14 april 2016
Pagina | 2
INHOUDSOPGAVE A
Jaarverslag
A1 A2
Jaarverslag College van bestuur Jaarverslag Raad van Toezicht
5 34
B
Jaarrekening
44
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12
Grondslagen Balans per 31 december 2015 Staat van baten en lasten over 2015 Kasstroomoverzicht 2015 Toelichting op de balans Niet uit de balans blijkende verplichtingen Model E-verbonden partijen Toelichting op de staat van baten en lasten Model G – Verantwoording subsidies Bezoldiging topfunctionarissen ( WNT) Ondertekening Goedkeuring
46 48 49 50 51 55 56 57 61 62 63 64
C
Overige gegevens
65
C1 C2 C3
Controleverklaring Voorstel bestemming netto resultaat Gebeurtenissen na balansdatum
66 67 68
D
BIJLAGEN
D1 D2 D3 D4
Gegevens rechtspersoon Specificatie bestemmingsfondsen Statistische gegevens Begripsbepalingen
69 70 71 72 73
Pagina | 3
A JAARVERSLAG
Pagina | 4
A 1. JAARVERSLAG COLLEGE VAN BESTUUR Algemene informatie Kernactiviteiten Het Calvijn College is een reformatorische scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs voor de provincie Zeeland. Het Calvijn College heeft een breed onderwijsaanbod, te weten praktijkonderwijs, alle leerwegen van het vmbo alsmede havo, vwo en gymnasium. Juridische structuur Op 16 april 2008 is de Stichting Calvijn College opgericht. Deze heeft alle activiteiten overgenomen van de Vereniging tot het verstrekken van Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag voor de provincie Zeeland (VVOGGZ). Het bestuur van deze vereniging fungeert sindsdien als Raad van Toezicht van de Stichting Calvijn College. Het Calvijn College is de enige school die van de stichting uitgaat. Door de vereniging en door de stichting worden geen activiteiten ontplooid, die niet samenhangen met de exploitatie van het Calvijn College. Per 31 december 2015 bestaat het College van bestuur uit 2 personen: A.J. Vogel (voorzitter) Kapelle
Nevenfuncties: lid themagroep 'Opleiding en leraren' VOraad lid Raad van Toezicht Scoop / Zeeuwse Bibliotheek bestuurslid Stichting Scholierenvervoer Zeeland bestuurslid DCO Platform Zeeland (DienstenCentrum Onderwijs) voorzitter stuurgroep Zeeuwse Academische Opleidingsschool voorzitter bestuurdersoverleg VO Reformatorische Scholen
J.C. de Waal (lid), ’s-Gravenpolder
Nevenfuncties: lid resonansgroep Driestar Educatief
Per 31 december 2015 bestaat de Raad van Toezicht uit 10 personen: G. van Kralingen (voorzitter), Middelburg G.S. Both (secretaris), ‘s-Gravenpolder L.C. van Gorsel, Oud-Vossemeer C. den Hartog, Sint-Maartensdijk J.M. Krijger, Borssele Ds. W. Meijer, Tholen H. Uil, Zierikzee C.L. van de Wege, Krabbendijke C.J. van Westenbrugge, Middelburg D. van Wijck, Biervliet Pagina | 5
Organisatiestructuur Het onderwijs wordt gegeven in vijf locaties plus een tijdelijke nevenvestiging. Alle locaties staan onder leiding van een eenhoofdige (in Goes tweehoofdige incl. nevenvestiging) locatiedirectie. De locatiedirectie valt rechtstreeks onder het (tweehoofdige) college van bestuur. Daarnaast stuurt het college van bestuur de centrale stafafdelingen aan (financiën & beheer, ict & planning en personeel & communicatie). De locatiedirecteuren en de afdelingshoofden sturen het personeel aan. De school beschikt over een schoolbreed expertiseteam leerlingondersteuning onder leiding van de heer A.H. Dingemanse. Missie en Visie De missie van het Calvijn College is verbonden met de grondslag van de school en verwoord in de schooldoelstelling. Op basis van de Bijbel en de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid stelt de school zich ten doel: 'In afhankelijkheid van de zegen des Heeren die opleiding en vorming verzorgen waarin de Heere geëerd wordt, waardoor leerlingen mogen komen tot een leven in de vreze des Heeren en toegerust worden tot het functioneren overeenkomstig de Wet Gods in gezin, kerk en maatschappij.' De visie geeft het ideaal aan waar we aan werken, de stip op de horizon. Het Calvijn College wil een dynamische en betrouwbare leer- en werkgemeenschap zijn waar we: aan het Woord van God verbonden zijn en dat uitdragen; met elkaar onderwijs van hoge kwaliteit tot stand brengen; vertrouwen geven en krijgen en verantwoordelijkheid dragen; ruimte hebben om ideeën aan te dragen en ontwikkelingen in gang te zetten. Dit realiseren we met elkaar en met onze partners: de ouders, de kerken en voor ons maatschappelijk relevante partijen. Identiteit Het Calvijn College wil vanuit overtuiging precies datgene bieden dat de individuele leerling nodig heeft: zicht op de waarde van een leven met God en scherp maatwerk in uitdaging en zorg.
Helder in identiteit Op tal van manieren komt de christelijke identiteit tot uiting. Niet alleen tijdens dagopeningen, godsdienstlessen en themadagen komt het christelijk geloof ter sprake. Op allerlei plaatsen in de school zijn werkwijzen en werkvormen in gebruik die gericht zijn op de verbinding aan het Woord van God, een kernthema uit het strategisch beleid.
Sterk in kwaliteit Het Calvijn College scoort hoog in schoolprestatieonderzoeken, ook hebben diverse afdelingen opnieuw het predicaat Excellente School ontvangen, waarbij ook wordt beoordeeld op ‘zachte waarden’. Daarnaast zijn er de positieve resultaten van het jaarlijkse tevredenheidsonderzoek (Vensters voor Verantwoording) onder ouders en leerlingen. Pagina | 6
Zorg een prioriteit De school heeft een focus op leerlingenzorg. Die wordt zichtbaar in de hartelijke benadering van de leerling, de investering in het mentoraat, de breedte van het zorgaanbod en de heldere schoolbrede zorgstructuur. Al lang voordat passend onderwijs actueel werd, werkte de school met deze maatgerichte aanpak per leerling.
Veiligheid Het Calvijn College hecht eraan dat jongeren zich veilig en thuis voelen op school. Wij zijn ervan overtuigd dat jongeren zich alleen in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen tot jonge christenen. In de onderbouw kunnen leerlingen terecht op een locatie in de eigen regio. De locaties, met uitzondering van de hoofdlocatie, zijn relatief klein. Ze hebben persoonlijke aandacht, betrouwbaarheid, openheid en veiligheid hoog in het vaandel staan. We bieden de leerlingen geborgenheid door te streven naar een goede aansluiting tussen school en thuis. Veiligheid in en om de school is van groot belang. Alle locaties hebben het certificaat ‘veilige school’. Dit is door de Arbo Unie in 2013 toegekend. Er is integraal gekeken naar alles wat er in en om de school gebeurt: van de route naar school tot en met het gedrag in de school. Het Calvijn College werkt eraan dit certificaat, dat elke vier jaar onder de loep wordt genomen, te behouden. Identiteit en toelatingsbeleid Het Calvijn College wil onderwijs geven op grond van Bijbel en belijdenis en leerlingen toerusten en vormen om als christen te kunnen functioneren in de samenleving. De identiteit van het Calvijn College heeft vanzelfsprekend invloed op het toelatingsbeleid. Om de schooldoelstelling te kunnen bereiken, is het van belang dat ouders en school op één lijn zitten als het gaat om identiteit. Daarom geldt de regel dat een jongere op school wordt toegelaten als hij of zij afkomstig is van een reformatorische basisschool en de ouders lid zijn van een van de kerkgenootschappen die in de raad van toezicht vertegenwoordigd zijn.
Strategie Hartelijk Onderwijs Het kalenderjaar 2015 heeft geheel in het teken gestaan van de uitvoering van de eerste periode strategisch beleid 2014-2018. Dat er voor het motto Hartelijk Onderwijs is gekozen is ingegeven door de drijfveer achter onze plannen: zichtbaar maken en verwerkelijken wat ons drijft vanuit onze levensbeschouwing. Het gaat in ons reformatorisch onderwijs op het Calvijn College om het hart van de jongere. De manier waarop wij hier vorm aan geven wordt door jongeren ervaren als hartelijk, warm, betrokken. Dat het woord ‘onderwijs’ in het motto staat zal niemand verbazen, maar tegelijk is het ook de grens die we daar mee aangeven. Hoewel we erg veel aandacht hebben voor de persoon van de leerling en onze jongeren de steun bieden die ze nodig hebben, blijven we toch gewoon school. We spannen ons in voor een opleiding van hoge kwaliteit.
Pagina | 7
Thema’s beleidsperiode 2014 - 2018 Onder het motto ‘Hartelijk Onderwijs’ hebben we vier kernthema’s benoemd:
We investeren in een sterke verbinding aan het Woord van God Waar we zien – en waar is dat niet – dat de verbinding met het samen luisteren naar de Schrift iets toevoegt, zoeken we die ook aan te brengen. Eén van de onderwerpen is de herbezinning op de dagopening, een onderzoek in dit kader is in 2014 gestart. Leerlingen en hun omgeving oordelen positief over de persoonlijke vorming Kernthema van ons werken is het gaan voor de leerling in zijn hele ‘zijn’. De opdracht tot opleiding en vorming mag niet leiden tot een rendementsfabriek, maar juist de persoon van de jongere moet in het centrum blijven staan. Daar zijn we op allerlei terreinen mee bezig. Deze insteek accentueren we in de komende periode in al ons werken en handelen. Niet alleen in het project toerusting en vorming maar ook in alle dagelijkse lessen en activiteiten. Ons onderwijs daagt uit tot bovengemiddelde prestaties Uitdagen is van grote betekenis, want leren daar ben je zelf bij. Goede prestaties mogen we zien als een zegen hierop. Het gaat dan niet om een vrijblijvende vorm van leren. Leren doet wat met je. We realiseren een innovatieve professionele cultuur vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid Aandacht voor de mensen die het werk dagelijks doen, is de drijfveer achter dit thema. We werken hieraan vanuit een heldere personeelsvisie, waarin de woorden vertrouwen en verantwoordelijkheid breed worden ingevuld.
Spiegelen De beleidsperiode is gestart met ingang van schooljaar 2014/2015. Halverwege de beleidsperiode 2014-2018, in 2016 dus, zullen we de schoolplannen evalueren. Tal van projecten zijn opgezet binnen de genoemde kernthema’s. De vaart zit erin. Het moment om resultaten te spiegelen aan gestelde doelen is idealiter 2016. We geven een overzicht van de sleutelactiviteiten en de resultaten die we beogen. 1.5 Sleutelactiviteiten De sleutelactiviteiten zijn de processen in onze school die direct bijdragen aan de kernthema’s en waarop we als school, locaties, afdelingen, teams en secties dus in het bijzonder onze inspanningen richten. Hieronder noemen we een aantal voorbeelden van sleutelactiviteiten. Deze zijn niet limitatief. Geledingen in de school kunnen zelf kiezen aan welke sleutelactiviteiten te werken om aan de doelen bij te dragen. Verbinding aan het Woord van God • We bezinnen ons op een dagopening die gericht is op het hart van de leerlingen. • Bijbelstudies en bezinnende momenten voor personeel en leerlingen dragen bij aan het denken vanuit Bijbelse kaders met het oog op de christelijke levenswandel. • Leerlingen leren als christen omgaan met andersdenkenden. • De teams bezinnen zich op hun roeping en verantwoordelijkheid in Bijbels perspectief. Pagina | 8
Persoonlijke vorming • We gaan op een respectvolle manier om met collega’s en leerlingen. • Leerlingen leren oog hebben voor elkaar en voor de nood van de naaste. • We werken systematisch aan toerusting en vorming en burgerschapsvorming. • We leren leerlingen verantwoordelijkheid dragen voor hun leerproces. • We stimuleren de ontwikkeling van creatieve talenten. • De mentor functioneert als spil in de leerlingbegeleiding. • Docenten onderhouden of vergroten hun handelingsbekwaamheid. Uitdagend onderwijs • Determinatie en loopbaan oriëntatie en -begeleiding leiden elke leerling naar het onderwijs dat bij hem past. • Docenten stemmen hun pedagogisch en didactisch handelen af op hun leerlingen. • Vakgroepen zorgen voor uitdagende en vormende vak-inhouden. • Er is aandacht voor internationalisering en informatisering. • Leerlingen worden uitgedaagd om te excelleren. • De leerling wordt goed voorbereid op zijn vervolgopleiding of plaats in de maatschappij. • Extra onderwijsondersteuning wordt zo veel mogelijk gegeven in de reguliere groep, eventueel gedeeltelijk in de integratiegroep. Professionele cultuur • We beschrijven in een professioneel statuut wat we verstaan onder een innovatieve professionele cultuur. • De kwaliteit en effectiviteit van ons werk wordt structureel onderzocht, aan de hand van een onderzoekskalender. • De gesprekscyclus wordt afgestemd op onze personeelsvisie. • Op alle niveaus in de school bevorderen we persoonlijk leiderschap: regie nemen over de zaken waarvoor je verantwoordelijk bent. • De ondersteuning van de leerlingen wordt op maat geboden, vanuit betrokkenheid en deskundigheid. 1.6 Stimulatoren In de planperiode werken we daarnaast aan een aantal stimulatoren: zaken die het leren en groeien van de organisatie bevorderen en daardoor indirect bijdragen aan de kernthema’s. Betrokkenheid • We ontwikkelen een visie op de betrokkenheid van ouders. Als we weten wat we van elkaar mogen verwachten, kunnen we ons werk beter doen. • Wat hebben de leerlingen aan ons onderwijs in vervolgopleiding, gezin, kerk en maatschappij? En wat hebben vervolgopleidingen en werkgevers aan onze leerlingen? We gaan leerlingen, alumni en maatschappelijk relevante partijen hierop bevragen, zodat we het werk in de school zo relevant mogelijk kunnen maken. Informatietechnologie Komende jaren heeft informatietechnologie grote invloed op het onderwijs. We ontwikkelen een visie op de rol van informatietechnologie in ons pedagogisch en didactisch handelen. Ook maken we praktische keuzen voor de technische inrichting.
Pagina | 9
1.7 Resultaten De vier kernthema’s zijn niet alleen richtinggevende thema’s waarvoor we ons extra inspannen, maar tegelijk ook thema’s waarop we iets willen bereiken. Om te weten of we in voldoende mate de vooruitgang hebben gemaakt die we beogen, hebben we voor elk van deze thema’s resultaten benoemd. Zo kan ‘gemeten’ worden of onze activiteiten effectief zijn geweest. Soms is dat te ‘meten’, maar vaak ook is het merkbaar of kan het worden waargenomen. Verbinding aan het Woord van God • Collega’s voelen zich meer gesteund in het uitdragen van onze identiteit. Deze trend blijkt ook uit het vierjaarlijks welzijnsonderzoek onder het personeel, dat gepland is voor 2016. • Op allerlei plaatsen in de school zijn werkwijzen en werkvormen in gebruik die gericht zijn op de verbinding met Schrift en belijdenis. Tijdens en aan het eind van de schoolplanperiode kunnen ‘good practices’ worden getoond waarmee we elkaar stimuleren. Persoonlijke vorming • In alle onderwijssectoren en afdelingen heeft persoonlijke vorming een duidelijke plaats in de onderwijsprogramma’s. • Leerlingen herkennen het beleid van toerusting en vorming en reageren daar in de schoolverlaters-enquête positief op. • Ouders, vervolgopleidingen, bedrijven en kerken krijgen de gelegenheid om structureel op dit thema te reflecteren. De eerste uitkomsten van die reflectie zijn positief. Uitdagend onderwijs • Op elk opleidingsniveau zijn er aanpakken om leerlingen uit te dagen tot optimale prestaties, passend bij de hen geschonken gaven. • De school als geheel wordt door externen zoals de onderwijsinspectie als ‘goed’ beoordeeld. • Alle personeelsleden voelen zich gesteund in hun persoonlijke ontwikkeling, zoals naar voren komt uit het welzijnsonderzoek. Er is een ontwikkeling te zien van het volgen van cursussen naar het afronden van een mastertraject. Professionele cultuur • Collega’s ervaren een toegenomen autonomie. In het welzijnsonderzoek van 2016 wordt op dit punt significant hoger gescoord dan in 2012. • Er zijn innovaties zichtbaar in de school die opgekomen zijn uit teams, secties en locaties. • We hebben een visie op kwaliteitszorg (inclusief de verantwoordingscyclus), onderzoeksmatig handelen en persoonlijke dan wel teamreflecties. Uit gesprekken en onderzoeken blijkt dat deze visie in de school wordt herkend en positief wordt beleefd. Dit strategisch beleid is tot stand gekomen met betrokkenheid van collega’s, leerlingen, ouders en kerkenraden.
Pagina | 10
Vavo Scholen voor voortgezet onderwijs en Scalda, school voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en volwasseneneducatie, hebben een samenwerkingsovereenkomst inzake uitbesteding van onderwijs van het voortgezet onderwijs naar het vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs). Daarnaast heeft het Calvijn College op individuele basis met mbo-scholen elders in het land eveneens dergelijke overeenkomsten afgesloten. Dit is met name om voor 16- en 17-jarigen, die er om uiteenlopende redenen niet in slagen binnen de school voor voortgezet onderwijs hun diploma te behalen, een extra mogelijkheid te creëren om via het vavo een startkwalificatie, diploma of certificaten te behalen. De leerlingen bij het vavo dienen veelal volledige trajecten te volgen om een diploma te kunnen halen. Daarnaast zijn er leerlingen, zogenaamde 'sprokkelaars', die nog een aantal certificaten moeten halen om een einddiploma te kunnen krijgen. Bij havo en vwo zijn er ook profielwisselaars: leerlingen die, om naar de vervolgopleiding van hun keuze te kunnen doorstromen, nog een of twee aanvullende vakken moeten volgen. Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2014/2015: Aantal vavo-leerlingen schooljaar 2015/2016:
vmbo: 2
havo : 5 havo : 5
vwo: 5 vwo: 1
In het kader van het project regelluwe scholen hebben we de aanvraag gedaan om zelf deze wijze van afronden van de opleiding vanuit een vavo-licentie te mogen verrichten. Onderwijsresultaten en waardering Doorstroomgegevens Op de website van de inspectie (www.onderwijsinspectie.nl) staan de doorstroomgegevens van onze school. Daar is bijvoorbeeld het percentage leerlingen te zien dat in de laatste drie jaar van de opleiding zonder vertraging het diploma behaalde. Ook alle vergelijkingscijfers staan hier direct bij. Examenresultaten Met dankbaarheid mogen we constateren dat de slagingspercentages van het Calvijn College hoog zijn in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Verantwoording Vensters VO (een product van de VO-raad) is een project van Schoolinfo, waarbij cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs wordt verzameld in één systeem. Deze informatie, afkomstig van bijvoorbeeld DUO, Onderwijsinspectie en van de scholen zelf, wordt bewerkt en gevisualiseerd. Een overzicht van resultaten per locatie en vergelijkingen van scholen is te vinden op Scholenopdekaart.nl. Vmbo-vakwedstrijden Praktijkopleidingen in het vmbo kijken op een andere manier ook naar resultaten en beoordelen daarmee de opleiding van de leerlingen. Er worden jaarlijks tal van regionale en landelijke vmbo-vakwedstrijden georganiseerd. Meest in het oog springend zijn de landelijke wedstrijden Skills Talents en Junior Vakkanjers.
Pagina | 11
Periodiek kwaliteitsonderzoek inspectie Het bewaken van de kwaliteit van ons onderwijs wordt ondersteund door de inspectie. Zo zijn er opbrengstenkaarten, een jaarlijks onderzoek en een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO) dat de inspectie tenminste één keer per vier jaar uitvoert. De inspectie kende in juni 2013 aan alle afdelingen en locaties van het Calvijn College voor de periode van weer vier jaar het basisarrangement toe. Concreet betekent dit dat de inspecteur voor geen enkele schoollocatie thema’s met betrekking tot het toezicht houden als onvoldoende heeft beoordeeld. De inspectie heeft in 2014 de locatie Goes bezocht en gaf na afloop aan: "Het onderwijs van het Calvijn College is van voldoende kwaliteit. Voor de havo oordeelt de inspectie de kwaliteit als goed." Excellente School Het Calvijn College ontving in januari jl. tweemaal het predicaat 'excellent'. Voor het havo van locatie Goes en het praktijkonderwijs van locatie Krabbendijke Appelstraat. We zijn blij en dankbaar met deze erkenning van de inspectie. We ervaren die als een bekroning op onderwijs waarbij we ons niet primair richten op opbrengsten maar op waarden (focus op vorming, persoonlijke aandacht en maatwerk). Havo locatie Goes ontving het predicaat voor de 4e keer en praktijkonderwijs Krabbendijke Appelstraat voor de 3e keer. Nieuw is dat het predicaat nu toegekend is voor een periode van drie jaar. Een beknopte toelichting en de beide juryrapporten zijn te vinden op de website van de inspectie. Score Calvijn College in Elsevier-onderzoek 'Beste scholen 2015' In januari 2015 verscheen het rapport 'Beste scholen 2015', dat online in te zien is. Locatie Middelburg staat in het in de Elsevier afgedrukte overzicht De winnaars per provincie (‘minste zittenblijvers en beste examenresultaten’) vermeld als winnaar in de categorie vmbo-gt. Op onze website geven we een toelichting bij het onderbouwrendement van het Calvijn College.
Pagina | 12
Ontwikkelingen Zeeland is een krimpregio Krimp is een thema dat heel verlammend kan werken zeker als er cijfers tot aan de 20 procent zichtbaar worden. Dat krimp binnen onze school minder zichtbaar is heeft twee belangrijke oorzaken: Ten eerste hebben we te maken met een relatief stabiele achterban voor de school waarin de gezinsverdunning van een andere orde is dan in de ons omringende samenleving en ten tweede zien we een verschuiving in de richting van het HAVO en het VWO. Dat laatste maakt dat de gemiddelde verblijfsduur van onze leerlingen licht toeneemt. De bereidheid als gevolg van het delen van de zorg om bereikbaar en goed onderwijs heeft de scholen op een breed vlak effecten laten zien van een goede samenwerking zowel onderwijskundig maar zeker ook in de sfeer van de backoffice. Leerling ondersteuning en de samenwerkingsverbanden Als reformatorisch samenwerkingsverband hebben we onze plek in de regio wel gekregen. We zien dat gemeenten ook bereid zijn om contracten aan te gaan met de levensbeschouwelijke organisaties in de jeugdhulpverlening. Het samenwerkingsverband heeft intern haar vorm gevonden en met de eigen invulling van het ondersteuningsplan zichtbaar kunnen maken wat we als ambities willen en kunnen neerzetten. In de verschillende REA’s hebben we ook de steun voor de invoering van de uitwerking gezien en ervaren, zeker als het gaat om de goede samenwerking met de gemeenten. Onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen Vmbo kader/basis In de paragraaf Strategie gingen we al in op de grote onderwijsinhoudelijke veranderingen voor de sector vmbo kader/basis. Het past er ook hier op in te gaan en dan vooral aan te geven dat we vormgeven aan deze ‘vernieuwing’ in contact met de andere scholen in de regio. Het is onze bewuste keuze om daarbij vooral in afdelingen te blijven werken en daarnaast op termijn verbindingen te leggen naar iets dat daar soms buiten staat, zoals iets doen voor technische leerlingen op het vlak kennis van ondernemen. De besluiten zijn genomen om de eerste ronde van de vernieuwingen door te voeren binnen de afdelingen Bouwen Wonen & Interieur en Zorg & Welzijn. Binnen de andere afdelingen vraagt dit meer tijd in verband met de mogelijkheden voor een goede methodekeuze en vereiste aanpassingen in het gebouw. Vmbo-T+ Na de geslaagde en bijzonder leerzame pilot op de locatie Tholen is in het vorige verslagjaar op alle locaties gestart met het nieuwe concept. Het lopende schooljaar zal op alle locaties vanuit dit concept aan de examens worden deelgenomen. Een concept waarbij vorming, toerusting, oriëntatie op loopbaan en beroep en verwerven van brede competenties en vaardigheden met elkaar opgaan. Waarbij we ook de eis stellen dat elke leerling in principe in zeven vakken examen gaat doen, waaronder wiskunde. Het heeft inspanning van teams en de afdeling facilitair beheer gekost, maar alle ruimtes die nodig waren, en de middelen die moesten worden aangeschaft, waren op tijd beschikbaar.
Pagina | 13
Praktische stream 3 We zijn ervan overtuigd dat stream 3-leerlingen veel beter leren in een meer op praktijk gerichte setting. Dit heeft ertoe geleid dat we na een periode van gedegen voorbereidingen gestart zijn om een grote verandering door te voeren in deze stream. Negen lesuren per week meer dan voorheen het geval was praktisch invullen, zodat ook voor hen een uitdagender leeromgeving ontstaat. Een stevige opdracht, waarbij we met tevredenheid en dankbaarheid zien dat de voorbereidingen voorspoedig lopen. De bijkomende ‘last’ van het noodzakelijk moeten ontwikkelen van een eigen lesmethode weegt daar zeer wel tegen op. Praktijkonderwijs Ook de jongeren in het praktijkonderwijs willen we een betekenisvolle leeromgeving bieden. Vanuit deze visie was deze afdeling aan de slag gegaan met onder meer het project wonen. Een project dat deze leerlingen een eind op weg helpt om in een woonomgeving te leren omgaan met alle zaken die met wonen te maken hebben. Van schoonhouden, koken en gasten ontvangen tot het leggen van contact met nieuwe buren. Naast voorbereiden op een plaats op de arbeidsmarkt is ook deze kant van goed burgerschap door het team opgepakt. Op een inspirerende manier hebben zij hun project zo gestalte weten te geven dat het nu duurzaam deel uit maakt van het onderwijsprogramma , naast de aandacht voor de groene factor en de intensieve begeleiding om hen een plaats te bieden op de arbeidsmarkt wat tot op heden nog steeds met 100% is gelukt.
Samenwerking In deze paragraaf geven we een beschrijving van een aantal formele samenwerkingsverbanden. Verder heeft de school meer incidentele samenwerkingsverbanden met bedrijven en instellingen. Ref SVO (Reformatorisch Samenwerkingsverband Voorgezet Onderwijs) Binnen de groep van reformatorische scholen hebben we een vrij intensieve samenwerking. Wij participeren in een samenwerkingsverband waarin scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs en scholen voor voortgezet speciaal onderwijs samenwerken om de kwaliteit van de leerlingenzorg en plaatsing binnen de samenwerkende scholen zo optimaal mogelijk te maken. Dit gebeurt onder de naam Ref SVO (Reformatorisch Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs). We weten dat we elkaar als reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs nodig hebben. Overige samenwerkingsverbanden Bij een samenwerkingsverband met anderen, buiten het reformatorisch onderwijs, gaat het altijd om samenwerking met een duidelijke, vaak zakelijke, meerwaarde voor de school. Samenwerking op dit gebied hebben wij met: ● Zeeuwse Academische Opleidingsschool De meest in het oog springende samenwerking die het Calvijn College is aangegaan, is de samenwerking met alle Zeeuwse scholen in de Zeeuwse Academische Opleidingsschool. ● Diensten Centrum Onderwijs (DCO) Diensten Centrum Onderwijs (DCO) is een netwerk van zestien onderwijsinstellingen en twee bibliotheken, gericht op kennisuitwisseling en efficiency. Er zijn overleggroepen actief op het terrein van facilitair-inkoop, personeel & organisatie, kwaliteitszorg en ICT. Door samenwerking en het gezamenlijk doen van Europese aanbestedingen werkt DCO aan Pagina | 14
efficiency. Elk platform wordt geleid door één of meer vertegenwoordigers van de samenwerkende partijen. Een personeelslid van onze school is (mede-)trekker van het platform Personeel & Organisatie en één van de leden van het College van bestuur is bestuurslid van het netwerk. ● Stichting Scholierenvervoer Zeeland Wij participeren ook in de Stichting Scholierenvervoer Zeeland. De stichting is een uniek fenomeen in Nederland. De gezamenlijke vo- en mbo-scholen in Zeeland, gebundeld in deze stichting, proberen de reisbelangen van scholieren zo goed mogelijk te behartigen. Het doel van de stichting is het borgen en verbeteren van de kwaliteit van het openbaar (bus-)vervoer voor de betreffende scholieren in Zeeland. Het gaat hier om leerlingen die verder dan tien kilometer van hun school wonen, waardoor fietsen niet altijd een goed alternatief is. ● Stichting Zien ZIEN staat voor Zeeuws Initiatief Educatief Netwerk. Het is een samenwerkingsverband voor glasvezelverbindingen in de provincie Zeeland. Momenteel zijn er 104 partners, waaronder de ROC's, alle bibliotheken, alle scholen voor voortgezet onderwijs en een dertigtal basisscholen. Kwaliteitszorg Het Calvijn College staat voor de kwaliteit van het werk en is daarom actief bezig met kwaliteitszorg. Uitgangspunt voor onze kwaliteitszorg is dat ieder verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het werk of het project waarvan hij of zij eigenaar is. De kwaliteitscoördinator ondersteunt, stimuleert en faciliteert hierbij. Om de kwaliteit van het onderwijs steeds te ontwikkelen en te verbeteren, stelt het Calvijn College haar personeel in de gelegenheid zich te laten scholen. Ook door in de school personeel op te leiden hebben we invloed op de kwaliteit van (toekomstige) medewerkers. Scholen op de kaart De website www.scholen op de kaart.nl biedt steeds meer informatie voor intern gebruik in de vorm van te downloaden rapporten. Zo is bijvoorbeeld het rapport ‘Instroom vanuit basisonderwijs’ nieuw toegevoegd in 2015. Daarin is te vinden van welke basisscholen de leerlingen afkomstig zijn, met welk advies ze binnenkomen en een vergelijking na drie jaar voortgezet onderwijs met dat advies. Zitten de leerlingen op het ingeschatte niveau of erboven/eronder? Juist deze overzichten verhelderen de samenwerking met vooral het reformatorisch primair onderwijs in onze regio. Collegiale visitatie Er heeft geen visitatie plaats gevonden in het verslagjaar. De druk die uitging van een visitatie was bijzonder groot zodat er eerst gezocht moest worden naar een light versie van visiteren. De werkgroep die daar mee bezig is geweest heeft daar een goede vertaalslag met behoud van kwaliteit weten te maken zodat we verwachten dat in het komende jaar er weer verder gegaan kan worden met het visiteren binnen de groep van reformatorische scholen. Dat er als gevolg van het denken over visitaties ook een traject is ontstaan dat nu loopt van het visiteren van raden van toezicht stemt tot tevredenheid juist omdat we de ervaring van de kwaliteitswinst ook al in de scholen hebben opgedaan. Kennisdeling van kwaliteitszorg Kennisdeling op het gebied van kwaliteitszorg vindt plaats in de landelijke kwaliteitskring van de reformatorische scholen. De vergaderingen zijn bedoeld om elkaar op de hoogte Pagina | 15
te houden van de laatste ontwikkelingen en na te denken over de implementatie hiervan op school. Bovendien worden met elkaar (beleids)voorstellen uitgewerkt voor de bestuurders van de scholen. Tevens is er in Zeeland het kennisnetwerk van het Dienstencentrum Onderwijs (DCO). Ongeveer vier keer per jaar komen de leden van dit netwerk samen op een van de Zeeuwse scholen (vo, mbo en hbo) om elkaar te informeren over vraagstukken en ontwikkelingen. In 2015 heeft voor het eerst een studiemiddag plaatsgevonden, deels georganiseerd door het netwerk, waarbij diverse kwaliteitsgerelateerde onderwerpen aandacht kregen. Opleidingsschool Aan de Zeeuwse Academische Opleidingsschool kunnen studenten het pedagogischdidactische deel van hun opleiding volgen om docent te worden binnen het voortgezet en/of beroepsonderwijs. Elke locatie van het Calvijn College is opleidingslocatie van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool. Het Calvijn College, een van de initiatiefnemers van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool (ZAOS), leidt duale studenten op van verschillende opleidingsinstituten. In het schooljaar 2015/2016 zijn zes studenten hun praktische opleiding begonnen aan een opleidingslocatie van het Calvijn College. Bij de start van het schooljaar had de school in totaal vijftien duale studenten. Breed aanbod duale trajecten Er zijn in 2015 vijf duale studenten (derdejaars) aangenomen op het Calvijn College als beginnend docent. Tevens zijn duale studenten ingezet voor verschillende onderwijskundige taken binnen de school, zoals huiswerkbegeleiding, excursies, onderzoek en leerlingbegeleiding. Naast voltijd duale studenten mag de ZAOS ook zijinstromers en in deeltijd studerende docenten opleiden. Zij volgen hun pedagogischdidactische opleiding in Zeeland, waardoor er minder reistijd voor de docent en minder lesuitval voor de leerlingen is. Identiteit Bij het met studenten nadenken over onderwijs gaan we als Calvijn College uit van het principe dat de leerweg onderdeel van de levensweg is, die we willen gaan overeenkomstig Gods beloften en geboden (Verboom, 2005). Het leven hier en nu staat voor ons in het perspectief van Gods toekomst. Het onderwijs komt hiermee in het licht te staan van de bede uit de Morgenzang: ‘Dat wij ons ambt en plicht, o HEER, getrouw verrichten tot Uw eer’. Daarom is er voor studenten van het Calvijn College een leerlijn identiteit ontwikkeld. Met deze leerlijn, de voortgangsgesprekken en de begeleiding op de locaties willen we aandacht geven aan onderwijs in christelijk perspectief. Identiteitsontwikkeling van de student staat centraal, om studenten goed voor te bereiden op hun toekomstige beroep. Zie voor meer informatie over de Zeeuwse Academische Opleidingsschool www.docentinzeeland.nl. Communicatie Communicatie houdt zich bezig met thema’s als DNA en reputatie, profileren, adviseren, verbinden van binnen- en buitenwereld en inspringen op dingen die spelen buiten de organisatie.
Pagina | 16
-
Schoolprofilering In 2015 is een profielschets van de school, waarvoor eerder gesprekken met management, personeel en leerlingen hebben plaatsgevonden, aan de locatiemanagementteams voorgelegd. Na gesprek met enkele lmt’s is besloten een compacte versie van het stuk voor te leggen aan het mt. Naderhand heeft het bureau G2O in het kader van het traject naar een nieuwe huisstijl een vervolgonderzoek uitgevoerd naar het DNA van de school. Dit onderstreepte de uitkomsten van ons onderzoek en maakte duidelijk dat we in de positionering meer accent mogen leggen op het aspect van ‘relatie’, ‘samen’, ‘verbondenheid’. De merkessentie werd: ‘Op het Calvijn College voelen we ons als christenen verbonden. We mogen allemaal zijn wie we zijn. Daarom helpen we elkaar te groeien op de manier die bij ons past.’ Begin 2016 zullen we een update van de profielschets voorleggen aan het mt en een plan neerleggen voor interne en externe branding. Belangrijk om de boodschap binnen en buiten de school zichtbaar te maken, naar alle stakeholders (dus ook bijvoorbeeld in werving & selectie).
-
Huisstijlrestyling Een belangrijk project in 2015 was de huisstijlrestyling. Het huidige logo gaat al ruim twintig jaar mee. Essentiële vraag was: in hoeverre slaagt de huisstijl erin iets te laten zien van ons DNA? In samenwerking met een resonansgroep huisstijlrestyling, waarin leerlingen, ouders, personeelsleden en management vertegenwoordigd waren, is gekomen tot de keuze voor een nieuwe huisstijl. Na een kennismakingsronde met vijf bureaus en een pitch met drie bureaus, waarbij huisstijlvoorstellen zijn gepresenteerd op basis van onze profielschets, is gekozen voor een voorstel van G2O uit Ochten. De introductie van de nieuwe huisstijl is verschoven naar start schooljaar 2016-2017. Dit in verband met een vervolgonderzoek naar het DNA van de school, dat G2O op prijs stelde. Tijdens de schoolbrede bezinningsdag voor personeel in januari 2016 is het logo alvast gepresenteerd aan personeel, waarbij ook feedback is gegeven.
-
Naar een nieuwe website Met internetbureau Nedbase uit Middelburg zijn we een traject gestart naar een nieuwe website. Factoren die hieraan ten grondslag liggen, zijn gebruiksvriendelijkheid van het beheersysteem, het aanbieden van een ‘responsive’ versie van de website (geschaald naar smartphones en tablets), het nog doelgroepgerichter inrichten van de website en meteen ook integreren van de nieuwe huisstijl. Een van de eerste onderdelen in dit project was een workshop met doelgroepen van de website. Die leverde veel bruikbare input voor een doelgroepgerichte invulling van de website. In het verslagjaar zijn verder compacte teksten verzameld over locatiespecifieke bijzonderheden, om de locaties meer karakter te geven op de site.
-
Digitalisering: publieksjaarverslag en schoolgids In 2015 is besloten het publieksjaarverslag en de schoolgids te gaan aanbieden op een online platform op onze website. De samenvatting voor personeel en ouders zullen we wel blijven drukken. Van de schoolgids zal een zeer compacte versie gedrukt worden. Mensen vinden het steeds vanzelfsprekender dat informatie online wordt aangeboden in plaats van tastbaar. Informatie is door middel van een zoekfunctie snel te vinden. Tevens levert deze switch op lange termijn een forse kostenbesparing op. Voornemen voor 2016 is al het drukwerk langs te lopen op de volgende factoren: keuze middel in relatie tot doel en doelgroep, compact communiceren, beleving en digitalisering. Streven is van folders/brochures een Pagina | 17
compacte flyer uit te geven waarbij voor uitgebreidere info wordt doorverwezen naar de website. -
Bladen Een team communicatiestudenten van de Christelijke Hogeschool Ede is aan de slag gegaan met een tevredenheidenquête over het personeelsblad. Aan de hand van de uitslag willen we de doelgroepgerichtheid van het blad optimaliseren. Verder is in 2015 geprobeerd een redactie op te richten voor de bladen personeelsblad en Calvijn Contact. Streven is per locatie een redactielid te hebben die face-to-face interviews kan afnemen en sfeerverslagen kan schrijven. Vooralsnog is er weinig respons gekomen op de oproep.
-
Interne communicatie In 2015 heeft een onderzoek interne communicatie plaatsgevonden om scherp te krijgen welke slagen we kunnen maken op het gebied van structuur en cultuur. Onderzoeksvraag: ‘Hoe kan de interne communicatie zodanig vormgegeven worden dat besluiten worden gedragen en op tijd worden uitgevoerd met als gevolg dat de motivatie van medewerkers en de kwaliteit van de organisatie toeneemt?’ Het onderzoek is afgebakend tot locatie Goes onderbouw en vmbo. Communicatiestudenten van de Christelijke Hogeschool Ede hebben diepte-interviews afgenomen, locatiebreed geënquêteerd en deskresearch gedaan. Het leverde veel concrete adviezen op, die meegenomen zijn door de locatiedirectie. Afdeling Communicatie kan adviserend/faciliterend optreden in issues op het vlak van interne communicatie. Voornemen voor 2016 is hierin een slag te maken.
-
Rol communicatieafdeling Een belangrijke rol van de communicatieafdeling is die van vraagbaak voor advies/ondersteuning, collega’s adviseren ten aanzien van communicatievraagstukken waar zij voor staan, bijvoorbeeld bij veranderingen. Deze coachende rol ontwikkelt. Dit past in een tijd waarin de traditionele zender/ontvangerverhouding van de organisatie tot haar omgeving plaatsmaakt voor een werkelijkheid waarin communicatie iets van ons allemaal is. In 2016 wil de afdeling in dit kader meer het contact zoeken met panels die voorhanden zijn, zoals de mr-geledingen van leerlingen, ouders en personeel. In 2016 zullen we een nieuwe wervingscampagne neerzetten, gericht op groep 8-leerlingen. In het verlengde hiervan past ook het adviseren ten aanzien van de inrichting van de open dag.
Contact met de pers De school kreeg in 2015 weer relatief veel positieve media-aandacht. Veel publiciteit had betrekking op gewonnen wedstrijden. Van tijd tot tijd benaderde de afdeling Communicatie media met een persuitnodiging of –bericht. Ook kwam het weer regelmatig voor dat media de school op eigen initiatief benaderden. Doelgroepen Communicatie met leerlingen We informeren leerlingen via docenten, prikborden, intercom, schoolkrant (die op twee locaties wordt uitgegeven), Magister en website.
Pagina | 18
Communicatie met ouders Ouders ontvingen in 2015 weer viermaal het full colour magazine Calvijn Contact. Daarin kwamen onderwerpen aan de orde als onderwijsontwikkelingen en activiteiten van leerlingen, variërend van excursies tot het winnen van prijzen. Het hoofdartikel deed steeds verslag van een diepte-interview, dat doorgaans betrekking had op de identiteit van de school. Ongeveer gelijktijdig met Calvijn Contact ontvingen ouders een emailnieuwsbrief met locatie specifiek nieuws. De locatie Krabbendijke Appelstraat brengt een andersoortige nieuwsbrief uit, die frequenter verschijnt. Aan het begin van het schooljaar werd de schoolgids verstrekt. Er verschenen weer diverse nieuwsbrieven, folders en brochures voor specifieke doelgroepen. Verder informeren we ouders uiteraard via e-mail, brieven en de website. Communicatie met personeel De informatievoorziening naar personeelsleden krijgt, naast overlegvormen en interne email, vooral vorm via het mededelingenbord in de personeelskamer, wekelijkse locatienieuwsbrieven, het personeelsweb en het schoolbrede personeelsblad, dat in 2015 vijfmaal verscheen. In het blad stellen nieuwe collega’s zich voor, verschijnt nieuws van afdelingen en worden onderwijsontwikkelingen besproken. Communicatie met kerken De adviesraad van kerken is twee keer bijeen geweest. Daarnaast is het blad School en kerk tweemaal verschenen, dat kerkenraden informeert over schoolontwikkelingen. In juni werd de jaarlijkse bijeenkomst met kerkenraden gehouden. Betrekken door medezeggenschap De school neemt haar doelgroepen en belanghebbenden graag serieus. We willen niet alleen informeren maar ook betrekken. Ouders, leerlingen en personeelsleden krijgen medezeggenschap in het beleid van de school. Via de schoolbrede medezeggenschapsraad, pmr (personeelsgeleding medezeggenschapsraad) en de leerlingenraad. Daarnaast zijn er de lokale geledingen: lokale leerlingenraad, ouderadviesraad en lokale personeelsgeleding. Klachtenafhandeling Onze school heeft een klachtenregeling. Deze is er zowel voor ouders als voor personeel. Wanneer een klacht niet in goed overleg met de directbetrokkene kan worden opgelost, wordt de klacht behandeld volgens deze regeling. Dit kan uitmonden in een officiële klacht bij de klachtencommissie. In 2015 is geen enkele klacht ingediend bij deze commissie. Binnen de school fungeren twee personen als vertrouwenspersoon klachtenregeling. In de loop van 2015 heeft mw. P.J. van Duijn-de Vries haar taak overgedragen aan mw. M.E. Kole-de Koster. Zij heeft de taak sinds de zomervakantie op zich genomen en voert deze nu uit samen met de heer W.J. Klaassen.
Pagina | 19
Klachten die de vertrouwenspersonen klachtenregeling behandelen, gaan over: • Gewone omgang. Denk aan een conflict. • Ongewenste omgang. Denk aan seksuele intimidatie. Dat is gedrag dat ervaren wordt als ongewenste seksueel getinte aandacht: verbaal, non-verbaal of fysiek. Niet de bedoéling is daarbij richtinggevend, maar hoe het gedrag ervaren wordt. • Agressie. Denk aan pesten, roddelen, negeren, sociaal isoleren. De gevolgen zijn ingrijpend: hoog ziekteverzuim, werkverzuim, gevoel van onbehagen en stress. De vertrouwenspersoon geeft advies aan degene die de klacht indient en denkt mee over eventueel te nemen stappen. Ook doet hij of zij aanbevelingen aan de school uit oogpunt van preventie, eigen waarneming en gesprekken met collega’s. Voor klachten over aan beleid gerelateerde zaken dient contact opgenomen te worden met het management. Klachten in 2015 Er zijn dit jaar diverse klachten bij de vertrouwenspersonen klachtenregeling binnengekomen, onder andere betreffende ongewenste omgangsvormen en conflicten. Er zijn aanbevelingen gedaan aan de school en er zijn verschillende gesprekken gevoerd en maatregelen genomen om de zaken naar tevredenheid op te lossen. In de meeste gevallen is de situatie aantoonbaar verbeterd. Er zijn geen klachten door docenten of ouders ingediend bij de klachtencommissie.
Pagina | 20
Financiële situatie op balansdatum Het netto resultaat van de Stichting Calvijn College over 2015 bedraagt 76.000 euro positief, (2014: € 87.000 negatief). Begroot was een positief resultaat van € 415.800. Als gevolg van de resultaatverwerking is er sprake van een toename van het eigen vermogen, namelijk van € 5.325.000 tot € 5.402.000. Onderstaande worden de kengetallen weergegeven:
Kengetallen Solvabiliteitsratio 1 Solvabiliteitsratio 2 Current ratio Rentabiliteit gewone bedrijfsvoering Rijksbijdragen OCW in % totale baten Personeelslasten in % rijksbijdragen Personeelslasten in % totale baten Weerstandsvermogen in % totale baten Kapitalisatiefactor Te verdelen in: ● Financieringsfunctie ● Transactiefunctie ● Financiële buffer
>30% >0,5-<1,5
2015 51% 59% 1,17
2014 52% 58% 1,13
Realisatie 2013 57% 62% 1,38
0%-5%
0,27%
-0,32%
2,16%
0,78%
-1,78%
86,45%
85,37%
84,79%
84,29%
84,32%
<95,00%
90,80%
90,72%
89,17%
91,04%
93,33%
<90,00%
78,50%
77,44%
75,61%
76,74%
78,69%
>10-<40% <35,00%
18,88% 32,95%
19,35% 33,52%
19,85% 31,83%
18,84% 33,05%
18,88% 32,39%
n.v.t. n.v.t. 5,00%
16,95% 15,24% 0,76%
17,07% 15,71% 0,74%
15,16% 13,18% 3,49%
16,63% 15,01% 1,41%
17,42% 14,09% 0,88%
Norm
2012 52% 58% 1,15
2011 54% 60% 1,10
Solvabiliteit De solvabiliteitsratio geeft de mate aan, waarin de school op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen solvabiliteitsratio 1 (eigen vermogen ten opzichte van totaal vermogen) en solvabiliteitsratio 2 (eigen vermogen plus voorzieningen ten opzichte van totaal vermogen). Deze laatste wordt door de Inspectie gehanteerd. De uitkomst geeft aan in hoeverre gebruik gemaakt is van vreemd vermogen voor de financiering van de activiteiten van de school. De ratio ligt ultimo 2015 nagenoeg in lijn met 2014. De waarde ligt nog steeds ruim boven de door het Ministerie van OCW gehanteerde ondergrens. Deze ondergrens is met ingang van 2013 verhoogd van 20% tot 30%. Dit betekent concreet, dat bij een school die voor 70% of meer met vreemd vermogen gefinancierd is, onderzocht zal worden of de financiële continuïteit in gevaar komt. Dit kengetal beweegt zich boven de door het ministerie gehanteerde grens. Liquiditeit Binnen de school wordt het liquiditeitenbeheer centraal uitgevoerd, om kosten en risico’s met betrekking tot liquiditeiten te minimaliseren en opbrengsten te maximaliseren. De liquiditeit van een organisatie kan worden bepaald aan de hand van de current ratio. Dit kengetal wordt hier berekend door het totaal van de korte termijn vorderingen, beleggingen Pagina | 21
en de liquide middelen te delen door alle korte termijn verplichtingen. De current ratio ultimo 2015 bedraagt 1,17 ( 2014: 1,13) Deze ratio ligt de laatste vijf jaren steeds rond deze waarde, met een kleine uitschieter in 2013. De commissie Don hanteert voor de current ratio een ondergrens van 0,5 en een bovengrens van 1,5. Calvijn College voldoet daarmee op 31 december 2015 aan deze signaleringsgrenzen. Rentabiliteit De rentabiliteit gewone bedrijfsvoering geeft aan of baten en lasten in evenwicht zijn. Deze ratio wordt berekend als het netto resultaat gedeeld door het totaal van de baten. Het ministerie houdt een bovengrens aan van 5%. Een hogere rentabiliteit duidt op een te voorzichtig bestedingspatroon. Een negatieve uitkomst kan, als er geen maatregelen genomen worden, op termijn het voortbestaan van de school in gevaar brengen. Na een negatief resultaat in 2014 kon in 2015 weer een positief resultaat gerealiseerd worden. Elders in dit verslag wordt in een continuïteitsparagraaf gekeken naar toekomstige ontwikkelingen. Daar wordt ook ingegaan op de resultaatverwachtingen. Rijksbijdragen in % totale baten Uit de berekening van de rijksbijdragen OCW in % totale baten blijkt hoezeer de school afhankelijk is van de financiering door het rijk, te meer als bedacht wordt dat sinds 2009 het rijk de bekostiging van lesmateriaal betaald (2015 € 973.000; 2014 € 930.000). Deze bedragen worden door de school niet onder rijksbijdragen maar onder het leermiddelenfonds verantwoord. Als deze bedragen meegenomen worden, bedraagt deze ratio voor 2015 89,85% (2014 88,7%). Personeelslasten in % rijksbijdrage / in % totale baten Uit een notitie van november 2013 ('Financieel continuïteitstoezicht per 1 september 2013') blijkt dat de inspectie nog twee andere indicatoren gebruikt voor de financiële risicoanalyse, namelijk personeelslasten in % rijksbijdrage en personeelslasten in % totale baten. Deze ratio’s zijn eveneens in bovenstaand overzicht opgenomen. Zij blijken zich ruim onder het kritieke maximum te bewegen. In de jaarrekening worden zowel onder de baten als onder de lasten forse bedragen aan nevenactiviteiten afzonderlijk en niet gesaldeerd opgenomen. Ook als die nevenactiviteiten uit de totale baten geëlimineerd worden, blijft de laatste ratio met circa 85% ruim onder de grens van 90%. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt berekend door het eigen vermogen uit te drukken als percentage van de totale baten inclusief de financiële baten. Te hoge reserves kunnen duiden op spaargedrag, te lage reserves op zorgeloos bestedingsgedrag. Er werd door het Ministerie van OCW als vuistregel een ondergrens van 10% en een bovengrens van 40% aangehouden, met de kanttekening dat in alle gevallen een toelichting gewenst is. Sinds 2009 wordt gewerkt met de, hieronder toegelichte, kapitalisatiefactor. Jaarlijks wordt in januari het risicoprofiel gemeten. Bij de berekening van januari 2015 bleek de school een gemiddeld risicoprofiel te hebben, waarvoor intern een ondergrens voor het weerstandsvermogen is vastgesteld van 10%. Het weerstandsvermogen van de school beweegt zich de achterliggende jaren rond de 20%. Door negatieve resultaten in de jaren 2009 tot en met 2011 was er sprake van een daling: van 24,25% eind 2008 tot 18,88% eind 2011. 2012 bleef ongeveer gelijk op 18,84%. In 2013 trad een stijging op tot 19,85%. Eind 2014 was het percentage met een halve procentpunt gedaald tot 19,35%. Ondanks de positieve realisatie is het kengetal Pagina | 22
gedaald tot een waarde van 18,88%. Oorzaak hiervan is met name de stijging van de totale baten (met krap 4%). Als de hierboven genoemde nevenactiviteiten ook voor deze ratio geëlimineerd worden uit de totale baten, komt het weerstandsvermogen eind 2015 uit op 20,4% (eind 2014 20,9%). Het streven blijft om het geld in te zetten voor het doel waarvoor het ontvangen is, namelijk goed onderwijs. Continuïteit Met het oog op de gewenste continuïteit is een financiële buffer noodzakelijk om o.a. onderstaande risico’s te kunnen opvangen: Personele risico’s De school is eigenrisicodrager voor vervanging bij ziekte en voor de WGA/WIA. Door toename van ziektegevallen neemt dit risico toe. Inmiddels is hiervoor een verplichtingenvoorziening gevormd van circa 234.000 euro. Daarnaast is er nog een volgend punt van belang: Met een redelijk jong personeelsbestand is een stuk reserve nodig om de toekomstige vergrijzing op te vangen. Risico’s bedrijfsvoering Instabiliteit bekostiging veroorzaakt door o.a. fluctuaties leerlingen, verhoudingen, daling leerlingen PRO/LWOO en veranderende verhoudingen binnen het type leerling. Politieke risico’s Eén van de grootste risico’s is misschien wel de politieke instabiliteit op verschillende fronten. Het huidige kabinet heeft een zittingsduur tot maart 2017. Bij een volgend kabinet kunnen de keuzes er weer heel anders uit zien. Een nieuwe en/of gewijzigde manier van bekostiging kan snel leiden tot minder inkomsten. Ook blijft ruimte nodig om te investeren in voorzieningen die partieel bekostigd worden, maar waarvoor de overheid haar wettelijke verplichtingen voor lokale medefinanciering (tot nu toe) niet of gedeeltelijk nakomt. Verwacht wordt dat de gevolgen van overheidsmaatregelen in de nabije toekomst meer en meer merkbaar zullen worden, waardoor tekorten in de exploitatie niet ongebruikelijk zullen zijn. Ook daarvoor is een zekere buffer noodzakelijk. Onderhoudsrisico’s Als het gaat om grote onderhoudslasten bestaat er een risico op onverwachte lasten. In de loop van 2016 zal er een update plaatsvinden van de meerjaren-onderhoudsbegroting om dit risico beter te kunnen beheersen.
Pagina | 23
Risicotabel In onderstaande tabel zijn de voornaamste risico’s en onzekerheden beschreven alsmede de maatregelen ter beheersing van deze risico’s. Verder verwijzen wij naar het geactualiseerde uitgebreide risicoprofiel van januari 2016. Hierbij zijn opnieuw de risico’s tegen het licht gehouden en hebben we geen risico’s geconstateerd waar geen passende maatregelen tegenover zouden kunnen staan om de gevolgen beheersbaar te maken. Wel is op basis van de richtlijnen een voorziening getroffen voor de verplichtingen op basis van de uitspraken van het UWV inzake langdurige verplichtingen in de betekenis van medefinanciering van een uitkering. De risicobereidheid wordt jaarlijks geherijkt en moet passen binnen het waarborgen van de financiële continuïteit. Risico Bestuurlijk / Strategisch Maatregelen die door de overheid opgelegd worden die de betaalbaarheid aantasten (o.a. de cao) Betaalbaarheid van het onderwijs in Zeeland; het is noodzakelijk dat de politiek mee beweegt, met name ten aanzien van huisvesting Mutaties leerlingaantal en we geen passende formatie hebben (te veel of te weinig docenten of niet de juiste kwaliteit) Operationeel Ontwikkeling en borging van kwaliteit
Kans
Beheersmaatregel
Gevolg
Groot
Agenderen bij de VO-Raad
Zeer groot
Bereikbaarheid van de school Betaalbaarheid van de openbaar vervoersvoorzieningen. Personeel Langdurig ziekteverzuim
Gemiddeld Onderhouden van contacten, het in kaart laten brengen van de noodzaak van vernieuwde huisvesting etc. , aantrekkelijkheid gebouwen Gemiddeld - vergroten flexibele schil personeel, - formatieplan - meerjarige personeelsplanning
Groot
Gemiddeld - Strategisch beleidsplan - PDCA-cyclus, kwaliteitsbeleid - Professionalisering personeel -
Gemiddeld
Groot
Groot
Groot
Door samenwerking in Stichting Scholierenvervoer Zeeland wordt de maximale beïnvloeding van het aanbod geborgd. -
Voorziening gevormd Verzuimbegeleiding Maandelijkse monitoring
Gemiddeld tot laag gelet op de leerlingprognose
Gemiddeld
Pagina | 24
De kapitalisatiefactor Vanuit de door minister Plasterk ingestelde Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (“commissie Don”) is het kengetal kapitalisatiefactor in de VO-sector geïntroduceerd. Doel hiervan
was te komen tot een optimale financieringsstructuur voor onderwijsinstellingen, gegeven de huidige verantwoordelijkheidsverdeling tussen rijk en instelling en gegeven de financieringssystematiek en –omvang. Het kengetal kapitalisatiefactor laat zien of een instelling te veel kapitaal aanhoudt voor zijn (onderwijs)activiteiten. De kapitalisatiefactor wordt berekend door van het balanstotaal van een instelling de bedragen voor gebouwen en terreinen af te trekken en het dan overblijvende bedrag te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Als de kapitalisatiefactor boven een bepaalde signaleringsgrens uitkomt, zou dat erop kunnen wijzen dat het bestuur te veel kapitaal aanhoudt voor zijn onderwijsactiviteiten. De bovengrens van deze kapitalisatiefactor (voor grote schoolbesturen) bedraagt 35%. Ultimo kalenderjaar 2015 bedraagt de kapitalisatiefactor binnen het Calvijn College 32,95% ( 2014: 33,52%). De school blijft zo opnieuw onder de signaleringsgrens. De kapitalisatiefactor bestaat uit drie onderdelen, elk met een functie waarvoor middelen nodig zijn:
Financieringsfunctie De financieringsfunctie betreft de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te zijner tijd te kunnen vervangen. Het percentage voor de vervangingswaarde is voor grote schoolbesturen in het VO gesteld op 50%. De procentuele financieringsfunctie wordt berekend door 50% van de boekwaarde van de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Ultimo kalenderjaar 2015 bedraagt de financieringsfunctie 16,95% (2014: 17,07%)
Transactiefunctie De transactiefunctie betreft de middelen die moeten worden aangehouden om aan de kortlopende schulden te voldoen. De transactieliquiditeit wordt berekend door het bedrag van de kortlopende schulden te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. Ultimo kalenderjaar 2015 bedraagt de transactieliquiditeit 15,24% ( 2014: 15,71%).
Bufferfunctie De financiële buffer is het resterende deel van de kapitalisatiefactor en is bedoeld voor het opvangen van bijvoorbeeld terugloop in leerlingaantallen, financiële gevolgen van arbeidsconflicten, instabiliteit in de bekostiging en onvolledige indexatie van de bekostiging. Ultimo 2015 0,76% ( 2014: 0,74%) Voor grotere schoolbesturen in het VO geldt voor de financiële buffer een bovengrens van 5%. Hier wordt aan voldaan. Voor de transactie- en financieringsfuncties gelden geen normeringen. De hoogte van de financiële buffer ontstaat door de transactie – en financieringsfunctie in mindering te brengen op de kapitalisatiefactor.
Pagina | 25
Algemeen De commissie Don adviseert om het weerstandsvermogen niet langer als sturingsgetal te gebruiken, maar in plaats daarvan een ondergrens aan de solvabiliteit (30%) en een bovengrens aan de kapitalisatiefactor (35%) te stellen. Binnen Calvijn College blijft echter gestuurd worden op weerstandsvermogen, mede vanwege de helderheid van het kengetal en de toepasbaarheid op individuele scholen. Voor onze school wordt daarnaast ook gestuurd op solvabiliteit.
Gang van zaken gedurende het verslagjaar Vergelijking resultaat met begroting Het werkelijke netto resultaat over 2015 is € 339.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door het saldo van diverse positieve en negatieve afwijkingen. Eén daarvan is de dotatie aan de voorziening WGA/WIA ter hoogte van € 234.000 euro. Wanneer deze wordt gecorrigeerd blijft een afwijking over van € 105.000 euro. Aan de batenkant geldt dat er meer inkomsten gerealiseerd zijn vanuit de rijksbijdragen (o.a. als gevolg van indexatie bekostiging maar ook als gevolg van hogere toekenning voor subsidie lerarenbeurs). De personeelslasten zijn, ten gevolge van een toename van de kosten en ook vervangingskosten meer gestegen dan bij de begroting was berekend. Opvallend is verder nog de lagere realisatie van de huisvestingslasten (o.a. als gevolg van minder uitgaven inzake energie). In de overige lasten nevenactiviteiten zit eveneens een afwijking, die deels wordt gecompenseerd door de hogere overige baten nevenactiviteiten. Kasstroom Zoals uit het kasstroomoverzicht blijkt, zijn de liquide middelen in het kalenderjaar min of meer gelijk gebleven: een daling met € 94.000 tot € 3.798.000, ofwel een daling van 2,4%. Treasurybeleid Het treasurybeleid is vastgelegd in een treasurystatuut. Hierin is geformuleerd welke beleggingen zijn toegestaan. Hiervoor is aansluiting gezocht bij de regels die het Ministerie van OCW voorschrijft. In het jaar 2013 was de effectenportefeuille reeds te gelde gemaakt. Vooruitlopend daarop was in 2012 een klein gedeelte van de vrijkomende middelen op een deposito met een looptijd van zeven jaar geplaatst. Alle andere middelen, die tijdelijk niet nodig zijn, worden naar een VermogenSpaarrekening overgeboekt. Ook is eind 2015 een begin gemaakt met het opnieuw vormgeven van het cash-management en het beperken van het aantal bankrekeningen. Prestatiebox Voortgezet Onderwijs De Kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs is in 2012 vervangen door de Regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs. In het kader van deze regeling betaalde het ministerie een bedrag van € 26 per leerling alsmede van € 66 per leerling in het vierde tot en met zesde leerjaar vwo. In totaal was dat voor 2012 een bedrag van € 347.000. In 2013 zijn de bedragen per leerling verhoogd tot respectievelijk € 146 en € 246, waardoor het subsidiebedrag voor 2013 uitkomt op € 468.000. Voor 2014 kwam het subsidiebedrag uit op € 475.000. Ultimo 2015 bedraagt de bijdrage € 185 per leerling, totaal gaat het om circa € 583.000. Pagina | 26
Hiervoor zijn de volgende speerpunten benoemd: professionalisering van leraren en schoolleiders; opbrengstgericht werken; beter presteren en ambitieuze leercultuur; bèta en techniek; excellentie en hoogbegaafde leerlingen. Net als bij de kwaliteitsagenda is er sprake van een sterke overlap tussen onze eigen doelen en de doelen uit de prestatiebox. Daarom hebben wij deze middelen mede ingezet als ontwikkelingsgelden in de school. Direct dan wel indirect bekostigen wij daarmee het realiseren van genoemde doelen. Vervoer Ook in het jaar 2015 is de abonnementsverkoop uitgevoerd door de Stichting Scholierenvervoer Zeeland. Deze Stichting neemt collectief abonnementen af van Connexxion, waarna deze doorgeleverd worden aan de participerende scholen. Als gevolg van deze collectieve aanschaf wordt een korting ontvangen, die ten gunste komt van de ouders. Daar staat tegenover dat het Calvijn College een opslag hanteert van € 8 per abonnement ter bestrijding van de door de school gemaakte kosten. Dank zij de bijdragen van kerkenraden kon het door het bestuur ingestelde maximumbedrag per leerling en per gezin voor een groot deel gedekt worden. Er werd in het verslagjaar een negatief resultaat geboekt van € 16.000. Het saldo van het vervoersfonds bedraagt hierdoor per 31 december 2015 € 38.700 negatief. Leerling-ontwikkelingen Het leerlingaantal is per 1 oktober 2015 gedaald van 3.156 tot 3.140. Op basis van de thans bekende cijfers wordt verwacht dat het leerlingaantal in de komende jaren op krap 3200 leerlingen zal uitkomen. De thans aanwezige gebouwencapaciteit knelt vooral op de locatie Goes. Voor deze locatie is het gesprek met de gemeente aangegaan voor tijdelijke huisvesting voor een periode van ten minste vijf jaar. De spreiding van leerlingen over de locaties en onderwijssoorten is zodanig, dat er geen plannen zijn om bestaande opleidingsroutes niet meer aan te bieden, hetzij schoolbreed, hetzij op de huidige locaties. Personele ontwikkelingen Het aantal ingezette fte's is in het verslagjaar gestegen gelijk gebleven aan 2014, totaal 333 fte. Daarbij is de onderverdeling tussen de functiecategorieën directie, onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel ook gelijk gebleven. Ultimo 2015 zijn er geen nieuwe mensen ingestroomd in de WGA, waarmee het aantal op 2,46 fte blijft.
Pagina | 27
Continuïteit Personele bezetting en aantal leerlingen De verwachte ontwikkelingen in aantal leerlingen en, daarmee samenhangend, de personele bezetting ziet er voor de komende jaren als volgt uit: Realisatie Prognose 2016 Aantallen per 31 december 2015 2017 Aantal leerlingen 3140 3165 3142 Personele bezetting in fte Directie Onderwijsgevend personeel Onderwijsondersteunend personeel Totaal personele bezetting in fte
8,0 240,8 84,6 333,4
8,0 240,8 84,6 333,4
8,0 240,8 84,6 333,4
2018 3123
8,0 240,8 84,6 333,4
Het aantal leerlingen blijft min of meer stabiel op een aantal van ruim 3100. Dit is gebaseerd op de laatste verkenning Formatieplan 2016/2017. Daarmee is het verloop significant afwijkend van het verloop bij andere VO-scholen in de regio. Het aantal personeelsleden voor de komende jaren is een niet onderbouwde schatting. Op dit moment verwachten wij dat dit aantal niet ingrijpend zal dalen. Meerjarenbegroting De prognose van het resultaat voor de komende jaren geeft het volgende beeld:
Staat / raming van baten en lasten (x € 1.000) Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Netto resultaat
Realisatie 2015
2016
Prognose 2017
2018
24.734 806 3.025 28.565
24.585 777 2.859 28.221
24.918 775 2.891 28.583
25.239 784 2.928 28.950
22.458 1.012 1.576 3.489 28.535
22.420 1.075 1.684 3.365 28.543
22.428 1.104 1.720 3.357 28.609
22.643 1.166 1.757 3.392 28.958
30 46 76
-322 65 -256
-26 62 36
-8 63 55
Pagina | 28
Bij de prognose van het resultaat is rekening gehouden met een min of meer gelijkblijvend leerlingenaantal. In de begroting zijn een aantal maatregelen gecalculeerd, wat met name betrekking heeft op vermindering van de materiële lasten. De personeelskosten zijn mede afhankelijk van het aantal leerlingen. In de begroting is niet expliciet rekening gehouden met salarisverhogingen. Wel is rekening gehouden met de gebruikelijke jaarlijkse periodieken. In de begroting is geen rekening gehouden met grote investeringen, dan alleen vervangingsinvesteringen. De prognose van de balans ziet er als volgt uit, waarbij de doorrekening gebaseerd is op een concept balans, dit kan dus tot enige verschuivingen leiden:
Balans (x € 1.000) Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsfondsen privaat Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
Realisatie 2015 5.228 275 5.503
Prognose 2016 2017 5.088 4.955 250 250 5.338 5.205
2018 5.608 250 5.858
1.299 3.798 10.600
1.140 2.774 9.253
1.140 2.963 9.308
1.140 2.383 9.382
5.379 31 -8 5.402
4.787 323
4.817 328
4.864 336
5.110
5.145
5.200
841 4.357 10.600
549 3.594 9.253
568 3.594 9.308
587 3.594 9.382
In de prognose zijn de investeringen verwerkt, met het effect ervan op de liquide middelen. De mutaties in de voorzieningen zijn zo goed mogelijk ingeschat. Het resultaat is op de gebruikelijke manier verwerkt in het eigen vermogen. Er zijn geen andere mutaties in het eigen vermogen voorzien. De gebouwen zijn eigendom van de gemeenten (Goes, Tholen) of van de Stichting Beheer Schoolgebouwen (Middelburg, Krabbendijke). Er worden op dit moment gesprekken gevoerd met de gemeente Tholen over eventuele doordecentralisatie. Met de gemeente Middelburg wordt onderzocht in hoeverre het gebouw in Middelburg een grootschalige renovatie moet ondergaan en of dat ook invloed heeft op de verhouding school en gemeente als het om de huisvesting gaat. Er is nog nooit een beroep op de kapitaalmarkt gedaan voor de financiering van investeringen of activiteiten. Ook voor de toekomst wordt dit niet verwacht.
Pagina | 29
Conform het gestelde in het 'In Control Statement' zijn de risico's inzichtelijk gemaakt. Hiervoor wordt een model gebruikt waarin op 40 punten naar de risico's gekeken wordt. Hieruit komen de volgende belangrijkste risico's en onzekerheden naar voren: De differentiatie naar richtingen en het brede aanbod zorgen voor een versnippering van leerlingaantallen. Deze versnippering in de bovenbouw vmbo gt wordt voor de beroepsgerichte vakken verkleind door het invoeren van het intersectorale programma technologie. In het verlengde hiervan is er het risico van het in stand houden van 5 vestigingen, maar dit houdt verband met statutaire verplichtingen. Voor de bereikbaarheid van de school zijn wij sterk afhankelijk van het openbaar vervoer. Door de samenwerking in de Stichting Scholierenvervoer Zeeland wordt de maximale beïnvloeding van het aanbod geborgd. Het reizen op rekening voorziet voldoende in de behoefte van een toekomstbestendig product. Een toenemend aantal personeelsleden maakt gebruik van de WIA/WGA uitkering. Hiervoor is inmiddels een voorziening gevormd; Er wordt veel tijd en geld uitgetrokken voor scholing en onderzoek. De groeiende belangstelling voor het blijven leren in bijvoorbeeld master-opleidingen in het postuniversitair of post-hbo en het effect daarvan op de loonkosten moet in de gaten gehouden worden. De gemiddelde leeftijd van het College van bestuur ligt vrij hoog. Bij de benoeming van nieuwe functionarissen zal rekening gehouden moeten worden met de leeftijdsopbouw in het team van locatiedirecteuren. Op het gebied van automatisering signaleren wij de afhankelijkheid van een goed functionerend netwerk. De netwerkvernieuwing, die gerealiseerd is, moet de betrouwbaarheid voor een aantal jaren waarborgen. Aansluitend signaleren wij ook het risico van beveiliging tegen virussen en hackers. Een methode om echt alle risico's uit te sluiten is uitermate kostbaar, daarom wordt het huidige systeem van beveiliging (met naam/wachtwoord) niet aangepast. De zgn. firewalling is goed geregeld. Voor het gebouwen beheer geldt dat aandacht is voor de aantrekkelijkheid van de gebouwen. Voor Krabbendijke Kerkpolder is voor 2016 een investering voorzien, voor de locatie Middelburg is overleg gestart om in 2019 een renovatie uit te kunnen voeren. Door enkele functionarissen is een checklist frauderisico's ingevuld. Hieruit blijken geen bijzondere risico's. Samenvattend concluderen wij, dat er ten opzichte van andere scholen per saldo sprake is van een gemiddeld risico, waarvoor het aanwezige weerstandsvermogen als voldoende wordt beoordeeld. Vooruitblik Ondanks het feit dat onze school in de kern financieel gezond is moeten we de komende jaren scherp aan de wind varen. De bezuinigingen vanuit het samenwerkingsverband doen een stevige aanslag op de middelen voor leerlingenbegeleiding. Ook de vermindering van dekking vanwege prijsbijstellingen door de overheid, lonen en pensioenpremies zijn risico’s waar we rekening mee moeten houden. In de begroting 2016 zijn reeds maatregelen getroffen die vertaald moeten worden in de komende jaren.
Pagina | 30
In Control Statement Met het lidmaatschap van de VO-raad onderschrijft het College van bestuur de, in juni 2015 gepubliceerde, aangescherpte Code ‘Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. Daarmee erkent het College van bestuur, als bevoegd gezag van de Stichting Calvijn College, zijn verantwoordelijkheid dat: ●
de school tracht het best mogelijke onderwijs te leveren voor ieder kind, zodat ieder kind zoveel mogelijk in de gelegenheid is het maximale rendement uit zijn of haar mogelijkheden te halen;
●
de school zich inspant om zo goed mogelijke leerresultaten te bereiken;
●
omstandigheden aanwezig zijn waarbinnen leerlingen zich optimaal tot volwassen burgers kunnen ontwikkelen (burgerschapszin);
●
voor de medewerkers optimale omstandigheden worden gecreëerd om hun bijdrage aan deze processen te leveren (goed werkgeverschap);
●
er structuren zijn die maximaal garanderen dat de taakstellingen worden gerealiseerd en dat (op transparante wijze) verantwoording wordt afgelegd over de prestaties van de school.
In deze code worden criteria genoemd ten aanzien van horizontale verantwoording, professionaliteit en integriteit. Zoals uit de (ook in het publieksjaarverslag opgenomen) ‘Strategiekaart Calvijn College 2012-2014’ blijkt, zijn deze punten verankerd in het beleid van de organisatie. De scheiding tussen toezicht en bestuur is conform de code doorgevoerd met de instelling van een Raad van Toezicht in 2008. Daarmee is een onafhankelijk toezichtorgaan gecreëerd, dat integraal toezicht houdt. In het 'Algemeen profiel voor het personeel van het Calvijn College' zijn de normen en waarden en gedragsregels vastgelegd waar onze medewerkers zich aan dienen te conformeren. Daarnaast zijn er aparte codes voor bijvoorbeeld omgaan met vertrouwelijke informatie, gebruik (nieuwe) media, hulp bij ongeval, discriminatie e.a., melding van relatiegeschenken etc. Ook is er een formele klokkenluidersregeling, waarvoor een externe 'vertrouwenspersoon integriteit' is benoemd.
Pagina | 31
De interne risicomanagement- en controlesystemen zijn gebaseerd op het COSO-model, dat in 2013 is herzien. Dit is een managementmodel dat in de VS is ontwikkeld door The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission. Jaarlijks voert het College van bestuur een risicoanalyse uit. Daarvoor wordt al vele jaren een eigen model gebruikt. Met de publicatie van het ‘Model risicoprofiel’ door de VO-raad in oktober 2007 is het eigen model, waar nodig, aangepast. Mede op advies van de accountant is het eigen model recent uitgebreid met een component betreffende frauderisico's. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een checklist, waarmee mogelijke frauderisico's geïnventariseerd worden. Bij de jaarlijkse accountantscontrole wordt de administratieve organisatie en interne beheersing van risico's aan de hand van dit model beoordeeld. In het 'Accountantsverslag 2015' worden geen tekortkomingen in het systeem van interne beheersing gesignaleerd. Wel constateert de accountant dat het 'In Control Statement', dat in 2015 - evenals in 2013 en 2014 - bij de jaarstukken is gevoegd een uitstekend beeld laat zien van de interne beheersing binnen de onderwijsinstelling. In 2011 zijn alle kernprocessen beschreven en in stroomschema's (met behulp van Microsoft Office Visio) vastgelegd. Het College van bestuur heeft dit aangemerkt als een formele eerste audit. Vervolgens hebben de afdelingshoofden in de loop van 2012 beschreven hoe een en ander in de organisatie verankerd kan worden. Daarbij is tevens in een tijdschema vastgelegd wanneer welke nevengeschikte processen beschreven worden en wanneer welke processen middels een interne audit beoordeeld zullen worden. Hieraan is vervolgens in de daaropvolgende jaren uitvoering gegeven. Inmiddels zijn dan ook een groot aantal nevengeschikte processen beschreven. Ook zijn er verschillende processen geaudit. Het doen van interne audits is een voortgaande activiteit, die periodiek plaatsvindt. Het College van bestuur is naar beste weten, en gebaseerd op de uitkomsten van de specifieke aanpak voor de administratieve organisatie en interne beheersing met betrekking tot financiële verslaglegging, van oordeel dat het risicomanagement en de interne controle met betrekking tot de financiële verslaglegging over het jaar eindigend op 31 december 2015 effectief hebben gefunctioneerd en verklaart dat er geen indicaties zijn dat dit het komende jaar niet het geval zal zijn. Het College van bestuur bevestigt met redelijke zekerheid, dat de financiële verslaglegging vrij is van materiële onnauwkeurigheden of verkeerde voorstellingen van feiten. De financiële verslagen geven een getrouw beeld van de financiële situatie en de resultaten van de activiteiten van de organisatie en de vereiste toelichtingen daarop. Teneinde adequate en effectieve interne risicobeheersing en controle te waarborgen, zijn de interne processen zo veel mogelijk op elkaar afgestemd en afgedekt met geïntegreerde informatiesystemen. Deze systemen geven het College van bestuur een compleet beeld van alle transacties die in de organisatie zijn uitgevoerd en verstrekken gedetailleerde informatie over ontvangsten en uitgaven. De functionaliteit van deze systemen wordt voortdurend doorontwikkeld om de processen te ondersteunen en verder te verbeteren. Deze systemen voorzien met redelijke zekerheid in adequate informatie om vast te stellen in hoeverre de organisatie de
Pagina | 32
strategische doelstellingen realiseert en opereert binnen de grenzen van wet- en regelgeving. Systemen verkleinen - maar elimineren niet volledig - de kans op zwakke oordeelsvorming bij het nemen van besluiten, menselijke fouten, controleprocessen die opzettelijk worden ontweken door werknemers en derden, management dat controles buiten werking stelt en het zich voordoen van andere niet voorziene omstandigheden. Een andere beperkende factor is de afweging van kosten en baten van risico-beperkende maatregelen. Daarom biedt ook het interne risicobeheersings- en controlesysteem een redelijke maar niet een absolute zekerheid dat de organisatie niet gehinderd zal worden bij het realiseren van de doelstellingen of zich niet binnen de grenzen van het wettelijke en betamelijke zal gedragen. In dit verband betekent redelijke zekerheid een mate van verzekering die voor een voorzichtige bestuurder, gegeven de omstandigheden, bij het besturen van deze organisatie volstaat. In het licht van het voorgaande is het College van bestuur van mening dat voldaan wordt aan de vereisten van genoemde Code ‘Goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. Goes, 4 april 2016
A.J. Vogel voorzitter college van bestuur
J.C. de Waal lid college van bestuur
Pagina | 33
A 2. JAARVERSLAG Raad van Toezicht In dit jaarverslag leggen wij als Raad van toezicht verantwoording af over de uitoefening van onze toezichthoudende taak op de Stichting Calvijn College met betrekking tot het verslagjaar 2015. We doen dit zoals gebruikelijk aan de hand van vier kernthema’s: identiteit, continuïteit, kwaliteit en betrokkenheid. Daarbij is onze identiteit gebaseerd op het ontwijfelbaar Woord van God en zoals verwoord in de Drie Formulieren van Enigheid. Dit zijn onze uitgangspunten voor ons toezicht op de kwaliteit en de blijvende voortgang van het onderwijs. Die identiteit is ook bepalend voor de betrokkenheid van degenen die in relatie tot de school staan. Binnen een samenwerking van verschillende kerkverbanden is het van belang om respect te hebben voor elkaar. Dit respect dient zijn weg te vinden in een oprecht luisteren naar de ander. Maar wel met een vast uitgangspunt zodat ons gesprek ook een vast ijkpunt heeft. Wij zouden onze gemeenschappelijke basis willen leggen in het laten functioneren van de Drie Formulieren van Enigheid. In de verschillende vragen die wij moeten beantwoorden zoeken wij dicht bij de formulering van de kerk der eeuwen te blijven. De raad van toezicht beoogt zich in al zijn werkzaamheden te laten leiden door die afhankelijkheid en wil vanuit de Bijbel en de Drie Formulieren van Enigheid zijn bijdrage leveren aan het Calvijn College. Als we terugkijken op het jaar 2015 kunnen wij allereerst met dankbaarheid melden dat we ook in dit verslagjaar in onderling vertrouwen samen met het college van bestuur ons werk hebben kunnen doen. Daarbij mag worden vermeld dat we dit jaar met enkele personele wijzigingen te maken hadden: zo is in de ledenvergadering van jongstleden mei afscheid genomen van de heer C.A. Hoekman, die vele jaren als voorzitter van de Raad van toezicht zijn tijd en inzet heeft mogen geven voor het wel en wee van onze school. In de persoon van de heer G. van Kralingen is een nieuwe voorzitter gevonden. Er was ook droevig nieuws dat ons bepaalde bij de kortstondigheid van ons leven op aarde toen we geconfronteerd werden met het bericht dat een leerlinge van het Calvijn College is overleden door een ongeval. Daarbij was ook een docent van onze school betrokken. In deze wereld waarin de zonde en de dood zich dag aan dag aan ons opdringt, is het onze roeping om die ene Naam bekend te maken, zeker onder onze jongeren. Geve de Heere dat onze jeugd zal merken dat het een levenszaak is om de ware bekering te kennen in ons leven zowel voor het personeel en voor ons als toezichthouders. In dit alles weten wij ons diep afhankelijk van de onontbeerlijke weldaden van de Heere, Die alles kan geven voor tijd en eeuwigheid. Het is ons gebed dat de Heere door wedergeboorte en bekering jongeren zou willen brengen aan de voeten van de Heere Jezus. Het is de Heilige Geest Die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel, maar Die het ook beloofd heeft om Christus te verheerlijken. Die zegen wensen wij allen, leerlingen, ouders, docenten, ondersteunend personeel en directies toe.
Pagina | 34
Overzicht nevenfuncties:
(Her)benoeming
Aftredend
2014
2018
2012
2016
2015
2019
2015
2019
Diaken HHK Bestuurslid basisschool
2015
2019
Naam
Beroep
Relevante nevenfuncties
G. van Kralingen
Adviseur vastgoed
-
Middelburg
Waterschap Scheldestromen
Ouderling Ger. Gem. Middelburg
-
Voorzitter Stokosmos
Geen
Geen
Gemeentearchivaris
-
Diaken en scriba classis West Oud Ger. Gem. in Ned.
-
Bestuurlijke functies op politiek (SGP) en cultuurhistorisch terrein
Ger. Gem. G.S. Both (secretaris) ’s-Gravenpolder Ger. Gem. H. Uil (algemeen adjunct) Zierikzee Oud Ger. Gem. in Ned
L.C. van Gorsel Oud-Vossemeer
eigenaar en ICT professional bij Invent X
Chr. Geref. Kerken C. den Hartog Sint Maartensdijk Hersteld Hervormde Kerk
Calculator, werkvoorbereider Eigenaar adviesbureau
J.M. Krijger (penningmeester) Borssele Ger. Gem.
Accountant
Penningmeester stichting voor speciaal onderwijs op Gereformeerde grondslag in Zeeland
2014
2018
W. Meijer
Predikant Herv. Gem. Tholen
Geen
2012
2016
Manager Wonen en Vastgoed Cedrah
Diaken GG
2015
2019
Senior adviseur Rijkswaterstaat
Geen
2012
2016
Tholen PKN C.L. van de Wege Krabbendijke Ger.Gem. C.J. van Westenbrugge Middelburg Ger. Gem.
Pagina | 35
D. van Wijck Biervliet
DGA en Business development manager
Diaken Ger. Gem in Ned.
2012
2016
Terneuzen
Ger. Gem. in Ned.
Identiteit Thematisch schoolbezoek Zoals gebruikelijk hebben wij ook in het achterliggende jaar bezoeken gebracht aan de diverse locaties waarbij we in gesprek gingen rond het thema ‘de teamleider: de as tussen beleid en uitvoering’. Niet de persoon van de teamleider stond in die gesprekken centraal, maar het functioneren van het gehele team binnen de school. Het onderwerp identiteit is op alle locaties aan de orde geweest; dit blijkt soms een stuk verlegenheid met zich mee te brengen. Er zal een handreiking worden opgesteld om het gesprek hierover aan te gaan. De locatiedirectie en de teamleiders zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gesprekken en hebben hierin een coachende rol. Wij mogen terugzien op inhoudelijk zinvolle gesprekken en goede ontmoetingen. Wij zien er naar uit om ook in de toekomst over het onderwerp identiteit in gesprek te zijn. Benoemingen personeel In het achterliggende jaar heeft de raad van toezicht een notitie vastgesteld waarin het kader wordt neergezet waarbinnen de raad van toezicht zijn adviserende taak met betrekking tot het identiteitsaspect bij benoemingen vervult. Zo is het is niet verplicht dat degene die de kerkelijke referentie bij een sollicitatieprocedure natrekt zelf ambtsdrager is. Elk rvt-lid mag dit doen, mits hij zich verplicht tot geheimhouding van datgene wat hem ter ore komt. Het sollicitatieformulier dat bij de procedure gebruikt wordt is op enkele punten aangescherpt. Binnen de raad van toezicht is uitvoerig gesproken over de benoemingsvergaderingen waarin sollicitanten bevraagd worden op hun identiteit. Wij beseffen de verantwoordelijke taak die we hebben bij het benoemen van personeel. Het gaat tenslotte om het (geestelijk) welzijn van de leerlingen. Dit onderwerp zal jaarlijks in de vorm van een evaluatie van de sollicitatiegesprekken terugkeren op de agenda. Op een school als de onze vinden regelmatig personele mutaties plaats. Het stemt tot dankbaarheid dat we mogen constateren dat de stabiliteit en de kwaliteit van het onderwijs hierdoor niet in gevaar komen omdat de opengevallen plaatsen gevuld kunnen worden met mensen die op grond van Schrift en Belijdenis hiervoor in aanmerking komen. Binnen het Calvijn College wordt gebruik gemaakt van de tijdelijke inzet van mensen die geen deel gaan uitmaken van het personeelsbestand en die op een flexibele manier betrokken kunnen worden bij een project. Deze personen komen via de teamleider de school binnen. Voordat een project start heeft de betreffende persoon een gesprek met de locatiedirectie. Hij of zij dient de identiteit van de school te onderschrijven. Via een bestuursbesluit vindt uiteindelijk goedkeuring door het college van bestuur plaats. Ten aanzien van stagiaires kan worden geconstateerd dat steeds vaker het verzoek gedaan wordt om een stageplaats te bieden aan stagiaires die geen band hebben met de identiteit van de school. Een stagiair is als onderwijsgevende een voorbeeldfiguur. Pagina | 36
Daarom moet er een binding zijn met de grondslag van de school. Daarnaast is er een categorie studenten die onderzoek doet. Door het toegang geven tot de school kunnen zij kennis nemen van onze manier van werken. De raad van toezicht heeft een notitie goedgekeurd waarin gesteld wordt dat van onderwijsgevende stagiaires geëist wordt dat zij de grondslag van de school persoonlijk door leer en leven onderschrijven. Van studenten die uitsluitend in het kader van onderzoek of een oriënterende stage in het eerste jaar van de opleiding dan wel in een minor als stagiair op het Calvijn College geplaatst worden, wordt deze onderschrijving van de grondslag niet vereist. Toelatingsbeleid Het Calvijn College hanteert een gesloten toelatingsbeleid. Dat betekent dat de leerlingen afkomstig zijn uit de kerkgenootschappen die vertegenwoordigd zijn in de raad van toezicht en op een reformatorische basisschool hebben gezeten. Naar de achterban toe is duidelijk welke leerlingen welkom zijn. Er vinden gesprekken plaats met ouders als een leerling wel behoort bij een kerkgenootschap uit de achterban, maar niet op een reformatorische basisschool zit. Ook is het mogelijk dat een leerling wel onderwijs op een reformatorische basisschool gevolgd heeft, maar geen lid is van een kerkgenootschap uit de achterban. Daarnaast vinden in de loop van het jaar gesprekken plaats met ouders die overwegen hun kind naar het Calvijn College te sturen. Op alle locaties wordt hier serieus mee omgegaan. Onduidelijk is nog hoeveel mensen na een gesprek alsnog de keuze maken voor een andere school. Het is de bedoeling dat dit aantal volgend jaar vermeld zal worden in ons jaarverslag. Dagopeningen De dagopening is een van de punten van het strategisch beleid. Daarom is het zinvol hier voldoende aandacht aan te besteden. In dat kader is de opdracht gegeven om met onderwijsgevenden in gesprek te gaan over de drijfveer van collega’s bij de dagopeningen. Daarbij stond de vraag centraal: welk doel heb je met de dagopening; wat wil je ermee bereiken? Dat heeft geresulteerd in de notitie ‘Een luisterend hart’, die in alle teams binnen de school besproken zal worden. Door de raad van toezicht is uitvoerig van gedachten gewisseld over de notitie. Bij het verzorgen van de dagopeningen levert de school een bijdrage aan de belofte die ouders gegeven hebben bij het doopvont. Daarbij moet zorgvuldig met twee woorden gesproken worden: zonde en genade; belofte en eis. De dagopeningen zijn een blijvend onderwerp van aandacht binnen de teams, maar ook op de agenda van de raad van toezicht. Verder is er gesproken over het gebruik van diverse bijbelvertalingen binnen de school. Besloten is dat de Statenvertaling de basis moet zijn in de lessen. Mediabeleid De school maakt gebruik van de hedendaagse media om te communiceren met de diverse groepen die in verbinding staan met de school. Zo zijn de ervaringen met het gebruik van Twitter om nieuws vanuit de school onder de aandacht te brengen onverminderd positief. In het kader van de ontwikkeling van een nieuwe huisstijl wordt er intensief gekeken naar de opzet van een vernieuwde website voor de school, waarbij alle doelgroepen voldoende aandacht zullen krijgen. Het is de bedoeling dat deze opzet in 2016 zijn beslag krijgt. Omdat docenten blijken vast te lopen bij het gebruik van lesmethodes als het gaat om Pagina | 37
het gebruik van YouTube-filmpjes, wordt YouTube opengesteld voor docenten, maar niet voor leerlingen. De criteria voor het gebruik van beeldmateriaal worden gepubliceerd in de schoolgids.
Continuïteit Resultaat Het netto resultaat van de Stichting Calvijn College over 2015 bedraagt 76.000 euro positief, (2014: € 87.000 negatief). Financiële positie Calvijn College Het eigen vermogen van de stichting is door de positieve realisatie gestegen tot een waarde van 5.402.500 euro (was 5.325.000 euro). De solvabiliteit (eigen vermogen plus voorzieningen ten opzichte van totaal vermogen) bedraagt ultimo 2015 59% en ligt daarmee nagenoeg in lijn met 2014 (58%). Dit is ruim boven de signaleringsgrens van het Ministerie van OCW welke 30% bedraagt. De liquiditeit (current ratio: vlottende activa ten opzichte van kortlopende schulden) laat een lichte stijging zien, namelijk van 1,13 naar 1,17. Het Ministerie hanteert hier een bandbreedte van 0,5 tot 1,5. Het weerstandsvermogen van de stichting, gedefinieerd als het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van de baten (inclusief financiële baten), ligt in lijn met 2014. Ultimo 2015 bedraagt deze 18,88% (2014: 19,35%). Het Ministerie hanteert voor de beoordeling een ondergrens van 10% een bovengrens van 40%. De kapitalisatiefactor, het saldo van balanstotaal minus de balanspost gebouwen en terreinen uitgedrukt in een percentage van de totale baten (inclusief financiële baten), bedraagt eind 2015 32,95% (eind 2014 33,52%). Er wordt een signaleringsgrens gehanteerd van 35% voor grote besturen. Leermiddelenfonds en ouderbijdragenfonds Het leermiddelenfonds sluit het jaar 2015 af met een tekort van circa 73.000 euro (vorig jaar tekort circa 165.000). Aan het eind van het jaar 2015 bedraagt het saldo van het leermiddelenfonds circa 30.500 euro. Dit fonds is onder bestemmingsfondsen publiek opgenomen binnen het eigen vermogen. Het resultaat van het ouderbijdragenfonds over 2015 bedroeg circa 18.000 euro (2014 € 24.000). Hierdoor stijgt het saldo naar circa 30.500 euro. In 2009 is - in overleg met de medezeggenschapsraad - een herschikking van de posten, die ten laste van het ouderbijdragenfonds komen, doorgevoerd. Uitgaande van het principe, dat de gezamenlijke ouders de lasten dragen voor zaken die niet voor alle leerlingen gelden, zijn alle posten opnieuw beoordeeld. Dit fonds is onder bestemmingsfondsen privaat opgenomen binnen het eigen vermogen. Schoolvervoer De vervoersactiviteiten worden onveranderd via de Stichting Scholierenvervoer Zeeland (op basis van openbaar vervoertarieven) uitgevoerd. Door het bestuur is een maximumbedrag vastgesteld voor de aan ouders door te berekenen reiskosten. Dit maximum bedraagt voor het schooljaar 2015/2016 € 1.250 (vorig schooljaar € 1.240) per leerling en € 3.125 (vorig schooljaar € 3.100) per gezin. Pagina | 38
Aan de kerken wordt voor het schooljaar 2015-2016 een bijdrage in het schoolvervoer gevraagd, om het hierdoor ontstane tekort te dekken. Deze bijdrage bedraagt € 1,35 (vorig schooljaar € 1,20) per lid en dooplid. Het jaar 2015 is afgesloten met een negatief resultaat van € 16.000. Begroot was circa € 39.000 negatief waarbij de bijdrage vanuit de kerken op PM is gezet wat ook tegelijkertijd het verschil verklaard. Het saldo van het fonds, dat eveneens onder bestemmingsfondsen privaat binnen het eigen vermogen is opgenomen, bedraagt per 31 december 2015 negatief € 38.000. Jaarrekening Balans per 31 december 2015 na resultaatverwerking
31-12-2015
31-12-2014
Activa Vaste activa Voorraden en vorderingen Kortlopende effecten en liquide middelen Totaal activa Passiva Eigen vermogen Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsfondsen privaat Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Subtotaal eigen vermogen Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen Subtotaal voorzieningen Schulden op korte termijn Totaal passiva
5.503.000 1.299.000
5.303.000 994.000
3.798.000 10.600.000
3.893.000 10.190.000
5.379.000 31.000 -8.000
5.232.000 103.000 -10.000
0 5.402.000
0 5.325.000
722.000 119.000
444.000 98.000 841.000 4.357.000 10.600.000
542.000 4.323.000 10.190.000
De vaste activa zijn gewaardeerd tegen historische kostprijzen, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingspercentages liggen tussen 3⅓% en 20%. Voor schoolboeken gelden specifieke afschrijvingstermijnen van 5 jaar (respectievelijk 40%, 20%, 15%, 15% en 10% per jaar). De toename van de personeelsvoorzieningen wordt met name veroorzaakt door het treffen van een nieuwe voorziening WGA/WIA ad 234.000,-- De post overige voorzieningen betreft een voorziening voor groot onderhoud, met name voor buitenschilderwerk. De voorziening is gebaseerd op de meerjarige onderhoudsplanning, die is opgesteld door een bouwtechnisch adviesbureau.
Pagina | 39
Staat van baten en lasten over 2015 2015 Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige materiële lasten Totaal lasten
2014
24.734.000 806.000 3.025.000 28.565.000
22.458.000 1.012.000 1.576.000 3.489.000
23.492.000 748.000 3.204.000 27.444.000
21.311.000 973.000 1.815.000 3.506.000 28.535.000
27.605.000
Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten
30.000 46.000
-161.000 74.000
Netto resultaat
76.000
-87.000
Vooruitblik Het valt niet mee om een betrouwbare uitspraak te doen over de toekomstige resultaten. Daarbij speelt mee dat er een aantal onzekerheden zijn rondom o.a. de cao (indexatie loonkosten, mogelijk onvoldoende dekking vanuit de bekostiging). In december 2015 is door het college van bestuur de begroting 2016 van de stichting, met de erbij behorende meerjarenraming 2017-2019 opgesteld. Daarin wordt voor 2016 een negatief resultaat verwacht, de jaren erna kan dit omgebogen worden naar een positief resultaat. Hiervoor zijn wel een aantal maatregelen getroffen. Personeel Het aantal personeelsleden per 31 december 2015 bedraagt 393 (vorig jaar 390), omgerekend 333,4 fte’s (vorig jaar 311,3 fte’s). Leerlingen Het aantal leerlingen per 1 oktober is de basis voor de bekostiging van het daaropvolgende jaar. Per 1 oktober 2015 bedraagt dit aantal 3140 (vorig jaar 3156). Het verloop van het leerlingaantal over de achterliggende jaren blijkt uit de tabel: Leerlingenaantallen per 1 oktober Locatie 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Goes 1311 1367 1343 1375 1401 1416 1449 1495 Krabbendijke Appelstraat 486 503 474 483 510 523 504 511 Krabbendijke Kerkpolder 480 437 436 429 385 422 445 408 Middelburg 426 428 428 430 443 420 411 401 Tholen 308 302 284 298 306 334 347 325 Totaal 3011 3037 2965 3015 3045 3115 3156 3140 Pagina | 40
Jaarlijks gesprek met de accountant De accountant was aanwezig tijdens de vergadering van de raad van toezicht van 14 april 2016. Hij geeft aan dat het controleproces opnieuw goed is verlopen. Er is gekeken naar getrouwheid en rechtmatigheid. Het jaarverslag voldoet aan de normen van het Ministerie. Het Ministerie wil dat er naast financiële zaken ook andere informatie in het jaarverslag opgenomen wordt. Daaraan wordt in de jaarstukken van de stichting voldaan. Met het In Control Statement spreekt het college van bestuur uit dat de Code Goed Onderwijsbestuur wordt toegepast. De samenwerking met het college van bestuur en de afdeling Financiën & Beheer was goed. Er is een goedkeurende controleverklaring afgegeven. De accountant geeft aan dat zowel de financiële positie op lange termijn (solvabiliteit) als op korte termijn (liquiditeit) gezond is. Het Calvijn College is financieel gezien een solide organisatie.
Kwaliteit In het vorige jaarverslag is aan de orde gekomen dat wij er als toezichthouder goed aan doen alle formele stukken up to date te maken. Daartoe is een opdracht verstrekt aan een externe deskundige om ons daarover van advies te dienen. De vraag of de raad van toezicht volledig is in het uitvoeren van zijn activiteiten en het bijhouden van planningen is positief beantwoord. Verbeterpunten zijn de rapportages van het college van bestuur over de domeinen toezichtkaders en de versterking van het interne toezicht . De raad van toezicht mag kritischer zijn in de dialoog met het college van bestuur. Door de externe deskundige is geconstateerd dat de governance op orde is. De verantwoordingsverplichtingen zijn functioneel en er zijn voldoende checks en balances. Besloten wordt dat de thema’s van de toezichtkaders (identiteit, continuïteit, kwaliteit en betrokkenheid) structureel op de agenda geplaatst worden. Reflectie op het eigen functioneren is een blijvend punt van aandacht binnen de raad van toezicht. De cursus beginnende toezichthouders en de platformbijeenkomsten van de VGS zijn goede instrumenten voor deskundigheidsbevordering. In dit verband kunnen we ook noemen dat vanuit de VGS de onderlinge visitatie van raden van toezicht van de zeven reformatorische VO-scholen is geïnitieerd. Doelstelling is een kritische reflectie op het eigen functioneren en het verder professionaliseren van intern toezicht door te leren van elkaar. Daarbij zetten de raden van toezicht hun eigen leervragen neer. Wij achten dit een wenselijke ontwikkeling en hebben besloten om deel te nemen aan de visitatie. Pestprotocol Op een school waarin omgezien wordt naar elkaar is het van belang dat pestgedrag bij leerlingen aangepakt wordt. Daartoe is er binnen de school een pestprotocol. Dit protocol is in het afgelopen jaar door de zorgcoördinatoren tegen het licht gehouden, waarbij de vraag centraal stond hoe de school vindt dat zij veiligheid moet bieden voor de jongeren. Onderwijsinspectie Vier jaar geleden is door de Onderwijsinspectie aan het Calvijn College gevraagd om deel te nemen aan het traject ‘Excellente scholen’. Een excellente school is in de basis een Pagina | 41
goede school die zich onderscheidt van andere goede scholen door te excelleren op een bepaald gebied dat in de school als geheel doorwerkt. Met het predicaat Excellente School krijgen zeer goed presterende scholen volgens de Onderwijsinspectie de maatschappelijke zichtbaarheid en waardering die ze verdienen. De locatie Goes, Tholen en Pro Krabbendijke hadden zich hiervoor aangemeld. Vanuit de Onderwijsinspectie is zowel aan de Havo in Goes als aan Praktijkonderwijs in Krabbendijke het predicaat ‘excellente school’ toegekend, Tholen haalde deze waardering net niet binnen. Het stemt dankbaar dat onze school op deze wijze een uiterst positieve waardering van de Inspectie mocht krijgen. Alle scholen met het predicaat ‘excellent’ zijn door de minister uitgenodigd deel te nemen aan de pilot regelluwe scholen. Examenresultaten/slagingspercentages Hieronder vindt u de tabel met de examenresultaten over de achterliggende jaren. Met dankbaarheid mag geconstateerd worden dat de slagingspercentages van het Calvijn College hoog zijn in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Ten opzichte van voorgaande jaren is er intern sprake van een paar schommelingen, maar er zijn geen opvallende trends waar te nemen. Examenresultaten/slagingspercentages 2011-2015
2011
2012
2013
2014
Eigen schoo l
Eigen Landelij schoo k l
Eigen Landelij schoo k l
Eigen Landelij schoo k l
Eigen Landelijk Landelij school k
99%
92%
97%
95%
95%
97%
97%
97%
99%
97,6%
94%
93%
99%
95%
98%
95,2%
96%
81%
97%
90%
96%
91%
98%
93%
90%
94,3%
Kr. Appelstraat
94%
81%
95%
90%
93%
91%
86%
93%
92%
94,3%
Middelburg
100%
81%
96%
90%
96%
91%
97%
93%
96%
94,3%
Tholen
97%
81%
95%
90%
97%
91%
100%
93%
93%
94,3%
Havo
94%
82%
97%
87%
95%
88%
89%
88%
91%
87,4%
Vwo
93%
88%
95%
87%
95%
92%
86%
90%
99%
92,3%
Vmbo bb Vmbo kb Vmbogl/tl Goes
2015
Pagina | 42
Externe oordelen over het Calvijn College Hoe wordt onze school beoordeeld door externe partijen? Regelmatig komt het in het landelijke nieuws: een beoordelingsronde van alle middelbare scholen in Nederland. Onder andere de Elsevier brengt jaarlijks een rapport uit. Locatie Middelburg staat in het in de Elsevier afgedrukte overzicht De winnaars per provincie (‘minste zittenblijvers en beste examenresultaten’) vermeld als winnaar in de categorie vmbo-gt. Ook is onze school opnieuw beoordeeld door een jury in het kader van excellentie en we hebben twee keer het predicaat ‘excellent’ toebedeeld gekregen: de locatie Goes voor de afdeling havo en de locatie Krabbendijke Appelstraat voor de afdeling praktijkonderwijs. Deelnemende scholen schrijven een zelfevaluatie en worden bezocht door een jury, die het onderwijs inhoudelijk beoordeelt. De jury doet geen uitspraak over de identiteit van de school. Wel wordt gekeken of de school uitdraagt wat zij wil uitdragen. De juryrapporten worden breed gelezen. We zijn blij en dankbaar met deze positieve beoordelingen en ervaren het als een zegen dat we in deze externe beoordeling kunnen laten zien dat identiteit voor ons verbonden is aan kwaliteit.
Betrokkenheid Medezeggenschapsraad Opnieuw mogen we constateren dat het overleg met de medezeggenschapsraad in het afgelopen jaar constructief verlopen is. We zien als raad van toezicht dat er een goede samenwerking is tussen mr en college van bestuur. Het overleg wordt niet alleen als een verplichting gezien, maar veel meer als het samen dragen van de school in al haar geledingen en activiteiten. Binnen de mr wordt tussen de geledingen goed samengewerkt. Extern advies heeft geleid tot een intensief contact met de medezeggenschapsraad. Twee keer per jaar vindt er overleg plaats tussen raad van toezicht en medezeggenschapsraad; er is een inspraakmoment in een raad van toezichtvergadering, waarbij twee of drie mr-leden aanwezig zijn. Bij het tweede overlegmoment kan een delegatie van de raad van toezicht de medezeggenschapsraad bezoeken. Ouderbetrokkenheid In het strategisch beleidsplan staat ouderbetrokkenheid nadrukkelijk als thema genoemd. De school stelt zich dienend om zich te verbinden aan de door de ouders gegeven doopbelofte. Het is belangrijk om de verantwoordelijkheid van ouders te erkennen, te benoemen en hen intensief te betrekken bij de school. In de komende twee jaar zal hier uitvoerig aandacht aan besteed worden. Adviesraad van de kerken Deze adviesraad is een vertegenwoordiging van ambtsdragers uit de kerken die in onze achterban vertegenwoordigd zijn en dient als adviesorgaan voor het college van bestuur. Het college van bestuur legt zaken voor aan de Adviesraad en gebruikt zijn adviezen en opmerkingen voor het maken van beleid. De voorzitter en secretaris van de raad van toezicht zijn als toehoorders aanwezig bij de vergaderingen van de Adviesraad. Aan de hand van de notitie ‘Tieners en fronten’ zijn de leden van de Adviesraad gevraagd mee te denken in de discussie over waar de echte fronten liggen voor jongeren. Daarbij werd duidelijk dat het front uiteindelijk in het hart van de jongere ligt. Informatiedruk, waarheidsbegrip, transparantie en uitvergroting beïnvloeden de huidige generatie van Pagina | 43
tieners enorm. Het is de bedoeling dat de notitie via de raad van toezicht ook gebruikt zal worden in de bijeenkomst met alle kerkenraden.
Ten slotte Het stemt tot dankbaarheid en verootmoediging dat het ons als raad van toezicht ook in 2015 gegeven is dat wij onze werkzaamheden konden voortzetten. In een jaar waarin op wereldschaal opnieuw sprake was van allerlei vormen van geweld, van vluchtelingenstromen en natuurrampen, mochten wij op onze school in veiligheid en ongehinderd onderwijs aanbieden. Onderwijs dat gebaseerd is op een geopende Bijbel. Dat is geen vanzelfsprekendheid, maar onverdiende genade. Het wordt geschonken door de trouw van de God van het genadeverbond, Die het beloofd heeft door te zullen gaan met Zijn werk van geslacht tot geslacht.
Goes, 14 april 2016
G. van Kralingen voorzitter
Pagina | 44
A JAARREKENING
Pagina | 45
B1. GRONDSLAGEN Algemeen De jaarrekening is opgesteld met toepassing van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, waarin opgenomen Richtlijn 660 voor onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslagen voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Waardering van de activa en de passiva Vaste activa Als grondslag voor de waardering van materiële vaste activa geldt de verkrijgingprijs, verminderd met de afschrijvingen. Afschrijving van vaste activa vindt plaats volgens de lineaire methode, met uitzondering van de afschrijving leermiddelenfonds en mediatheekinventaris. Voor deze activa wordt de degressieve methode toegepast, zoals toegelicht bij punt 1.2 van hoofdstuk B5. Het onder financiële vaste activa opgenomen zeven-jaars deposito is gewaardeerd tegen nominale waarde. Vlottende activa Voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijzen, onder aftrek van een eventuele voorziening voor incourantheid. Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een eventueel noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. De vorderingen zijn in principe allemaal als kortlopend te beschouwen. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Passiva De bestemmingsreserve publiek is opgebouwd uit de positieve en negatieve saldi op deze post uit voorgaande jaren. De berekening van de verplichting jubileumgratificatie en WGA wordt gebaseerd op contante waarde; de berekening van de overige voorzieningen wordt gebaseerd op nominale waarde. De kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Pagina | 46
Bepaling van het netto resultaat De bepaling van het netto resultaat is gedaan volgens de algemeen geldende beginselen, te weten het toerekeningbeginsel, het realisatiebeginsel en het voorzichtigheidsbeginsel. Het voorstel voor de bestemming van het netto resultaat is al in de balans verwerkt.
Consolidatie Er is in het verslagjaar geen consolidatie toegepast.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Valuta Tenzij anders aangegeven zijn alle genoemde bedragen in euro's.
Vreemde valuta Er zijn per balansdatum geen bezittingen of schulden die luiden in vreemde valuta en er zijn in het verslagjaar ook geen koersverschillen op vreemde valuta geboekt.
Pagina | 47
B 2. BALANS PER 31 DECEMBER 2015 na resultaatverwerking Activa
1 .2 1 .3
1 .4 1 .5 1 .5 .3 1 .5 .7 1 .5 .8 1 .7
3 1 decem ber 2 0 1 5 EUR VASTE AC TIVA M ateriële vaste activa F inanciële vaste activa Totaal vaste activa VLOTTEN DE AC TIVA Voorraden Vorderingen Verbonden partijen Overige vorderingen Overlopende activa
Totaal activa
Passiva
2 .1 2 .1 .2 2 .1 .4 2 .1 .5 2 .1 .6
EIGEN VERM OGEN Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfondsen publiek Bestemmingsfondsen privaat Ongerealiseerde herwaarderingsreserve
2 .2 2 .2 .1 2 .2 .3
VOORZIEN IN GEN Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen
2 .4 2 .4 .3 2 .4 .5 2 .4 .7 2 .4 .8 2 .4 .1 0
KORTLOPEN DE SC HULDEN Crediteuren Verbonden partijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overlopende passiva
5.227.909 275.000 5.502.909
5.052.760 250.000 5.302.760
85.440
91.789
164.938 918.477 130.120
Liquide m iddelen Totaal vlottende activa
3 1 decem ber 2 0 1 4 EUR
186.230 443.924 271.871 1.213.535 3.798.452 5.097.427
902.025 3.892.882 4.886.696
10.600.337
10.189.456
3 1 decem ber 2 0 1 5 EUR
3 1 decem ber 2 0 1 4 EUR
5.379.172 30.508 -8.191 0
5.231.525 103.300 -9.748 0 5.401.489
721.972 119.449
5.325.077 443.500 97.949
841.421
Totaal passiva
395.922 126.307 957.776 251.310 2.626.111
541.449 315.639 121.309 878.013 283.541 2.724.428
4.357.426
4.322.930
10.600.337
10.189.456
Pagina | 48
B 3. STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2015 Realisatie 2 0 1 5 EUR
Begroting 2 0 1 5 EUR
Realisatie 2 0 1 4 EUR
Baten 3 .1 3 .2 3 .5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten
24.733.749 805.644 3.024.963
Totaal baten
24.550.534 753.900 2.850.566 28.564.356
23.491.747 748.390 3.204.235 28.155.000
27.444.372
Lasten 4 .1 4 .2 4 .3 4 .4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
22.457.975 1.011.888 1.575.574 3.488.802
21.731.800 1.030.300 1.699.000 3.343.400
21.311.848 973.188 1.814.829 3.505.814
Totaal lasten
28.534.240
27.804.500
27.605.679
Saldo baten en lasten
30.116
350.500
-161.307
46.296
65.300
74.375
76.412
415.800
-86.932
F inanciële baten en lasten N etto resultaat
Pagina | 49
B 4. KASSTROOMOVERZICHT OVER 2015 2015 EUR Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Mutaties in vlottende middelen: ● voorraden ● vorderingen ● effecten ● kortlopende schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Waardeverandering effecten
30.116 1.014.823 299.972
-161.307 973.188 30.161
6.349 -311.510 0 34.496
-51.649 197.892 0 728.963 1.074.247
46.296 0
1.717.248 74.375 0
46.296 1.120.543
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Mutatie in financiële vaste activa
2014 EUR
-1.189.973 -25.000
74.375 1.791.623
-1.735.312 0 -1.214.973
-1.735.312
0
0
-94.430
56.311
Beginstand liquide middelen
3.892.882
3.836.571
Eindstand liquide m iddelen
3.798.452
3.892.882
Kasstroom uit financieringsactiviteiten M utatie liquide m iddelen
Pagina | 50
B 5. TOELICHTING BALANS Vaste activa Verk rijging prijs Afschrijvin 1 .2 M ateriële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.2 Inventaris en apparatuur 1.2.3 Leermiddelenfonds en mediatheek Totaal
Boek w aar
Investerin
t/m 2 0 1 4 t/m 2 0 1 4 1 -1 -2 0 1 5 1.223.633 258.324 965.309 8.447.372 4.873.796 3.573.576 1.428.957 915.082 513.875
2015 287.385 520.867 381.721
11.099.962
Investeringen in inventaris en apparatuur Leer- en hulpmiddelen Meubilair en overige inventaris Automatisering (educatief + administratief) Grote apparaten Ten laste van ouderbijdragenfonds Totaal
6.047.202
5.052.759
Afschrijvin
Boek w aar 3 1 -1 2 2015 2015 78.156 1.174.538 563.323 3.531.120 373.344 522.252
1.189.973
1.014.823
Realisatie 100.803 101.040 298.710 16.000 4.467 521.020
Begroting 82.000 141.400 140.000 0 4.500 367.900
5.227.909
Inventaris met een aanschafwaarde van minder dan € 1.000 wordt niet geactiveerd, maar in één keer ten laste van het resultaat gebracht. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn: Gebouwen 2½% Hardware en software 14²⁄₇ - 20% Schoolmeubilair 5% (kasten 3⅓%) Kantoormeubilair 5% (bureaustoelen 6⅔%) Leer- en hulpmiddelen 5 - 12½% Grote apparaten 12½% Machines en installaties 5 - 6⅔% Inventaris ten laste van kantine-exploitatie 10% De gehanteerde afschrijvingspercentages voor het leermiddelenfonds en de mediatheekinventaris zijn achtereenvolgens 40%, 20%, 15%, 15% en 10% per jaar. 1 .3 F inanciële vaste activa 1.3.7 Totaal
Overige vorderingen
3 1 -1 2 2015 275.000 275.000
3 1 -1 2 2014 250.000 250.000
Betreft zeven-jaars deposito met ingangsdatum 17 september 2012 en vervaldatum 17 september 2019. In 2015 is een lening verstrekt aan Stichting Scholierenvervoer Zeeland ad € 25.000. Het rentepercentage bedraagt 1,5%.
Pagina | 51
Vlottende activa 1 .4 Voorraden (gebruik sgoederen) Kantine Kopieer-/proefwerkpapier Schriften en ringbanden Gymnastiekkleding Gereedschap-/praktijkboekensets vmbo-kb/bb Leermiddelenfonds Totaal 1 .5 Vorderingen 1.5.3 1.5.7 1.5.8 Totaal
Verbonden partijen Overige vorderingen Overlopende activa
1 .5 .3 Verbonden partijen Stichting Beheer Schoolgebouwen Stichting Scholierenvervoer Zeeland Totaal 1 .5 .7 Overige vorderingen Dienstenpakket en schoolvervoer lopend jaar Diversen Totaal
3 1 -1 2 2015 9.202 11.023 6.098 14.168 0 44.950 85.440
3 1 -1 2 2014 8.968 10.122 2.087 16.952 290 53.370 91.789
3 1 -1 2 2015 164.938 918.477 130.120 1.213.535
3 1 -1 2 2014 186.230 443.924 271.871 902.025
3 1 -1 2 2015 138.538 26.400 164.938
3 1 -1 2 2014 74.750 111.480 186.230
3 1 -1 2 2015 890.948 27.529 918.477
3 1 -1 2 2014 434.080 9.844 443.924
Op de vordering Dienstenpakket en schoolvervoer lopend jaar is een voorziening voor het risico van oninbaarheid in mindering gebracht van € 14.367 (vorig jaar € 12.658). Voor de overige vorderingen wordt geen voorziening voor het risico van oninbaarheid noodzakelijk geacht. 1 .5 .8 Overlopende activa Nog te ontvangen rente Diversen Totaal 1 .7 Liquide m iddelen 1.7.1 1.7.2 Totaal
Kasmiddelen Banken
3 1 -1 2 2015 38.921 91.199 130.120
3 1 -1 2 2014 69.142 202.729 271.871
3 1 -1 2 2015 1.371 3.797.081 3.798.452
3 1 -1 2 2014 1.789 3.891.093 3.892.882
De liquide middelen staan ter vrije beschikking. Onder Banken is een VermogenSpaarrekening opgenomen. Ultimo 2015 bedroeg het saldo op deze rekening € 2.968.452. Elk kalenderjaar kan maximaal 25% van het hoogste tegoed op 31 december van de voorafgaande 4 kalenderjaren zonder kosten worden opgenomen. Dit betekent dat in 2016 een bedrag van € 742.113 kosteloos opgenomen kan worden.
Pagina | 52
Passiva 2015 Bestem m i
Saldo 2 .1 Eigen verm ogen 2.1.2 Bestemmingsreserve publiek 2.1.4 Bestemmingsfondsen publiek 2.1.5 Bestemmingsfondsen privaat 2.1.6 Ongerealiseerde herwaarderingsreserve Totaal
1 -1 -2 0 1 5 5.231.525 103.300 -9.748 0 5.325.077
Overboek ing
resultaat 147.647 -72.792 1.557 0 0
76.412
Saldo 3 1 -1 2 2015 5.379.172 30.508 -8.191 0 5.401.489
De ongerealiseerde herwaarderingsreserve is ontstaan als gevolg van de activering van om niet verkregen inventaris. Op basis van de gehanteerde afschrijvingstermijnen loopt deze reserve af door overboekingen ten gunste van de bestemmingsreserve publiek. Saldo 2 .1 .4 Bestem m ingsfondsen publiek Leermiddelenfonds Totaal
Resultaat
1 -1 -2 0 1 5 103.300 103.300 Saldo
2 .1 .5 Bestem m ingsfondsen privaat Ouderbijdragenfonds Vervoersfonds Totaal
2015 -72.792 -72.792 Resultaat
1 -1 -2 0 1 5 12.850 -22.598 -9.748
2015 17.648 -16.091 1.557
Saldo 3 1 -1 2 2015 30.508 30.508 Saldo 3 1 -1 2 2015 30.498 -38.689 -8.191
Het resultaat van de bestemmingsfondsen (publiek en privaat) wordt gespecificeerd in bijlage D 2. Saldo 2 .2 Voorz ieningen 2 .2 .1 Personeelsvoorz ieningen Spaarverlof Jubileumgratificaties Voorziening WGA/WIA 2 .2 .3 Overige voorz ieningen Groot onderhoud Totaal
1 -1 -2 0 1 5
2015 Dotatie
Onttrek k ing
Saldo 3 1 -1 2 2015
Kortlopen
Langlopen
(< 1 jaar)
(> 1 jaar)
51.600 391.900 0
4.100 61.394 234.067
0 21.089 0
55.700 432.205 234.067
0 19.991 51.706
55.700 412.214 182.361
97.949 541.449
21.500 321.061
0 21.089
119.449 841.421
0 71.697
119.449 769.724
De voorziening spaarverlof betreft de verplichting inzake door personeelsleden gespaard verlof, volgens de cao-regeling artikel 16.8 maximaal 60 uur per werknemer per jaar. De verplichting jubileumgratificaties is gevormd voor toekomstige jubileumuitkeringen (bij 25- en 40-jarig dienstverband). De verplichting wordt berekend naar rato van de verstreken diensttijd met als uitgangspunt artikel 13.9 van de cao. Daarbij wordt een tabel gehanteerd met de blijfkans, die hoger is naarmate de lengte van het dienstverband toeneemt. De voorziening WGA/WIA is gevormd voor toekomstige uitgaven inzake WGA. De verplichting is berekend op basis van de huidige werknemers welke een WGA-uitkering genieten waarbij de uitkering contant zijn gemaakt. De voorziening wordt vanaf 2015 opgebouwd. De voorziening groot onderhoud is gebaseerd op de door een bouwtechnisch adviesbureau in 2009 gemaakte en nog steeds actuele 10-jarige onderhoudsplannen.
Pagina | 53
2 .4 Kortlopende schulden 2.4.3 2.4.5 2.4.7 2.4.8 2.4.10 Totaal
Crediteuren Verbonden partijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overlopende passiva
2 .4 .5 Verbonden partijen VVOGGZ Totaal
2 .4 .1 0 Overlopende passiva 2.4.10.2 2.4.10.3 2.4.10.5 2.4.10.5 2.4.10.6 2.4.10.8 Totaal
Ministerie van OCW inzake vooruit ontvangen meerjarige doelsubsidies (model G) Vooruit ontvangen investeringssubsidies Vakantiegeld Verplichting verlof- en bufferuren Accountantskosten Diversen
3 1 -1 2 2015 395.922 126.307 957.776 251.310 2.626.111 4.357.426
3 1 -1 2 2014 315.639 121.309 878.013 283.541 2.724.428 4.322.930
3 1 -1 2 2015 126.307 126.307
3 1 -1 2 2014 121.309 121.309
3 1 -1 2 2015 233.875 330.400 687.225 275.200 10.000 1.089.411 2.626.111
3 1 -1 2 2014 341.362 365.900 651.300 228.900 8.405 1.128.561 2.724.428
De post vooruit ontvangen bedragen van het Ministerie van OCW wordt nader gespecificeerd in bijlage B 9 (Model G verantwoording subsidies).
Pagina | 54
B 6. NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN C ontracten Huur locatie Middelburg Huur locatie Krabbendijke Schoonmaakbedrijf CSU Eneco, grootverbruik gas Ricoh, kopieer-/printercontract DVEP, grootverbruik elektra SFA, drukwerk SchoolMaster, licentie-/abonnementsovereenkomst ZeelandNet, datacommunicatie Hoekman Boekhandel Plus, distributiekosten schoolboeken Delta Netwerkbedrijf, netwerkkosten elektriciteit en gas Rent Company, huur laptopkarren SLB diensten, licentiekosten AFAS software, salaris- en HRM-administratie CITO toetsen, scoringsservice PostNL, postzaken Wolter & Dros, onderhoud/beheer cv-installaties Canon, kopieerpapier BTL, tuinonderhoud AMZ, excursies Van Dijk Educatie, schoolboeken Sligro, kantine-inkopen
Jaarbedrag 365.000 325.000 303.600 137.600 105.700 102.900 73.400 71.000 67.000 65.200 51.400 48.400 46.900 43.000 40.600 32.100 27.400 26.300 25.700 raamcontract raamcontract raamcontract
Looptijd in jaren Origineel Resterend onbepaalde tijd 5 4,0 2+6 1,0 5 5,0 5+1 0,6 5 5,0 1 1,0 1 0,6 4 1,6 5 3,3 5 2,0 4 1,6 1 1,0 1 1,0 1 0,6 1 1,0 1 1,0 1 1,0 1 1,0 1 0,6 3,25 + 4 2,6 1 1,0
Criteria: een looptijd van één jaar of langer en een verplichting groter dan € 25.000 (per kostensoort; dit kan uit meerdere contracten bestaan). De resterende looptijden zijn gerekend vanaf 31 december 2015. Er zijn geen verplichtingen waarvoor de Stichting zich heeft verbonden tot het bezwaren van goederen. Evenmin zijn er zakelijke zekerheden gesteld.
Pagina | 55
B 7. MODEL E - VERBONDEN PARTIJEN
N aam Vereniging tot het verstrekken van Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag voor de provincie Zeeland
N aam Stichting Scholierenvervoer Zeeland
N aam Stichting Beheer Schoolgebouwen voor Reformatorisch Onderwijs
Juridische
Statutaire
vorm
z etel
Vereniging
Middelburg
Juridische
Statutaire
vorm
z etel
Stichting
Goes
Juridische
Statutaire
vorm
z etel
Stichting
Middelburg
Eigen verm ogen 3 1 -1 2 2015
126.307
Eigen verm ogen 3 1 -0 7 2015
29.198
Eigen verm ogen 3 1 -1 2 2014
2.847.439
Resultaat
Art. 2 :4 0 3
C ode
2015
BW
activiteiten
C onsolidatie
Nee
4
Nee
Art. 2 :4 0 3
C ode
BW
activiteiten
C onsolidatie
Nee
4
Nee
Resultaat
Art. 2 :4 0 3
C ode
2014
BW
activiteiten
C onsolidatie
137.805
Nee
3
Nee
4.998
Resultaat 2 0 1 4 /2 0 15
-91.502
Pagina | 56
B 8. TOELICHTING STAAT VAN BATEN EN LASTEN Baten 3 .1 Rijk sbijdragen 3.1.1.1 Lumpsum personeel 3.1.1.1 Lumpsum materieel 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen SWV Totaal Bek ostigingsgegevens voor de lum psum personeel 2 0 1 5 Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel Ondersteuningsbekostiging LWOO en PrO Totaal
2015 2014 Realisatie Begroting Realisatie 20.014.223 19.888.800 19.102.264 3.161.918 3.176.300 2.995.417 936.414 817.500 1.128.896 621.194 667.934 265.170 24.733.749 24.550.534 23.491.747 F te's 21,623 189,472 33,173
GPL 94.035,49 77.151,04 45.213,19
Bedrag 2.033.329 14.617.962 1.499.857 1.863.075 20.014.223
3 .2 Overige overheidsbijdragen 3.2.2 Gemeentelijke bijdragen 3.2.2 UWV Totaal
2015 Realisatie Begroting 659.991 633.900 145.653 120.000 805.644 753.900
2014 624.469 123.921 748.390
3 .5 Overige baten 3.5.1 Verhuur gebouw
2015 Realisatie Begroting 18.206 18.000
2014 13.531
3.5.6.1 3.5.6.2 3.5.6.3
Werkstukbijdrage leerlingen Onttrekking voorzieningen Overige: diversen
25.791 0 502.003
25.200 5.500 446.466
25.988 0 764.268
3.5.6.4 3.5.6.4.1 3.5.6.4.2 3.5.6.4.3 3.5.6.4.4 3.5.6.4.6
Nevenactiviteiten Leermiddelenfonds Ouderbijdragenfonds Schoolkantines Schoolvervoer Diverse nevenactiviteiten Subtotaal nevenactiviteiten
973.573 338.886 176.004 837.978 152.522 2.478.963
973.600 310.300 174.700 768.900 127.900 2.355.400
932.526 325.856 175.804 807.428 158.834 2.400.448
3.024.963
2.850.566
3.204.235
Totaal
De bestemmingsfondsen (leermiddelenfonds, ouderbijdragenfonds en schoolvervoer) worden gespecificeerd in bijlage D2. Het saldo van de schoolkantines wordt overgeboekt naar het ouderbijdragenfonds. De saldi van de fondsen worden toegevoegd aan de betreffende posten onder bestemmingsfondsen publiek of privaat als onderdeel van het eigen vermogen.
Pagina | 57
Lasten 4 .1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Subtotaal lonen en salarissen
2015 Realisatie Begroting
2014
17.097.527 16.128.134 2.151.380 2.011.888 2.165.845 2.357.192 21.414.752 20.950.000 20.497.214
4.1.2 4.1.2.1 41.2.1 4.1.2.1
Personele voorzieningen Mutatie verplichting jubileumgratificaties Dotatie voorziening WGA Dotatie voorziening spaarverlof Subtotaal personele voorzieningen
52.784 234.067 4.100 290.951
0 0 5.000 5.000
17.400 0 3.300 20.700
4.1.2.3 4.1.2.3.1 4.1.2.3.2 4.1.2.3.3 4.1.2.3.4
Overige personele lasten Nascholing/cursussen Secundaire arbeidsvoorwaarden Dienstreizen Overige personeelskosten Subtotaal overige personele lasten
182.994 222.410 100.305 246.563 752.272
181.600 254.400 92.500 248.300 776.800
125.797 332.420 94.019 241.698 793.934
Totaal
22.457.975 21.731.800 21.311.848
De school is aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP en heeft in het geval van een tekort bij dit fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan hogere toekomstige premies. Om deze reden is de toegezegde pensioenregeling verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling en zijn de over het boekjaar verschuldigde pensioenpremies in de resultatenrekening verantwoord. De dekkingsgraad van het bedrijfstakpensioenfonds ultimo 2015 bedroeg 97,2%.
Aantal personeelsleden en fte's Directie Onderwijzend personeel Onderwijs ondersteunend personeel Totaal
4 .1 Personeelslasten naar k ostendragers Directie Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Totaal
Personeelsleden 3 1 -1 2 3 1 -1 2 2015 2014 8 8 274 270 111 112 393 390 Bedrag 2015 2014 869.124 824.769 17.678.918 16.776.687 3.909.933 3.710.393 22.457.975 21.311.848
F te's 3 1 -1 2 3 1 -1 2 2015 2014 8,0 8,0 240,8 238,9 84,6 84,4 333,4 331,3 % 2015 3,9% 78,7% 17,4% 100,0%
2014 3,9% 78,7% 17,4% 100,0%
Pagina | 58
4 .1 .1 Lonen en salarissen Bruto salaris Vakantietoeslag Eindejaarsuitkering Bindingstoelage Woon-/werkverkeer, verhuiskosten Premie ES Uitkeringskosten werkloosheid Werkgeversheffing ZVW Werkgeverspremie WIA/WGA Werkgeversaandeel OP/NP Werkgeversaandeel FPU Totaal
4 .2 Afschrijvingen 4.2.2.1 Gebouwen en terreinen 4.2.2.2 4.2.2.2.1 4.2.2.2.2 4.2.2.2.3 4.2.2.2.4
Inventaris en apparatuur Automatisering inclusief leerling-computers Meubilair/overig Leer- en hulpmiddelen Grote apparaten inclusief kantine-inventaris Subtotaal inventaris en apparatuur
4.2.2.2.5 Leermiddelenfonds inclusief mediatheek Totaal
4 .3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.3 Dotatie groot onderhoud 4.3.3 Klein onderhoud en exploitatie 4.3.4 Energie en water 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen 4.3.8 4.3.8.1 4.3.8.3
Totaal
Overig Kleine gebouwaanpassingen Diversen Subtotaal overig
Bedrag 14.408.500 1.086.100 936.800 231.700 430.300 212.900 1.005.300 112.700 822.400 1.701.600 466.400 21.414.700 2015 Realisatie Begroting 78.156 100.900
% 68% 5% 4% 1% 2% 5% 1% 4% 8% 2% 100%
2014 69.396
243.926 161.498 112.964 27.645 546.033
280.800 138.400 111.100 34.200 564.500
240.633 146.581 108.537 30.231 525.982
387.699 1.011.888
364.900 1.030.300
377.810 973.188
2015 Realisatie Begroting 695.055 694.600 21.500 21.500 108.374 131.100 273.696 332.600 439.277 451.600 31.811 31.200
2014 843.934 21.500 87.789 374.965 446.328 30.861
5.850 11 5.861
35.400 1.000 36.400
8.990 462 9.452
1.575.574
1.699.000
1.814.829
Pagina | 59
4 .4 Overige lasten 4.4.1 Accountantskosten - onderzoek jaarrekening 4.4.1 Overige administratie- en beheerslasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4.4.4 4.4.4.1 4.4.4.2 4.4.4.3 4.4.4.4 4.4.4.6
Nevenactiviteiten Leermiddelenfonds Ouderbijdragenfonds Schoolkantines Schoolvervoer Diverse nevenactiviteiten Subtotaal nevenactiviteiten Herrubricering afschrijvingen (naar 4.2) Afschrijving leermiddelenfonds Afschrijving mediatheek Afschrijving kantine-inventaris
Totaal
2015 Realisatie Begroting 21.500 17.500 514.000 535.100 799.525 827.000
2014 16.731 527.729 779.798
1.046.365 321.237 176.004 854.069 150.627 2.548.302
986.800 278.500 174.700 768.900 127.900 2.336.800
1.097.867 301.819 175.804 832.551 158.152 2.566.193
-374.777 -12.922 -6.825 2.153.778
-353.900 -11.000 -8.100 1.963.800
-369.639 -8.171 -6.827 2.181.556
3.488.802
3.343.400
3.505.814
2015 Realisatie Begroting 46.296 65.300 0 0 46.296 65.300
2014 74.375 0 74.375
Financiële baten en lasten 5 F inanciële baten en lasten 5.1 Rentebaten 5.3 Waardeverandering effecten Totaal
Pagina | 60
B 9. MODEL G - VERANTWOORDING SUBSIDIES G1 - SUBSIDIES ZON DER VERREKEN IN GSC LAUSULE Toew ijz ing Om schrijving Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen Lerarenbeurs Totaal
Kenm erk
Datum
592804-1 705802-1
18-12-2013 25-11-2015
Bedrag 520.000 221.356 741.356
Ontvangen t/m verslagjaa 390.000 221.356 611.356
Prestatie afgerond N J
G2 - SUBSIDIES M ET VERREKEN IN GSC LAUSULE G2 a - Aflopend per ultim o verslagjaar Toew ijz ing Om schrijving Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Totaal
Kenm erk 649842-1 650553-3
Datum 21-10-2014 11-11-2015
Ontvangen t/m Bedrag verslagjaa 35.000 35.000 14.000 14.000 49.000 49.000
Te Totale verrek ene k osten n 35.000 0 14.000 0 49.000 0
G2 b - Doorlopend per ultim o verslagjaar Toew ijz ing Om schrijving 1 1 2 3 5 6 7 8 4 4 Totaal 1 2 3 4 5 6 7 8
Kenm erk 71958-1 649233-1 MUO-12 / 1873 U 711458-1 721441-1 702348-1 682601-1 703753-2 565273-1 652308-1
Datum 28-10-2015 20-11-2014 26-03-2012 21-10-2015 26-11-2015 28-4-2015 20-3-2015 22-6-2015 20-11-2013 21-11-2014
Ontvangen in Lasten in Saldo verslagjaa verslagjaa Bedrag 1 -1 -2 0 1 5 r r 340.000 0 170.000 170.000 320.000 0 160.000 160.000 350.000 34.913 25.000 80.000 582.658 972.725 165.480 169.620 3.040.396
0 0 0 0 0 0 136.742 169.620 306.362
70.000 34.913 25.000 80.000 582.658 972.725 0 0 2.095.296
70.000 0 25.000 80.000 582.658 972.725 107.400 2.167.783
Totale k osten 3 1 -1 2 2015 170.000 160.000
Saldo te besteden 3 1 -1 2 2015 0 0
280.000 0 25.000 80.000 582.658 972.725 107.400 0 2.377.783
0 34.913 0 0 0 0 29.342 169.620 233.875
Opleidingsschool Academische opleidingsschool Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten Maatschappelijke stage VO Aanvullende bekostiging na- en bijscholing leerkrachten vmbo Regionale procesbegeleiding leerlingen Prestatiebox VO Bekostiging lesmateriaal
Pagina | 61
B 10. BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN (WNT) Dienstverband
N aam C ollege van Bestuur A.J. Vogel, voorzitter J.C. de Waal, lid
Bedrag
Ingangsdatum
Einddatu m
Om vang
1-8-1984 1-5-2014
-
1,0 fte 1,0 fte
Raad van Toez icht C.A. Hoekman, voorzitter G. van Kralingen, voorzitter G.S. Both, secretaris L.C. van Gorsel 19-5-2015 C. den Hartog 19-5-2015 J.M. Krijger W. Meijer J.L. Pieper H. Uil F. van Vuuren C.J. van Westenbrugge D. van Wijck C.I. van de Wege 19-5-2015
19-5-2015
19-5-2015 19-5-2015
Beloning
Belastbar Voorz ienin e vaste en g t.b.v. Uitk ering variabele beloning w egens onk osten- betaalbaa beëindigin vergoedin r op g dienstg term ijn verband
116.668 89.239
1.492 2.075
15.642 13.124
0 0
1.408 2.625 1.500 750 750 1.500 1.500 750 1.500 750 1.500 3.038 750
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
Pagina | 62
B 11. ONDERTEKENING Deze jaarrekening is vastgesteld door het College van bestuur in de vergadering van 4 april 2016 en ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht in haar vergadering van 14 april 2016.
A.J. Vogel voorzitter college van bestuur
J.C. de Waal lid college van bestuur
Pagina | 63
B 12. GOEDKEURING Deze jaarrekening is goedgekeurd in de vergadering van de Raad van Toezicht van 14 april 2016.
G. van Kralingen, voorzitter
G.S. Both, secretaris
L.C. van Gorsel
C. den Hartog
J.M. Krijger
ds. W. Meijer
H. Uil
C.J. van Westenbrugge
D. van Wijck
C.L. van de Wege
Pagina | 64
C Overige gegevens
Pagina | 65
C1 Controleverklaring
Pagina | 66
C 2. VOORSTEL BESTEMMING NETTO RESULTAAT in € Voorgesteld wordt het netto resultaat als volgt te bestemmen: Resultaat leermiddelenfonds muteren in de bestemmingsfondsen publiek Resultaat ouderbijdragenfonds muteren in de bestemmingsfondsen privaat Resultaat vervoersfonds muteren in de bestemmingsfondsen privaat Toevoeging aan de bestemmingsreserve publiek Totaal
-72.792 17.648 -16.091 147.647 76.412
Dit voorstel is in de balans, die in deze jaarrekening is opgenomen, verwerkt.
Pagina | 67
C 3. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich na de balansdatum geen omstandigheden voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen die niet in de jaarrekening zijn verwerkt, of andere gebeurtenissen die een dermate grote invloed hebben dat ze hier zouden moeten worden genoemd.
Pagina | 68
D BIJLAGEN
Pagina | 69
D 1. GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON Statutaire naam Statutaire zetel Postadres
Stichting Calvijn College Middelburg Postbus 362, 4460 AT Goes
Bestuursnummer
41815
Naam instelling Adres Postadres Telefoon E-mail Internetsite
Calvijn College Klein Frankrijk 19, 4461 ZN Goes Postbus 362, 4460 AT Goes 0113-211020
[email protected] www.calvijncollege.nl
Contactpersoon Telefoon E-mail
T. van der Linden RVGME 0113-211020
[email protected]
Brinnummer
03JY
Pagina | 70
D 2. SPECIFICATIE BESTEMMINGSFONDSEN
Leerm iddelenfonds Bekostiging lesmateriaal door ministerie Boetes beschadigde boeken Totaal ink om sten leerm iddelenfonds Afschrijving boeken Werk-/praktijkboeken Licentiekosten Agenda's leerlingen Schriften / ringbanden Reparatie / onderhoud boeken Kopieerkosten Bijdrage eigen methodes via DORVO Toerekening personeel Distributiekosten Totaal uitgaven leerm iddelenfonds Resultaat leerm iddelenfonds
Ouderbijdragenfonds Ouderbijdragen Batig saldo kantine-exploitatie Bijdrage eendaagse excursies Bijdrage meerdaagse excursies Totaal ink om sten ouderbijdragenfonds Activiteiten eindexamenklassen Eendaagse excursies Meerdaagse excursies Leerlingbegeleiding / dyslexiebegeleiding Kosten orthopedagogen Totaal uitgaven ouderbijdragenfonds Resultaat ouderbijdragenfonds
Schoolvervoer Verkoop OV-abonnementen Bijdragen kerken Overige baten Totaal ink om sten schoolvervoer OV-abonnementen Overige lasten Totaal uitgaven schoolvervoer Resultaat schoolvervoer
2015 Realisatie Begroting 972.725 970.600 848 3.000 973.573 973.600
2014 930.014 2.512 932.526
374.777 362.690 118.800 9.623 18.531 2.140 9.199 8.900 75.517 66.188 1.046.365
353.900 360.000 87.100 3.000 16.200 2.000 12.700 31.800 54.000 66.100 986.800
371.373 415.261 120.114 7.610 14.208 1.396 13.686 17.938 71.100 65.180 1.097.866
-72.792
-13.200
-165.340
2015 Realisatie Begroting 117.488 115.400 36.326 36.200 84.270 75.100 100.802 83.600 338.886 310.300
2014 115.976 40.318 73.166 96.396 325.856
6.743 97.633 98.763 24.068 94.030 321.237
3.700 80.100 83.600 29.100 82.000 278.500
3.033 77.343 98.998 28.345 94.100 301.819
17.649
31.800
24.037
2015 Realisatie Begroting 810.714 738.900 27.264 30.000 0 0 837.978 768.900
2014 776.656 30.772 0 807.428
850.419 3.650 854.069
766.900 2.000 768.900
830.277 2.274 832.551
-16.091
0
-25.123
Pagina | 71
D 3. STATISTISCHE GEGEVENS
Leerlingaantallen per 1 /1 0 Praktijkonderwijs Brugklas 1/2 Vmbo gl/tl 3/4 Havo 3/4/5 Vwo 3/4/5/6 Vmbo bb/kb HV 3/4 Vmbo bb/kb VZ 3/4 Vmbo bb/kb BWI 3/4 Vmbo bb/kb MT/PIE 3/4 Vmbo bb/kb IE 3/4 Totaal
Huisvesting per 3 1 /1 2 (m ² b.v.o.) Eigendom gemeente Eigendom Stichting Beheer Schoolgebouwen voor Reformatorisch Onderwijs Totaal
Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 52 52 55 59 52 1316 1394 1441 1376 1327 489 494 465 488 528 408 414 432 448 499 321 305 300 335 327 84 72 60 53 57 146 139 156 163 135 60 46 57 53 51 96 92 102 124 114 43 37 47 57 50 3015 3045 3115 3156 3140
Prognose 2016 52 1394 463 537 333 48 126 46 121 23 3143
Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 14.214 14.214 14.214 15.226 15.226
Prognose 2016 15.226
16.120 30.334
16.120 30.334
16.120 30.334
16.120 31.346
16.120 31.346
16.120 31.346
Personeel in aantallen per 3 1 /1 2 Directie OP OOP Totaal
Realisatie 2011 8 261 84 353
Realisatie 2012 8 268 91 367
Realisatie 2013 8 259 98 365
Realisatie 2014 8 270 112 390
Realisatie 2015 8 274 111 393
Prognose 2016 8 274 111 393
Personeel in fte's per 3 1 /1 2 Directie OP OOP Totaal
Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 8,2 8,4 8,1 8,0 8,0 222,9 233,1 224,9 238,9 238,8 65,7 69,6 77,0 84,4 84,6 296,8 311,1 310,0 331,3 331,4
Prognose 2016 8,0 238,8 84,6 331,4
F inanciën (bedragen x € 1 .0 0 0 ) Lumpsum personeel Lumpsum materieel Overige baten Nevenactiviteiten Totaal baten
Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 17.345 17.853 19.410 19.102 20.014 2.571 2.769 2.687 2.995 3.162 2.249 2.495 2.595 2.947 936 2.239 2.386 2.388 2.400 621 24.404 25.503 27.080 27.444 24.733
Prognose 2016 20.221 3.058 2.577 2.365 28.221
Kengetallen (in € ) Lumpsum personeel per fte Totaal baten per leerling
Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 58.440 57.387 62.613 57.656 60.390 8.094 8.375 8.693 8.696 7.877
Prognose 2016 61.016 8.979
Pagina | 72
D 4. BEGRIPSBEPALINGEN Lumpsumfinanciering Lumpsumfinanciering houdt in dat op basis van een aantal indicatoren de jaarlijkse vergoeding wordt berekend, die vervolgens als niet-geoormerkt bedrag door het Ministerie van OCW verstrekt wordt. Het personele deel van de vergoeding wordt berekend aan de hand van het leerlingaantal en de gemiddelde landelijke personeelslast per functiecategorie. Het materiële deel van de vergoeding bestaat uit drie componenten, te weten onderhoud gebouwen en terreinen, schoonmaken en overige exploitatie. Dit onderdeel is afhankelijk van het leerlingaantal enerzijds en schoolsoort, afdeling en leerjaar anderzijds. Kleine / grote aanpassingen Kleine aanpassingen zijn investeringen in gebouwen, waarvan het totaalbedrag lager is dan het door de school vastgestelde grensbedrag van € 5.000. In het andere geval is sprake van grote aanpassingen. Bouwkundige aanpassingen Dit betreft voorzieningen die in het gebouw nodig zijn als gevolg van onderwijskundige ontwikkelingen. Klein / groot onderhoud Het onderhoud van de gebouwen kan onderscheiden worden in het dagelijks of klein onderhoud en groot onderhoud. Onder het dagelijks onderhoud vallen de kleine reparaties, die regelmatig aan de gebouwen worden verricht. Voor deze uitgaven kan, aan de hand van de meerjaren onderhoudsplanningen (opgesteld door een bouwtechnisch adviesbureau) en van ervaringen uit het verleden, jaarlijks een bedrag in de begroting worden opgenomen. Onder groot onderhoud valt het onderhoud met een uitvoeringscyclus van vier jaar of meer. Budgethouderschap Een deel van de begrotingsrubrieken is door het College van bestuur gedelegeerd aan diverse budgethouders. Binnen hun budget zijn zij verantwoordelijk voor de juiste besteding. Voor sectie- en afdelingsbudgetten geldt, dat niet bestede bedragen automatisch doorgeschoven worden naar het volgende jaar. Dit geldt uiteraard ook voor overschrijdingen. Voor de overige budgetten geldt, dat onderschrijdingen niet automatisch overgeheveld worden naar het volgende jaar of in het lopende begrotingsjaar vrij besteedbaar zijn. Voor overschrijdingen is vooraf toestemming van het College van bestuur vereist. Voor investeringen boven € 5.000, die in de begroting opgenomen zijn (of die plaatsvinden op basis van vrijkomende afschrijvingen), is vooraf fiattering door het College van bestuur vereist. Daarbij moet voldaan worden aan de afspraken die daarover gemaakt zijn, te weten boven € 5.000 twee en boven € 25.000 drie offertes overleggen en de noodzaak / motivatie van de investering aantonen.
Pagina | 73