Inhoudsopgave
1. Algemeen deel.................................................................................................................... 4 1.1 Geschiedenis ........................................................................................................................... 5 1.2 Schoolomgeving ...................................................................................................................... 5 1.3 Schoolbevolking ...................................................................................................................... 6 2. Missie en visie .................................................................................................................... 7 2.1. Missie en visie Schoolbestuur RVKO ...................................................................................... 7 2.2 Missie en visie Augustinusschool .......................................................................................... 8 3.
Toelatingsbeleid ................................................................................................................ 9 3.1 Passend onderwijs................................................................................................................... 9 3.2 Schoolondersteuningsprofiel (SOP) ...................................................................................... 13 3.3 Zorgstructuur ........................................................................................................................ 15
4. Financieel & materieel beleid ............................................................................................ 21 4.1 Financieel beleid ................................................................................................................... 21 4.2 Materieel beleid .................................................................................................................... 21 5. Kwaliteitsbeleid ................................................................................................................ 22 5.1 Algemene uitgangspunten .................................................................................................... 22 5.2 Onderwijskundig concept ..................................................................................................... 24 5.3 Taalbeleidsplan ..................................................................................................................... 28 5.4 Onderwijsinhoud (vakgebieden) & kerndoelen .................................................................... 29 6. Voorschool/ Nulgroep....................................................................................................... 35 7. Multi functionele school ................................................................................................... 36 8. Veiligheid en sfeer ............................................................................................................ 38 8.1 De Vreedzame School & De Gezonde School........................................................................ 38 8.2 Gedragsprotocol.................................................................................................................... 40 8.3 Stappen bij het overtreden van het gedragsprotocol ........................................................... 41 8.4 Klachtenregeling.................................................................................................................... 48 8.5 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en SISA ................................................ 48 9. Zorgplan ........................................................................................................................... 49 9.1 Passend Onderwijs ................................................................................................................ 49 9.2 Definitie van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften (voorheen zorgleerling) ..... 49 9.3 Doelstellingen van de school ................................................................................................ 51
9.4 Doelstellingen met meerjarenperspectief en planning ........................................................ 52 10. ICT-beleidsplan ................................................................................................................. 62 11. Schoolorganisatie ............................................................................................................. 65 11.1 Stafmodel ............................................................................................................................ 65 11.2 Vergaderstructuur ............................................................................................................... 65 11.3 Groepering van de leerlingen.............................................................................................. 66 11.4 Regels en afspraken ............................................................................................................ 66 12. Activiteitenplan ................................................................................................................ 68 12.1 Schooltijden......................................................................................................................... 68 12.2 Urenberekening & vakanties............................................................................................... 68 12.3 Tijdsverdeling (vakgebieden) .............................................................................................. 69 13. Personeelsbeleid .............................................................................................................. 71 13.1 Integraal Personeelsbeleid (IPB) ......................................................................................... 71 13.2 Taakbelasting / Normjaartaak ............................................................................................. 71 13.3 Begeleiding studenten ........................................................................................................ 72 13.4 Nascholing Teamleden ........................................................................................................ 72 14. Lijst met gebruikte afkortingen ......................................................................................... 75
Bijlage 1: Inschrijfformulier Bijlage 2: Meerjarenbeleidsplan
1. Algemeen deel Dit beleidsplan van de Augustinusschool geeft de voorgestelde schoolontwikkeling voor de periode 2015-2019 weer. Het geeft een beeld van de huidige stand van zaken en de ontwikkelingsweg, die we in willen slaan naar 2019. Door dit te beschrijven in een plan willen we, in samenhang met de schoolgids, informatiekalender, website en vensters po, onze ouders en samenwerkingsparticipanten duidelijkheid bieden en leggen wij verantwoording af naar het bestuur van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs, zijnde het schoolbestuur en aan de onderwijsinspectie. Het plan is tot stand gekomen in samenwerking tussen directie en het team van de Augustinusschool. De medezeggenschapsraad heeft kennis genomen van dit plan en is hiermee akkoord gegaan. De doelen van het schoolplan: - werken vanuit een gezamenlijke onderwijsvisie - omschrijven van deze onderwijsvisie - het aangeven van de doelstellingen - activiteiten en materialen omschrijven om deze doelstellingen te verwezenlijken - dit document heeft een functie in de kwaliteitsbewaking van de ontwikkelingen in ons onderwijs. Naam : Augustinusschool Signatuur : Rooms Katholiek Bestuur : Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO)
Voor (actuele) informatie over de Augustinusschool kunt u ook de website raadplegen: www.augustinusschool-rotterdam.nl
1.1 Geschiedenis In 1905 besloot het kerkbestuur twee panden aan te kopen aan de Josephstraat. Josephstraat 4 zou de nieuwe jongensschool worden. Op de herdenkingssteen bij de voordeur is nog te lezen dat de eerste steen in 1908 werd gelegd door Cornelia van de Loo en Henricus Peeters. Ook de gevelsteen laat zien dat Josephstraat 4 de oorspronkelijke plek van de Augustinusschool was. In 1913 werd aan de Josephstraat 24 en 26 de Engelbewaardersschool gebouwd. Tijdens de oorlog werd de school door de Duitsers in beslag genomen. In 1965 besloot men om in de Josephstraat 4 de Engelbewaarders-kleuterschool onder te brengen. De lagere school, die voortaan Augustinusschool heette, werd ondergebracht op Josephstraat 24 en 26. Vanaf 1975 werden de plannen gestart voor nieuwbouw van de drie nieuwe scholen in de wijk. De Augustinusschool hoorde bij bouwlocatie B. De architecten van onze school waren de heren Girod en Groeneveld. De gemeente wilde naast de school een gymzaal bouwen. In 1980 was het voorlopige ontwerp klaar. Omdat de nieuwe school op de plek van de oude school gebouwd moest worden, moest er eerst het nodige worden afgebroken. De kleuters van de Josephstraat 4 hoefden niet te verhuizen. Dit gebouw dient nu nog als "overflow" voor de groepen 4, 5 en 6. De kinderen van de lagere school gingen tijdelijk naar noodlokalen in de Gouvernestraat en de Drievriendenstraat. In 1983 wordt dan eindelijk gestart met de bouw van de nieuwe Augustinusschool. Deze naam zal voortaan gelden voor de nieuwe basisschool, zoals we die nu kennen. In 1984 is de school klaar in zijn huidige vorm. De school was echter wel te klein voor alle kinderen. Daarom moesten de lokalen van Josephstraat 4 en een dependance in de Batavier ook in gebruik genomen worden. Met ingang van het schooljaar 2004 - 2005 maken we geen gebruik meer van de lokalen in de Batavier. De groepen uit deze dislocatie verhuizen naar Josephstraat 32. In 2003 is het gebouw Josephstraat 4 gerenoveerd en is er een interne verbinding gerealiseerd tussen het hoofdgebouw Josephstraat 12-14 en Josephstraat 4. In deze verbinding zijn een personeels- en directieruimte gerealiseerd.
1.2 Schoolomgeving De Augustinusschool staat in de wijk “Het Oude Westen” in Rotterdam. De wijk is te omschrijven als een binnenstadswijk van een grote gemeente, die gekenmerkt wordt door een multiculturele samenstelling. In 2015 heeft 23 % van de niet-westerse allochtonen een bijstandsuitkering. De veiligheidsindex van de wijk bedroeg in 2011: 5,9. Met deze score behoort de wijk ‘ Het Oude Westen’ tot de categorie ‘bedreigde wijk’. In de wijk “Het Oude Westen” werkt de school nauw samen met ketenpartners zoals Radar welzijn, Groeibriljant, Stichting DOCK (Maatschappelijke Dienstverlening), onderwijswinkel, actiegroep “Oude Westen”, de Leeszaal, sportactiviteiten, sociaal cultureel werk in het kader van voorschoolse- en naschoolse opvang.. Wij maken gebruik van elkaars expertise en proberen programma’s en activiteiten op elkaar af te stemmen en samen uit te voeren. Verdere samenwerking vindt plaats met de andere basisscholen in de wijk en de winkeliersvereniging.
1.3 Schoolbevolking De schoolbevolking is een afspiegeling va de multiculturele samenstelling van de wijkbevolking en de school wordt daardoor bezocht door een diversiteit aan nationaliteiten. Vele van de leerlingen worden aangemerkt als leerlingen in een minder kansrijke situatie door hun culturele achtergrond en de sociaal economische positie, die de ouders innemen in de Nederlandse samenleving. Het totaal van het aantal leerlingen heeft zich in de laatste jaren gestabiliseerd rond de 215 leerlingen.
2. Missie en visie 2.1. Missie en visie Schoolbestuur RVKO
Missie & Visie Schoolbestuur Missie: De RVKO biedt ouders en leerlingen hoogwaardig, eigentijds primair onderwijs gebaseerd op een steeds vernieuwende evangelische traditie en op persoonlijke betrokkenheid van een ieder. We werken vanuit onze kernwaarden, te weten;
vertrouwen
verantwoordelijkheid hoop
gerechtigheid
zorg
verwondering
respect
verbondenheid
Leerlingen
Organisatie
Omgeving
Visie: Vanuit onze evangelische inspiratie bieden we elke leerling de kans om uit te groeien tot een ‘levenskunstenaar’, een mens die in staat is ten volle te leven, met en voor anderen en die kan omgaan met voorspoed en tegenslag. We leren kinderen om verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, voor anderen en voor de omgeving. We zorgen voor het verwerven van kennis en vaardigheden en dragen naar vermogen bij aan een voor elke leerling optimale en brede ontwikkeling.
Visie: Wij zijn een organisatie waarin mensen binnen een helder kader hun verantwoordelijkheid nemen, waar er ruimte is voor individuele en gezamenlijke ontwikkeling, waar talenten tot recht komen, waar op respectvolle wijze wordt samengewerkt en waarin onze waarden worden uitgedragen en nageleefd.
Visie: Wij leveren een betekenisvolle bijdrage aan een betere wereld, waarin mensen hun kwaliteiten en talenten ontwikkelen met zorg voor en in verbinding met de medemens.
Ambities: 1. Ons onderwijs zorgt voor een maximaal leerrendement voor elke leerling. 2. Wij zijn een professionele leer- en werkgemeenschap binnen een solide en wendbare organisatie. 3. Wij verbinden ons met onze omgeving en beïnvloeden deze actief.
2.2 Missie en visie Augustinusschool
Missie & Visie Augustinusschool Missie: De Augustinusschool biedt hoogwaardig, eigentijds primair onderwijs gebaseerd op een steeds vernieuwende evangelische traditie en op persoonlijke betrokkenheid van een ieder. We werken vanuit onze normen en waarden, te weten;
vertrouwen betrokkenheid
verantwoordelijkheid respect
sociale veiligheid
zorg solidariteit
verdraagzaamheid
Leerlingen
Organisatie
Omgeving
Visie: Wij zijn een school voor katholiek basisonderwijs en geven vanuit deze overtuiging inhoud aan ons onderwijs. Wij proberen onze leerlingen geloof in een betere wereld mee te geven. Wij willen een stevig fundament leggen voor de verdere persoonlijk en sociale groei van de kinderen naar evenwichtige en verantwoordelijke mensen.
Visie: Wij zijn een school waar wij gezamenlijk zorg dragen voor een werkklimaat waarin plezier, beroepstrots, persoonlijke en professionele ontwikkeling belangrijke elementen zijn.
Visie: Wij zijn een school waarbij ouders kunnen vertrouwen op professionele, betrokken medewerkers, die in dialoog met hen het beste uit te kinderen halen. Wij zijn een school die de multiculturele verscheidenheid als een verrijking van het onderwijs ziet.
Ambities: 1. Wij zorgen voor een maximaal leerrendement voor elke leerling, zodoende werken wij ontwikkelingsgericht en handelingsgericht. 2. Wij zorgen voor een zo groot mogelijke uitdaging voor onze leerlingen door de leeromgeving én de houding van de leerkracht af te stemmen op de belevingswereld van de leerlingen. 3. Wij zijn een professionele leer- en werkgemeenschap waarbij alle medewerkers ‘blijvend leren’. Wij ondersteunen en stimuleren elkaar om te onderzoeken en resultaten te optimaliseren. 4. Wij werken volgens de principes van De Vreedzame School (participatie, verantwoordelijkheid en democratisch burgerschap) verbinden ons actief met onze omgeving (ouders, wijk, externe organisaties).
3. Toelatingsbeleid Alle kinderen van 4 t/m 12 jaar zijn welkom bij ons op school. Doordat de wijkbevolking multicultureel is, worden er veel kinderen van andere culturen aangemeld. Er is geen maximum gesteld aan het aantal leerlingen op school en in de groepen. Kinderen van andere scholen uit de wijk worden in principe niet op school ingeschreven. Dit is wel mogelijk na overleg en akkoord met de andere school. Kinderen met een indicatie voor het SO of SBO, van een andere basisschool worden alleen ingeschreven wanneer dit in het schoolondersteuningsprofiel past. Wanneer ouders hun kind willen inschrijven bij ons worden ze ontvangen door een van de directieleden. De ouders krijgen tijdens het gesprek uitleg over: de identiteit van de school, het pedagogisch klimaat en ons onderwijs. Ouders krijgen, indien gewenst, een rondleiding door de school. Aan het einde van het gesprek wordt verwezen naar extra informatie op de website of Vensters PO. Dit geldt ook voor de ouders die hun aanmelden voor groep Nul. Bij aanmelding van hun kind op de peuterspeelzaal De Zonnesteen hebben ouders toestemming gegeven om informatie uit te wisselen met de basisschool. Van een kind dat de peuterspeelzaal De Zonnesteen heeft bezocht, dat bij ons wordt ingeschreven, krijgen wij automatisch deze informatie. De overdracht bevat een algemeen gedeelte en een zorggedeelte. Het algemeen gedeelte wordt automatisch doorgegeven. Het zorggedeelte wordt na toestemming van de ouders aan ons doorgegeven. Door deze gegevens krijgen wij inzicht betreffende de gezondheid, het gedrag, de zelfstandigheid en de taalvaardigheid van het kind, zodat wij vanaf het begin in kunnen spelen op de specifieke behoeften. Voor meer informatie over de peuterspeelzaal zie ook de website: http://www.stichting-groeibriljant.nl.
3.1 Passend onderwijs Passend onderwijs - in algemene zin Elk kind heeft recht op goed onderwijs, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. De regering wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone basisschool in de buurt kunnen gaan. Met ingang van 1 augustus 2014 hebben alle scholen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen er voor moeten zorgen dat elk kind een passende onderwijsplek krijgt, ook als duidelijk is dat er voor een kind extra ondersteuning nodig is. Veelal zal dit op de school zijn waar het kind al zit of aangemeld wordt (bij een nieuwe leerling). Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een andere school die de gewenste ondersteuning wel kan bieden. Dit kan ook een school voor speciaal basisonderwijs zijn. De mogelijkheid dat een kind voor de beste ondersteuning een passende plek vindt op een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal (cluster) onderwijs blijft bestaan. De indicatieprocedures die hiervoor nodig zijn, worden wel aanzienlijk eenvoudiger gemaakt. De mogelijkheid voor extra
financiering binnen het reguliere basisonderwijs (rugzakje) verdwijnt. Leerlingen die nu een ‘rugzakje’ hebben, kunnen hier nog tot uiterlijk 1 augustus 2016 gebruik van maken. Om het bovenstaande mogelijk te maken gaan de basisscholen nauw samenwerken. Deze samenwerking vindt plaats in een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Wij zijn als school verbonden aan: PPO Rotterdam Centrum-Noord. In het samenwerkingsverband zullen scholen de (onderwijs)zorg voor kinderen zo goed mogelijk organiseren. Ouder(s)/verzorger(s) worden hier nauw bij betrokken.
Passend onderwijs - op school Wanneer een kind op een school wordt aangemeld, zal deze school zoveel als mogelijk proberen een passende onderwijsplek te bieden. Alle scholen moeten aan de door het samenwerkingsverband vastgestelde basisondersteuning voldoen. Deze is voor alle basisscholen gelijk. Aanvullend op de basisondersteuning kunnen scholen ook extra vormen van ondersteuning bieden. Scholen leggen het totale aanbod aan ondersteuning vast in een schoolondersteuningsprofiel. Het afgelopen schooljaar hebben alle basisscholen een verkorte (gecomprimeerde) versie van dit schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Het gecomprimeerde schoolondersteuningsprofiel is voor ouder(s)/verzorger(s) in te zien op de website van de school en ligt ter inzage bij de directie en interne begeleiding van de school. Bij de aanmelding moeten de ouders alle belangrijke informatie over hun kind kenbaar maken aan de school, ook de mogelijke extra ondersteuning die hun kind op school nodig heeft. Tevens moeten ouders aangeven of hun kind bij meerdere scholen is aangemeld en welke de eerste school van aanmelding is. De school heeft vervolgens 6 weken de tijd om te bekijken of het kind kan worden toegelaten. Deze termijn kan met 4 weken worden verlengd. Tijdige aanmelding (bij voorkeur 10 weken voor de start van het schooljaar) is dus erg belangrijk. Er wordt bij het bepalen of de onderwijsplek passend is, rekening gehouden met de behoefte van het kind, de mogelijkheden van de school en de andere scholen in de regio, en de voorkeuren van de ouder(s)/verzorger(s). Kan de school een kind niet toelaten, dan moet het schoolbestuur het kind een passende onderwijsplek op een andere school aanbieden. Deze verplichting van het schoolbestuur is de feitelijke zorgplicht. Het zoeken naar een alternatieve, passende onderwijsplek, doet de school uiteraard in overleg met de ouder(s)/verzorger(s). Slechts in uitzonderlijke situaties mag een school een kind weigeren zonder dat daar een zorgplicht aan verbonden is. Dit alles, en nog vele andere zaken met betrekking tot het toelatingsbeleid, is terug te vinden op de website van de school of op te vragen bij de directie van de school. Voor kinderen waarvoor bij het samenwerkingsverband extra ondersteuning wordt aangevraagd, zal een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld. Dit heeft als doel om duidelijk te krijgen wat de mogelijkheden van een kind zijn en hoe deze zo optimaal mogelijk kunnen worden ontwikkeld. Voor kinderen die geen extra ondersteuning nodig hebben, zal er weinig veranderen. Wel bestaat de mogelijkheid dat er op termijn op school of in een groep meer kinderen komen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit is echter afhankelijk van de afspraken die de scholen in de regio met elkaar maken. Een belangrijk aspect ten aanzien van de invoering van passend onderwijs is het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Ouder(s)/verzorger(s) en de school zijn samen verantwoordelijk voor de randvoorwaarden waaronder een kind zich zo optimaal mogelijk op allerlei gebieden kan ontwikkelen. We noemen dat educatief partnerschap. Deze vorm van partnerschap, waarbij open en eerlijke communicatie van groot belang is, start bij de aanmelding en zal gedurende de gehele schoolloopbaan van groot belang zijn. Tijdens het verblijf van
een kind op school en bij de overgang naar het voortgezet onderwijs, worden ouders/verzorgers nauw betrokken bij alle ontwikkelingen die voor/bij het kind van belang zijn. Het uitspreken van wederzijdse verwachtingen op basis van een transparante houding, waarbij rekening wordt gehouden met elkaars expertise ten aanzien van opvoeding en onderwijs, zal zorgen voor een betere samenwerking tussen ouder(s)/verzorger(s) en school. Samen is meer!
Schoolondersteuningsprofielen Bij het vinden van een passende onderwijsplek voor het kind zijn ouders uiteraard heel belangrijk. Ouders met kinderen in de peuterleeftijd oriënteren zich op een nieuwe school, maar soms gebeurt het ook dat een kind al op een basisschool zit, maar dat het voor het kind beter is dat het naar een andere school gaat. Meestal gebeurt dit omdat de huidige school niet aan het kind kan bieden wat het nodig heeft. Maar het zoeken naar een nieuwe school kan ook het gevolg zijn van een verhuizing. Iedere school is wettelijk verplicht om een schoolondersteuningsprofiel te maken. (Zie bijlage 1.) Dit profiel beschrijft welke onderwijsondersteuning de school wel en niet kan bieden. Als ouders vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, kunnen ze via het ondersteuningsprofiel alvast een beeld krijgen van wat een school kan bieden. Informatie voor de school Bij het zoeken naar een passende onderwijsplek is het belangrijk dat ouders aan de school zoveel mogelijk informatie geven over hun kind, ook gegevens over (te verwachten) beperkingen in de onderwijsdeelname. Soms zal de school aan de ouders aanvullende gegevens vragen of aangeven dat er nader onderzoek nodig is. Voor dat onderzoek moeten ouders toestemming geven. Het is heel belangrijk dat ouders en school samen optrekken in het vinden van een passende school voor het kind. Er is vaak veel informatie beschikbaar over een kind. Door in openheid informatie met elkaar te delen, is de kans het grootst dat een passende school voor het kind gevonden kan worden. Extra ondersteuning Het is belangrijk dat de school alle belangrijke informatie krijgt, want het is de school die bepaalt of een kind al dan niet extra ondersteuning nodig heeft. Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, is de school verplicht om eerst te kijken of zij zelf het kind de extra ondersteuning kan bieden. Het schoolondersteuningsprofiel van de school vormt daarbij het uitgangspunt. Kan de school zelf geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een andere school, bij voorkeur binnen het samenwerkingsverband, die de juiste ondersteuning kan bieden. Onder een andere school wordt ook een school voor het speciaal (basis) onderwijs verstaan.
Speciaal (basis)onderwijs Voor scholen voor speciaal (basis)onderwijs verloopt het aanmeldingstraject via het samenwerkingsverband waar de school toe behoort. Het samenwerkingsverband geeft vanaf 1 augustus 2014 zogenaamde toelaatbaarheidsverklaringen af voor het sbo en so (cluster 3 en 4). Zonder deze verklaring kan een sbo- of so-school een leerling niet aannemen. Alleen basisscholen of zorginstellingen kunnen een kind aanmelden bij de toelatingscommissie van het samenwerkingsverband. Ouders kunnen zelf geen toelaatbaarheidsverklaring aanvragen, maar kunnen voor vragen natuurlijk wel terecht bij het samenwerkingsverband (www.pporotterdam.nl).
Wanneer geldt de zorgplicht niet? De zorgplicht en de trajectplicht gelden niet als de school of de groep waar het kind voor wordt aangemeld vol is. Voorwaarde is wel dat een school een duidelijk en consistent aannamebeleid heeft en in haar schoolondersteuningsprofiel aangeeft wanneer de school daadwerkelijk vol is. In deze situaties verdient het de voorkeur dat de school bij haar schoolbestuur en/of bij het samenwerkingsverband meldt dat zij geen onderwijsplek aan een kind kan bieden. Ook geldt de zorgplicht niet wanneer ouder(s)/verzorger(s) desgevraagd de grondslag van de school weigeren te respecteren. Het gaat hier niet alleen om de religieuze grondslag of levensbeschouwelijke identiteit van de school, maar ook om de onderwijskundige grondslag. Tenslotte is de zorgplicht niet van toepassing bij aanmelding voor cluster 1 (visuele beperkingen) en cluster 2 instellingen (gehoor- en communicatieve beperkingen). Deze instellingen maken geen deel uit van samenwerkingsverbanden passend onderwijs en hebben een eigen toelatingsprocedure.
Onderwijsconsulenten Met de inwerkingtreding van de wetswijziging Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 kan ook een beroep worden gedaan op de onderwijsconsulent (www.onderwijsconsulenten.nl) wanneer er sprake is van plaatsingsproblematiek van een (leerplichtige) leerling met extra ondersteuningsbehoefte in primair of voortgezet onderwijs of wanneer ouder(s)/verzorger(s) en/of school problemen ervaren met betrekking tot het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief (OPP).
3.2 Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Hier vindt u het schoolondersteuningprofiel dat is opgesteld in 2014 in het kader van Passend Onderwijs. U kunt hier lezen welke zorg de school wel én niet kan bieden.
Algemene gegevens School
Augustinusschool
BRIN
18AP
Directeur
H. ten Kaate
Adres
Josephstraat 12-14
Telefoon
0104364378
E-mail
[email protected]
Bestuur
RVKO
Samenwerkingsverband
SWV PPO Rotterdam afdeling Centrum-Noord
Schoolondersteuningsprofiel In verband met de wet passend onderwijs die per 1 augustus 2014 van kracht is gegaan, is elke school verplicht een schoolondersteuningsprofiel op te stellen. Hierin wordt door de school aangegeven welke vormen van extra zorg de school wel én niet kan verzorgen. Dit volledige document ligt ter inzage bij de directie. Enkele belangrijke onderdelen in dit schoolontwikkelingsprofiel zijn: De Augustinusschool maakt momenteel deel uit van het samenwerkingsverband (SWV)
Passend Primair Onderwijs (PPO) Rotterdam. De school is ingedeeld in de regio Centrum– Noord. De schoolcontactpersoon namens PPO Rotterdam is op dit moment mevrouw M. Blaak. Voor contactgegevens zie www.ppo.nl. De zorg voor de leerlingen is ingedeeld in 3 categorieën:
Basiszorg betreft de reguliere onderwijszorg die de school zelf kan bieden. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school heeft om het onderwijs aanbod met behoud van kwaliteit aan te passen aan verschillen in de onderwijsbehoeften van kinderen op hun school. Breedtezorg betreft de onderwijszorg die school kan bieden mits er ondersteuning is van externe partners die samenwerken met en in de school. Hierbij gaat het om de mogelijkheden die de school kan organiseren om de vereiste deskundigheid te mobiliseren om zodoende de verantwoordelijkheid om voor alle kinderen passend onderwijs te bieden, waar te kunnen maken. Dieptezorg betreft de zorg die vorm gegeven wordt door gespecialiseerde voorzieningen binnen het SWV. Wanneer basis- en breedtezorg samen ontoereikend zijn, wordt de
verantwoordelijkheid van de school overgedragen aan een andere instantie binnen het SWV, bijvoorbeeld het speciaal (basis-) onderwijs. Met betrekking tot de volgende domeinen kan de Augustinus voorzien in de volgende zorgbehoefte: Domeinen Basiszorg Breedtezorg dieptezorg leren en ontwikkeling
x
x
x
fysiek en medisch
x
sociaal-emotioneel
x
werkhouding
x
x
x
thuissituatie
x
x
Gezien de groepsplannen met de ontwikkelde arrangementen op drie niveaus zijn wij in staat
om op het gebied van leren, werkhouding en ontwikkeling de leerlingen zorg te bieden. Alle groepsleerkrachten maken 2 keer per jaar een groepsplan voor rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen. Deze plannen worden continue bijgesteld na toetsanalyses. De interne begeleiders en ouderconsulente kunnen in samenwerking met de ketenpartners in het Nieuw Rotterdams Jeugdbeleid ondersteuning in de thuissituatie geven. Tijdens het overleg van het Onderwijs Advies Team (OAT) bespreken de intern begeleiders van de Augustinusschool en externe experts hoe de zorg aan een leerling het best vorm gegeven kan worden. Dat overleg bestaat uit interne begeleiders, schoolcontactpersoon uit samenwerkingsverband, schoolverpleegkundige, directie en de schoolmaatschappelijk werker. Op afroep zijn eventueel andere deskundigen erbij te betrekken. Dit overleg kan alleen plaatsvinden met toestemming van de ouders.
Preventieve en lichte curatieve interventies Het eerste aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met partners. In het referentiekader wordt een minimale opsomming gegeven van de interventies die bij de basisondersteuning horen: Vroegtijdig signalering van leer-, opgroei- en I.s.m. S.M.W. Centrum/Oude Noorden, C.J.G. St. Groeibriljant, wijkteams NRJ, OAT, PPO opvoedproblemen Rotterdam De zorg voor een veilig schoolklimaat
Opgenomen in gedragsprotocol in de Vreedzame School
Een aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie
I.s.m. met de Leeskliniek en PPO Rotterdam
Een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie
Groepsplannen en arrangementenplanning OPP’s, RVKO Talent, RVKO KANS
Toegankelijk schoolgebouw met aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen
Niet aanwezig
Aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsprobemen
De Vreedzame School en De Vreedzame Wijk
Protocol voor medische handelingen
Opgenomen in schoolgids en draaiboek
Onderwijsondersteuningstructuur Bij dit aspect van de basisondersteuning gaat het om de expertise die in de school aanwezig is om interventies te plegen, de manier waarop dat in de school georganiseerd is, en met weke onderwijsen ketenpartners wordt samengewerkt. Dit kan zichtbaar gemaakt worden door overzichten van: - De functies en taakprofielen binnen de school, die een beeld geven van de ondersteuningstructuur; - De gemiddelde groepsgrootte en beschikbare personeelsformatie per groep; - Een overzicht van gecertificeerde expertise binnen de school en - Een overzicht van samenwerkingsrelaties van de school. Functies en taakprofielen: De formatie houdt de onderstaande functies en taken in:
Directie Interne begeleiders / Bouwcoördinatoren/Stafvertegenwoordigers Groepsleerkrachten Remediërende leerkrachten School maatschappelijk werker Fysiotherapeut Lekker Fit leerkracht Diëtist Conciërge Administratieve kracht Ouderconsulent ICT coördinator Vrijwilligers Stagiaires HBO/ MBO/ logopedie SKVR muziekdocenten
3.3 Zorgstructuur Zorgroute Zorgverbreding betekent dat we het onderwijs zo goed mogelijk aanpassen aan de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van ieder kind. Zorgverbreding is dus niet alleen gericht op kinderen met leerproblemen, maar ook op kinderen die meer aankunnen dan het klassenprogramma hen biedt. We zijn gericht op het aanpassen van de leerstof. We kijken daarbij ook naar de thuissituatie, het zelfbeeld, de motivatie en de sociale capaciteiten. Op basis van deze uitkomsten krijgt het kind zijn eigen zorgroute binnen of buiten de school aangeboden. Ontwikkelingsperspectief (OPP) Vanaf groep 6 wordt voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (extra zorg) een individueel ontwikkelingsperspectief opgesteld met meetbare tussentijdse opbrengsten. Op basis van de opbrengsten wordt de aanpak eventueel bijgesteld.
Het OPP van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften binnen het basisonderwijs is een formulering van de verwachte leeropbrengst t/m eind groep 8 per vakgebied, op basis van: de leerrendementen tot nu toe, partiële leerrendementen, informatie verkregen uit pedagogisch didactisch en/of psychodiagnostisch onderzoek, de effecten van handelingsplanning en de omgevingsfactoren. Het verwachte uitstroomniveau (na groep 8) wordt per vakgebied beschreven. Het OPP is een leidraad waaruit het onderwijs vormgegeven wordt (al dan niet op basis van een individuele leerlijn) om voor de specifieke individuele leerling te komen tot een optimale ontwikkeling, rekening houdend met individuele mogelijkheden, protectieve factoren en belemmeringen, onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van deze leerling. Achterstandenbeleid Ter preventie en bestrijding van onderwijsachterstanden werkt de school samen met andere instellingen, waaronder de schoolbegeleidingsdiensten, het sociaal-cultureel en welzijnswerk, gemeentelijk bureau leerlingzaken, Centrum voor Jeugd en Gezin (o.a. schoolarts en consultatiebureau) en andere hulpverleningsinstanties. KANS In 2009 is binnen de RVKO het initiatief KANS gestart. Het doel van KANS is de ondersteunende functie van de scholen voor sbo verder te ontwikkelen door de aanwezige expertise beschikbaar te stellen aan het reguliere basisonderwijs. Het project richt zich op de ondersteuning van de basisscholen en de ontwikkeling van de scholen voor sbo in de richting van Passend Onderwijs. KANS deelt de visie van WSNS en creëert van hieruit een specifieke taak voor de RVKO scholen, gefaciliteerd en bekostigd uit eigen middelen. TALENT In 2008 is binnen de RVKO het initiatief TALENT gestart: een kennispunt voor begaafdheid. In het kennispunt werkt een aantal scholen samen dat extra zorg besteedt aan de begaafde en getalenteerde leerlingen. Deze scholen zijn verdeeld over de stad Rotterdam en de randgemeenten. Zij hebben ervaring met het onderwijs aan begaafde kinderen. Door samen te werken vergroten zij hun eigen deskundigheid en kunnen zij alle andere scholen van de RVKO ondersteunen. Leerlingen met een bijzondere handicap Indien een leerling van de school via een REC een indicatiestelling krijgt en de ouders besluiten om het kind met een ‘rugzak’ op school te laten, dan gelden de plaatsingscriteria, zoals beschreven in het toelatingsbeleid. Niet alleen de ouders moeten vertrouwen hebben dat de school de nodige deskundigheid in huis heeft om het kind goed te begeleiden. Ook de school zelf moet ervan overtuigd zijn, dat zij in staat is de ontwikkeling van deze leerling goed te begeleiden. Doublure beleid Een kind dat mogelijk doubleert, moet al met regelmaat op de leerling-besprekingen zijn besproken. De ouders zijn volledig op de hoogte zijn van de ontwikkelingen van hun kind. Als een leerling ondanks extra hulp blijft uitvallen en een grote achterstand krijgt bij de rest van de groep dan kunnen de leerkracht/IB, na overleg met directie en ouders, ervoor kiezen om een kind een bepaald jaar te laten overdoen. Meestal blijkt dit een goed resultaat te geven, ook hier geldt na overleg met de ouders/verzorgers, de directie van de school een bindend advies geeft.
De organisatie van de zorg
De leerkracht is verantwoordelijk voor het signaleren en het verzorgen van effectief onderwijs voor de specifieke onderwijsbehoefte van de individuele leerling en/of de groep. De leerkracht schakelt de hulp van de intern begeleider (IB) in op het moment dat door een specifieke onderwijsbehoefte afgeweken dient te worden van het reguliere onderwijsaanbod. In samenspraak met de intern begeleider wordt in het groepshandelingsplan (GHP) of het ontwikkelingsperspectief (OPP) omschreven wat de specifieke aanpak zal inhouden en hoe deze wordt vormgegeven. Deze aanpassingen in de leerstof of aanpak kunnen worden gedaan omdat meer uitdaging noodzakelijk voor leerlingen die bovengemiddeld scoren en voor extra ondersteuning voor leerlingen die onder gemiddeld scoren. Indien de interne begeleider en de leerkracht dit nodig achten, kunnen zij de hulp inschakelen van de directie voor advies.
De leerkracht signaleert in de groep welke specifieke onderwijsbehoefte er is voor de individuele leerling, een deel van de groep of de gehele groep. Tijdens de leerling- en groepsbesprekingen wordt in overleg met de IB gekozen voor een effectieve aanpak in het onderwijsaanbod. Deze aanpak wordt 3 maal per schooljaar (medio september, februari en juli) geanalyseerd door middel van de gezamelde observaties en toetsgegevens. Dit is een cyclisch proces wat zich blijft herhalen. Signaleren van specifieke onderwijsbehoefte (leerkracht) observaties
toetsen
Aanpak opnemen in GHP of OPP (leerkracht in overleg met IB) leerlingbesprekingen
groepsbesprekingen
3 x per schooljaar aanpak analyseren en vervolgplan opstellen observaties toetsen
Als naar aanleiding van de leerlingbespreking blijkt dat het noodzakelijk is extra zorg voor een specifieke individuele leerling vorm te geven maakt de leerkracht samen de interne begeleider een ontwikkelingsperspectief. Ter preventie van achterstanden kan de school zich richten tot de expertise uit KANS. Voor extra zorg aan begaafde en getalenteerde leerlingen kan de school gebruik
maken van het kennispunt TALENT. Deze initiatieven vanuit het bestuur kunnen te allen tijde worden geraadpleegd als er ondersteuning nodig is bij het opstellen van het OPP. Groepsplannen Opstellen, uitvoeren en evalueren van groepsplannen voor rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen en een groepsplan voor gedrag. Het groepsplan wordt opgesteld n.a.v. het laatste groepsplan van vorig schooljaar. Daarna 3x per jaar bijstellen en in een nieuw plan verwerkt. Het eindplan wordt geëvalueerd en dient als startplan voor de nieuwe groep. 3x per jaar vindt een groepsbespreking met de IB’er plaats. Hulp binnen en buiten de groep o De individuele hulp wordt gegeven aan de extra-zorgleerlingen. Een leerling heeft dan een specifiek leerprobleem waarvoor aangepaste instructie en/of aangepaste leerstof en leerroutes noodzakelijk zijn. o Voor kinderen die individuele hulp krijgen wordt in overleg met de betreffende IB-er een handelingsplan opgesteld. Ouders worden hierbij betrokken. o Extra hulp binnen of buiten de groep wordt beschreven in het groepsplan. Leerlingbesprekingen o 3x per jaar groepsbesprekingen met IB en leerkracht, indien nodig volgen hieruit leerlingbesprekingen o Schoolcontactpersoon vanuit PPO, IB-ers met BLZ-er 1x per 2 weken 2 uur. o Onderwijs Advies Team (OAT) 6x per jaar, hier worden leerlingen met toestemming van ouders besproken. Aanwezig zijn hierbij: schoolverpleegkundige vanuit CJG, schoolcontactpersoon PPO, SMW, IB en directie o Schoolmaatschappelijk werk (SMW) 1x in de 3 weken, met toestemming van ouders
Leerlingbespreking
Ontwikkelingsperspectief
Aanmelding zorgteam of schoolcontactpersoon
Wettelijke meldingsplichtDe school is wettelijk verplicht om zorgen in de opvoeding omtrent kindermishandeling en huiselijk geweld te melden. De school doet dit in de overlegstructuren van staf, OAT, en gesprekken met SMW. Afhankelijk van de problematiek wordt dit besproken met de Voorman van het Wijkteam Zorg Jeugd Centrum, waarbinnen de SMW’er participeert. Meldingen naar AMK, BJZ, SHG of SISA worden gedaan door de opgeleide aandachtsfunctionaris van onze organisatie, die deel uitmaakt van de staf en het OAT. In gesprek met ouders moet kenbaar worden gemaakt dat deze melding plaatsvindt.
Deskundigheid binnen de school Aanwezige deskundigen in het team: Op HBO+ niveau : 3 leraren met Interne Begeleiding opleiding en 4 leraren met Master SEN of soortgelijke opleiding. Directeur met 10 jaar ervaring binnen het s.b.o. Samenwerkingsrelaties van de school Samenwerkingsverband PO (ib netwerken)
Sinds 2014-2015 Centrum
SBO
Johannes-Martinus, Henry Dunant, Lucas
V(SO) Rec 1,2,3,4
Rec 2 Kon. Aurisgroep
Wijksamenwerkingsverband
Centrum-Noord, contactpersoon M.Blaak
Lokale overheid
Rotterdam
Bureau Jeugdzorg
Centrum, Delftseplein 29, Rotterdam
Centrum Jeugd en Gezin
Crooswijksestraat, Rotterdam
GGZ
Maria Fortes Gomes
Leerplicht
Indera Assen
Buurtregisseur, politie
Wijkagent Chantal van Dalen
Club en buurthuiswerk
Opgeheven Coördinatie van smw/amw, vreedzame wijk, opvoedpoli, vraagwijzer, Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel, taalles volwassenen ligt sinds 2013/2014 bij Radar: Jolanda Moerkerke
Schoolmaatschappelijk werk
Stichting Dock: Hanneke Ris
Ambities Wij willen er zijn voor veel kinderen. Om in het kader van passend onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen de juiste school te kunnen zijn, heeft het team de volgende ambities voor de komende periode uitgaande van de 5 onderwijsdomeinen: 1. Leren en ontwikkeling 2. Fysiek en medisch 3. Sociaal-emotioneel en gedrag 4. Werkhouding 5. Thuissituatie
De ambities voor de toekomst : - Deskundigheid bevorderen …… leraren verder laten ontplooien d.m.v. gerichte scholing, opleiding, workshops, cursussen, trainingen, congressen, collegiale consultatie, coaching - Aandacht en tijd geven……juiste verhouding van leerstofaanbod - Voorzieningen creëren…..goed beoordeelde methodieken - Gebouw zijn……aanvragen voor aanpassingen - Samenwerking zoeken…..optimaal en effectief inzetten van de ‘knowhow’ van ketenpartners - Burger zijn …….van een vreedzame school in een vreedzame wijk.
3.4 conclusies Passend Onderwijs heeft nog een aantal jaren te gaan voordat het werkelijk zo geregeld is, dat er voor ieder kind en juiste plek is gevonden. Samenwerking op het gebied van uitwisseling van kennis en het creëren van goede nabij gelegen mogelijkheden voor de leerlingen woonachtig in de wijk (zie ook hoofdstuk 6) Leerlingen met een verwijzing of terugplaatsing SBO Aantal leerlingen die verwezen worden naar het sbo is sterk gedaald. Heeft mede te maken met weigering van de ouders/verzorgers om aan een onderzoek of plaatsing mee te werken en het vluchtgedrag naar andere basisscholen. Leerlingen met een verwijzing naar SO of een rugzakje Aantal leerlingen die verwezen worden naar het speciaal onderwijs is nauwelijks aanwezig. Komt mede door de leerlinggebonden formatie om kinderen op de basisschool met en zonder ambulante hulp te begeleiden. Gebouw: Om passend onderwijs optimaal te garanderen dient het gebouw gerenoveerd te worden.
4. Financieel & materieel beleid 4.1 Financieel beleid o
o
Vanuit de rijksoverheid wordt een Lumpsumvergoeding gegeven gerelateerd aan het leerlingaantal. Binnen de RVKO is er een verdeling van deze inkomsten gemaakt in een bestuursdeel, een deel voor personele inzet en personeelsbeleid (zie formatieplan) en een deel voor materieel beleid (zie eenjarige en meerjarige begroting). Ons administratiekantoor Dyade draagt zorg voor de bewaking van de budgetten, een juiste administratie en een inventarisoverzicht. De ouderbijdragen komen voort uit school- en kampgeld. En worden beheerd door de directie. Er wordt een financieel verslag gemaakt, die als leidraad dient voor de nieuwe begroting. Deze wordt gemaakt door de directeur en voorgelegd aan het personeel en de MR.
4.2 Materieel beleid Het gebouwbeheer is in handen van de ServiceDesk van de Gemeente Rotterdam De zorg voor de materialen is als volgt geregeld: o Jaarlijks maakt de directie een begroting Hierin worden materialen < € 500,00 jaarlijks begroot en materialen > € 500,00 op afschrijfbasis begroot. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bovenschoolse richtlijnen. o
Bestellingen worden per groep en/of bouw ingediend bij de directie. De directie gaat na overleg al dan niet over op bestelling.
o
De meerjarenbegroting wordt opgesteld door de directie naar aanleiding van de visie en behoeften van de school en besproken in de staf. Waarna bespreking op bovenschools niveau plaatsvindt. In en na overleg op het bovenschool niveau wordt de begroting aangepast en goedgekeurd.
5. Kwaliteitsbeleid 5.1 Algemene uitgangspunten Kwaliteitsbeleid De kwaliteit van het onderwijs krijgt continu aandacht. Wij vinden het belangrijk om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed? Doel van het kwaliteitsbeleid is daarom om de kwaliteit van het onderwijs in beeld te brengen en verder te vergroten. De kwaliteit van ons beleid vergroten wij door in dit schoolplan gebruik te maken van de zogenaamde kwaliteitscyclus. Deze cyclus bestaat uit een aantal stappen: o het formuleren van een meerjarenbeleid o het in beeld brengen van de actuele situatie o het formuleren en uitvoeren van activiteiten op korte en middellange termijn o het evalueren van de uitgevoerde activiteiten o het bijstellen van het meerjaren beleid o het formuleren en uitvoeren van activiteiten voor de komende periode Kwaliteitsbewakinginstrumenten De kwaliteit van het onderwijs wordt door vele factoren bepaald: onder andere door het klimaat op de school als geheel en door het personeel, Wij meten de kwaliteit van ons onderwijs met kwaliteitsbewakingsinstrumenten. Wij maken gebruik van onderstaande instrumenten: o Rapporten van de rijksinspectie naar aanleiding van de schoolbezoeken o Jaarlijkse evaluatie van de in het schoolplan/ draaiboek gestelde doel- en taak stellingen o Het instrument INK/Kwaliteitsonderzoek van Beekveld & Terpstra bestaat uit vier vragenlijsten (één voor de schoolleiding, de teamleden, de leerlingen en één voor de ouders ‘ het oudertevredenheidsonderzoek’ ) om zo het eigen functioneren systematisch in kaart te brengen en te gebruiken voor een effectief kwaliteitsbeleid. Dit wordt om de 2 jaar afgenomen o Monitorverslag (constateringen bovenschools manager RVKO) De bovenschoolsmanager zal, vanuit eigen waarneming en door middel van geschriften en handelingen, met de directie afspraken maken. Bovendien zal de bovenschoolsmanager de inspectieonderzoeken volgen middels het bijwonen van de afsluitende gesprekken en het lezen van het rapport. De bovenschoolsmanager zal het eindrapport bespreken met de directie. Een ondersteuning van het kwaliteitsbeleid is te vinden in de volgende documenten: (zie netwerk Augustinusschool onder Directie/RVKO en Directie/Onderwijskundig beleid) o schoolplan: met centraal hierin het onderwijskundig beleid en de wijze van bewaking van de kwaliteit. o schoolgids: deze biedt inzicht in de gestelde doelen, werkwijzen, resultaten van de school, en is mede een belangrijk document voor de verantwoording van het onderwijs aan de ouders. o klachtenregeling: voor de ouders en het aanstellen van vertrouwenspersonen. o zorgplan van PPO Rotterdam (voorheen W.S.N.S.): als kwaliteitsdocument t.a.v. de opdracht tot het inrichten van een zorgstructuur, waarbij alle leerlingen die zorg krijgen die ze nodig hebben en daardoor een ononderbroken ontwikkelingsproces doorlopen.
Toetsing en evaluatie, bewaking van de kwaliteit Voor de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs gebruiken wij als school de volgende onderzoeksmiddelen en procedures. o observatie-instrumenten o leerlingvolgsysteem van ParnasSys o Cito toetsen en toetskalender o klassenconsultaties o evaluerende vergaderingen o ouderavonden o functioneringsgesprekken met leerkrachten o interne sterkte-zwakte analyse Evaluatie schoolorganisatie Wij evalueren de schoolorganisatie: o n.a.v. gesprekken met leraren (inbreng tijdens besprekingen en functionerings- gesprekken) o bij organisatorische- en personele wijzigingen o eind van het schooljaar (vaste jaarlijkse plenaire vergadering) o n.a.v. klassenconsultaties, wederzijdse consultaties o n.a.v. implementaties o nieuwe collega’s In één of twee plenaire vergaderingen komen in verschillende vergadervormen i.v.m. de opzet voor het nieuwe schooljaar, onderstaande elementen van het afgelopen schooljaar aan de orde: o organisatie (tijden, aantal groepen, aantal r.t.leerkrachten, roosters enz.); o schooldoelstellingen; o relaties; o taakverdeling en taken (cao en normjaartaak) Ouders o bespreking vernieuwing/verandering tijdens vergaderingen van de ouderraad o inbreng veranderingen/vernieuwingen op informatie-avond o Bespreking jaarverslag, formatie, financiën binnen de medezeggenschapsraad Effectiviteit, procedure bewaken effectieve schooltijd Procedure van melden van laatkomers: Groepsleraar noteert het te laat komen en hanteert de afgesproken regel met de kinderen (bijvoorbeeld tijd dubbel inhalen, wachten tot 09:00 uur) Wanneer een leerling te laat komt, krijgt hij een ‘te laat kom briefje’ mee naar huis. (hierop staat hoeveelste keer het is de desbetreffende maand) Eind van kalendermaand haalt de administratief medewerkster de lijsten op. De directie bekijkt de lijsten en hanteert de volgende norm: o 3 Maal te laat op school gekomen in een maand directie neemt telefonisch contact op met de ouders. o Wanneer het een volgende maand (een tweede maand) weer gebeurt, zal er een schriftelijke waarschuwing de deur uitgaan naar ouders vanuit de directie. o Bij een derde maand zal er een er een melding naar leerplicht gedaan worden. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.
Procedure van melden van schoolverzuim: 1. Groepsleraar vermeldt verzuim op absentielijst 2. Dagelijks loopt administratief medewerkster de groepen langs om de absenten op te nemen 3. Administratief medewerkster belt naar huisadres van afwezige leerling 4. Bij geen gehoor of ongeldige reden van verzuim, neemt directie contact op met ouders en maakt kennisgeving ongeoorloofd verzuim (KOV) op. 5. Deze KOV wordt naar leerplicht gestuurd.
5.2 Onderwijskundig concept De uitspraken ten aanzien van de visie worden vertaald naar de praktijk door het inrichten van het onderwijs, waarin de volgende uitgangspunten richting geven aan dit onderwijs: 1. onderwijs dat aangepast is aan de behoeften van de leerlingen 2. onderwijs dat gebruik maakt van uiteenlopende materialen en leertrajecten 3. onderwijs waarbij de leerkracht gevarieerde instructieprincipes gebruikt om de leerlingen in de gelegenheid te stellen de instrumentele vaardigheden in eigen tempo te beheersen 4. onderwijs waarbij de leerlingen in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid nemen voor planning en evaluatie van hun eigen leerproces en waarbij leerlingen een actieve en zelfstandige leerhouding verwerven 5. onderwijs dat aandacht schenkt aan doelmatige klassenorganisatie, effectieve groeperingsvormen, maximaliseren van affectieve leertijd en minimumdoelen voor alle leerlingen. Kenmerken van deze wijze van onderwijs: a. het actieve aandeel van de leerlingen in het onderwijsleerproces is groot b. een sterke motivatie en een groot zelfvertrouwen bij de leerlingen c. een eigen verantwoordelijkheid van de kinderen t.a.v. vrije activiteiten en exploratieve bezigheden d. stellen van minimumdoelen met name bij de instrumentele vaardigheden en zelfstandig leren e. doelbewuste en geplande gestructureerde leeractiviteiten houden hun belang f. basisvaardigheden hebben een duidelijke en logische opbouw in het leerproces g. leerkracht heeft zicht op mogelijkheden en beperkingen van de leerlingen h. het individuele kind kan eventueel een alternatieve leerroute doorlopen i. differentiatie in instructie en leertijd j. een effectieve klassenorganisatie. Voor het jonge kind heeft de school gekozen om de bovenstaande kenmerken tot uitdrukking te brengen in een methodiek uitgaande van Kaleidoscoop. Kaleidoscoop gaat immers ook uit van: o kinderen verwerven kennis door hun actieve betrokkenheid bij mensen, materialen, gebeurtenissen en ideeën. Een proces dat gebaseerd is op intrinsieke motivatie (zie kenmerken a, b) o kinderen ontwikkelen hun vaardigheden in een voorspelbare volgorde, maar ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo (zie uitgangspunten 1, 2, 3 en kenmerken f, g, h, i) o constante ondersteuning en respect van de volwassenen voor de keuzes van de kinderen, hun gedachten en daden, versterken het gevoel van eigenwaarden, verantwoordelijkheidsbesef, zelfbeheersing en kennis van de kinderen (zie uitgangspunten 1, 4 en kenmerken a, b, c)
de leerkracht dient op de hoogte te zijn van het niveau van ontwikkeling van het individuele kind om de juiste interacties met kinderen te plannen en uit te voeren. Observatie is hierbij belangrijk. (zie uitgangspunten 1, 3 en kenmerken g, h) Voor het onderwijs in de gehele school zijn de bovenstaande uitgangspunten en kenmerken richtingbepalend. o
De school heeft ook als onderwijskundige opdracht de leerlingen te steunen, te begeleiden, te instrueren hoe zij met diverse leerstofonderdelen om dienen te gaan om kennis op te doen, die noodzakelijk is voor hun verdere mogelijkheden in hun ontwikkeling en om keuzes te kunnen maken (in bijvoorbeeld hun vervolgonderwijs), die passen bij hun capaciteiten en belangstelling. Om kinderen straks een goede plaats in de maatschappij te geven is kennis onontbeerlijk. Het verwerven van deze kennis is een proces, waarin de leerkracht een duidelijke rol speelt. De leerkracht dient de volgende vaardigheden te beschikken: 1. een attitude met betrekking tot het kunnen onderkennen van de optimale mogelijkheden van het kind op alle ontwikkelingsaspecten: sociaal, emotioneel, cognitief, creatief en communicatief. 2. deskundigheid ten aanzien van: o interactie: de dagelijkse omvang tussen leerkrachten en leerlingen; kenmerken zijn: meedenken, meebeslissen, ruimte tot reageren, uitzicht hebben op succes. o instructie: het geloof in eigen kunnen van de leerlingen dient vergroot. Door gedifferentieerde en effectieve instructie krijgen alle leerlingen de kans de leerstof te begrijpen. o klassenmanagement: kinderen moeten zoveel mogelijk zelfstandig ontdekkingen en leerervaringen opdoen. Zelfstandige werkvormen en diverse groeperingsvormen worden toegepast. Verdere toelichting: Klassenmanagement De leerlingen hebben behoefte aan een stimulerende, maar geordende leeromgeving. Er moet een klimaat verwezenlijkt worden, waarin de leerlingen zoveel mogelijk zelfontdekkingen en leerervaringen kunnen opdoen. Zelfstandige werkvormen maken een essentieel onderdeel uit van deze aanpak, evenals diverse groeperingsvormen. Ook de lokaal indeling met instructietafel, werkhoeken, materiaalkasten, kernopdrachten en vervolgopdrachten zijn van belang. Instructie De instructie dient zodanig te zijn ingericht dat de leerstof door alle leerlingen begrepen wordt. Geloof in eigen kunnen, het competentiegevoel, dient te worden bevorderd. Instructie dient te worden toegesneden op de mogelijkheden van de leerling. Differentiatie is noodzakelijk. Doch ook streeft de leerkracht op het gebied van instrumentele vaardigheden de vastgestelde minimumdoelen na, alsmede afhankelijk van de mogelijkheden van de leerlingen, aanvullende doelen. De leerkracht streeft beheersing van de instrumentele vaardigheden na d.m.v. geplande en stapsgewijze leeractiviteiten. De leerkracht varieert de instructie al naar gelang de behoeften van de leerlingen. De instructie bevat elementen van het model: - dagelijkse terugblik – presentatie – (begeleide) in oefening – individuele verwerking (deze verwerking kan ook gebeuren door het principe van uitgestelde verwerking, door opnemen van deze taken in de zelfstandig werktijd) en terugkoppeling.
Belangrijk is bij de instructie het geven van de goede opdrachten. o individuele aanspreekbaarheid: alle leerlingen moeten er zich door aangesproken voelen. o zichtbaarheid: het vraagt om openlijke antwoorden. Iedereen wordt erbij betrokken, bv. door hoorbaar voor iedereen te antwoorden. o leerlingen moeten fouten kunnen maken, zonder dat ze daarvoor worden afgestraft. o ook moet de instructietijd en de verwerkingstijd gevarieerd worden t.a.v. de behoeften van de leerlingen. Interactie o heb vertrouwen in de ontwikkeling van de leerling. Heb oog voor de beginsituatie van de leerling ongeacht het gegeven van het groepsniveau. o het taalgebruik dient omkeerbaar te zijn. Wat tegen leerlingen wordt gezegd, moet ook door leerlingen tegen de leerkracht gezegd worden. o de onderwijsgevende moet belangstelling tonen en rekening houden met wensen in interesses van de leerlingen. o afkeuren gebeurt niet persoonsgericht, maar situatiegericht. o leerlingen worden in de gelegenheid gesteld gevoelens met anderen te delen. o de leerkracht laat merken dat met de leerlingen wordt meegeleefd. o leerkrachten en leerlingen kunnen zichzelf zijn. o de leerkracht luistert actief naar de leerlingen. o de leerkracht streeft naar persoonlijk contact met de leerlingen. o de leerkracht is zoveel mogelijk beschikbaar voor de leerling. Onderwijsmiddelen Om bovenstaande visie, kenmerken, uitgangspunten en opdrachten uit te voeren zijn er middelen nodig. Leer- en hulpmiddelen zijn nodig om het onderwijsproces in de praktijk vorm te geven. Deze leer- en hulpmiddelen dienen de mogelijkheden in zich te hebben om bovenstaande zaken te verwezenlijken. Leermiddelen moeten de leerkracht de mogelijkheid geven het bovenstaande toe te passen in hun dagelijkse werk. Leermiddelen, waaronder zeker ook de methoden die gebruikt worden, dienen gelegenheid te geven tot: o het creëren van een uitdagende leeromgeving, het materiaal moet voor leerlingen aantrekkelijk zijn. Tevens moeten de leerlingen de mogelijkheid hebben vanuit hun eigen belevingswereld en interesses een eigen inbreng te hebben t.a.v. uitvoeren van taken en opdrachten en zelf ontdekkend, zelf ervarend leerervaringen op te doen. o het mogelijk maken van diverse differentiatie vormen. Aansluiten bij de behoeften en ontwikkelingsniveau van het kind. o het mogelijk maken van diverse instructievormen. o zelfwerkzaamheid en het doen van eigen actieve leerervaringen moeten binnen de methoden mogelijk zijn voor alle leerlingen. o er moeten voor de leerlingen keuzemogelijkheden aanwezig zijn. o leerlingen moeten mogelijkheden hebben samen te werken. o meerdere verschillende verwerkingsvormen dienen aanwezig te zijn met bijbehorend materiaal, zodat meerdere verwerkingsvormen gelijktijdig in een lessituatie mogelijk zijn. Verwerkingsmaterialen afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van het individuele kind en waarbij de keuze mogelijkheid ook voor een kind mogelijk is. Verwerkingvormen, die in het werken met hoeken, een extra mogelijkheid bieden voor de leerkracht en de leerling.
o
de leermiddelen c.q. de methodes dienen de leerkracht de mogelijkheid te geven flexibel met de leerlijnen om te gaan, al naar gelang de individuele behoeften, ontwikkeling van de leerling. De methoden dienen gezien te worden als de ontwikkelingslijnen op de betreffende leergebieden, waarbij de leerkracht steun ondervindt in zijn planningen. Planningen, die hij afstemt op zijn groep, op kleinere groeperingsvormen of evt. het individuele kind.
Bij de organisatie van de school t.a.v. kwaliteitsbewaking dienen instrumenten als observatie, groepsregistratie, rapportage en toetsen een plaats te krijgen. Leerlingen dienen gevolgd te worden in hun ontwikkeling. Gekeken dient te worden naar wat de leerling reeds beheerst, in welk ontwikkelingsstadium het kind is en hoe de verdere stimulering tot voortgang van de ontwikkeling dient plaats te vinden. Voor de individuele ondersteuning van de leerlingen dient het totale zorgplan van de school goed te functioneren. De zorgstructuur van de school dient als extra ondersteuning naar de individuele leerling in extra begeleiding van de storingen in de ontwikkelingslijn.
Zie verder het meerjarenbeleidsplan voor onder andere onderwijsinhoudelijke veranderingen en vernieuwingen de komende jaren; bijlage 2.
5.3 Taalbeleidsplan Visie en missie De uitspraken ten aanzien van de visie worden vertaald naar de praktijk door het inrichten van het onderwijs, waarin de volgende uitgangspunten richting geven aan dit onderwijs: Nederlandse taal en lezen: Met het onderwijs willen wij bereiken dat de kinderen de taal kunnen gebruiken in dagelijkse situaties. Het luisteren en spreken moet hen in staat stellen om anderen te begrijpen en hun eigen gevoelens, ideeën en meningen weer te geven. Ook willen wij bereiken dat kinderen de schriftelijke taal goed kunnen hanteren om zich te uiten. Tot slot willen we graag dat kinderen plezier hebben in het omgaan met taal en inzicht hebben in de mogelijkheden die taal hen biedt. Veel leerlingen spreken thuis geen Nederlands. Nederlands is hun tweede taal. Deze tweede taal is heel belangrijk voor de kinderen, omdat wij ervan uitgaan dat nagenoeg alle kinderen in Nederland zullen blijven. In alle groepen wordt er extra aandacht besteed aan de taalontwikkeling, met name de uitbreiding van de woordenschat.
In alle groepen wordt de ‘Verhallen’-aanpak toegepast met betrekking tot het woordenschatonderwijs. Door middel van voorbewerken, semantiseren, consolideren en controleren worden de nieuwe woorden aangeleerd. De leerkrachten in alle groepen visualiseren de aangeboden woorden van het thema door middel van een woordmuur in de groep. Onder begeleiding van een expert op het gebied van taal- en woordenschatonderwijs is in 2013 een begeleidingstraject gestart (Onderwijs maak je samen). Er vinden studiedagen, klassenconsultaties, coachingsgesprekken en intervisiemomenten plaats ter verbetering van het woordenschat- taal en begrijpend luisteren- en leesonderwijs. Gedurende schooljaar 2013-2015 heeft teamtraining centraal gestaan. In de groepen worden de volgende programma’s gebruikt: Groep
Methode
Vakgebied
1&2
Kaleidoscoop: zelf ontwikkelde thema’s. De activiteiten zijn ondergebracht in de leerlijnen van taal. Deze zijn gebaseerd op de tussendoelen van ontluikende geletterdheid. Elke dag worden auditieve vaardigheden geoefend a.h.v. de handleiding “Fonemisch bewustzijn” m.b.v. BubbeldeBub en de Taalijn.
Taal
3
Veilig Leren Lezen
Lezen en taal
4 t/m 8
Station Zuid
Voortgezet Technisch lezen
4 t/m 8
Taal op Maat Spelling op Maat
Taal Spelling
4 t/m 8
NieuwsbegripXL
Begrijpend Lezen
5.4 Onderwijsinhoud (vakgebieden) & kerndoelen
KERNDOELEN
INHOUD + GROEP
1 t/m 3 Nederlands : Mondeling onderwijs
Kaleidoscoop 1 t/m 4 BubbeldeBub 1-2 Veilig Leren Lezen 3 Taal op Maat ( luisteren en spreken, woordenschat, technisch lezen ) 4 t/m 8 Station Zuid 4 t/m 8
4 t/m 8 Nederlands Schriftelijk onderwijs
Kaleidoscoop (ontluikende geletterdheid) 1-2 Veilig Leren Lezen 3 Station Zuid 4 t/m 8 NieuwsbegripXL gr 4 t/m 8 Schrijfatelier 1-2 Novoscript 3 t/m 8
10 t/m 12 Nederlands : Taalbeschouwing, waaronder strategieën
Taal op Maat en Spelling op Maat (taalbeschouwing, spelling, woordenschat) 4 t/m 8
13 t/m 16 Engelse taal
Take It Easy groepen 7-8
17 t/m 19 Friese: mondeling 20 t/m 21 Fries: schriftelijk 22 Fries : taalbeschouwing, waaronder strategieën 23 t/m 25 Rekenen/wiskunde Wiskundig inzicht en handelen
Kaleidoscoop 1-2 Wereld in Getallen4 (WIG4) gr 1 t/m 8
26 t/m 31 Rekenen/wiskunde Getallen en bewerkingen
Kaleidoscoop 1-2 Wereld in Getallen4 (WIG4) gr 1 t/m 8
32 t/m 33 Rekenen/wiskunde Meten en meetkunde
Kaleidoscoop 1-2 Wereld in Getallen4 (WIG4) gr 1 t/m 8
34 t/m 39 Oriëntatie op jezelf en de wereld: Mens en samenleving
Lichamelijke gezondheid: Kaleidoscoop 1-2 Lekkerfit 1 t/m 8 In vogelvlucht 5 t/m 8 Sociale emotionele ontwikkeling/normen en waarden: Kaleidoscoop 1-2 De Vreedzame School (gr 1 t/m 8) Theorie verkeer: Rondje verkeer 1 t/m 4 Op voeten en fietsen 5-6 Jeugdverkeerskrant 7-8 Proefexamens en eigen materiaal groepen 7-8 Verkeersexamen groep 7 Staatsinrichting : Wijzer 3 t/m 8 Geobas 1-2 Wereld van verschil 5 t/m 8
Nederlandse taal/ lezen Methoden/aanbod: Groep 1- 2: Kaleidoscoop Groep 3: Veilig leren lezen (Maan- roos- vis: 2e versie) Groep 4 t/m 8: NieuwsbegripXL Groep 3 t/m 8: Taal op Maat Groep 4 t/m 8: Station Zuid Groep 1 t/m 8: Woordenschat (Woordmaatje van Taal op Maat, Verhallen-aanpak) Doelen van de school: Met het onderwijs willen wij bereiken dat de kinderen de taal kunnen gebruiken in dagelijkse situaties. Het luisteren en spreken moet hen in staat stellen om anderen te begrijpen en hun eigen gevoelens, ideeën en meningen weer te geven. Ook willen wij bereiken dat kinderen de schriftelijke taal goed kunnen hanteren om zich te uiten. Tot slot willen we graag dat kinderen plezier hebben in het omgaan met taal en inzicht hebben in de mogelijkheden die taal hun biedt. Veel leerlingen spreken thuis geen Nederlands. Nederlands is hun tweede taal. Deze tweede taal is heel belangrijk voor de kinderen, omdat wij ervan uitgaan dat nagenoeg alle kinderen in Nederland zullen blijven. In alle groepen wordt er extra aandacht besteed aan de taalontwikkeling, met name. de uitbreiding van de woordenschat. Aan het einde van de basisschool moet op de 4 domeinen van taal (mondelinge taalvaardigheid, leesvaardigheid, schrijfvaardigheid, begrippenlijst en taalverzorging) tenminste referentieniveau 1F behaald zijn. De ambitie voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is: zoveel mogelijk leerlingen een zo hoog mogelijk niveau, tenminste 1F. Een deel van de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte zal met extra ondersteuning 1F halen, maar niet alle leerlingen. Met handelingsplannen gericht op de verschillende taaldomeinen zal gestreefd worden het niveau 1F te bereiken. Borging: Door middel van het afnemen van methode gebonden - en niet methodegebonden (LVS)toetsen bewaken wij de kwaliteit van het taalonderwijs. Minstens driemaal per jaar (na elke beoordelingstoets of LVS toets) is er een bespreking tussen groepsleraar, R.T.- leraar en de intern begeleider voor de samenstelling van een individueel hulpplan of groepsplan
Engelse taal Methode: Groep 7 en 8 : Take It Easy gr 7-8
Doelen van de school: De leerlingen leren spelenderwijs om te gaan met de Engelse taal door middel van een grote variatie aan oefeningen. Bij deze oefeningen gaat het luisteren vooraf aan het spreken. Borging: M.b.v. groepsobservaties, toetsen gemaakt door de groepsleraar en opdrachten uit het werkschrift
Rekenen/wiskunde Methoden Groep 1- 2 : Kaleidoscoop, Kleuterpakket Wereld in Getallen versie 4 Groep 3 t/m 8 : Wereld in Getallen versie 4 (WIG) Doelen : zie methoden Borging: Door middel van methodegebonden en niet-methodegebonden (LVS) toetsen bewaken wij de kwaliteit van het rekenonderwijs. Naar aanleiding van de toetsuitslagen wordt er indien nodig een individueel hulpplan of groepsplan gemaakt. Frequentie bespreking groepsleraar, intern begeleider en r.t.-leraar: na iedere beheersingstoets of LVS toets. Aan het einde van de basisschool moet op de 4 domeinen van rekenen (getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden) tenminste referentieniveau 1F behaald zijn. De ambitie voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is: zoveel mogelijk leerlingen een zo hoog mogelijk niveau, tenminste 1F. Een deel van de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte zal met extra ondersteuning 1F halen, maar niet alle leerlingen. Met handelingsplannen gericht op de verschillende rekendomeinen zal gestreefd worden het niveau 1F te bereiken.
Aardrijkskunde Methoden: Groep 1- 2 : Kaleidoscoop, bronnenboek Geobas en het openstaan voor open leersituaties, uitgaande van de actualiteiten, de tijd van het jaar en alledaagse dingen Groep 3 t/m 4: methode Wijzer wo voorloper Groep 5 t/m 8 : methode Wereld van verschil Doelen: zie methode Borging: Leraren groep 1 t/m 4 observeren belangstelling en noteren dit op het verslag Vanaf groep 5 krijgen de kinderen huiswerk. Van elk hoofdstuk: topografie en samenvatting van de leerstof. Hierover krijgen zij een schriftelijke overhoring. De leraar houdt op lijsten hun cijfers bij, deze cijfers worden gebruikt bij het invullen van het verslag.
Geschiedenis, waaronder staatsinrichting Methoden: Groep 1- 2 : Kaleidoscoop Groep 3 en 4 : Openstaan voor open leersituatie, projecten Groep 3 t/m 4: methode Wijzer wo voorloper Groep 5 t/m 8 : methode Wijzer
Doelen: zie methode Borging: Leraren groep 1 t/m 4 observeren belangstelling en noteren dit op het verslag Vanaf groep 5 krijgen de kinderen huiswerk. Van elk hoofdstuk: de samenvatting van de leerstof. Hierover krijgen zij een schriftelijke overhoring. De leraar houdt op lijsten de cijfers bij, deze cijfers worden gebruikt bij het invullen van het verslag.
Natuur & techniek, bevordering van gezond gedrag Methoden Groep 1-2 : Kaleidoscoop Groep 3 t/m 4: methode Wijzer wo voorloper Groep 5 t/m 8 : In Vogelvlucht Groep 3 t/m 7 : tuinonderhoud (tuin op de binnenspeelplaats) Groep 1-8 : Lekker Fit Doelen van de school: zie methoden Borging Leraren groep 1 t/m 4 observeren belangstelling en noteren dit op het verslag. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen huiswerk. Van elk hoofdstuk: de samenvatting van de leerstof. Hierover krijgen zij een schriftelijke overhoring. De leraar houdt op lijsten de cijfers bij, deze cijfers worden gebruikt bij het invullen van het verslag.
Levensbeschouwelijke vorming/Geestelijke stromingen Methoden: Groep 1 t/m 8: thema’s levensbeschouwelijke vorming uit methode Hemel en Aarde en Bijbelverhalen: aan de hand van een bijbelrooster Groep 6 t/m 8: wereld godsdiensten (leskoffers Christendom, Islam, Hindoeïsme en Jodendom) Doelen van de school: Het ontwikkelen van waarden en normen die hun grondslag vinden in de katholieke traditie waarbij raakvlakken gezocht worden met andere wereldgodsdiensten : de Islam, het Hindoeïsme en het Boeddhisme Borging Door middel van observaties tijdens spel- en leersituatie.
Sociale vaardigheid Methoden Sociale redzaamheid: Groep 1 - 4 : Kaleidoscoop, Groep 1 - 8 : De Vreedzame School Groep 1 - 8 : LVS Sociaal-emotionele ontwikkeling KIJK en ZIEN Doelen van de school: Leerlingen beschikken over een gevarieerd handelingsrepertoire waaruit ze adequaat kunnen putten om bepaalde doelen en activiteiten te realiseren in een diversiteit van sociale interactiesituaties.
Borging Groepsleraren observeren en vullen voor alle leerlingen driemaal gedurende een schooljaar de vragenlijsten in (KIJK en ZIEN) + eventuele aanvullingsbladen. Er wordt vervolgens een groepsprofiel gegenereerd. De groepsleraar bepaalt vervolgens of het zinvol is op groepsniveau aan de slag te gaan met betrokkenheid/ welbevinden en/ of de 5 vaardigheden (sociale flexibiliteit, sociaal initiatief, sociale autonomie, impulsbeheersing, inlevingsvermogen). Indien van toepassing maakt de groepsleraar een groepsplan of een individueel plan ‘gedrag’ op.
Verkeer Methoden Verkeer: theorie: Groep 1-2 : Kaleidoscoop Groep 1-4 : Rondje verkeer Groep 5-6 : Op voeten en fietsen Groep 7-8 : Jeugd Verkeerskrant Groep 7 : Proef examens, eigen materiaal, landelijk verkeersexamen Doelen van de school: De leerlingen moeten (leren) zich in het verkeer op de juiste wijze, als deelnemers, (te) gedragen. De leerlingen moeten op de hoogte zijn met de diverse regels en borden Borging In de groepen 1 t/m 5 door middel van observaties door de groepsleraar. Vanaf groep 6 t/m 8 door middel van toetsen naar aanleiding van opdrachten uit ‘Op Voeten Fietsen’ en de Jeugd Verkeerskrant en In groep 7 door het landelijk verkeersexamen van stichting 3VO.
Zintuiglijke en lichamelijke oefening Methoden Groep 1 - 2 : Kaleidoscoop Groepen 1 t/m 8 : Lekker Fit lessen Groep 5 - 6 :Zwemmen Groep 1 t/m 2: Schrijfatelier Groep 3 t/m 8: Novoscript Doelen van de school: Leerlingen verwerven kennis, inzicht en vaardigheden om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten; een positieve houding ontwikkelen, dan wel bijhouden, met betrekking tot deelname aan bewegingscultuur; omgaan met elementen als spanning, samenwerking, verlies en winst. Borging De Lekker Fit docent neemt de Euro-fittest af en toetst verschillende vaardigheden. De leraren observeren bij schrijven: bij gymnastiek en zwemmen: inzet, techniek en sportiviteit en noteren dit in het verslag. Kinderfysiotherapeut neemt jaarlijks Beknopte Handschrift test af. Leerlingen worden onder schooltijd geholpen met Fijne, grove en schrijfmotoriek.
Tekenen en handvaardigheid Methoden Groep 1- 2 : Kaleidoscoop Groep 1 t/m 8 : Moet je doen: Tekenen en Handvaardigheid Groep 1 t/m 8: Cultuurproject “Stel je voor” van Maaszebra (Villa Zebra en Maastheater) Doelen van de school: Leerlingen verwerven kennis, inzicht en vaardigheden waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vorm geven in beeldende werkstukken; tevens maken leerlingen zich een aantal technieken eigen. Borging: Leraren beoordelen alle werkstukken op Inzet, creativiteit en hiervan houden zij lijsten bij. De lijsten worden gebruikt om het verslag in te kunnen vullen.
Muziek en drama Methoden: Groep 1- 2 : kaleidoscoop, lessen muzikale vorming SKVR en lessen ZangExpress (SKVR) Groep 1 t/m 8 : Muziek en drama: activiteiten cultuurtraject SKVR Groep 3 t/m 6 : ‘Ieder Kind een Instrument’ lessen muzikale vorming van de SKVR en lessen Zangmakers (SKVR) Groepen 5 – 6 : ‘Ieder Kind een Instrument’ instrumentenlessen van de SKVR en lessen Zangmakers (SKVR) Groep 1 t/m 8: Cultuurproject “Stel je voor” van Maaszebra (Villa Zebra en Maastheater) Groep 3-4 Muziekproject na schooltijd met de Doelen Ouders: muziekpilot met SKVR Doelen van de school: De leerlingen verwerven kennis, inzicht en vaardigheden om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen praten en te bewegen De leerlingen kennen de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek en kunnen deze toepassen. Ze kunnen hun gevoelens verbeelden in spel. Borging: Tijdens de lessen observeert de leraar. Deze observaties gebruikt hij voor notaties in het verslag. Opfristrainingen van ZangExpress vvor leraren en kinderen. Evaluaties met coördinatoren SKVR, KCR en Maaszebra.
6. Vroegschool/ Nulgroep We werken samen met peuterspeelzaal “De Zonnesteen’. De Groep Nul van De Zonnesteen en Augustinus heeft een plek in ons schoolgebouw gekregen en valt onder de verantwoordelijkheid van de RVKO en Stichting GroeiBriljant Rotterdam. Vanaf schooljaar 2012-2013 doen wij mee aan het project ‘Nulgroepen’ van de gemeente Rotterdam. Door middel van leertijduitbreiding (5 dagdelen in plaats van 4 dagdelen) en de toevoeging van een groepsleraar (5 dagdelen per week) van de school, wordt een extra kwaliteitsimpuls gegeven. Sinds 2014-2015 hebben we twee groepen Nul: een ochtendgroep en een middaggroep. Aan de volgende gemeentelijke voorwaarden wordt voldaan: o o o o o o o
De groep Nul maakt deel uit van de doorgaande leerlijn binnen de basisschool. Per groep Nul heeft tenminste één van de leidsters een afgeronde HBO-opleiding. Per groep Nul heeft tenminste een van de onderwijsassistentes een MBO-3 opleiding. De school mag niet als zwak of zeer zwak door de onderwijsinspectie beoordeeld zijn. De zorg en ouderbetrokkenheid van de school wordt uitgebreid naar de groep nul. Ouders worden nadrukkelijk actief betrokken bij groep nul. Zij krijgen een training aangeboden die hen inzicht geeft in hoe ze de taalontwikkeling van hun kinderen verder kunnen stimuleren. Ouders van doelgroepkinderen worden daarnaast gestimuleerd om mee te doen aan een taal- en participatietraject.
De nadruk in het (les)programma van de Nulgroep en groepen 1 & 2 ligt op mondelinge taalvaardigheid en woordenschatuitbreiding (de VVE taallijn). De activiteiten zijn opgenomen in het document ‘De tussendoelen van geletterdheid’. Verder wordt er ook gewerkt aan ontluikende rekenontwikkeling en sociaal communicatieve vaardigheden. Er is gekozen voor de methode Kaleidoscoop. Peuters en kleuters werken hierdoor op dezelfde wijze en met dezelfde materialen. Binnen het Vroegschoolprogramma moeten de peuters vijf dagdelen per week naar de groep Nul. De volgende kwaliteitscriteria vroegschoolse educatie worden gehanteerd: o Vroegschool- Coördinator Er is een coördinator die verantwoordelijk is voor de doorstroom van leerlingen en voor de afstemming van het leer- en ontwikkelingsproces tussen de peuterspeelzalen en de Augustinusschool. o Integraal VVE-programma De Vroegschool werkt met een landelijk erkend ontwikkelingsgericht VVE-programma, Kaleidoscoop. Dit is inclusief een taalcomponent die passend is binnen de stedelijke definitie van taalbeleid. Deze biedt een zodanige kwaliteit dat kinderen in groep 3 een voor deze groep passend taalniveau hebben. o Dubbele bezetting. Daar waar het in de programma’s noodzakelijk is, is een dubbele bezetting met in ieder geval een minimum van 15 contacturen per week leerkracht/onderwijsassistent-leerling. o Vroegschoolse educatie - professionalisering. Bij de professionalisering geldt dat: de scholing/professionalisering van de groepsleraar/ onderwijsassistent wordt uitgevoerd door een gecertificeerde trainer/instituut (CED en Stichting De Meeuw). De groepsleraren/onderwijsassistenten hebben aantoonbaar ( een certificaat of een bewijs van deelname) professionaliseringsactiviteiten in het kader van het VVEprogramma gevolgd.
minimaal 50% van de groepsleraren/onderwijsassistenten werkzaam in het vroegschoolse VVE-deel van de school hebben een certificering voor het VVEprogramma of zijn deze aan het behalen. De groepsleraren/onderwijsassistenten hebben aantoonbaar ( een certificaat of een bewijs van deelname) professionaliseringsactiviteiten in het van het observatie/registratieprogramma KIJK gevolgd.
Zie voor het pedagogisch beleidsplan van Stichting Groeibriljant de website www.stichtinggroeibriljant.nl. Ouderbetrokkenheid In de Voorschool worden er voor/met ouders activiteiten georganiseerd die ondersteunend en stimulerend zijn voor de ontwikkeling van het kind. Bij deze ouderactiviteiten zijn de ouderconsulent en/of de Vroegschool coördinator betrokken. In juni 2015 is het Ouderbeleidsplan en een Ouderanalyse in het kader van Leren Loont ontwikkeld. Kindvolgsysteem In de Vroegschool wordt aantoonbaar gewerkt met een kind(leerling)volgsysteem het programma KIJK. Leerkrachten van groep 1-2 hebben gaan dit voor alle leerlingen in schooljaar 2015-2016 implementeren.
7. Multifunctionele school We willen binnen onze schoolorganisatie verschillende functies onderbrengen om zo tot een Multi Functionele School (MFS) te komen. De volgende functies willen we in onze schoolorganisatie onderbrengen: Functie
Omschrijving
Onderwijs
Wij hebben, zoals in onze visie en missie te lezen is, een schoolconcept zoals wij ons onderwijs vorm willen geven. Dit alles onderworpen aan een Plan-Do-Check-Act cyclus (kwaliteitsbeleid)
Zorg
Door middel van onze interne begeleiding en zorgstructuur bieden wij zorg aan leerlingen en bieden wij passend onderwijs aan zorgleerlingen
Leertijdverlenging
1 Uur per week wordt er leertijdverlenging ingezet om de leerprestaties voor de vakken rekenen en taal te verbeteren.
School Sport Vereniging
Vanaf schooljaar 2012-2013 kunnen leerlingen na schooltijd deelnemen aan 6 sporten van de SchoolSportVereniging.
IKEI
De extra tijd verkregen door de inzet van een vakleraar Ieder Kind Een Instrument (IKEI project van de SKVR)) wordt ingezet als leertijdverlenging vanaf schooljaar 2011-2012.
LekkerFit
De extra tijd verkregen door de inzet van vakleraren LekkerFit wordt ingezet als leertijdverlenging vanaf schooljaar 2011-2012.
Stel je voor
Een beeldende vorming en drama project van Maaszebra en Villa Zebra dat vanaf 2014-2015 voor leraren en leerlingen plaats vindt. Doel om cultuur te integreren in het dagelijkse onderwijs.
De Vreedzame School
Dagelijkse aandacht door middel van de methode De Vreedzame School, die voor sociale veiligheid en democratisch burgerschap moeten zorgdragen.
De Gezonde School
Door het dagelijkse fruit- en waterbeleid besteden wij aandacht aan een gezonde leefstijl. Traktatiebeleid wordt vanaf de jonge leeftijd opgebouwd. Gedragsmiddagen en projecten over seksuele relaties dragen bij aan een gezond gedrag.
Opvang
Buitenschoolse- en voorschoolse opvang wordt aangeboden in samenwerking met Stichting Kids Wonderworld en andere partners.
Nul Groep / Peutergroep Zonnesteen
Vroegschool is een samenwerking tussen de Augustinusschool en St. Groeibriljant. Door deze samenwerking is er een doorgaande lijn mogelijk tussen de peuterspeelzaal en de basisschool.
Ouders
De ouderbetrokkenheid willen wij verhogen door de inzet van onze ouderconsulent. Wij bieden een ouderprogramma, een ouderlokaal en de mogelijkheid tot ouderparticipatie in de vorm van een ouderraad en medezeggenschapsraad.
ICT
Informatievoorziening website voor de ouders, administratief beheer van leerling-gegevens en volgsysteem, digitaal rapport voor alle leerlingen, Het computerlokaal is te gebruiken door leerlingen, collega’s en ouders. Ondersteuning van de leerstof vindt plaats via het netwerk.
Samenwerking
Op wijkniveau vindt regelmatig overleg plaats met de partners op het gebied van schoolmaatschappelijk werk, passend onderwijs, Jeugd en Gezin, de Vreedzame Wijk, welzijnsorganisatie Radar. Binnen het eigen bestuur vindt er onderlinge samenwerking tussen de scholen plaats.
8. Veiligheid en sfeer Veiligheid Op grond van de ARBO-wet is er een veiligheidsplan op school. We vinden het als school belangrijk dat veiligheid een eigen plaats in onze organisatie heeft. Sinds een paar jaar is er daarom een arbobedrijfshulpverlening werkgroep in het leven geroepen. Deze wordt aangestuurd door de veiligheidscoördinator. De school moet leerlingen, ouders en onderwijspersoneel een plek bieden waar ze veilig zijn en waar ze zich veilig voelen. Veiligheid is meer dan de afwezigheid van geweld. Het is ook meer dan veilige speeltoestellen en een brandalarm - de fysieke veiligheid. In een veilig schoolklimaat worden veiligheidsrisico’s geminimaliseerd en incidenten zoveel mogelijk voorkomen. De werkgroep, in samenwerking met de directie, draagt zorg voor dit totale veiligheidsbeleid. Het veiligheidsverslag als mede het vluchtplan ligt ter inzage bij de directie. Sfeer We vinden een sfeer, waarin leerlingen, ouders en leraren zich prettig en veilig voelen erg belangrijk. Dit proberen we onder meer te bereiken met behulp van duidelijke regels en afspraken voor leerlingen en leraren. Daarnaast besteden we veel aandacht aan het voorkomen en bestrijden van pestgedrag. Door de aandacht voor het Zelfstandig Werken en de methode ‘De Vreedzame School’ (waarbij speciaal in groepsverband wordt gewekt om de kinderen te leren meer grip en inzicht op hun eigen gedrag te laten krijgen) zal de sfeer en veiligheid zeker ten goede komen. Omringende voorzieningen als maatschappelijk werk, jeugdzorg en justitie worden indien nodig bij de afstemming betrokken.
8.1 De Vreedzame School & De Gezonde School De Vreedzame School De Vreedzame School is een compleet programma voor basisscholen voor sociale competentie en democratisch burgerschap. Het beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap, en staan open voor de verschillen tussen mensen. Het hart van De Vreedzame School wordt gevormd door een lessenserie. In de schooljaren 20122013 en 2013-2014 heeft het tweejarige invoeringstraject plaatsgevonden. Gedurende deze schooljaren heeft tijdens de teamtrainingen het bijbehorende leerkrachtgedrag centraal gestaan. In het eerste jaar werd de lessenserie ingevoerd en in het tweede jaar leerlingmediatie. Vanaf schooljaar 2014-2015 is de Vreedzame Wijk van start gegaan. Samen met een andere school is de
eerste Kinderraad geformeerd. Verschillende wijkpartners (o.a. basisscholen, sportclubs, speeltuin Weena, TOS, Radar) nemen hieraan deel, met als doel het sociale gedrag en democratisch burgerschap te bevorderen. Als u meer wilt weten over de achtergronden van en onderzoek naar het programma willen we u graag verwijzen naar www.devreedzameschool.net. De werkwijze en het leerkrachtgedrag zoals dit wordt aangeboden in De Vreedzame School heeft als mede als belangrijk doel het groepsklimaat positief te beïnvloeden, de empathie onderling te vergroten en pesten tegen te gaan. Vooral in het blok ‘Wij hebben hart voor elkaar,’ dat elk schooljaar terugkomt in de groepen 1 t/m 8, is specifieke aandacht voor sociale omgangsregels en zorg voor elkaar. De Gezonde School We nemen sinds het schooljaar 2011/2012 deel aan de ‘Gezonde school’ van de GGD. Dit project is inmiddels opgenomen in het schoolbeleid. Met het ondersteuningsaanbod van de GGD ‘De Gezonde school’ is structureel en effectief aan de gezondheid van de leerlingen gewerkt. Naast beleid wordt er aandacht besteed aan educatie, omgeving en signalering. De Gezonde school-aanpak omvat acht gezondheidsthema's. Ouders, leerlingen en leerkrachten kwamen gezamenlijk tot de volgende prioriteitenkeuze voor de eerste drie jaar: Prioriteit jaar 1: Psychisch welbevinden Prioriteit jaar 2: Voeding & Beweging Prioriteit jaar 3: Milieu & Hygiëne of Relaties & Seksualiteit Aan elk thema wordt een jaar lang structureel gewerkt. Per thema zijn er “Gezonde Schoolactiviteiten” waarvan de werkzaamheid vastgesteld is Door deze intensieve, gestructureerde aanpak is er al veel bereikt. We noemen de volgende successen:
Kinderen hebben nieuwe fruit- en groentesoorten leren kennen en waarderen. Er worden meer gezonde traktaties uitgedeeld. Kinderen drinken (meer) water op school in plaats van suikerhoudende drankjes. Kinderen bewegen meer tijdens en na schooltijd. (Lekker Fit programma en School Sport Vereniging) Kinderen met overgewicht worden uitgenodigd en begeleid door de diëtiste. De methode “de Vreedzame school” is ingevoerd. In de wijk, waarin de school staat, wordt deze methode door verschillend andere instanties uitgevoerd. Daardoor is het Oude westen ook een Vreedzame wijk. Twee keer per jaar is er een themamiddag waarbij de kinderen, groepsdoorbroken, met elkaar Gezonde schoolactiviteiten doen. Jaarlijks in de maand maart nemen we deel aan de ‘Week van de Lentekriebels’. Als school zijn we wettelijk verplicht om seksualiteit en relaties in het leerprogramma op te nemen. Per jaar zijn er verschillende voorlichtingsbijeenkomsten voor ouders. Er worden ook bewegingslessen georganiseerd. Het gebouw is netter en hygiënischer. Dat heeft een goede sfeer bevorderd. Gezondheid is breed gaan leven, de aanpak loopt nu als een rode draad door de school
Invulling aan het gezonde schoolbeleid heeft alleen effect als het structurele en planmatige aandacht krijgt. Om deze reden is er een subsidie aangevraagd om de werkgroep de activiteiten te laten organiseren en uitvoeren. De werkgroep heeft de taak om van schoolgezondheidsbeleid te bewaken en te continueren.
8.2 Gedragsprotocol Goede leerprestaties kunnen bereikt worden als leerlingen en leraren met plezier naar school gaan. Een veilig klimaat en een prettige sfeer dragen hier sterk aan bij. Respect voor elkaar staat bij ons hoog in het vaandel en algemene fatsoensnormen en goede omgangsvormen vinden we belangrijk. Daarom hebben we op de Augustinusschool afgesproken dat alle bij de school betrokkenen zich houden aan het volgende gedragsprotocol. Hierin kunt u lezen wat u van de school kunt verwachten en wat wij van u en de kinderen verwachten. Omgangsregels Op de Augustinusschool; o luisteren wij naar elkaar en geven elkaar de ruimte een boodschap duidelijk te maken. o accepteren wij elkaar en mag er verschil zijn tussen mensen. o helpen wij elkaar daar waar wij kunnen en waar dat gevraagd wordt. o gehoorzamen kinderen aan volwassenen. o werken en doen wij dingen samen en sluiten niemand buiten. Gedragsregels Op de Augustinusschool; o gebruiken wij geen schuttingtaal, obscene gebaren, schreeuwen we niet en staan fysieke daden ten opzichte van anderen niet toe. o gaan wij zorgvuldig met eigen spullen en die van anderen om en verzorgen onze leefomgeving. o lossen wij ruzies, conflicten en meningsverschillen op door met elkaar in gesprek te gaan. o roddelen wij niet over anderen (ook niet via sms, chatten e.d.) en praten wij eerlijk en rechtstreeks tot de betrokkene. o accepteren wij geen pestgedrag. o noemen wij elkaar bij de naam en gebruiken geen bijnamen. o zorgen we ervoor dat een conflict van anderen niet (verder) escaleert. o zijn wij zelf verantwoordelijk voor onze daden en kunnen wij daarop aangesproken o worden. o komen wij op tijd. o lopen we, met of zonder begeleiding, rustig in het schoolgebouw. o is het gewoon een ander te begroeten of gedag te zeggen. o vinden we dat deze regels op school en daarbuiten gelden. Deze regels zullen, waar nodig, in eenvoudiger bewoordingen voor en door de kinderen “vertaald” worden en in de vorm van klassenafspraken in de klas worden besproken. Deze afspraken komen aan de orde in kringgesprekken m.b.t sociaal emotionele ontwikkeling en bij de lessen ‘De Vreedzame School’. Ze worden ondertekend zichtbaar opgehangen in de klas, vanaf groep 3, en door kinderen en de groepsleraar.
Op de Augustinusschool vinden we dat het personeel een voorbeeldfunctie heeft met betrekking tot dit gedragsprotocol en spreekt het vanzelf dat wij hier op aanspreekbaar zijn. Omgaan met dit gedragsprotocol zal dan ook regelmatig tijdens team/ bouwvergaderingen aan de orde komen. Wij verwachten dat leerlingen en ouders van onze school dit protocol onderschrijven en naar deze regels handelen en daarop aangesproken kunnen worden. Wij verwachten dat ouders hun klachten of problemen kenbaar maken bij de groepsleraar, interne begeleiding of directie. Bij wangedrag van ouders kan aan de ouders de toegang tot de school (tevens ook de ouderkamer) door de directie geweigerd worden, zie bijlage 2.
8.3 Stappen bij het overtreden van het gedragsprotocol Voor welk ongewenst gedrag geldt het protocol? Ongewenst gedrag wordt uitgedrukt in Agressie/Geweld, Discriminatie en Seksuele intimidatie. Dit ongewenste gedrag kan door leerlingen, leerkrachten of ouders plaatsvinden. Hieronder worden de stappen bij ongewenst gedrag door verschillende betrokken partijen beschreven.
8.3.1 Ongewenst gedrag tussen leerlingen onderling Op een formulier wordt geregistreerd hoe vaak ongewenst gedrag voorkomt. Voorbeelden van ongewenst gedrag zijn: o Agressie/ geweld Verbaal :grof taalgebruik en/ of uitschelden en bedreigen Fysiek :schoppen, slaan, gooien, dreigen met gebaren Vernieling van materialen. Vernieling van andermans eigendom. Stelen van andermans eigendom. Weglopen. o Discriminatie Uitschelden om huiskleur, lichaamsgeur, geloof, lichaamskenmerken en sekse. Uitsluiten van activiteiten. o Seksuele intimidatie Verbaal :Maken van seksueel getinte opmerkingen. Fysiek :Bewuste aanrakingen op ongewenste plaatsen.
Maatregelen 1. De leerkracht bespreekt het gedrag met de leerling, wijst dit af en neemt strafmaatregelen. o
Strafmaatregelen Denkstoel: Plaatsnemen op de denkstoel in groepen 1 t/m 3 Nablijven: Van 15.15 tot 15.25. Wanneer een leerling langer dan 10 minuten moet nablijven worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Tijdens kleine pauze: leerling krijgt een ‘afkoelplek’ op een van de banken op de speelplaats. Naar binnen sturen: Indien nodig wordt een leerling tijdens het buitenspelen naar binnen gestuurd bij overtreding van een schoolregel onder begeleiding van een groepsleraar. Bij meerdere leerlingen worden deze over verschillende lokalen verdeeld waarbij de leerkracht zorgt voor een passende strafmaatregel. Uit de klas; Een kort moment van bezinning buiten de groep: De leerling wordt voor een korte periode uit de klas gestuurd om even na te denken over zijn of haar gedrag. Uit de klas voor langere periode: Bij wangedrag kan de leerling met werk voor een langere tijd met werk in de middenruimte of bij een andere collega worden geplaatst.
Dit kan variëren van een half uur tot een dagdeel. Strafwerk: In de groepen 4 t/m 8 kan er gekozen worden voor: o Strafwerk in de klas o Straf (met werk!) onder toezicht van de eigen groepsleraar op de gang o Strafwerk mee naar huis o Taak verrichten
2. De leerkracht informeert de ouders en de directie en legt in de zorgmap en dossier aan. 3. De ouders worden op de hoogte gesteld van het gedragsprotocol en het dossier. Wanneer straf binnen de groep niet toereikend is, wordt de leerling buiten de groep naar een time-out leraar ( een andere groepsleraar, de intern begeleider) gebracht als: o time-out voor een afgesproken (korte) tijd. De collega bemoeit zich niet met het conflict. De leerling zit ter afkoeling. De groepsleraar bekijkt, samen met de intern begeleider, bij welke collega en overlegt met hem. o als strafmaatregel voor langere tijd 4. De directie nodigt de ouders op school uit, legt samen met de leerkracht het probleem voor en wijst hen op dit gedragsprotocol. Gezamenlijk wordt gezocht naar een pedagogische oplossing. De leerling wordt 1 dagdeel met werk uit de groep verwijderd. 5. De directie en de leerkracht nodigen de ouders en de leerling uit voor een tweede gesprek. In dit gesprek wordt het ultimatum gesteld dat bij herhaling de leerling bij het bestuur wordt voorgedragen voor schorsing of verwijdering. Schorsing is aan de orde wanneer de directie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. De directie kan een leerling voor een beperkte periode schorsen (max. 5 dagen). De directie deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders, het bevoegd gezag en de inspectie mede. In dit besluit wordt vermeld: de reden van schorsing, de aanvang en tijdsduur van schorsing en eventuele andere genomen maatregelen. Na afloop van de schorsing worden schriftelijke afspraken met de ouders en leerling gemaakt. Deze afspraken worden regelmatig geëvalueerd. Ouders, leerling en school dragen een eigen verantwoordelijkheid. 6. Verwijderen is een maatregel bij dusdanig ernstig wangedrag dat het bevoegd gezag concludeert dat de relatie tussen school en leerling onherstelbaar verstoord is. Sinds de invoering van het passend onderwijs is schorsen toegestaan. Dit is maximaal voor vijf dagen. Verwijdering kan op zichzelf staan, maar kan ook gezien worden als een vervolgstap op een schorsing, waarna geen verbetering is opgetreden. Voor het verwijderen van een leerling wordt de verwijderingsprocedure, die vanuit de RVKO opgesteld is, gehanteerd. Dit houdt in dat: o Een medewerker van de RVKO (clusterdirecteur) op de hoogte is gesteld. o De inspecteur voor het onderwijs verwittigd is. o Met deze medewerker een strategie tot overplaatsing/ verwijdering is besproken. o De ouders voor een gesprek worden uitgenodigd. o Dit gesprek plaats vindt met directeur en notulant. o De directeur een brief opstelt waarin de leerling voor verwijdering wordt voorgedragen en al of niet geschorst in afwachting van de verwijdering.
o o o
o
Een afschrift wordt gestuurd naar bevoegd gezag en inspectie. Het bevoegd gezag de verwijdering in gang zet door middel van een brief aan de ouders, waarin wordt gewezen op de mogelijkheid van beroep. Het bevoegd gezag, de directeur, houdt aan de inspanningsverplichting om gedurende 8 schoolweken een andere school voor de leerling te zoeken. In deze periode zorgt de schoolleiding ervoor dat de leerling thuis schoolwerk kan maken. Na 8 weken de leerling wordt uitgeschreven. Indien er geen andere school voor de leerling is gevonden wordt de leerling overgedragen aan de leerplichtambtenaar. Ouders worden d.m.v. een brief hiervan op de hoogte gesteld.
Specificatie schoolverbod Een schoolverbod houdt in dat ouders zonder toestemming van de directie niet op het terrein van de school mogen komen. In dit schoolverbod wordt het volgende opgenomen: o de reden van ontzegging. o Ingangsdatum o duur van ontzegging: onbeperkt of voor een bepaalde periode. o Afspraak maken over maatregel indien schoolverbod geschonden wordt. o In brief vermelden: ‘ o U kunt binnen 4 weken na deze bekendmaking schriftelijk bezwaar maken tegen deze beslissing. U dient het bezwaar te richten aan de RVKO t.a.v. dhr. P. van Deursen, postbus 4250, 3006 AG ROTTERDAM. Noodzakelijk bij het handhaven van deze afspraken is: o Afspraken op papier vastleggen en per gewone post en aangetekend verzenden. o een goede registratie van voorvallen bijhouden. o de bovenschools manager als vertegenwoordiger van het bestuur in te lichten o zo nodig de wijkagent te informeren.
8.3.2 Ongewenst gedrag tussen groepsleraren en leerlingen o
o o
Agressie / geweld Verbaal :brutaliteit, grof taalgebruik, uitschelden, bedreigen Fysiek :schoppen, slaan, gooien. Discriminatie Discriminatie in woord, schrift en gebaar is van beide kanten niet te tolereren. Seksuele intimidatie Verbaal :Op de persoon betrekking hebbende seksueel geaarde opmerking. Fysiek :Bewuste aanrakingen op ongewenste plaatsen.
Maatregelen tegen de groepsleraar In eerste instantie wordt dit gedrag besproken met de directie en bij herhaling zal melding plaatsvinden bij het bestuur. Maatregelen voor de leerling 1. De leerkracht bespreekt het gedrag met de leerling, wijst dit af en neemt strafmaatregelen. ( Zie strafmaatregelen bij paragraaf 8.3.1) 2. De leerkracht informeert de ouders en de directie en legt in de zorgmap en dossier aan.
De ouders worden op de hoogte gesteld van het gedragsprotocol en het dossier. Wanneer straf binnen de groep niet toereikend is, wordt de leerling buiten de groep naar een time-out leraar ( een andere groepsleraar, de intern begeleider) gebracht als: a. time-out voor een afgesproken (korte) tijd. De collega bemoeit zich niet met het conflict. De leerling zit ter afkoeling. De groepsleraar bekijkt, samen met de intern begeleider, bij welke collega en overlegt met hem. b. als strafmaatregel voor langere tijd 3. De directie nodigt de ouders op school uit, legt samen met de leerkracht het probleem voor en wijst hen op dit gedragsprotocol. Gezamenlijk wordt gezocht naar een pedagogische oplossing. De leerling wordt 1 dagdeel met werk uit de groep verwijderd. 4. De directie en de leerkracht nodigen de ouders en de leerling uit voor een tweede gesprek. In dit gesprek wordt het ultimatum gesteld dat bij herhaling de leerling bij het bestuur wordt voorgedragen voor schorsing of verwijdering. Schorsing is aan de orde wanneer de directie bij ernstig wangedrag van een leerling onmiddellijk moet optreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. De directie kan een leerling voor een beperkte periode schorsen (max. 5 dagen). De directie deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders, het bevoegd gezag en de inspectie mede. In dit besluit wordt vermeld: de reden van schorsing, de aanvang en tijdsduur van schorsing en eventuele andere genomen maatregelen. Na afloop van de schorsing worden schriftelijke afspraken met de ouders en leerling gemaakt. Deze afspraken worden regelmatig geëvalueerd. Ouders, leerling en school dragen een eigen verantwoordelijkheid. 5. Verwijderen is een maatregel bij dusdanig ernstig wangedrag dat het bevoegd gezag concludeert dat de relatie tussen school en leerling onherstelbaar verstoord is. Verwijdering kan op zichzelf staan, maar kan ook gezien worden als een vervolgstap op een schorsing, waarna geen verbetering is opgetreden. Voor het verwijderen van een leerling wordt de verwijderingprocedure, die vanuit de RVKO opgesteld is (zie directievademecum van de RVKO).
Dit houdt in dat: 1. Een medewerker van de RVKO (clusterdirecteur) op de hoogte is gesteld. 2. Met deze medewerker een strategie tot overplaatsing/ verwijdering is besproken. 3. De ouders voor een gesprek worden uitgenodigd. 4. Dit gesprek plaatsvindt met directeur en notulant. De directeur een brief opstelt waarin de leerling voor verwijdering wordt voorgedragen en al of niet geschorst in afwachting van de verwijdering. Een afschrift wordt gestuurd naar bevoegd gezag en inspectie. Het bevoegd gezag de verwijdering in gang zet door middel van een brief aan de ouders, waarin wordt gewezen op de mogelijkheid van beroep. Het bevoegd gezag de directeur houdt aan de inspanningsverplichting om gedurende 8 schoolweken een andere school voor de leerling te zoeken. In deze periode zorgt de schoolleiding ervoor dat de leerling thuis schoolwerk kan maken. Na 8 weken de leerling wordt uitgeschreven. Indien er geen andere school voor de leerling is gevonden wordt de leerling overgedragen aan de leerplichtambtenaar. Ouders worden d.m.v. een brief hiervan op de hoogte gesteld.
8.3.3. Ongewenst gedrag tussen groepsleraren onderling o
Agressie /geweld Verbaal en fysiek : Wanneer een collega zich verbaal bedreigd voelt, onheus bejegend door een ander of fysiek wordt benaderd.
Maatregelen Bespreken met de directe betrokkene(n). Uitpraten met een derde persoon erbij zoals de vertrouwenspersoon RVKO, personeelsfunctionaris RVKO of de directie, Indien er geen oplossing te vinden is, dan wordt dit gemeld bij het bestuur en/ of de politie. Afhankelijk van de ernst kan dit leiden tot schorsing, verwijdering of ontslag. o
Discriminatie Buitensluiten, doodzwijgen, negeren, hinderlijk anders bejegenen dan andere collega’s. Discrimineren op grond van overtuiging, huidskleur, geslacht of geaardheid.
Maatregelen Bespreken met directe betrokkenen. Uitpraten met een derde persoon erbij zoals de vertrouwenspersoon, de directie of de personeelsfunctionaris. Indien er geen oplossing te vinden is, dan wordt dit gemeld bij het bestuur. Afhankelijk van de ernst kan dit leiden tot advisering van een andere werkplek. o
Seksuele intimidatie Verbaal :Op de persoon betrekking hebbende seksueel getinte opmerkingen. Fysiek :Ongewenste handtastelijkheden
Maatregelen Bespreken met de directe betrokkene(n). Uitpraten met een derde persoon erbij zoals de vertrouwenspersoon of de directie of de personeelsfunctionaris. Indien er geen oplossing te vinden is, dan wordt dit gemeld bij het bestuur. Vervolgmaatregelen Melden bij schoolleiding/vertrouwenspersoon, bestuur of politie. Voordragen voor ontslag.
8.3.4 Ongewenst gedrag tussen ouders en groepsleraren Agressie/geweld Verbaal :brutaliteit, grof taalgebruik, uitschelden, bedreigen Fysiek :schoppen, slaan, gooien o Discriminatie Discriminatie in woord, schrift en gebaar is van beide kanten niet te tolereren. o
Maatregelen tegen de groepsleraar In eerste instantie wordt dit gedrag besproken met de directie en afhankelijk van de ernst van het incident of bij herhaling zal melding plaatsvinden bij het bestuur. Het gedrag wordt in een dossier vastgelegd.
Maatregelen tegen de ouders Het gedrag van de ouders wordt met de directie besproken. Afhankelijk van de ernst van het incident wordt aangifte gedaan bij de politie en wordt de ouders een "schoolverbod" gegeven. Tevens kan de
directie de ouders verzoeken een andere school voor hun kind te zoeken. Er wordt een dossier aangelegd over het gedrag van de ouders. o
Seksuele intimidatie Verbaal :Op de persoon betrekking hebbende seksueel geaarde opmerking. Fysiek :Bewuste aanrakingen op ongewenste plekken.
Maatregelen tegen de groepsleraar In eerste instantie wordt dit gedrag besproken met de directie er zal melding plaatsvinden bij het bestuur. Het gedrag wordt in een dossier vastgelegd. Tevens wordt aangifte gedaan bij de politie. Maatregelen tegen de ouders Het gedrag van de ouders wordt met de directie besproken. Er wordt aangifte gedaan bij de politie en wordt de ouders een "schoolverbod" gegeven. Tevens kan de directie de ouders verzoeken een andere school voor hun kind te zoeken. Er wordt een dossier aangelegd over het gedrag van de ouders.
8.3.5 Ongewenst gedrag tussen ouders en leerlingen o
Agressie/geweld Verbaal :brutaliteit, grof taalgebruik, uitschelden, bedreigen, ongewenste bemoeienis op moment wanneer school verantwoordelijk is Fysiek :schoppen, slaan, gooien
Maatregelen tegen de ouders Het gedrag van de ouders wordt met de directie besproken. Afhankelijk van de ernst van het incident wordt aangifte gedaan bij de politie. Er wordt een dossier aangelegd over het gedrag van de ouders. De overtreding moet wel op school hebben plaatsgevonden. Maatregelen tegen de leerling Zie strafmaatregelen bij paragraaf 8.3.1. o
Discriminatie Discriminatie in woord, schrift en gebaar is van beide kanten niet te tolereren.
Maatregelen tegen de ouders Het gedrag van de ouders wordt met de directie besproken. Afhankelijk van de ernst van het incident wordt aangifte gedaan bij de politie. Er wordt een dossier aangelegd over het gedrag van de ouders. De overtreding moet wel op school hebben plaatsgevonden. Maatregelen tegen de leerling Zie strafmaatregelen bij paragraaf 8.3.1. o
Seksuele intimidatie Verbaal :Op de persoon betrekking hebbende seksueel geaarde opmerking. Fysiek :Bewuste aanrakingen op ongewenste plekken.
Maatregelen tegen de ouders Het gedrag van de ouders wordt met de directie besproken. Afhankelijk van de ernst van het incident wordt aangifte gedaan bij de politie. Er wordt een dossier aangelegd over het gedrag van de ouders. De overtreding moet wel op school hebben plaatsgevonden.
Maatregelen tegen de leerling Zie strafmaatregelen bij paragraaf 8.3.1.
8.3.6 Ongewenst gedrag tussen ouders onderling o
Agressie/geweld Verbaal :brutaliteit, grof taalgebruik, uitschelden, bedreigen, ongewenste bemoeienis op moment wanneer school verantwoordelijk is Fysiek :schoppen, slaan, gooien
o
Discriminatie Discriminatie in woord, schrift en gebaar is van beide kanten niet te tolereren.
o
Seksuele intimidatie Verbaal :Op de persoon betrekking hebbende seksueel geaarde opmerking. Fysiek :Bewuste aanrakingen op ongewenste plekken.
Maatregelen tegen de ouders Het gedrag van de ouders wordt met de directie besproken. Afhankelijk van de ernst van het incident wordt aangifte gedaan bij de politie. Er wordt een dossier aangelegd over het gedrag van de ouders. De overtreding moet wel op school hebben plaatsgevonden.
8.4 Klachtenregeling Indien leerlingen of ouders vragen en opmerkingen hebben of ontevreden zijn over het een of ander, kunnen zij dit bespreken met de groepsleraar of één van de directieleden. Personeelsleden kunnen bij een staf- of directielid terecht. Indien een probleem niet onderling opgelost kan worden, heeft een ieder het recht om een klacht in te dienen bij één van de vertrouwenspersonen van de RVKO. De procedure hiertoe staat exact beschreven in het document klachtenregeling RVKO voor het primair onderwijs dat terug te vinden is in het directievademecum van de RVKO. Deze informatie is voor ouders ook terug te vinden in de schoolgids.
8.5 Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en SISA De Rotterdamse Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het werken met SISA is van kracht voor alle RVKO scholen. Volgens vastgestelde protocollen en rekening houdend met de privacy en veiligheid van de kinderen op school wordt hier uitvoering aan gegeven. Meer informatie is te vinden in het directievademecum op de website van de RVKO.
9. Zorgplan 9.1 Passend Onderwijs Passend Onderwijs betekent dat iedere leerling onderwijs krijgt dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Ook de leerlingen met een stoornis, ernstige ziekte of handicap. Zij kunnen extra hulp krijgen op een reguliere school, een school voor speciaal basisonderwijs of op een school voor speciaal onderwijs. Om te garanderen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past, is per 1 augustus 2014 de Wet Passend onderwijs van kracht. Scholen en besturen zijn dan verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek en passend onderwijs voor elke leerling. Ter ondersteuning van de scholen bij het verzorgen van passend onderwijs heeft de RVKO de projecten KANS en TALENT. Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband PPO Centrum Noord. Om de zorg binnen de school goed te organiseren zijn 3 interne begeleiders aangesteld. Daar kunnen de leerkrachten en ouders (na overleg met de groepsleerkracht) terecht met hun vragen over kinderen die in de groep problemen ondervinden ten aanzien van gedrag en het verwerven en verwerken van kennis en vaardigheden.
9.2 Definitie van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften (voorheen zorgleerling) Leerling met achterstand Door middel van het opstellen van een groepsplan met 4 arrangementen, te weten verdiept, basis, intensief en zeer intensief, trachten wij te voorzien in de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Zie bijlage, ‘Groepsplan’. In overleg met de intern begeleider wordt per leerling een weloverwogen beslissing gemaakt, op basis van observaties en toetsresultaten, over welk arrangement passend is bij elke leerling. Wanneer de aanpak binnen de arrangementen niet voldoet aan de onderwijsbehoeften van de individuele leerling zal besloten worden een individueel ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen voor één of meerdere vakgebieden of op sociaal-emotioneel gebied. De Augustinusschool hanteert de volgende criteria voor een het opstellen individueel OPP of het inbrengen van een leerling voor een brede zorgaanmelding PPO in verband met een (mogelijke) achterstand in de ontwikkeling: o Een leerling valt uit bij methode gebonden toetsen en/of bij niet-methode gebonden toetsen van het CITO en/of het observatiesysteem ‘Kijk’ en heeft meer nodig dan wat er aangeboden wordt in het intensieve arrangement in het groepsplan o Een leerling heeft ernstige gedrags- en/of werkhoudingsproblemen waarbij een specifieke aanpak noodzakelijk is o Een achterstand van meer dan 10 onderwijsmaanden (1 schooljaar) op één of meer leergebieden en het intensieve arrangement voorziet onvoldoende in de onderwijsbehoefte van de leerling o Een leerling met een clusterindicatie
Leerling met voorsprong Door middel van het opstellen van een groepsplan met 4 arrangementen, te weten verdiept, basis, intensief en zeer intensief, trachten wij te voorzien in de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Zie bijlage, ‘Groepsplan’. In overleg met de interne begeleider wordt per leerling een weloverwogen beslissing gemaakt, op basis van observaties en toetsresultaten, over welk arrangement passend is bij elke leerling. Wanneer de aanpak binnen de arrangementen niet voldoet aan de onderwijsbehoeften van de individuele leerling zal besloten worden een individueel ontwikkelingsperspectief (OPP) op te stellen voor één of meerdere vakgebieden of op sociaal-emotioneel gebied. De Augustinusschool hanteert de volgende criteria voor een het opstellen individueel OPP of het inbrengen van een leerling voor een brede zorgaanmelding PPO in verband met een (mogelijke) voorsprong in de ontwikkeling: o Een leerling valt uit bij methode gebonden toetsen en/of bij niet-methode gebonden toetsen van het CITO en/of het observatiesysteem ‘KIJK’ en heeft meer nodig dan wat er aangeboden wordt in het verdiepte arrangement in het groepsplan o Een leerling heeft ernstige gedrags- en/of werkhoudingsproblemen waarbij een specifieke aanpak noodzakelijk is (ter voorkoming van onderpresteren) o Een voorsprong van meer dan 10 onderwijsmaanden (1 schooljaar) op één of meer leergebieden en het onderwijsaanbod van het verdiept arrangement voorziet onvoldoende in de onderwijsbehoefte van de leerling Leerling met een sociaal emotionele problematiek De Augustinusschool hanteert de volgende criteria bij het vaststellen van sociaal emotionele problematiek bij een leerling: o Een leerling valt op bij het sociaal emotionele leerlingvolgsysteem ‘Zien’ en/of het observatiesysteem ‘Kijk’ o Een leerling laat geen leeftijdsadequaat gedrag zien o Een leerling valt gedragsmatig in negatieve zin op tijdens de lessen en/of in vrije situaties (internaliserend of externaliserend gedrag) o Een leerling valt qua welbevinden en contact met anderen in negatieve zin op tijdens de lessen en/of in vrije situaties o Een leerling die het leerproces in de groep negatief beïnvloedt o Een leerling met een gedragsprobleem of -stoornis
9.3 Doelstellingen van de school Naar aanleiding van de trendanalyses, de Risico, Inventarisatie & Evaluatie, het kwaliteitsonderzoek van Beekveld en Terpstra, het inspectierapport, de resultaten uit het leerlingvolgsysteem van de methoden en CITO komen wij tot de volgende doelstellingen voor de komende jaren. Taallijn onderbouw Doelstelling: Het realiseren van een gedegen doorgaande leerlijn met betrekking tot de taalontwikkeling voor de leerlingen in groep 1/2 en 3, eveneens het verbeteren van de kwaliteit van het taalonderwijs in deze groepen. Taal/spellingonderwijs Doelstelling: Het bewaken van de kwaliteit van het taalonderwijs in de groepen 4 t/m 8. Begrijpend lezen Doelstelling: Het verbeteren van de kwaliteit van het begrijpend luister- en leesonderwijs in de groepen 1 t/m 8, eveneens de lessen adaptiever vormgeven. Aanvankelijk lezen Doelstelling: Het bewaken van de kwaliteit van het aanvankelijk leesonderwijs, eveneens meer differentiatie mogelijkheden aanbieden om talentvolle leerlingen te stimuleren. Voortgezet technisch lezen Doelstelling: Het verbeteren van de kwaliteit van het voortgezet technisch leesonderwijs in de groepen 4 t/m 8. Implementatie Station Zuid in 2015-2016. Rekenen- en wiskunde Doelstelling: Het bewaken van de kwaliteit van het rekenonderwijs in de groepen 1 t/m 8. Wereldoriëntatie Doelstelling: Implementatie Wijzer gr 3 en 4 in 2015-2016. Implementatie Wijzer geschiedenis gr 5 t/m 8 in 2015-2016. Oriëntatie Aardrijkskunde en Natuur in 2015-2016. Zorg Doelstelling: Het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en het uitvoeren van een gedegen en realistisch ondersteuningsprofiel. Kaleidoscoop onderwijs Doelstelling: Het bewaken van een doorgaande lijn met betrekking tot het Kaleidoscoop-onderwijs. Werken met combinatiegroepen Doelstelling: Het geven van kwalitatief goed onderwijs in een combinatiegroep. Sociaal-emotioneel Doelstelling: Het vergroten van de sociale vaardigheden van de leerlingen, het aanleren van democratisch burgerschap, het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling, het vergroten van de ouderbetrokkenheid en het positief beïnvloeden van het groepsproces door middel van de methode: ‘De Vreedzame School.’
Bewegingsonderwijs/ LekkerFit Doelstelling: Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij onze leerlingen en hun ouders/verzorgers met betrekking tot voeding en beweging.
Arbo (Risico Inventarisatie en Evaluatie) Doelstelling: Het realiseren van een goede en veilige arbeidsomstandigheden voor ons personeel en leerlingen. Informatie Technologie en Communicatie (ICT) Doelstelling: Het beschikken over adequate, moderne en zinvolle software voor de leerlingen en het personeel. Persoonlijke ontwikkeling personeel Doelstelling: Het zorg dragen voor een optimale persoonlijke ontwikkeling onder ons personeel door middel van gerichte nascholing. Muziek Doelstelling: Het vormgeven van kwalitatief goed muziekonderwijs. Cultuur: Kunst, dans, beeldend en theater Doelstelling: Al onze leerlingen maken kennis met kunst, dans, beeldend en theater. GOLEV Doelstelling: Al onze leerlingen maken kennis met de katholieke tradities en de raakvlakken met de andere wereldgodsdiensten. Kwaliteitszorg Doelstelling: Het in kaart brengen kwaliteit van de school én bewaken. Tevredenheidsonderzoek/ kwaliteitsonderzoek Doelstelling: De kwaliteit van de school in kaart brengen én bewaken door middel van een tweejaarlijks kwaliteitsonderzoek onder het personeel, de leerlingen en de ouders. Jaarverslag Doelstelling: De kwaliteit van onze school bewaken door middel van een jaarlijkse reflectie.
9.4 Doelstellingen met meerjarenperspectief en planning Werkwijze in realisatie van doelstellingen Een verdere (SMART) uitwerking van onze doelstellingen staat in het meerjarenbeleidsplan (zie bijlage 2).
9.5 Inhoud van de zorgstructuur Zorgroute
Zorgverbreding betekent dat we het onderwijs zo goed mogelijk aanpassen aan de behoefte, mogelijkheden en beperkingen van ieder kind. Zorgverbreding is dus niet alleen gericht op kinderen met leerproblemen, maar ook op kinderen die meer aankunnen dan het klassenprogramma hen biedt. We zijn gericht op het aanpassen van de leerstof. We kijken daarbij ook naar de thuissituatie, het zelfbeeld, de motivatie en de sociale capaciteiten. Op basis van deze uitkomsten krijgt het kind zijn eigen zorgroute binnen of buiten de school aangeboden. Ontwikkelingsperspectief (OPP) Voor iedere leerling vanaf groep 4, wordt jaarlijks een ontwikkelingsperspectief uitgedraaid uit het LVS. Voor leerling met specifieke onderwijsbehoeften (extra zorg) wordt een individueel ontwikkelingsperspectief opgesteld met meetbare tussentijdse opbrengsten. Op basis van de opbrengsten wordt de aanpak eventueel bijgesteld. Het OPP van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften binnen het basisonderwijs is een formulering van de verwachte leeropbrengst t/m eind groep 8 per vakgebied, op basis van: de leerrendementen tot nu toe, partiële leerrendementen, informatie verkregen uit pedagogisch didactisch en/of psychodiagnostisch onderzoek, de effecten van handelingsplanning en de omgevingsfactoren. Het verwachte uitstroomniveau (na groep 8) wordt per vakgebied beschreven. Het OPP is een leidraad waaruit het onderwijs vormgegeven wordt (al dan niet op basis van een individuele leerlijn) om voor de specifieke individuele leerling te komen tot een optimale ontwikkeling, rekening houdend met individuele mogelijkheden, protectieve factoren en belemmeringen, onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van deze leerling. Achterstandenbeleid Ter preventie en bestrijding van onderwijsachterstanden werkt de school samen met andere instellingen, waaronder de schoolbegeleidingsdiensten, het sociaal-cultureel en welzijnswerk, gemeentelijk bureau leerlingzaken, Centrum voor Jeugd en Gezin (o.a. schoolarts en consultatiebureau) en andere hulpverleningsinstanties. KANS In 2009 is binnen de RVKO het initiatief KANS gestart. Het doel van KANS is de ondersteunende functie van de scholen voor s.b.o. verder te ontwikkelen door de aanwezige expertise beschikbaar te stellen aan het reguliere basisonderwijs. Het project richt zich op de ondersteuning van de basisscholen en de ontwikkeling van de scholen voor s.b.o. in de richting van Passend Onderwijs. KANS deelt de visie van WSNS en creëert van hieruit een specifieke taak voor de RVKO scholen, gefaciliteerd en bekostigd uit eigen middelen. Schoolspecifieke aanpak achterstanden De school zal pogen een leerling steeds bij het groepsproces te blijven betrekken om de leerling met een achterstand geen uitzonderingspositie te geven. Voordat tot een specifieke aanpak zal worden overgegaan, zal er met ouders/verzorgers overlegd worden. Als aan één of meer van de criteria voor een leerling met een achterstand (zie § 9.2) wordt voldaan of wanneer de Augustinusschool de zorg niet meer alleen vorm en inhoud kan geven en hulp van buitenaf nodig heeft, zal de school overgaan tot de volgende acties:
o o
o
Overleg voeren met de schoolcontactpersoon PPO Rotterdam Centrum Noord Het OAT (Onderwijs Advies Team) om ondersteuning en advies vragen. Het zorgteam bestaat uit een aantal deskundigen. Het zorgplatform adviseert het CVI (Centrum voor Indicatiestelling) omtrent de plaatsing in cluster 1 of 2, de commissie van het CVI heeft beslissingsbevoegdheid. (Zie ook het Schoolondersteuningprofiel.) Mogelijke verwijzing speciaal (basis)onderwijs of deelname KoersVO
Talent benutten Wanneer uit het LVS blijkt dat een leerling meer aankan dan het klassenprogramma biedt, kan door de groepsleerkracht in samenwerking met de IB een handelingsplan worden opgesteld. Dit plan geeft aan op welk gebied de leerling extra of aangepaste stof krijgt aangeboden. TALENT In 2008 is binnen de RVKO het initiatief TALENT gestart: een kennispunt voor begaafdheid. In het kennispunt werkt een aantal scholen samen dat extra zorg besteedt aan de begaafde en getalenteerde leerlingen. Deze scholen zijn verdeeld over de stad Rotterdam en de randgemeenten. Zij hebben ervaring met het onderwijs aan begaafde kinderen. Door samen te werken vergroten zij hun eigen deskundigheid en kunnen zij alle andere scholen van de RVKO ondersteunen. Schoolspecifieke aanpak voorsprong De school zal pogen een leerling steeds bij het groepsproces te blijven betrekken om de leerling met een achterstand geen uitzonderingspositie te geven. Voordat tot een specifieke aanpak zal worden overgegaan, zal er met ouders/verzorgers overlegd worden. Als aan één of meer van de criteria wordt voldaan voor een leerling met een voorsprong (zie § 9.2) of wanneer de Augustinusschool de zorg niet meer alleen vorm en inhoud kan geven en hulp van buitenaf nodig heeft, zal de school overgaan tot de volgende acties: o o
o
Overleg voeren met de schoolcontactpersoon PPO Rotterdam Centrum Noord Het ZAT (Zorg Advies Team) om ondersteuning en advies vragen. Het zorgteam bestaat uit een aantal deskundigen. Het zorgplatform adviseert het CVI (Centrum voor Indicatiestelling) omtrent de plaatsing in cluster 1 of 2, de commissie van het CVI heeft beslissingsbevoegdheid. (Zie ook het Schoolondersteuningprofiel.) Mogelijke deelname aan de Talentklas van het Marnix Gymnasium vanaf groep 7.
Leerlingen met een bijzondere handicap De huidige LGF (Leerlinggebonden financiering) houdt op te bestaan per 1 augustus 2014 met de ingang van de Wet Passend Onderwijs. (De leerlingen die een LGF indicatie hebben, behouden die tot augustus 2016.) Doublure beleid Een kind dat mogelijk doubleert, moet al met regelmaat op de leerling-besprekingen zijn besproken. De ouders zijn volledig op de hoogte zijn van de ontwikkelingen van hun kind. Als een leerling ondanks extra hulp blijft uitvallen en er een grote achterstand is ontstaan dan kunnen de leerkracht/IB, na overleg met directie en ouders, ervoor kiezen om een kind een bepaald jaar te laten overdoen. De directie van de school geeft een bindend advies.
9.6 De organisatie van de zorgstructuur
De leerkracht is verantwoordelijk voor het signaleren en het verzorgen van effectief onderwijs voor de specifieke onderwijsbehoefte van de individuele leerling en/of de groep. De leerkracht schakelt de hulp van de interne begeleider (IB) in op het moment dat afgeweken dient te worden van het reguliere onderwijsaanbod vanwege een specifieke onderwijsbehoefte. In samenspraak met de interne begeleider wordt in het groepshandelingsplan (GHP) of het ontwikkelingsperspectief (OPP) omschreven wat de specifieke aanpak zal inhouden en hoe deze wordt vormgegeven. Deze aanpassingen in de leerstof of aanpak kunnen worden gedaan omdat meer uitdaging noodzakelijk is voor leerlingen die bovengemiddeld scoren en voor extra ondersteuning voor leerlingen die onder gemiddeld scoren. Indien de interne begeleider en de leerkracht dit nodig achten, kunnen zij de hulp
inschakelen van de directie voor advies.
Signaleren van specifieke onderwijsbehoeften (leerkracht) observaties
toetsen
Aanpak opnemen in GHP of OPP (leerkracht in overleg met IB) leerlingbesprekingen
groepsbesprekingen
3 x per schooljaar aanpak analyseren en vervolgplan opstellen observaties
toetsen
De leerkracht signaleert in de groep welke specifieke onderwijsbehoeften er zijn voor de individuele leerling, een deel van de groep of de gehele groep. Tijdens de leerling- en groepsbesprekingen wordt in overleg met de IB gekozen voor een effectieve aanpak in het onderwijsaanbod. Deze aanpak wordt 3 maal per schooljaar (medio september, februari en juli) geanalyseerd door middel van de observaties en geanalyseerde toetsgegevens tijdens de groepsplanbesprekingen. Dit is een cyclisch proces dat zich blijft herhalen. Het groepsplan is tevens een ‘levend document’ dat te allen tijde aangepast of aangescherpt kan worden. De leerkracht blijft gedurende het gehele schooljaar observeren en analyseren en voert eventuele tussentijdse wijzigingen in aanpak door (in overleg met IB). Als na de analyse van de methode toetsen de CITO toetsen verdere analyse/diagnostisering nodig blijkt. Kan de leerkracht samen met de IB’er de volgende niet-methode gebonden toetsen inzetten om een weloverwogen vervolgaanpak op te kunnen stellen. PI dictee DLE toetsen rekenen, begrijpend lezen Utrechtse Getalbegriptoets Aarnoutse begrijpend leestoets TAK toets Ontluikende geletterheid TTR Tempo toets rekenen NTR Niveautoets Rekenen Struiksma onderzoek De leerlingenbesprekingen vinden 3 maal per schooljaar plaats. (Voor elk rapportgesprek in november, februari en juni.) Tijdens deze leerlingenbesprekingen nemen de interne begeleider en de leerkracht alle leerlingen door en bespreken de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling en
andere bijzonderheden. Hierna kan besloten worden een wijziging te maken in het groepsplan qua aanpak of er kan een individueel ontwikkelingsplan worden opgesteld.
Leerlingbespreking
Ontwikkelingsperspectief
Aanmelding zorgteam of schoolcontactpersoon
Als naar aanleiding van de leerlingbespreking of na aanmelding bij het zorgteam blijkt dat het noodzakelijk is extra zorg voor een specifieke individuele leerling vorm te geven, maakt de leerkracht samen de interne begeleider een ontwikkelingsperspectief. Ter preventie van achterstanden kan de school zich richten tot de expertise uit KANS. Voor extra zorg aan begaafde en getalenteerde leerlingen kan de school gebruik maken van het kennispunt TALENT. Deze initiatieven vanuit het bestuur kunnen te allen tijde worden geraadpleegd als er ondersteuning nodig is bij het opstellen van het OPP. Binnen de school worden ten aanzien van de (extra) zorg voor leerlingen de volgende medewerkers en taken ingezet: Taakstelling leerkracht Drie groepen competenties bij leraren die van belang zijn om adequaat te kunnen omgaan met cognitieve verschillen tussen leerlingen 1) diagnostische en remediërende vaardigheden; 2) organisatorische vaardigheden en klassenmanagement; 3) specifieke instructie- en interactievaardigheden Opstellen, uitvoeren en evalueren van groepsplannen voor rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen. Het groepsplan wordt opgesteld n.a.v. het laatste groepsplan van vorig schooljaar. Daarna 2x per jaar bijstellen en in een nieuw plan verwerken. Het eindplan wordt geëvalueerd en dient als startplan voor de nieuwe groep. Drie groepen competenties die van belang zijn voor het omgaan met sociaal-emotionele en gedragsproblemen 1) voorkómen en oplossen van probleemgedrag in de klas; 2) werken aan gedragsverandering van individuele leerlingen; 3) bevorderen van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen.
Opstellen, uitvoeren en evalueren van groepsplannen voor gedrag. Het groepsplan wordt alleen opgesteld als dit noodzakelijk is in verband met de groepsdynamiek of als dit zinvol blijkt naar aanleiding de resultaten uit het sociaal emotionele leerlingvolgsysteem ‘Zien’. De leerkracht is ook verantwoordelijkheid voor de invoering van de resultaten in het leerlingvolgsysteem. Taakstelling hulp binnen en buiten de groep o De individuele hulp wordt gegeven aan de grootste zorgleerlingen. Een leerling heeft dan een specifiek leerprobleem waarvoor aangepaste instructie en/of aangepaste leerstof en leerroutes noodzakelijk zijn. Deze hulp wordt verzorgd door de leerkracht, intern begeleider, onderwijs ondersteunend personeel of vrijwilligers. o Voor kinderen die individuele hulp krijgen wordt in overleg met de betreffende IB-er een handelingsplan opgesteld o Extra hulp binnen of buiten de groep wordt beschreven in het groepsplan Taakstelling IB-ers o De organisatie van de extra hulp aan kinderen o Verantwoordelijkheid voor het beheer van het leerlingvolgsysteem o Deelname aan leerlingenbesprekingen o Diagnosticeren van specifieke problemen bij kinderen o Verantwoordelijk voor handelingsplanning o Voorbereiden en bespreken van eventuele aanmeldingen van kinderen bij de schoolcontactpersoon van PPO Rotterdam o Contacten onderhouden met relevante instellingen o Beheren en actualiseren van de orthotheek o Deelname aan OAT o Begeleiden van leerkrachten o Contacten onderhouden met ouders o Deelname aan werkgroepen voor vernieuwingen (o.a. aanschaf nieuwe methodes) o Externe ondersteuning: PPO, contacten met hulpverleners: in ieder geval SMW. jeugdverpleegkundige en schoolarts Leerlingvolgsysteem In ons leerlingvolgsysteem worden de volgende toetsen/registratie gebruikt: o CITO Rekenen & Wiskunde o CITO Begrijpend lezen o CITO Spelling o CITO DMT o CITO Woordenschat o CITO AVI o Methoden gebonden toetsen o Observatie- en registratieprogramma KIJK o Voor de sociaal emotionele ontwikkeling gebruiken we KIJK en Zien. o Indien nodig: NTR, TTR, PI-dictee, Aarnoutse begrijpend leestoets, DLE-toets rekenen, DLE-toets begrijpend lezen, Struiksma, UTG, TAK De Augustinusschool gebruiken wij het registratiesysteem van ParnasSys voor de leerlingdossiervorming. Daarnaast is er een digitale zorgmap voor alle groepsplannen en individuele handelingsplannen/OPP’s.
Toetskalender voor groep 1/2 t/m 8 Toets
nov
juni
E3-E7 E4-E7
M3M8 M3M8
Rekenen – Wiskunde
Entreetoets Cito groep 7 Eindtoets Cito groep 8 Leerlingenbesprekingen
mei
E3-E4
M5M8
Woordenschat
DMT
april
M3M8
Spelling (niet – werkwoorden)
AVI leeskaarten
feb
M4M8
Begrijpend Lezen
Taalschaal
jan
gr. 48
E3-E7 E3-E7 gr. 3-8
gr. 4-8
M3M8
gr. 3 E3-E7
Entreetoets Eindtoets
Leerlingenbesprekingen met de leerkracht en intern begeleider, zie § 9.6. Besprekingen over specifieke leerlingen vinden daarnaast ook plaats met de volgende instanties/personen: o Schoolcontactpersoon vanuit PPO o Onderwijs Advies Team (OAT) 6x per jaar, hier worden leerlingen met toestemming van ouders besproken. Aanwezig zijn hierbij: schoolverpleegkundige vanuit CJG, schoolcontactpersoon PPO, SMW, IB en directie o Schoolmaatschappelijk werk (SMW) 1x in de 3 weken, met toestemming van ouders Orthotheek vanuit KANS Binnen het project KANS zijn een tweetal orthotheken ingericht voor de begeleiding van zorgleerlingen binnen de RVKO scholen. Lees hierover meer op de website van de vereniging, www.rvko.nl. Inzet overig instrumentarium In onze orthotheek staan verschillende instrumenten die ingezet kunnen worden ter ondersteuning van ons zorgbeleid. Zie hierboven onder ‘Leerlingvolgsysteem’. Op het gebied van taal, rekenen, spelling, technische lezen en begrijpend lezen verschillende remediërende materialen in onze orthotheek aanwezig. Per leerling/groep zal steeds gekeken worden welk materiaal het meest geschikt is. Naast de ondersteuning binnen de school schakelt de school, in haar ketenverantwoordelijkheid, ook externe partijen en functies in: Het samenwerkingsverband Primair Passend Onderwijs
De school valt binnen het samenwerkingsverband van PPO Rotterdam Centrum Noord. Via de schoolcontactpersoon zal met behulp van het Schoolondersteuningsplan (SOP, § 3.2) per leerling voor een passende plek binnen het onderwijs worden gezorgd. Voor meer informatie zie ook www.pporotterdam.nl.
Contacten met hulpverleners Indien nodig vragen wij advies bij: o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o
PPO Rotterdam: Primair Passend onderwijs SMW: Schoolmaatschappelijk werk AMK: Advies en meldpunt kindermishandeling CJG: Centrum voor Jeugd en Gezin RIAGG: Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Wijkteam Centrum Jeugdpolitie Opvoedpoli Lucertus MEE Rotterdam GGD: Gemeentelijke Gezondheidsdienst Leerplicht Flexis Jeugdplein STEK jeugdhulp Boddaert Erasmus MC Logopedie Rotterdam LTHG: Lokaal team huiselijk geweld RID: Regionaal Instituut Dyslexie Leeskliniek KoersVO BOS-project (Blijven op school) Ambulante begeleiding van REC’s Diëtiste Lekker Fit Radar TOS
10. ICT-beleidsplan Doelstelling van het ICT-beleidsplan Er is binnen het team een behoefte structureel aan de slag te gaan met ICT binnen het onderwijs. Het voornaamste doel van dit beleidsplan is dan ook om ICT structureel in te zetten om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Naar aanleiding van een inventarisatie onder de collega’s van de Augustinusschool op het gebied van ICT is een duidelijk beeld naar voren gekomen van de kennis, vaardigheden en behoeften van het personeel. De eenvoudigere competenties op het gebied van didactiek en lesvoorbereiding met betrekking tot ICT verloopt bij een groot aantal collega's prima. (Software)technische problemen en storingen oplossen verlopen nog niet naar wens bij de meeste collega's Visie op de inzet van ICT o
Wij zijn een school die het belangrijk vindt dat er structureel gebruik wordt gemaakt van ICT binnen het onderwijs en willen dat er sprake is van doorgaande lijn.
o
Wij vinden het noodzakelijk dat de gegevens van de leerlingen op de computer worden bijgehouden in een digitaal leerlingvolgsysteem.
o
Wij streven ernaar dat alle zorgleerlingen die dit nodig hebben op de computer wekelijks kunnen werken met extra oefenstof.
o
Wij vinden het belangrijk dat de educatieve software aansluit bij de leerdoelen.
o
Wij vinden dat alle leerlingen over voldoende ICT-vaardigheden moeten beschikken om zelfredzaam te zijn in de huidige maatschappij.
o
Wij zijn een school die het belangrijk vindt dat de leerlingen een goede zoekhouding ontwikkelen om informatie te zoeken op het Internet. Wij willen hen leren omgaan met geschikte en ongeschikte informatie op het Internet.
o
Wij willen dat de leerlingen de computer in verschillende situaties kunnen gebruiken, zoals digitale toepassingen (tekstverwerkers, e.d.), educatieve programma’s, websites en zoekmachines.
Doelstellingen De leerlingen werken ten minste 2 keer per week met educatieve software of digitale toepassingen die aansluiten bij hun eigen leerstijl en niveau. o
De leerkracht heeft het gebruik van de computer voor de leerlingen structureel ingepast binnen zijn klassenmanagement.
o
We beschikken over een ICT-leerlijn waarin de vaardigheden per groep zijn vastgelegd.
o
We gebruiken remediërende software voor de zorgleerlingen.
o
De leerlingen leren op een bewuste manier gebruik te maken van Internet als bron van informatie en weten hoe ze moeten omgaan met geschikte en ongeschikte informatie en communicatie op het Internet.
o
De leerkrachten zijn op de hoogte van de beschikbare educatieve softwarepakketten en digitale toepassingen en content binnen de school.
o
We evalueren de aangeschafte educatieve software ten minste 1 keer per jaar in een teamvergadering.
o
Het computerlokaal wordt 1 keer per week door alle groepen gebruikt.
Leerlijn ICT Onderbouw: Groep 1/2 Onderwerp:
Doelstelling:
Bediening hardware
-
Gebruik software
-
De leerlingen kunnen de muis en de pijltjestoetsen van het toetsenbord bedienen. Ze kennen de begrippen: beeldscherm, toetsenbord, muis, koptelefoon en printen. De leerlingen kunnen de hardware (waaronder de koptelefoon) met zorg hanteren. De leerlingen kunnen de volgende educatieve software openen: lesblokken C3LO en ‘Mijn naam is Haas.’ De leerlingen kunnen zichzelf aan- en afmelden in de ELO (elektronische leeromgeving).
Middenbouw: Groep 3 t/m 5 Onderwerp:
Doelstelling:
Bediening hardware
-
De leerlingen kunnen de apparatuur zelfstandig op een correcte manier aan- en uitzetten. De leerlingen kunnen de volgende functies op correcte wijze op het toetsenbord gebruiken en benoemen: de letters, cijfers,
Gebruik software
-
Gebruik digitale toepassingen (Word, PP, ect.) Gebruik internet
-
Communicatie
-
Veiligheid
-
-
spatiebalk, enter en backspace en delete. De leerlingen kunnen educatieve software openen en afsluiten via het keuzemenu. De kinderen kunnen zelfstandig op correcte wijze werken met de volgende educatieve software: Maatwerk rekenen, Flits 3, lesblokken C3LO. De leerlingen kunnen MS Word openen en hierin een tekst typen.
De leerlingen kunnen de adresbalk hanteren om een internetpagina te kunnen openen. De leerlingen zijn in staat om met elkaar digitaal te communiceren De leerlingen zijn zich bewust van de openbaarheid van het internet en kennen enkele gedragsregels.
Bovenbouw: Groep 6 t/m 8 Onderwerp:
Doelstelling:
Bediening hardware
-
Gebruik software
-
Gebruik digitale toepassingen (Word, PP, ect.)
-
Gebruik internet
-
Communicatie
-
Veiligheid
-
De leerlingen kunnen de volgende functies op correcte wijze op het toetsenbord gebruiken en benoemen: shift, Caps Lock, de leestekens (o.a. - , . ! ?) en speciale tekens (o.a. : + = / @). De kinderen kunnen zelfstandig op correcte wijze werken met de volgende educatieve software: Maatwerk rekenen, Flits 3, lesblokken C3LO en programma’s m.b.t. wereldoriëntatie. De leerlingen kunnen in MS Word-documenten een tekstgedeelte selecteren, kopiëren, knippen en plakken. Ook kunnen zij de knop ‘ongedaan maken’ hanteren. De leerlingen kunnen een MS Word-bestand openen, opslaan, printen. De leerlingen kunnen in MS Word de werkbalk ‘opmaak’ correct gebruiken. De leerlingen verkennen MS PowerPoint. De leerlingen kunnen zoeken op het internet met behulp van een zoekmachine. De leerlingen kunnen verschillende vensters openen, sluiten, verkleinen en vergroten. Zij kunnen gevonden informatie afdrukken. De leerlingen kunnen illustraties en tekstgedeelten op een internetpagina selecteren, kopiëren, plakken, naar een eigen document en deze verkleinen en vergroten. De leerlingen kunnen een e-mailadres aanmaken en beheren. Een e-mail opstellen, beantwoorden, versturen en openen. De leerlingen kennen de gedragsregels op het internet en gaan respectvol om met de privacy van henzelf en die van anderen. De leerlingen zien in dat het zoeken/ leggen van contacten via chat, e-mail en dergelijke niet zonder gevaar is.
-
De leerlingen zijn op de hoogte van auteursrechten.
11. Schoolorganisatie 11.1 Stafmodel Doel stafmodel: Effectiever overleg binnen de onder-, midden en bovenbouw Grotere betrokkenheid bij beleidsbepaling Directer aansturen Te onderscheiden zijn: De directie: directeur en adjunct-directeur Stafleden: groep 1 /2; groep 3 /4/5; groep 6/7/8 (de zgn. bouwen) Stafmedewerkers adviseurs, begeleiders (van de stafleden, directie of uitvoerenden) Leraren: onderwijs gevend personeel Onderwijs ondersteunend personeel: onderwijsassistenten, administratief medewerker, conciërge, ouderconsulent De staf bestaat uit de directie en de stafleden. Stafleden Een “lijntaak”, een leidinggevende functie binnen de organisatie, zoals de directeur en de adjunctdirecteur Zij voeren (gedelegeerde) directietaken uit. Zij behoren tot het middenmanagement. Zij hebben het recht leraren aan te speken op afspraken en verantwoordelijkheden en zij nemen op hun niveau beslissingen om een goede voortgang te waarborgen.
11.2 Vergaderstructuur Intern overleg: o Een algemene teamvergadering wordt één keer in de twee weken gehouden. In deze plenaire teamvergaderingen worden zowel inhoudelijke, huishoudelijke als organisatorische zaken besproken. o Een bouwoverleg wordt een keer in de twee weken gehouden. De verschillende bouwen zijn op dit moment als volgt vastgesteld: groepen 1 en 2, groepen 3 t/m 5, groepen 6 t/m 8. Jaarlijks kan deze samenstelling aangepast worden aan de actuele situatie. De stafleden hebben daarnaast een keer per week overleg met de directie in verband met onderlinge afstemming. Deze bouwvergaderingen kunnen zowel een inhoudelijke als huishoudelijke inhoud hebben. o De interne begeleiders hebben frequent overleg met de betrokken leraren. Aandachtspunten hierbij zijn de individuele leerlingen, oudercontacten, ondersteuning van de leraar en klassenmanagement. Daarnaast hebben zij overleg met de directie. o Minimaal drie keer per jaar zijn er groepsplangesprekken tussen de interne begeleiders en de groepsleraren, waarbij tevens de resultaten van de afgenomen toetsen worden besproken en aan de hand daarvan wordt een groepsplan opgesteld.
o
Alle leraren hebben een aantal taken op zich genomen uit het taakbeleid. Hiervoor is regelmatig onderling overleg noodzakelijk. o Driemaal per jaar worden er studie(mid)dagen voor het gehele team georganiseerd. Deze (mid)dagen zijn geheel van onderwijskundige aard en worden geleid door de directie/ stafleden/ externe partijen.
11.3 Groepering van de leerlingen Leerlingengroeperingen De leerlingen in de leeftijdsgroep 4 tot 6 jarigen zijn in heterogene groepen geplaatst. Deze groepen worden als groep 1-2 benoemd. In de huidige situatie zijn er 3 kleutergroepen gevormd. Na deze groepen 1-2 worden de leerlingen geplaatst in een jaarklassensysteem. De het stadium van de ontwikkeling van deze kinderen is globaal gezien het criterium. Organisatie in de groep Er is gekozen om zoveel mogelijk de leerlingen binnen het groepsverband te laten functioneren, d.w.z. zoveel mogelijk binnen het eigen klaslokaal, de klassenorganisatie. De groepsleerkracht krijgt hierbij ondersteuning van een andere leerkracht, die op gezette tijden in de groep werkt. De momenten dat er twee leerkrachten in de groep werkzaam zijn, dienen effectief gebruikt te worden naar differentiatievormen bij instructie en/of verwerking, naar diverse groeperingsvormen en individuele leerlingenhulp. Een duidelijke taakverdeling dient vooraf geregeld te zijn en de lessen worden gezamenlijk voorbereid. De groepsleerkracht dient het totaal overzicht te behouden en bij de begeleiding van de leerlingen zou ook de groepsleerkracht zich moeten richten op leerlingen met specifieke zorg. De interne begeleider heeft hierbij een ondersteunende, coachende rol t.a.v. organisatie, aanpak zorgkinderen en inzet externe hulp. In de hogere groepen kan men ook denken bij de groeperingsvormen aan het maken van meerdere niveaugroepen binnen de eigen klassenorganisatie.
11.4 Regels en afspraken Regels en afspraken staan in het draaiboek. Jaarlijks worden deze geëvalueerd en eventueel bijgesteld tijdens een teamoverleg. (zie draaiboek)
11.5 Evaluatie Professionele organisatie Het kwaliteitsbeleid van de school krijgt zijn betekenis in voortdurend onderling overleg binnen de school als totale organisatie. Overleg tussen schoolleiding, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, leerlingen, ouders en bevoegd gezag. Tevens zal er overleg plaats vinden tussen de school en haar omgeving, waaronder inspectie, gemeente, plaatselijke instellingen voor zorg en hulpverlening, landelijke onderwijsorganisaties, ministerie, soms ook de sociale dienst, politie en justitie. Gezamenlijk beleid dient geformuleerd te worden, daarover onderlinge afspraken opgesteld en de resultaten van dat beleid evalueren en opnieuw onderwerp van overleg maken.
Kwaliteit krijgt nooit definitief vorm. Alleen de school die voortdurend, in overleg, zoekt naar de mogelijkheden om verbeteringen aan te brengen, kan over een langere periode goed onderwijs geven en behouden. De school dient een lerende organisatie te zijn, die bewust beleid voert om het lerend vermogen van alle geledingen voortdurend te vergroten en te optimaliseren in haar effectiviteit. Eerder genoemde begrippen als collegiale consultatie, intervisie maar ook teamleren en klassenconsultaties, zijn van wezenlijk belang voor het dragen van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Door het hele team dient gewerkt te worden aan: o
gemeenschappelijke visie: in een team dient een gedeelde visie te worden ontwikkeld van de gewenste toekomst en uitgangspunten en het handelen in de praktijk waarmee men dit wil verwezenlijken.
o
teamleren: vaardigheden en capaciteiten van de teamleden zo leren inzetten dat een echt team ontstaat, dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid erkent naast individuele verantwoordelijkheden.
o
persoonlijk meesterschap: het stimuleren van de uitbouw van persoonlijke capaciteiten in de lijn van de doelstellingen van de school.
o
zicht hebben op en omgaan met krachten en verbanden die mede het schoolsysteem bepalen: betere afstemming vraaggericht en aanbodgericht onderwijs, positie van de school in de buurt, P.R. beleid, enz. Zicht op het geheel en de onderlinge samenhang is nodig.
o
Kwaliteitsonderzoek (evaluatie instrument Beekveld & Terpstra)
o
Plenaire- of bouwvergadering
o
eind van het schooljaar tijdens evaluatie oude schooljaar en planning nieuwe schooljaar
12. Activiteitenplan 12.1 Schooltijden Hieronder staan de lestijden weergegeven voor de kinderen. De begintijd van de lessen is van alle groepen hetzelfde. Soms zijn er andere tijden i.v.m. gymnastiek, zwemmen of uitstapjes. De ouders van deze kinderen krijgen hier bericht over of het staat op de informatiekalender vermeld.
12.2 Urenberekening & vakanties groep 1 t/m 8 aantal lesuren per week
26,50
lesuren per week x 52 weken
1378,00
aantal lesuren op een hele dag + een woensdag (ivm bijtelling 29 en 30 sept. 2016)
11,50
totaal
uitgaven herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie goede vrijdag/pasen meivakantie Pinksteren zomervakantie studiedag 01/02/2016 studiedag 29/03/2016 studiedag 13/06/2016 extra vrije dag (vrijdag) extra vrije middag (Sint) extra vrije dag (Kerst)
aantal gewenste lesuren
17-10-15 19-12-15 20-02-16 25-03-16 25-04-16 16-05-16 09-07-16 01-06-16 29-03-16 13-06-16 08-07-16 04-12-15 18-12-15
960
1389,50
t/m t/m t/m t/m t/m
23-10-15 01-01-16 26-02-16 28-03-16 06-05-16
t/m
19-08-16
26,50 53,00 26,50 11,50 53,00 5,75 159,00 5,75 5,75 5,75 5,75 2,25 5,75
totaal
366,25
totaal
1023,25
12.3 Tijdsverdeling (vakgebieden)
Groep 1/2 Werkvorm
Leer- en vormingsgebied
Tijdsduur per week
Lichamelijke oefening 5 x 35
2:55
Spel & beweging 4 x 35
2:20
Bewegingsspelletjes
0:35
Taal
3:00
Verstandelijke ontwikkeling
3:00
Kring
Rekenen/wiskunde
3:00
Vooruitkijken
Kennisgebieden
1:00
Sociale redzaamheid
2:30
Muziek
2:00
Terugkijken
Godsdienst en levensbeschouwing
0:45
Grote groep
Bevordering taalgebruik
0:30
Verkeer
0:30
Handvaardigheid
1:00
Tekenen
1:30
Gymastiek/spel
Speelwerken
Kleine groep
Pauze/eten
1:15
Totaal aantal uren per week
26:30
Groepen 3 t/m 8 Leer- en vormingsgebied
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
3:00
3:20
3:20
3:00
3:00
2:45
2:45
1.45
1:15
1:15
3.45
3.30
4:00
4:00
4:00
1. Zintuiglijke en lichamelijke oefening Lichamelijke oefening/ Gymnastiek
3:00
2. Nederlandse taal (Voortgezet) Technisch lezen Kijk op taal Woordenschat Schrijven/stellen Spreken/luisteren
9:00
Spelling
1:20
2:00
2:00
2:00
2:00
Begrijpend lezen (Nieuwsbegrip)
1:15
1:30
1:30
1:30
1:30
1:00
2:00
1:00
0:30
0:30
0:30
7:00
6:00
6:00
6:00
6:00
6:00
x
x
x
x
0:30
0:30
1:30
1:30
1:30
2:30
3.00
3:00
Gedrag in het verkeer
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
De Vreedzame School
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
1:00
0:55
0:55
0:55
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
1:00
0:45
0:45
0:45
0:45
0:30
0:30
Pauze/spelmoment
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
Totaal aantal uren per week
26:30
26:30
26:30
26:30
26:30
26:30
Schrijven
3. Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde
4. Talen Engelse taal
5. Kennisgebieden Aardrijkskunde Geschiedenis Biologie & Techniek Staatinrichting Godsdienst & levensbeschouwing
6. Bevordering sociaal gedrag
7. Zelfstandig werken / coöperatief werken Weektaak 8. Expressie-activiteiten Tekenen Handvaardigheid & Techniek Muziek 9. Pauze
Draaiboek In het draaiboek staat alle organisatorisch afspraken vermeld. Onder andere roosters, personeelsbezetting, protocollen, huisregels en informatie over rapporten en de normjaartaak. Ook is hierin het meerjarenbeleidplan opgenomen. Dit draaiboek wordt elk schooljaar verspreid onder de personeelsleden en ligt ter inzage in de directiekamer. Planning/Teamkalender Elke week stuurt de directie een digitale actuele planning met alle relevante activiteiten in en buiten de school. Onder andere klassenconsultaties, vergaderingen, excursies, werkgroep-bijeenkomsten, etc.
13. Personeelsbeleid 13.1 Integraal Personeelsbeleid (IPB) De RVKO kent binnen de bao-scholen alleen de functies directielid (meerscholig directeur, locatieleider, adjunct-directeur), leraar LA en LB, leraarondersteuner, voorschoolassistent, administratie medewerker (C) en conciërge . Binnen de ID- regelingen hebben wij voornamelijk schoolassistenten. Leraren kunnen als “taak” de IB verzorgen, staflid zijn etc. Om van al deze personeelsleden hun ontwikkelingen te volgen en te stimuleren, heeft de RVKO vastomlijnde IPB richtlijnen, die zijn vastgelegd in het Directie Vademecum. Hierin wordt gewaarborgd dat er klassenconsultaties plaatsvinden en aan een 4 jarige POP cyclus wordt deelgenomen, met daarin verwerkt, POP-, voortgangs-, functionerings- en beoordelingsgesprekken. Volgens deze richtlijnen is dit bij ons op school als volgt georganiseerd. Personeelsleden hebben jaarlijks een voortgangs- en functioneringsgesprek. Het voortgangsgesprek wordt geleid door het staflid. Het functioneringsgesprek wordt geleid door de directie. Voorafgaand aan deze gesprekken worden klassenconsultaties afgenomen door de directie en stafleden. Tijdens deze klassenconsultaties wordt er een vast observatieformulier ‘directe instructiemodel’ ingevuld. Aan het einde van de POP periode vindt een beoordelingsgesprek plaats. Nieuwe groepsleraren worden begeleid door de directie en het desbetreffende staflid uit de corresponderende bouw. Wij hanteren het onderstaande begeleidingsrooster per schooljaar met betrekking tot de klassenconsultaties: o directielid 2 x per jaar o interne begeleiders 3 x per jaar o collegiale consultatie 2 x per jaar Per personeelslid zal bepaald worden op welke vakgebied of welk op welke leerkrachtvaardigheid de consultatie betrekking zal hebben. Als er scholing of vernieuwing plaatsvindt, zal daar in veel gevallen naar gekeken worden. Er kan echter ook een aspect uit het Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) van de leerkracht centraal staan bij de consultatie en het nagesprek. Daarnaast vinden er, afhankelijk van de scholing in het betreffende schooljaar, klassenconsultaties plaats door een externe deskundige van een schoolbegeleidingsdienst. Zie hiervoor het Meerjarenplan, bijlage 2. In het schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 is dit van Onderwijs Maak Je Samen een expert op het gebied van taalonderwijs.
13.2 Taakbelasting / Normjaartaak De taak van ieder teamlid is in eerste instantie het verzorgen van goed onderwijs. Ieder teamlid krijgt een vast aantal uren toebedeeld voor lesgevende, corrigerende en voorbereidende taken. Ook wordt voor ieder teamlid een aantal uren vastgesteld voor o.a. overlegsituaties, vergadertijd, verslagen, teamvormende activiteiten. Daarnaast worden de overige taken verdeeld. Jaarlijks kunnen de teamleden zich aan- of afmelden voor de taken. Bij de verdeling van de taken wordt rekening gehouden met de belastbaarheid van de individuele persoon (junior-, senior-, re-integratiebeleid) en er wordt gekeken naar de geschiktheid van de taak voor een bepaald persoon, zodat men taken krijgt waarvoor men geschikt is. Zie verder map: Taakbeleid en het draaiboek kamer schoolleiding en digitaal Directie/directeur/excel
Vanaf het schooljaar 2010-2011 hanteren we een bestuurlijk format om tot een goede Normjaartaak bij ieder personeelslid te komen.
13.3 Begeleiding studenten De school staat open voor PABO studenten en wij plaatsen in iedere groep waar dat mogelijk is een student. Voor hun begeleiding is de mentor of coach natuurlijk de eerst aangewezen persoon. Daarnaast hebben wij een opleidingscoördinator benoemd, die belast is met de ontvangst van de studenten, de indeling en de contacten met de PABO. De coördinator bewaakt tevens het overzicht over het functioneren van de student en de relatie met de mentor of coach. Indien de situatie daarom vraagt, speelt hij een rol in het onderlinge overleg.
13.4 Nascholing Teamleden Wij hechten er veel aan dat teamleden zich verder bekwamen, iets wat in het POP uiteraard aan de orde komt. Indien de cursus ook een schoolbelang dient, bieden wij de formatieve mogelijkheid om de cursus bij te kunnen wonen. Wanneer op ons verzoek aan een studie of cursus wordt deelgenomen, worden de kosten geheel vergoed. Wanneer op eigen verzoek een studie gedaan wordt, zal er eerst gekeken worden in hoeverre deze past binnen het schoolbeleid. Zo ja, dan zal de school in principe 50% vergoeden. In overleg met de directie kan een vergoeding oplopen tot een maximum van 75%. De studie-uren worden conform de cao opgenomen in de normjaartaak.
13.5 Vertegenwoordiging van ouders en leraren De structuur van de vertegenwoordiging van de ouders binnen de ‘Augustinusschool’ en met het bevoegd gezag vindt plaats middels de volgende organen: De medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschapsraad functioneert binnen het kader van de nieuwe Wet Medezeggenschapsraden op Scholen (WMS), die is ingegaan op 01/01/2007. De MR is samengesteld uit een ouder- en personeelsgeleding. Beide geledingen hebben evenveel vertegenwoordigers in de raad. Kiesgerechtigd en verkiesbaar voor de oudergeleding van de MR zijn ouders, verzorgers en voogden van de leerlingen die bij de ‘Augustinusschool" staan ingeschreven. De medezeggenschapsraad komt ongeveer viermaal per schooljaar bijeen. Daarnaast wordt in bijzondere omstandigheden bijeengekomen. De voorzitter leidt de vergaderingen. De voorzitter verzorgt tevens, in overleg met de directie, voor het opstellen van een agenda. De ouders/ verzorgers kunnen ook agendapunten aandragen. Een notulist/ secretaris verzorgt de notulen en de post. Een directielid woont de vergaderingen ter advisering bij. MR- leden worden voor een periode van vier jaar gekozen. De voorzitter en de secretaris dragen zorg voor de verkiezingen volgens de voorschriften van het MR-reglement. De afrekening van de vrijwillige ouderbijdragen wordt ter goedkeuring aan de MR voorgelegd.
De bevoegdheden van de medezeggenschapsraad zijn vastgelegd in het reglement van de medezeggenschapsraad; hierin staat precies omschreven bij welke aangelegenheden de medezeggenschapsraad initiatiefbevoegdheid, advies- dan wel instemmingsrecht heeft. Dit houdt onder meer in: o Het doen van voorstellen aan het bevoegd gezag over alle aangelegenheden die de school betreffen. o
Het al of geen instemming verlenen aan, of adviseren van het bevoegd gezag c.q. directie m.b.t. voorgenomen besluiten, bijvoorbeeld over het schoolplan, de schoolgids, het schoolreglement, personeelsbeleid en formatiezaken.
Daarnaast zal de MR naar vermogen de openheid, openbaarheid en onderling overleg in de school bevorderen. Ten aanzien van bepaalde zaken verschillen de bevoegdheden van de ouder- en personeelsgeleding. Voorts zijn in het reglement de verkiezing van de medezeggenschapsraadsleden en de inrichting en werkwijze van de medezeggenschapsraad geregeld. Het reglement is bij de voorzitter van de medezeggenschapsraad of via de schoolleiding ter inzage. De samenstelling van de oudergeleding en de personeelsgeleding van de MR is opgenomen in de schoolgids en/ of de informatiekalender van onze school. De Ouderraad (OR) De ouderraad komt ongeveer 4 per jaar bijeen. Vanuit de ouderraad nemen ouders deel aan allerlei activiteiten die op en vanuit school georganiseerd worden. Deze activiteiten variëren van het mede organiseren en begeleiden van kinderen tijdens uitstapjes, schoolreisjes en verschillende vieringen/ feesten. De ouderraad wordt begeleid door de onderbouwcoördinator en een ouderconsulent. Zij zorgen ervoor dat ouders meer betrokken zijn bij de school of voorschool van hun kind. Ouders krijgen zo een beter beeld van de belangrijke rol die zij zelf spelen in de ontwikkeling van hun kind op school. Dat geldt zowel van hun rol op school als thuis. Via de ouderconsulent leren ouders wat ‘onderwijs- ondersteunend’ gedrag is. De ouderconsulent stelt ouders in staat hun opvoedingsvaardigheden te vergroten. Ook maakt de ouderconsulent de contacten soepeler en beter tussen collega’s, leerkrachten en ouders. Zij inspireert ouders om naar ouderactiviteiten binnen en buiten de school te gaan. Doel van dit alles is een betere schoolloopbaan voor kinderen en een actieve deelname aan de samenleving van ouders. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Op verenigingsniveau is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De GMR behandelt aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle aangesloten scholen van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). Binnen dat kader treedt de GMR, ten aanzien van de uitoefening van de bevoegdheden die overgedragen zijn door de afzonderlijke MR’en, in de plaats van de betrokken afzonderlijke MR’en. In grote lijnen betekent dit, dat de inspraak met betrekking tot het bestuursbeleid toekomt aan de GMR en de inspraak met betrekking tot schoolspecifieke zaken aan de MR’en. De GMR van de RVKO biedt plaats aan 16 leden: 8 ouders en 8 personeelsleden. Deze afgevaardigden worden uit en door de MR’en van de RVKO-scholen gekozen
13.6 ARBO Onze school heeft een Arbobeleidsplan. Naar aanleiding van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), die eens per vier jaar wordt afgenomen, wordt aan een groot aantal verplichtingen uit de Arbo-wetgeving invulling gegeven. Hieronder wordt per deelgebied van de Arbo-wetgeving ons beleid weergegeven. o Verzuim: Het verzuim wordt geregistreerd en behandeld d.m.v. het programma RAET/Verzuimmanager van Dyade volgens de IPZ richtlijnen van de RVKO. o Ongevallenregistratie: Leraren hebben in hun groepsmap formulieren voor de ongevallenregistratie, deze gegevens worden digitaal verzameld in de leerkrachtenmap > ongevallenregistratie. o Veiligheid en gezondheid: Naar aanleiding van de RI&E wordt per schooljaar een actielijst en een plan van aanpak samengesteld. o Welzijn: Er is een inventarisatie geweest van het (team)welzijn en de welzijnsrisico’s voor het personeel. o Agressie, geweld en seksuele intimidatie: Op school niveau is er een maatschappelijk werkster van de Stichting DOCK. Daarnaast kan men ook bij de vertrouwenspersoon van de RVKO terecht. (Zie verder directie vademecum, www.rvko.nl) o Bedrijfshulpverlening: De bedrijfshulpverlening is op school conform de richtlijnen geregeld Er zijn meerdere BHV-ers aanwezig. Jaarlijks worden er weer nieuwe personeelsleden opgegeven voor de cursus bedrijfshulpverlening. o Ontruimingsplan: Er is een goedgekeurd ontruimingsplan. Het ontruimen wordt driemaal jaarlijks in de praktijk geoefend. Jaarlijks wordt in overeenstemming met de Arbowet door middel van een jaarverslag aangegeven welke acties in het afgelopen jaar zijn ondernomen en welke activiteiten volgens het plan van aanpak in het komende jaar zullen worden opgepakt.
14. Lijst met gebruikte afkortingen A.T./R.T.
anderstaligen en remedial teaching
OOP
AMK
algemene melding kindermishandeling
PABO
ARBO
arbeidsomstandigheden
PCL
BAPO
bevordering arbeidsparticipatie oudere werknemers centrum educatieve dienst
PSZ
CITO
centraal instituut voor toets ontwikkeling
RIAGG
CVI
commissie voor indicatiestelling drie minutentoets
RMPI
Directeuren Overleg Oude Westen dossier sluitende aanpak
S.O.
regionaal expertise centrum regionale instelling voor geestelijke gezondheidszorg Rotterdams medisch psychiatrisch instituut Rotterdamse vereniging Katholiek onderwijs speciaal onderwijs
SBO
speciale basisschool
SEO
HBO
gemeentelijke en gezondheidsdienst hoger beroepsonderwijs
I.B.-er
interne begeleider
SMW
ICT
SVS
TBL VO
voortgezet onderwijs
VVE
LIO
informatie, communicatie en technologie intergraal-, kwaliteits- en managementmodel intergraal personeelsbeleid jeugd onderwijs en samenleving leerling gebonden financiering leraar in opleiding
sociaal emotionele ontwikkeling stichting kunstzinnige vorming Rotterdam school maatschappelijk werk schaal spelling vaardigheid toets allochtone kinderen toets begrijpend lezen
LVS
leerling volgsysteem
WPS
LWS
leeswoordenschat
WSNS
MDO
multi disciplinair overleg
ZMLK
MR
medezeggenschapsraad
ZMOK
OCW
onderwijs cultuur en wetenschap
OAT
vroeg en voorschoolse educatie Wereld in Getallen versie4 Witberg Post Scholenbeheer weer samen naar school zeer moeilijk lerende kinderen zeer moeilijk opvoedbare kinderen Onderwijs Advies Team
CED
DMT
DOOW DOSA GG&GD
INK-MODEL IPB JOS LGF
REC
RVKO
SKVR
TAK
WIG
onderwijs ondersteunend personeel pedagogische academie basisonderwijs permanente commissie leerlingzorg peuterspeelzaal
Bijlage 1: Inschrijfformulier
INSCHRIJFFORMULIER
Naam Tussenvoegsel / Roepnaam Voorn(a)am(en) / geslacht Geboortedatum Geboorteplaats Burgerservicenummer (BSN) Levensbeschouwing / Culturele achtergrond Nationaliteit Straatnaam Postcode/Woonplaats Telefoonnummer Naam vader / voornaam Naam moeder / voornaam Geboortedatum vader / moeder Geboorteland vader / moeder Hoogste afgemaakte opleiding vader / moeder Diploma behaald vader / moeder indien nee: aantal jaren genoten onderwijs vader/moeder Naam van de school waar het diploma is gehaald Plaats/land van de school waar het diploma is gehaald Jaar waarin het diploma is gehaald Beroep vader / moeder één ouder gezin Burgerlijke staat ouders Van school / elders ingeschreven Inschrijfdatum / groep Voorschoolse opvang / aantal maanden Programma voorschool / thuistaal Ouders in Nederland per vader / moeder Kind in Nederland per / onderwijs land van herkomst Ouders hebben kennis genomen van het gedragsprotocol Akkoord gebruik leerling gegevens Akkoord nemen van foto’s Akkoord vrijwillige ouderbijdrage Akkoord afname Lekker Fit test Rotterdam (datum) : __________________________
Wegingsfactor:
: : / : / M/V : : : : / : : : / : : / : / : / : / : / : ja / nee / ja / nee : / : / : / : / : / : ja / nee : gehuwd / samenwonend / ongehuwd / gescheiden / weduwe / weduwnaar : ja / nee : / : / : / : / : / : ja / nee : ja / nee : ja / nee : ja / nee : ja / nee
Naar waarheid ingevuld en akkoord met controle op opleidingsgegevens : Handtekening vader / verzorger: Handtekening moeder / verzorger: Maakt u gebruik van de BSO / NSO Ja / nee Naam / telefoon / Welke dagen
Blijft uw kind over Welke dagen
Ja / nee
Extra toelichting en / of medische gegevens. ( bijvoorbeeld allergie, medicijngebruik, zwemdiploma’s en hoe te handelen) Huisarts Adres / telefoon / Zorgverzekering / nummer / Eigen tandarts / schooltandarts Logopedie
Ja / nee
Kinderfysiotherapie / cesartherapie
Ja / nee
Allergische reactie
Ja / nee
Medicijngebruik
Ja / nee
Zwemdiploma’s
A / B / C/
Pasfoto
Ja / nee
Telefoonnummer te bereiken in noodgevallen van….. Email adres: Overige opmerkingen:
Handtekening vader / verzorger:
Handtekening moeder / verzorger:
Bijlage 2: meerjarenplanning Augustinusschool
Meerjarenplanning Augustinusschool 2015-2019 2015-2016
Jonge Kind
Doelen
2016-2017
Het verminderen van de onderwijsachterstanden van jonge kinderen Het vergroten van de ontwikkelingskansen van het Jonge Kind Initiëren van verander- en verbeterprocessen in de samenwerking tussen groepen 0 en groep 1 t/m 3; Stimuleren van de ontwikkeling op inhoudelijk- en organisatiebeleid gericht op de doorgaande lijn op taal- en rekengebied; Begeleiden van de werkbesprekingen; Begeleiden van het onlangs ingevoerde kind- volgsysteem; Organiseren van ouderinformatie bijeenkomsten; Begeleiden bij de analyse voor hulp en ondersteuning in het onderwijs en/of opvoedingsproces; Stimuleren van sociaal-emotionele ontwikkeling; Bijwonen van trainingen rond ‘Het jonge kind’ vanuit de RVKO door collega’s (onder andere: begrijpend luisteren en versterken van sociaalemotionele ontwikkeling); Ondersteuning van de leerkracht in het uitvoeren van de dagelijkse taken Overleg op directie en stafniveau Interne begeleider onderbouw Groepsleraren groep 0 t/m 3 Onderwijsondersteunend personeel 4 jaar Rijksgelden € 30.000,-Subsidie Leren Loont € 60.000,-Kwaliteitsimpuls € 20.000,-ontwikkelingsmaterialen € 2000,-KIJK observatie-registratiesysteem € 500,-Verslaglegging van de opbrengsten en resultaten van de vroegschoolse educatie door mondelinge en schriftelijke presentatie van overzichten Rapportages van GGD en Onderwijsinspectie De ontwikkeling van het Jonge Kind in het strategisch beleidsplan van de RVKO; Zorg (sociaal-emotionele ontwikkeling); De kwalitatieve afspraken voor- en vroegschoolse educatie in Leren Loont van de Gemeente Rotterdam. Continuering en mogelijke aanpassing in aanpak
2017-2018
Continuering en mogelijke aanpassing in aanpak
2018-2019
Continuering en mogelijke aanpassing in aanpak
2015-2016
Taallijn onderbouw
Doelen
Het realiseren van een gedegen doorgaande leerlijn met betrekking tot de taalontwikkeling voor de leerlingen in groep 1/2 en 3, eveneens het verbeteren van de kwaliteit van het taalonderwijs in deze groepen.
activiteiten
uitvoering
Duur Inzet personeel
Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017
Borging plan doorgaande lijn taalontwikkeling onderbouw wat betreft de peuters in de VVE en groep 0 en de leerlingen in leerjaar 1-2 en 3; Per thema worden 40 woorden uit diverse categorieën 1,2 en 3 van ‘Verhallen’ aangeboden. Groepsleraren groep 0 t/m 3 Onderwijsondersteunend personeel onderbouw Schooljaar 2015-2016 KIJK observatie-registratiesysteem € 500,-Kleurenkopieën KIJK document: streven gr. 0 t/m 2: zie conclusies trendanalyses medioen eind toetsen februari en juni 2016 Aan de hand van KIJK wordt het niveau van de leerlingen gevolgd. Deze worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem en de trendanalyse Taalvaardigheden van de leerlingen in de groepen 0 t/m 2 worden gescoord in KIJK (observatiesysteem). Analyse vanuit KIJK wordt vervolgens vertaald in de activiteiten rond de taalthema’s en in de arrangementenplanning taal. Beleidsgebied zorg Borging.
2017-2018
Borging
2018-2019
Borging
2015-2016
Taal/spellingonderwijs
Doelen
Het verbeteren van de kwaliteit van het taalonderwijs in de groepen 4 t/m 8. Borging taal/ spellingmethode gr. 4 t/m 8 ‘Taal op Maat’ en ‘Spelling op Maat’ (invoering 2013-2014); Per week worden 25 themawoorden (uit Taal, Spelling, Rekenen en Geschiedenis. De andere 2 zaakvakken volgen in schooljaar 2016-2017 i.v.m. aanschaf nieuwe methode aardrijkskunde en natuuronderwijs) dagelijks 5 tot 10 minuten met de aanpak van ‘Verhallen’ aangeboden. In elk groepslokaal is een woordmuur aanwezig; Afspraken gemaakt tijdens plenaire studiebijeenkomsten worden vastgelegd in het draaiboek; Twee intervisiemomenten tijdens bouwvergaderingen (16/11/2015 en 21/03/2016) gericht op taal/ woordenschatonderwijs; Klassenconsultatie door interne begeleider op het gebied van taal/ woordenschatonderwijs; Intervisie bouwvergadering analyseren opbrengsten. Groepsleraren groep 4 t/m 8 Schooljaar 2015-2016 Onderwijzend personeel Methodieken en (kleuren)kopieën Aan de hand van de resultaten wordt het niveau van de leerlingen gevolgd. Deze worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem en de trendanalyse (medio en einde schooljaar);
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017
CITO streven gr. 4 t/m 8: zie conclusies trendanalyses eind toetsen juni 2015 en medio toetsen januari 2016. Beleidsgebied zorg
2017-2018
Bewaken van het taalaanbod in de groepen. Aanbod woordenschat onderwijs wordt uitgebreid met themawoorden uit de nieuwe methoden voor aardrijkskunde en natuuronderwijs. Evalueren werkwijze methode ‘Taal op Maat’ en ‘Spelling op Maat’. Eventueel werkwijze aanpassen; Evalueren aanpak woordenschatonderwijs en eventueel aanpassen. Bewaken van het taalaanbod in de groepen.
2018-2019
Bewaken van het taalaanbod in de groepen.
2015-2016
Begrijpend luisteren/lezen
Doelen
Het verbeteren van de kwaliteit van het begrijpend luister- en leesonderwijs in de groepen 0 t/m 8, de lessen meer adaptief vormgeven. Continuering aanpak begrijpend luisteren en lezen Nieuwsbegrip XL; Werken met 2 tot 3 arrangementen tijdens begrijpend luisteren/lezen; Twee intervisiemomenten in bouwvergaderingen 30/11/2015 en 09/05/2016); Managementoverleg; Klassenconsultaties door directie/ IB; Week van de collegiale consultatie (oktober 2015 en april 2016) met behulp van kijkwijzer Nieuwsbegrip. Groepsleraren groep 0 t/m 8 Schooljaar 2015-2016 Directie, interne begeleiders en onderwijzend personeel Nieuwsbegrip XL en kopieën Kinderboeken groep 1/2 Aan de hand van resultaten wordt het niveau van de leerlingen gevolgd. Deze worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem en de trendanalyse. CITO streven gr. 3 t/m 8: zie conclusies trendanalyses eind toetsen juni 2015 en medio toetsen januari 2016; Opbrengsten begrijpend lezen worden verwerkt in groepsplannen en arrangementenplanning; Presentatie en bespreking trendanalyse (07/03/2016 en 20/06/2016). Beleidsgebieden zorg, taal- en spelling
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017
Bewaken van het begrijpend lees- en luisteraanbod in de groepen.
2017-2018
Bewaken van het begrijpend lees- en luisteraanbod in de groepen.
2018-2019
Bewaken van het begrijpend lees- en luisteraanbod in de groepen.
2015-2016
Aanvankelijk lezen
Doelen
Het verbeteren van de kwaliteit van het aanvankelijk leesonderwijs, eveneens meer differentiatie mogelijkheden aanbieden om talentvolle leerlingen te stimuleren.
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017
Verdieping voorfase aanvankelijk lezen (Ontdekkend Leren Lezen) in de praktijk uitvoeren; Talentvolle kleuters gerichte leerstof aanbieden (uit: ‘maanversie VLL’, ‘Ontdekkend Leren Lezen’ en ‘Compact & Rijk’) n.a.v. leesschrijftest; Groepsleraren van leerjaar 3 werken dagelijks met de methode Veilig Leren Lezen. Groepsleraren van leerjaar 3 passen de Speelleessets van Veilig Leren Lezen in tijdens de weektaak tijdens de eerste helft van het schooljaar; Per kern van Veilig Leren Lezen (VLL) wordt een woordenlijst samengesteld; Klassenconsultaties directie/ interne begeleider. Groepsleraren leerjaar 1-2, groepsleraren 3 en interne begeleider onderbouw Schooljaar 2015-2016 Directie, interne begeleiders, personeel onderbouw methodieken CITO streven gr. 3: zie conclusies trendanalyses eind toetsen juni 2014 en medio toetsen januari 2015; Beleidsgebied zorg Borging
2017-2018
Borging
2018-2019
Borging
2015-2016
Voortgezet technisch lezen
Doelen
Het verbeteren van de kwaliteit van het voortgezet technisch leesonderwijs in de groepen 4 t/m 8. Het ontwikkelen van een eigen leesattitude en leessmaak bij de leerlingen (leesbevordering). Invoeren van de methode ‘Station Zuid’ voor voortgezet technisch lezen in de groepen 4 t/m 8 na het pilotjaar van leerjaar 4. Wekelijks aandacht voor leesbeleving in de groepen 4 t/m 8; Informatie-overdracht door medewerker Malmberg (wegwijs maken in de nieuwe methode en ervaringen delen) presentatie en voorlichting 26/08/2015; Tussenevaluatie ‘Station Zuid’ op plenaire vergadering 12/10/2015; Klassenconsultaties directie/ interne begeleiders; Maandelijks agendapunt bouwvergaderingen midden- en bovenbouw. Groepsleraren groep 4 t/m 8 Schooljaar 2015-2016 Directie, interne begeleiders, personeel midden- en bovenbouw Aanschaf methode ‘Station Zuid’: €9.661 CITO streven technisch lezen DMT gr. 4 t/m 8: zie conclusies trendanalyse eind toetsen juni 2015 en medio toetsen januari 2016. Beleidsgebieden begrijpend lezen en aanvankelijk lezen.
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017 2017-2018
Borging methode ‘Station Zuid’ Borging methode ‘Station Zuid’
2018-2019
Borging methode ‘Station Zuid’
2015-2016
Rekenen- en wiskunde
Doelen
Het verbeteren van de kwaliteit van het rekenonderwijs in de groepen 1 t/m 8. Werken met de methode ‘Wereld in Getallen 4’ in de groepen 1 t/m 8; Extra rekenactiviteiten 0 t/m 2 gebaseerd op leerlingvolgsysteem KIJK; Werken met de rekendozen ‘Talent’ in groepen ½; Werken met het directe instructie model tijdens rekenlessen; Klassenconsultaties directie/ interne begeleiders; Audit RVKO gericht op de overgang van groep 3 naar 4. Groepsleraren groep 0 t/m 8 2015-2016 Onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel groepen Methodieken en rekendozen groepen 1/2 Groep 0 t/m 2 rekenvoorwaarden KIJK; CITO streven gr. 3 t/m 8: zie conclusies trendanalyses eind toetsen juni 2015 en medio toetsen januari 2016; Zorg
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017
2017-2018
Bewaken rekenaanbod WIG 4; Bezinning conclusies en aanbevelingen ‘RVKO audit rekenen’ en eventueel aanbevelingen invoeren; Bezinning rekenaanbod talentvolle leerlingen groepen 3 t/m 8. Borging
2018-2019
Borging
2015-2016
Zorg
Doelen
Het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en het uitvoeren van een gedegen en realistisch ondersteuningsprofiel. Leervoorwaardenanalyse bij zorgleerlingen groep 1/2 door afname BOSOS; Twee groepsplannen per schooljaar na analyse KIJK/CITO en methode gebonden toetsen door groepsleraren; Bewaking en begeleiding door interne begeleiders/ directie; Bijwerken, onderhouden en plenair presenteren trendanalyse in februari en juni van het schooljaar 2016; Door middel van intervisie en collegiale consultatie (teamleren) analyseren van toetsen, hulpvragen formuleren en ontwikkelingsprofielen (uit ParnasSys) per leerling en vakgebied analyseren door groepsleraren o.l.v. interne begeleiders tijdens 3 geplande bouwvergaderingen (begin, medio en einde schooljaar); OPP vanaf eind groep 4, begin groep 5 voor leerlingen, die een jaar leerachterstand hebben op een van de vier vakgebieden en waar de aanpak niet op te nemen is in het intensieve arrangement; KoersVO / Rotterdamse plaatsingswijzer hanteren voor verwijzingen groep 8 leerlingen;
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017
2017-2018 2018-2019
RVKO, PPO, KANS en TALENT bijeenkomsten bijwonen door groepsleraren/ interne begeleiders; Document PPO volgen; Deelname wijknetwerk PPO Centrum Noord, afdeling Centrum; Training en bijeenkomsten aandachtsfunctionaris; De afstemming van het onderwijs op de specifieke leerbehoeften van meer begaafde leerlingen (uitslag RI&E). Groepsleraren, interne begeleiders en directie 2015 e.v. Interne begeleiding en onderwijzend personeel Digitaal en papier 2 groepsplannen (januari/ juni); Trendanalyses KIJK/CITO; Ondersteuningsplan Augustinusschool PPO. Taal, rekenen- en wiskunde, begrijpend lezen, aanvankelijk- en voortgezet technisch lezen. Bijstellen zorgstructuur Augustinusschool; Trendanalyses bijwerken, onderhouden en presenteren; Implementatieplan opstellen waarin de scholen in de wijk samen uitwerken hoe de intentieverklaring PPO in de praktijk wordt uitgevoerd. Bijstellen zorgstructuur Augustinusschool; Trendanalyses bijwerken, onderhouden en presenteren. Bijstellen zorgstructuur Augustinusschool; Trendanalyses bijwerken, onderhouden en presenteren.
2015-2016
Kaleidoscoop onderwijs
Doelen
Het realiseren van een doorgaande lijn met betrekking tot het Kaleidoscoop-onderwijs. Werken met Kaleidoscoop programma 0 t/m 2; Weektaak groep 2 t/m 8 vast agendapunt bouwvergadering 1 maal per 3 maanden; Een klassenconsultatie door intern begeleider/ directie; Bijeenkomsten/ training ‘Jonge Kind’ georganiseerd vanuit de RVKO worden bijgewoond; Terugkombijeenkomst KIJK (kleutervolgsysteem) en implementatie groepen 0 t/m 2; Aandacht voor samenwerkingsvormen (uitslag en actiepunt RI&E) in de groepen. Groepsleraren groepen 0 t/m 8 2015 e.v. Interne begeleiding en personeel onderbouw Invoering KIJK observatiesysteem € 500,Algehele ontwikkeling + risicofactoren en welbevinden van de leerlingen in de groepen 0 en 1/2 worden gescoord in KIJK (observatiesysteem.) Beleidsgebieden taal en rekenen
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017 2017-2018
Borging Borging
2018-2019
Borging
2015-2016
Werken met combinatiegroepen
Doelen activiteiten
Het geven van kwalitatief goed onderwijs in een combinatiegroep. Aanpassen roosters leerjaar 5, 6 en 7; Ervaringen delen omtrent afstemming leerstof, organisatie en methodieken; De zaakvakken (geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs) worden in homogene groepen aangeboden in de leerjaren 5, 6 en 7; Klassenconsultatie door intern begeleider/ directie. Groepsleraren groepen 5/6 en 6/7. Schooljaar 2015-2016 Personeel midden- en bovenbouw methodieken Evalueren en indien nodig organisatie aanpassen. Taal, rekenen en wereldoriëntatie
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017
Mogelijk combinatiegroep 6/7
2017-2018
Mogelijk combinatie 7/8
2018-2019
Afhankelijk van leeftijden in groepen
2015-2016
Sociaal-emotioneel
Doelen
Het vergroten van de sociale vaardigheden van de leerlingen, het aanleren van democratisch burgerschap, het stimuleren van de sociaalemotionele ontwikkeling, het vergroten van de ouderbetrokkenheid en het positief beïnvloeden van het groepsproces door middel van de methode: ‘De Vreedzame school.’ De methode ‘De Vreedzame School’ bestaat uit 6 blokken met gemiddeld 5 lessen. Deze lessen worden uitgevoerd in de groepen 0 t/m 8; Drie bijeenkomsten stuurgroep ‘De Vreedzame School’; Werkgroep ‘gedrag/ Gezonde school’; DVS 6x agendapunt plenair/ bouwvergadering; Borgingsdraaiboek DVS agendapunt plenaire vergadering (22/06/2015); Een klassenconsultatie door stafmedewerker; Collegiale consultatie m.b.t. DVS lessen; 1e en 2e schoolweek in september 2015 werken aan groepsvorming; Drie mediatietrainingen van 2 uur voor 12 leerlingen uit groep 7 en 8 o.l.v. werkgroep leerlingmediatie (2 of 3 groepsleraren); Stage leerlingmediatoren groepen 6 in groep 1/2; Bijeenkomsten Kinderraad binnen de Vreedzame Wijk (2 leerlingen groep 7); Twee themamiddagen ‘gedrag’ in alle groepen (oktober 2015 en maart 2016);
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017
Bijeenkomst DVS ouderkamer; Projectweek ‘Lentekriebels’ in alle groepen in maart 2016; Analyse gegevens leerlingvolgsysteem KIJK en ZIEN. Gegevens vervolgens, indien nodig, verwerken in groepsplan gedrag (intervisie ZIEN: 05/102015, 18/04/2016); Leerlingen hebben taken en rollen binnen de schoolorganisatie (leerlingmediator, rol bij organisatie feesten/ activiteiten, tutorlezen). Groepsleraren, intern begeleiders en directie 2015 e.v. Gehele team, voorbereiding werkgroep Gezonde School/Gedrag Materiaal projectweek ‘Lentekriebels’: €50.Personele kosten €2.000,Leerlingvolgsysteem KIJK en ZIEN; Evalueren methode ‘De Vreedzame School’ tijdens bouw/ plenaire vergaderingen en eventueel aanpassingen doorvoeren; Consultaties door stafmedewerker voor zorgleerlingen op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. Beleidsgebieden GOLEV, Zorg, Ouderbeleid en Sociaal Emotioneel Kwaliteitsvragenlijst ‘Beekveld en Terpstra’ voor personeel, ouders en leerlingen; DVS meting.
2017-2018 2018-2019
Kwaliteitsvragenlijst ‘Beekveld en Terpstra’ voor personeel, ouders en leerlingen; DVS meting.
2015-2016
Bewegingsonderwijs/ LekkerFit groep 1 t/m 8
Doelen
Het stimuleren van een gezonde leefstijl bij onze leerlingen in de groepen 1 t/m 8 en hun ouders/verzorgers met betrekking tot voeding en beweging. Vakdocent bewegingsonderwijs verzorgt de bewegingsonderwijslessen voor de groepen 1 t/m 8 (gr. 1/2: 1x p.w. en gr. 3, 4, 7 en 8: 3x p.w. en gr. 4 en 5: 2x p.w.); Activiteitenmap Lekker Fit 0-1/2 wordt voltooid voor groepsleraren 0 1/2; Schooldiëtiste neemt consulten af bij geselecteerde groep leerlingen om het overgewicht te verminderen of minimaal te stagneren; In leerjaar 5 en 6 wordt het gemeentelijk zwemonderwijs in zwembad Oostervant aangeboden; Werken aan een gezondere leefstijl van de leerlingen d.m.v. het water- en fruitbeleid; Voortzetting traktatiebeleid gr 1/2 en start groep 3; Bijeenkomsten ouderprogramma verzorgd door GGD/ school diëtiste. Vakdocent bewegingsonderwijs (Lekker Fit), groepsleraren, school diëtiste Afhankelijk van de subsidie voor het Lekker Fit programma Lekker Fit docenten; Eigen bijdrage Augustinusschool aan Lekker Fit: €17.000,--
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel
Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017
Gymzaal (S&R), toestellen en spelmaterialen Eenmaal per jaar eurofittest afname bij de leerlingen van de groepen 3 t/m 8; Jaarlijks afname BHK test (schrijfmotoriek 4 t/m 8); Twee evaluatiemomenten met Lekker Fit coördinator. Beleidsgebieden Sociaal-Emotioneel, Schrijfmotoriek, Fysiotherapie en Naschoolse Sport (SSV) Afhankelijk van de subsidie voor het Lekker Fit programma
2017-2018
Afhankelijk van de subsidie voor het Lekker Fit programma
2018-2019
Afhankelijk van de subsidie voor het Lekker Fit programma
2015-2016
Arbo (Risico Inventarisatie en Evaluatie)
Doelen
Het realiseren van een goede en veilige arbeidsomstandigheden voor ons personeel en leerlingen. Ontruimingsoefening o.b.v. een BHV instructeur (AAV-Veiligheid) met aansluitend een nabespreking (17/09/2015); Teambijeenkomst EHBO (17/09/2015) o.b.v. BHV instructeur AAV Veiligheid; Actiepunten, opgenomen in ARBO beleidsplan, uitvoeren. ARBO Werkgroep ARBO: 5 bijeenkomsten; ‘Gezonde School’ checklist wordt jaarlijks afgenomen en beleid op gemaakt. ARBO werkgroep, schoolteam 2015-2016 Gehele team, werkgroep Arbo, BHV en EHAK Kosten training ARBO: RVKO bovenschools Evaluatievergadering 17/09/2015, evaluatie einde schooljaar door werkgroep. Checklist ‘Gezonde School’. Beleidsgebieden Zorg en Veiligheid
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties 2016-2017 2017-2018
Afname RI&E onder personeel, ouders en leerlingen; ARBO beleidsplan bijwerken. ARBO beleidsplan bijwerken.
2018-2019
Afname RI&E onder personeel, ouders en leerlingen; ARBO beleidsplan bijwerken.
2015-2016
Informatie Technologie en Communicatie (ICT)
Doelen
Het beschikken over adequate, moderne en zinvolle software voor de leerlingen en het personeel. Presentatie onderwijs en moderne media door ICT coördinator; Onderhouden website; ICT beleidsplan herzien door werkgroep; Werken met ICT beleidsplan; Training programmeren met kinderen door ICT coördinator; Training ‘didactische mogelijkheden van digitale schoolborden’ door ICT-
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017 2017-2018 2018-2019
er; Optimaliseren gebruik digitale schoolborden; Training verder ontwikkelen persoonlijke vaardigheden van zes personeelsleden; Werken met software bij nieuwe technisch lees- en geschiedenismethode en observatie/registratiesysteem KIJK. Schoolteam 2015-2016 Gehele team €500: trainingsgelden en bovenschools budget Evaluatievergadering werkgroep ICT Beleidsgebieden taal, rekenen, wereldoriëntatie Bewaken ICT beleidsplan: leerlingen in 2016 mediawijs Inspelen op marktontwikkelingen Bewaken ICT beleidsplan: leerlingen in 2016 mediawijs Inspelen op marktontwikkelingen Bewaken ICT beleidsplan: leerlingen in 2016 mediawijs Inspelen op marktontwikkelingen
2015-2016
Persoonlijke ontwikkeling personeel
Doelen
Het zorg dragen voor een optimale persoonlijke ontwikkeling onder ons personeel. Nascholingsoverzicht personeel wordt september 2015 herzien (zie bijlage ‘nascholingsoverzicht Augustinusschool’); Rooster functionerings/ beoordelingsgesprekken wordt herzien in juli 2015; Met elk personeelslid wordt een voortgangsgesprek gevoerd door personeelslid met staflid; Met elk personeelslid wordt een functionerings- of een beoordelingsgesprek gevoerd door directielid; Klassenconsultaties uitgevoerd door stafleden, externen en directie. Elk personeelslid wordt minimaal tweemaal geconsulteerd door directie; Drie studiedagen en 14 inhoudelijke plenaire bijeenkomsten; Normjaartaak 2015-2016 wordt opgemaakt in september 2015; Inzet kenniscentrum THM indien noodzakelijk. Personeel Augustinusschool 2015 e.v. Nascholingsbudget personeel Digitaal en papier Tijdens gesprekken Beleidsgebieden sociaal-emotioneel, zorg, rekenen, taal, ICT
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017 2017-2018
Nascholingsoverzicht Augustinusschool Invoering lerarenregister en schoolleidersregister Nascholingsoverzicht Augustinusschool
2018-2019
Nascholingsoverzicht Augustinusschool
2015-2016
Muziek
Doelen activiteiten
Het vormgeven van kwalitatief goed muziekonderwijs. Iedere week ontvangen de leerlingen in de groepen 1 t/m 6 een muziekles of een instrumentenles (IKEI); Meezingactiviteiten in de groepen 1 t/m 8 met programma ZangExpress; Voortzetting pilot vanuit De Doelen voor naschoolse activiteiten groepen 3 en 4; Leerlingen geven tweemaal per jaar een presentatie aan de ouders; De leerlingen van groep 6 spelen een afsluitingsconcert met ondersteuning van het Rotterdams Philharmonisch Concert in de Doelen; Vervolg pilot ouderparticipatie IKEI i.s.m. SKVR; Pilot groepen 0 ouder-kind activiteiten. SKVR, medewerker Philharmonisch orkest en groepsleraren 2015-2016 Vakdocenten SKVR en onderwijzend personeel Subsidie ‘Leren Loont’ Evaluatie gesprek IKEI coördinator Alle vakgebieden: Ieder kind een levenskunstenaar
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017
Afhankelijk van subsidiekader Leren Loont
2017-2018
Afhankelijk van subsidiekader Leren Loont
2018-2019
Afhankelijk van subsidiekader Leren Loont
2015-2016
Cultuur: Kunst, dans, beeldend en theater
Doelen activiteiten
Al onze leerlingen maken kennis met kunst, dans, beeldend en theater. Inkopen van het Cultureel Traject van de KCR met de cultuurgelden uit de Prestatiebox; Voortzetting project ‘Stel je Voor’ i.s.m. MaasZebra (3 jaar: gestart in september 2014). Tweemaal een serie van 4 lessen per jaargroep uit het project ‘Stel je Voor’ van MaasZebra gericht op woordenschatuitbreiding. Waarvan het accent zal liggen in de groepen 1 t/m 3 en 8 (groep 8: 1e serie) op theater en in de groepen 4 t/m 8 (groep 8: 2e serie) op beeldend; Tweemaal voorbereiding met personeel MaasZebra en schoolteam. Schoolteam, MaasZebra 2 jaar t/m schooljaar 2016/2017 Cultuurtraject KCR: €1.700 Eigen bijdrage MaasZebra: € 500,-Werkgroep Cultuur, docenten Maastheater en VillaZebra Handvaardigheidsmaterialen Tweemaal per jaar coördinatie Maaszebra, directie en werkgroep Cultuur Beleidsgebieden sociaal-emotioneel en taal
uitvoering Duur Inzet personeel
Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017 2017-2018
Voortzetting project ‘Stel je Voor’ met MaasZebra Voortzetting cultuurtraject KCR Project ‘Stel je Voor’ Voortzetting cultuurtraject KCR
2018-2019
Project ‘Stel je Voor’ Voortzetting cultuurtraject KCR
2015-2016
GOLEV
Doelen
De school werkt aan de vorming en ontwikkeling van kinderen die nog een groot deel van hun leven voor zich hebben, die de toekomst inkijken. Voor die toekomst geven wij het geloof in een betere wereld mee: door het samen vieren en de godsdienst en levensbeschouwelijke vorming; door het scheppen van een opvoedingsklimaat met waarden en normen, waarin verdraagzaamheid, solidariteit en zorg voor zwakkeren een belangrijke rol spelen; door het voorleven van respect voor elkaars cultuur en levensovertuiging; door het nabij zijn in vreugde en verdriet;
2016-2017
Al onze leerlingen maken kennis met de katholieke tradities en de raakvlakken met de andere wereldgodsdiensten. Rond de vijf thema’s (Raar/herfst, David/Kerst, Bang/winter, Maan/Pasen, Feest/zomer) uit de methode ‘Hemel & Aarde’ worden lessen verzorgd in de groepen 1 t/m 8; Lessen rond de wereldgodsdienstkoffers in de groepen 5 t/m 8 (Christendom, Islam, Jodendom en Hindoeïsme); Drie bijeenkomsten identiteit (14/10/2015, 20/01/2016, 13/04/2016) georganiseerd door de RVKO. Leden van de werkgroep GOLEV bezoeken deze bijeenkomsten en verzorgen een terugkoppeling naar het schoolteam; Inspiratiedag RVKO op 16-09-2015; Gebruik van het bijbelrooster in de groepen 1 t/m 8. Onderwijzend personeel 2015-2016 Gehele team, specifiek werkgroep Levbo Basisabonnement Hemel & Aarde: €350 Evaluatie werkgroep levensbeschouwelijk onderwijs Beleidsonderdeel ‘Sociaal-emotioneel’. De Vreedzame School (De 7 kernwaarden ‘Verwondering, Respect, Verbondenheid, Zorg, Gerechtigheid, Vertrouwen en Hoop zijn in deze methode terug te vinden) Voortzetting lessen Hemel & Aarde
2017-2018
Voortzetting lessen Hemel & Aarde
2018-2019
Voortzetting lessen Hemel & Aarde
2015-2016
Kwaliteitszorg
Doelen
Het in kaart brengen van de algehele kwaliteit van de school én verbeteren. Nascholingsaanbod RVKO; Voltooiing ontwikkeling beleidsplan educatief partnerschap ouders RVKO; Nascholing passend bij onderwijsbehoeften; Opleiding directieleden m.b.t. resultaatverantwoordelijk onderwijskundig leiderschap;
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017
2017-2018 2018-2019
Terugkombijeenkomst Kijk personeelsleden groep 1/2; Teambijeenkomst personeelsleden groepen 5 t/m 8 voortgezet leesmethode ‘Station Zuid’; Drie plenaire studiebijeenkomsten (samenwerkingswerkvormen RI&E)); Studiebijeenkomsten ‘Het jonge kind’ RVKO voor groepen 0, 1/2 en 3; Studiebijeenkomsten coachend begeleiden door 12 personeelsleden i.v.m. voorbereiding Opleidingsschool B; Masterclass rekenen en taal door personeelslid; Studiebijeenkomsten ‘Teach like a champion’ door 2 personeelsleden; Vier intervisiemomenten tijdens bouwvergaderingen; Terugkoppelingen van gevolgde trainingen tijdens plenaire vergaderingen (teamleren); Een ronde collegiale consultaties lessen taal/ rekenen; Een ronde collegiale consultaties lessen Vreedzame School; Audit RVKO o.g.v. rekenen- en wiskunde groepen 3 en 4. schoolteam Augustinusschool Schooljaar 2015-2016 Schoolbudget professionaliseringsgelden Digitaal en papier Evaluatie Audit RVKO Taal, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, ICT Nascholingsoverzicht personeelsleden; Leraren worden geschoold/getraind in de brede toepassing van moderne media; Einde schooljaar 2016 is er een digitaal leerplatform voor alle medewerkers; Invoering beleidsplan educatief partnerschap ouders RVKO; Kenniscentrum THM (Thomas More Hogelschool). Nascholingsoverzicht personeelsleden; Kenniscentrum THM (Thomas More Hogelschool). Nascholingsoverzicht personeelsleden; Kenniscentrum THM (Thomas More Hogelschool).
2015-2016
Tevredenheidsonderzoek/ kwaliteitsonderzoek
Doelen
De algehele kwaliteit van de school in kaart brengen én verbeteren door middel van een tweejaarlijks kwaliteitsonderzoek onder het personeel, de leerlingen en de ouders. Voorgenomen actiepunten in plan van aanpak uitvoeren (De afstemming van het onderwijs op de specifieke leerbehoeften van meer begaafde leerlingen; Aandacht voor samenwerkingsvormen; Aandacht aan orde en discipline / sfeer onder de leerlingen); Schoolteam 2015-2016 Gehele team Digitaal en papier Jaarverslag en evaluatievergadering juni 2016 Beleidsonderdelen sociaal-emotioneel, taal, rekenen, zorg
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties
2016-2017 2017-2018
Vragenlijsten voor personeel, ouders en kinderen zijn door Beekveld &Terpstra en RVKO van te voren bepaald i.v.m. benchmarketing Actiepunten uit analyse RI&E uitvoeren
2018-2019
Vragenlijsten voor personeel, ouders en kinderen zijn door Beekveld &Terpstra en RVKO van te voren bepaald i.v.m. benchmarketing
2015-2016
Jaarverslag
Doelen
De kwaliteit van onze school blijvend verbeteren door middel van een jaarlijkse reflectie. Uitvoering Planning & Control cyclus (opmaken van een meerjarenplan en een jaarverslag); Bespreking jaarverslag in de staf en het team; Ter inzage aan de medezeggenschapsraad. Directie Schooljaar 2015-2016 Lezen en teambijeenkomst Digitaal en papier Jaarverslag schooljaar 2015-2016 in september 2016 Alle beleidsgebieden uit meerjarenplan
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel Inzet materiaal Evaluatie Relaties met andere acties 2016-2017
Opmaak jaarverslag
2017-2018
Opmaak jaarverslag
2018-2019
Opmaak jaarverslag
2015-2016
School Maatschappelijk Werk
Doelen
Het leveren van hulp en ondersteuning aan de peuterspeelzaal en basisschool ten behoeve van kinderen en hun ouders met problemen Participeren in de zorgstructuur van de school; Ontplooien van activiteiten in het kader van preventie i.s.m. Ouderconsulent; Bieden van kortdurende hulpverlening aan kinderen en/of ouders; Presentatie van ‘Wijkteam’, ‘Veilig Thuis’ en ‘Jeugdplein door SMW-er en aandachtsfunctionaris; Vervullen van een brugfunctie tussen school en het wijkteam of lokale voorzieningen. Wekelijks contact met directie, interne begeleiders, leerkrachten, ouders en kinderen; Deelname in het Zorg Advies Team; Contact met het wijkteam Zorg Centrum; Contact met het gebied PPO Centrum-Noord. 4 jaar School eigen bijdrage vanuit reguliere middelen 1.9 uur € 4.840,-Subsidie Leren Loont 5.8 uur € 14.776,-Overleg uren als onderdeel van de taakstelling personeel school boeken en naslagmaterialen: opname in personeelsbibliotheek
activiteiten
uitvoering
Duur Inzet personeel
Inzet materiaal
Evaluatie
2016-2017
Jaarlijkse evaluatie in een overleg tussen directeur, interne begeleider, leidinggevende SMW en maatschappelijk werker De ontwikkelingen op rijks- en gemeentelijke gebied aangaande de jeugdigen; Zorg; Sociaal Emotioneel; De Vreedzame School; De Vreedzame Wijk; Wijkvoorzieningen, Passend Onderwijs, relaties met GGD en Politie Voortzetting beleid en uitbouwen relaties en netwerken
2017-2018
Voortzetting beleid en uitbouwen relaties en netwerken
2018-2019
Voortzetting beleid en uitbouwen relaties en netwerken
2015-2016
Ouderbeleid en -betrokkenheid
Doelen
2016-2017
Optimaliseren van gelijkwaardig educatief partnerschap tussen school en ouders om te komen tot betere onderwijsresultaten van de leerlingen Uitvoering van het ouderbeleidsplan van de school betreffende groep 0 t/m 8; Vergroten van de ouderbetrokkenheid; Bevorderen van het contact tussen ouders en wijkinstanties c.q. – Voorzieningen; Bieden van voorlichting en informatie i.s.m. externe specialisten; Gastvrouw tijdens de inloopmomenten en vervullen van een Vraagbaakfunctie; Stimuleren van het onderwijsondersteunend gedrag van de ouders; Invulling geven aan de doorgaande lijn ouderbetrokkenheid; Organiseren van diverse ouderbijeenkomsten; Afname van een ouderanalyse einde schooljaar naar behoeften ouders aanbod ouderkamer volgend schooljaar; Overleg met personeel van de school. Ouderconsulente mbo 4 niveau. Nederlandse taalvaardigheid > niveau 2 F Begeleiding en ondersteuning van interne begeleider onderbouw 2015 e.v. Subsidie Leren Loont 0,8 fte: € 35.000,-Overleg uren als onderdeel van de taakstelling directie en intern begeleider onderbouw Koffie, thee, kosten materialen vanuit de schoolbegroting Functionerings-en beoordelingsgesprekken conform integraal personeelsbeleid Activiteiten van het ouderbeleidsplan bespreken De ontwikkelingen op rijks- en gemeentelijke gebied aangaande de ontwikkelingen Ouderbeleidsplan Vroegschool , Zorg, Sociaal Emotioneel, GGD, Politie, Wijkinstanties, Maatschappelijk Werk, Taalondersteuning, Jonge kind, Ouderparticipatie en ontwikkelingen onderwijs ondersteunend personeel Continuering en mogelijke aanpassing in aanpak
2017-2018
Continuering en mogelijke aanpassing in aanpak
Relaties met andere acties
activiteiten
uitvoering Duur Inzet personeel
Inzet materiaal Evaluatie
Relaties met andere acties
2018-2019
Continuering en mogelijke aanpassing in aanpak