied wel multimodaal is of kan worden ontsloten. Het bestemmingsplan speelt op op de volgende manieren in op het principe van duurzaam ruimtegebruik: in het plan zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen om open plekken binnen bestaand bebouwd gebied op te vullen (intensivering). Daarmee neemt de druk af om op uitleglocaties aan de rand van het dorp te bouwen; stoppende agrarische bedrijven, kunnen worden benut voor een woonfunctie of een andere bedrijfsmatige functie. Daarmee wordt het hergebruik van bestaande (waardevolle) bebouwing gestimuleerd. Zie ook pargraaf 4.1; voor de bestaande woonpercelen zijn relatief ruime ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen, om zo het uitbreiden of vervangen van woningen binnen bestaand bebouwd aantrekkelijker te maken dan de bouw van een nieuwe woningen in uitleglocaties of vertrek naar elders (leegstand en verpaupering). Dit draagt bij aan de vitaliteit van het bestaand bebouwd gebied.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
29
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 5 5.1
Opzet van het bestemmingsplan
Algemeen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de uitgangspunten die in de voorgaande hoofdstukken zijn benoemd, worden doorvertaald in de digitale verbeelding (regels en plankaart). Zoals eerder is aangegeven, zal het op te stellen bestemmingsplan een conserverend karakter hebben. Dat betekent dat wordt uitgegaan van de feitelijke situatie in het plangebied, waarbij bestaande functies en bestaande bebouwing worden bestemd conform de feitelijke situatie. Met het opstellen van het plan wordt een zodanig plan beoogd dat enerzijds rechtszekerheid wordt geboden aan de burgers en instellingen en dat anderzijds voldoende praktische mogelijkheden worden geboden om flexibel op ondergeschikte aanpassingen in te kunnen spelen. Bij de opzet van het bestemmingsplan zal worden getracht het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden en slechts datgene te regelen, wat strikt noodzakelijk is.
5.2
Bestemmingen
In deze paragraaf worden de bestemmingen toegelicht.
Agrarisch - Bedrijf De huidige agrarische bedrijven zijn inbestemd. Binnen de aangegeven bouwvlakken zijn ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen voor de bedrijven. Gelet op de ligging op korte afstand van de woonbebouwing en de relatief bescheiden bedrijfsvoering zijn deze overigens bescheiden gehouden, waarbij ook intensieve veehouderij is uitgesloten. Specifieke agrarische bedrijven zoals loonbedrijven, hebben een aanduiding gekregen. Bedrijfswoningen zijn mogelijk, behalve als dit aangeduid is. Als een agrarisch bedrijf stopt dan kan onder voorwaarden de functie gewijzigd worden in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Dienstverlening', 'Horeca', 'Maatschappelijk', 'Wonen - Lint 1' of 'Wonen - Lint 2'.
Agrarisch - Cultuurgrond Binnen het plangebied liggen op enkele plaatsen agrarische cultuurgronden. Deze cultuurgronden, met een beperkt agrarisch functie, zijn overeenkomstig hun huidige gebruik bestemd. Dat gebruik kan binnen de bestemming worden voortgezet. Binnen de bestemming wordt geen bebouwing mogelijk gemaakt. Voor de rest worden gronden met een agrarische functie in het bestemmingsplan voor het buitengebied geregeld, een bestemmingsplan dat vanuit het landelijk gebied direct aansluit op dit plangebied.
Bedrijf De meeste bedrijven zijn nabij woningen gelegen. Negatieve beïnvloeding van de woonfunctie moet worden voorkomen. Daarom wordt uitgegaan van een basisregeling waarbij bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 zijn toegestaan, terwijl bedrijven uit een hogere milieucategorie specifiek zijn aangeduid. De tankstations met en zonder lpg zijn aangeduid. Bedrijven moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Op deze manier kunnen de bedrijven niet dichter naar de woningen toe gebouwd worden wat wenselijk is vanuit milieutechnisch oogpunt. Er is een mogelijkheid tot afwijking opgenomen om (onder voorwaarden) buiten het bouwvlak te mogen bouwen. Er mag hierbij onder andere geen verslechtering van de milieusituatie ontstaan voor omliggende woningen. De bedrijfsgebouwen moeten achter de bedrijfswoning worden gebouwd. Op deze manier wordt het ruimtelijk beeld van de lintbebouwing niet verstoord.
30
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Bedrijf - Nutsvoorziening De nutsvoorzieningen in het gebied zijn als zodanig bestemd.
Bos Een aantal boselementen die in het plan aanwezig zijn, zijn als zodanig bestemd. Binnen de bestemming zijn behoudens beperkte bebouwing ten behoeve van jacht en natuurbeleving geen gebouwen toegestaan. Er is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen zodat er zonder vergunning geen bomen en dergelijke gekapt kunnen worden.
Detailhandel De bestaande detailhandel is inbestemd. De supermarkt is apart aangeduid. Nieuwe detailhandelsbedrijven zijn niet toegestaan. Uitzondering hierop zijn de voormalige agrarische bedrijven waar dit in beperkte mate mogelijk is.
Groen De aanwezige groenelementen in het plangebied zijn als zodanig bestemd. Op de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Horeca De bestaande horecabedrijven zijn inbestemd. De discotheek en de bowlingbaan zijn specifiek bestemd. Nieuwe horecabedrijven worden niet toegestaan, met uitzondering in voormalige agrarische gebouwen (zie bestemming “Agrarisch - Bedrijf”).
Maatschappelijk De maatschappelijke voorzieningen, zoals scholen en dorpshuizen, zijn bestemd als “Maatschappelijk”. De voorzieningen zijn uitwisselbaar.
Sport De sportvelden zijn bestemd als “Sport”.
Verkeer De wegen in het plangebied hebben hoofdzakelijk een ontsluitende functie voor de bebouwing die er langs ligt. Het aantal rijstroken is vastgelegd op twee. Hiermee kunnen de wegen niet dichter naar de woningen toekomen.
Water De vaarwegen in het gebied zijn bestemd als “Water”. Sluizen en dergelijk zijn mogelijk binnen de bestemming. De woonschepen zijn aangeduid.
Wonen De woningen in het AVEBE-dorp zijn vastgelegd met een bouwvlak. Daarmee is de ligging van de
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
31
bestemmingsplan De Linten woningen vastgelegd en wordt de structuur behouden. De woningen hebben beperkte uitbreidingsruimte voor aan- en bijgebouwen. Ten aanzien van de bestemming 'Wonen' en andere bestemmingen waar (bedrijfs)woningen mogelijk zijn is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om vrijstaande bijgebouwen te gebruiken ten behoeve van mantelzorg. Om hiervoor een omgevingsvergunning te verkrijgen, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
Wonen - Lint 1 en 2 Binnen de lintbebouwing is onderscheid gemaakt in bebouwing met één bouwlaag met kap (“Wonen Lint 1”) en twee bouwlagen met kap (“Wonen - Lint 2”). De bebouwing met één bouwlaag met kap komt het meeste voor. Gezien de ruimte op de percelen in het lint, is de bebouwing niet vastgelegd met een bouwvlak. De oppervlakte van de bebouwing is geregeld met een bebouwingspercentage. Op grotere percelen kan hierdoor meer grond bebouwd worden dan op kleinere percelen. De rooilijn van de woningen verspringt. Daarom is het niet hoofdzakelijk dat een woning weer teruggebouwd wordt op dezelfde plek. In de regels is daarom geregeld dat de woning teruggebouwd mag worden op minimaal 5 meter en op maximaal 20 meter van de weg. De breedte van de voorgevel is gekoppeld aan de breedte van de kavel. De voorgevel mag maximaal 2/3 van de kavelbreedte zijn tot een maximum van 15 meter. De hoogte van aan- en bijgebouwen is dusdanig geregeld dat de hoogte van de gebouwen aan de grenzen van het perceel lager zijn dan in het midden (zie ook paragraaf 4.2). Een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit is mogelijk. Dit is wel aan voorwaarden verbonden. Detailhandel is aangeduid. De zonnestudio aan de Kloosterveenweg is specifiek aangeduid. In een aantal woningen vindt kamerverhuur plaats voor specifieke doelgroepen. Dit is mogelijk gemaakt door deze percelen specifiek aan te duiden. Er is tevens een mogelijkheid tot afwijking opgenomen om dit ook op andere percelen mogelijk te maken. Hierbij gelden wel bepaalde voorwaarden.
5.3
Dubbelbestemmingen
Leiding - Gas Deze (dubbel)bestemming is van toepassing op een strook van 5 meter aan weerszijden van gastransportleidingen. De stook is bedoeld voor de bescherming en het onderhoud aan de leiding. Er mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de leidingen. Voor werkzaamheden die schadelijk kunnen zijn voor de leidingen is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
Leiding - Hoogspanningsverbinding Ter plaatse van deze (dubbel)bestemming geldt een vergelijkbare regeling als de “Leiding - Gas”. Met dien verstande dat de belemmerde strook van een hoogspanningsverbinding breder is.
5.4
Algemene aanduidingsregels
Geluidszone - industrie De delen van het plangebied waarover een deel van de geluidszones van de industrieterreinen 't Heem en AVEBE en het Oval racingcircuit liggen, hebben de aanduiding “Geluidszone - industrie”. Bouw van
32
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten geluidsgevoelige bestemmingen is toegestaan wanneer aan de voorkeursgrenswaarde of een toegekende hogere waarde.
Veiligheidszone - Bevi De risicocontouren van het AVEBE terrein en het tankstation Jan Potze aan de Rutenbrockerweg 1 in Ter Apel, zijn aangeduid als “Veiligheidszone - bevi”. Binnen deze gebiedsaanduiding mogen geen nieuwe kwetsbare en beperkte kwetsbare objecten gerealiseerd worden.
5.5
Algemene wijzigingsbevoegdheden
In het bestemmingsplan zijn drie algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen.
Voormalige agrarische bebouwing De eerste wijzigingsbevoegdheid is bedoeld om bij beëindiging van een agrarisch bedrijf, een passende invulling te vinden voor de (voormalige) boerderij. Daartoe kan de bestemming “Agrarisch - Bedrijf” worden gewijzigd in “Bedrijf”, “Horeca”, “Maatschappelijk”, “Wonen - Lint 1” of “Wonen - Lint 2”. Er gelden daarbij een aantal randvoorwaarden. Daarnaast kunnen de bestemmingen “Bedrijf”, “Cultuur en ontspanning”, “Detailhandel”, “Horeca”, “Maatschappelijk”worden gewijzigd in de bestemmingen “Wonen”, “Wonen - Lint 1” en “Wonen - Lint 2”.
Invullocaties De laatste algemene wijzigingsbevoegdheid is van toepassing op de zogenaamde invullocaties. De bestemmingen “Agrarisch - Cultuurgrond”, “Bos” en “Groen”, waar op dit moment geen gebouwen zijn toegestaan, kunnen na het doorlopen van een wijzigingsprocedure worden gewijzigd in de bestemming “Wonen - Lint 1” en “Wonen - Lint 2”. Bij het gebruik maken van de wijzigingsbevoegdheid wordt te allen tijde getoetst aan het beschikbare woningcontingent en het afwegingskader dat is opgenomen in bijlage 1 van de toelichting.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
33
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 6 6.1
Uitvoerbaarheid
Algemeen
In het kader van een bestemmingsplan is het van belang om de uitvoerbaarheid na te gaan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.
6.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Overleg en inspraak Ten aanzien van het voorontwerp van het voorliggende bestemmingsplan is, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, gelegenheid geboden tot Inspraak. Op 13 december 2011 is een inloopavond georganiseerd in de bibliotheek van Ter Apel. Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan betrokken overheids- en adviesinstanties (artikel 3.1.1 Bro). De resultaten van zowel de Inspraak als het Overleg zijn in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt (zie hoofdstuk 7).
Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende 6 weken ter inzage. Tijdens deze periode mag een ieder zijn of haar zienswijze kenbaar maken.
6.3
Grondexploitatie
In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarbij sprake is van een bouwplan zoals genoemd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Een exploitatieplan is hiermee niet aan de orde. De gemeente zal dit expliciet besluiten.
6.4
Economische uitvoerbaarheid
Zoals gezegd heeft het bestemmingsplan betrekking op bestaand bebouwd gebied. Ten aanzien hiervan heeft het plan geen financiële gevolgen.
34
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 7
Overleg en inspraak
Het voorontwerpbestemmingsplan De Linten is toegezonden aan een aantal vaste overleg- en adviesinstanties. Door de Provincie Groningen, Waterschap Hunze en Aa's en het Steunpunt Externe Veiligheid is gereageerd op het bestemmingsplan. Ook heeft het plan in de periode 8 december tot en met 25 januari ter inzage gelegen voor het indienen van inspraakreacties. Op 13 december 2011 is een inloopavond georganiseerd in de bibliotheek van Ter Apel. Tijdens deze avond heeft eenieder kunnen reageren op het bestemmingsplan. In een reactienota overleg en inspraak zijn de binnengekomen reacties samengevat en voorzien van een gemeentelijk stadpunt. Per reactie is aangegeven of de reacties leiden tot aanpassingen in het bestemmingsplan. De reactienota is opgenomen als bijlage bij de toelichting. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke aanpassingen zijn doorgevoerd in het ontwerpbestemmingsplan. De overlegreacties zijn opgenomen als bijlage bij deze toelichting. De inspraakreacties zijn vanwege privcaygevoelige informatie niet opgenomen.
7.1
Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties
Naar aanleiding van de overlegreactie van Provincie, Waterschap Hunze en Aa's en het Steunpunt Externe Veiligheid wordt het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast.
Verbeelding De wijzigingsbevoegdheid van 'Agrarisch - Cultuurgrond', 'Bos' en 'Groen' wordt beperkt tot de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening niet worden aangemerkt als buitengebied. Op de verbeelding resulteert dit in de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied'; Voor de bestemming Horeca aan de Rütenbrockerweg wordt de aanduiding specifieke vorm van horeca uitgesloten – hotel' opgenomen; De gronden in de bestemming Agrarisch - Bedrijf, die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied, zullen worden voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – afwijkende regeling' De gronden in de bestemming Bedrijf die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied, zullen worden voorzien van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – afwijkende regeling' Ten aanzien van het horecabedrijf aan de Rütenbrockerweg wordt de aanduiding ''specifieke vorm van horeca uitgesloten - hotel' opgenomen, waarmee de omvorming tot een hotel niet mogelijk wordt gemaakt. Regels Aan de afwijkingsmogelijkheid ten behoeve van een tweede agrarische bedrijfswoning (artikel 3.5.1) worden voor de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied de voorwaarden gekoppeld dat er sprake is van een structureel volwaardig tweepersoonsbedrijf en dat gelet op aard, omvang en continuïteit van het bedrijf permanent toezicht noodzakelijk is; Voor de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied worden de afwijkingsmogelijkheden om de uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid buiten het bouwvlak mogelijk te maken, begrensd op maximaal 20% ten opzichte van de bestaande bebouwing; In de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Verkeer' worden kaden en oevers toegevoegd; De maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen de bestemming 'Water' wordt verhoogd tot 10 meter, zodat de (bestaande) bruggen langs het kanaal ook passen binnen de planregels; In de basisbestemmingen wordt de verklaring voor gebiedsaanduidingen, waarvoor de regeling is
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
35
bestemmingsplan De Linten opgenomen in artikel 25 Algemene aanduidingsregels, verwijderd; In de bestemming Leiding – Gas wordt de maximale diameter en druk van de betreffende leidingen met de daarbijbehorende belemmeringenstrook opgenomen; De regeling voor de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bevi' wordt zodanig aangepast dat bestaande beperkt kwetsbare objecten worden uitgezonderd van deze regeling; Aan de bestemming 'Horeca' wordt een specifieke aanduiding toegevoegd: Ten aanzien van het horecabedrijf aan de Rütenbrockerweg wordt de aanduiding ''specifieke vorm van horeca uitgesloten - hotel' opgenomen, waarmee de omvorming tot een hotel niet mogelijk wordt gemaakt. Toelichting De verantwoording van het groepsrisico in de paragraaf externe veiligheid (paragraaf 3.5) van de toelichting wordt aangevuld met de gegevens van de Regionale Brandweer; In de paragraaf externe veiligheid wordt de beschrijving van regelgeving ten aanzien van het provinciaal basisnet, het vervoer van gevaarlijke stoffen en buisleidingen op verschillende punten geactualiseerd; Ten aanzien van de aspecten ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie wordt de toelichting aangevuld met een beschrijving van de complexen die door de provincie zijn aangemerkt als beschermenswaardig; Aan de toelichting wordt een paragraaf toegevoegd met betrekking tot energie en duurzaam ruimtegebruik; In de waterparagraaf wordt het beheerplan 2010-2015 niet langer meer aangeduid als een 'ontwerp-plan'.
7.2
Aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties
Naar aanleiding van de ingediende inspraakreacties worden de verbeelding en de planregels van het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast:
Verbeelding aan het voorste deel van het perceel Kloosterveenweg 25 wordt de bestemming 'Bedrijf' met een aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' toegekend; ter plaatse van het perceel Zandberg 43 wordt een bedrijfsbestemming toegekend, waarbij door middel van een aanduiding ook de huidige bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie zijn toegestaan (profielzetterij). Het betreft de aanduiding 'specifeke vorm van bedrijf - profielzetterij'; bij het perceel Ter Apelkanaal Oost 7 wordt het bouwvlak aangepast om te realisatie van een garage/opslag mogelijk te maken; het bouwvlak op het perceel Viaductstraat 177 is aangepast en er is een maximale goothoogte van 5 m opgenomen; op het perceel Barnflair Oost 74 is de begrenzing tussen de bestemmingen 'Wonen - Lint 1' en 'Bedrijf' aangepast. Dit betekend dat de bestemming 'Wonen - Lint 1' met 6 meter opschuift ten opzichte van de bestemming 'Bedrijf'; in verband met de reeds verleende bouwvergunning voor het perceel Barnflair Oost 85, wordt het maximaal aantal woningen op de verbeelding aangepast tot 6; op het perceel Barnflair Oost 71 wordt een bedrijfsbestemming toegekend die in overeenstemming is met het huidige gebruik (transport, grondverzet en loonwerk). Ook de begrenzing van de bestemming en de bouw- en goothoogtes worden aangepast overeenkomstig de bestaande situatie; op het perceel Ter Apelkanaal Oost 59 wordt de verplaatsing van een woning mogelijk gemaakt, door de bestemming 'Wonen - Lint 1' te vergroten en het toegestane aantal woningen in de bestemming 'Wonen – lint 1' dienovereenkomstig aan te passen; de gronden tussen de Viaductstraat 154 en 163 krijgen de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond; het perceel aansluitend op de Munnekemoer West 4 - kadastraal bekend als kavels U771 en U772 te voorzien van een bedrijfsbestemming; het perceel Viaductstraat 165 wordt voorzien van een woonbestemming;
36
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten ter plaatse van het perceel Munnekemoer Oost 44 wordt de begrenzing van het agrarisch bouwperceel aangepast en de maximale goot- en bouwhoogte aangepast naar respectievelijk 5 en 12 meter; het bouwperceel van het bedrijf ter plaatse van het perceel Jipsingboermussel 48, wordt aangepast; de maximale goot- en bouwhoogte op het perceel Anthonie Fokkerstraat worden aangepast overeenkomstig het verzoek van de inspreker (4,5 en 10 meter); de gasleiding ter hoogte van het perceel Kloosterveenweg 55 is op een correcte manier in het plan opgenomen; bij het perceel Kloosterveenweg 48 wordt de verbeelding zodanig aangepast, dat de bestaande ontsluitingsweg wordt betrokken bij de bedrijfsbestemming. de bestemming van het perceel Ter Apelkanaal Oost 126 wordt aangepast tot een bestemming 'Wonen - Lint 2'. Regels aan de bestemming bedrijf wordt de aanduiding 'specifeke vorm van bedrijf - profielzetterij' toegevoegd; in de woonbestemmingen wordt de mogelijkheid opgenomen om kamers te verhuren. Bij recht worden 3 kamers toegestaan en bij afwijking maximaal 5.
7.3
Ambtshalve aanpassingen
Naast de aanpassingen die voorvloeien uit de inspraak en overlegreacties zijn de volgende aanpassingen ambtshalve doorgevoerd:
Verbeelding de kapsalon aan de Zandberg 64 heeft een vloeroppervlak van plusminus 750 m2. De bestemming 'Dienstverlening' ligt daarbij meer voor de hand; Ter Apelkanaal West 127 is een installatiebedrijf en onderdeel van het bedrijf op het naastliggende perceel met de bestemming 'Detailhandel'. De verbeelding wordt op dit punt aangepast; Tuincentrum Ben's Boom en Tuin is in het voorontwerpbestemmingsplan inbestemd als 'Agrarisch Bedrijf' met de aanduiding kwekerij. Omdat op deze locatie ook verkoop plaatsvindt, wordt de 'Bestemming Detailhandel' met aanduiding 'tuincentrum' meer passend geacht; aan de Viaductstraat 117 is een grondverzet en machineverhuurbedrijf gevestigd. Het bedrijf wordt inbestemd met de bestemming 'Bedrijf' en de aanduiding 'loonbedrijf'; aan de Viaductstraat 128a is een voormalig bankkantoor gevestigd. In overleg met de eigenaar is besloten om deze functie in te bestemmen met de bestemming 'Kantoor'; aan de Kloosterveenweg 100 is een voormalige boerderij gevestigd. De bestemming wordt gewijzigd in 'Wonen - Lint 2'; het perceel Kloosterveenweg 119 behoort een woonbestemming 'Wonen - Lint 2' te hebben in plaats van 'Wonen - Lint 1' met de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning zonnebankstudio'. De aanduiding 'maximaal aantal woningen', wordt dienovereenkomstig aangepast; Westerstraat 152 behoort de bestemming bedrijf te hebben Aan de Markeweg 147 staan al twee woningen. De aanduiding 'maximaal aantal woningen', wordt dienovereenkomstig aangepast; Markeweg 114 is een 2 onder 1 kapwoning aanwezig. De aanduiding 'maximaal aantal woningen', wordt dienovereenkomstig aangepast; de begrenzing van de bestemming 'Bedrijf' bij Barnflair Oost 54 is niet correct aangegeven. De verbeelding wordt op dit punt aangepast; de aanduiding kamerverhuur op het perceel Munnekemoer 15 komt te vervallen, aangezien het verhuren van 3 kamers bij recht wordt toegestaan; mantelzorg wordt bij recht toegestaan ter plaatse van woonbestemmingen en wordt overeenkomstig de vastgestelde beleidsnota in vrijstaande bijgebouwen toegestaan; de geluidszone rond bedrijventerrein Ter Apel vervalt. De aanduiding 'geluidszone - industrie' wordt op deze plek van de verbeelding geschrap;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
37
bestemmingsplan De Linten
Regels in het voorontwerpbestemmingsplan is onvoldoende aandacht besteed aan recente ontwikkelingen ten aanzien van internet- verkoop, verzendhuizen, veilingbedrijven, enz. De lijst met aan-huis-verbonden beroepen zal hier op worden aangepast. Daarbij wordt opslag en stalling binnen gebouwen toegestaan, met uitzondering van de opslag van gevaarlijke stoffen; de bestemming 'Dienstverlening' wordt aan de regels toegevoegd; binnen de bestemming 'Detailhandel' wordt de aanduiding 'tuincentrum' opgenomen; de bestemming 'Kantoor' wordt aan de regels toegevoegd; de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - zonnebankstudio' komt te vervallen; bij het tankstation aan de Rütenbrockerweg is sprake van een mini-supermarkt. Het betreft hier echter geen volwaardige supermarkt. In de gebruiksregels van de bestemming Bedrijf, is daarom opgenomen dat detailhandel is toegestaan bij verkooppunten voor motorbrandstoffen; de aanduiding 'kamerverhuur' komt te vervallen; in de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' wordt de mogelijkheid opgenomen om toegangswegen te realiseren; in de bestemming 'Bedrijf' is geregeld dat per bouwperceel één bedrijfswoning toe te staan, om te voorkomen dat er meerdere bedrijven en meerdere bedrijfswoningen op één plek kunnen worden gebouwd; binnen de bestemming 'Verkeer' worden kunstobjecten toegestaan; de regels van de bestemming 'Water' worden zodanig aangepast, dat alleen het aanleggen van woonschepen buiten de aangewezen ligplaatsen verboden is. Daarmee wordt het aanleggen van recreatievaartuigen wel toegestaan; bij de bestemmingen met een bouwvlak wordt een regeling opgenomen om gebouwen buiten het bouwvlak te kunnen bouwen. Deze regeling wordt afgestemd op de provinciale regels die gelden voor niet-agrarische activiteiten in het buitengebied; in de planregels wordt een onderscheid gemaakt tussen agrarische loonbedrijven en loonbedrijven van een civieltechnische aard. De eerste passen binnen de agrarische bestemming en krijgen de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf'. De tweede krijgen de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf'.
38
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
BIJLAGEN BIJ TOELICHTING
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
39
bestemmingsplan De Linten
40
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
BIJLAGEN
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
41
bestemmingsplan De Linten
42
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Bijlage 1 Afwegingskader invullocaties
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
43
bestemmingsplan De Linten
44
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
GEMEENTE VLAGTWEDDE NOTITIE AFWEGINGSKADER POTENTIËLE INVULLOCATIES
Notitie Afwegingskader potentiële invullocaties
Code 087002 / 12-10-10
GEMEENTE VLAGTWEDDE 087002 / 12-10-10 NOTITIE AFWEGINGSKADER POTENTIËLE INVULLOCATIES TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
2.
CRITERIA AFWEGINGSKADER
2
2. 2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 4. 5.
2 2 3 6 7
Algemeen Beleidsmatige criteria Stedenbouwkundige criteria Criteria woon-werklocaties Samenvatting criteria
087002
blz 1
1. INLEIDING De gemeente is haar bestemmingsplannen aan het actualiseren. Het bestemmingsplan De Linten maakt hier onderdeel vanuit. Alhoewel het gaat om het actualiseren van de bestaande situatie, is er de wens om in de linten ruimte te bieden voor kleinschalige woningbouwontwikkeling. Hierbij moet gedacht worden aan locaties die geschikt zijn voor maximaal drie woningen en/of als woon-werklocatie. Er dient beoordeeld te worden of potentiële locaties daadwerkelijk geschikt zijn voor deze functies. Hiervoor is een afwegingskader nodig zodat de locaties integraal afgewogen kunnen worden. In deze notitie wordt dit afwegingskader verwoord.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 12-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 2
087002
2. CRITERIA AFWEGINGSKADER 2. 1. Algemeen In deze paragraaf zijn de criteria aangegeven op basis waarvan de potentiële locaties tegen elkaar afgewogen worden. Er is onderscheid in beleidsmatige en stedenbouwkundige criteria. Beleidsmatige criteria Een aantal criteria komen voort uit het ruimtelijk ordeningsbeleid. De juridische kaders worden bepaald door het voorkomen van milieuhinder door functies en voorzieningen in de omgeving en de invloed van nieuwe ontwikkelingen op bestaande functies. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen harde en zachte beleidsuitgangspunten. Stedenbouwkundige criteria Ten aanzien van de ruimtelijke structuur zijn uitgangspunten aan te geven die van invloed zijn op de wenselijke ruimtelijke kwaliteit en capaciteit van de inbreidingslocaties. De wijze waarop omgegaan wordt met de criteria, is van invloed op de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Een aantal van deze uitgangspunten is tevens gekoppeld aan ruimtelijk beleid van overige overheden zoals het rijk, de provincie en het waterschap. Voorbeelden hiervan zijn de bescherming van cultuurhistorische elementen, uitgangspunten ten aanzien van waterberging en uitgangspunten ten aanzien van parkeernormen. 2. 2. Beleidsmatige criteria Functionele inpassing (hard criterium) Wonen is een gevoelige bestemming. Dit betekent dat woningbouw niet zonder meer mogelijk is naast bedrijven. Als er bedrijven gesitueerd zijn in nabijheid van de locatie dan zal bij de afweging gebruik gemaakt worden van de indicatieve indeling in het rapport van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Bedrijven en milieuzonering. Daar wordt een relatie gelegd tussen bedrijfssoorten en de gemiddelde (mogelijke) milieubelasting van deze bedrijfssoorten. De bedrijfssoorten zijn onderzocht op met name de hinderaspecten geur- , stof- en geluidshinder en gevaar1). Dit kan er toe leiden dat de realisatie van woningbouw op een locatie niet mogelijk is, omdat er bedrijven in de omgeving zijn gevestigd waarvan de woningbouw te veel milieuhinder zal ondervinden. Daarnaast moeten de bestaande bedrijven niet beperkt worden in hun mogelijkheden door de realisatie van woningbouw.
1)
Er worden in de basislijst 6 milieucategorieën onderscheiden, oplopend van 1 tot 6: onder categorie 1 (het ene uiterste) vallen bedrijven die toelaatbaar zijn tussen woningen en onder categorie 6 (het andere uiterste) zijn bedrijven opgenomen die pas toelaatbaar zijn op een afstand van 1000 of 1500 meter van milieugevoelige functies.
Buro Vijn B.V.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 12-10-10
087002
blz 3
Een locatie waar woningbouw niet mogelijk is, wordt wel beoordeeld. De situatie kan in de toekomst veranderen doordat een bedrijf in de omgeving stopt waardoor woningbouw wel mogelijk is. Door de locatie nu te beoordelen, is dan duidelijk of vanuit andere aspecten de locatie ook geschikt is. Behoud van speelvoorzieningen en openbaar groen (zacht criterium) Het is belangrijk dat er voldoende speelvoorzieningen en openbaar groen in de omgeving blijven. Het is niet wenselijk dat door de invulling van een locatie door woningbouw, dit niet meer het geval is. 2. 3. Stedenbouwkundige criteria Situering locatie Een locatie kan een zelfstandig deelgebied zijn of onderdeel uit maken van een bestaande wijk dan wel stedenbouwkundige structuur. Een locatie is een zelfstandig deelgebied als deze een dusdanige omvang en situering ten opzichte van de omgeving heeft dat deze los beschouwd kan worden van zijn omgeving. Hier is sprake van als een locatie zich onderscheidt van het aangrenzende gebied door de aanwezigheid van: • een brede tussenliggende beplantingsstrook; • een scheidende brede watergang; • een open ruimte; • een aparte ontsluitingsweg; • een scheiding door middel van een weg. Als de locatie te beschouwen is als een zelfstandig deelgebied dan kan het gebied een eigen identiteit en bebouwingskarakteristiek krijgen. De invullocaties maken onderdeel uit van een bestaande wijk dan wel stedenbouwkundige structuur. De locatie dient zich te lenen voor inpassing in de bestaande structuur. De potentiële locaties zijn open ruimten met een breedte van circa 15 tot 60 meter. Voor locaties die niet los beschouwd worden, zijn de volgende criteria van belang: • erkenning van inbreidingslocatie als onderdeel van een bestaande structuur; • bij aansluiting op bestaande structuur samenhang behouden met de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek. Stedenbouwkundige kenmerken Bij de inpassing in de bestaande structuur moet de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek behouden kunnen blijven. Voor de locatie zelf geldt dat de locatie zodanig ingevuld moet kunnen worden dat de nieuwe woningen voldoende privacy bieden en de huidige woningen dit voldoende behouden. De stedenbouwkundige karakteristiek wordt bepaald door de volgende kenmerken:
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 12-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 4
• • • • • •
087002
de rooilijn van vooral de voorgevel van de huidige bebouwing; korrel van de bebouwing: de grootte van de bebouwing en de kavels; bebouwingsdichtheid: het gemiddeld aantal woningen per oppervlakte; het profiel van de straat; ligging ten opzichte van de openbare ruimte (oriëntatie op de weg of openbaar groen); de aanwezigheid van doorzichten en open ruimten.
Ter illustratie van de waarde van de doorzichten in de lintstructuur zijn twee voorbeelden bijgevoegd. In figuur 1 is zichtbaar dat de onderbrekingen en doorzichten bepalend zijn voor de structuur van het dorp en dus voor de identiteit van het dorp. In dit geval zal er veel waarde aan de open ruimten gehecht moeten worden.
Figuur 1.
Voorbeeld van een open lintstructuur
In het tweede figuur is zichtbaar dat de onderbreking in het lint een incident is en dat identiteit sterk bepaald wordt door de aan de kavelgrenzen gekoppelde groenstructuur. De onderbreking in de lintstructuur is hier niet bepalend voor stedenbouwkundige structuur.
Buro Vijn B.V.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 12-10-10
087002
Figuur 2.
blz 5
Voorbeeld van een gesloten lintstructuur met een incidenteel doorzicht
Zorgvuldige inpassing In het algemeen geldt dat er een zorgvuldige inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke waarden moet plaats vinden. Cultuurhistorische en landschappelijke waarden, zoals brinken, essen, monumenten, waardevolle beplanting, doorzichten en zichtlijnen, moeten ontzien worden. Deze waarden zullen daarom eerst geïnventariseerd moeten worden. Dit gebeurt per plangebied afzonderlijk. Woonkwaliteit De woonkwaliteit wordt enerzijds bepaald door de aspecten uitzicht, bezonning en privacy van omliggende woningen. Hierbij speelt het aspect planschade. Daarnaast speelt de omgeving een rol. Dan gaat het onder meer om geluidsoverlast (wegen, bedrijventerreinen et cetera) en de afstand tot voorzieningen. Daar waar locaties grenzen aan water is het wenselijk dat de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van de wateroevers voor de toekomst behouden blijven. Daarom is het wenselijk dat tuinen en nieuwe bebouwing niet direct grenzen aan het water. Ontsluitingsstructuur en parkeergelegenheid Er dient rekening gehouden te worden met voldoende parkeergelegenheid en een goede ontsluiting;
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 12-10-10
Buro Vijn B.V.
blz 6
087002
Op de locatie zelf moet voldoende parkeergelegenheid worden gecreëerd of er moet voldoende overcapaciteit zijn in de omgeving. Hiermee wordt parkeeroverlast voorkomen. Daarnaast moeten de woningen goed ontsloten kunnen worden op de bestaande wegen. Ook met de aantakking op de bestaande ontsluitingsstructuur van nieuwe ontwikkelingen op naastgelegen percelen moet rekening gehouden worden, zodat op langere termijn geen terreinen ontstaan die niet ontsloten kunnen worden en/of een onsamenhangend wegenpatroon ontstaat. Technische geschiktheid (water en bodem) De ene locatie is technisch geschikter gezien de waterhuishouding (infiltratie en kwel) en bodemgesteldheid (type grond) dan de andere. Ten aanzien van water geldt nog dat door de bouw van woningen het verhard oppervlak toeneemt. Dit moet gecompenseerd worden om wateroverlast te voorkomen. Afhankelijk van de situering is het noodzakelijk waterberging aan te leggen in het gebied of in de nabijheid. Het dempen van watergangen ten behoeve van de ontwikkeling van bebouwing is slechts wenselijk als deze watergangen geen onderdeel uit maken van een waterstructuur. Bij het aspect bodem speelt tevens dat deze geschikt moet zijn om op te wonen. Eventuele verontreiniging moet gesaneerd worden. Een locatie waar dit waarschijnlijk niet aan de orde is, zal beter scoren gezien de kosten die aan sanering verbonden zijn. 2. 4. Criteria woon-werklocaties Algemene criteria zwaarwegender Ten aanzien van woon-werklocaties geldt dat vanwege de afwijking in functie, het gebruik en het volume van de bebouwing, het noodzakelijk is de reeds aangegeven criteria nog zwaarwegender te beschouwen. Het gebruik van een locatie als bedrijfslocatie heeft een grotere invloed op de omgeving dan het gebruik als woningbouwlocatie. Hierbij gaat het om het volgende: • de invloed kan te maken hebben met geluids- en milieuaspecten, door de activiteiten op de werkplek; • er kan overlast veroorzaakt worden in de omgeving door verkeer. Het gaat om bevoorrading en distributie door vrachtverkeer, parkeren voor bezoekers en werknemers en dergelijke; • de inpassing van een groter bebouwingsvolume in relatie tot de omgeving is lastiger. De locatie moet daarom van voldoende omvang zijn om goed aan te kunnen sluiten op de omgeving, de diepte van de kavel moet aansluiten op de omgevingskarakteristiek; • de behoefte aan reclame uitingen en de behoefte aan opslag van materialen op het terrein kan een verstorende invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit.
Buro Vijn B.V.
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 12-10-10
087002
blz 7
Uitbreidingsmogelijkheden Van belang is dat alvorens bedrijfsactiviteiten toegestaan worden rekening gehouden wordt met toekomstige uitbreidingsmogelijkheden. Als een bedrijf eenmaal gevestigd is op een locatie is verplaatsing lastiger te realiseren. Het is niet wenselijk dat op den duur de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven belemmerd worden. 2. 5. Samenvatting criteria In onderstaande tabel zijn alle criteria weergegeven. Woningbouw Beleidsmatige criteria: 1. de woningbouw ondervindt geen milieuhinder van bedrijvigheid in de omgeving en de woningbouw beperkt niet de ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven; 2. als de locatie dient als speelvoorziening of openbaar groen is dan is het wenselijk om dit te behouden; 3. Stedenbouwkundige criteria: 4. inpasbaarheid ruimtelijke structuur: a. erkenning van inbreidingslocatie als onderdeel van een bestaande structuur; b. bij aansluiting op bestaande structuur samenhang behouden met de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek; 5. cultuurhistorie en landschap: zorgvuldige inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke waarden; 6. woonkwaliteit: a. uitzicht, bezonning en privacy; b. omgeving: • geluidhinder; • afstand tot voorzieningen; 7. ontsluiting en parkeergelegenheid: a. rekening houden met voldoende parkeergelegenheid, b. een goede ontsluiting; 8. technische geschiktheid: waterhuishouding en bodemkwaliteit; 9. Woon-werklocatie: aanvullende criteria 10. invloed op ruimtelijke kwaliteit (in verband met reclame en opslag) 11. verkeersoverlast; 12. mogelijkheid van toekomstige uitbreidingen
Notitie Afwegingskader Potentiële Invullocaties Status: Voorontwerp / 12-10-10
Buro Vijn B.V.
bestemmingsplan De Linten
Bijlage 2 Beleid Inzet Woningbouwcontingenten
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
55
bestemmingsplan De Linten
56
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Bijlage 3 Reactienota Overleg en Inspraak
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
65
bestemmingsplan De Linten
66
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK DE LINTEN
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten
Code 087002.03 / 08-05-12
GEMEENTE VLAGTWEDDE 087002.03 / 08-05-12 REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK DE LINTEN
INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
2.
OVERLEG
2
2. 2. 2. 2.
1. 2. 3. 4.
3.
INSPRAAK
Overlegreactie Provincie Groningen Waterschap Hunze en Aa’s Steunpunt externe veiligheid Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties
3. 1. Verzoek om een woning te bouwen 3. 2. Regeling voor aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten 3. 3. Inspraakreactie 1 3. 4. Inspraakreactie 2 3. 5. Inspraakreactie 3 3. 6. Inspraakreactie 5 3. 7. Inspraakreactie 6 3. 8. Inspraakreactie 7 3. 9. Inspraakreactie 8 3. 10. Inspraakreactie 9 3. 11. Inspraakreactie 10 3. 12. Inspraakreactie 11 3. 13. Inspraakreactie 12 3. 14. Inspraakreactie 13 3. 15. Inspraakreactie 14 3. 16. Inspraakreactie 15 3. 17. Inspraakreactie 16 3. 18. Inspraakreactie 17 3. 19. Inspraakreactie 18 3. 20. Inspraakreactie 19 3. 21. Inspraakreactie 20 3. 22. Inspraakreactie 21 3. 23. Inspraakreactie 22 3. 24. Inspraakreactie 23 3. 25. Inspraakreactie 24 3. 26. Inspraakreactie 25 3. 27. Inspraakreactie 26 3. 28. Inspraakreactie 27 3. 29. Inspraakreactie 28 3. 30. Inspraakreactie 29 3. 31. Inspraakreactie 30 3. 32. Inspraakreactie 31 3. 33. Inspraakreactie 32 3. 34. Inspraakreactie 33 3. 35. Inspraakreactie 34 3. 36. Inspraakreactie 35
2 7 7 10 12 12 12 13 13 14 14 15 16 16 17 18 18 19 20 20 21 22 22 23 23 24 25 25 26 27 27 28 29 29 30 31 31 32 32 33 33
3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3. 3.
37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59.
Inspraakreactie 36 Inspraakreactie 37 Inspraakreactie 38 Inspraakreactie 39 Inspraakreactie 40 Inspraakreactie 41 Inspraakreactie 42 Inspraakreactie 43 Inspraakreactie 44 Inspraakreactie 45 Inspraakreactie 46 Inspraakreactie 47 Inspraakreactie 48 Inspraakreactie 49 Inspraakreactie 50 Inspraakreactie 51 Inspraakreactie 52 Inspraakreactie 53 Inspraakreactie 54 Inspraakreactie 55 Inspraakreactie 56 Inspraakreactie 57 Inspraakreactie 58
34 35 36 36 37 38 39 39 40 40 41 42 43 43 44 44 45 46 46 47 47 48 49
4. AANPASSINGEN TEN OPZICHTE VAN HET VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN
50
4. 1. 4. 2. 4. 3.
50 51 52
Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties Aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties Ambtelijke aanpassingen
087002.03
blz 1
1. INLEIDING Procedure terinzagelegging Het voorontwerpbestemmingsplan De Linten is toegezonden aan een aantal vaste overleg- en adviesinstanties. Ook heeft het plan in de periode 8 december tot en met 25 januari ter inzage gelegen voor het indienen van inspraakreacties. Op 13 december 2011 is een inloopavond georganiseerd in de bibliotheek van Ter Apel. In deze Reactienota Overleg en Inspraak wordt verslag gedaan van de binnengekomen reacties. De gemeente geeft per reactie aan wat haar standpunt is en of de reacties leiden tot aanpassingen in het bestemmingsplan. Opzet reactienota overleg en inspraak Op het voorontwerpbestemmingsplan is gereageerd door de Provincie Groningen. Daarnaast zijn 58 inspraakreacties ingediend. Een aantal indieners heeft meerdere reacties ingediend. De overlegreacties worden in hoofdstuk 2 van deze nota besproken. De inspraakreacties in hoofdstuk 3. Voor zover de reacties leiden tot aanpassing van het bestemmingsplan, is dat aangegeven. In hoofdstuk 4 worden de aanpassingen in het bestemmingsplan op een rij gezet. Bescherming persoonsgegevens Mede vanwege het feit dat bestemmingsplan digitaal worden gepubliceerd is besloten om bij de inspraakreacties geen telefoonnummers en emailadressen op te nemen. Vanwege dezelfde reden zijn de inspraakreacties zelf ook niet opgenomen als bijlage bij het bestemmingsplan.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 2
087002.03
2. OVERLEG Onderstaand wordt de overlegreacties van de Provincie Groningen, Waterschap Hunze en Aa’s en Steunpunt externe Veilheid per thema samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. De tekst van de provinciale reactie is vrijwel integraal overgenomen. 2. 1. Overlegreactie Provincie Groningen Externe veiligheid In het plan wordt op onvoldoende wijze invulling gegeven aan de groepsrisicoverantwoording voor de verschillende risicobronnen. Reactie gemeente In het ontwerp plan zal een groepsrisicoverantwoording worden opgenomen. Bij de verantwoording van het groepsrisico wordt gebruik gemaakt van de informatie die is aangeleverd door Steunpunt Externe Veiligheid en de Regionale Brandweer (zie paragraaf 1.3). Ruimtelijke kwaliteit/Cultuurhistorie In het bestemmingsplan is weinig aandacht voor de cultuurhistorie in het plangebied. Er wordt wel ingegaan op de waardevolle bebouwing, maar over het kanaal echter niet. Bebouwing en kanaal vormen echter een eenheid. Wat de provincie betreft zijn de volgende elementen beschermenswaardig: - de complexen van bruggen, sluizen en bebouwing bij de 6e, 7e en 8e verlaat zijn van het kanaal van belang voor de beleving van het kanaal zijn; Daarnaast zijn ze ook voor het recreatief gebruik van belang; - de schutsluis naar het Rutenbrockkanaal; - de rijen bomen in de bermen van het kanaal. Verzocht wordt om in de toelichting aandacht te besteden aan deze aanwezige kwaliteiten binnen het plangebied. Reactie gemeente In de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan wordt aandacht besteed aan de aanwezige kwaliteiten. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan de genoemde elementen. Energie en duurzaam ruimtegebruik De toelichting van het bestemmingsplan bevat geen paragraaf over energie en duurzaam ruimtegebruik, als bedoeld in artikel 4.6 van de Omgevingsverordening. Verzocht wordt het bestemmingsplan op dit punt aan te vullen. Reactie gemeente De toelichting van het plan wordt op dit punt aangepast. Wijzigingsbevoegdheid naar wonen Dit thema worden drie verschillende opmerkingen gemaakt. Deze worden afzonderlijk besproken.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 3
Opmerking buitengebied Van belang is dat een gedeelte van de als 'Agrarisch - Cultuurgrond', 'Bos' of 'Groen' bestemde gronden zijn gelegen in het door gedeputeerde staten aangewezen buitengebied. Op grond van artikel 4.27, eerste lid, van de omgevingsverordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag ten behoeve van, noch in nieuwvestiging van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Met voorliggend bestemmingsplan wordt de mogelijk geboden om in het door gedeputeerde staten aangewezen buitengebied woningen te realiseren. Het plan is daarmee in strijd met de omgevingsverordening. Verzocht wordt het plan op dit punt aan te passen. Reactie gemeente Het plan wordt in die zin aangepast, dat de wijzigingsbevoegdheid niet meer van toepassing is op de gronden die door de Gedeputeerde Staten tot het buitengebied worden gerekend. Nieuwbouwruimte De nieuwbouwmogelijkheden in de linten worden door middel van een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Voor de beoordeling of een plan al dan niet in strijd is met het bepaalde in artikel 4.7 van de omgevingsverordening is bepalend het moment dat van die wijzigingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Wat betreft de afspraken over de nieuwbouwruimte is het bestemmingsplan vooralsnog dus akkoord. Toetsing vindt in een later stadium plaats, bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid. In het kader van dit vooroverleg wordt wel aangeven dat nieuwbouw in de linten betekent dat er andere kansen mogelijk worden misgelopen. Het gaat daarbij naast het gebruik/opknappen van bestaande panden in de linten (en daarmee voorkomen van verpaupering) ook om (herstructurerings)locaties in de kernen. De gemeente zou er verstandig aan doen om initiatiefnemers te motiveren om binnen bestaand bebouwd gebied dan wel in bestaande panden in het lint te investeren, alvorens gebruik wordt gemaakt van de lege plekken in het lint. Door echter deze wijzigingsbevoegdheden in het bestemmingsplan op te nemen, verzwakt de gemeente naar mijn mening haar eigen overtuigingskracht met betrekking tot het investeren in de meer gewenste locaties. Wat dat betreft zou het verstandiger zou om een dergelijke wijzigingsbevoegdheden niet op te nemen, maar een afzonderlijk bestemmingsplan op te stellen op het moment dat iemand echt in het lint en niet elders wil investeren. Reactie gemeente De strikte beperkingen die in het verleden hebben gegolden ten aanzien van het benutten van nog vrijliggende kavels in de lintbebouwing doordat er geen contingenten beschikbaar gesteld konden worden, hebben er in feite toe geleid dat in het verleden het nu voorgestelde beleid van de provincie reeds jaren van toepassing is geweest. De ervaring leert dat dit beleid door de jaren heen geen merkbare resultaten heeft gehad op het voorkomen van verpaupe-
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 4
087002.03
ring en het benutten van bouwmogelijkheden elders. Er zijn daarentegen meerdere voorbeelden waarbij inwoners zijn vertrokken omdat niet adequaat aan hun woonbehoefte kon worden voldaan. Juist de lintbebouwing biedt kansen voor aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsactiviteiten die elders niet geboden kunnen worden. Het binnen de linten, op de daarvoor geëigende plaatsen toevoegen van nieuwbouw, zien wij als een ondersteuning van nieuwe initiatieven en het daarmee opwaarderen van de bebouwde omgeving. De suggestie om daarvoor gebruik te maken van afzonderlijke een aparte bestemmingsplanprocedure, wordt door ons gezien als een onnodige beperking die contraproductief werkt. Zowel bij het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid, als bij een separate bestemmingsplanprocedure ligt de uiteindelijke beslissing om wel of niet mee te werken aan een bouwplan, aan het college. Verschillend is de doorlooptijd van de procedure en de (leges)kosten die een initiatiefnemer voor zijn of haar rekening moet nemen. Opmerking ruimtelijke kwaliteit Ten aanzien van het in het bestemmingsplan gehanteerde afwegingskader potentiële invullocaties waarmee onder meer de bestemming ‘landbouw’ kan worden omgezet naar de bestemmingen ‘wonen’ of ‘woon-werken’ merk ik het volgende op. In het afstemmingskader mis ik het aspect 'duurzaamheid'. Bij nieuwbouw dient men zich de vraag te stellen hoe toekomstbestendig het bouwvoornemen is. Daarbij speelt de huidige krimp een belangrijke rol. Interesse voor de kanaaldorpen kan in dit kader beter worden benut om leegstand en daarmee verpaupering van het lint als geheel te voorkomen. Wellicht kan bij de uitwerking van dit criterium aansluiting worden gezocht bij de (denklijn van de) zogenaamde SER-ladder. Daarnaast wordt in het afwegingskader een beschrijving van de karakteristiek van de kanaaldorpen gemist. Deze dorpen hebben namelijk een unieke ruimtelijk-functionele opbouw en identiteit. Nieuwbouw op de verkeerde plekken doet afbreuk aan deze identiteit en dit is dan ook onwenselijk. De publicatie ‘Dorpen in Groningen’ van de Provincie Groningen geeft een bruikbare beschrijving van kanaaldorpen welke wellicht als input kan worden gebruikt. Aan de hand van deze beschrijving kunnen de stedenbouwkundige criteria worden aangescherpt zodat: 1. er meer duidelijkheid gegeven kan worden aan potentiële initiatiefnemers. 2. de identiteit van de kanaaldorpen wordt behouden of versterkt. 3. de administratieve last van het openbaar bestuur wordt beperkt (alleen ruimtelijk wenselijke initiatieven worden in procedure gebracht). Verzocht wordt de stedenbouwkundige criteria in het afwegingskader bij te stellen en aan te scherpen.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 5
Reactie gemeente In de reactie ten aanzien van de invulling van nieuwbouwruimte is reeds ingegaan op de beleidskeuze om juist niet te kiezen voor het opwerpen van extra beperkingen. De veronderstelling is dat daardoor eigenaren van percelen, die worden bedreigt door leegstand en verpaupering, worden gestimuleerd mee te werken aan nieuwbouwplannen van anderen. Het is niet irreëel om te veronderstellen dat het creëren van krapte in het aanbod zal leiden tot te hoge prijzen en het ontbreken van alternatieven. De keuze voor vertrek uit de regio ligt dan voor de hand. In de bijlage bij de toelichting is het afwegingskader opgenomen waaraan getoetst zal worden bij concrete aanvragen voor nieuwbouw. Doordat de wijzigingsbevoegdheid voor invullocaties in het ontwerpbestemmingsplan niet meer van toepassing is op gebieden die door de Provincie worden gerekend tot het buitengebied, is het college van mening dat invulling is gegeven aan de denklijn van SER-ladder: het zoveel mogelijk benutten van bestaand bebouwd gebied. In het afwegingskader is rekening gehouden met de ruimtelijkfunctionele opbouw en identiteit van de linten. Alleen op plekken waar de karakteristiek van de linten niet wordt aangetast, is nieuwbouw toegestaan. De toelichting van het plan zal overigens op dit onderdeel nog enigszins worden aangescherpt (zie opmerking inzake ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie). Agrarisch bouwperceel Op grond van 4.19a, vijfde lid, van de omgevingsverordening voorziet een bestemmingsplan niet in de mogelijkheid tot oprichting van nieuwe agrarische bedrijfsbebouwing en bouwwerken buiten de aangewezen agrarische bouwpercelen. Uit artikel 3.2 van de planregels volgt dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde ook buiten het in het plan opgenomen bouwvlakken gerealiseerd mogen worden. In artikel 3.3.1 van de planregels is de bevoegdheid opgenomen om met omgevingsvergunning af te wijken van de verplichting om gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak te realiseren. Daarmee wordt de mogelijkheid gecreëerd om gebouwen buiten het bouwvlak op te richten. Verzocht wordt het plan zodanig aan te passen dat er op de betreffende percelen geen agrarische bouwwerken mogelijk worden gemaakt, al dan niet via de afwijkingsbevoegdheid. Reactie gemeente In het plan zijn de agrarische bouwpercelen bestemd als Agrarisch Bedrijf. Binnen deze bestemming moeten gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak worden gebouwd. Landbouwgronden
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 6
087002.03
zijn bestemd als Agrarisch - Cultuurgrond. Door deze regeling kan er alleen op de agrarische bouwpercelen gebouwd worden. De regeling in het bestemmingsplan sluit dus aan bij de Provinciale verordening. Het plan hoeft op dit punt niet te worden aangepast. Bedrijfswoning agrarisch bedrijf Op grond van artikel 4.24 van de omgevingsverordening voorziet een bestemmingsplan niet in de mogelijkheid tot het oprichten van meer dan één bedrijfswoning bij een agrarisch bedrijf. Enkel indien de omvang van het bedrijf zodanig is dat sprake is van een structureel volwaardig tweepersoonsbedrijf en dat gelet op aard, omvang en continuïteit van het bedrijf permanent toezicht noodzakelijk is, kan een bestemmingsplan voorzien in het oprichten van een tweede bedrijfswoning. Op grond van artikel 3.5.1 van de planregels kan bij omgevingsvergunning worden toegestaan dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één woning. Daarbij wordt echter niet de voorwaarde gesteld (onder meer) dat het moet gaan om een structureel volwaardig tweepersoonsbedrijf, zoals is vereist op grond van de omgevingsverordening. Verzocht wordt het plan zodanig aan te passen dat een tweede bedrijfswoning enkel bij omgevingsvergunning mogelijk kan worden gemaakt indien de omvang van het bedrijf zodanig is dat sprake is van een structureel volwaardig tweepersoonsbedrijf en dat gelet op aard, omvang en continuïteit van het bedrijf permanent toezicht noodzakelijk is. Reactie gemeente Artikel 4.24 van de Provinciale omgevingsverordening maakt onderdeel uit van titel 4.3. waarin regels zijn opgenomen die gelden voor het buitengebied. Het plangebied van het bestemmingsplan De Linten bestaat voor het merendeel uit bestaand bebouwd gebied. Voor de agrarische bedrijven die liggen in het gebied dat door het college van Gedeputeerde Staten tot het buitengebied wordt gerekend, zal het ontwerp worden aangepast. Deze gronden zullen worden voorzien van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling’. Uitbreiding bedrijvigheid In artikel 5.4.1 van de planregels is de bevoegdheid opgenomen om af te wijken van de verplichting om gebouwen binnen het bouwvlak op te nemen. Ik constateer dat deze bevoegdheid in de planregels niet (objectief) is begrensd. Daarnaast is op grond van artikel 4.27 van de omgevingsverordening bepaald ten aanzien van niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied dat uitbreidingsmogelijkheden tot een eenmalige uitbreiding van de totale vloeroppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing tot een percentage dat de 20% niet mag overstijgen. Verzocht wordt het bestemmingsplan op dit punt aan te passen.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 7
Reactie gemeente Artikel 4.24 van de Provinciale omgevingsverordening maakt onderdeel uit van titel 4.3. waarin regels zijn opgenomen die gelden voor het buitengebied. Het plangebied van het bestemmingsplan De Linten bestaat voor het merendeel uit bestaand bebouwd gebied. Voor de bedrijven die liggen in het gebied dat door het college van Gedeputeerde Staten tot het buitengebied wordt gerekend, zal het ontwerp worden aangepast. Deze gronden zullen worden voorzien van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – afwijkende regeling’. In ieder geval zullen voor het bestaande autobedrijf Munnekemoer Oost 76, dat gelegen is in het door Gedeputeerde Staten aangemerkte buitengebied, de regels worden aangepast. 2. 2. Waterschap Hunze en Aa’s Verbeelding en planregels Het waterschap Hunze en Aa’s geeft aan dat er op 12 december 2011 ambtelijk overleg heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van de verbeelding en planregels hebben zij nog twee opmerkingen: 1. Aan de planregels van de bestemming ‘Verkeer’ zouden kaden en oevers moeten worden toegevoegd, omdat de wegen langs het Ter Apelkanaal en het Musselkanaal tevens een kerende werking hebben; 2. in bouwregels van de bestemming ‘Water’ is voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde een maximale bouwhoogte opgenomen van 2 meter. Ten behoeve van de (bestaande) bruggen langs het kanaal zou deze hoogte echter 10 meter moeten zijn. Reactie gemeente De regels van de bestemmingen ‘Verkeer’ en ‘Water’ worden aangepast overeenkomstig de opmerkingen van het waterschap. Toelichting In de toelichting wordt nog melding gemaakt van het ontwerp beheerplan 2010-2015. Dit beheerplan is inmiddels vastgesteld. Reactie gemeente De toelichtingen wordt op dit punt aangepast. 2. 3. Steunpunt externe veiligheid Toelichting Het Steunpunt externe veiligheid Groningen heeft de volgende opmerkingen op de toelichting van het voorontwerpbestemmingsplan: 1. In de QRA die 2010 is opgesteld door de AVEBE Ter Apelkanaal, is geen rekening gehouden met (nog) niet ingevulde bestemmingsplancapaciteit Als het groepsrisico (GR) ver onder de oriënterende waarde ligt, is de verwachting dat het GR in de toekomstige situatie
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 8
2.
3.
4. 5. 6. 7.
8.
087002.03
niet boven de oriënterende waarde uitkomt. Zodra het advies van de Regionale Brandweer binnen is kan en moet het GR worden verantwoord; het Steunpunt vindt de conclusie ten aanzien van het GR van Tankstation Plagge wat kort door de bocht. Hier kan worden vermeld dat bij de bepaling van het GR ten behoeve van het bestemmingsplan Buitengebied rekening is gehouden met niet ingevulde bestemmingsplancapaciteit. Ook moet het advies van de brandweer worden meegenomen in de conclusie; aan het horecabedrijf naast Tankstation Jan Potze moeten regels worden gesteld, die voorkomen dat dit bedrijf een kwetsbaar object kan worden. Zodra het advies van de brandweer binnen is, moet het GR worden verantwoord. Het Steunpunt vraagt zich af door middel van welke regels wordt voorkomen dat er nieuwe bouw- en gebruiksmogelijkheden worden gegeven aan het horecabedrijf; in de toelichting moet worden aangegeven dat het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de N364, N366 en de N976; de circulaire voor het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt in 2012 vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid. Niet 2010; het woord ‘ontwerp’ kan worden verwijderd, waar het gaat om het Basisnet Groningen; in de toelichting wordt aangegeven dat een nadere verantwoording van het groepsrisico niet noodzakelijk is en dat kan worden volstaan met een beperkte verantwoording. Dit is echter niet in overeenstemming met de regels van het Provinciaal Basinet; onder het kopje ‘Buisleidingen’ wordt nog gesproken over het concept Besluit externe veiligheid buisleidingen. Inmiddels is dit besluit in werking getreden. Reactie gemeente 1. de verantwoording van het groepsrisico zal te zijner tijd worden aangevuld met de gegevens van de Regionale Brandweer; 2. de conclusie ten aanzien van het GR bij Tankstation Plagge zal worden aangevuld met de gegevens van de Regionale Brandweer; 3. op grond van artikel 1 van het Bevi kan het horecabedrijf worden aangemerkt als een beperkt kwetsbaar object. Pas bij een bruto vloeroppervlakte van 1500 m2 per object kan een hotel worden aangemerkt als kwetsbaar object. Op basis van de bouwmogelijkheden in het bestemmingsplan kan dit bruto oppervlakte niet worden bereikt. Er is wel een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om te bouwen buiten het bouwvlak, waardoor het bruto vloeroppervlakte wel haalbaar wordt. Het gebruik van de horecafunctie ten behoeve van een hotel achten wij uit het oogpunt van externe veiligheid niet wenselijk, omdat het verblijven van personen in de nachtperiode de veiligheidssituatie doet afnemen ten opzichte van de huidige situatie. In de gebruiksregels zal worden opgenomen dat op de betreffende locatie een hotel strijdig is met het bestemmingsplan, hiervoor wordt de aanduiding
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 9
4. 5. 6. 7.
‘specifieke vorm van horeca uitgesloten - hotel’ op de verbeelding aangebracht; dit punt zal worden opgenomen in de toelichting; de toelichting wordt op dit punt geactualiseerd; de toelichting wordt op dit punt geactualiseerd; de verantwoording van het groepsrisico zal worden aangevuld met de gegevens van de Regionale Brandweer; de toelichting wordt op dit punt geactualiseerd.
8.
Regels Het Steunpunt externe veiligheid Groningen heeft de volgende opmerkingen op de regels van het voorontwerpbestemmingsplan: 1. in de regels is een bepaling opgenomen dat gronden ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - bevi’ mede bestemd zijn voor ‘het tegengaan van een te hoog veiligheidrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een Bevi-installatie’. Aan welk type voorzieningen moet worden gedacht? 2. ten aanzien van de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas’ wordt de tip gegeven om te kijken naar de voorbeelden van planregels uit het Handboek buisleiding in bestemmingsplannen (2010); 3. in artikel 23.2.3 wordt aangegeven dat de gronden binnen de ‘veiligheidszone - bevi’ niet mogen worden gebruikt voor kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. De huidige situatie aan de Rütenbrockerweg komt daarmee niet overeen. Hier bevindt zich een horecapand binnen de 10-6-contour van een LPG-tankstation. Reactie gemeente 1. de verklaring voor de aanduiding ‘veiligheidszone – bevi’ kan worden gevonden in artikel 25 Algemene aanduidingsregels. In de basisbestemingen hoeft de aanduiding niet verklaard te worden. De regels zullen op dit punt worden aangepast; 2. de regels in het plan zijn vergeleken met de voorbeeldregels uit het Handboek buisleidingen. In de bestemming is de maximale diameter en druk van de leiding opgenomen; 3. terecht wordt geconstateerd dat op grond van artikel 1 van het Bevi het horecabedrijf wordt aangemerkt als een beperkt kwetsbaar object. De regeling zal worden aangepast zodanig dat bestaande beperkt kwetsbare objecten worden uitgezonderd van deze regeling. Verbeelding De leidingstrook van de hogedruk gastransportleidingen is moeilijk te zien op de verbeelding, maar daar is waarschijnlijk niet zoveel aan te doen. Reactie gemeente De bestemmingen moeten worden vormgegeven overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008. De gebruikte arcering voor de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas’ is dus wettelijk verplicht.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 10
087002.03
2. 4. Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties Naar aanleiding van de overlegreactie van Provincie, Waterschap Hunze en Aa’s en het Steunpunt Externe Veiligheid wordt het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast. Verbeelding - De wijzigingsbevoegdheid van ‘Agrarisch - Cultuurgrond’, ‘Bos’ en ‘Groen’ wordt beperkt tot de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening niet worden aangemerkt als buitengebied. Op de verbeelding resulteert dit in de gebiedsaanduiding ‘wrozone - wijzigingsgebied’; - Voor de bestemming Horeca aan de Rütenbrockerweg wordt de aanduiding specifieke vorm van horeca uitgesloten – hotel’ opgenomen; - De gronden in de bestemming Agrarisch – Bedrijf, die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied, zullen worden voorzien van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – afwijkende regeling’ - De gronden in de bestemming Bedrijf die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied, zullen worden voorzien van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – afwijkende regeling’ - PM geldt bovenstaande nog voor andere niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied?? Regels - Aan de afwijkingsmogelijkheid ten behoeve van een tweede agrarische bedrijfswoning (artikel 3.5.1) worden voor de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied de voorwaarden gekoppeld dat er sprake is van een structureel volwaardig tweepersoonsbedrijf en dat gelet op aard, omvang en continuïteit van het bedrijf permanent toezicht noodzakelijk is; - Voor de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied worden de afwijkingsmogelijkheden om de uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid buiten het bouwvlak mogelijk te maken, begrensd op maximaal 20% ten opzichte van de bestaande bebouwing; - In de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘Verkeer’ worden kaden en oevers toegevoegd; - De maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen de bestemming ‘Water’ wordt verhoogd tot 10 meter, zodat de (bestaande) bruggen langs het kanaal ook passen binnen de planregels; - In de basisbestemmingen wordt de verklaring voor gebiedsaanduidingen, waarvoor de regeling is opgenomen in artikel 25 Algemene aanduidingsregels, verwijderd;
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
-
-
blz 11
In de bestemming Leiding – Gas wordt de maximale diameter en druk van de betreffende leidingen met de daarbijbehorende belemmeringenstrook opgenomen; De regeling voor de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone - bevi’ wordt zodanig aangepast dat bestaande beperkt kwetsbare objecten worden uitgezonderd van deze regeling.
Toelichting - De verantwoording van het groepsrisico in de paragraaf externe veiligheid (paragraaf 3.5) van de toelichting wordt aangevuld met de gegevens van de Regionale Brandweer; - In de paragraaf externe veiligheid wordt de beschrijving van regelgeving ten aanzien van het provinciaal basisnet, het vervoer van gevaarlijke stoffen en buisleidingen op verschillende punten geactualiseerd; - Ten aanzien van de aspecten ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie wordt de toelichting aangevuld met een beschrijving van de complexen die door de provincie zijn aangemerkt als beschermenswaardig; - Aan de toelichting wordt een paragraaf toegevoegd met betrekking tot energie en duurzaam ruimtegebruik; - In de waterparagraaf wordt het beheerplan 2010-2015 niet langer meer aangeduid als een ‘ontwerp’.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 12
087002.03
3. INSPRAAK Onderstaand worden de ingediende inspraakreacties samengevat, voorzien van een gemeentelijke reactie en een standpunt (wel of niet aanpassen van het bestemmingsplan. Daarbij wordt eerst ingegaan op twee thema’s die in veel inspraakreacties terugkomen. 3. 1. Verzoek om een woning te bouwen Veel insprekers hebben verzocht om medewerking te verlenen aan de bouw van een nieuwe woning. De gemeente is hier erg terughoudend mee, omdat de provincie Groningen de bouw van woningen in het buitengebied in principe niet toestaat en een aantal open plekken in de Linten als buitengebied is aangemerkt (zie ook hoofdstuk 2 van deze nota). Daarnaast zijn regionale afspraken gemaakt over de bouw van woningen. De gemeente Vlagtwedde mag in de periode tot 2015 nog 187 woningen bijbebouwen (zie bijlage 2 van de toelichting). Percelen waarvoor reeds een bouwvergunning of omgevingsvergunning is afgegeven, worden meegenomen in het bestemmingsplan. Volgens de definities van de contingentenboekhouding worden deze bestaande bouwmogelijkheden niet meegerekend als een toevoeging aan de woningvoorraad. De gemeente bereid om mee te werken aan nieuwe woningbouw wanneer plannen: - voldoende concreet zijn; - passen binnen bestaand bebouwd gebied, zoals aangeduid door de Provincie; - passen binnen de ruimtelijke kaders zoals die in de toelichting zijn opgenomen. Dit is verwoord in paragraaf 4.2 en bijlage 1 van de toelichting; - en er nog voldoende woningbouwcontigenten beschikbaar zijn. 3. 2. Regeling voor aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten Het college staat positief voor aan-huis-gebonden beroepsuitoefening en woon-/werk-combinaties in de Linten. In het plan zijn daarom ruime mogelijkheden opgenomen. Uit verschillende inspraakreacties is gebleken dat op meerdere plekken meer dan 90 m2 van de woning wordt gebruikt voor een aan-huisverbonden beroep. Vaak gaat het hier om voormalige boerderijen of woningen met grotere schuren, waarbij een groot deel van de bebouwing niet wordt benut voor de woonfunctie. Omdat hiermee een passende invulling wordt gegeven aan bestaande bebouwing, wordt in dit soort gevallen ook een gebruik van meer dan 90 m2 bebouwing toegestaan. De eis in het voorontwerpbestemmingsplan dat het mag gaan maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning, heeft weinig ruimtelijke relevantie en wordt daarom ook losgelaten.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 13
3. 3. Inspraakreactie 1 Dhr. K.L. Veldhuis, Kloosterveenweg 25, 9561 AN Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker kan door de bestemming “wonen” onvoldoende uit de voeten met zijn bedrijf (kraanverhuur en grondverzet) op de huiskavel en het daarachter gelegen perceel Reactie gemeente Betrokkene heeft zijn activiteiten verplaatst naar deze voormalige boerderij en verricht voor een deel werkzaamheden die voor wat betreft de ruimtelijke impact vergelijkbaar zijn met een agrarisch hulpbedrijf dat ook elders als passend in de lintbebouwing wordt aangemerkt. Om die reden is het niet onredelijk om aan deze locatie een toegesneden bestemming te geven die vergelijkbaar is met een agrarisch hulpbedrijf. Daar waar inspreker verzoekt om ook het achterliggende terrein voor bedrijfsontwikkelingen mee te nemen wordt opgemerkt dat dit perceel is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebeid 2009 met een agrarische bestemming. Gebruik van die grond voor bedrijfsdoeleinden is binnen dat plan niet toegestaan. Wijziging van de plangrens en de bestemming is niet aan de orde mede omdat dat perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden bedrijfsactiviteiten. Dit bedrijf is qua activiteiten dan ook niet per se gebonden aan het buitengebied. Standpunt Aan het voorste deel van het perceel Kloosterveenweg 25 wordt de bestemming ‘Bedrijf’ met een aanduiding ‘agrarisch loonbedrijf’ toegekend. Dit leidt tot een aanpassing van de planregels en de verbeelding. Voor het overige geeft de inspraakreacties geen aanleiding op het bestemmingsplan te wijzigen. 3. 4. Inspraakreactie 2 Dhr. H.H. Schulte Ter Apelkanaal Oost 64 9563 RC Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de kavel 2581 aan te geven met een woonbestemming
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 14
087002.03
Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het geldende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraak reactie geeft geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 5. Inspraakreactie 3 Dhr. H. Rengers Zandberg 43 9563 PJ Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker exploiteert ter plaatste reeds jaren een profielzetterij (knippen, zetten en lassen van staalplaten) die valt in een hogere milieucategorie en vraagt om bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 4 toe te staan. Reactie gemeente Het bestemmingsplan beoogt de bestaande situatie vast te leggen. Daarbij behoort ook rekening te worden gehouden met de bestaande profielzetterij. Het is echter niet de bedoeling om in de lintbebouwing in z’n algemeenheid bedrijven toe te laten die in een hogere milieucategorie vallen dan categorie 3. Aan de wensen van inspreker kan ten dele tegemoet gekomen worden door op deze locatie, naast bedrijven die vallen in de milieucategorieën tot en met 3, een categorie 4 bedrijf toe te laten bestaande uit een profielzetterij c.a. Standpunt Ter plaatse van het perceel Zandberg 43 wordt een bedrijfsbestemming toegekend, waarbij door middel van een aanduiding ook de huidige bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie zijn toegestaan: ‘specifieke vorm van bedrijf - profielzetterij’. 3. 6. Inspraakreactie 5 Dhr. J. Brunen Ter Apelkanaal West 26 9563 PB Ter Apelkanaal
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 15
Samenvatting reactie Inspreker vraagt om aan de kavel sectie G 3006 (naast Ter Apelkanaal West 26) een woonbestemming te geven. Hij verwijst naar eerdere correspondentie (brief nr. Z.09-2817D.09-3081) Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. 7. Inspraakreactie 6 Dhr. C.E. Grol Ter Apelerkanaal Oost 7 9563 RA Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker is voornemens om ten behoeve van de woning/praktijk binnen de planperiode een garage/opslag te bouwen op het perceel. Reactie gemeente Het betreft dierenartsenpraktijk met een daarbij behorende bedrijfswoning. Het is niet de bedoeling om deze in de lintbebouwing passende activiteit onnodig te beperken. Op de verbeelding van het voorontwerp is een bouwblok aangegeven waarbij nog rekening is gehouden met een situatie van voor de laatste verbouwing. Het ligt voor de hand om het bouwvlak aan te passen en in de regels op te nemen dat bijbehorende bouwwerken, indien nodig, met afwijking buiten het bouwvlak gerealiseerd kunnen worden. Op deze wijze kan inspreker, binnen de ruimtelijk mogelijkheden van het bestemmingsvlak, op adequate wijze voorzien in ruimtebehoefte voor de praktijk of ten behoeve van de aan de bedrijfswoning behorende functies. Standpunt Bij het perceel Ter Apelkanaal Oost 7 wordt het bouwvlak aangepast om te realisatie van een garage/opslag mogelijk te maken. Ook wordt bij de bestemmingen die zijn voorzien van een bouwvlak een algemene regeling opgenomen om bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak te realiseren.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 16
087002.03
3. 8. Inspraakreactie 7 dhr. C.T. van der Veen Viaductstraat 177 9561 AK Ter Apel Samenvatting reactie Betrokken vraagt om het bouwblok aan de voorzijde te vergroten. Gevraagd wordt om de mogelijkheid voor een tweede bedrijfswoning. De goothoogte van 2.5 m voor bedrijfsbebouwing is te gering (moderne machines zijn hoger). Dat zou minimaal 4.5 m moeten zijn. Reactie gemeente Er bestaan geen ruimtelijke bezwaren tegen om het bouwvlak aan te passen zoals door inspreker wordt gevraagd. Daarbij moet worden opgemerkt dat het bestemmingsplan, in de lijn van het bestemmingsplan Buitengebied 2009, geen mogelijkheden biedt voor het realiseren van een tweede bedrijfswoning. Er is geen reden om van die beleidslijn af te wijken. Terecht wijst inspreker op de te geringe maximale goothoogte om op een adequate wijze te voorzien in bedrijfsruimte voor moderne agrarische machines. Tegen aanpassing van de goothoogte bestaat geen bezwaar. Standpunt Het bouwvlak Op het perceel Viaductstraat 177 aanpassen en in de regels een maximale goothoogte van 5 m opnemen. Voor het overige geeft de inspraakreactie geen aanleiding om het plan te wijzigen. 3. 9. Inspraakreactie 8 Dhr. Boerema Barnflair Oost 73 9561 PD Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker vraagt om de woonbestemming met plm. 6 meter te vergroten in verband met toekomstige uitbreidingsmogelijkheden voor de woning. Reactie gemeente Het naastliggende terrein is in het voorontwerp aangegeven met een bedrijfsbestemming. Er bestaat geen bezwaar tegen om de grens tussen beide bestemmingen aan te passen. Standpunt De begrenzing tussen de bestemmingen “W-L1” en “Bedrijf” aan te passen in de zin zoals door inspreker is gevraagd.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 17
3. 10. Inspraakreactie 9 Dhr. H.A.T. Over Barnflair Oost 85 9561 PD Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker wenst een aanpassing van het plan voor gronden aan weerszijden van het pand Barnflair Oost 85. Het aangegeven perceel groen dient bij de woonbestemming te worden getrokken. Inspreker wenst de bestaande bouwmogelijkheden voor woningen aan de noord- en zuidzijde van het pand te behouden. Voor de woning aan de noordzijde is bij besluit van 20 april 1982 nr. 128 een bouwvergunning verleend. Reactie gemeente Volgens de regels van het plan wordt een woning die rechtens kan worden gebouwd aangemerkt als een bestaande woning. Terecht wijst inspreker op de vergunning waarvan nog geen gebruik gemaakt is. Om die reden dient het aantal woningen dat binnen de bestemmingsvlak is aangegeven te worden gewijzigd in “6” Voor een woning aan de zuidzijde van het pand Barnflair Oost 85 is nimmer een verzoek om bouw- of omgevingsvergunning ingediend. Geconstateerd moet worden dat de eigenaren gedurende een groot aantal jaren geen gebruik hebben gemaakt van de bouwmogelijkheden. Aangezien het aangeven bij recht van bouwmogelijkheden tevens beperking inhoud van het adequaat benutten van woningcontingenten is besloten te kiezen voor een systeem waarbij door middel van een wijzigingsbevoegdheid woningbouw opnieuw mogelijk kan worden gemaakt indien wordt voldaan aan de in het plan opgenomen criteria. Het vastleggen van een direct uit het bestemmingsplan voortvloeiend bouwrecht zou opnieuw tot ongewenste gevolgen hebben voor de contingentering. Inspreker heeft ook thans nog de mogelijkheden om een gebruik te maken van de bouwmogelijkheden. De besluitvormingsprocedure zal zodanig worden aangepast dat tot het moment van vaststelling nog een vergunning kan worden verleend op grond van de oude bouwrechten. Inspreker heeft dan ruim 10 maanden na de informatie over het nieuwe bestemmingsplan de gelegenheid gehad om oude rechten te benutten. Indien daarvan geen gebruik gemaakt wordt dan zal bij een eventueel nieuw bouwinitiatief gekeken moeten worden naar de in het plan aangegeven mogelijkheden en criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 18
087002.03
Standpunt Gelet op de reeds verleende bouwvergunning op de verbeelding het maximaal aantal woningen binnen het ter plaatse aangegeven bestemmingsplan te stellen op 6. Voor het overige is de inspraakreactie geen aanleiding om het plan te wijzigen. 3. 11. Inspraakreactie 10 Dhr. H. Trechsel Munnekemoer Oost 10 9561 NN Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker vraagt zich af of aan zijn perceel een bedrijfsbestemming zou moeten worden gegeven. Reactie gemeente Aan inspreker is medewerking verleend voor het uitoefenen van een klussenbedrijf gerelateerd aan de woonbestemming. Voor dit type activiteiten is in het plan regeling opgenomen voor aan-huisverbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. De activiteiten zijn dusdanig kleinschalig, dat zij niet in strijd zijn met het bestemmingsplan. Standpunt De inspraakreactie is geen aanleiding om het plan aan te passen. 3. 12. Inspraakreactie 11 Over Beheer BV Barnflair Oost 71 9561 PD Ter Apel Samenvatting reactie Verzocht wordt om de bestemming van het pand Barnflair Oost 67 te wijzigen in een bedrijfsbestemming (cat. 1 t/m 3) met daarbij de mogelijkheid om hier ook een bedrijfswoning te bouwen. Reactie gemeente Op deze locatie is reeds een categorie 3 bedrijf gevestigd. (transport, grondverzet en loonwerk). In het bestemmingsplan dienen de thans reeds vergunde mogelijkheden te worden meegenomen. Er is tevens met betrokkene overeenstemming bereikt over de aankoop van de voormalige school die bij het bedrijf zal worden betrokken. Voorts blijken de bouw- en goothoogtes in het voorontwerp niet overeen te komen met de huidige situatie. In verband daarmee dient de begrenzing van bestemming te worden aangepast evenals de maximale bouw- en goothoogtes
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 19
Standpunt Ter plekke voor dit bedrijf bedrijven toe te staan in milieucategorie 3 en de verbeelding aan te passen. Ook de begrenzing van de bestemming en de bouw- en goothoogtes worden aangepast overeenkomstig de bestaande situatie. 3. 13. Inspraakreactie 12 MW. A.M. Westen Eikenhage 3 9501 VD Stadskanaal Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan het perceel sectie G nr7609 aan de Schaapsbergweg te Zandberg een woonbestemming toe te kennen ten behoeve van de bouw van een woning op het perceel dat toebehoort aan haar ouders, dhr. en mw. Westen-Schnieders, Zandberg 56, 9563 PK Ter Apelkanaal. Reactie gemeente In het verleden is er regelmatig gesproken over bouwmogelijkheden in en aansluitend op de lintbebouwing langs het kanaal. Door diverse oorzaken is zijn wensen om te komen tot realisering van woningbouw niet van de grond gekomen. In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan. In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan. Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. Voor inspreker betekent dit dat de bestemming “agrarische cultuurgrond” blijft gehandhaafd. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 20
087002.03
3. 14. Inspraakreactie 13 Dhr. W. Over Barnflair Oost 15 9561 PA Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker heeft op zijn adres een VAB bestemming en wenst die ook in het nieuwe bestemmingsplan te behouden. Hij mist tevens op de plankaart de werkplaats waarvoor bij besluit van 10 maart 2008 (nr. 20073005) een vergunning is verleend. Reactie gemeente Het pand van inspreker wordt overwegend gebruikt als woning waarbij een bijbehorende schuur in het verleden werd gebruikt voor bedrijfsdoeleinden. Binnen de nu voorziene woonbestemming zijn aan huis gebonden kleinschalige bedrijfsactiviteiten toegestaan. Het bestemmingsplan geeft inspreker de mogelijkheden om de panden op deze wijze te gebruiken. Het huidige gebruik, noch de in 2008 verleende vergunning geeft aanleiding om thans aan het perceel een bedrijfsbestemming toe te kennen. Standpunt De inspraakreactie geeft geen aanleiding om wijzigingen in het plan aan te brengen. 3. 15. Inspraakreactie 14 Mevr. A.M. Berendsen Darackers 45 7824 PN Emmen Samenvatting reactie Inspreker is voornemens om in 2012 een woning te bouwen op het perceel aan de Schaapbergweg (kadastraal bekend sectie G nr. 7611) en verzoekt in om in het bestemmingsplan aan dat perceel een woonbestemming toe te kennen. Reactie gemeente In het verleden is er regelmatig gesproken over bouwmogelijkheden in en aansluitend op de lintbebouwing langs het kanaal. Door diverse oorzaken is zijn wensen om te komen tot realisering van woningbouw niet van de grond gekomen. In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 21
In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan. Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. Voor inspreker betekent dit dat de bestemming “agrarische cultuurgrond” blijft gehandhaafd maar dat iedere wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw vervalt. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 16. Inspraakreactie 15 Dhr. J. Greving Ter Apelerkanaal Oost 59 9463 RC Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker is voornemen om de boerderij op het perceel sectie I nr. 4081 te slopen en een nieuwe woning te realiseren in de lintbebouwing op het perceel sectie I nr. 4082. Om die reden wordt gevraagd om aan het betreffende perceel een woonbestemming te geven. Reactie gemeente Uit ruimtelijke overwegingen is er veel voor te zeggen om de bestaande woning die gelegen is achter de Heemsloot af te breken en een vervangende woning te bouwen die past in de lintbebouwing. Aan de wens van inspreker kan tegemoet worden gekomen door zowel het perceel van de huidige woning als de daarvoor gelegen kavel aan te geven met de bestemming W-L1. Daarmee wordt de verplaatsing van de woning mogelijk gemaakt. Standpunt Het perceel voor de bestaande woning voorzien van de bestemming ‘Wonen - Lint 1’ en het toegestane aantal woningen op de aansluitende bestemming ‘Wonen - Lint 1’ dienovereenkomstig aanpassen.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 22
087002.03
3. 17. Inspraakreactie 16 Maatschap Schnieders Dhr. H. Schnieders Valtermussel 15 7877 TA 2e Valthermond Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan twee kavels, ten behoeve van familie/bedrijfsopvolgers, de mogelijkheid te geven om vrijstaande woningen te bouwen en daartoe aan de betreffende kavels een woonbestemming te geven. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraak reactie is geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 18. Inspraakreactie 17 dhr. J. Langes Kloosterveenweg 177 9561 AX Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker constateert dat aan het perceel Kloosterveenweg 177 een woonbestemming (WL-1) is aangegeven. Tot voor kort was hier een bouwen timmerbedrijf gevestigd en het pand staat nu als bedrijfspand (conform de huidige bestemming) te koop. Inspreker wenst deze bestemming te behouden. Reactie gemeente Geconstateerd kan worden dat er op dit moment geen bedrijf meer op deze locatie is gevestigd. Er bestaat geen bezwaar tegen dat in de vrijgekomen bedrijfsgebouwen opnieuw beroepen worden uitgeoefend of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden die passen in een woon-
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 23
omgeving en die worden gepleegd in samenhang met de woonfunctie. Zoals verwoord in paragraaf 3.2 van deze nota wordt het gebruik van bebouwing, die op dit moment niet wordt benut als woonruimte, voor aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten toegestaan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt hier op aangepast. Standpunt De bestemming ‘Wonen - Lint 1’ wordt zodanig aangepast dat het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteit is toegestaan in de ruimte die niet wordt benut voor het wonen. 3. 19. Inspraakreactie 18 dhr. J. Langes Kloosterveenweg 177 9561 AX Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoek het bestemmingsplan voor wat betreft de criteria voor invulling van open gaten in de lintbebouwing zodanig aan te passen dat woningbouw op de percelen sectie I 4230 en 4224 mogelijk wordt. Inspreker verwijst naar een eerder verzoek dat is geregistreerd onder nummer 200800884. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn, moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraak reactie vormt geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 20. Inspraakreactie 19 Dhr. G. Kliphuis Viaductstraat 152 9561 AH Ter Apel
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 24
087002.03
Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om medewerking om de locatie van de bestaande, 80 jaar oude, schuur om te zetten in een woonbestemming. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraak reactie is geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 21. Inspraakreactie 20 Dhr. K. Velema ’t Soerd 33 7895 AD Roswinkel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan het perceel ten zuiden van Barnflair West 65 (gedeelte van de percelen sectie U 1077 en 1665) een woonbestemming toe te kennen. Inspreker onderhandelt met de eigenaren van die percelen. Reactie gemeente In het verleden is er regelmatig gesproken over bouwmogelijkheden in en aansluitend op de lintbebouwing langs het kanaal. Door diverse oorzaken is zijn wensen om te komen tot realisering van woningbouw niet van de grond gekomen. In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan. In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 25
Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. Voor inspreker betekent dit dat de bestemming “agrarische cultuurgrond” blijft gehandhaafd maar dat iedere wijzigingsbevoegdheid optie om te komen tot woningbouw vervalt. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 22. Inspraakreactie 21 dhr. P.F. Wiersma Zandberg 41/42 9563 PJ Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker vraagt om in de regels ruimte te geven voor kamerverhuur overeenkomstig de reeds jaren lang bestaande situatie. Reactie gemeente In het bestemmingsplan Buitengebied 2009 is het mogelijk gemaakt om ruimten ter beschikking te stellen voor recreatief verblijf. Binnen de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en de vraag naar kwaliteit wordt er vanuit gegaan dat dergelijke voorzieningen voldoende kwaliteit hebben voor zowel oppervlakte als (sanitaire)voorzieningen. Uit ruimtelijk oogpunt zijn ook geen argumenten aan te voeren om ander dan verhuur voor recreatief gebruik te verbieden mits verhuur onderdeel blijft en gekoppeld blijft aan de hoofdbestemming. Om die reden ligt het voor de hand om binnen het hoofdgebouw de verhuur van kamers tot een maximum van 3 bij recht toe te staan. Omdat bij grotere panden er voldoende ruimte kan zijn voor verruiming van deze regel kan bij afwijking dat maximum aantal worden vergroot tot 5. Standpunt De planregels op dit punt aan te passen en het verhuren van kamers algemeen toe te staan. Daarbij worden 3 kamers bij recht toegestaan en 5 na toestemming van het college van Burgemeester en Wethouders. 3. 23. Inspraakreactie 22 Dhr. H. Loonstra Ter Apelkanaal West 47 9563 PB Ter Apelkanaal
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 26
087002.03
Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de kavel gelegen tussen de percelen Ter Apelkanaal 47 en 44 aan te geven met een woonbestemming ten behoeve van familielid. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraakreactie vormt geen aanleiding om het bestemmingsplan te wijzigen. 3. 24. Inspraakreactie 23 Kamer van Koophandel Noord-Nederland dhr. B. van Zanten Postbus 134 9700 AC Groningen Samenvatting reactie De kamer verzoekt om verduidelijking van de gevolgen voor de gevestigde bedrijven ten gevolge van de uitsluiting van inrichtingen als bedoeld in art. 41 Wet geluidhinder. Het plan dient er van uit te gaan dat de bedrijfsvoering van bestaande bedrijven niet wordt bemoeilijkt en nieuwe bedrijfsontwikkelingen en nieuwvestigingen op basis van maatwerk mogelijk gemaakt zullen worden. Reactie gemeente Op het bedrijventerrein in Ter Apel zijn geen inrichtingen aanwezig als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder. Daarom is besloten dat de vestiging van geluidszoneringsplichtige inrichtingen op dit bedrijven terrein niet wenselijk is. Om deze reden is in het voorontwerp bestemmingsplan Ter Apel dorp geen geluidszone om en wordt de geluidszone ook in het bestemmingsplan De Linten van de verbeelding verwijdert. Ten aanzien van de huidige bedrijfsvoering levert dit geen beperkingen op.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 27
Standpunt De geluidszonering op het bedrijventerrein Ter Apel wordt van de verbeelding verwijderd. 3. 25. Inspraakreactie 24 Dhr. J.H. Alting Ter Apelkanaal Oost 14 9563 RA Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Op het perceel van inspreker en achten de woning nr. 15 staan bedrijfsloodsen die gebruikt worden voor o.a. opslag en caravanstalling. Ook het voormalige kantoor en magazijn worden gebruikt als bedrijfsruimte. Verzocht wordt om een passende regeling in het plan op ten nemen die recht doet aan het huidige bedrijfsmatige gebruik. Reactie gemeente Geconstateerd kan worden dat de voormalige bedrijfsbebouwing voor een deel wordt gebruikt voor stalling/opslag en voor een deel voor aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten. Er bestaat geen bezwaar tegen dat in de bestaande bedrijfsgebouwen beroepen worden uitgeoefend of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden die passen in een woonomgeving en die worden gepleegd in samenhang met de woonfunctie. De in het voorontwerp aangegeven regeling, waarbij de ruimten die daarvoor in aanmerking komen dienen te worden beperkt tot 90 m2 , geeft biedt ons inziens voldoende mogelijkheden om aan-huisgebonden activiteiten te stimuleren en daarmee aan te sluiten op moderne ontwikkelingen. Zoals verwoord in paragraaf 3.2 van deze nota wordt het gebruik van bebouwing, die op dit moment niet wordt benut als woonruimte, voor aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten ook toegestaan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt hier op aangepast. Standpunt Het ontwerpbestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteit is toegestaan in de ruimte die niet wordt benut voor het wonen. 3. 26. Inspraakreactie 25 fam. Schomaker Munnekemoer 15-17 9561 NN Ter Apel
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 28
087002.03
Samenvatting reactie Inspreker constateert dat de aangegeven woonbestemming minder mogelijkheden biedt dan de huidige VAB bestemming. Inspreker wenst de huidige bestemming te behouden mede tegen de achtergrond van het feit dat overwogen wordt om de handel in caravans en reparatie weer op te vatten. Reactie gemeente Geconstateerd kan worden dat er op dit moment geen bedrijf meer op deze locatie is gevestigd. Er bestaat geen bezwaar tegen dat in de vrijgekomen bedrijfsgebouwen opnieuw beroepen worden uitgeoefend of bedrijfsactiviteiten plaatsvinden die passen in een woonomgeving en die worden gepleegd in samenhang met de woonfunctie. Zie voor dit punt ook paragraaf 3.2. Gezien het feit dat het bestemmingsplan uitgaat van het vastleggen van de bestaande situatie en er een adequate regeling in het plan is opgenomen om aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten te ontwikkeling, is de inspraakreactie geen reden om het plan aan te passen Standpunt Het ontwerpbestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteit is toegestaan in de ruimte die niet wordt benut voor het wonen. 3. 27. Inspraakreactie 26 dhr. J.M.M. van Riel Kloosterveenweg 117 9561 AT Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker wijst er op dat bij bestaande grote voormalige bedrijfsgebouwen de beperking van het gebruik tot 30% van de woning resp. maximum 90 m2 geen recht doet aan de bestaande situatie en ook een beperking is van het meest doelmatig gebruik. Verzocht wordt om de regeling aan te passen. Reactie gemeente De in het voorontwerp aangegeven regeling, waarbij de ruimten die voor beroeps- en bedrijfsactiviteiten in aanmerking komen dienen te worden beperkt tot 90 m2 doet geen recht aan wensen om juist in de linten de aan huis gebonden activiteiten te stimuleren en daarmee aan te sluiten op moderne ontwikkelingen. De beperking om slechts 30% van de bebouwing te mogen gebruiken voor bedrijvigheid heeft weinig ruimtelijke relevantie en komt te vervallen.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 29
Zoals verwoord in paragraaf 3.2 van deze nota wordt het gebruik van bebouwing, die op dit moment niet wordt benut als woonruimte, voor aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten ook toegestaan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt hier op aangepast. Standpunt Het ontwerpbestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteit is toegestaan in de ruimte die niet wordt benut voor het wonen. 3. 28. Inspraakreactie 27 dhr. J. Sangers en mw. R. van der Stam Markeweg 145 9561 SJ Ter Apel Samenvatting reactie Insprekers stellen dat de realisering van een woning op de kavel Markeweg 147 niet past in het open karakter van de bebouwing. Zij geven daarbij aan dat zij het landelijke karakter van de Markerweg willen behouden en verklaren zich tegenstanders van de wijziging van het bestemmingplan dat aanvullende bebouwing toestaat. Reactie gemeente Voor de kavel Markerweg 147 is een verzoek om een omgevingsvergunning ingediend dat voldoet aan de voorschriften van het geldende bestemmingsplan. In het nieuwe plan zal rekening worden gehouden met de woningen die bestaan of waarvoor een vergunning zal zijn aangegeven. Insprekers zullen, indien zij dat wensen, bezwaar en beroep in kunnen stellen tegen het verlenen van die omgevingsvergunning. De aanduiding op de kaart waarbij het maximaal aantal woningen binnen een bestemmingsvlak is aangegeven zal worden aangepast indien op het moment van vaststelling van het plan een omgevingsvergunning is verleend aanzien die volgens de definities van het plan als “bestaand” dient te worden aangemerkt Standpunt De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het plan. 3. 29. Inspraakreactie 28 mw. B. Wortelboer Viaductstraat 189 9561 AK Ter Apel
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 30
087002.03
Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om een woonbestemming toe te kennen aan de percelen I 3913 en I 1659 ten behoeve van de bouw van een woning voor het eigen gezin. Reactie gemeente Voor deze kavel is een verzoek om een omgevingsvergunning ingediend waarvoor naar verwachting voor de vaststelling van het plan een omgevingsvergunning zal zijn verleend. In het nieuwe plan zal rekening worden gehouden met de woningen die bestaan of waarvoor een vergunning zal zijn aangegeven. De aanduiding op de kaart waarbij het maximaal aantal woningen binnen een bestemmingsvlak is aangegeven, zal worden aangepast indien op het moment van vaststelling van het plan een omgevingsvergunning is verleend aanzien die volgens de definities van het plan als “bestaand” dient te worden aangemerkt. Standpunt De aanduiding waarbij het maximaal aantal woningen binnen een bestemmingsvlak wordt aangegeven, wordt aangepast zodra een vergunning is verleend. 3. 30. Inspraakreactie 29 mw. E. Goos-Bruinsma (ook verzonden aan de burgemeester) Barnflair West 49 9561 NE Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker stelt dat bij de vorige planwijziging een bouwmogelijkheid is geschrapt voor de plaats waar vroeger een woning heeft gestaan nabij de woning Barnflair West 49. Zij verzoekt om het perceel dat thans in gebruik is als erf bij de eigen woning (en niet als agrarische grond) opnieuw te bestemming voor de bouw van een woning. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 31
Standpunt De inspraakreactie is geen aanleiding om het plan te wijzigen. 3. 31. Inspraakreactie 30 J. Deuring Westerstraat 6 9561 SM Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan de kavel I 787 een woonbestemming te geven omdat die kavel voldoet aan de criteria “afweging potentiele invullocaties”. Inspreker dient daarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning in. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Standpunt De inspraak reactie is geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 32. Inspraakreactie 31 J. Deuring Westerstraat 6 9561 SM Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de percelen tussen Viaductstraat 154 en 163 (sectie I nrs 111 en 1638) een agrarische bestemming te geven overeenkomstig het huidige gebruik. Reactie gemeente Inspreker wijst op een onvolkomenheid in de verbeelding. Het ligt voor de hand die aan te passen. Standpunt De verbeelding aanpassen.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 32
087002.03
3. 33. Inspraakreactie 32 J. Deuring Westerstraat 6 9561 SM Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker wijst in het belang van gebruiksmogelijkheden voor percelen aan de Kloosterveenweg 70 en73 op de aanwezigheid van een geluidszone. Hij verzoekt om de geluidszone uit het plan te verwijderen omdat er geen bedrijven meer zijn die de aanwezigheid daarvan rechtvaardigen. Reactie gemeente Inspreker wijst er terecht op dat op het bedrijventerrein geen bedrijven als bedoeld in artikel 41 van de Wet Geluidhindermeer aanwezig zijn. In het voorontwerp bestemmingsplan Ter Apel dorp is de nieuwvestiging van dergelijke bedrijven uitgesloten. Om die reden kan de zone ook in het plan voor De Linten vervallen. Standpunt De plan op dit punt aan te passen. 3. 34. Inspraakreactie 33 dhr. M.W. de Gruil Zandberg 75 9563 PL Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt ten behoeve van een familielid de bouw mogelijk te maken op het perceel Sectie G nr. 7602 aan de Schaapsbergweg Reactie gemeente In het verleden is er regelmatig gesproken over bouwmogelijkheden in en aansluitend op de lintbebouwing langs het kanaal. Door diverse oorzaken is zijn wensen om te komen tot realisering van woningbouw niet van de grond gekomen. In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan. In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 33
Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. Voor inspreker betekent dit dat de bestemming “agrarische cultuurgrond” blijft gehandhaafd maar dat iedere binnenplanse optie om te komen tot woningbouw vervalt. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de mogelijkheid van de wijzingsmogelijkheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 35. Inspraakreactie 34 dhr. E. de Zwart en mw. L. Tieben Barnflair Oost 46 9561 PB Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker oefent op het perceel Barnflair Oost 46 een bedrijfsactiviteit uit en verzoeken een het perceel conform de bestaande situatie een bedrijfsbestemming toe te kennen. (Camper bouw) Reactie gemeente Aan inspreker is medewerking verleend voor het uitoefenen van een ambachtelijk bedrijf gerelateerd aan de woonbestemming. Juist voor dit type activiteiten is in het plan een adequate regeling opgenomen voor aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Overigens worden de mogelijkheden op dit punt verder verruimd. Zoals verwoord in paragraaf 3.2 van deze nota wordt het gebruik van bebouwing, die op dit moment niet wordt benut als woonruimte, voor aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten ook toegestaan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt hier op aangepast. Standpunt Het ontwerpbestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat het uitoefenen van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteit is toegestaan in de ruimte die niet wordt benut voor het wonen. 3. 36. Inspraakreactie 35 dhr. H.J. Over Rundezoom45 9561 JX Ter Apel
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 34
087002.03
Samenvatting reactie Inspreker wijst er op dat in het plan geen aandacht is besteed aan de mogelijkheden om percelen met de bestemming Agrarische Cultuurgrond een functie te laten vervullen in de ontwikkelingen ter ondersteuning van de vaarrecreatie na het gereed komen van de vaarverbinding Ter Apel Westerwold. Juist nabij de verbinding naar Duitsland zouden die mogelijkheden op z’n plaats zijn. Inspreker verzoekt om juist op de grotere percelen langs het kanaal ruimere mogelijkheden te geven voor kanaalgerelateerde ontwikkelingen in combinatie met wonen. Reactie gemeente In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan. In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van nietfunctioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan. Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. Voor inspreker betekent dit dat de bestemming “agrarische cultuurgrond” blijft gehandhaafd maar dat iedere binnenplanse optie om te komen tot woningbouw vervalt. Terecht wijst inspreker er op dat de ontwikkeling van de toeristisch recreatieve mogelijkheden ten gevolge van nieuwe vaarverbinding Ter Apel – Klazienaveen vraagt om een impuls en mogelijkheden voor aan de vaarweg gerelateerde ontwikkelingen. Nu er nog geen concrete plannen zijn en over de ontwikkeling daarvan in ieder geval ook overleg en overeenstemming met het provinciaal bestuur moet zijn, ligt het niet voor de hand om in het plan daarvoor nu reeds mogelijkheden te geven. Eventuele ontwikkelingen zullen buiten dit plan via een eigenstandige planprocedure hun beslag moeten krijgen. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan aan te passen. 3. 37. Inspraakreactie 36 dhr. H.H. Mensen Zandberg 84 9563 PL Ter Apelkanaal
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 35
Samenvatting reactie Inspreker constateert dat er geen bouwmogelijkheden zijn aangegeven op de achter het perceel Zandberg 84 gelegen perceel aan de Schaapbergweg. Inspreker wenst die bouwmogelijkheid te behouden ten behoeve van één van zijn kinderen. Reactie gemeente In het verleden is er regelmatig gesproken over bouwmogelijkheden in en aansluitend op de lintbebouwing langs het kanaal. Door diverse oorzaken is zijn wensen om te komen tot realisering van woningbouw niet van de grond gekomen. In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan. In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan. Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. Voor inspreker betekent dit dat de bestemming “agrarische cultuurgrond” blijft gehandhaafd maar dat iedere binnenplanse optie om te komen tot woningbouw vervalt. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 38. Inspraakreactie 37 dhr. R. Rouw Ter Apelkanaal West 63 9563 Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker constateert dat er geen bouwmogelijkheden zijn aangegeven op de naastgelegen kavel. Inspreker wenst die bouwmogelijkheid te behouden ten behoeve van één van zijn kinderen. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de be-
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 36
087002.03
treffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 39. Inspraakreactie 38 dhr. J.P. Schutte Ter Apelkanaal Oost 64 9563 RC Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om het voor het bedrijf aangegeven bouwperceel te vergroten tot de gebruikelijke maat van 1 ha. Reactie gemeente Betrokkene heeft op dit moment geen gronden in gebruik als agrarisch bouwperceel die zijn gelegen aan de oostzijde van de Heemsloot. Er is op basis van de in de inspraakreactie gegeven informatie geen aanleiding om het bouwperceel te vergroten in de zin zoals inspreker dat wenst. Standpunt De inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan te wijzigen. 3. 40. Inspraakreactie 39 dhr. B. Bruins Barnflair Oost 54 9561 PC Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker wijst op de lopende procedure om op het perceel aan de Hogeweg een veehouderij te vestigen. In het voorontwerp wordt daarmee nog geen rekening gehouden en hij verzoekt om in het ontwerp plan een bouwperceel aan te geven.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 37
Reactie gemeente Ten tijde van het inspraaktraject loopt een procedure bij de Rechtbank Groningen over het al dan niet terecht afwijzen van een verzoek om ter plaatse een veehouderijbedrijf te vestigen. Naar verwachting zal daarover voor het moment van vaststelling van het plan duidelijkheid ontstaan. Indien de uitslag voor inspreker positief is ligt het voor de hand om het plan gewijzigd vast te stellen. Aangezien die duidelijkheid nog niet aanwezig is ligt het niet in de rede om in het ontwerp plan rekening te houden met de wensen van aanvrager. Standpunt Gezien de stand van de rechtelijke procedure thans geen wijziging in het plan aan te brengen. 3. 41. Inspraakreactie 40 Industriekring Ter Apel Samenvatting reactie Gevraagd wordt om in de plannen ruimtelijke mogelijkheden te geven voor de combinatie wonen/werken waarbij de bedrijfsruimte groter kan zijn dan de woning.. Daarvoor is het gebied van de lintbebouwing in de plannen geschikt . Inspekers wijzen er op dat de in de plannen aangegeven mogelijkheden voor bedrijfsactiviteiten van maximaal 90 m2 voor deze categorie volstrekt onvoldoende is. Voorts wordt gewezen op de standpunten die door de Kamer van Koophandel zijn gedaan voor de vestiging van zgn. cottage industries en voorgesteld wordt om daarvoor in de nieuwe bestemmingsplannen de ruimte te geven. Er is onvoldoende aandacht besteed aan recente ontwikkelingen ten aanzien van internet- verkoop, verzendhuizen, veilingbedrijven enz. Gevraagd wordt om daar nadrukkelijk aan- dacht aan te besteden en hiervoor mogelijkheden te scheppen. Reactie gemeente De provinciale omgevingsverordening staat in artikel 4.9. nieuwe bedrijventerreinen en uitbreiding van bestaande niet toe. Hoewel de lintbebouwing ook vanuit de historie uitermate schikt geacht kan worden voor de combinatie van wonen en werken sluit de provinciale verordening het aangeven van nieuwe percelen voor bedrijfsactiviteiten ook in de zin zoals de Industriekring dat voorstelt uit. Wat dan rest is een mogelijkheid voor aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Daarmee kan maar beperkt worden ingespeeld op de behoefte aan locaties voor wonen en werken.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 38
087002.03
Daarbij wijst de Industriekring er terecht op de een maximale oppervlakte van 90 m2 voor beroeps- en bedrijfsactiviteiten onvoldoende is. Om die reden wordt voorgesteld om die oppervlakte te verruimen voor de situaties waarbij er nu reeds meer oppervlakte wordt gebruikt voor beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Het op basis van het rapport van de Kamer van Koophandel ingenomen standpunt om te komen tot het faciliteren van zgn. cottage industries wordt onderschreven. Ook hiervoor zijn de marges binnen de provinciale omgevingsverordening uiterst smal waardoor deze potentiële economische mogelijkheden niet kunnen worden ontwikkeld. Voor zover mogelijk wordt de behoefte aan deze economische mogelijkheden gefaciliteerd binnen de mogelijkheden van de aan huis verbonden beroepen en bedrijfsactiviteiten. De recente ontwikkelingen op het gebied van internetverkoop, verzendhuizen, veilingbedrijven zal in de regels van het plan worden meegenomen aangezien deze activiteiten voor wat betreft invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de reeds in het plan opgenomen aanvaardbare aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten Standpunt Op dit moment in het plan geen aanvullende mogelijkheden opnemen voor wonen/werken, de regels aan te passen ten aanzien van de te gebruiken oppervlakte voor aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Bijlage 1 en 2 aan te passen. 3. 42. Inspraakreactie 41 dhr. J.W. Mulder/Mulder Hallenbouw Munnekemoer West 4 9561 NJ Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan de, op de huidige bedrijfsbestemming aansluitende, kavels U 771 en U 772 eveneens een bedrijfsbestemming toe te kennen. Reactie gemeente Het bedrijf is in het voorontwerp aangegeven met een bedrijfsbestemming. Uitbreiding op de achter de woningen gelegen strook is mede vanwege de reeds aanwezige bedrijfsbebouwing in het aansluitende gebied aanvaardbaar. Standpunt De verbeelding aan te passen.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 39
3. 43. Inspraakreactie 42 dhr. J.H.W. Plagge Viaductstraat 165 9561 AJ Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan zijn pand een woonbestemming toe te kennen aangezien hier geen bedrijf meer gevestigd is. Inspreker vraagt om aan het open terrein aan de noordzijde van het pand een woonbestemming toe te kennen. Reactie gemeente Nu er ter plaatse geen bedrijf meer is gevestigd ligt het voor de hand om aan het perceel de bestemming W-L2 toe te kennen. Dit kan worden gezien als een verbetering van de ruimtelijke situatie. Wat betreft de terrein aan de noordzijde van het pand, wordt een andere afweging gemaakt. Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Standpunt De bestemming van het perceel te wijzigen in W-L2. Voor het overige geeft de inspraakreactie geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 44. Inspraakreactie 43 dhr. J.G. Weinans Barenfleer 3 49733 Haren 12 (Dld) Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om een bouwblok te behouden op het perceel sectie U nr. 1344 (ten zuiden van Munnekemoer West 51 voor de realisering van agrarische bebouwing ten behoeve van de achter de linten gelegen agrarische gronden. Reactie gemeente Op de door de inspreker aangegeven locatie is op dit moment geen agrarisch bedrijf gevestigd. Het plan voorziet niet in het vestigen van nieuwe agrarische bouwpercelen.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 40
087002.03
Inspreker heeft ook thans nog de mogelijkheden om gebruik te maken van de bestaande bouwmogelijkheden. Standpunt Zolang op grond van het vigerende bestemmingsplan geen bouw- om omgevingsvergunning is verleend voor bebouwing ten behoeve van het agrarisch bedrijf is er geen aanleiding om het plan aan te passen. 3. 45. Inspraakreactie 44 dhr. J.G. Weinans Barenfleer 3 49733 Haren 12 (Dld) Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de bestemming AC te wijzigen in WL-1 voor wat betreft de kavels sectie U nrs 1344, 1173 en 1174. Reactie gemeente In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan. In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan. Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. “Agrarische - Cultuurgrond” blijft gehandhaafd en dat iedere wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw vervalt. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 46. Inspraakreactie 45 dhr. J.G. Weinans Barenfleer 3 49733 Haren 12 (Dld)
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 41
Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de bestemming AC te wijzigen in WL-1 voor wat betreft de kavels sectie U nrs 1342 Reactie gemeente In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan. In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan. Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. “Agrarische - Cultuurgrond” blijft gehandhaafd en dat iedere wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw vervalt. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 47. Inspraakreactie 46 dhr. W. Johannes Dorpsstraat 66 9551 AH Sellingen Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan het perceel sectie G 7610 (gelegen ten westen van het perceel Zandberg 92) een woonbestemming toe te kennen overeenkomstig eerdere toezeggingen. Reactie gemeente In het verleden is er regelmatig gesproken over bouwmogelijkheden in en aansluitend op de lintbebouwing langs het kanaal. Door diverse oorzaken is zijn wensen om te komen tot realisering van woningbouw niet van de grond gekomen. In het voorontwerp van dit plan is de mogelijkheid opgenomen om alsnog via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw mogelijk te maken mits aan een aantal ruimtelijke criteria is voldaan.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 42
087002.03
In geval van inspreker is op dit moment bepalend dat het perceel volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend wordt. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Dat houdt in dat ook het mogelijk maken van woningbouw middels een wijzigingsbevoegdheden niet is toegestaan. Om die reden dient te worden besloten om ook de wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel te schrappen. Voor inspreker betekent dit dat de bestemming “Agrarische - Cultuurgrond” blijft gehandhaafd en dat iedere wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw vervalt. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 48. Inspraakreactie 47 Countus Accountans en Adviseurs BV Burg. De Beaufortplein 6 7475 AG Markelo Samenvatting reactie Countus vraagt namens client J.G.H. Rass om in artikel 3.2.2. de maximale bouwhoogte te stellen op 12 meter en de maximale goothoogte op 5 meter die noodzakelijk is ten behoeve van de moderne bedrijfsvoering. Voorts wordt gevraagd om de vorm en oppervlakte van het bouwvlak zodanig aan te passen dat de bestaande kuilvoerplaten binnen het bouwvlak komen te liggen. Daarnaast verzoekt inspreker om op vier verschillende locaties medewerking te verlenen aan woningbouw. Reactie gemeente Het ligt voor de hand om voor wat betreft de bouw- een goothoogte uit te gaan van maten die aansluiten bij de moderne bedrijfsvoering. Geconstateerd wordt dat ook in het bestemmingsplan Buitengebied een grotere goothoogte toestaat dan in het voorontwerp plan voor De Linten is aangeven. Terecht wordt er op gewezen dat voorzieningen als kuilvoerplaten binnen een bouwperceel dienen te liggen. Wat betreft het verzoek inzake woningbouw geld het volgende. Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 43
Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Eén en ander is ook verwoord in paragraaf 3.1 van deze nota. Standpunt De verbeelding voor wat betreft de begrenzing van het bouwperceel aan te passen en uit te gaan van een goot- en bouwhoogte van 5 respectievelijk 12 meter. Niet in te gaan op de wensen van inspreker en, op grond van provinciaal beleid ook de wijzigingsbevoegdheid om te komen tot woningbouw te schrappen. 3. 49. Inspraakreactie 48 Dhr. H.R. Orsel Beetserweg 49 9551 VD Sellingen Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om het perceel gelegen tussen de panden Ter Apelkanaal West 73 en 74 (sectie I nr. 2612) een woonbestemming toe te kennen in verband met plannen om deze kavel in de nabij toekomst te bebouwen. Reactie gemeente Hoewel de wensen van inspreker te begrijpen zijn moet worden geconstateerd dat ook volgens het vigerende bestemmingsplan de betreffende kavels geen woonbestemming hebben. Het bestemmingsplan voor De Linten voorziet niet in de toevoeging van rechtstreekse nieuwe bouwmogelijkheden voor woningen. Indien en voor zover inspreker tijdens de planperiode concreet verzoekt om mee te werken aan een omgevingsvergunning zal die worden beoordeeld aan de hand van de in het plan opgenomen criteria. Standpunt De inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan te wijzigen 3. 50. Inspraakreactie 49 dhr. L. Bos Ter Apelkanaal Oost 120 9563 RE Ter Apelkanaal
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 44
087002.03
Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om op het perceel sectie G 8062 een agrarisch bouwperceel aan te geven overeenkomstig de eerdere situatie. Men is voornemens ter plaatse een stal voor mestkalveren te bouwen. Reactie gemeente Ter plaatse is thans geen agrarisch bedrijf gevestigd dat voorzien is van de vereiste milieuvergunningen. Het vestigen van nieuwe intensieve veehouderijen of het uitbreiden van bestaande IV-bedrijven is op grond van de provinciale omgevingsverordening niet toegestaan. Daarnaast ligt het niet in de rede om in de lintbebouwing dergelijke activiteiten (al dan niet opnieuw) toe te staan. Standpunt Het plan niet aan te passen. 3. 51. Inspraakreactie 50 dhr. J.B.G. Berendsen Ter Apelkanaal Oost 2 9563 RA Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker acht het niet wenselijk om aansluitend op de lintbebouwing langs de Hogeweg een agrarisch bouwperceel op te nemen. Reactie gemeente De wensen van insprekers zijn duidelijk. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat ten tijde van het inspraaktraject een procedure bij de Rechtbank Groningen loopt over het al dan niet terecht afwijzen van een verzoek om ter plaatse een veehouderijbedrijf te vestigen. Naar verwachting zal daarover voor het moment van vaststelling van het plan duidelijkheid ontstaan. Indien de uitslag voor de aanvrager positief is ligt het voor de hand om het plan gewijzigd vast te stellen. Aangezien die duidelijkheid nog niet aanwezig is ligt het niet in de rede om in het ontwerpbestemmingsplan rekening te houden met de wensen van aanvrager. Standpunt Gezien de stand van de rechtelijke procedure thans geen wijziging in het plan aan te brengen. 3. 52. Inspraakreactie 51 Tieben Beheer BV dhr. F. Tieben sr. Jipsingboermussel 48 9563 TB Ter Apelkanaal
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 45
Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan de percelen sectie G nrs. 7711 en 7710 een adequaat bouwperceel toe te kennen ten behoeve van een bestaande agrarisch bedrijf. Inspreker verzoek om op hun perceel de realisatie van kleinschalige woon/werklocaties mogelijk te maken. Reactie gemeente Inspreker wijst er terecht op dat het bouwperceel op een passende wijze in het plan wordt opgenomen conform de algemene beleidslijn dat een bouwperceel niet groter zal dan 1 ha. Wat betreft het verzoek om te zijner tijd woon-werklocaties te realiseren langs de N366 moet worden opgemerkt dat het perceel van inspreker volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied wordt gerekend. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Om die reden kan geen medewerking worden verleend aan de wensen van inspreker. Standpunt Het bouwperceel voor het betrokken bedrijf aan te passen. Voor het overige geeft de inspraakreactie geen aanleiding om het plan aan te passen. 3. 53. Inspraakreactie 52 Van Westreenen Anthonie Fokkerstraat 1a 3772 MP Barneveld Samenvatting reactie Namens cliënt dhr. G.H. Platen, Steenweg 3 te Ter Apel wordt verzocht het huidige gebruik van het perceel als huisvesting van pensionpaarden adequaat te bestemmen. Inspreker stelt voor om aan het perceel de bestemming “Sport/Manege” te geven zodat op het terrein een manege c.a. kan worden gevestigd. Daarbij wordt verzocht om de maximale goothoogte vast te stellen om 4.5 meter en een nokhoogte van in ieder geval 10 meter. Hetgeen aansluit bij maten voor moderne bedrijfsbebouwing en voor wat betreft de bouwhoogte overeen komt met hetgeen voor andere bebouwing in de omgeving is toegestaan. Reactie gemeente Aan inspreker is geen medewerking verleend voor de vestiging van een manege en daartoe bestaat ook geen voornemen. Voor zover inspreker zich wenst te specialiseren op de paardenhouderij dient dat te passen binnen de agrarische bestemming. Het huisvesten van pensionpaarden kan worden gezien als agrarisch gebruik in de zin van de regels waarin onder een agrarisch bedrijf o.a. wordt verstaan een bedrijf dat gericht is op het houden van dieren.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 46
087002.03
Inspreker wijst terecht op de beperkte bouw- en goothoogte die onvoldoende aansluit op de moderne bedrijfsvoering. Zoals ook bij andere inspraakreacties is aangegeven, dient de maximale bouwhoogte te worden vastgesteld op 12 meter en de goothoogte op 5 meter. Standpunt De bouwaanduidingen op de verbeelding aan te passen. Voor het overige geeft deze inspraakreactie geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. 54. Inspraakreactie 53 LTO Noord Postbus 57 8100 AB Raalte Samenvatting reactie Namens client H.J.G. Schnieders, Ter Apelkanaal West 76, 9563 PD Ter Apelkanaal wordt verzocht om in het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden te geven voor het uitoefenen van loonwerkactiviteiten en het realiseren van mestopslag op de bouwkavel of buiten het bouwperceel Reactie gemeente Het perceel heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming ‘Agrarisch – Bedrijf’ met de aanduiding ‘agrarisch loonbedrijf’. De loonwerkactiviteiten zijn daarmee toegestaan. In het bestemmingsplan is een ruim bouwvlak gegeven aan het perceel. Mestopslag moet binnen het bouwvlak plaatsvinden. Dit is overeenkomstig het (provinciale) beleid dat voor het buitengebied geldt. Standpunt Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding tot aanpassing van het bestemmingsplan. 3. 55. Inspraakreactie 54 dhr. L.H. Eikens Viaductstraat 118 9561 AG Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om het perceel sectie I nr. 916 in het bestemmingsplan op te nemen met een woonbestemming. Om gebruik te maken van de in het geldende bestemmingsplan aangegeven bouwmogelijkheden is een verzoek om een omgevingsvergunning ingediend.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 47
Reactie gemeente In het nieuwe plan zal rekening worden gehouden met de woningen die bestaan of waarvoor een vergunning zal zijn aangegeven. De aanduiding op de kaart waarbij het maximaal aantal woningen binnen een bestemmingsvlak is aangegeven zal worden aangepast indien op het moment van vaststelling van het plan een omgevingsvergunning is verleend aanzien die volgens de definities van het plan als “bestaand” dient te worden aangemerkt. Standpunt De aanduiding waarbij het maximaal aantal woningen binnen een bestemmingsvlak wordt aangegeven aan te passen, zodra een vergunning is verleend. 3. 56. Inspraakreactie 55 dhr. B. Deiman Kloosterveenweg 33 9561 AP Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoek om de bestemming WL-2 uit te breiden in westelijke richting vergelijkbaar met het terrein van de buurman om de bouw van een overkapping voor hobbydoeleinden te kunnen plaatsen Reactie gemeente Het perceel van inspreker wordt volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Om die reden kan geen medewerking worden verleend aan de wensen van inspreker. Standpunt De inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan te wijzigen. 3. 57. Inspraakreactie 56 dhr. R. Köhler Kloosterveenweg 55 9561 AR Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de grens van het met een bedrijfsbestemming aangegeven perceel aan de westzijde aan te passen. Voorts wordt aangegeven dat het niet reëel is om de bebouwingsmogelijkheden te beperken tot de oppervlakte van de bestaande bebouwing met het verzoek om dat aan te passen.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 48
087002.03
Inspreker wijst er op dat de gasleiding op het op het bedrijfsperceel aansluitende gedeelte onjuist is aangegeven. Reactie gemeente Het betrokken gedeelte van het perceel van inspreker wordt volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van nietfunctioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Om die reden kan geen medewerking worden verleend aan de wensen van inspreker De gasleiding dient correct op de verbeelding te worden aangegeven. Standpunt De verbeelding aan te passen ten aanzien van de ligging van de gasleiding. Voor het overige is de inspraakreactie geen aanleiding om het bestemmingsplan te wijzigen. 3. 58. Inspraakreactie 57 dhr. R. Dost Kloosterveenweg 48 9561 AR Ter Apel Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om aan het, tegen de lintbebouwing gelegen, gedeelte van het perceel I 5002 een bedrijfbestemming toe te kennen zodat ook de reeds bestaande ontsluitingsweg daarmee op adequate wijze planologisch wordt geregeld. Voorts wordt aangegeven dat het niet reëel is om de bebouwingsmogelijkheden te beperken tot de oppervlakte van de bestaande bebouwing met het verzoek om dat aan te passen. Reactie gemeente De reeds bestaande ontsluitingsweg ligt binnen de begrenzing van het bestemmingsplan Buitengebied 2009 is daarmee in strijd aangezien slecht oppervlakte verhardingen, wegen en paden ten behoeve van agrarisch gebruik zijn toegestaan. Daarvan is hier geen sprake en het ligt dan ook voor de hand om ter plaatse van de ontsluitingsweg de plangrens aan te passen en te betrekken bij de bedrijfsbestemming, waarbinnen de ontsluitingsweg past. Het perceel van inspreker wordt volgens de Provinciale omgevingsverordening tot het buitengebied gerekend. Op grond van artikel 4.27, eerste lid van deze verordening voorziet een bestemmingsplan niet in nieuw ruimtebeslag van niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functies zoals wonen. Om die reden kan overings geen medewerking worden verleend aan de wensen van inspreker om tot verdere uitbreiding van het bedrijf te komen.
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
blz 49
Standpunt De verbeelding zodanig aan te passen dat de bestaande ontsluitingsweg wordt betrokken bij de bedrijfsbestemming. 3. 59. Inspraakreactie 58 dhr. J. Middelkamp Ter Apelkanaal Oost 126 9563 RG Ter Apelkanaal Samenvatting reactie Inspreker verzoekt om de bestemming van het perceel Ter Apelkanaal Oost 126 te wijzigen in een woonbestemming. Reactie gemeente Het betreft een voormalig agrarisch bedrijf die in hoofdzaak als woning wordt gebruikt. Tegen de wijziging van de bestemming bestaat geen bezwaar. Standpunt De verbeelding aan te passen.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 50
087002.03
4. AANPASSINGEN TEN OPZICHTE VAN HET VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN 4. 1. Aanpassingen naar aanleiding van de overlegreacties Naar aanleiding van de overlegreactie van Provincie, Waterschap Hunze en Aa’s en het Steunpunt Externe Veiligheid wordt het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast. Verbeelding De wijzigingsbevoegdheid van ‘Agrarisch - Cultuurgrond’, ‘Bos’ en ‘Groen’ wordt beperkt tot de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening niet worden aangemerkt als buitengebied. Op de verbeelding resulteert dit in de gebiedsaanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied’; Voor de bestemming Horeca aan de Rütenbrockerweg wordt de aanduiding specifieke vorm van horeca uitgesloten – hotel’ opgenomen; de gronden in met de bestemming ‘Bedrijf’ en ‘Detailhandel’, die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied, zullen worden voorzien van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling’ Ten aanzien van het horecabedrijf aan de Rütenbrockerweg wordt de aanduiding ‘‘specifieke vorm van horeca uitgesloten - hotel’ opgenomen, waarmee de omvorming tot een hotel niet mogelijk wordt gemaakt. Regels - Aan de afwijkingsmogelijkheid ten behoeve van een tweede agrarische bedrijfswoning (artikel 3.5.1) worden voor de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied de voorwaarden gekoppeld dat er sprake is van een structureel volwaardig tweepersoonsbedrijf en dat gelet op aard, omvang en continuïteit van het bedrijf permanent toezicht noodzakelijk is; - Voor de gronden die op basis van de Provinciale Omgevingsverordening worden aangemerkt als buitengebied worden de afwijkingsmogelijkheden om de uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid buiten het bouwvlak mogelijk te maken, begrensd op maximaal 20% ten opzichte van de bestaande bebouwing; - In de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘Verkeer’ worden kaden en oevers toegevoegd; - De maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen de bestemming ‘Water’ wordt verhoogd tot 10 meter, zodat de (bestaande) bruggen langs het kanaal ook passen binnen de planregels; - In de basisbestemmingen wordt de verklaring voor gebiedsaanduidingen, waarvoor de regeling is opgenomen in artikel 25 Algemene aanduidingsregels, verwijderd; - In de bestemming Leiding – Gas wordt de maximale diameter en druk van de betreffende leidingen met de daarbij behorende belemmeringenstrook opgenomen;
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
-
blz 51
Aan de bestemming ‘Horeca’ wordt een specifieke aanduiding toegevoegd: Ten aanzien van het horecabedrijf aan de Rütenbrockerweg wordt de aanduiding ‘‘specifieke vorm van horeca uitgesloten - hotel’ opgenomen, waarmee de omvorming tot een hotel niet mogelijk wordt gemaakt.
Toelichting - De verantwoording van het groepsrisico in de paragraaf externe veiligheid (paragraaf 3.5) van de toelichting wordt aangevuld met de gegevens van de Regionale Brandweer; - In de paragraaf externe veiligheid wordt de beschrijving van regelgeving ten aanzien van het provinciaal basisnet, het vervoer van gevaarlijke stoffen en buisleidingen op verschillende punten geactualiseerd; - Ten aanzien van de aspecten ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie wordt de toelichting aangevuld met een beschrijving van de complexen die door de provincie zijn aangemerkt als beschermenswaardig; - Aan de toelichting wordt een paragraaf toegevoegd met betrekking tot energie en duurzaam ruimtegebruik; - In de waterparagraaf wordt het beheerplan 2010-2015 niet langer meer aangeduid als een ‘ontwerp-plan’. 4. 2. Aanpassingen naar aanleiding van de inspraakreacties Naar aanleiding van de ingediende inspraakreacties worden de verbeelding en de planregels van het bestemmingsplan op de volgende punten aangepast: Verbeelding - aan het voorste deel van het perceel Kloosterveenweg 25 wordt de bestemming ‘Bedrijf’ met een aanduiding ‘agrarisch loonbedrijf’ toegekend; - ter plaatse van het perceel Zandberg 43 wordt een bedrijfsbestemming toegekend, waarbij door middel van een aanduiding ook de huidige bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie zijn toegestaan (profielzetterij). Het betreft de aanduiding ‘specifeke vorm van bedrijf - profielzetterij’; - bij het perceel Ter Apelkanaal Oost 7 wordt het bouwvlak aangepast om te realisatie van een garage/opslag mogelijk te maken; - het bouwvlak op het perceel Viaductstraat 177 is aangepast en er is een maximale goothoogte van 5 m opgenomen; - op het perceel Barnflair Oost 74 is de begrenzing tussen de bestemmingen ‘Wonen - Lint 1’ en ‘Bedrijf’ aangepast. Dit betekend dat de bestemming ‘Wonen - Lint 1’ met 6 meter opschuift ten opzichte van de bestemming ‘Bedrijf’; - in verband met de reeds verleende bouwvergunning voor het perceel Barnflair Oost 85, wordt het maximaal aantal woningen op de verbeelding aangepast tot 6; - op het perceel Barnflair Oost 71 wordt een bedrijfsbestemming toegekend die in overeenstemming is met het huidige gebruik (transport, grondverzet en loonwerk). Ook de begrenzing van de bestemming en
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 52
-
-
087002.03
de bouw- en goothoogtes worden aangepast overeenkomstig de bestaande situatie; op het perceel Ter Apelkanaal Oost 59 wordt de verplaatsing van een woning mogelijk gemaakt, door de bestemming ‘Wonen - Lint 1’ te vergroten en het toegestane aantal woningen in de bestemming ‘Wonen – lint 1’ dienovereenkomstig aan te passen; de gronden tussen de Viaductstraat 154 en 163 krijgen de bestemming ‘Agrarisch - Cultuurgrond; het perceel aansluitend op de Munnekemoer West 4 - kadastraal bekend als kavels U771 en U772 - te voorzien van een bedrijfsbestemming; het perceel Viaductstraat 165 wordt voorzien van een woonbestemming; ter plaatse van het perceel Munnekemoer Oost 44 wordt de begrenzing van het agrarisch bouwperceel aangepast en de maximale goot- en bouwhoogte aangepast naar respectievelijk 5 en 12 meter; het bouwperceel van het bedrijf ter plaatse van het perceel Jipsingboermussel 48, wordt aangepast; de maximale goot- en bouwhoogte op het perceel Anthonie Fokkerstraat worden aangepast overeenkomstig het verzoek van de inspreker (4,5 en 10 meter); de gasleiding ter hoogte van het perceel Kloosterveenweg 55 is op een correcte manier in het plan opgenomen; bij het perceel Kloosterveenweg 48 wordt de verbeelding zodanig aangepast, dat de bestaande ontsluitingsweg wordt betrokken bij de bedrijfsbestemming. de bestemming van het perceel Ter Apelkanaal Oost 126 wordt aangepast tot een bestemming ‘Wonen - Lint 2’.
Regels - aan de bestemming bedrijf wordt de aanduiding ‘specifeke vorm van bedrijf - profielzetterij’ toegevoegd; - in de woonbestemmingen wordt de mogelijkheid opgenomen om kamers te verhuren. Bij recht worden 3 kamers toegestaan en bij afwijking maximaal 5. 4. 3. Ambtelijke aanpassingen Naast de aanpassingen die voorvloeien uit de inspraak en overlegreacties zijn de volgende aanpassingen ambtshalve doorgevoerd: Verbeelding - de begrenzing van het plangebied is afgestemd met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan Weg Veendam - Ter Apel. Daarbij wordt het wegprofiel opgenomen in het laatstgenoemde plan. Aanliggende gronden vallen onder het bestemmingsplan de Linten; - de kapsalon aan de Zandberg 64 heeft een vloeroppervlak van plusminus 750 m2. De bestemming ‘Dienstverlening’ ligt daarbij meer voor de hand;
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
087002.03
-
-
-
blz 53
Ter Apelkanaal West 127 is een installatiebedrijf en onderdeel van het bedrijf op het naastliggende perceel met de bestemming ‘Detailhandel'. De verbeelding wordt op dit punt aangepast; Tuincentrum Ben’s Boom en Tuin is in het voorontwerpbestemmingsplan inbestemd als ‘Agrarisch - Bedrijf’ met de aanduiding kwekerij. Omdat op deze locatie ook verkoop plaatsvindt, wordt de ‘Bestemming Detailhandel’ met aanduiding ‘tuincentrum’ meer passend geacht; de sportvelden bij basisschool de Klimop bij Ter Apelkanaal worden voorzien van de bestemming ‘Sport’; aan de Viaductstraat 128a is een voormalig bankkantoor gevestigd. In overleg met de eigenaar is besloten om deze functie in te bestemmen met de bestemming ‘Kantoor’; aan de Kloosterveenweg 100 is een voormalige boerderij gevestigd. De bestemming wordt gewijzigd in ‘Wonen - Lint 2’; het perceel Kloosterveenweg 119 behoort een woonbestemming ‘Wonen - Lint 2’ te hebben in plaats van ‘Wonen - Lint 1’ met de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning - zonnebankstudio’. De aanduiding ‘maximaal aantal woningen’, wordt dienovereenkomstig aangepast; Westerstraat 152 behoort de bestemming bedrijf te hebben Aan de Markeweg 147 staan al twee woningen. De aanduiding ‘maximaal aantal woningen’, wordt dienovereenkomstig aangepast; Markeweg 114 is een 2 onder 1 kapwoning aanwezig. De aanduiding ‘maximaal aantal woningen’, wordt dienovereenkomstig aangepast; de begrenzing van de bestemming ‘Bedrijf’ bij Barnflair Oost 54 is niet correct aangegeven. De verbeelding wordt op dit punt aangepast; de aanduiding kamerverhuur op het perceel Munnekemoer 15 komt te vervallen, aangezien het verhuren van 3 kamers bij recht wordt toegestaan; mantelzorg wordt bij recht toegestaan ter plaatse van woonbestemmingen en wordt overeenkomstig de vastgestelde beleidsnota in vrijstaande bijgebouwen toegestaan; de geluidszone rond bedrijventerrein Ter Apel vervalt. De aanduiding ‘geluidszone - industrie’ wordt op deze plek van de verbeelding geschrapt.
Regels - in het voorontwerpbestemmingsplan is onvoldoende aandacht besteed aan recente ontwikkelingen ten aanzien van internet- verkoop, verzendhuizen, veilingbedrijven, enz. De lijst met aan-huis-verbonden beroepen zal hier op worden aangepast. Daarbij wordt opslag en stalling binnen gebouwen toegestaan, met uitzondering van de opslag van gevaarlijke stoffen; - de bestemming ‘Dienstverlening’ wordt aan de regels toegevoegd; - binnen de bestemming ‘Detailhandel’ wordt de aanduiding ‘tuincentrum’ opgenomen; - de bestemming ‘Kantoor’ wordt aan de regels toegevoegd; - de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning - zonnebankstudio’ komt te vervallen;
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
Buro Vijn B.V.
blz 54
-
-
-
087002.03
bij het tankstation aan de Rütenbrockerweg is sprake van een minisupermarkt. Het betreft hier echter geen volwaardige supermarkt. In de gebruiksregels van de bestemming Bedrijf, is daarom opgenomen dat detailhandel is toegestaan bij verkooppunten voor motorbrandstoffen; de aanduiding ‘kamerverhuur’ komt te vervallen; in de bestemming ‘Agrarisch - Cultuurgrond’ wordt de mogelijkheid opgenomen om toegangswegen te realiseren; in de bestemming ‘Bedrijf’ is geregeld dat per bouwperceel één bedrijfswoning toe te staan, om te voorkomen dat er meerdere bedrijven en meerdere bedrijfswoningen op één plek kunnen worden gebouwd; binnen de bestemming ‘Verkeer’ worden kunstobjecten toegestaan; de regels van de bestemming ‘Water’ worden zodanig aangepast, dat alleen het aanleggen van woonschepen buiten de aangewezen ligplaatsen verboden is. Daarmee wordt het aanleggen van recreatievaartuigen wel toegestaan; bij de bestemmingen met een bouwvlak wordt een regeling opgenomen om gebouwen buiten het bouwvlak te kunnen bouwen. Deze regeling wordt afgestemd op de provinciale regels die gelden voor nietagrarische activiteiten in het buitengebied. ===
Buro Vijn B.V.
Reactienota Overleg en Inspraak De Linten Status: Definitief / 08-05-12
bestemmingsplan De Linten
Bijlage 4 Begrenzing van het buitengebied
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
127
bestemmingsplan De Linten
128
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
Jipsingboertange
Sellingen
Jipsingboermussel
Ter Apelkanaal
Ter Apel
Agodorp
Burg. Beinsdorp
De Maten
Barnflair
Munnekemoer
Legenda gemeentegrens buitengebied bestaand stedelijk gebied
Begrenzing buitengebied gemeente Vlagtwedde - zuid blad kaart behorend bij besluit 'Begrenzing buitengebied' 0
250
500
750 meter
±
topografie ©Topografische Dienst Kadaster
bestemmingsplan De Linten
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
131
bestemmingsplan De Linten
132
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
REGELS
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
133
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 1 Artikel 1
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1
plan:
het bestemmingsplan De Linten van de gemeente Vlagtwedde; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0048.BP0904-on01 met de bijbehorende regels; 1.3
aan-huis-verbonden beroep:
een beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten; 1.4
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.5
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.6
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; 1.7
agrarisch loonbedrijf:
een loonbedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ten behoeve van agrarische bedrijven; 1.8
bassin:
een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarische activiteiten; 1.9
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.10
bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen; 1.11
bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; 1.12
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 1.13
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
134
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
1.14
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.15
bijbehorend bouwwerk:
een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; 1.16
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten; 1.17
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.18
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.19
bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel; 1.20
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.21
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.22
chalet:
een demontabel bouwwerk, bestaande uit hout of kunststof en zonder vaste verankering in de grond; 1.23
cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet worden gebruikt ten behoeve van een volwaardige agrarische bedrijfsvoering; 1.24
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.25
erf:
het bouwperceel, voor zover binnen het bouwvlak gelegen; 1.26
erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 1.27
extensief dagrecreatief medegebruik:
een extensief dagrecreatief medegebruik van gronden, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een vissteiger, een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
135
bestemmingsplan De Linten
1.28
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.29
geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, een spoorweg en/of een industrieterrein; 1.30
geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder; 1.31
geluidsgevoelige functies:
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt; 1.32
groepsaccommodatie:
een verblijf met meer dan tien slaapplaatsen, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als groepsverblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; 1.33
grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, zoals een melkrundveehouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een productiegerichte paardenhouderij, biologische bedrijven, waarbij dieren worden gehouden overeenkomstig de regels die krachtens artikel 2 van de bestaande Landbouwkwaliteitswet zijn gesteld ten aanzien van de biologische productiemethoden, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven; 1.34
hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder; 1.35
hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 1.36
horecabedrijf en/of -instelling:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; 1.37
horecabedrijf, categorie I:
een horecabedrijf, waar in hoofdzaak maaltijden en/of logies worden verstrekt en waar doorgaans geen overlast voor het leefklimaat wordt veroorzaakt, zoals restaurants, hotels en pensions en een horecabedrijf dat vooral is gericht op het overdag en 's avonds verstrekken van in hoofdzaak alcoholvrije dranken en eenvoudige etenswaren, zoals ijssalons, croissanterieën, lunchrooms en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven; 1.38
horecabedrijf, categorie II:
een horecabedrijf, waar meestal in hoofdzaak alcoholische dranken worden verstrekt, en/of waarvan de exploitatie doorgaans overlast voor het leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals cafés, bars, snackbars en cafetaria's;
136
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
1.39
kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 1.40
kas:
een bouwwerk, niet zijnde een tunnelkas of een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen of planten; 1.41
kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
een bedrijf dat in of bij een woonhuis met behoud met woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van een ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk; 1.42
kwekerijbedrijf:
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een paddenstoelenkwekerij, een wormen- en/of madenkwekerij, een viskwekerij, een witlofkwekerij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen gebruik van daglicht; 1.43
logiesverstrekkend bedrijf:
een bedrijf waar, tegen vergoeding, logies worden verstrekt, waarbij de logieseenheden enkel zijn ingericht voor nachtverblijf; naast het verstrekken van logies worden accommodaties aangeboden voor dagverblijf en maaltijdbereiding; 1.44
loonbedrijf:
een bedrijf dat in hoofdzaak gemechaniseerd loonwerk, zoals cultuurtechnische werken, mestdistributie en grondverzet, en soortgelijke dienstverlening verricht. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: gemechaniseerde loonbedrijven voor land- en tuinbouw, plantsoenendiensten, hoveniersbedrijven, boomchirurgen, cultuurtechnische dienstverlenende bedrijven, grondwerkbedrijven, mestdistributeurs, opslaan of bewerken van landbouwgewassen; 1.45
maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen; 1.46
mantelzorg:
het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een persoon uit het sociale netwerk die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak; 1.47
normaal onderhoud:
het onderhoud, dat gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren; 1.48
ondergeschikte tweede tak:
een ondergeschikt bestandsdeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf, zoals een bedrijfseigen mestvergisting; 1.49
overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
137
bestemmingsplan De Linten
1.50
peil:
a. indien op het land wordt gebouwd: 1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; 2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; b. indien op of in het water wordt gebouwd: 1. de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land; 1.51
productiegerelateerde detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; 1.52
recreatieverblijf:
een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve bewoning; 1.53
relatie:
een figuur dat twee afzonderlijk weergegeven bestemmingsvlakken met elkaar verbindt, zodanig dat voor toepassing van de regels sprake is van één bestemmingsvlak; 1.54
risicogevoelig bouwwerk c.q. object:
een bouwwerk c.q. object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, dat kan worden aangemerkt in de zin van dat besluit als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object; 1.55
risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen, een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; 1.56
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens is begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.57
silo:
een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden; 1.58
torensilo:
een gebouw ten behoeve van opslagdoeleinden; 1.59
tunnelkas:
elke constructie van hout, metaal of enig ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten; 1.60
woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, bewoning in de vorm van kamerverhuur daaronder niet begrepen;
138
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
1.61
woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; 1.62
woonschip:
een zich in het water bevindend, hoofdzakelijk niet voor varen bedoeld object.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
139
bestemmingsplan De Linten
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens; 2.2
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3
de breedte / diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren); 2.4
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.5
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.6
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.7
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
140
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
BEST EM M INGSREGELS
Agrarisch - Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. agrarisch bedrijven met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering; 2. agrarische bedrijven in de vorm van een kwekerij, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - kwekerij"; 3. agrarische loonbedrijven, ter plaatse van de aanduiding "agrarisch loonbedrijf"; 4. bedrijfswoningen, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten", al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning; met daaraan ondergeschikt: c. d. e. f.
woonstraten en paden; groenvoorzieningen; nutsvoorzieningen; water;
met de daarbijbehorende: g. parkeervoorzieningen; h. tuinen, erven en terreinen; i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel: gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. 3.2.2
Hoofdgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van de in lid 3.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. per bestemmingsvlak zullen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van een agrarisch bedrijf worden gebouwd; b. er zullen geen kassen, tunnelkassen en torensilo's worden gebouwd; c. per bedrijf zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten"; d. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; e. bedrijfsgebouwen dienen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; f. de goot- en bouwhoogte van een gebouw en overkappingen zullen ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen; g. de dakhelling van een gebouw zal ten minste 20º bedragen; h. de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen. 3.2.3
Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
141
bestemmingsplan De Linten de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 3.2.4
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. silo's, platen en bassins zullen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte van perceelafscheidingen buiten het bouwvlak zal ten hoogste 1,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen op het bouwvlak zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning(en) en het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; d. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen. 3.3
Afwijken van de bouwregels
3.3.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in 3.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd. 3.3.2
Voorwaarden
De in lid 3.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f. 3.4
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van mestvergisting en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor niet-agrarische bedrijvigheid; c. het opslaan van mest, hooibalen en/of andere agrarische producten buiten het bouwvlak, met uitzondering van tijdelijke opslag van akkerbouwproducten (maximaal zes maanden); d. het opslaan van niet-agrarische producten, auto's, caravans en boten, anders dan in gebouwen; e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van niet-grondgebonden agrarische bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij'; f. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan de verkoop van eigen en streekeigen producten; h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per agrarisch bedrijf mogen worden gevestigd; i. het gebruik van de gronden ten behoeve van bosbouw, houtteelt of andere opgaande teeltvormen, niet zijnde boomgaarden op erven bij woonhuizen en boerderijen;
142
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten j.
het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; k. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning; l. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; m. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; n. het gebruik van gronden en bouwwerken zodanig dat de lichtuitstraling vanuit de gevels van kassen, met minder dan 95% wordt gereduceerd. 3.5
Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 3.4 onder b in die zin dat de uitoefening van een agrarisch bedrijf wordt gecombineerd met een ondergeschikte tweede tak of een deeltijdfunctie in de vorm van de in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2 opgenomen bedrijvigheid, mits: 1. het ander gebruik plaats vindt binnen de bestaande oppervlakte aan gebouwen, die aanwezig is op het moment dat de wijziging wordt toegepast. Dit criterium is niet van toepassing als het gaat om het toelaten van (bedrijfseigen) mest- en/of organische (bij)productvergisting; 2. de functieverandering niet leidt tot onevenredige afbreuk van de (agrarische) bedrijfsfunctie in de nabijheid, in die zin dat naburige (agrarische) bedrijven er door in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt; 3. het parkeren ten behoeve van het ander gebruik dient binnen het bouwperceel op het eigen terrein plaats te vinden; 4. er mag geen opslag van goederen, behorende bij het andere gebruik, buiten de gebouwen plaatsvinden. Dit criterium is niet van toepassing als het gaat om het toelaten van (bedrijfseigen) mest- en/of organische (bij)productvergisting; b. het bepaalde in lid 3.4 onder f in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één bedrijfswoning, mits: 1. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot; 2. de verkeersdruk niet wezenlijk toeneemt; 3. er geen onevenredige afbreuk plaats vindt van de cultuurhistorische waarde van de woning; c. het bepaalde in lid 3.4 onder m in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 3.5.2
Voorwaarden
De in lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
143
bestemmingsplan De Linten c. d. e. f.
144
de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 4 4.1
Agrarisch - Cultuurgrond
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het agrarisch gebruik; b. cultuurgrond; c. sloten, bermen en beplanting; met de daarbijbehorende: d. paden en wegen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. 4.2.2
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 4.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
145
bestemmingsplan De Linten
Artikel 5 5.1
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. bedrijven, welke zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidszoneringsplichtige, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven; 2. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; 3. loonbedrijven, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - loonbedrijf"; 4. bouwbedrijven, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf"; 5. constructiebedrijven, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf constructiebedrijf"; 6. profielzetterijen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - profielzetterij"; 7. slagerijen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - slagerij"; 8. smederijen, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - smederij"; 9. verkooppunten motorbrandstoffen met lpg, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg"; 10. verkooppunten motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg"; b. een afleverzuil voor LPG, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg'; c. de opslag van LPG, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg'; d. een vulpunt voor LPG, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg'; e. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: f. parkeervoorzieningen; g. tuinen, erven en terreinen; h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. 5.2.2
Hoofdgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van de in lid 5.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. per bouwperceel zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; b. bedrijfsgebouwen zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; c. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; d. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 5.2.3
Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zal ten
146
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 5.2.4
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 5.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4
Afwijken van de bouwregels
5.4.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 5.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling' de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 20% van de totale oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing mag bedragen. 5.4.2
Voorwaarden
De in lid 5.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f. 5.5
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van een autospuiterij, bouwbedrijf, constructiebedrijf, profielzetterij, slagerij, smederij, transportbedrijf, verkooppunt motorbrandstoffen met lpg en verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, voorzover aangeduid; b. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen met lpg" en de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg", in welk geval de gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt voor detailhandel voorzover ten dienste van de verkoop van motorbrandstoffen, waaronder al dan niet ter plekke te nuttigen voedings- en genotmiddelen; d. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
147
bestemmingsplan De Linten hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; e. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning; f. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd. 5.6
Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 5.5 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor bedrijven, welke naar de aard en de invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de genoemde bedrijven onder de categorieën 1 en 2 in Bijlage 2 , mits: 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 , maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting hebben; 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft; b. het bepaalde in lid 5.5 onder c in die zin dat de gronden en bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, worden gebruikt voor de uitoefening van productiegerelateerde detailhandel, mits: 1. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum van 60 m², zal bedragen; 2. de functie vanuit de bestaande bebouwing wordt uitgeoefend, terwijl er verder van vormen van detailhandel wordt uitgegaan met een lokaal verzorgingsgebied. 3. geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de invloed op het winkelapparaat in de diverse kernen; c. het bepaalde in lid 5.5 onder g in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 5.6.2
Voorwaarden
De in lid 5.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; 148
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 5.7
Wijzigingsbevoegheid
5.7.1
Mogelijkheden voor wijziging
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: de aanduiding(en) 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg' en/of 'vulpunt lpg' wordt(en) verwijderd, mits de betreffende functie ter plaatse is beëindigd. 5.7.2
Voorwaarden
De in lid 5.7.1 genoemde wijzigingen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
149
bestemmingsplan De Linten
Artikel 6 6.1
Bedrijf - Nutsvoorziening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. terreinen, gebouwen en overkappingen, ten behoeve van de energievoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen openbare nutsvoorzieningen, niet zijnde geluidszoneringsplichtige en/of risicovolle inrichtingen; met de daarbijbehorende: b. erven en terreinen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 6.2.2
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
150
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 7 7.1
Bos
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bos; b. groenvoorzieningen; waarbij de instandhouding van de landschappelijke waarden wordt nagestreefd; met de daarbijbehorende: c. gebouwen ten behoeve van de jacht of de natuurbeleving; d. paden; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 7.2
Bouwregels
7.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van de in lid 7.1 onder d genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a. de oppervlakte van een gebouw zal ten hoogste 5 m² bedragen; b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 3,00 m bedragen. 7.2.2
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. er mogen geen overkappingen worden gebouwd; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 7.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden 7.4.1
Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist: a. het verwijderen van bomen, heesters en struiken, voorzover de Boswet en/of de gemeentelijke kapof bomenverordening niet van toepassing is; b. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden; c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, niet zijnde de terreinontsluiting, met een oppervlakte van meer dan 100 m². 7.4.2
Uitzonderingen
Het bepaalde in lid 7.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 7.4.3
Voorwaarden
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het gebied.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
151
bestemmingsplan De Linten
Artikel 8 8.1
Detailhandel
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. detailhandel, met uitzondering van een supermarkt en een tuincentrum; 2. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; 3. supermarkten, ter plaatse van de aanduiding "supermarkt"; 4. tuincentrum, ter plaatse van de aanduiding "tuincentrum"; b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. parkeervoorzieningen; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 8.2
Bouwregels
8.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. 8.2.2
Hoofdgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van de in lid 8.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. per bedrijf zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; b. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal niet meer bedragen dan 150 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 8.2.3
Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 50 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 8.2.4
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 8.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. het straat- en bebouwingsbeeld;
152
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten b. c. d. e. f.
de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.4
Afwijken van de bouwregels
8.4.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in 8.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling' de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 20% van de totale oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing mag bedragen. 8.4.2
Voorwaarden
De in lid 8.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; b. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning; c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; d. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd. 8.6
Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 8.5 onder e in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
153
bestemmingsplan De Linten paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 8.6.2
Voorwaarden
De in lid 8.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
154
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 9 9.1
Dienstverlening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. dienstverlening; 2. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. parkeervoorzieningen; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 9.2
Bouwregels
9.2.1
Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. 9.2.2
Hoofdgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van de in lid 9.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. per bedrijf zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; b. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal niet meer bedragen dan 150 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 9.2.3
Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 50 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 9.2.4
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 9.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
155
bestemmingsplan De Linten d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 9.4
Afwijken van de bouwregels
9.4.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in 9.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd. 9.4.2
Voorwaarden
De in lid 9.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
9.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; b. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning; c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; d. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd. 9.6
Afwijken van de gebruiksregels
9.6.1
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 9.5 onder e in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken;
156
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 9.6.2
Voorwaarden
De in lid 9.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
157
bestemmingsplan De Linten
Artikel 10 10.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; met de daarbijbehorende: b. sloten, bermen en beplanting; c. paden; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. 10.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 10.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; en b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
158
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 11 11.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. horecabedrijven, in categorie I en II, met uitzondering van: een discotheek; en een hotel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - hotel'; al dan niet in combinatie met ruimten voor personeelsverblijven; 2. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; 3. bowling- en kegelbanen, ter plaatse van de aanduiding 'bowlingbaan'; 4. discotheken, ter plaatse van de aanduiding 'discotheek'; b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. parkeervoorzieningen; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. 11.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van de in lid 11.1 onder a genoemde gebouwen gelden de volgende regels: a. per bedrijf zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; b. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal niet meer bedragen dan 150 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 11.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 11.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 11.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
159
bestemmingsplan De Linten a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4
Afwijken van de bouwregels
11.4.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in 11.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd. 11.4.2 Voorwaarden De in lid 11.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horecabedrijven die niet zijn genoemd in categorie I en II, met dien verstande dat: 1. een discotheek alleen is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'discotheek' ; 2. een hotel niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca uitgesloten - hotel'; b. gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; c. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; d. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning; e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerk voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; f. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; g. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd.
160
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
11.6
Afwijken van de gebruiksregels
11.6.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 11.5 onder g in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 11.6.2 Voorwaarden De in lid 11.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
161
bestemmingsplan De Linten
Artikel 12 12.1
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. kantoren; 2. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. parkeervoorzieningen; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 12.2
Bouwregels
12.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. 12.2.2 Hoofdgebouwen en overkappingen Voor het bouwen van de in lid 12.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. per bedrijf zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; b. de oppervlakte van een bedrijfswoning zal niet meer bedragen dan 150 m², tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 12.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 50 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 12.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van reclamemasten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 12.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie;
162
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten c. d. e. f.
de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
12.4
Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in 12.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd. 12.4.2 Voorwaarden De in lid 12.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
12.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; b. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning; c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; d. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; e. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd. 12.6
Afwijken van de gebruiksregels
12.6.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 12.5 onder e in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
163
bestemmingsplan De Linten 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 12.6.2 Voorwaarden De in lid 12.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
164
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 13 13.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van: 1. maatschappelijke voorzieningen; 2. bedrijfswoningen, al dan niet met ruimte voor: een aan-huis-verbonden beroep; een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; mantelzorg; b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning; met de daarbijbehorende: c. parkeervoorzieningen; d. tuinen, erven en terreinen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 13.2
Bouwregels
13.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel: de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. 13.2.2 Hoofdgebouwen en overkappingen Voor het bouwen van de in lid 13.1 onder a genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. per maatschappelijke voorziening mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd; b. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 13.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 150 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 13.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 13.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
165
bestemmingsplan De Linten e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 13.4
Afwijken van de bouwregels
13.4.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in 13.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd. 13.4.2 Voorwaarden De in lid 13.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
13.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. b. c. d.
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel; het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning; het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning; het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; e. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; f. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden anders dan logiesverstrekking in de bedrijfswoning, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij de bedrijfswoning, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per bedrijfswoning mogen worden gevestigd. 13.6
Afwijken van de gebruiksregels
13.6.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 13.5 onder f in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken;
166
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. 13.6.2 Voorwaarden De in lid 13.6.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
167
bestemmingsplan De Linten
Artikel 14 14.1
Sport
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een sportveldencomplex; met de daarbijbehorende: b. c. d. e.
gebouwen; parkeervoorzieningen; tuinen, erven en terreinen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2
Bouwregels
14.2.1 Gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de gebouwen en overkappingen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd; b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw of overkapping zal ten hoogste de in de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 14.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen. 14.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.4
Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in 14.2.1 in die zin dat gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd. 14.4.2 Voorwaarden De in lid 14.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
168
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecadoeleinden, indien de horecavloeroppervlakte meer bedraagt dan 100 m².
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
169
bestemmingsplan De Linten
Artikel 15 15.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d.
(woon)straten en pleinen; voet- en rijwielpaden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt: e. speelvoorzieningen; f. tuinen en erven; g. kaden en oevers; met de daarbijbehorende: h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten. 15.2
Bouwregels
15.2.1 Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. 15.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 15.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 15.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van het toegestane aantal van 2 rijstroken.
170
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 16 16.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c. d. e.
vaarten, sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen; bermen en beplanting; kaden en oevers; waterbouwkundige voorzieningen; ligplaatsen voor woonschepen, ter plaatse van de aanduiding "ligplaats";
met de daarbijbehorende: f.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder oeverbeschoeiingen, bruggen, duikers en/of dammen.
16.2
Bouwregels
16.2.1 Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. 16.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van bruggen zal ten hoogste 10,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 16.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de landschappelijke en/of karakteristieke waarden; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 16.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken als aanleggelegenheid voor woonschepen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding "ligplaats", in welk geval maximaal 2 woonschepen een ligplaats mogen hebben; b. het gebruik als ligplaats voor woonschepen met een bouwhoogte groter dan 7,00 m, gemeten vanaf de waterlijn.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
171
bestemmingsplan De Linten
Artikel 17 17.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep; 2. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; 3. mantelzorg; 4. kamerverhuur; b. bijbehorende bouwwerken; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 17.2
Bouwregels
17.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. het aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen mag ten hoogste 2 bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden", in welk geval het in het aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt; d. de goot- en bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven maximale goot- en bouwhoogte bedragen. 17.2.2 Bijbehorende bouwwerken Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 50 m² bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen; c. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,50 m bedragen; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 17.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen. 17.3
Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Bevoegdheid Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 17.2.2 onder b in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken wordt vergroot tot ten hoogste 100 m², mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken per hoofdgebouw ten hoogste 60 m² zal bedragen indien de oppervlakte van het hoofdgebouw minder dan 60 m² bedraagt, dan wel, indien de oppervlakte van het hoofdgebouw meer dan 60 m² bedraagt, ten hoogste gelijk zal zijn aan de oppervlakte van het hoofdgebouw tot een maximum van 100 m²; 2. er een aantoonbare behoefte vanuit de in de bestemming toegelaten functies is, bijvoorbeeld vanwege een gezinssituatie, stalling van materieel dan wel ruimtebehoevende
172
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten hobbymatige/bedrijfsmatige activiteiten of een situatie waarin de vergroting van het hoofdgebouw afgewezen moet worden; 3. bij vergroting ten behoeve van de woonfunctie (bijvoorbeeld extra woonruimte op de begane grond voor (een) gehandicapte(n)) aantoonbaar is dat het gebruik van de uitbreiding voor langere termijn gekoppeld blijft aan de woonfunctie. 17.3.2 Voorwaarden De in lid 17.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
17.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten anders dan een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning; d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel bij een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in het woonhuis, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij het woonhuis, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per woonhuis mogen worden gevestigd; i. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken. j. het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor kamerverhuur, indien meer dan 3 kamers worden verhuurd. 17.5
Afwijken van de gebruiksregels
17.5.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
173
bestemmingsplan De Linten het bepaalde in lid 17.4 onder j in die zin dat een woonhuis wordt gebruikt voor kamerverhuur met meer dan 3 kamers, mits niet meer dan 5 kamers worden verhuurd. 17.5.2 Voorwaarden De in lid 17.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
174
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 18 18.1
Wonen - Lint 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Lint 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep; 2. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; 3. mantelzorg; 4. kamerverhuur; 5. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding "detailhandel"; b. bijbehorende bouwwerken; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 18.2
Bouwregels
18.2.1 Bouwwerken Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels: het bebouwingspercentage per bouwperceel mag ten hoogste 35% bedragen. 18.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal ten hoogste 20,00 m vanaf de naar de weg(en) gekeerde perceelgrens(zen) worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als maximale afstand geldt; c. het aantal hoofdgebouwen zal per bestemmingsvlak ten hoogste 1 bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximum aantal wooneenheden", in welk geval het in het aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt; d. het aantal aaneen gebouwde hoofdgebouwen zal ten hoogste 2 bedragen; e. de afstand van een hoofdgebouw tot de perceelgrens zal ten minste 2,00 m bedragen; f. de breedte van de voorgevel van een vrijstaand hoofdgebouw zal ten hoogste 2/3 van de kavelbreedte bedragen met een maximum van 15,00 m; g. de breedte van de voorgevel van een halfvrijstaand hoofdgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen; h. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen; i. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 10,00 m bedragen. 18.2.3 Bijbehorende bouwwerken Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken dienen ten minste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van een bijbehorende bouwwerk zal niet meer bedragen dan: 1. 2,50 m, indien in de zijdelingse of in de achterste perceelgrens wordt gebouwd; 2. de hoogte van een punt in een denkbeeldige lijn van 45°, getrokken vanuit een punt op 2,50 m hoogte op de zijdelingse perceelgrens; 3. de hoogte van een punt in een denkbeeldige lijn van 30°, getrokken vanuit een punt op 2,50 m hoogte op de achterste perceelgrens; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen. 18.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
175
bestemmingsplan De Linten verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 18.3
Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Bevoegdheid Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 18.2.2 onder c in die zin dat het aantal woonhuizen per bestemmingsvlak wordt vergroot, mits: 1. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in paragraaf 4.2 van de toelichting; b. het bepaalde in lid 18.2.2 sub f in die zin dat de breedte van de voorgevel van een vrijstaand hoofdgebouw wordt vergroot tot 2/3 van de kavelbreedte met een maximum van 20,00 m; c. het bepaalde in lid 18.2.2 sub h in die zin dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 5,50 m. 18.3.2 Voorwaarden De in lid 18.3.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
18.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten anders dan een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding "detailhandel"; b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning; d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel bij een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten; h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan
176
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
i. j.
logiesverstrekking in het woonhuis, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij het woonhuis, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per woonhuis mogen worden gevestigd; het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor kamerverhuur, indien meer dan 3 kamers worden verhuurd.
18.5
Afwijken van de gebruiksregels
18.5.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 18.4 onder c in die zin dat een woonhuis, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor meer dan één woning, mits: 1. deze afwijkingsbevoegdheid alleen wordt toegepast bij vrijgekomen panden die een woonbestemming hebben gekregen teneinde de landschappelijke, cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden van de panden te kunnen behouden; 2. het aantal woningen ten hoogste twee zal bedragen; 3. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in paragraaf 4.2 van de toelichting; 4. de verkeersdruk als gevolg hiervan niet wezenlijk toeneemt; b. het bepaalde in lid 18.4 onder i in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd; c. het bepaalde in lid 18.4 onder j in die zin dat een woonhuis wordt gebruikt voor kamerverhuur met meer dan 3 kamers, mits niet meer dan 5 kamers worden verhuurd. 18.5.2 Voorwaarden De in lid 18.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
177
bestemmingsplan De Linten
Artikel 19 19.1
Wonen - Lint 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Lint 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet met ruimte voor: 1. een aan-huis-verbonden beroep; 2. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1; 3. mantelzorg; 4. kamerverhuur; b. bijbehorende bouwwerken; met de daarbijbehorende: c. tuinen, erven en terreinen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 19.2
Bouwregels
19.2.1 Bouwwerken Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels: het bebouwingspercentage per bouwperceel mag ten hoogste 35% bedragen. 19.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw zal ten hoogste 20,00 m vanaf de naar de weg(en) gekeerde perceelgrens(zen) te worden gebouwd, tenzij de bestaande afstand meer bedraagt, in welk geval de bestaande afstand als maximale afstand geldt; c. het aantal hoofdgebouwen zal per bestemmingsvlak ten hoogste 1 bedragen, tenzij ter plaatse is voorzien in de aanduiding "maximum aantal wooneenheden", in welk geval het in het aanduidingsvlak aangegeven aantal als maximum geldt; d. het aantal aaneen gebouwde hoofdgebouwen zal ten hoogste 2 bedragen; e. de afstand van een hoofdgebouw tot de perceelgrens zal ten minste 2,00 m bedragen; f. de breedte van de voorgevel van een vrijstaand hoofdgebouw zal ten hoogste 2/3 van de kavelbreedte bedragen, met een maximum van 15,00 m; g. de breedte van de voorgevel van een halfvrijstaand hoofdgebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen; h. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 5,50 m bedragen; i. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 10,00 m bedragen; j. een hoofdgebouw zal zijn voorzien van een kap waarvan: 1. de dakhelling ten minste 35° en ten hoogste 60° bedraagt; 2. de nokrichting overwegend haaks op de weg ligt, met uitzondering van bestaande nokrichtingen die hiervan afwijken. 19.2.3 Bijbehorende bouwwerken Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. de bijbehorende bouwwerken zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan te worden gebouwd; b. de goothoogte van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 3,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van een bijbehorende bouwwerk zal niet meer bedragen dan: 1. 2,50 m, indien in de zijdelingse of in de achterste perceelgrens wordt gebouwd; 2. de hoogte van een punt in een denkbeeldige lijn van 45°, getrokken vanuit een punt op 2,50 m hoogte op de zijdelingse perceelgrens; 3. de hoogte van een punt in een denkbeeldige lijn van 30°, getrokken vanuit een punt op 2,50 m hoogte op de achterste perceelgrens; d. de dakhelling van een bijbehorende bouwwerk zal ten hoogste 60° bedragen.
178
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
19.2.4 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 19.3
Afwijken van de bouwregels
19.3.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 19.2.2 onder c in die zin dat het aantal woonhuizen per bestemmingsvlak wordt vergroot, mits: 1. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in paragraaf 4.2 van de toelichting; b. het bepaalde in lid 19.2.2 sub f in die zin dat de breedte van de voorgevel van een vrijstaand hoofdgebouw wordt vergroot tot 2/3 van de kavelbreedte met een maximum van 20,00 m. 19.3.2 Voorwaarden De in lid 19.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
19.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van woonhuizen in combinatie met beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten anders dan een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; b. het gebruik van gedeelten van een woonhuis en bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, indien: 1. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m² bedraagt, met dien verstande dat delen van hoofdgebouwen en/of bijbehorende bouwwerken die op het moment van in werking treding van dit bestemmingsplan niet worden gebruikt voor het wonen ook mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; 2. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; 3. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; c. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning; d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van mantelzorg; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel bij een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden; g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van agrarische bedrijfsactiviteiten;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
179
bestemmingsplan De Linten h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, anders dan logiesverstrekking in het woonhuis, de bijbehorende bouwwerken en in karakteristieke vrijstaande, oude boerderijschuren bij het woonhuis, waarbij niet meer dan 3 of, in geval van deelname aan het project 'Sprong over het veen', 6 logieseenheden per woonhuis mogen worden gevestigd; i. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken; j. het gebruik van gedeelten van een woonhuis voor kamerverhuur, indien meer dan 3 kamers worden verhuurd. 19.5
Afwijken van de gebruiksregels
19.5.1 Bevoegdheid Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 19.4 onder c in die zin dat een woonhuis, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor meer dan één woning, mits: 1. deze afwijkingsbevoegdheid alleen wordt toegepast bij vrijgekomen panden die een woonbestemming hebben gekregen teneinde de landschappelijke, cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden van de panden te kunnen behouden; 2. het aantal woningen ten hoogste twee mag bedragen; 3. de verkeersdruk als gevolg hiervan niet wezenlijk toeneemt; b. het bepaalde in lid 19.4 onder i in die zin dat gronden worden gebruikt voor de aanleg van een paardrijdbak met de daarbijbehorende bouwwerken, mits: 1. de paardrijdbak landschappelijk aanvaardbaar en inpasbaar is in die zin dat voorwaarden kunnen worden gesteld aan een goede landschappelijke inpassing van de bakken; 2. de paardrijdbakken zoveel mogelijk uit het zicht van de openbare weg worden gesitueerd; 3. een paardrijdbak geen hinder (geur, geluid, licht en stof) veroorzaakt voor nabijgelegen woningen van derden (minimale afstand 50 m); 4. geen lichtmasten bij een paardrijdbak worden gebouwd. c. het bepaalde in lid 19.4 onder j in die zin dat een woonhuis wordt gebruikt voor kamerverhuur met meer dan 3 kamers, mits niet meer dan 5 kamers worden verhuurd. 19.5.2 Voorwaarden De in lid 19.5.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
180
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 20 20.1
Leiding - Gas
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. hoofdgastransportleidingen met een diameter van ten hoogste 7 inch en een druk van ten hoogste 40 bar; met de daarbijbehorende: b. belemmmeringenstrook; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 20.2
Bouwregels
20.2.1 Bouwwerken In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden, voor het ter plaatse aangegeven aantal meters voor de bebouwingsvrije zone aan weerszijden van de as van de ter plaatse aangegeven strook, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming. 20.2.2 Gebouwen en overkappingen Ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. 20.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 20.3
Afwijken van de bouwregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 20.2.1 en 20.2.2 in die zin dat de in de ter plaatse voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder; 2. rekening wordt gehouden met een doelmatig en veilig functioneren van nutsleidingen. 20.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het permanent opslaan van goederen; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken als risicogevoelig object binnen een ter plaatse aangegeven veiligheidszone. 20.5
Afwijken van de gebruiksregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 20.4 onder b in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt als risicogevoelig object, mits: 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder; 2. rekening wordt gehouden met de veiligheid van personen en goederen. 20.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden 20.6.1 Vergunningplicht Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist: a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
181
bestemmingsplan De Linten
b. c. d. e.
bodemstructuur; het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm; het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 30 cm; het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen; het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm.
20.6.2 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 20.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die: a. het normale onderhoud dan wel het normale agrarische gebruik betreffen, indien dit niet dieper dan 30 cm betreft; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 20.6.3 Voorwaarden De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits de belangen in verband met de betrokken leiding zich hier niet tegen verzetten, vooraf advies is ingewonnen van de leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van nutsleidingen. 20.7
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: de bestemming 'Leiding - Gas ' wordt verwijderd, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid, het landschap en de bestaande functies in de nabijheid.
182
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 21 21.1
Leiding - Hoogspanningsverbinding
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. hoogspanningsleidingen; met de daarbijbehorende: b. veiligheidszone, indien en voorzover ter plaatse daarvoor een aantal meters is aangegeven; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 21.2
Bouwregels
21.2.1 Bouwwerken In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden, voor het ter plaatse aangegeven aantal meters voor de bebouwingsvrije zone aan weerszijden van de as van de ter plaatse aangegeven strook, geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming. 21.2.2 Gebouwen en overkappingen Ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. 21.2.3 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 21.3
Afwijken van de bouwregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 21.2.1 en 21.2.2 in die zin dat de in de ter plaatse voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder; 2. rekening wordt gehouden met een doelmatig en veilig functioneren van nutsleidingen. 21.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het permanent opslaan van goederen; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken als risicogevoelig object binnen een ter plaatse aangegeven veiligheidszone. 21.5
Afwijken van de gebruiksregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 21.4 onder b in die zin dat gronden en bouwwerken worden gebruikt als risicogevoelig object, mits: 1. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder; 2. rekening wordt gehouden met de veiligheid van personen en goederen. 21.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden 21.6.1 Vergunningplicht Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist: a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
183
bestemmingsplan De Linten b. c. d. e.
het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm; het in de grond drijven van voorwerpen dieper dan 30 cm; het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen; het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm.
21.6.2 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 21.6.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die: a. het normale onderhoud dan wel het normale agrarische gebruik betreffen, indien dit niet dieper dan 30 cm betreft; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 21.6.3 Voorwaarden De omgevingsvergunning kan worden verleend, mits de belangen in verband met de betrokken leiding zich hier niet tegen verzetten, vooraf advies is ingewonnen van de leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van nutsleidingen. 21.7
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, het plan wijzigen in die zin dat: de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wordt verwijderd, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid, het landschap en de bestaande functies in de nabijheid.
184
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 3 Artikel 22
ALGEM ENE REGELS
Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
185
bestemmingsplan De Linten
Artikel 23 23.1
Algemene bouwregels
Bouwregels
a. Er mogen geen windmolens worden gebouwd; b. De bouwgrenzen mogen, in afwijking van deze regels, uitsluitend worden overschreden door: 1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m; 2. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m. 23.2
Aanvullende werking welstandscriteria
De in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering en de maatvoering van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de in de Woningwet bedoelde welstandscriteria.
186
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 24 24.1
Algemene gebruiksregels
Algemene gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met de bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van de gronden waar met omgevingsvergunning een kampeerterrein voor klein kamperen is toegestaan, dan wel daar waar sprake is van tijdelijk kamperen of de inrichting van een gereguleerde overnachtingsplaats; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; c. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; d. het storten van puin en afvalstoffen; e. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen; f. de stalling en opslag van caravans, boten, oldtimers en dergelijk anders dan in bouwwerken; g. het gebruik van de gronden voor het plaatsen en/of aanbrengen van niet-perceelsgebonden handelsreclame en of reclame voor ideële doeleinden of overtuigingen. 24.2
Afwijken van algemene gebruiksregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 24.1 onder a in die zin dat de gronden tevens worden gebruikt als kampeerterrein voor klein kamperen, mits: 1. er niet meer dan 15 kampeermiddelen worden geplaatst in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober; 2. de omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend voor erven van woningen met een minimale omvang van het erf c.q. tuin van 5.000 m², percelen van agrarische bedrijven, horecabedrijven, of op een perceel, onmiddellijk grenzend aan zo'n erf of perceel; 3. het kamperen inpasbaar is in het landschap door middel van afschermende erfbeplanting met inheemse soorten en een bijbehorende sloot, waarbij de breedte van de erfbeplanting minimaal 6,00 m moet bedragen; 4. de specifieke landschapskarakteristieken worden ontzien; 5. de situering, de omvang en het gebruik de kleinschaligheid van het kamperen beogen; 6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; c. de milieusituatie; d. de verkeersveiligheid; e. de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
187
bestemmingsplan De Linten
Artikel 25 25.1
Algemene aanduidingsregels
geluidzone - industrie
25.1.1 Bouwregels voor gebouwen en overkappingen Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel: een op grond van de daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege de geluidszoneringsplichtige inrichtingen van de gevels van dit geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde. 25.1.2 Specifieke gebruik sregel Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van niet-geluidsgevoelige gronden en bouwwerken als geluidsgevoelig object. 25.2
veiligheidszone - bevi
25.2.1 Bouwregels In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten. 25.2.2 Afwijken van de bouwregels Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 25.2.1 in die zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits: 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen. 25.2.3 Specifieke gebruik sregels Tot een gebruik, strijdig met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik van de gronden en bouwwerken als kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van bestaande beperkt kwetsbare objecten. 25.2.4 Afwijken van de gebruiksregels Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: het bepaalde in lid 25.2.3 in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbare object, mits: 1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen. 25.2.5 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat: a. de aanduiding "veiligheidszone - bevi" wordt verwijderd, mits: 1. de betreffende risicovolle inrichting ter plaatse is beëindigd; b. de aanduiding "veiligheidszone - bevi" voor een risicovolle inrichting wordt gewijzigd (verkleind), mits: 1. voor de risicovolle inrichting een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer is verleend of gewijzigd; 2. de ligging van de zone is afgestemd op de met deze vergunning corresponderende veiligheidsafstand ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen; 3. zich binnen de gewijzigde zone geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten bevinden.
188
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Artikel 26 26.1
Algemene afwijkingsregels
Bevoegdheid
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten wordt vergroot, mits: 1. de antenne niet geplaatst kan worden op een bestaand bouwwerk, zoals een hoogspanningsmast, een windmolen, een reclamemast, een torensilo, of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk; 2. de antenne niet geplaatst wordt in gebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur, in natuurgebieden en in grootschalige open gebieden; 3. de mast radiografisch noodzakelijk is; 4. bij plaatsing binnen de grenzen van een bouwperceel of binnen grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming de hoogte van de mast ten hoogste 30,00 m mag bedragen; 5. bij plaatsing binnen de grenzen van een bouwperceel of binnen grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming gelegen aan een weg, een viaduct of een verkeersknooppunt, de hoogte van de mast ten hoogste 15,00 m mag bedragen; 6. het aantal masten binnen de gemeente nier meer mag bedragen dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit. c. de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van gebouwen in die zin dat ten behoeve van het kleinschalig kamperen bij woningen en agrarische bedrijven, gebouwtjes ten behoeve van sanitaire voorzieningen worden gebouwd, mits: 1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen per kampeerterrein ten hoogste 50 m² zal bedragen; 2. de goothoogte van een gebouw ten hoogste 3,00 m zal bedragen; 3. tevens de in artikel 24.2 genoemde omgevingsvergunning is verleend. 26.2
Voorwaarden
De in lid 26.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
189
bestemmingsplan De Linten
Artikel 27 27.1
Algemene wijzigingsregels
Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat: a. de bestemming 'Agrarisch - Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf', 'Horeca', 'Maatschappelijk', 'Wonen - Lint 1' of 'Wonen - Lint 2' al daar niet in combinatie met de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond', mits: 1. het agrarische bedrijf ter plaatse is beëindigd; 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid respectievelijk de regels van artikel '5', '11', '13', '18' of '19' van overeenkomstige toepassing zijn; 3. de functiewijziging wordt gerealiseerd in de bestaande (voormalige) boerderij(panden), waarbij gestreefd wordt naar sanering van ligboxstallen, koelhuizen en dergelijke; 4. de functiewijziging een gebiedseigen functie is; 5. de functieverandering naar een horecafunctie uitsluitend plaats vindt ten behoeve van logiesverstrekkende bedrijven dan wel restaurants; 6. er bij de functieverandering naar een zorgboerderij sprake is van een directe relatie tussen de bewoners van de (voormalige) boerderij en de sociale en/of sociaal-medische opvang van personen; 7. de functieverandering niet leidt tot onevenredige afbreuk van de (agrarische) bedrijfsfunctie in de nabijheid, in die zin dat naburige (agrarische) bedrijven er door in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt. b. de bestemming 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Horeca' of 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen', 'Wonen - Lint 1' of 'Wonen - Lint 2', mits: 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van respectievelijk artikel 17, 18 of 19 van overeenkomstige toepassing zijn; c. de bestemming 'Agrarisch - Cultuurgrond' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen - Lint 1' of 'Wonen - Lint 2', mits: 1. het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied'; 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van respectievelijk artikel 18 en 19 van overeenkomstige toepassing zijn; 3. rekening wordt gehouden met het contingentenbeleid, zoals verwoord in paragraaf 4.2 van de toelichting; 4. bij de beoordeling van de invulling van woningen in het lint, rekening wordt gehouden met het afwegingskader, zoals verwoord in bijlage 1 van de toelichting; d. de bestemming 'Leiding - Gas' wordt aangebracht, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid, het landschap en de bestaande functies in de nabijheid; e. de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' wordt aangebracht, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid, het landschap en de bestaande functies in de nabijheid. 27.2
Toetingscriteria
De in lid 27.1 genoemde wijzigingen kunnen uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: a. b. c. d. e. f.
190
het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de milieusituatie; de verkeersveiligheid; de cultuurhistorische en/of karakteristieke waarden; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Hoofdstuk 4 Artikel 28 28.1
OVERGANGS- EN SLOT REGELS
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 28.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
191
bestemmingsplan De Linten
Artikel 29
Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan De Linten van de gemeente Vlagtwedde.
Behorend bij het besluit van ........
192
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Bijlagen
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
193
bestemmingsplan De Linten
Bijlage 1 Lijst met toelaatbare beroepen en vormen van bedrijvigheid bij het wonen a. Uitoefening van (para)medische beroepen, waaronder: 1. Individuele praktijk voor huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, verloskundige, homeopaat, therapeut, orthodontist acupuncturist enzovoort 2. individuele praktijk dierenarts. b. Kledingmakerij 1. (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf; 2. woningstoffeerderij. c. Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend. d. Reparatiebedrijfjes, waaronder: 1. Schoen-/lederwarenreparatiebedrijf, uurwerkreparatiebedrijf, goud- en zilverwerkreparatiebedrijf, reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen, reparatie van muziekinstrumenten; In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven en las- en montagebedrijven uitgezonderd. e. Kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes, waaronder: 1. timmerman, metselaars, stukadoor, klussenbedrijf, loodgieter, elektricien, schilder, naaister, hoedenmakerij, pottenbakkerij, instrumentenmakerij, kaarsenmaker, lijstenmakerij,zadelmakerij. f. Advies- en ontwerpbureaus, zoals: 1. Reclame ontwerp, grafisch ontwerp en architect. g. (Zakelijke) dienstverlening, waaronder: 1. notaris, advocaat, accountant, juridisch adviseur, assurantie-/verzekeringsbemiddeling, exploitatie en handel in onroerende zaken, tolk, catering service, bezorgservice en koeriersdiensten, ICT-bedrijven, e-commerce, web designer, computerservice. h. Overige dienstverlening, zoals: 1. kappersbedrijf, schoonheidssalon, tattooshop, kinderdagopvang, fotostudio, nagelstudio, hondentrimsalon, zorg- en dagbesteding, persoonlijke verzorging. In ieder geval zijn geen sex- en prostitutiebedrijven toegestaan. i.
Onderwijs 1. Autorijschool; 2. onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium. j. Voorzieningen ten behoeve van kunst en kunstnijverheid, zoals: 1. Galerie/expositieruimte, ruimte voor toegepaste kunst, beeldende kunst, atelier, beeldentuinen. k. Voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie, zoals: 1. Theetuin/theeschenkerij Voor de toelaatbare beroepen en vormen van bedrijvigheid is mede het volgende toegestaan: ruimte voor workshops en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten met het daarbij behorende ondergeschikte verstrekking van dranken en kleine versnaperingen, mits hiervoor geen aparte horecaruimtes worden ingericht; opslag en stalling van goederen en producten, waaronder caravans, in gebouwen, opslag van gevaarlijke stoffen is uitgesloten. De vormen van bedrijvigheid zijn slechts toegestaan zonder toonbankfunctie. Deze lijst is niet limitatief. Voor alle categorieën, dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen beroeps/bedrijfsmatige activiteit, geldt dat, de activiteit met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en/of een bijbehorend bijgebouw bestemd voor wonen doeleinden.
194
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
bestemmingsplan De Linten
Bijlage 2 Lijst van toegestane bedrijven
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
195
bestemmingsplan De Linten
196
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
01
01
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014
016
0142
0162
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw 2 1. plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. < 500 m 2 2. plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o.>= 500 m KI-stations
02
02
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN BOSBOUW
020
021, 022, 024
Bosbouwbedrijven
05
03
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
0501.1 0501.2 0502
0311 0312 032
Zeevisserijbedrijven Binnenvisserijbedrijven Vis- en schaaldierkwekerijen: 1. oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 2. visteeltbedrijven
11
06
AARDOLIE- EN AARDGASWINNING
111
061, 062 061 062 062
Aardolie- en aardgaswinning: 1. aardoliewinputten 2. aardgaswinning inclusief gasbehandeling.instrumenten: < 100.000.000 N m³/d 3. aardgaswinning inclusief gasbehandeling instrumenten: >= 100.000.000 N m³/d
15
10, 11
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101, 102
Slachterijen en overige vleesverwerking: 1. slachterijen en pluimveeslachterijen 2. vetsmelterijen 3. bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 4. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m 2 2 5. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m 2 6. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m 5. loonslachterijen Visverwerkingsbedrijven: 1. drogen 2. conserveren 3. roken 4. verwerken anderszins: p.o. > 1000 m 2 2 5. verwerken anderszins: p.o.<= 1000 m 2 6. verwerken anderszins: p.o. <= 300 m Aardappelproducten fabrieken 1. vervaardiging van aardappelproducten 2. vervaardiging van snacks met p.o. < 2000 m 2 Groente- en fruitconservenfabrieken: 1. jam 2. groente algemeen 3. met koolsoorten 4. met drogerijen 5. met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Margarinefabrieken: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Zuivelproductenfabrieken: 1. gedroogde producten p.c. >= 1,5 t/u 2. geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >=20 t/u 3. melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 4. melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 t/j 5. overige zuivelproductenfabrieken
101
152
1531
1532, 1533
1541
1542
1543
1551
101, 102 102
1031
1032, 1039
104101
104102
1042
1051
blz. 1
CAT
2 3.1 2
3.1
3.2 3.1 3.2 3.1
4.1 5.1 5.2
3.2 5.2 4.2 3.2 3.1 3.1 3.1 5.2 4.1 4.2 4.2 3.2 3.1 4.2 3.1 3.2 3.2 3.2 4.2 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 5.1 5.1 3.2 4.2 4.2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
blz. 2
CAT
1593 t/m 1595 1596 1597 1598
1102 t/m 1104 1105 1106 1107
1. consumptie-ijsfabrieken p.o. > 200 m 2 2. consumptie-ijsfabrieken p.o. <= 200 m 2 Meelfabrieken: 1. p.c. < 500 t/u 2. p.c. >= 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: 1. p.c. < 10 t/u 2. p.c. >= 10 t/u Veevoederfabrieken: 1. destructiebedrijven 2. beender-, veren-, vis- en vleesmeelfabriek 3. drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap.<10 t/u water 4. drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder cap.>=10 t/u water 5. mengvoeder, p.c. < 100 t/u 6. mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1. v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 2. v.c.>= 7500 kg meel/week Banket-, biscuit- en koekfabrieken Suikerfabrieken: 1. v.c. < 2.500 t/j 2. v.c. >= 2.500 t/j Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 1. cacao- en chocoladefabrieken: p.o. >2.000 m 2 2. cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m 2 2 3. cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m 4. Suikerwerkfabrieken met suiker branden 2 5. Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden p.o. > 200 m 2 6. Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden p.o. <= 200 m Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: 1. koffiebranderijen 2. theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: 1. zonder poederdrogen 2. met poederdrogen Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 1. p.c. < 5.000 t/j 2. p.c. >= 5.000 t/j Vervaardiging van wijn, cider, e.d. Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
16
12
VERWERKING VAN TABAK
160 17
120 13
Tabaksverwerkende industrie VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
4.1
171 172
131 132
3.2
1552
1052
1561
1061
1562
1571
1572 1581
1582 1583
1584
1585 1586
1587 1589 1589.1 1589.2
1591 1592
1062
1091
1092 1071
1072 1081
10821
1073 1083
108401 1089
110101 110102
173 174, 175 1751 176, 177
133 139 1393 139, 143
Bewerken en spinnen van textielvezels Weven van textiel: 1. aantal weefgetouwen < 50 2. aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
18
14
VERVAARDIGING VAN KLEDING: BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 182 183
141
Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer) Bereiden en verven van bont, vervaardiging van artikelen van bont
142, 151
3.2 2 4.2 4.1 4.1 4.1 4.2 5.2 5.2 4.2 5.2 4.1 4.2 4.1 2 3.2 3.2 5.1 5.2 5.1 3.2 2 4.2 3.2 2 3.1 5.1 3.2 4.1 4.1 4.1 4.1 4.2 4.2 4.1 4.2 2 4.2 4.2 3.2
3.2 4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
3.1 2 3.1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 19
SBI-CODE 2008 15
blz. 3
OMSCHRIJVING
CAT
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
191 192 193
151, 152 151 152
Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken
20
16
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.1 2010.2
16101 16102
Houtzagerijen Houtconserveringsbedrijven: 1. met creosootolie 2. met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 1. Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 2. Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
202 203, 204, 205 203, 204, 205 205
1621 162
21
17
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2111 2112
1711 1712
Vervaardiging van pulp Papier- en kartonfabrieken: 1. p.c. < 3 t/u 2. p.c. 3 - 15 t/u 3. p.c. >= 15 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken Golfkartonfabrieken: 1. p.c. < 3 t/u 2. p.c. >= 3 t/u
212 2121.2
162902
172 17212
4.2 3.1 3.1
3.2
2
22
58
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
221 2221 2222 2222.6 2223
581 1811 1812 18129 1814
2224 2225 223
1813 1814 182
Uitgeverijen (kantoren) Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproductie en zetten Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media
23
19
AARDOLIE- EN STEENKOOLVERWERKINGSINDUSTRIE BEWERKING SPLIJT- EN KWEEKSTOFFEN
231 2320.1 2320.2
191 19201 19202
Cokesfabrieken Aardolieraffinaderijen Smeeroliën- en vettenfabrieken Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie Aardolieproductenfabrieken niet eerder genoemd.
24
20
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2411
2011
Vervaardiging van industriële gassen: 1. luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 2. overige gassenfabrieken, niet explosief 3. overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken Anorganische chemische grondstoffenfabrieken: 1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 2. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Organische chemische grondstoffenfabrieken: 1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 2. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Methanolfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetisch): 1. p.c. < 50.000 t/j 2. p.c. >= 50.000 t/j Kunstmeststoffenfabrieken Kunstharsenfabrieken e.d.
2412 2413
2414.1
2414.2
2415 2416
2012
20141
20149
2015 2016
4.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
4.1 3.1 4.1 4.2 3.2 3.2 4.1
1 3.2 3.2 2 1 2 2 2 1
5.3 6 3.2 4.2 4.2
5.2 5.1 5.1 4.1 4.2 5.3 4.2 5.3 4.1 4.2 4.2 5.1 5.1 5.2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 242
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
2464 2466
205902 205903
247
2060
Landbouwchemicaliënfabrieken: 1. fabricage 2. formulering en afvullen Verf,- lak- en vernisfabrieken Farmaceutische grondstoffenfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j Farmaceutische productenfabrieken: 1. formulering en afvullen geneesmiddelen 2. verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Kruit-, vuurwerk- en springstoffenfabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1. zonder dierlijke grondstoffen 2. met dierlijke grondstoffen Fotochemische productenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische productenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
25
22
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2511 2512
221101 221102
Rubberbandenfabrieken Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 1. vloeroppervlakte < 100 m² 2. vloeroppervlakte > 100 m² Rubber-artikelenfabrieken Kunststofverwerkende bedrijven: 1. zonder fenolharsen 2. met fenolharsen 3. productie van verpakkingsmaterialen en assemblage van kunststof bouwmaterialen
243 2441
2442
2451 2452 2461 2462
2513 252
202
203 2110
2120
2041 2042 2051 2052
2219 222
26
23
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
261
231
Glasfabrieken: 1. glas en glasproducten, p.c. < 5.000 t/j 2. glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 t/j 3. glaswol en glasvezels, p.c. < 5.000 t/j 4. glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: 1. vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 2. vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen- en baksteenelementenfabrieken Dakpannenfabrieken Cementfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Kalkfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Gipsfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Betonwarenfabrieken: 1. zonder persen, triltafels en bekistingstrillers 2. met persen, triltafels of bekistingstrillers, p.c. < 100 t/d 3. met persen, triltafels of bekistingstrillers, p.c. >= 100 t/d Kalkzandsteenfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales: 1. p.c. < 100 t/u 2. p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips: 1. p.c. < 100 t/d 2. p.c. >= 100 t/d
2615 262, 263
231 232, 234
264
233
2651
2351
2652
2653
2661.1
2661.2
2662 2663, 2664
2665, 2666
235201
235202
23611
23612
2362 2363, 2364
2365, 2369
blz. 4
CAT 5.3 5.1 4.2 4.2 5.1 3.1 2 4.2 4.2 5.3 3.2 5.1 3.2 3.1 4.1 4.2
4.2 3.1 4.1 3.2 4.1 4.2 3.1
3.2 4.2 4.2 5.1 3.1 2 3.2 4.1 4.1 5.1 5.3 4.1 5.3 4.1 5.1 4.1 4.2 5.2 3.2 4.2 3.2 3.2 4.2 3.2 4.2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 267
2681 2682
SBI-CODE 2008 237
2391 2399
OMSCHRIJVING Natuursteenbewerkingsbedrijven: 2 1. zonder breken, zeven en drogen p.o. > 2.000 m 2 2. zonder breken, zeven en drogen p.o. <= 2.000 m 3. met breken, zeven of drogen v.c. < 100.000 t/j 4. met breken, zeven of drogen v.c. >= 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelenfabrieken Bitumineuze materialenfabrieken: 1. p.c. < 100 t/u 2. p.c. >= 100 t/u Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol): 1. steenwol p.c. >= 5.000 t/j 2. overige isolatiematerialen Minerale productenfabrieken n.e.g. 1. Asfaltcentrales p.c. < 100 ton/uur 2. Asfaltcentrales p.c.>= 100 ton/uur
27
24
VERVAARDIGING VAN METALEN
271
241
Ruwijzer- en staalfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j IJzerenbuizen- en stalenbuizenfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Non-ferro-metaalfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² IJzer- en staalgieterijen, -smelterijen: 1. p.c. < 4.000 t/j 2. p.c. >= 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen, -smelterijen: 1. p.c. < 4.000 t/j 2. p.c >=4.000 t/j
272
273
274
2751, 2752
2753, 2754
245
243
244
2451, 2452
2453, 2454
28
25, 31
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES EN TRANSPORTMIDDELEN)
281
251, 331
Constructiewerkplaatsen: 1. gesloten gebouw 2. gesloten gebouw, p.o. <200 m 2 3. in open lucht, p.o. < 2.000 m² 4. in open lucht, p.o. >= 2.000 m² Tank- en reservoirbouwbedrijven: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen, en dergelijke Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: 1. algemeen 2. scoperen (opspuiten van zink). 3. thermisch verzinken 4. thermisch vertinnen 5. mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten). 6. anodiseren, eloxeren 7. chemische oppervlaktebehandeling 8. emailleren 9. galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen, en dergelijke). 10. stralen 11. metaalharden 12. lakspuiten en moffelen Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200 m 2
2821
2529, 3311
2822, 2830 284
2521, 2530, 3311 255, 331
2851
2561, 3311
2852
2562, 3311
blz. 5
CAT 3.2 3.1 4.2 5.2 3.1 4.2 5.1 4.2 4.1 3.2 4.1 4.2
5.2 6 5.1 5.3 4.2 5.2 4.2 5.2 5.1 5.3 4.2 5.1 4.2 5.1
3.2 3.1 4.1 4.2 4.2 5.1 4.1 4.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 4.2 3.2 3.2 3.2 3.1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 287
SBI-CODE 2008 259, 331
blz. 6
OMSCHRIJVING Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd: inpandig p.o. <200 m
CAT
2
29
27, 28, 33
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
27, 28, 33
28, 33
Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² 3. met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
30
26, 28, 33
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
Kantoormachines- en computerfabrieken inclusief reparatie
31
26, 27, 33
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRONISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
311 312 313 314 315 316 3162
271, 331 271, 273 273 272 274 293 2790
Elektromotoren- en generatorenfabrieken inclusief reparatie Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Elektrotechnische industrie niet eerder genoemd Koolelektrodenfabrieken
32
26, 33
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
321 t/m 323
261, 263, 264, 331
3210
2612
33
26, 32, 33
4.1 5.1 3.2 3.1
3.2 4.1 4.2
3.1
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 2 6
3.1 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur, en dergelijke inclusief reparatie Fabrieken voor gedrukte bedrading
3.1
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 33
26, 32, 33
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten, e.d. incl. reparatie
34
29
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341
291
Autofabrieken en assemblagebedrijven 1. p.o. < 10.000 m² 2. p.o. >= 10.000 m² Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken
3420.1 3420.2 343
29201 29202 293
35
30
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S EN AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 1. houten schepen 2. kunststof schepen 3. metalen schepen < 25 m 4. metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 1. algemeen 2. met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw- en -reparatiebedrijven: 1. zonder proefdraaien motoren 2. met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie niet eerder genoemd
3511 352
353
3831 302, 317
303, 3316
354 355
309 3099
36
31
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN VERVAARDIGING VAN OVERIGE GOEDEREN NIET EERDER GENOEMD.
361
310 9524
1. meubelfabrieken 2. meubelstoffeerderijen b.o.< 200 m 2
2
4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
3.1 3.2 4.1 5.1 5.2 3.2 4.2 4.1 5.3 3.2 3.2
3.2 1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
blz. 7
OMSCHRIJVING
CAT
362 363 364 365 366 366
321 322 323 324 32991 32999
Fabricage van munten, sieraden, en dergelijke Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen niet eerder genoemd
37
38
VOORBEREIDING TOT RECYCLING
371 372
383201 383202
Metaal- en autoschredders Puinbrekerijen en -malerijen: 1. v.c. < 100.000 t/j 2. v.c. >= 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties
5.1 4.2 5.2 4.2 4.2
40
35
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40
35
Elektriciteitsproductiebedrijven (vermogen >= 50 MWe): 1. kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 2. oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 3. gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth, in 4. kerncentrales met koeltorens 5. warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth Bio-energieinstallaties, elektrisch vermogen < 50 MWe: 1. covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie 2. vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 1. < 10 MVA 2. 10 - 100 MVA 3. 100 - 200 MVA 4. 200 - 1000 MVA 5. >= 1000 MVA Gasdistributiebedrijven: 1. gascompressorstations, vermogen < 100 MW 2. gascompressorstations, vermogen >= 100 MW 3. gas: reduceer-, compressor-, meet- en reglinstallatie categorie A 4. gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 5. gasontvang- en -verdeelstations, categorie D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 1. stadsverwarming 2. blokverwarming Windmolens: 1. wiekdiameter 20 m 2. wiekdiameter 30 m 3. wiekdiameter 50 m
41
36
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
41
36
Waterwinning-/ bereidingsbedrijven: 1. met chloorgas 2. bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en / of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 1. < 1 MW 2. 1 - 15 MW 3. >= 15 MW
45
41, 42, 43
BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2000 m 2 Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2000 m
2 2 3.1 3.1 2 3.1
5.2 5.1 5.1 6 5.1
3.2 3.2 2 3.1 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 1 2 3.1 3.2 2 3.2 4.1 4.2
5.3 3.1 2 3.2 4.2
3.2
2
3.1
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m
2
3.1
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. < 1000 m
2
2
50
45, 47
HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN, BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504
451, 452, 453
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
502 5020.4
451 45204
5020.5 503, 504 505
45205 453 473
blz. 8
OMSCHRIJVING
CAT
(Groot)handel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie) Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires Benzineservicestations: 1. met LPG > 1000 m 3/jr 3 2. met LPG< 1000 m /jr 3. zonder LPG
3.2 3.2 1 3.1 2 2 4.1 3.1 2
51
46
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 5121
461 4621
5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7
4622 4623 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499
Handelsbemiddeling (kantoren) Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit >= 500 ton per uur. Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levende dieren Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren en spijsoliën Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Groothandel in overige consumentenartikelen Groothandel in vuurwerk en munitie: 1. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 3. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats < 750 kg ( en > 25 kg theatervuurwerk) 4. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton. 5. munitie Groothandel in vaste brandstoffen: 1. klein, lokaal verzorgingsgebied 2. kolenterminal, opslagoppervlakte >= 2.000 m²
5151.1
5151.2
46711
517
466, 469
Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1. vloeistoffen o.c. < 100.000 m³ 2. vloeistoffen o.c. >= 100.000 m³ 3. tot vloeistof verdichte gassen Groothandel in minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) Groothandel in metaalertsen: 1. opslagoppervlakte < 2.000 m² 2. opslagoppervlakte >= 2.000 m² Groothandel in metalen en -halffabrikaten Groothandel in hout en bouwmaterialen 1. Algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 2. Algemeen: bebouwde oppervlakte <= 2000 m 2 Zand en grind: 2 1. algemeen: bebouwde oppervlakte > 200 m 2 2. algemeen: bebouwde oppervlakte < = 200 m Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur 2 1. algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 2. algemeen: bebouwde oppervlakte <= 2000 m Groothandel in chemische producten Groothandel in overige intermediaire goederen Autosloperijen: bebouwde oppervlakte > 1000 m 2 2 Autosloperijen: bebouwde oppervlakte < = 1000 m Overige groothandel in afval en schroot: bebouwde oppervlakte > 1000 m Overige groothandel in afval en schroot : bebouwde oppervlakte <= 1000 m Groothandel in machines en apparaten: 1. machines voor de bouwnijverheid 2. overige Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
60
49
VERVOER OVER LAND
6021.1 6022
493
Bus-, tram- en metrostations en -remises Taxibedrijven en taxistandplaatsen
5151.3 5152.1
5152.2 /.3 5154
5153.4
46712
46713 46721
46722, 46723 4673
46735
4674
5155.1 5156 5157
46751 4676 4677
5157.2 /.3 5162
466
1 3.1 4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2 2 3.1 5.1 5.3 2 3.1 5.1 4.1 5.1 4.2 3.2 4.2 5.2 3.2 3.1 2 3.2 2
2 2
3.1 2 3.2 2 3.2 3.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
3.2 2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 6023 6024 6024 603
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
495
Touringcarbedrijven Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1000 m Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
61, 62
50, 51
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
61, 62
50, 51
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
63
52
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
6311.1
52241
791 5229
Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van zeeschepen: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 4. granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5. steenkool, opslagopp. >= 2.000 m² 6. olie, LPG, e.d. 7. tankercleaning Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van de binnenvaart: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte < 2.000 m² 4. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 5. granen of meelsoorten v.c. < 500 t/u 6. granen of meelsoorten v.c. >= 500 t/u 7. steenkool, opslagoppervlakte < 2.000 m² 8. steenkool, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 9. olie, LPG, en dergelijke 10. tankercleaning Distributiecentra, pak- en koelhuizen Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 1. Autoparkeerterreinen, parkeergarages 2. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Overige dienstverlening ten behoeve van het vervoer (kantoren) Luchthavens Helicopterlandplaatsen Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)
64
53
POST EN TELECOMMUNICATIE
641 642 642 642 642
531, 532 61
Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven Zendinstallaties: 1. LG en MG, zendervermogen < 100 kw (bij groter vermogen: onderzoek!) 2. FM en TV
71
77
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 712 713 714
7711 7712, 7739 773 772
Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
72
62
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72 72
62 58, 63
Computerservice- en informatietechnologie-bureaus, en dergelijke Datacentra
74
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82 812 74203 82991 82992
Overige zakelijke diensverlening: kantoren
6311.2
6312 6321 6321 6322, 6323 6323 6323 623 634
494
52242
52102, 52109 52109 5221 5222 5223
blz. 9
CAT 2 2
3.2 3.2 3.1 2
1
5.1 4.2 5.3 5.1 5.2 5.3 4.2 4.2 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 4.2 5.1 5.2 4.2 3.1 2 2 3.2 1 6 5.1 1 1
2 1 3.2 1
2 3.1 3.1 2
1 2
1
74 747 7481.3 7484.3 7484.4
Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijproducten Veilingen voor huisraad, kunst, en dergelijke
3.1 2 4.1 1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
90
37, 38, 39
MILIEUDIENSTVERLENING
9001
3700
RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks: 1. < 100.000 i.e. 2. 100.000 - 300.000 i.e. 3. >= 300.000 i.e. Rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven, en dergelijke Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuiloverslagstations Afvalverwerkingsbedrijven: 1. mestverwerkingskorrelfabrieken 2. kabelbranderijen 3. verwerking radio-actief afval 4. pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 5. oplosmiddelterugwinning 6. afvalverbrandingsinrichtingen thermisch vermogen > 75 MW 7. verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen Composteerbedrijven: 1. niet belucht v.c. < 5.000 t/j 2. niet belucht v.c. 5.000 tot 20.000 t/j 3. belucht v.c. < 20.000 t/j 4. belucht v.c. > 20.000 t/j 5. GFT in gesloten gebouw
9002.1
381
9002.2
382
93
96
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
96011
9301.2 9301.3 9302 9304 9305
96013 96013 9602 9613, 9604 9609 9609
Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wasseretten, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Fitnesscentra, badhuizen en saunabaden Dierenasiels en -pensions Persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd, exclusief bordelen, prostituees en sexclubs
Afkortingen: cat. categorie o.c. opslagcapaciteit v.c. verwerkingscapaciteit p.c. productiecapaciteit p.o. productieoppervlak e.d. en dergelijke n.e.g. niet elders genoemd t ton kl klasse u uur d dag w week jr jaar = is gelijk aan < kleiner dan > groter dan
blz. 10
CAT
4.1 4.2 5.1 2 3.1 3.1 4.2 5.1 3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2 4.2 5.2 3.2 4.1 4.1
3.1 3.1 2 2 1 1 2 3.2 1
bestemmingsplan De Linten
Eindnoten
1. Akkerbouw- of tuinbouwbedrijven met open grondteelt; inrichtingen die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd zijn voor witloftrek of teelt van eetbare paddenstoelen of andere gewassen in een gebouw; permanente en niet-verwarmde opstanden van glas of van kunststof voor het telen van gewassen; permanente en verwarmde op-standen van glas of van kunststof voor het telen van gewassen, mits niet groter dan 0,7 hectare; kinderboerderijen. 2. Plaatsgebonden Risico (PR) is "het risico op een plaats buiten een inrichting uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is". De norm voor het plaatsgebonden risico is 10-6 per jaar (is een kans van 1 op 1.000.000 per jaar). 3. De definitie van Groepsrisico (GR) is "de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is". 4. Een (vrij) beroep dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat gericht is op het verlenen van diensten.
bestemmingsplan "De Linten" (ontwerp)
207