bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Inhoudsopgave
TO ELICHTING
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding bestemmingsplan 1.2 Ligging plangebied 1.3 Geldend bestemmingsplan 1.4 Leeswijzer
5 5 5 5 6
Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plangebied 2.1 Huidige situatie 2.2 Gewenste situatie
7 7 7
Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Gemeentelijk beleid
9 9 9 10
Hoofdstuk 4 O mgevingsaspecten 4.1 Geluid 4.2 Luchtkwaliteit 4.3 Bedrijven en milieuzonering 4.4 Externe veiligheid 4.5 Ecologie 4.6 Water 4.7 Bodem 4.8 Archeologie en cultuurhistorie
13 13 13 13 14 14 15 15 16
Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving 5.1 Algemeen 5.2 Toelichting op de bestemmingen
17 17 19
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 6.2 Grondexploitatie 6.3 Economische uitvoerbaarheid
21 21 21 21
Hoofdstuk 7 Inspraak en overleg 7.1 Inspraak en vooroverleg 7.2 Aanpassingen naar aanleiding van inspraak en overleg
22 22 22
Hoofdstuk 8 Zienswijzen amtshalve wijzigingen en vaststelling BIJLAGEN BIJ DE TO ELICHTING
23 25
Bijlage 1
Watertoets
26
Bijlage 2 REGELS
Reactienota inspraak en overleg
32 39
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
INLEIDENDE REGELS Begrippen Wijze van meten
40 40 45
Hoofdstuk 2 Artikel 3
BESTEMMINGSREGELS Wonen - 2
47 47
2
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 4 Artikel 5
Waarde - Archeologie 2 Waterstaat - Waterkering
50 52
Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9
ALGEMENE REGELS Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels
53 53 54 55 56
Hoofdstuk 4 Artikel 10 Artikel 11 BIJLAGE BIJ
O VERGANGS- EN SLO TREGELS Overgangsrecht Slotregel DE REGELS
57 57 58 59
Bijlage 1
Lijst met kleinschalige activiteiten
60
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 3
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
4
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
TOELICHTING Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding bestemmingsplan
Van 1885 tot 2004 heeft op het perceel De Noord 24 een woning gestaan. De woning is in 2004 gesloopt vanwege de slechte staat waarin deze verkeerde. De intentie was destijds om een nieuwe woning te bouwen, door omstandigheden is dit tot op heden niet gebeurd. In het bestemmingsplan 'Ilpendam 2002' was het perceel voorzien van een woonbestemming met een bouwvlak. Bij de actualisatie van de bestemmingsplan voor de gemeente waterland, is het bestemmingsplan 'Kernen Waterland 2013' opgesteld. In deze herziening is wel de woonbestemming overgenomen, maar zonder bouwvlak. Daardoor is abusievelijk de mogelijkheid vervallen om een woning op dit perceel te bouwen. In januari 2014 is een verzoek bij de gemeente ingediend om woning op dit perceel te realiseren. Om deze woning juridisch-planologisch toe te staan is het vaststellen van een nieuw (postzegel)bestemmingsplan noodzakelijk. Dit bestemmingsplan voorziet hierin.
1.2
Ligging plangebied
De begrenzing van het perceel de Noord 24 - het plangebied voor het nieuwe bestemmingsplan - is (globaal)weergegeven in de onderstaande figuur.
Figuur 1 Ligging plangebied.
1.3
Geldend bestemmingsplan
Het geldende bestemmingsplan voor dit perceel is op dit moment het bestemmingsplan 'Kernen Waterland 2013', vastgesteld op 04-11-2013. In het bestemmingsplan heeft het betreffende perceel de bestemmingen “Wonen 2”, “Waarde- Archeologie 2” en “Waterstaat-waterkeringen”. Ondanks de bestemming “Wonen” kan er geen omgevingsvergunning voor een woning verleend worden omdat er geen bouwvak aanwezig is. Daarnaast is de (dubbel)bestemming “Waarde-Archeologie 2”van toepassing. Hiervoor is bepaald dat er een omgevingsvergunning nodig is voor de bouw van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 5
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
m² en voor grondroerende werkzaamheden die dieper dan 0,35 m onder het maaiveld plaatsvinden. Om in aanmerking te komen voor een omgevingsvergunning moet zijn aangetoond dat: a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad; dan wel c. dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord. Op het aspect archeologie wordt ingegaan in paragraaf 4.8. Tot slot is er sprake van de (dubbel)bestemming “Waterstaat- Waterkeringen”. Gronden met deze bestemming zijn mede bestemd voor het behoud, het herstel en het beheer van de waterstaatsdoeleinden. Op grond van artikel 36.2.2. geldt dat hier geen gebouwen en overkappingen gebouwd mogen worden. Met een omgevingsvergunning kan hier van worden afgeweken mits er geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het behoud, herstel en beheer. Hieronder is de verbeelding van het geldende bestemmingsplan weergegeven.
Figuur 2 Uitsnede van de verbeelding aan het bestemmingsplan Kernen Waterland 2013.
1.4
Leeswijzer
De toelichting van dit bestemmingsplan is als volgt opgezet. In het volgende hoofdstuk volgt een beschrijving van de huidige en toekomstige situatie. Vervolgens is in het derde hoofdstuk een beschrijving van de relevante beleidskaders opgenomen. In hoofdstuk vier zijn verschillende omgevingsaspecten getoetst aan de wet- en regelgeving. Daarna is in het vijfde hoofdstuk ingegaan de op de juridische regeling van het plan. Tot slot is in hoofdstuk zes de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan aan de orde gesteld.
6
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 2 2.1
Beschrijving van het plangebied
Huidige situatie
Gebiedscontext Ilpendam is een dorp gelegen in de gemeente Waterland. Het dorp wordt gekenmerkt door veel water en groen. De oorspronkelijk dorpsstructuur bestaat uit lintbebouwing. Later is aansluitend op de lintstructuren nieuwbouw tot stand gekomen. Het plangebied is gelegen aan de Noord. De noordzijde van deze straat bestaat uit lintbebouwing, aan de zuidzijde ligt een watergang met daarachter het Burgemeester van Oorschotplantsoen. Aan de weerszijden van deze watergang staan bomen. Dit geheel geeft de Noord een groen karakter. De bestaande bouw aan de Noord bestaat uit veelal vrijstaande woningen met één of twee bouwlagen. Het perceel Op dit moment bestaat het plangebied uit braakliggend terrein. Het terrein is grotendeel begroeid. In de volgende afbeelding is het perceel en de directe omgeving weergegeven van het plangebied. Op deze afbeelding ligt het betreffende perceel aan de rechterkant.
Figuur 3 Afbeelding plangebied in de directe omgeving. Zoals eerder is genoemd, is in het huidige bestemmingsplan geen bouwvlak opgenomen in het plangebied. Om een woning te kunnen bouwen is dit noodzakelijk.
2.2
Gewenste situatie
Ruimtelijke inpassing Het bestemmingsplan is in eerste instantie bedoeld om de bouwmogelijkheid uit het voorheen geldende bestemmingsplan te herstellen. In de gewenste situatie wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de situatie zoals die was in 2004. Hierbij gaat het om een bouwvlak en uiteindelijk woning aan de linkerkant van het perceel. Daar stond de woning voorheen namelijk ook. Daarnaast wordt ook aangesloten bij de bestaande bebouwing door een woning te bouwen van één bouwlaag met kap. Voor de maatvoering van de woning wordt ook aangesloten bij het voormalige bestemmingsplan. De woning krijgt een bouwvlak van ongeveer 5,5 meter breed en 15 meter diep. De goot- en nokhoogte bedragen maximaal 3 en 6 meter. Zoals uit het vigerende bestemmingsplan blijkt, is het plangebied geschikt voor woningbouw. Het is een groene omgeving waarbij geen overlast is van eventuele bedrijven in de omgeving. Verkeer en parkeren De woning wordt ontsloten op De Noord. Deze weg gaat in zuidwestelijke richting over in de Kerkstraat en de Dorpsstraat. Daarop volgt de aansluiting op de provinciale weg N235. In de nacht bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 7
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
wordt De Noord vooral gebruikt door bestemmingsverkeer. In de planregels is een bepaling opgenomen dat parkeren op het eigen erf moet plaatsvinden.
8
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 3 3.1
Beleidskader
Rijksbeleid
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 door de minister vastgesteld. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Om de bestuurlijke drukte te beperken brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij burgers en bedrijven, laat het meer over aan gemeenten en provincies en komen de burgers en bedrijven centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsruimte voor het faciliteren van ontwikkelingen. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) stelt regels omtrent de 13 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Dit bestemmingsplan raakt geen rijksbelangen zoals deze genoemd zijn in het Barro. Conclusie rijksbeleid Het plangebied en/of de ontwikkeling raken geen van deze rijksbelangen. Het rijksbeleid staat de vaststelling van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.
3.2
Provinciaal beleid
Structuurvisie Noord-Holland 2040 Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040. In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: 'De Provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.' Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren zijn provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie. Provinciale Ruimtelijke Verordening (versie 28 september 2015) Op 28 september 2015 is de Provinciale Ruimtelijke Verordening vastgesteld. In deze verordening zijn op grond van art. 4.1 Wro regels gesteld om de bovenstaande provinciale belangen te waarborgen. In onderstaande tabel wordt het bestemmingsplan getoetst aan de relevante artikelen van de provinciale verordening (PRV). Artikel PRV
Toetsingscriterium
Artikel 9 Aanwijzing De begrenzing van het Bestaand Bestaand Bebouwd Bebouwd Gebied is aangegeven op een Gebied kaart bij de verordening. Buiten deze grens is geen nieuwe verstedelijking toegestaan
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 9
Conclusie Op basis van het bestemmingsplan Waterland Kernen 2013, is ter plaatse van het plangebied geen bebouwing mogelijk. Bij strikte interpretatie van de PRVS, valt het plangebied daarom buiten. In dit geval is ruimtelijk gezien wel sprake van bebouwd gebied; het perceel ligt midden in de bebouwde kom. Door een woning te bouwen op het perceel, wordt het woonlint opgevuld.
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 13 Nieuwe Een bestemmingsplan mag niet voorzien woningbouw in nieuwe woningbouw in landelijk gebied, tenzij er sprake is van woningbouw in het kader van regionaal afgestemde woningbouwprogramma's, nieuwe woningbouw niet kan worden gerealiseerd door herstructurering en transformatie en rekening wordt gehouden met de ruimtelijke kwaliteit (artikel 15).
Met het voorliggende plan is sprake van het opvullen van een bestaand woonlint. De situatie zoals deze eerder was, wordt hersteld.
Artikel 15 Ruimtelijke kwaliteitseis ingeval van verstedelijking in het landelijk gebied
De stedenbouwkundige situatie zoals deze eerder was, wordt door de bouw van een nieuwe woning hersteld. De woning past binnen de ordeningsprincipes en bebouwingskenmerken van dit deelgebied. Net als de bestaande woningen staat de bebouwing dwars op de weg en is er sprake van bebouwing met een verspringende rooilijn en verschillende maatvoering.
Artikel Bufferzones
Een bestemmingsplan dat voorziet in nieuwe verstedelijking in het landelijk gebied, moet inzicht bieden hoe er rekening is gehouden met: - de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap; - de ordeningsprincipes van het landschap; - de bebouwingskarakteristieken ter plaatse; - de inpassing van de nieuwe functies in de wijdere omgeving; - de bestaande kwaliteiten van het gebied als hiervoor bedoeld en de maatregelen die nodig zijn om negatieve effecten op deze kwaliteiten op te heffen in relatie tot de nieuwe functies.
24 Voor de gebieden die aangeduid zijn als Dit plan leidt niet tot verstedelijking bufferzones maakt een bestemmingsplan van de Rijksbufferzone verdere verstedelijking niet mogelijk in de vorm van nieuwe gebouwen buiten bestaand bebouwd gebied.
Artikel 30 Regionale waterkeringen
De Noord maakt deel uit van een regionale waterkering. De verordening bepaalt dat bestemmingsplannen en wijzigingsplannen moeten voorzien in de bescherming van de waterkerende functie. Ook moet de vrijwaringszone in bestemmingsplannen worden opgenomen zodat toekomstige reconstructies van de waterkeringen niet onmogelijk worden gemaakt.
De regionale waterkering is vastgelegd in het geldende bestemmingsplan. Dit plan heeft verder geen invloed op de waterkering.
Tabel 1 Toetsing aan het provinciaal beleid
3.3
Gemeentelijk beleid
Bestemmingsplan Kernen Waterland 2013 In het eerste hoofdstuk zijn de bestemmingen voor dit perceel genoemd. Het gaat hier om de bestemming “Wonen - 2”, “Waarde - Archeologie 2”en “Waterstaat - Waterkering”. Hieronder zijn nog de beleidsregels uit het bestemmingsplan genoemd die van toepassing zijn op de functie wonen. Beleidsregel mantelzorg
10
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Het gebruik van bestaande bijbehorende bouwwerken voor de huisvesting voor mantelzorg is vastgelegd in de 'Beleidsregel met betrekking tot huisvesting ten behoeve van mantelzorg in bij woningen behorende bijgebouwen in de gemeente Waterland (vastgesteld op 17 september 2009). Op basis van de beleidsregel is mantelzorg toegestaan binnen de woningen. Met een afwijking wordt mantelzorg ook in vrijstaande bijbehorende bouwwerken toegestaan (afhankelijke woonruimte). De afhankelijke woonruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bij mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk geldt als voorwaarde dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronder die van omwonenden. De beleidsregels voor mantelzorg worden in dit bestemmingsplan vertaald in een afwijkingsregeling. Beleidsregel dakterrassen Onder welke voorwaarden dakterrassen zijn toegestaan is geformuleerd in de 'Beleidsregel met betrekking tot dakterrassen bij woonhuizen' (vastgesteld op 23 juni 2009). De voorwaarden die er voor de dakterrassen gelden zijn verwerkt in dit bestemmingsplan. In de algemene bouwregels is een regeling voor dakterrassen opgenomen. De beleidsregels voor mantelzorg worden in dit bestemmingsplan in de algemene bouwregels. Regionale Woonvisie Waterland Het beleid ten aanzien van wonen in de regio Waterland is vastgelegd in de regionale Woonvisie Waterland (2003). In de visie worden de opgaven beschreven waarvoor de gemeenten staan om vraag en aanbod in de regio op elkaar af te stemmen. In de Woonvisie is aangegeven dat de gemeenten zich inspannen om de binnenstedelijke bouwopgave door middel van Intensiveren, Combineren en Transformeren (ICT) uit te voeren. Dit bouwplan past binnen dat beleidsvoornemen. Welstandsbeleid De gemeente Waterland heeft haar welstandsbeleid beschreven in de Welstandsnota Waterland 2013 (vastgesteld op 23 mei 2013). In de Welstandsnota worden algemene en gebiedsgerichte welstandscriteria onderscheiden. De algemene welstandscriteria gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling. De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt om te beoordelen hoe het bouwwerk past in zijn omgeving. (Ver)bouwplannen worden getoetst aan de Welstandsnota. Volgens artikel 2.15 van de Welstandsnota valt De Noord binnen het gebied “Lint Ilpendam”. Voor dit welstandsgebied gelden de volgende gebiedscriteria: Er moet een relatie zijn met de omgeving. 1. De architectuur moeten bijdragen aan zowel het continue beeld en sfeer van het dorp als aan de herkenbare identiteit van de individuele gebouwen 2. De kleinschalige structuur moet worden gehandhaafd. 3. Samenvoeging van panden is toegestaan, mits de ritmiek van de gevelwand wordt gehandhaafd. 4. De nokrichting dient of haaks op of parallel aan de straat te zijn. Er zijn criteria aan de massa en opbouw van het gebouw. 1. Aanpassingen moeten worden uitgevoerd conform de architectonische vormtaal van het gebouw. 2. Er moet een duidelijke onderscheid zijn tussen hoofd- en bijgebouwen. 3. Aan- en opbouwen dienen ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw. 4. Bijzondere functies mogen afwijken van de gebruikelijke massa, opbouw, materiaalgebruik en vorm. 5. De afwisseling in de goot- en/of nokhoogte moeten worden gehandhaafd. 6. Zadeldaken zijn gewenst, een plat dak of een wolfseind is niet toegestaan. 7. Gevels moeten verticaal geleed zijn; vooral gevels zichtbaar vanaf de openbare weg. Er zijn criteria aan de detaillering, het materiaal en het kleurgebruik. 1. De elementen in de gevel (deuren, ramen, etc.) dienen in een consistente houding ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de gevels als geheel te staan. 2. De detaillering van de hoofddrager en kozijnen dient zorgvuldig te zijn; hier moet een karakteristieke detaillering toegepast worden. bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 11
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
3. Gebruik in principe materiaal dat voor de dorpskern kenmerkend is, namelijk overwegend metselwerk, met deels hout voor de gevels, hout voor kozijnen en deuren en keramische pannen. 4. Het gebruik van kunststof is niet toegestaan, tenzij sprake is van houtgelijkende materialen en detailleringen. 5. Er moeten kleuren gebruikt worden die voor het gebied kenmerkend zijn. 6. Witte (lichte) steen als hoofddrager en andere witte (lichte) geveldelen zijn in principe niet toegestaan, met name niet wanneer het gebouw een relatie heeft met het open landschap. 7. balkon- en dakterrasafscheidingen dienen in principe van metaal te zijn met spijlen waardoor een grote openheid ontstaat; de kleur dient donker te zijn; het hekwerk dient ruim binnen de dakrand (boeiboord) geplaatst te worden. 8. Oeverbeschoeiingen moeten in principe worden uitgevoerd in hout en dienen zo laag mogelijk gehouden te worden; aanwezige hoogteverschillen moeten met een natuurlijk talud worden opgevangen. Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt het bouwplan getoetst aan de criteria uit de Welstandsnota.
12
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 4
Omgevingsaspecten
Bij realisatie van nieuwe ontwikkelingen dient, met het oog op de uitvoerbaarheid van het plan, te worden onderzocht of in de toekomst sprake is van een goede omgevingssituatie. Daarbij wordt getoetst aan de sectorale wet- en regelgeving op het gebied van milieu, ecologie, archeologie en water.
4.1
Geluid
Toetsingskader en beleid Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', een geluidzone. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd. Toetsing en conclusie De wegen in de omgeving van het plangebied - waaronder de Noord - maken deel uit van een 30 km/uur-zone. De N235 ligt op meer dan 200 meter afstand, waardoor het plangebied niet binnen de geluidszone van deze weg ligt. Daarnaast zijn er geen spoorwegen of grote bedrijven aanwezig in de directe omgeving van het plangebied. Het uitvoeren van akoestisch onderzoek voor dit plan is daarom niet aan de orde.
4.2
Luchtkwaliteit
Toetsingskader en beleid In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO 2) en fijnstof (PM 10 ) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging, zijn op grond van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Op grond van de Regeling Niet in betekenende mate (luchtkwaliteitseisen) zijn (onder andere) de volgende projecten vrijgesteld van toetsing: woningbouwprojecten met minder dan 1.500 woningen; kantoorlocaties met een vloeroppervlak van minder dan 100.000m 2; projecten die minder dan 3% van de grenswaarde voor stikstofdioxide of fijnstof bijdragen. Dit komt overeen met 1,2 µg/m 3. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Eén nieuwe woning trekt zeer weinig verkeer aan. Op basis van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is het plan daarom vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Overigens zijn de achtergrondconcentraties van stikstofdioxide en fijn stof zo laag, dat er wat betreft het aspect luchtkwaliteit sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
4.3
Bedrijven en milieuzonering
Toetsingskader en beleid In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 13
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
In de directe omgeving van het plangebied liggen alleen woningen (zie ook figuur 2). Er is daarom geen hinder te verwachten van bedrijven. Het aspect bedrijven en milieuzonering staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.
4.4
Externe veiligheid
Toetsingskader en beleid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR)) en het groepsrisico (GR)). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 als grenswaarde. Dit betekent dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, geldt deze norm als streefwaarde. Het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Ten aanzien van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de GR-contour moet een bestuurlijke verantwoording plaatsvinden. De verantwoording bevat de volgende elementen: de personendichtheid; de hoogte van het groepsrisico; maatregelen ter beperking van het groepsrisico; de voor- en nadelen van alternatieve locaties; de mogelijkheden voor bestrijding van calamiteiten; de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan In de directe omgeving van het plangebied zijn geen risico's aangegeven voor de externe veiligheid. Ook op de N235 die langs het dorp Ilpendam ligt, is geen risico aangegeven voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De externe veiligheid speelt geen rol bij de vaststelling van dit bestemmingsplan.
4.5
Ecologie
Toetsingskader en beleid Bij elk ruimtelijk plan moet, met het oog op beschermwaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Indien ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het 'nee, tenzij-principe'. Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan
14
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Gebiedsbescherming Het Natura 2000-gebied Ilperveld, Oostzanerveld, Varkensland & Twiske ligt op 1 kilometer afstand ten westen van het perceel. De Ecologische Hoofdstructuur ligt op circa 800 meter ten zuiden van het plangebied. Gelet op de beperkte aard van het bouwplan en de afstand tot nabijgelegen natuurgebieden, zijn geen effecten aan de orde. Soortenbescherming Het bouwplan leidt niet tot het slopen van gebouwen, het dempen van sloten of het kappen van bomen. De beoogde woning wordt teruggebouwd op de plek waar eerder een woning heeft gestaan. Daarmee is aantasting van beschermde soorten uitgesloten.
4.6
Water
Toetsingskader en beleid Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte 'watertoets'. De watertoets kan worden gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het onderhavige plangebied ligt in het beheersgebied van Hollands Noorderkwartier. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Ter invulling van de watertoets is het bestemmingsplan aangemeld via www.dewatertoets.nl. Na het doorlopen van een aantal standaardvragen is gebleken dat voor het plan de normale procedure moet worden doorlopen. De ingevulde standaardvragen en de daarmee automatisch gegenereerde uitgangspuntennotitie, zijn als bijlagen bij de toelichting opgenomen. Het Hoogheemraadschap heeft ook op het plan gereageerd in het kader van het wettelijk vooroverleg (artikel 3.1.1. Bro). Gevolgen voor de waterhuishouding Het beoogde voornemen heeft in beginsel beperkte gevolgen voor de waterhuishouding. De beoogde woning wordt teruggebouwd op de plek waar eerder een woning heeft gestaan en waar nog een fundering ligt. Het verhard oppervlak neemt toe met circa 100 m 2. Deze toename hoeft volgens het beleid van het waterschap niet te worden gecompenseerd. Als uitgangspunt voor de bebouwing geldt dat het hemelwater zo veel mogelijk wordt afgekoppeld en dat geen uitloogbare (dak)materialen worden gebruikt. Deze aspecten worden betrokken bij de verlening van een omgevingsvergunning. Het plangebied grenst aan een regionale waterkering. Het bouwplan leidt niet tot aanpassing van deze kering. Wel is er voor gekozen om de bebouwing verder naar achter te bouwen dan voorzien was in het voorontwerpbestemmingsplan. Doordat De Noord een waterkering is, moet het afstromende regenwater worden geloosd op de waterloop aan de achterzijde van het perceel. Het Hoogheemraadschap adviseert het vloerpeil van de woning voldoende hoog aan te leggen zodat de woning in de toekomst geen hinder ondervindt van aanpassingen aan de waterkering of wateroverlast. Dit advies wordt opgevolgd bij het indienen van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
4.7
Bodem
Toetsingskader en beleid Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, dient in geval van ruimtelijke ontwikkelingen te worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. Toetsing en uitgangspunten bestemmingsplan Voor zover bekend hebben op het perceel geen verontreinigende activiteiten plaatsgevonden. In het bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 15
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
recente verleden is de plek gebruikt voor bewoning. In het kader van de aanvraag om omgevingsvergunning wordt nog een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Daarmee kan worden uitgesloten dat er sprake is van bodemverontreiniging. Het aspect bodem staat de vaststelling van het bestemmingsplan dan ook niet in de weg.
4.8
Archeologie en cultuurhistorie
Toetsingskader en beleid Ter implementatie van het Verdrag van Malta, is de Monumentenwet gewijzigd. De kern van Monumentenwet is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald. Het archeologisch beleid van de gemeente Waterland is vastgelegd in de 'Archeologienota Waterland 2011'. In de Archeologienota worden archeologische monumenten en vijf categorieën met archeologische verwachtingswaarden onderscheiden. Deze categorieën zijn weergegeven op een beleidskaart. Deze beleidskaart is opgesteld op basis van de kennis die de afgelopen jaren is verkregen bij diverse archeologische onderzoeken en op basis van de kennis over de ontstaansgeschiedenis van het gebied. Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening moet in ruimtelijk plannen een verantwoording opgenomen ten aanzien van cultuurhistorische waarden ter plaatse. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Archeologie Het plangebied ligt in een zone met een vrij hoge archeologische verwachtingswaarde. In deze zone moet voor bodemingrepen groter dan 100 m 2 en dieper dan 35 cm archeologisch veldonderzoek worden uitgevoerd. Het bouwplan bestaat in dit geval uit het terugbouwen van een woning op de plaats van een vroegere woning. Er is daarom geen sprake van nieuwe bodemverstoring. Het uitvoeren van archeologisch veldonderzoek wordt voor dit plan dan ook niet nodig geacht. Cultuurhistorie Het perceel is gelegen in het oorspronkelijke dorpslint van Ilpendam. Qua omvang, bouw- en goothoogte voegt het bouwplan zich in de omgeving. De herkenbaarheid van de lintstructuur wordt door het plan niet aangetast.
16
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 5 5.1
Algemeen
5.1.1
Digitalisering
Juridische Planbeschrijving
In de Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat alle bestemmingsplannen digitaal moeten worden ontsloten. Bij het teken van de digitale plankaart (verbeelding) is gebruik gemaakt van een actuele ondergrond van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) van 9 april 2015. 5.1.2
O pbouw van de bestemmingen
In dit hoofdstuk zijn de verschillende bestemmingen toegelicht. Alle bestemmingen starten met een toelichting waarin een bestemmingsomschrijving wordt weergegeven en waarin kort wordt ingegaan op de specifieke bouw- en gebruiksregels. Daarnaast wordt ingegaan op de afwijkingsregels en de wijzigingsregels. In de planregels zijn alle bestemmingen als volgt opgebouwd. Bestemmingsomschrijving Hierin staat beschreven voor welke functie(s) de gronden mogen worden ingericht, gebruikt en hoe de onderlinge rangorde van functies is. Met aanduidingen wordt op enkele specifieke locaties extra functiemogelijkheden geboden. Bouwregels Hierin is aangegeven welke gebouwen en andere bouwwerken zijn toegestaan en welke maatvoering daarbij aangehouden moet worden. Specifieke gebruiksregels Gronden en gebouwen worden gebruikt passend bij de bestemming. Wanneer nodig worden bepaalde gebruiksvormen uitgesloten. In enkele gevallen zijn objectieve grenzen opgenomen voor functies, zoals oppervlaktematen, hoogtes en dergelijke. Afwijking van de bouw- en gebruiksregels In het bestemmingsplan is voor een aantal omstandigheden de mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de bouw- en gebruiksregels. Hierdoor krijgt het college de benodigde flexibiliteit af te wijken voor bepaalde, voorzienbare situaties. Van geval tot geval wordt daarvoor door het bevoegd gezag een afweging gemaakt. Indien van toepassing wordt advies ingewonnen van de waterbeheerder, leidingbeheerder, wegbeheerder en dergelijke. Er zijn ook gebruiksvormen die beleidsmatig wel mogelijk zijn, maar die vanwege de benodigde afweging onder een afwijking zijn gebracht. Deze zogenoemde binnenplanse afwijkingen wordt (door middel van een omgevingsvergunning) slechts verleend na een zorgvuldige afweging van waarden en functies in de bestemmingen. Vergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden Voor een aantal werken en werkzaamheden geldt een vergunningplicht voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde. Het gaat daarbij om werken en werkzaamheden die structureel ingrijpen in de aard van de gegeven bestemming. Dat betekent dat deze pas mogen worden uitgevoerd, nadat een omgevingsvergunning is verkregen. Hierbij vindt een afweging van belangen naar evenredigheid plaats. Als het gaat om activiteiten die behoren tot het normale onderhoud, normaal beheer of het normaal gebruik, is geen vergunning vereist. Bij de toelaatbaarheid van activiteiten wordt vanuit het evenredigheidsbeginsel een belangenafweging gemaakt tussen het belang van de functies van waaruit de vergunning wordt aangevraagd en de specifieke waarden die ter plaatse aanwezig zijn.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 17
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
5.1.3
O vergangsbepaling
Het overgangsrecht is gericht op bouwwerken die met een vergunning of een melding zijn gebouwd, of een gebruik dat ooit is toegestaan, maar dat nu, vanwege een bestemmings- of beleidswijziging onder het overgangsrecht is gebracht. Ook tientallen jaren aanwezige bouwwerken, die niet met een vergunning zijn gebouwd, of langdurig aanwezig gebruik wordt met het overgangsrecht beschermd. Het overgangsrecht is gericht op het uiteindelijk verdwijnen van deze bouwwerken of de beëindiging van het gebruik ervan, zodat de situatie in overeenstemming raakt met de gegeven bestemming. In beginsel mogen de bouwwerken die onder het overgangsrecht vallen, slechts in ondergeschikte mate gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd. Het is niet mogelijk om hiermee geheel of in stappen tot een nieuw bouwwerk te komen. 5.1.4
Algemene toetsingscriteria
In de regels wordt verwezen naar algemene toetsingscriteria. Dit speelt ten aanzien van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Hieronder volgt een toelichting op deze criteria. Het bebouwingsbeeld Er moet worden gestreefd naar een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend bebouwingsbeeld. Dit betekent dat bij bebouwing wordt gestreefd naar: een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte; een goede bouwhoogte- / breedteverhouding tussen de bebouwing onderling; een samenhang in bouwvorm / architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar is georiënteerd. De woonsituatie Er moet rekening worden gehouden met het in stand houden en garanderen van een redelijke lichttoetreding, een redelijk uitzicht, de aanwezigheid van voldoende privacy en een goed woon- en leefmilieu. De verkeersveiligheid Verkeersveiligheid staat onder druk door de toename van (zwaarder) verkeer op de kleinere wegen. Deze wegen worden ook gebruikt voor toeristisch verkeer. Bij functies waarbij het verkeer toeneemt, moet een zorgvuldige afweging plaatsvinden. In een verkeersveilige situatie worden vrije uitzichthoeken bij kruisingen van wegen en uitritten gegarandeerd. De milieusituatie Hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking moet worden voorkomen. Bij de situering en omvang van milieubelastende functies moet erop worden gelet dat bestaande milieugevoelige functies niet in het functioneren worden beperkt. Omgekeerd moet er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op worden gelet dat bestaande milieubelastende functies niet in het functioneren worden beperkt. Voor de afweging worden de afstanden van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) gehanteerd. De gebruiksmogelijkheden In principe moeten gronden en gebouwen worden gebruikt in overeenstemming met de bestemming. Bij een nieuw gebruik moet altijd worden getoetst aan het huidige gebruik van de aangrenzende bestemmingen. Het aangrenzend gebruik mag niet onevenredig worden gehinderd door het nieuwe gebruik.
18
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
5.2
Toelichting op de bestemmingen
5.2.1
Wonen - 2
Toelichting op de bestemming De betreffende woning is bestemd als 'Wonen - 2'. Voor deze bestemming is gekozen, omdat deze aansluit op de bestemming 'Wonen -' die van toepassing is op de lintbebouwing in het bestemmingsplan Kernen Waterland 2013. De bestemming is van toepassing op de woonhuizen met de bijbehorende bouwwerken, tuinen, erven en terreinen. Binnen de bebouwingsbepalingen voor deze bestemming is onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken. Het hoofdgebouw is het belangrijkste bouwwerk op het perceel, niet alleen qua bestemming maar ook qua bouwmassa. Voor de maatvoering van het hoofdgebouw wordt aangesloten bij de bebouwing die in 2004 aanwezig was. Bijbehorende bouwwerken kunnen gebouwen zijn die zowel functioneel als ruimtelijk ondergeschikt zijn aan en ten dienste staan van het hoofdgebouw, zoals een garage, berging, en dergelijke. Deze bijbehorende bouwwerken kunnen zowel vrijstaand als aangebouwd worden gerealiseerd. Daarbij zijn er bijbehorende bouwwerken die ruimtelijk ondergeschikt zijn, maar functioneel deel uitmaken van het hoofdgebouw, zoals een uitbreiding van de woonkamer of een serre. De ondergeschiktheid manifesteert zich uitsluitend in ruimtelijke zin, bijvoorbeeld door een lagere nokhoogte, een terugrooiing en dergelijke. De oppervlakte van bijbehorende bouwwerken dat aan het hoofdgebouw is aangebouwd, mag niet groter zijn dan het oorspronkelijke hoofdgebouw zelf. In de gevallen waar nog bouwruimte voor bijbehorende bouwwerken resteert, moet de bouwruimte vrijstaand van het hoofdgebouw worden gerealiseerd. Daarnaast is er nog een restcategorie van bouwwerken dat niet een hoofdgebouw of een bijbehorend bouwwerk is. Dit zijn de zogenaamde andere bouwwerken, zoals een schutting of een vlaggenmast. Om de doorzichten tussen woningen te behouden zijn voor de hoofdgebouwen bouwvlakken op de verbeelding opgenomen. De bestaande oppervlakte van de woonhuizen is vastgelegd middels een bouwvlak. Bijbehorende bouwwerken kunnen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Er wordt uitgegaan van de bouw van een woning in één bouwlaag met kap. De maximale goot- en bouwhoogte die hiervoor geldt is op de verbeelding aangegeven. In de regels is de maatvoering van de kap vertaald. De woonfunctie mag bij recht gecombineerd worden met beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mantelzorg en kleinschalig toeristisch overnachten toegestaan. Hiervoor mag maximaal 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning worden gebruikt. Bij beroepsuitoefening aan huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt bij de brutovloeroppervlakte ook de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken meegerekend. Daarnaast is op het perceel een rustpunt toegestaan. In de algemene bouwregels is een regeling voor dakterrassen opgenomen. Afwijkingsregels Kleinschalig toeristisch overnachten Voor kleinschalig toeristisch overnachten, kan bij afwijking een grotere oppervlakte worden gebruikt dan bij recht het geval is. De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid mag ten hoogste 50% van de brutovloeroppervlakte bedragen met een maximum van 100 m². De grotere oppervlakte voor kleinschalig toeristisch overnachten, mag niet leiden tot een onevenredige parkeerdruk op de omgeving. Mantelzorg Mantelzorg kan bij afwijking ook plaatsvinden in een bijbehorend bouwwerk; een afhankelijke woonruimte. Die ruimte mag maximaal 60 m 2 bedragen. Bij mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 19
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
geldt als voorwaarde dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen van derden waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven. Ook mag er geen sprake zijn van een onevenredige parkeerdruk op de omgeving. Hoofdgebouw buiten het bouwvlak Bij afwijking kunnen hoofdgebouwen ook deels buiten het bouwvlak worden gebouwd. De oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw mag niet meer dan 30% van de oppervlakte van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw zijn. Verder geldt als voorwaarde dat de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken niet meer dan 40% van het achtererf bedragen. Daarnaast blijven de reguliere regels van bijbehorende bouwwerken (hoofdgebouwen met meer dan één bouwlaag maximaal 40% tot een maximum van 50 m 2, hoofdgebouwen met één bouwlaag maximaal 40% tot een maximum van 100 m 2) van toepassing. 5.2.2
Waarde - Archeologie 2
Toelichting op de bestemming Ter bescherming van archeologische waarden zijn dubbelbestemmingen opgenomen. De gronden binnen deze dubbelbestemmingen zijn mede bestemd ter behoud van de aanwezige archeologische waarden. Hiervoor is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' opgenomen. In de Archeologienota Waterland 2011 zijn verschillende zones opgenomen. Per zone is aangegeven vanaf welke oppervlakte en diepte een omgevingsvergunning nodig is voor werkzaamheden die de bodem kunnen verstoren. Bij ingrepen kleiner dan de genoemde oppervlakte en diepte is geen omgevingsvergunning noodzakelijk. Binnen het plangebied komt één archeologiegebied voor. In paragraaf 4.8 is dit gebied toegelicht. Archeologisch onderzoek moet uitgevoerd worden door een gecertificeerd archeologisch onderzoeksbedrijf. Daarmee wordt gewaarborgd dat het onderzoek volgens de KNA-richtlijnen (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) wordt uitgevoerd. Wijzigingsregels Als met archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologisch waarden aanwezig zijn, kan met een wijzigingsprocedure de dubbelbestemming worden verwijderd. 5.2.3
Waterstaat - Waterkering
Het deel van de waterkering dat op het onderhavige plangebied betrekking heeft, valt onder een genormeerde waterkering en wordt alleen getoetst aan de waterhuishoudkundige belangen en cultuurhistorische belangen. Op deze gronden is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' van toepassing.
20
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 6 6.1
Uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient ten aanzien van een bestemmingsplanprocedure vroegtijdig overleg plaats te vinden met de betrokken adviespartners en overheden. Daarnaast wordt, overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening, het voorontwerpbestemmingsplan voor eenieder ter inzage gelegd. Eventuele inspraak- en overlegreacties worden verwerkt tijdens de voorbereiding van het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpplan wordt vervolgens gedurende 6 weken ter inzage gelegd, waarbij eenieder in de gelegenheid wordt gebracht zienswijzen in te dienen. Er zijn geen zienswijzen gekomen. Zienswijzen worden beoordeeld en al dan niet verwerkt in het bestemmingsplan. Het plan wordt uiteindelijk door de gemeenteraad (al dan niet gewijzigd) vastgesteld.
6.2
Grondexploitatie
Normstelling en beleid Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken, planschade en kosten voor het opstellen van een bestemmingsplan. Indien sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente in beginsel een exploitatieplan vast te stellen. Hier kan van worden afgezien als voornoemde kosten 'anderszins verzekerd' zijn en het stellen van eisen met betrekking tot kwaliteit en fasering niet noodzakelijk wordt geacht. Toetsing en conclusie In dit bestemmingsplan wordt de realisatie van een woonhuis mogelijk gemaakt. Deze ontwikkeling wordt aangemerkt als een bouwplan in de zin van het Bro. Tussen de initiatiefnemers en de gemeente zal een overeenkomst worden gesloten waarin het verhaal van overige kosten, zoals eventuele planschade, privaatrechtelijk geregeld is. Doordat het kostenverhaal 'anderszins' geregeld is en er geen locatie-eisen of eisen aan de fasering hoeven te worden gesteld, wordt de gemeenteraad voorgesteld geen exploitatieplan vast te stellen.
6.3
Economische uitvoerbaarheid
Het plan betreft een particulier initiatief. De initiatiefnemer kan voldoende financiële middelen genereren om de bouw van één woning mogelijk te maken. Daarmee is de financiële uitvoerbaarheid voldoende aangetoond.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 21
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 7 7.1
Inspraak en overleg
Inspraak en vooroverleg
Het voorontwerpbestemmingsplan 'Ilpendam - De Noord 24' heeft met ingang van 16 januari 2015 tot gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Daarnaast zijn verschillende instanties om een reactie gevraagd. In een reactienota zijn alle inspraak en overlegreacties samengevat en voorzien van een reactie van de gemeente (zie bijlage 2).
7.2
Aanpassingen naar aanleiding van inspraak en overleg
Naar aanleiding van het overleg met verschillende partijen en ingediende inspraak is besloten de volgende aanpassing in het ontwerpbestemmingsplan door te voeren Een toetsing aan de artikelen 9, 13 en 15 van de Provinciale Ruimtelijke verordening opgenomen.
22
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 8
Zienswijzen amtshalve wijzigingen en vaststelling
Het ontwerpbestemmingsplan 'Ilpendam - De Noord 24' heeft overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) met ingang van 31 juli 2015 gedurende 6 weken voor een ieder ter visie gelegen. Het plan kon digitaal worden geraadpleegd op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl en op de gemeentelijke website. Daarnaast lag het plan ter inzage op het gemeentehuis. Tijdens de zienswijzenperiode is zijn geen zienswijze op het bestemmingsplan ingediend. Ambtshalve wijzigingen Ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan worden voor bij de vaststelling van het bestemmingsplan drie ambtshalve aanpassingen voorgesteld: er wordt een bouwregel toegevoegd waarmee bij het aanvragen van een omgevingsvergunning wordt getoetst aan de actuele CROW-parkeernorm; dezelfde 'parkeertoets' (toetsing aan de actuele CROW-parkeernorm) wordt toegevoegd aan de afwijkingbevoegdheid van de bouwregels. Daarmee wordt voorkomen dat bij een uitbreiding van het hoofdgebouw onvoldoende parkeerruimte op het erf beschikbaar blijft; de afwijkingsregeling ten behoeve van mantelzorg komt te vervallen, omdat deze mogelijkheid door het in werking treden van nieuwe regelgeving vergunningsvrij is geworden. Vaststelling De gemeenteraad is bevoegd om het bestemmingsplan vast te stellen. Daarbij betrekt ze de voorgestelde ambtshalve wijzigingen.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 23
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
24
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 25
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Bijlage 1
26
Watertoets
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
datum 20-11-2014 dossiercode 20141120-12-9962 Project: Bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24 Gemeente: Waterland Aanvrager: Evert Stellingwerf Organisatie: Rho adviseurs
Geachte heer/mevrouw Evert Stellingwerf, Voor het plan Bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24 heeft u advies aangevraagd in het kader van de watertoets op www.dewatertoets.nl. Met de gegevens die u heeft opgegeven is bepaald dat bepaalde aspecten van het plan een zodanige invloed hebben op de belangen van het hoogheemraadschap dat de normale procedure moet worden gevolgd. Dit betekent dat wij in overleg met u willen bespreken hoe in uw plan rekening kan worden gehouden deze waterhuishoudkundige belangen. Om het watertoetsproces zo vlot mogelijk te laten verlopen, sturen wij u als bijlage een automatisch gegenereerd concept wateradvies. Dit conceptadvies is in twee delen opgesplitst. In het eerste deel van het conceptadvies geven wij aan over welke onderwerpen nader overleg met het hoogheemraadschap noodzakelijk is. Het tweede deel van het conceptadvies bevat de onderwerpen die slechts een beperkte invloed hebben op de belangen van het hoogheemraadschap en die ondervangen kunnen worden met standaard maatregelen. Dit tweede deel van het advies kunt u gebruiken om alvast een eerste aanzet te geven tot de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwing. Wij nemen binnen drie weken contact met u op om nadere afspraken te maken en advies te geven over de nog openstaande waterbelangen. Als u eerder een afspraak wilt maken, dan kunt u contact met ons opnemen via ons algemene nummer 072 582 8282 en vragen naar de contactpersoon voor de gemeente waarin uw plan zich bevindt. Naast het bijgevoegde conceptadvies kunt u op onze website meer informatie vinden over de watertoets in het algemeen: http://www.hhnk.nl/digitale_balie/inwoners/inwoners/watertoets_0. LET OP: Het (concept)wateradvies is geen aanvraag voor een Watervergunning. Onze conclusie en wateradvies mogen alleen gebruikt worden tijdens de (ruimtelijke) planvormingfase. U dient zelf na te gaan welke vergunningen nodig zijn om het plan te realiseren. Bij het hoogheemraadschap dient u wellicht een Watervergunning aan te vragen of een melding te doen. Meer informatie over de Watervergunning vindt u op http://www.hhnk.nl/digitale_balie/formulieren/formulieren/vergunningen. Met vriendelijke groet, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Postbus 250 1700 AG HEERHUGOWAARD T 072 582 8282 F 072 582 7010 E
[email protected] W www.hhnk.nl
CONCEPT Wateradvies Via de Digitale Watertoets (www.dewatertoets.nl) heeft u Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier gevraagd een reactie te geven op het plan Bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24. Uit de ingediende gegevens is gebleken dat er voor één of meerdere wateraspecten nader overleg noodzakelijk is met het hoogheemraadschap. Deze aspecten benoemen wij in het eerste deel van dit concept wateradvies. In het tweede deel komen de onderwerpen aan bod die slechts een beperkte invloed hebben op de belangen van het hoogheemraadschap en die hierdoor ondervangen kunnen worden met standaard maatregelen. Dit deel van het advies kunt u gebruiken om alvast een eerste aanzet te geven tot de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwing van uw plan. DEEL I
datum 20-11-2014 dossiercode 20141120-12-9962 Gegevens aanvrager: Evert Stellingwerf Rho adviseurs Postbus 81 9062 ZJ Oenkerk 058-2564070
[email protected] Gegevens project: Bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24 De Noord 24 1452PT Ilpendam Gegevens plangebied: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? ja Het beperkingsgebied wat geraakt is, betreft:
- Zonering regionale waterkering - Zonering primaire waterlopen Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Waterland Basisvragen: Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee Vervolgvragen: Neemt in het plan het verharde oppervlak van verharding en bestrating toe met meer dan 2000 m2? nee Maakt het plan deel uit van een groter plan dat in ontwikkeling is of wordt genomen? nee Heeft het plan een tijdelijke of permanente verandering van het oppervlaktewaterpeil tot gevolg? nee Is er in of rondom het plangebied sprake van (grond)wateroverlast? (Vraag andere partijen (particulieren) als u het antwoord niet weet) nee
Betreft het plan een algehele herziening van een bestemmingsplan, een structuurvisie, masterplan, herstructureringsplan, tracébesluit, landinrichtingsplan of grootschalige wegreconstructie? nee Aanvullende vragen (normale procedure) Neemt door het plan de hoeveelheid verharding toe met een hoeveelheid tussen de 800 en 2000 m2? nee Hieronder kunt u in m2 aangeven met welke hoeveelheid de verharding toeneemt. Indien er geen toename is, vult u 0 in. circa 100 m2 (één woning + verharding) m2 Hoe wordt in het plan het afvalwater en het hemelwater behandeld? Vinden er activiteiten plaats op het verharde oppervlak waardoor waardoor verontreinigingen kunnen afspoelen en het oppervlaktewater mogelijk belast wordt? nee Is er in of grenzend aan het plangebied oppervlaktewater aanwezig? nee Worden er in het plan wijzigingen in het oppervlaktewatersysteem aangebracht of vinden er werkzaamheden plaats binnen 5 meter van een waterloop? ja Is er sprake van een tijdelijke of permanente grondwateronttrekking en/of -lozing? nee
Afbeelding plangebied en eventueel geraakte kaartlagen
De WaterToets 2014
Hieronder vindt u de aspecten waarover nader contact met het hoogheemraadschap noodzakelijk is: Het ingetekende plangebied heeft de volgende zoneringen (kaartlagen) geraakt: - Zonering regionale waterkering - Zonering primaire waterlopen Wij nemen binnen drie weken contact met u op om nadere afspraken te maken en te komen tot advies over bovenstaande waterbelangen. DEEL II Dit tweede deel van het advies kunt u direct gebruiken om een aanzet te maken voor de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwing. De watertoets is een procesinstrument dat is verankerd in de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO), het Besluit Ruimtelijke Ordening (BRO) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) 2011. De bedoeling van het instrument is om wateraspecten van meet af aan mee te nemen bij ruimtelijke plannen en besluiten. Het gaat hierbij om zes thema's: waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkeringen, wegen, afvalwaterketen en beheer & onderhoud van nieuw en bestaand oppervlaktewater. Beleid Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Met ingang van 22 december 2009 is het Waterbeheerplan 2010-2015 'Van veilige dijken tot schoon water' bepalend voor het waterbeleid binnen ons beheersgebied. Dit plan beschrijft het waterbeheer en vormt de basis voor de watertaken die het waterschap heeft: waterkeringen, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen. Daarnaast beschikt het Hoogheemraadschap over een verordening: de Keur 2009. Hierin staan de geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. Voor het uitvoeren van werkzaamheden kan een vergunning nodig zijn. De werkzaamheden in of nabij de watergangen en waterkeringen worden getoetst aan de beleidsregels die u op onze website kunt vinden (http://www.hhnk.nl/achtergrondinfo/wet-_regelgeving/wet-_regelgeving/regelgeving/water_dijken_en/keur). Verharding en compenserende maatregelen Uit uw gegevens blijkt dat er geen / slechts in zeer beperkte mate sprake is van een toename van de verharding. Omdat dit een dermate klein gevolg heeft voor de waterhuishoudkundige situatie hoeven er geen compenserende maatregelen uitgevoerd te worden. Waterkwaliteit en riolering U heeft aangegeven dat er binnen het plan geen sprake is van activiteiten die als gevolg kunnen hebben dat vervuild hemelwater naar het oppervlaktewater afstroomt. Het hemelwater kan dus als schoon worden beschouwd. Het is daarom niet doelmatig om het af te voeren naar de rioolwaterzuiveringsinrichting (rwzi). Dit betekent dat we voor de nieuwe ontwikkeling adviseren om een gescheiden stelsel aan te leggen. Wij adviseren om met het oog op de waterkwaliteit het gebruik van uitloogbare materialen zoals koper, lood en zink zoveel mogelijk te voorkomen. Tot Slot De initiatiefnemer van het plan is zelf verantwoordelijk voor de regeling, financiering en de realisatie van alle maatregelen die voortvloeien uit het plan. Mocht de inhoud van het plan wijzigen, dan verzoeken wij u vriendelijk ons een geactualiseerde versie toe te sturen. Ook ontvangen wij graag een exemplaar van het definitieve en goedgekeurde plan. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mochten er desondanks vragen zijn, dan kunt u contact opnemen via 072 - 582 8282 en vragen naar de contactpersoon voor uw gemeente. De WaterToets 2014
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Bijlage 2
32
Reactienota inspraak en overleg
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
Bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24 Reactienota Inspraak en overleg
1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding voor deze reactienota Om een woningbouwmogelijkheid uit een voormalig bestemmingsplan terug te brengen, wordt voor het perceel Ilpendam, de Noord 24 een bestemmingsplanprocedure doorlopen. Om omwonenden en belangenorganisaties vroegtijdig en op informele wijze bij de planvorming te betrekken, is een voorontwerpversie van het bestemmingsplan ter inzage gelegd. Het voorontwerpbestemmingsplan is met ingang van 15 januari 2015 zes weken ter inzage gelegd. Er is één inspraakreactie ingediend. In het kader van het bestuurlijk vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, is het voorontwerpbestemmingsplan verzonden aan een aantal vaste advies- en overlegpartners. Er zijn overlegreacties ingediend door de volgende instanties: • Provincie Noord-Holland; • Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier; • Veiligheidsregio/Brandweer Zaanstreek-Waterland; • Rijkswaterstaat West-Nederland Noord (WNN); • Milieudienst Waterland (onderdeel van Omgevingsdienst IJmond). 1. 2. Leeswijzer In deze reactienota zijn de inspraakreacties samengevat en door het college van burgemeester en wethouders voorzien van een reactie. In hoofdstuk 2 worden de overlegreacties behandeld. In hoofdstuk 3 worden de binnengekomen inspraakreactie behandeld. In hoofdstuk 4 worden de aanpassingen in het bestemmingsplan samengevat. De overlegreacties zelf zullen als aparte bijlage bij het bestemmingsplan worden opgenomen. De inspraakreactie wordt om privacy redenen niet opgenomen. 1. 3. Vervolgprocedure De reactienota inspraak en de reactienota overleg worden samen met een aangepast ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd, nadat deze door het college en de gemeenteraad zijn vastgesteld. Overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Daarbij hebben belanghebbenden de mogelijkheid hun zienswijze kenbaar te maken. 2. OVERLEG In dit hoofdstuk wordt door de gemeente gereageerd op de toegestuurde overlegreacties van de volgende instanties: - Provincie Noord-Holland; - Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier; - Veiligheidsregio/Brandweer Zaanstreek-Waterland; - Rijkswaterstaat West-Nederland Noord (WNN); - Milieudienst Waterland (onderdeel van Omgevingsdienst IJmond). 2. 1. Provincie Noord-Holland Opmerking 1 De provincie constateert dat het Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) in dit plan wordt beschreven aan de hand van de BBG-kaart van de verordening. De tekst in artikel 9 is leidend ten opzichte van deze kaart. Op basis van de tekst in het artikel valt dit plan niet binnen omschrijving BBG. Reactie gemeente De provincie refereert naar artikel 9 van de verordening. Alle gronden waarop (op het moment van inwerkingtreding van de verordening) geen woon- of bedrijfsbebouwing was toegelaten op basis van het geldende bestemmingsplan. Door in het geldende bestemmingsplan geen bouwvlak is opgenomen, ligt de
nieuw te bouwen strikt genomen buiten Bestaand Bebouwd Gebied. Toch valt het plangebied ruimtelijk gezien binnen de bebouwde kom. Het perceel ligt in een bestaande woonlint, niet in het landelijk gebied. Bovendien was op deze plek eerder een woning aanwezig. Daarnaast had het perceel al de bestemming ‘Wonen’, waarbij alleen het bouwvlak (abusievelijk) ontbrak. Door een woning in het plangebied te bouwen, wordt het woonlint stedenbouwkundig verbeterd. De situatie is dan weer hersteld zoals dit eerder was. Bebouwing buiten Bestaand Bebouwd Gebied wordt op deze plek dus wenselijk geacht. Wel wordt de motivering in de toelichting van het plan aangepast. Aanpassing van het bestemmingsplan Aanpassen motivering bij artikel 9 van de verordening in de toelichting. Opmerking 2 Deze opmerking sluit aan op de eerste opmerking. Er wordt in de toelichting niet ingegaan op de toetsing aan de artikelen 13 en 15. In deze artikelen staat dat geen nieuwe woningbouw in het landelijk gebied is toegestaan, tenzij wordt voldaan aan deze beide artikelen. Reactie gemeente Zoals uit de beantwoording van de opmerking 1 blijkt, ligt het plangebied ruimtelijk gezien binnen de bebouwde kom. Planologisch gezien werd er rekening gehouden met de woonbestemming. De situatie zoals deze eerder was, wordt door de bouw van een nieuwe woning hersteld. De bouw van een woning sluit goed aan bij de ordeningsprincipes en bebouwingsbeeld van de lintbebouwing. Aanpassing van het bestemmingsplan In de toelichting wordt een toetsing aan artikel 13 en 15 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening opgenomen. 2. 2. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Opmerking 1 Het Hoogheemraadschap merkt op dat voldoende ruimte langs de kruin van de regionale waterkering vrijgehouden moet worden. Ontheffing voor bouwwerkzaamheden binnen de dubbelbestemming ‘Waterstaat - waterkering’ is mogelijk mits, wanneer de bebouwing zich achter de bestaande gemiddelde gevellijn bevinden. Het Hoogheemraadschap heeft aangegeven dat de afstand van de voorgevel tot aan de weg minimaal 4,50 meter moet zijn. Reactie gemeente De gemeente heeft besloten om deze reactie naast zich neer te leggen om de volgende reden: Vanaf 1885 tot 2004 heeft op het perceel een woning gestaan op dezelfde plek. In 2004 is de woning vanwege de slechte staat gesloopt met de intentie om te herbouwen. Door omstandigheden is het niet mogelijk geweest om de sloop direct op te volgen met herbouw. Bij de inventarisatie voor de actualisering van de bestemmingsplannen is geconstateerd dat er ter plaatse ‘feitelijk’ geen woning aanwezig is. Daarom heeft het perceel in het bestemmingsplan Waterland Kernen 2013 de bestemming Wonen gekregen zonder dat er een bouwvlak is opgenomen. In het vorige bestemmingsplan Ilpendam 2002 was het bouwvlak en daarmee het bouwrecht wel aanwezig. De woning is in het nieuwe bestemmingsplan ‘ten onrechte’ weg bestemd terwijl het nooit de bedoeling is geweest om de woning weg te bestemmen. Het bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24 beoogd deze fout te herstellen en de situatie terug te brengen zoals aanwezig voor het vaststellen van het bestemmingsplan ‘Kernen Waterland 2013’. Aanpassing van het bestemmingsplan Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Opmerking 2 Doordat de Noord een waterkering is dient het afstromende regenwater te worden geloosd op de waterloop aan de achterzijde van het perceel. Het Hoogheemraadschap adviseert met het vloerpeil van de
woning voldoende hoog te gaan zitten zodat de woning naar de toekomst toe geen hinder ondervindt van aanpassingen aan de waterkering of wateroverlast. Reactie gemeente De gemeente neemt deze opmerking ter kennisgeving aan. Aanpassing van het bestemmingsplan De opmerking heeft geen gevolgen voor de inhoud van het bestemmingsplan. 2. 3. Veiligheidsregio/Brandweer Zaanstreek-Waterland Opmerking 1 Het perceel de Noord 24 te Ilpendam valt binnen de grenzen van het bestemmingsplangebied ‘Kernen Waterland 2013’. VrZW heeft over dit bestemmingsplan al geadviseerd. Voor het voorontwerpbestemming De Noord 24, heeft VrZW daarom geen apart extern veiligheidsadvies opgesteld. Het eerder opgestelde advies, heeft geen gevolgen voor de locatie aan de Noord, maar ziet op de N235 en het daarmee parallel lopende Noord-Hollands Kanaal. Reactie gemeente De gemeente heeft het advies voor het bestemmingsplan ‘Kernen Waterland 2013’ ter kennis genomen. Aanpassing van het bestemmingsplan Het externe veiligheidsadvies brengt geen inhoudelijke aanpassing van het bestemmingsplan met zich mee. 2. 4. Rijkswaterstaat West-Nederland Noord (WNN) Opmerking WNN heeft kennis genomen van het ontwerpbestemmingsplan en ziet geen aanleiding om een reactie te plaatsen. Reactie gemeente De gemeente heeft kennis genomen van deze reactie. Aanpassing van het bestemmingsplan Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. 2. 5. Milieudienst Waterland (Omgevingsdienst IJmond) Opmerking De Milieudienst Waterland heeft kennis genomen van het ontwerpbestemmingsplan en heeft geen opmerkingen. Reactie gemeente De gemeente heeft kennis genomen van de mededeling. Aanpassing van het bestemmingsplan Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
3. INSPRAAK Het voorontwerpbestemmingsplan is met ingang van 16 januari 2015 zes weken ter inzage gelegd. Er is één inspraakreactie ingediend. 3. 1. Inspreker 1 Opmerking 1 Tussen de eigenaren van het perceel De Noord 23 en de voormalige eigenaar van De Noord 24 is een akte getekend voor de vestiging van een erfdienstbaarheid. De huidige eigenaar van De Noord 24 is door erfrecht gebonden aan deze akte. Door de plaatsing van het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan, kan niet aan de erfdienstbaarheid worden voldaan. Reactie gemeente Deze akte valt onder het privaatrecht. Het bestemmingsplan is een publiekrechtelijk instrument en staat daarom los van de erfdienstbaarheid. Aanpassing van het bestemmingsplan Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Opmerking 2 Het bouwvlak is in het ontwerpbestemmingsplan ingetekend met een rooilijn tot aan de straat. Hierdoor ontstaat voor het buurperceel (De Noord 23) een onveilige verkeerssituatie. De woning zou het zicht op de straat bij het afrijden van het perceel ernstig belemmeren. Reactie gemeente Het bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24 beoogt een reeds bestaande situatie te herstellen en terug te brengen zoals aanwezig voor het vaststellen van het bestemmingsplan ‘Kernen Waterland 2013’. De woning heeft in het verleden altijd op deze plek gestaan. Zie de reactie van de gemeente onder 2.2, opmerking 1. Aanpassing van het bestemmingsplan Deze reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan. Opmerking 3 De inspreker wil het bouwvlak op een afstand van 5 meter vanaf de erfgrens wordt gesitueerd. Dichterbij de erfgrens tast de woonsituatie, privacy en prettig wonen op het perceel De Noord 23 aan. Reactie gemeente Het college heeft besloten de voormalige bouwvlak op het perceel de Noord 24 te hanteren als uitgangspunt voor de bouwregels van het nieuwe bestemmingsplan. De voorheen bestaande afstanden worden daarmee gehanteerd. Dergelijke afstanden komen in de bebouwde kom veel voor. Van een onevenredige aantasting van de privacy is daarom geen sprake. Aanpassing van het bestemmingsplan Op basis van deze opmerking worden geen aanpassingen gedaan. 4. AANPASSINGEN IN HET ONTWERPBESTEMMINGSPLAN Naar aanleiding van het overleg met verschillende partijen en ingediende inspraak is besloten de volgende aanpassing in het ontwerpbestemmingsplan door te voeren: • Een toetsing aan de artikelen 9, 13 en 15 van de Provinciale Ruimtelijke verordening opgenomen.
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
38
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
REGELS
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 39
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
plan:
het Bestemmingsplan van de gemeente ; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0852.BPKILDENOORD24-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5
aanleggelegenheid:
een constructie aan een oever of kade, in of op het water, waaronder een steiger, die hoofdzakelijk dient voor het aanleggen en ligplaats innemen van vaartuigen; 1.6
achtererf:
dat deel van het bouwperceel dat 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw ligt (zijerf), het oorspronkelijke hoofdgebouw niet meegerekend; 1.7
afhankelijke woonruimte:
een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is; 1.8
ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde; 1.9
archeologisch waardevol terrein:
een terrein waarin zich voorwerpen en/of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden; 1.10
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.11
bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt; 1.12
bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
40
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
1.13
beroepsuitoefening aan huis:
het kleinschalig uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig en/of technisch dienstverlenend gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel anders dan productiegebonden detailhandel en prostitutie, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt; 1.14
bestaand:
bestaand ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan; 1.15
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak; 1.16
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.17
bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of overkapping; 1.18
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.19
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.20
bouwlaag:
de begane grond of een verdieping van een gebouw waarbij per bouwlaag over 100% van het vloeroppervlak een plafondhoogte van ten minste 2,40 m aanwezig c.q. mogelijk is. Een volledig onder het peil gelegen ruimte wordt hieronder niet begrepen; 1.21
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.22
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel; 1.23
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.24
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.25
brutovloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een woonfunctie (hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken) of een andere gebruiksfunctie;
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 41
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
1.26
dakkapel:
een uitspringend venster als onderbreking in een dakvlak voorzien van een eigen dak en van zijwanden; 1.27
dakopbouw:
een (gedeeltelijke) verdieping op een gebouw die zich qua uiterlijke verschijningsvorm manifesteert als kapverdieping of een teruggerooide bouwlaag; 1.28
dakterras:
een plat dak dat door de wijze van afwerking geschikt is gemaakt om te worden gebruikt als terras, niet bedoeld een balkon uitstekend of op een erker; 1.29
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.30
eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond; 1.31
erf:
een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een woonhuis of een hoofdgebouw, achter de voorgevel van dat woonhuis of hoofdgebouw, en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw; 1.32
erker:
een ondergeschikt bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, bouwhoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm, waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed; 1.33
erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 1.34
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.35
hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, zowel ruimtelijk als functioneel als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 1.36
horecabedrijf en/of -instelling:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie. a. horecabedrijf categorie I een horecabedrijf dat met name etenswaren en maaltijden verstrekt en daardoor slechts beperkt hinder veroorzaakt voor omwonenden, zoals een automatiek, broodjeszaak, cafetaria, lunchroom, theetuin, ijssalon, restaurant. b. horecabedrijf categorie II
42
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
een horecabedrijf dat mogelijk aanzienlijke hinder voor omwonenden kan veroorzaken, zoals een bar, een biljartcentrum, een café en zalenverhuur. c. horecabedrijf categorie III een horecabedrijf dat met name logies verstrekt, zoals een pension, een motel en een hotel; 1.37
kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 1.38
kleinschalig toeristisch overnachten:
het bieden van kortstondige overnachtingsmogelijkheden. Een of meerdere zelfstandige recreatieve verblijfsruimten in een gebouw en/of in een bijbehorend bouwwerk wordt hier ook onder verstaan; 1.39
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
de in Bijlage 1 Lijst met kleinschalige activiteiten genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door haar beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 1.40
kleinschalige duurzame energiewinning:
energie die gewonnen wordt uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, niet zijnde windmolens/-turbines, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, water, biomassa, aarden omgevingswarmte; 1.41
luifel:
een open constructie, geen overkapping zijnde, aan een gevel, die al dan niet constructief deel uitmaakt van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk; 1.42
mantelzorg:
langdurige, intensieve niet georganiseerde zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak door één of meer leden uit diens directe dan wel sociale omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de zorgverlening wordt uitgeoefend in een afhankelijke woonruimte bij een (bedrijfs)woning; 1.43
meetverschil:
een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens; 1.44
overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand, niet bedoeld een luifel; 1.45
paardrijbak:
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining, zonder licht- en geluidsinstallaties; 1.46
peil:
a.
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de dichtstbijzijnde weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 43
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het zomerwaterpeil; 1.47 productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; 1.48
rustpunt:
een plek bij een particulier of een agrariër waar passerende wandelaars en fietsers op het erf kunnen pauzeren en op verhaal kunnen komen, in combinatie met een picknickplaats met voorzieningen, zoals een picknicktafel, het verstrekken van lichte versnaperingen, informatie en het bieden van reparatiemogelijkheden voor fietsen; 1.49
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.50
terras:
een buiten de besloten ruimte van de inrichting deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken en/of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt; 1.51
uitbreiding van een hoofdgebouw:
iedere uitbreiding van het hoofdgebouw met 2 of meer bouwlagen, hetzij aan de achterzijde, hetzij aan de zijzijde, waarbij de oppervlakte van het gebouw wordt vergroot; 1.52
voorerf:
dat deel van het bouwperceel dat niet tot het achtererf wordt gerekend; 1.53
voorgevel:
de naar een weg gekeerde gevel en het verlengde daarvan; 1.54
woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen groep personen; 1.55
woonhuis:
een gebouw dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; 1.56
zijerf:
dat deel van het achtererf dat naast het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ligt.
44
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de bouwhoogte van een bouwwerk:
a.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt voor balkon- en dakterrashekken: het hoogste punt tussen het balkon- respectievelijk het dakterrashek en de bovenkant van het dak; 2.2 de breedte / diepte van een gebouw: tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren); 2.3
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.4
de diepte van een aanleggelegenheid:
vanaf de waterkant tot het einde van de steiger; 2.5
de gezamenlijke brutovloeroppervlakte:
tussen de binnenwerkse gevelvlakken en scheidingsmuren van alle ruimten die bij het meten worden betrokken; 2.6
de goothoogte van een bouwwerk:
a.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat wanneer zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, de goothoogte van de dakkapel als goothoogte wordt aangemerkt; 2.7 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.8
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.9
Uitzondering meetwijze
a.
bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt; b. de goothoogte mag worden overschreden door antennes, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen, hellende dakvlakken, topgevels, dakkapellen en andere ondergeschikte bouwdelen, tenzij in de bestemmingen anders is bepaald. 2.10 Bestaande maatvoeringen a.
Daar waar bestaande afstanden meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, worden de bestaande afstanden als ten hoogste respectievelijk ten minste toelaatbaar aangehouden. b. In die gevallen dat bestaande hoogten, bestaande inhoud en/of bestaande oppervlakten meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, worden de bestaande maatvoeringen als ten bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 45
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
c.
46
hoogste toelaatbaar aangehouden; In die gevallen dat bestaande dakhellingen meer of minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, worden de bestaande dakhellingen als ten hoogste respectievelijk ten minste toelaatbaar aangehouden.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
BESTEMMINGSREGELS
Wonen - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor: 1. beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; 2. mantelzorg; 3. kleinschalig toeristisch overnachten; b. bijbehorende bouwwerken; met daaraan ondergeschikt: c. wegen en paden; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. nutsvoorzieningen; g. kleinschalige duurzame energiewinning; h. rustpunten; i. water; met de daarbijbehorende: j. tuinen, erven en terreinen; k. andere bouwwerken. 3.2 Bouwregels Deze bouwregels zijn eveneens van toepassing voor functies die na afwijken van de gebruiksregels binnen de bestemming zijn toegelaten. 3.2.1
Parkeren
Voor het bouwen van hoofdgebouwen geldt de volgende regel: hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd indien voldaan wordt aan de CROW-parkeernormen zoals deze gelden ten tijde van de aanvraag van een omgevingsvergunning. 3.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd; b. een hoofdgebouw wordt binnen het bouwvlak gebouwd; c. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte; d. de dakhelling van een hoofdgebouw bedraagt ten minste 30°; e. de dakhelling van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 60°. 3.2.3 Bijbehorende bouwwerken Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. bijbehorende bouwwerken worden op een afstand van ten minste 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd; b. bijbehorende bouwwerken bij hoekwoningen met 2 straatgevels worden uitsluitend op het zijerf gebouwd indien het zijerf grenst aan een ander zijerf, een voet- of fietspad, een parkeerplaats of een parkeerhaven; c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bij hoofdgebouwen in meer dan één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met een maximum van 50 m² per hoofdgebouw; bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 47
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
d. de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt bij hoofdgebouwen in één bouwlaag niet meer dan 40% van het erf, met een maximum van 100 m² per hoofdgebouw; e. de gezamenlijke oppervlakte van uitbreidingen van hoofdgebouwen bedraagt nooit meer dan 30% van de oppervlakte van het oorspronkelijke hoofdgebouw; f. de goothoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,00 m; g. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bedraagt, indien voorzien van een kap, ten hoogste 5,00 m; h. de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met dien verstande dat de goothoogte op zijerven bij hoekwoningen ten hoogste 4,00 m bedraagt. 3.2.4 Andere bouwwerken Voor het bouwen van andere bouwwerken, gelden de volgende regels: a. er worden geen andere bouwwerken ten behoeve van de opwekking van windenergie, paardrijbakken, zwembaden en tennisbanen gebouwd; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen: 1. op een afstand van 1,50 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw en daarvoor ten hoogste 1,00 m mag bedragen; 2. van 2,00 op de erfgrens bij zijerven bij hoekwoningen met twee straatgevels uitsluitend is toegestaan wanneer de zijtuin grenst aan een voetpad, fietspad en/of parkeerplaats of -haven; c. de bouwhoogte van balkon- en dakterrasafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,20 m; d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6,00 m; e. de bouwhoogte van de overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m. 3.3 Afwijken van de bouwregels 3.3.1
Bouwen buiten bouwvlak
Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en de verkeers- en parkeersituatie, worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.2 onder b in die zin dat: a. een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: 1. de voorgevel van het hoofdgebouw niet wordt overschreden; 2. de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw; 3. de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken op het achtererf niet meer bedraagt dan 40% van de oppervlakte van het achtererf; 4. de diepte van de uitbreiding van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 3,00 m; 5. voldaan wordt aan de CROW-parkeernormen zoals deze gelden ten tijde van de aanvraag van een omgevingsvergunning. 3.3.2 Afwijken dakhelling Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.2 onder d en e in die zin dat wordt afgeweken van de minimale c.q. maximale dakhelling. 3.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken, zodanig dat er onvoldoende parkeergelegenheid op eigen terrein aanwezig is om te kunnen voorzien in de parkeerbehoefte van de bestemming; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bedrijfswoning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken; 48
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
c.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige toeristische overnachting in een woning zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke brutovloeroppervlakte van de woning en meer dan twee kamers worden gebruikt; d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden en horecadoeleinden, anders dan kleinschalig toeristisch overnachten en rustpunten; e. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning; f. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en voor een beroepsuitoefening aan huis c.q. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, en/of een kleinschalige toeristische overnachtingsmogelijkheid; g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel bij een beroepsuitoefening aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit; h. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardrijbak, zwembad en/of een tennisbaan; i. het gebruik van de gronden voor meer dan één woning.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 49
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 4 4.1
Waarde - Archeologie 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: het behoud van de aldaar in of op de grond aanwezige archeologische waarden. 4.2 Bouwregels 4.2.1
Omgevingsvergunning voor het bouwen
Voor bouwwerken waarbij grondroerende werkzaamheden over een oppervlakte groter dan 100 m² en dieper dan 0,35 m onder het maaiveld plaatsvinden moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, zijn aangetoond dat: a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; dan wel b. dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad; dan wel c. dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten kunnen worden verstoord. 4.2.2 Voorwaarden omgevingsvergunning voor het bouwen Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg. 4.3 O mgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.3.1
Vergunningplichtige werken en werkzaamheden
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen over een groter oppervlak dan 100 m²; b. het rooien of vellen van houtopstanden over een groter oppervlak dan 100 m²; c. de aanleg van verhardingen met een groter oppervlak dan 100 m² en op een grotere diepte dan 0,35 m; d. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden met een groter oppervlak dan 100 m² en op een grotere diepte dan 0,35 m; e. het graven, verbreden of dempen van sloten alsmede het aanleggen en intensiveren van drainage over of met een groter oppervlak dan 100 m² en op een grotere diepte dan 0,35 m; f. het in de grond brengen van voorwerpen over een groter oppervlak dan 100 m² op een grotere diepte dan 0,35 m; g. het verrichten van graafwerkzaamheden over een groter oppervlak dan 100 m² en dieper dan 0,35 m; h. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur over een groter oppervlak dan 100 m² en op een grotere diepte dan 0,35 m. 4.3.2 Uitzondering Het bepaalde in 4.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waaronder begrepen het vervangen van 50
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
drainagewerken; b. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan; c. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen worden uitgevoerd, mits verricht door een daartoe bevoegde instantie. 4.3.3 Toetsingscriteria De in 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend, mits: a. is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, dan wel; b. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad, dan wel; c. is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord. 4.3.4 Voorwaarden omgevingsvergunning Indien blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden kunnen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; b. de verplichting tot het doen van opgravingen; c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg. 4.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek door een archeologisch deskundige is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 51
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 5 5.1
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en het beheer van de waterstaatsdoeleinden en de cultuurhistorische waarden. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen worden op of in deze gronden, geen gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken gebouwd, anders dan ten behoeve van de dubbelbestemming. Dit verbod is niet van toepassing op bestaande gebouwen, overkappingen en andere bouwwerken binnen de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen. 5.2.2
Gebouwen en overkappingen ten behoeve van de dubbelbestemming
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd. 5.2.3
Andere bouwwerken ten behoeve van de dubbelbestemming
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt: de bouwhoogte van de andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 5,00 m. 5.3 Afwijken van de bouwregels Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 10.2.2 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen, overkappingen of andere bouwwerken, worden gebouwd, mits: geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en het beheer van de waterstaatsdoeleinden en de cultuurhistorische waarden. 5.4 O mgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden 5.4.1
Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist: a. het ophogen en afgraven van gronden; b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen; c. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplanting die dieper wortelt of kan wortelen dan 0,30 m; d. het aanleggen, dempen of vergraven van watergangen en/of -partijen. 5.4.2 Uitzonderingen Het bepaalde in 10.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 5.4.3 Toetsingscriteria De omgevingsvergunning wordt slechts verleend mits de waterkering en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden geschaad.
52
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 3 Artikel 6
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 53
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 7 7.1
Algemene bouwregels
Regeling dakterrassen
Voor dakterrassen geldt: a. een dakterras aan de voorzijde van een woning is niet toegestaan; b. een dakterras op een vrijstaand bijbehorend bouwwerk is niet toegestaan; c. een dakterras dient te worden omsloten door een hekwerk met een hoogste van ten hoogste 1,20 m. Dit hekwerk dient binnen de dakrand te worden geplaatst.
54
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 8 8.1
Algemene gebruiksregels
Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; b. de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen; c. het storten van puin en/of afvalstoffen; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen; e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 55
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 9
Algemene afwijkingsregels
Met een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van: a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen, percentages, tot niet meer dan 15% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels ten behoeve van de overschrijding van bouwgrenzen, voorzover zulks van belang is voor een technisch of esthetisch beter realiseren van bouwwerken dan wel voorzover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen niet meer dan 3,00 m bedragen en geen vergroting van bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder a; c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken, in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 m; d. de bestemmingsregels ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van dakopbouwen met ten hoogste 1,00 m wordt vergroot; e. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. het bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. het bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door: 1. erkers aan de voorgevel van het hoofdgebouw, mits: de diepte van een erker ten hoogste 1,00 m bedraagt; de bouwhoogte ten hoogste de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,20 m, bedraagt; 2. balkons, mits: de bouwgrens met niet meer dan 1,00 m wordt overschreden; de breedte niet meer dan tweederde van de voorgevelbreedte bedraagt; 3. liftinstallaties ten behoeve van de huisvesting van minder validen, mits: de bouwgrens met niet meer dan 2,00 m wordt overschreden; de bouwhoogte ten hoogste 6,00 m bedraagt.
56
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Hoofdstuk 4 Artikel 10 10.1
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht
O vergangsrecht bouwwerken
a.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%. c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 10.2 O vergangsrecht gebruik a.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijn 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 57
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Artikel 11
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplanIlpendam - De Noord 24.
58
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
BIJLAGE BIJ DE REGELS BIJLAGE BIJ DE REGELS
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld) 59
bestemmingsplan Ilpendam - De Noord 24
Bijlage 1
60
Lijst met kleinschalige activiteiten
bestemmingsplan "Ilpendam - De Noord 24" (vastgesteld)
LIJST MET KLEINSCHALIGE BEDRIJFSMATIGE ACTIVITEITEN Kledingmakerij (maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf woningstoffeerderij Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals: schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf Reparatiebedrijfjes, waaronder: schoen-/lederwarenreparatiebedrijf uurwerkreparatiebedrijf goud- en zilverwerkreparatiebedrijf reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen reparatie van muziekinstrumenten In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd. Advies- en ontwerpbureaus reclame ontwerp grafisch ontwerp architect (Zakelijke) dienstverlening, waaronder: notaris advocaat accountant assurantie-/verzekeringsbemiddeling exploitatie en handel in onroerende zaken Overige dienstverlening, waaronder: kappersbedrijf schoonheidssalon pedicure Onderwijs autorijschool onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium