INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN DEEL:

Schoolplan 2015 – 2018 Jozefschool Hoek van Holland

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN DEEL: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Schoolomgeving Visie en Missie Kwaliteitsbeleid Organisatie structuur Vergaderstructuur Financieel en materieel beleid Verwijzingen

HOOFDSTUK 2. AANNAMEBELEIDSPLAN. 1. 2. 3. 4.

Aanname nieuwe leerlingen Passend Onderwijs Inschrijvingsgegevens Overgangsmomenten

HOOFDSTUK 3. ACTIVITEITENPLAN EN JAARDRAAIBOEK. 1. Schooltijden 2. Urenberekening met daarin het vakantierooster 3. Richtlijn tijdsverdeling over de verschillende vakgebieden 4. Overblijven 5. Voor- en naschoolse opvang 6. Toezicht houden 7. Werkweekbezetting 8. Afspraken Jaardraaiboek 9. Normjaartaak overzicht niet-lesgebonden taken 10.Jaarplanning HOOFDSTUK 4. PERSONEELSPLAN. 1. 2. 3. 4. 5. 6.

IPB beleid Taakbelasting, normjaartaak Begeleiden studenten Professionalisering teamleden De medezeggenschapsraad Arbo

HOOFDSTUK 5. VAKGEBIEDEN 1. Doelstellingen 2. Methoden en materialen 3. Referentieniveaus taal en rekenen Pagina 1


4. 5. 6. 7.

Opbrengstgericht werken Organisatie Relatie kerndoelen Beleidsvoornemens/borging

HOOFDSTUK 6. VOORSCHOOLPLAN. HOOFDSTUK 7. ZORGPLAN. 1. 2. 3. 4.

Passend onderwijs Doelstellingen van de school De inhoud en de organisatie van de zorgstructuur Het schoolondersteuningsprofiel

HOOFDSTUK 8. BREDE SCHOOLPLAN. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Organogram van de Multifunctionele school. Beleidsplan ICT Voorschoolplan Ouderbetrokkenheid Nieuwe Brede School activiteiten ouders Nieuwe Brede School activiteiten leerlingen Voorschoolse, tussentijdse en naschoolse opvang

HOOFDSTUK 9. GEDRAGSPROTOCOL. 1. Achtergrond en doelstellingen 2. Het gedragsprotocol 3. Schorsen en verwijderen 4. Klachtenregeling Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en SISA HOOFDSTUK 10. BIJLAGEN: - Vierjarenplanning aanvragen Leren Loont. - VVE-project Hoek van Holland.

Pagina 2


HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN DEEL: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Schoolomgeving Visie en Missie Kwaliteitsbeleid Organisatie structuur Vergaderstructuur Financieel en materieel beleid Verwijzingen

1. Schoolomgeving De Jozefschool is een school voor katholiek basisonderwijs en is gevestigd in Hoek van Holland, een gebiedsdeel van Rotterdam. Het bestuur van de school is de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs en is gevestigd in Rotterdam. Onder dit bestuur ressorteren ruim 60 scholen voor (speciaal) basisonderwijs. Op het moment van samenstellen van dit document wordt de directie van de school gevormd door Diana StipAmmerlaan (adjunct-directrice) en Gerard van der Zalm (directeur). Het team bestaat op het moment van verschijnen van dit plan uit 21 leerkrachten, 4 fulltime en 17 parttime. Naast het onderwijzend personeel beschikt de school over een conciërge die mede vanuit de middelen van het ROB wordt gefinancierd. Tenslotte is een dag per week een gezinsspecialist aanwezig via de organisatie Minters, dienstverleners in welzijn. Hoewel Hoek van Holland een gebiedsdeel is van Rotterdam heeft de samenleving een sterk dorps karakter. Het inwoneraantal van Hoek van Holland benadert de 10.000 en de verwachting is dat dit de komende jaren door nieuwbouw zal stijgen richting de 12.000 inwoners. Momenteel beschikt de school over 13 leslokalen, een leerplein en een speellokaal en kan een te verwachten groei binnen de huidige capaciteit worden opgevangen. Met betrekking tot de speelplaats kunnen we stellen dat deze voldoet aan de wettelijke normen met betrekking tot de grootte. De ligging van de speelplaats (rondom het schoolgebouw) is uiterst ongelukkig te noemen. De leerlingen die de school bezoeken zijn voor het overgrote deel afkomstig uit Nederland. Slechts een klein percentage van de leerlingen is buiten Nederland geboren. Hetzelfde geldt voor de ouders van deze leerlingen. Wanneer we kijken naar de wegingsfactoren kunnen we stellen dat de school weinig tot geen aanspraak kan maken op extra formatie simpelweg door het feit dat de normen zodanig zijn aangepast, dat ouders niet snel voldoen aan de gestelde voorwaarden. Hoewel Hoek van Holland hoog scoort op de sociale index zijn er wel tendensen waar te nemen die de populatie van de leerlingen op de basisscholen beïnvloeden. Allereerst kent Hoek van Holland de Crisisopvang Trivium Lindenhof. De kinderen die hier vanuit crisissituaties worden geplaatst moeten op de drie basisscholen worden geplaatst. Deze plaatsingen vinden gedurende het schooljaar plaats en hebben onder andere invloed op de groepsdynamiek en de geboden zorg. Daarnaast komen door aangepaste beleidsregels meer mensen uit de omgeving van Hoek van Holland in aanmerking voor een woning in het dorp. Veelal zijn dit ook mensen die specifieke stadse problematiek met zich meenemen. De kinderen uit deze gezinnen vragen niet zelden om extra begeleiding en hulp. De druk om bepaalde prestaties te (blijven) leveren wordt hiermee voor de basisscholen in Hoek van Holland sterk opgevoerd. M.b.t. de thuissituatie van de leerlingen kunnen we nog stellen dat het echtscheidingspercentage in Hoek van Holland hoog is in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Ook dit sociale fenomeen heeft zijn invloed op de problematiek waar wij als school voor gesteld worden. Binnen het schoolondersteuningsteam constateren we meer casussen met multi-problematiek. Het aantal verwijzingen naar de gezinsspecialist en het wijkteam zijn afgelopen jaar gestegen. Door de samenwerking binnen het schoolondersteuningsteam met het samenwerkingsverband, het CJG, het wijkteam, de gezinsspecialist en ouders wordt deze Pagina 3


problematiek adequaat opgepakt binnen de mogelijkheden van de school en het deelgebied. De school kent m.i.v. het schooljaar 2015-2016 10 groepen, waarvan 3 kleutergroepen, die in totaal 242 (teldatum 1 oktober 2014) leerlingen herbergen. De school kent homogene maar ook combinatiegroepen. Relevante contacten met andere onderwijs- en maatschappelijke instellingen.   





 



 







De school maakt deel uit van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs. Binnen dit bestuur vindt regelmatig overleg plaats voor directies van de verschillende scholen. De school ressorteert onder het Samenwerkingsverband Westland. Via het SVW wordt jaarlijks een ondersteuningsplan opgesteld. Dit ligt ter inzage op school. Op directieniveau wordt overleg gepleegd met de directeuren van de twee andere scholen uit Hoek van Holland. In dit overleg wordt gesproken over schooloverstijgende onderwerpen als schoolzwemmen, contacten met de gemeente en gebiedscommissie, enz. Met de scholen voor voortgezet onderwijs worden contacten onderhouden omtrent de aanmelding van de leerlingen uit groep 8. Ook wordt een informatieavond (scholenmarkt) voor de ouders georganiseerd waarin zij worden voorgelicht over de verschillende mogelijkheden binnen het VO. De intern begeleider van de onderbouw heeft contact met de collega’s van de instellingen voor kinderopvang in Hoek van Holland. Binnen deze overleggen wordt gesproken over de leerlingen die naar de Jozefschool komen, maar ook over VVE aangelegenheden. Via de Westlandse Natuur- en Milieu-educatieve stichting worden voor alle groepen twee activiteiten per schooljaar ingepland. Het betreft bv. een bezoek aan de bloemenveiling, een kinderboerderij, het Staelduinse Bos enz. Twee dagdelen per week is een gezinsspecialist aanwezig om in voorkomend geval problemen op te pakken en te behandelen. Onderzoek en/ of hulp wordt niet verleend dan na overleg met en toestemming van de ouders. Het schoolmaatschappelijk werk wordt verzorgd door de organisatie Minters, dienstverleners in welzijn. In voorkomend geval worden met externe partners worden jaarlijks afspraken gemaakt omtrent thema’s die op onderwijskundig terrein worden opgepakt. Voor de inhoud van de komende periode kan verwezen worden naar het meerjarig plan dat in het kader van de subsidie van Leren Loont als bijlage is toegevoegd. Het subsidiebeleid van de gemeente Rotterdam biedt voor de school mogelijkheden om jaarlijks subsidie aan te vragen voor het schoolmaatschappelijk werk en voor de financiering van de conciërge. Via de RVKO worden de scholen begeleid om de ARBO-regeling optimaal toe te passen. Een van de collega’s heeft als coördinator aanvullende taken op dit gebied. Binnen deze ARBO-regeling zijn enkele collega’s belast met de zogenaamde bedrijfshulpverlening en EHBO. Jaarlijks wordt hen nascholing aangeboden. Volgens een vastgesteld rooster vindt het zogenaamde SOT-overleg plaats. Bij het overleg van dit schoolondersteuningsteam sluiten verschillende partijen aan, waaronder de gezinsspecialist, de schoolondersteuner van het SVW, een verpleegkundige van het CJG, een vertegenwoordiger van het wijkteam, de leerkracht, de intern begeleider, een directielid en de ouders van de leerling die besproken wordt. In het kader van de regelingen rond de opvang van de leerlingen kent de school een zogenaamde voorschoolse opvang die nu nog in eigen beheer wordt georganiseerd. Op het moment van schrijven van dit plan vinden overleggen plaats met de plaatselijke aanbieders van VSO, TSO en BSO om de opvang van de leerlingen anders te organiseren. De buitenschoolse opvang wordt aangeboden door verschillende instellingen voor BSO. Vooralsnog regelen de ouders dit dus rechtstreeks met deze instellingen.

Pagina 4


2. Visie en Missie  Missie De Jozefschool biedt leerlingen eigentijds primair onderwijs gebaseerd op een zich steeds vernieuwende evangelische traditie en op persoonlijke betrokkenheid van eenieder. We werken vanuit onze kernwaarden: vertrouwen, verantwoordelijkheid, verbondenheid, zorg, hoop, verwondering, respect, gerechtigheid. Onze belangrijkste taak is om kinderen een goede basis mee te geven voor hun toekomst in deze maatschappij. We willen, in samenwerking met ouders, onze leerlingen de kennis en vaardigheden aanleren die nodig zijn voor een goede start in het vervolgonderwijs, passend bij de ontwikkelingsmogelijkheden, capaciteiten en belangstelling van het kind.  Visie De Jozefschool is een katholieke basisschool… … waar veel aandacht is voor een duidelijke structuur en een veilig klimaat Door duidelijke regels en afspraken te hanteren creëren we een veilige en goede sfeer, waarin de leerlingen, de ouders en het team zich prettig voelen. Het team is trots op de school en op wat zij met elkaar voor elkaar krijgen. Dat stralen zij uit. … waar kinderen waarden en normen leren Op onze school geven we lessen vanuit de methode Hemel en aarde. Hierin is aandacht voor de verhalen uit de Bijbel en vieringen bij belangrijke feesten, maar ook voor maatschappelijke thema’s. Naast deze lessen levensbeschouwing maken we gebruik van de methode Kinderen en hun sociale talenten. We gaan uit van gelijkwaardigheid en bespreken waarden als respect en tolerantie. We hopen als school de kinderen weerbaar te maken door thema’s te behandelen, zoals jezelf presenteren en omgaan met ruzie. De vorming van zelfverantwoordelijkheid, solidariteit, respect en naastenliefde is volgens ons een noodzaak om als individu te kunnen functioneren in een kleinere of grotere leefgemeenschap. Het werken aan deze aspecten zit verweven door het totale onderwijsaanbod van de Jozefschool. … waar we aansluiten bij de onderwijsbehoefte van het lerende kind Ons onderwijs is ingericht op het omgaan met de verschillende onderwijsbehoeften van kinderen. We werken planmatig en volgens een activerende didactiek in 3 arrangementen (niveaus) per groep. De leerlingen zijn actief betrokken bij de instructie, doordat o.a. de lesdoelen duidelijk geformuleerd worden binnen het directe instructiemodel. Binnen onze structuur leren kinderen zelfstandig te werken en samen te werken, zelf keuzes te maken en zelf oplossingen te bedenken. Het gebruik van coöperatieve leerstrategieën stimuleert dit. … waar naast het leerstofaanbod aandacht is voor extra activiteiten Naast het methodeaanbod in de groep is er ruimte voor aanvullende activiteiten. Zo krijgen alle groepen 2x per jaar een culturele/ creatieve activiteit aangeboden door de SKVR en ook door de Westlandse Natuur- en Milieu-educatieve dienst. Verder bezoekt groep 8 bijvoorbeeld het gemeentehuis en de Tweede Kamer en groep 6 de veiling. Tevens hechten we waarde aan gezonde activiteiten. We doen mee met het project “Ik eet het beter” en iedere vrijdag is het “FRUITdag” op de Jozefschool. … waar een duidelijke zorgstructuur is De intern begeleider en de leerkracht hebben regelmatig overleg over alle leerlingen. Verder heeft de school een schoolondersteuningsteam, waar de gezinsspecialist, de schoolverpleegkundige, de schoolondersteuner vanuit het samenwerkingsverband, een medewerker van het wijkteam, de intern begeleider, de directie en de leerkracht vertegenwoordigd zijn. Wij overleggen een aantal keer per jaar over leerlingenzorg en willen er op deze manier voor zorgen dat we optimaal kunnen aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de ondersteuningsbehoeften van het team. … waar het gebruik van ICT belangrijk is In alle groepen wordt gebruik gemaakt van 65” touchscreens. We maken gebruik van methodesoftware en aanvullende programmatuur om het onderwijsaanbod te Pagina 5


ondersteunen en te verrijken. In elke groep kunnen de leerlingen aan een computer werken. Tevens werken zij volgens rooster aan de computers op ons nieuwe leerplein. Via de website van school kunnen leerlingen via verschillende links ook thuis geoefend kan worden met leerstof. 3. Kwaliteitsbeleid Net als alle andere scholen binnen de RVKO hanteren ook wij voor team, ouders en leerlingen het INK model. Aan de hand van enquêtes voor leerlingen, ouders en personeel meten wij hoe deze geledingen de kwaliteit van onze school ervaren. De bevindingen dienen mede als leidraad voor het opstellen van ons vier jarenplan. De resultaten van de kwaliteitsvragenlijsten worden door Van Beekveld & Terpstra verwerkt in een beleidsrijke rapportage en een ontwikkelsheet. Via website en nieuwsbrief worden de resultaten gecommuniceerd met de ouders. Met het personeel gebeurt dit tijdens de teamvergaderingen. Ook binnen de medezeggenschapsraad wordt dit punt geagendeerd. Binnen het bestuur is een monitor vastgesteld waar wij als school verantwoording afleggen over ons handelen en informatie geven over de opbrengsten van ons onderwijs. De kwaliteitseisen zijn vereniging breed vastgesteld, en beschreven in het directie vademecum. Deze betreffen zowel de kwaliteitseisen van de Inspectie van het Onderwijs als eigen bestuurlijke eisen. Minimaal twee maal per jaar vinden over de opbrengsten van de monitor gesprekken plaats tussen schooldirectie en bovenschools managers. 4. Organisatie structuur Voor de taakomschrijvingen van de directieleden, intern begeleider en leerkracht kunnen wij verwijzen naar de website van de RVKO (zie www.rvko.nl/intern). Praktisch gezien komt het erop neer, dat de adjunct-directeur met name verantwoordelijk is voor de onderwijskundige invulling en de zorgstructuur. De directeur draagt de verantwoordelijkheid voor de materiële, financiële en bouwkundige zaken. Personele zaken worden gezamenlijk opgepakt door de directie. De directie van de school overlegt wekelijks met elkaar omtrent de voortgang van alle interne en externe aangelegenheden. Een keer per maand schuiven ook de intern begeleiders aan bij dit overleg. De rol van opleidingscoördinator wordt ingevuld door de adjunct-directeur. Het onderwijzend personeel is vanzelfsprekend in eerste instantie verantwoordelijk voor de verzorging van het onderwijs in de hen toegewezen groep. Daarnaast geven zij invulling aan de in overleg met hen vastgestelde extra taken. Voor de concrete invulling hiervan verwijzen wij naar de jaarlijks op te stellen normjaartaak. Met de loonkostensubsidie voor ondersteunend personeel op basisscholen is een fulltime conciërge aangesteld. De conciërge kan onderhouds- en reparatiewerkzaamheden verrichten aan gebouwen, terreinen en inventaris. Daarnaast kan de conciërge kleine dagelijkse ondersteunende onderwijswerkzaamheden verrichten en werkzaamheden op het gebied van leerlingenzaken en administratieve zaken. De conciërge draagt bij aan een veilige school- en bewegingsomgeving voor de leerlingen. 5. Vergaderstructuur.

Pagina 6


6.

Financieel en materieel beleid  Vanuit de rijksoverheid wordt een Lumpsumvergoeding gegeven gerelateerd aan het leerlingaantal. Binnen de RVKO is er een verdeling van deze inkomsten gemaakt in een bestuursdeel, een deel voor personele inzet en personeelsbeleid (zie formatieplan) en een deel voor materieel beleid (zie eenjarige en meerjarig begroting). De financiële afdeling van de RVKO draagt zorg voor de bewaking van de budgetten, een juiste administratie en een inventarisoverzicht. Pagina 7




 

De (vrijwillige) ouderbijdragen worden beheerd door de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Jaarlijks is er een controle door een, tijdens de algemene vergadering van de MR te benoemen, kascontrolecommissie. De commissie stelt een verklaring van decharge op. Tijdens deze algemene vergadering wordt ook een financieel verslag over het afgelopen schooljaar gepresenteerd alsmede de begroting voor het nieuwe schooljaar. De school voert een terughoudend beleid t.a.v. de aanvaarding van materiële of geldelijke bijdragen. De school zal geen verplichtingen richting de leerlingen aanvaarden. Het gebouwbeheer is in handen van Multical.

7. Verwijzingen  Schoolgids  Het directievademecum van de RVKO op de website www.rvko.nl  Ontruimingsplan  Het zorgplan van het SVW  Begroting en Formatieplan  Het handboek van de Jozefschool met bijlagen over de regels en afspraken t.a.v. schriftelijk werk en de school- en klassenregels  Schoolanalyse volgens INK  Kerndoelen opgesteld door het ministerie  Toetskalender  Klassenmappen  Reglementen (G)MR  Werkdocumenten interne begeleiding HOOFDSTUK 2. AANNAMEBELEIDSPLAN. 1. 2. 3. 4.

Aanname nieuwe leerlingen Passend Onderwijs Inschrijvingsgegevens Overgangsmomenten

1. Aanname nieuwe leerlingen Belangstellende ouders die hun kind bij ons willen inschrijven worden in principe ontvangen door de directie voor een persoonlijk onderhoud en een rondleiding. De ouders krijgen uitleg over: de identiteit van de school, het pedagogische klimaat en ons onderwijs m.n. voor de relevante groep. Uiteraard kunnen ouders hun vragen kwijt. De ouders krijgen een rondleiding door de school en kunnen een kijkje nemen in de betreffende groep. Bij vertrek krijgen zij de schoolgids uitgereikt. Wanneer kinderen nog geen vier jaar zijn en een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf bezoeken, wordt aan de ouders toestemming gevraagd om contact met de betreffende peuterspeelzaal of kinderdagverblijf op te nemen. Dit om inzicht te krijgen betreffende de gezondheid, het gedrag, de zelfstandigheid en de taalvaardigheid van het kind, zodat we vanaf het begin in kunnen spelen op de specifieke behoeften. Wanneer kinderen op het moment van aanmelding al een andere basisschool bezoeken, vragen wij de ouders toestemming om contact met deze school te mogen opnemen. Pas wanneer daar alles naar behoren afgewikkeld is én wanneer er geen verwijzings- of verwijderingsprocedure loopt, kan de betreffende leerling worden

Pagina 8


ingeschreven. Aan de vorige school wordt om een uitschrijvingsbewijs en een onderwijskundig rapport/ digitaal overdrachtsdossier gevraagd. 2. Passend Onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht en daarmee de zogenaamde zorgplicht. De zorgplicht geldt formeel voor de schoolbesturen. Voorheen moesten ouder(s)/verzorger(s) (hierna te noemen ouders) zelf op zoek naar een passende onderwijsplek voor hun kind; nu ligt deze verantwoordelijkheid bij de schoolbesturen. Dit betekent dat scholen ervoor moeten zorgen, dat ieder kind dat op hun school zit, of zich bij hun school aanmeldt, een passende onderwijsplek krijgt binnen het samenwerkingsverband. In het Westland is dit het ‘Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland’, www.samenwerkingsverbandwestland.nl. Een meer uitgebreide beschrijving staat vermeld bij het zorgplan verder in dit document. 3. Inschrijvingsgegevens Bij inschrijving wordt een kopie van het paspoort of identiteitsbewijs van één der ouders gevraagd. Bij de inschrijving worden de door het ministerie vereiste gegevens ingevuld en het formulier ondertekend. Het te gebruiken formulier ligt op school ter inzage en de gegevens betreffen onder meer de NAW-gegevens van ouders en kind, de opleidingsgegevens van de ouders alsmede eventuele bijzonderheden m.b.t. medicijngebruik, allergieverschijnselen en dieetvoorschriften. 4. Overgangsmomenten In de schoolloopbaan van een leerling zijn een aantal overgangsmomenten te benoemen. De momenten die benoemd kunnen worden zijn: - Instroom van leerlingen o Vanuit de peuterspeelzaal of voorschoolse voorziening o Vanuit thuissituatie vanaf leerplichtige leeftijd o Tussentijdse instroom gedurende de schoolloopbaan in het PO  Van PO naar PO (zelfde onderwijssoort)  Van SO naar PO  Van SBO naar basisschool  Van basisschool naar SBO - Uitstroom/ doorstroom van leerlingen o Naar vervolgonderwijs aan het einde van het PO o Tussentijdse uitstroom gedurende de schoolloopbaan in het PO  Van PO naar PO (zelfde onderwijssoort)  Van PO naar SO  Van basisschool naar SBO  Van SBO naar basisschool De wijze waarop gehandeld wordt en de afspraken omtrent overdracht van gegevens en in- en uitschrijving zijn beschreven in het directie vademecum. HOOFDSTUK 3. ACTIVITEITENPLAN EN JAARDRAAIBOEK. 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Schooltijden Urenberekening met daarin het vakantierooster Richtlijn tijdsverdeling over de verschillende vakgebieden Overblijven Voor- en naschoolse opvang Toezicht houden Pagina 9


7. Werkweekbezetting 8. Afspraken Jaardraaiboek 9. Normjaartaak overzicht niet-lesgebonden taken 10.Jaarplanning 1. Schooltijden  De leerlingen van de Jozefschool ontvangen jaarlijks tenminste 940 uur les. Na acht schooljaren hebben de leerlingen dus het minimum aantal uren van 7520 onderwijs ontvangen. Per week ontvangen de leerlingen 25,5 lesuren. Hierdoor kunnen binnen het vakantierooster van de school en rekening houdend met de normjaartaak van de leerkrachten jaarlijks een aantal extra vrije dagen worden ingeroosterd, rekening houdend met het feit dat ten hoogste zeven weken van vier dagen naast de reguliere vakantie worden ingepland en dat er geen weken van drie dagen of minder worden gecreëerd.  Binnen ons model worden ongeveer 5 tot 10 extra lesgebonden uren ingeroosterd (marge indien er onverwachte lesuitval is). 2. Urenberekening met daarin het vakantierooster De berekening van het aantal lesgebonden uren heeft plaats gevonden volgens onderstaand schema. Voor een exacte indeling van dagen, tijden en uren verwijzen wij graag naar de overzichten van de normjaartaken en de schoolgids. groepen aantal lesuren per week lesuren p.wk. x 52 weken Eventuele bijtelling

1 t/m 8 25 1300 nvt 1300

uitgaven herfstvakantie

25

kerstvakantie

50

voorjaarsvakantie

25

pasen/meivakantie

50

hemelvaart pinksteren

10,50 5

zomervakantie

150

studiedagen

3,5

4 extra vrije dagen

20

339 aantal gewenste lesuren marge uren

961 1,50

3. Richtlijn tijdsverdeling over de verschillende vakgebieden De leerkrachten stellen hun groepsroosters op rekening houdend met onderstaande richtlijn m.b.t. de verdeling van de uren over de vakken.

Pagina 10


groepsverdeling

1-2

zintuiglijke oefening taalontwikkeling taal schrijven technisch lezen begr./ stud. lezen rekenen en wiskunde engels w.o., ict en verkeer expressieve vakken lich. oefening golev pauze uren per week

7,00 6,00 1,00

1,00

2,00 6,25 0,50 1,25 25,0 0

3

4

5

6

7

8

5,00 1,00 1,50 1,50 5,75

5,00 0,75 1,00 2,00 5,50

5,00 0,50

5,00 0,50

6,00

5,00 2,00 3,00 1,50 6,00

1,25 3,00 1,50 0,50 1,25 25,00

1,25 3,00 1,50 0,50 1,25 25,00

4,50 2,00 2,00 0,50 1,25 25,00

5,00 2,00 2,00 0,50 1,25 25,00

2,75 5,50 0,50 5,50 2,00 1,50 0,50 1,25 25,00

2,75 5,50 0,50 5,50 2,00 1,50 0,50 1,25 25,00

5,00 2,00 4,50

4. Overblijven De Jozefschool kent een zogenaamd continurooster. Alle leerlingen nemen hun lunchpakketje mee naar school. Dit wordt bewaard in een koelkast en rond het middaguur eten de leerlingen onder toezicht van hun eigen leerkracht het brood op. In de groepen 1 en 2 krijgen de leerkrachten hierbij assistentie van een werkgroep ouders. De ouders die in deze werkgroep participeren komen volgens een vastgesteld rooster helpen in deze groepen. De school berekent geen kosten voor dit overblijven en genereert dus ook geen inkomsten uit deze faciliteit. Na de lunch gaan de kinderen naar buiten en staan daar, bij toerbeurt, onder toezicht van de leerkrachten. De afspraken voor het overblijven zijn opgenomen in het handboek van de school. 5. Voor- en naschoolse opvang Gecombineerd met het continurooster is de mogelijkheid gecreëerd om leerlingen gebruik te laten maken van de zogenaamde voorschoolse opvang. Vanaf 07.30 uur kunnen leerlingen op school worden gebracht. Voor toezicht is dan gezorgd. De kosten voor deze voorschoolse opvang bedragen € 1,00 per keer vanaf 7.45 uur en € 1,50 vanaf 7.30 uur. Indien ouders gebruik willen maken van deze opvang kunnen zij contact opnemen met school. De school heeft er voor gekozen deze opvang in eigen beheer te organiseren. De gevraagde bijdragen zijn hier dan ook op afgestemd. Indien leerlingen gebruik maken van deze opvang, melden zij zich bij de conciërge. Deze administreert de aanwezigheid van de leerling. De school factureert een maal per maand de bedragen aan de ouders. Deze maken het te betalen bedrag over op de schoolrekening. De gelden worden onder meer gebruikt voor de aanschaf van extra leermiddelen. Leerlingen die gebruik maken van deze opvang gedragen zich conform de algemeen geaccepteerde schoolregels die ook staan vermeld in de schoolgids. Voor de naschoolse opvang dienen de ouders afspraken te maken met de in Hoek van Holland actieve instellingen die zich met deze opvang bezig houden. De instellingen die worden bedoeld zijn: BSO Kids Pleasure, Tasmanweg 180, 3151 PP, Hoek van Holland Telefoon: 0612673218 Het Kompas, Mercatorweg 50a, 3151 CJ, Hoek van Holland. Telefoon: 0174310015. www.sdhk.nl Satu, Strandweg 32, 3151HV, Hoek van Holland. Pagina 11


Telefoon: 0174388864. www.satu.nl Beregoed, Hoekse Hillweg 117, 3151 CB, Hoek van Holland. Telefoon: 0657780213, www.beregoedkinderdagverblijf.nl De kinderen worden in voorkomend geval opgehaald bij school en door de leiding van de BSO meegenomen naar de desbetreffende locaties. Vanaf het moment van overdracht ligt de verantwoordelijkheid bij de BSO. Bij de BSO gedragen de kinderen zich conform de door die instelling geformuleerde gedragsregels. Ouders kunnen hun kind(eren) weer op het afgesproken tijdstip ophalen. 6. Toezicht houden Speelplaatsbeurten zijn beschreven in het rooster pleinwacht dat in het bezit is van alle personeelsleden en ook op toegankelijke plaatsen in het gebouw is opgehangen. Bij de indeling van de pleinwacht wordt rekening gehouden met fulltimers en parttimers. De tijd wordt dus evenredig verdeeld. Ook in de normjaartaak wordt de tijd die gemoeid is met het toezicht doorberekend. 7. Bezetting kamp groep 8. Afspraken over deelname en vervanging tijdens de werkweek worden jaarlijks opnieuw vastgesteld. E.e.a. is afhankelijk van het feit of er ouders bereid gevonden kunnen worden om als begeleider mee te gaan. In ieder geval gaan de leerkrachten die verantwoordelijk zijn voor groep 8 mee en zij dragen ook de eindverantwoordelijkheid. Met dit kamp proberen wij niet alleen de cognitieve ontwikkeling, maar zeker ook de sociale ontwikkeling van de leerlingen te bevorderen. Het programma dat wordt samengesteld is hier dan ook op afgestemd. Het kamp wordt met een gezamenlijke maaltijd op school afgesloten. 8. Afspraken jaardraaiboek In de dataplanning van de normjaartaak staan alle activiteiten omschreven, die in de loop van het schooljaar plaatsvinden. Voor iedere activiteit is één teamlid (de coördinator) eindverantwoordelijk. De coördinator bereidt in overleg met de werkgroep de activiteit voor. Aan de werkgroep worden ook (klassen)ouders toegevoegd. M.i.v. het schooljaar 2015-2016 zal hier voor het eerst mee worden geëxperimenteerd. We willen hier mee bereiken dat de leerkrachten meer uren beschikbaar houden voor hun dagelijkse taak, nl. het geven van onderwijs. In de personeelskamer hangt een planbord waarop steeds, vijf weken vooruit, de activiteiten nogmaals vermeld worden en ieder hier dus tijdig op kan participeren. 9. Normjaartaak overzicht niet-lesgebonden taken Een normjaartaak overzicht van niet-lesgebonden taken, maar natuurlijk ook de lesgebonden taken, is voor ieder personeelslid opgesteld en beschikbaar op school. 10. Jaarplanning In de jaarplanner (zie standaardformulier RVKO normjaartaak) zijn de onderstaande zaken vastgelegd. Deze planning moet volgens de wet op het primair onderwijs volledig ingevuld zijn én uiterlijk de 1e schooldag bij teamleden en ouders bekend zijn. In de jaarplanning staan in ieder geval vermeld:  Volledig vakantierooster, inclusief extra vrije dagen en studiedag(en)  Volledig activiteitenprogramma voor de kinderen (denk aan: schoolreis, werkweek, Sint- en Kerstviering, kinderboekenweek, sportdag etc.)  Volledig activiteitenprogramma voor ouders (denk aan: algemene ouderavond, rapportmiddagen/avonden, uitlegavond vervolgonderwijs, musical groep 8, MR vergaderingen).  Vergaderrooster met studiedagen.

Pagina 12


HOOFDSTUK 4. PERSONEELSPLAN. 1. 2. 3. 4. 5. 6.

IPB beleid Taakbelasting, normjaartaak Begeleiden studenten Professionalisering teamleden De medezeggenschapsraad Arbo

1. IPB beleid AANDACHTSPUNTEN. Door middel van de IPB (Integraal Personeelsbeleid) cyclus volgen we ieders persoonlijke ontwikkeling in relatie tot de schoolontwikkelingen en gemaakte afspraken. De komende periode ligt de focus op de ontwikkelingen rond het geven van directe instructie (DIM) en het inzetten van coöperatieve leerstrategieën (CLs). Bij de onderbouw wordt eveneens het werken met "KIJK!” en het spelend leren (n.a.v. het implementatieproces) meegenomen. Hierbij worden de ervaringen rondom de collegiale consultaties ook besproken. Vanaf 2015 wordt de nieuwe competentielijst gebruikt. Dit alles om het gezamenlijk doel te bereiken dat we de leerlingen goed en passend onderwijs bieden, zodat “de kinderen kunnen uitgroeien tot levenskunstenaars” (strategisch beleidsplan RVKO). Het personeelsbeleid wordt uitgevoerd door de directie. De planning voor de consultaties en gesprekken wordt voorafgaand aan het schooljaar verspreid. Nog even de verschillende gesprekken op een rij. Gesprek n.a.v. het POP Het POP is een plan van aanpak voor een individuele medewerker om zich als professional te ontwikkelen in zijn werkzame leven en om competenties te verbeteren die nodig zijn om in een specifieke functie of taak succesvol te kunnen zijn. Na het opstellen van het POP wordt de leerkracht gevolgd aan de hand van klassenconsultaties en de IPB gesprekken. Voor het opstellen van een POP hanteren we het “POP formulier” van de RVKO. In het plan worden de volgende zaken beschreven: - De sterke punten en verbeterpunten; - de doelstellingen op korte en lange termijn; - de gewenste ondersteuning en scholing die nodig is om de doelstellingen te behalen. Een POP dient aan te sluiten bij realistische mogelijkheden en ambities van een ieder. De competentielijst van de RVKO geeft overzichtelijk aan wat er verwacht mag worden van de leraren in de schalen LA, LB en LC. Deze competentielijst wordt gebruikt ter ondersteuning van het opstellen van het POP. Een uitgewerkt POP wordt altijd ter intervisie voorgelegd aan één of meerdere (zelf gekozen) collega’s, waarna zo nodig aanpassing kan plaatsvinden. Daarna vindt het POP gesprek plaats met een directielid, dat hierin nadrukkelijk het schoolbelang meeweegt. Zo nodig wordt het POP aangepast, waarna vaststelling plaatsvindt. Actie: Het personeelslid schrijft het POP en legt dit ter intervisie voor aan een collega. Het POP wordt een week voor het gesprek gemaild aan de adjunct directeur. Indien het POP (na het gesprek) aangepast moet worden, wordt dit door het personeelslid gedaan. Het POP wordt ondertekend door het personeelslid. Ontwikkelingsgesprek Er wordt geen formulier gebruikt. Dit geeft het gesprek een informeel karakter. De ontwikkelpunten vanuit het POP worden gebruikt als richtlijn voor het gesprek. Voor informele gesprekken gelden de volgende uitgangspunten: - Informele gesprekken kunnen gevoerd worden door de direct leidinggevende (staflid) of door een directielid. - Aan een informeel gesprek kan een klassenconsultatie voorafgaan. Indien daartoe aanleiding is, kan een gespreksverslag gemaakt worden, waarin de Pagina 13


zienswijze van beide partijen wordt beschreven. Dit getekende gespreksverslag wordt toegevoegd aan het bekwaamheidsdossier. Het personeelslid zelf ontvangt een kopie. Actie: Het directielid/ IB plant het gesprek en de consultatie in. Functioneringsgesprek Functioneringsgesprekken worden bij voorkeur gevoerd door een directielid. Aan een functioneringsgesprek gaat altijd een klassenconsultatie vooraf. Voorafgaand aan het gesprek wordt vastgesteld of er specifieke gesprekspunten zijn. Het IPB formulier “Functioneringsgesprek” wordt gebruikt als richtlijn voor het gesprek. Dit formulier wordt, voorafgaand aan het gesprek, door het personeelslid zelf in concept ingevuld. Het is van groot belang dat m.n. de antwoorden op de vragen 11 en 12 goed worden beschreven, zodat afspraken en eventuele begeleiding en/of coaching goed zijn vastgelegd. De zienswijze van beide partijen wordt in het verslag beschreven. Daardoor zal ondertekening niet tot bezwaar leiden. Het getekende gespreksverslag wordt toegevoegd aan het bekwaamheidsdossier. Het personeelslid zelf ontvangt een kopie. Actie: Het personeelslid vult het gespreksformulier in concept in en mailt dit een week voor het gesprek naar het directielid, deze vult dit aan met gesprekspunten. Na het gesprek maakt het directielid het verslag van het gesprek compleet en mailt dit naar het personeelslid. Beide ondertekenen het verslag. Beoordelingsgesprek Voorafgaand aan een beoordelingsgesprek, dienen minimaal twee functioneringsgesprekken te zijn gevoerd. De aandachtspunten en de afspraken die blijken uit de verslagen van deze gesprekken, vormen belangrijke items in het beoordelingsgesprek. Een beoordelingsgesprek wordt altijd gevoerd door een directielid. Het betreft een eenzijdig gesprek waarin de leidinggevende beargumenteert hoe het personeelslid zijn taken heeft uitgevoerd. Aan een beoordelingsgesprek gaat altijd een klassenconsultatie vooraf. Het IPB-formulier “Beoordelingsgesprek” wordt gebruikt als richtlijn voor het gesprek. Het directielid vult na afloop van het gesprek het formulier in. Het is van groot belang dat bij het antwoord op vraag 10 een helder en eenduidig eindoordeel wordt geformuleerd ten aanzien van het functioneren. Het personeelslid geeft bij vraag 12 een reactie op het verslag. Deze reactie kan niet leiden tot het wijzigen van het oordeel, maar wel tot het plaatsen van een kanttekening bij het verslag. Een beoordelingsverslag kan voor akkoord of voor gezien getekend worden. Indien het verslag voor gezien wordt getekend, wordt de beoordeelde verzocht schriftelijk te motiveren waarom hij niet voor akkoord tekent. Het getekende gespreksverslag (inclusief de eventueel daaraan toegevoegde schriftelijke motivatie) wordt bewaard in het bekwaamheidsdossier. Het personeelslid zelf ontvangt een kopie. Actie: Het gesprekformulier wordt opgesteld door de directie. Het wordt door beide partijen ondertekend. IPB cyclus tijdelijk aangesteld personeel Voor tijdelijk aangesteld personeel geldt dat zij bij 8 en 14 weken een functioneringsgesprek krijgen. Na 20 weken volgt het beoordelingsgesprek. 2. Taakbelasting en normjaartaak. Vanaf 2015 heeft de school in overleg met het team en de MR gekozen voor het overlegmodel, dat binnen de CAO als mogelijkheid wordt benoemd. De taak van ieder teamlid is in eerste instantie het verzorgen van goed onderwijs. Ieder teamlid krijgt een vast aantal uren toebedeeld voor lesgevende, corrigerende en voorbereidende taken. Ook wordt voor ieder teamlid een aantal uren vastgesteld voor overlegsituaties, vergadertijd en verplichte avondbijeenkomsten. De normjaartaakplanning is het sluitstuk van de weektaak. Al naar gelang de persoonlijke situatie, de ambitie en werkomstandigheden van ieder individueel teamlid, worden er aan een persoon meer of minder taken toebedeeld. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen en capaciteiten van een teamlid, maar ook met een eerlijke Pagina 14


verdeling. In april/mei wordt met het team gesproken over de verdeling van de taken. Hierdoor komt een ieder op zijn of haar normjaartaak die verder afhankelijk is van de aanstellingsomvang en de mate waarin eventueel BAPO-, zwangerschaps- en ouderschapsverlof wordt opgenomen. Niet onvermeld mag blijven, dat de collega’s ook uren voor deskundigheidsbevordering krijgen toebedeeld. Afhankelijk van de ontwikkelingen binnen de IPB-cyclus kan het voorkomen dat de school verplichte nascholing kan opleggen aan een teamlid. 3. Begeleiding studenten De school staat open voor het opleiden van nieuwe collega’s en wij plaatsen in iedere groep waar dat mogelijk is een student of een Leraar In Opleiding (LIO). Voor de begeleiding van studenten is de mentor of coach de eerst aangewezen persoon. Daarnaast heeft op school ook iemand de taak van opleidingscoördinator. Dit teamlid is verantwoordelijk voor de ontvangst en de indeling van de studenten en de contacten met de Pabo. De coördinator bewaakt tevens het overzicht over het functioneren van de student en de relatie met de mentor of coach. Indien de situatie daarom vraagt, speelt hij/zij een rol in het onderlinge overleg. Behalve studenten van de opleiding tot leraar hebben wij ook stageplaatsen gereserveerd voor studenten van het MBO. Deze studenten worden voornamelijk geplaatst in de groepen 1/2. 4. Professionalisering teamleden. Wij vinden de ontwikkeling van teamleden erg belangrijk. In het POP van ieder teamlid wordt zijn/haar opleidingsplan besproken. Indien een zelf gekozen cursus of studie tevens een schoolbelang dient, worden de studie-uren opgenomen in de normjaartaak van het betreffende teamlid en kan de directie ervoor kiezen de opleidingskosten (deels) te vergoeden. Daarnaast worden, wanneer op uitdrukkelijk verzoek van de directie een studie of cursus wordt gevolgd, de studiekosten geheel vergoed. De school kiest n.a.v. het vierjarenplan een aantal ontwikkelingsthema’s die teambreed worden uitgevoerd. Voor concrete informatie: zie hoofdstuk 10. 5. De MR. De MR kan gevraagd en ongevraagd advies c.q. instemming geven over onderwerpen die in het RVKO reglement zijn vastgelegd. Er wordt minimaal zes maal per jaar vergaderd, maar indien nodig wordt er een extra vergadering uitgeschreven. De voorzitter leidt de vergaderingen. De secretaris zorgt in overleg met de voorzitter en zo nodig de directie voor het opstellen van een agenda en verzorgt de notulen en de post. Een directielid woont de vergaderingen ter advisering bij. MR-leden worden voor drie jaar gekozen. De voorzitter en de secretaris dragen zorg voor de verkiezingen volgens de voorschriften in het MR-reglement. De ouderbijdragen worden onder regie van de MR beheerd. De in- en uitgaven worden ieder jaar gecontroleerd door een kascontrolecommissie. Tijdens de jaarvergadering voor de ouders in september wordt verantwoording afgelegd middels het jaarverslag, het financieel overzicht en de begroting. De samenstelling van de MR per schooljaar 2015-2016 is als volgt: Oudergeleding: Mw. D. Vink, voorzitter Mw. N. Blomsma, secretaris Mw. M. Weiss, penningmeester

Personeelsgeleding: Mw. M. Burger, leerkracht Mw. C. Poot, leerkracht Mw. L. van Domburg, leerkracht

7. Implementatie van Vitaliteit en Duurzame inzetbaarheid. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 wordt het ziekteverzuimbeleid vervangen door het nieuwe vitaliteitsbeleid van de RVKO, dat gestoeld is op het optimaliseren van de Pagina 15


duurzame inzetbaarheid van het personeel. De duurzame inzetbaarheid wordt ingevoerd conform de nieuwe richtlijnen van de CAO. Binnen de format van de normjaartaak is hier al rekening mee gehouden. Er is op school een Arbobeleidsplan. Naar aanleiding van de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), die tenminste eens per vier jaar wordt afgenomen, wordt aan een groot aantal verplichtingen uit de Arbowetgeving invulling gegeven. Hieronder wordt per deelgebied van de Arbowetgeving ons beleid weergegeven. Verzuim Het ziekteverzuim wordt geregistreerd en behandeld door middel van het programma Youforce, conform de richtlijnen van het ziekteverzuimbeleid van de RVKO. Ongevallenregister Bij de verbandtrommel is een ongevallen registratieformulier aanwezig. De ingevulde formulieren worden gearchiveerd in een map bij de directie van de school. Veiligheid en gezondheid Conform de richtlijnen van de RVKO wordt er jaarlijks een jaarplan en een jaarverslag opgesteld door de Arbo coördinator van de Jozefschool. Alle uit te voeren werkzaamheden worden gedaan in samenspraak met de door de RVKO ingehuurde externe partner. De genoemde stukken liggen ter inzage op de school. Welzijn Het welzijn van de teamleden wordt gemonitord met behulp van het INK-model. Dit komt ook ter sprake tijdens formele en informele gesprekken. Agressie, geweld en seksuele intimidatie Aan school is een vertrouwenspersoon en een gezinsspecialist verbonden. Daarnaast kan men ook bij de vertrouwenspersoon van de RVKO terecht. Bedrijfshulpverlening De bedrijfshulpverlening is op school conform de richtlijnen geregeld. Er zijn meerdere BHV-ers aanwezig die jaarlijks worden bijgeschoold. Ontruimingsplan Er is een goedgekeurd ontruimingsplan. Het ontruimen wordt jaarlijks in de praktijk geoefend. HOOFDSTUK 5. VAKGEBIEDEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Doelstellingen Methoden en materialen Referentieniveaus taal en rekenen Opbrengstgericht werken Organisatie Relatie kerndoelen Beleidsvoornemens/borging

1. Doelstellingen: Voor een omschrijving van de doelstellingen kan in alle gevallen worden verwezen naar de handleidingen van de op school gebruikte methodes, maar zeker ook naar de kerndoelen en referentieniveaus. 2. Methoden en materialen: Hieronder volgt een overzicht van alle gebruikte materialen per vakgebied zoals omschreven in het kerndoelenoverzicht van het ministerie. Methoden en materialen Nederlandse taal De methoden en materialen die bij ons in gebruik zijn:  Taalverhaal Pagina 16


                      

Werkboeken Ajodakt i.v.m. huiswerk Veilig Leren Lezen, tweede maanversie Veilig in Stapjes voor extra begeleiding m.b.t. het lezen in groep 3, m.n. het AVI-lezen Speel- leesset van VLL in groep 3 Leesparade – voortgezet technisch lezen voor groep 4,5 en 6 Nieuwsbegrip voor de groepen 4 t.e.m. 8 Blits, studievaardigheden voor groep 6 t.e.m. 8 Pennenstreken voor kleuters tot en met groep 8 Spelplaats, ter aanvulling op VLL in groep 3 Pico Piccolo voor de groepen 1 t.e.m. 8 Diverse posters van Bas voor groep 1 en 2 Kleuterplein voor groep 1 en 2 Schatkist taal voor groep 1 en 2 als aanvulling op de thema’s Kinderklanken, een remediërend programma voor groep 1 en 2 Beginnende geletterdheid voor groep 1 en 2 Bibliotheekboeken op AVI-niveau Het project de Bieb op school via de gemeente Rotterdam Computerprogramma bij Taalverhaal Computerprogramma als hulpmiddel bij Veilig Leren Lezen Computerprogramma Flits, remediërend lezen voor 3 t.e.m. 8 Computerprogramma Ambrasoft voor groep 1 t.e.m 8 Computerprogramma Kleuterplein voor groep 1 en 2 Bas gaat digitaal

Methoden en materialen Engelse taal De methode die in groep 7 en 8 gebruikt wordt is Take it Easy. Methoden en materialen rekenen en wiskunde De materialen die bij ons in gebruik zijn:  Voorbereidend rekenmaterialen in de kleutergroepen  Schatkist rekenen 1 en 2 voor kleuters als aanvulling op de thema’s  Alles telt, de volledige methode  Bas telt mee voor de groepen 1 en 2  Aandacht voor rekenen, oefenmappen  Rekenrek met activiteiten als aanvulling op Alles telt  Rekenschakels – individuele leergang voor een aantal onderdelen  Maatwerk voor de remediëring van rekenproblemen  Speel- en rekenset voor groep 3  Extra oefenboekjes voor de groepen 6 t.e.m. 8  Kien voor de groepen 3 t.e.m. 8  Pico Piccolo voor de groepen 1 t.e.m. 8  Als kleuters leren tellen  Spectra pyramidespel  Diverse Stenvertblocs en Ajodact werkboeken om extra te oefenen  Computerprogramma Alles telt groep 3 t.e.m. 8  Computerprogramma Ambrasoft voor de groepen 1 t.e.m. 8  Computerprogramma Kleuterplein Methoden en materialen Oriëntatie op jezelf en de wereld. In de nieuw geformuleerde kerndoelen wordt geen echt onderscheid meer gemaakt in de diverse (traditionele) zaakvakken omdat meer nadruk is komen te liggen op betekenis en samenhang. Wij gebruiken voor deze vakken echter nog wel diverse te onderscheiden methodes. Voor aardrijkskunde zijn volgende materialen in gebruik  De methode Meander Pagina 17


 De Kleine Bosatlas Voor geschiedenis gebruiken wij de volgende materialen.  De methode Bij de Tijd  Computerprogramma behorend bij de methode. Voor het vakgebied natuur, waaronder biologie, hebben wij de volgende materialen in gebruik.  De methode Binnenstebuiten  Een leergang Natuur- en Milieueducatie opgesteld door de stichting WNME uit het Westland. Deze leergang houdt een speciale activiteit in voor de te onderscheiden groepen. Hierbij kan gedacht worden aan een bezoek aan de kinderboerderij, een bezoek aan de strandwacht, een natuurwandeling met opdrachten, een strandexcursie, e.d.  Computerprogramma groep 1 en 2 Bas kijkt verder Voor het vakgebieden maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting hebben wij geen aparte methodes in gebruik. Deze aspecten komen aan de orde binnen de vakgebieden aardrijkskunde en geschiedenis. Via een subsidie van de gemeente wordt voor groep 8 jaarlijks wel een project georganiseerd waarbij de leerlingen een bezoek brengen aan de Tweede Kamer, het stadhuis te Rotterdam en het gebiedskantoor van Hoek van Holland. De leerlingen verwerken tevens een lespakket. Ter gelegenheid van Prinsjesdag wordt de leskoffer “Prinsjesdag” aangeboden. Tenslotte kijken de leerlingen van de groepen 7 en 8 wekelijks naar het Schooltvweekjournaal. Voor het vakgebied geestelijke stromingen hebben wij de methode “Hemel en Aarde” in gebruik. Met deze methode bieden wij ook de catechese of godsdienstlessen aan. Daarnaast komen binnen de vakken aardrijkskunde en geschiedenis ook regelmatig onderwerpen uit dit vakgebied aan de orde. De districtscatecheet van de RVKO begeleidt het team op dit vakgebied. Voor het vakgebied bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer maken wij gebruik van de volgende materialen.  Wij maken gebruik van de methode Kinderen en hun sociale talenten.  De projecten uit de methode Hemel en Aarde.  Diverse ontwikkelingsmaterialen in de kleuterbouw  Map sociaal onhandig gedrag  De methode Klaar Over  De werkboekjes van het schoolverkeersexamen  Project via de deelgemeente met als onderwerpen vandalisme, alcohol en verslaving en tenslotte vuurwerk. Voor het vakgebied gezond gedrag hebben wij geen aparte methode. Binnen de methode Binnenstebuiten komt dit onderdeel wel uitgebreid aan de orde. Ook via het project vandalisme, alcohol en verslaving wordt veel informatie verstrekt aan de leerlingen. Verschillende groepen nemen deel aan het project “Ik eet het beter”. Via het CJG ontvangt groep 7 ook voorlichting. Methoden en materialen kunstzinnige oriëntatie. Onderstaand de materialen die bij ons in gebruik zijn voor dit domein.  Moet je doen van uitgeverij Thieme-Meulenhoff  De activiteiten georganiseerd door de SKVR.  Afsluitende musicals voor de groepen 2 en 8. Methoden en materialen bewegingsonderwijs. Onderstaand de materialen die bij ons in gebruik zijn voor dit domein.  Bronnenboeken Spel en Gymnastiek (C. Mooij)  Methode voor lichamelijke oefening (H. Groels)  Lichamelijke opvoeding op de nieuwe basisschool (F.Braam en R. Luis) Pagina 18


 Speelkriebels voor kleuters (V. Florquin)  Basislessen bewegingsonderwijs van W. v. Gelder.  Bewegingsonderwijs in het speellokaal  Reader Sportief Gemak.  Moet je doen.  Kleuterdans voor de groepen 1 en 2 Tevens maken wij gebruik van:  het zwemonderwijs via de gemeente Rotterdam.  De organisatie van een jaarlijkse (strand)sportdag (Koningsspelen). 3. Relatie kerndoelen: De methodes die op school worden gebruikt zijn door de uitgevers gescreend op de kerndoelen. Alle in gebruik zijnde methodes voldoen aan de hieronder vermelde kerndoelen. De kerndoelen voor het domein Nederlands zijn als volgt geformuleerd. Mondeling taalonderwijs 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. 7 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Taalbeschouwing, waaronder strategieën 10 De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. 11 De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen  regels voor het spellen van werkwoorden;  regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;  regels voor het gebruik van leestekens. 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.

Pagina 19


De kerndoelen voor het domein Engels zijn als volgt geformuleerd. 13 De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. 14 De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. 15 De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen. 16 De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. De kerndoelen 17 t/m 22 voor de Friese taal worden hier niet weergegeven. De kerndoelen voor het domein rekenen en wiskunde zijn als volgt geformuleerd. Wiskundig inzicht en handelen 23 De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. 24 De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25 De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. Getallen en bewerkingen 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 27 De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 28 De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. 29 De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 30 De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 31 De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken. Meten en meetkunde 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. De kerndoelen voor het domein oriëntatie op jezelf en de wereld zijn als volgt geformuleerd. Mens en samenleving 34 De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35 De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 36 De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger. 37 De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38 De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Natuur en techniek 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. Pagina 20


41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43 De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 46 De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen, zoals seizoenen en dag-/nachtritme. Ruimte 47 De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid worden/ werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. 48 Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/ werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. 49 De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. 50 De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Tijd 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52 De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. 53 De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis. De kerndoelen voor het domein kunstzinnige vorming zijn als volgt geformuleerd. 54 De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55 De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56 De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. De kerndoelen voor het domein bewegingsonderwijs zijn als volgt geformuleerd. 57 De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. 58 De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden. Pagina 21


4. Referentieniveaus taal en rekenen: Scholen zijn per 1 augustus 2010 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet referentieniveaus taal en rekenen. De volledige omschrijving van de referentieniveaus is te vinden op www.taalenrekenen.nl. 5. Opbrengstgericht werken: Ter ondersteuning van het opbrengstgerichte werken wordt voor iedere leerling vanaf groep 4, jaarlijks een ontwikkelingsperspectief uitgedraaid uit het LVS. Op basis van tussentijdse doelen en ijkpunten kan aan het einde van het leerjaar bezien worden of op individuele basis de opbrengsten voldoende zijn op basis van het te verwachten ontwikkelingsperspectief. Tevens vindt twee maal per jaar een evaluatie plaats of de opbrengsten op het niveau liggen, dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Door middel van monitorvergaderingen zullen we de analyses van de resultaten teambreed bespreken en een passend onderwijsaanbod hierop afstemmen. Zie voor aanvullende informatie hoofdstuk 10. 6. Organisatie: De leerstof wordt aangeboden vanuit een flexibel leerstofjaarklassen systeem met een planmatige aanpak in drie arrangementen. We werken vanuit een activerende didactiek volgens het directe instructiemodel aangevuld met de inzet van coöperatieve leerstrategieën. Direct instructiemodel (DIM) In een homogene groep werken we met 3 arrangementen (niveaus). In combinatiegroepen zijn dit twee niveaus per leerjaar, dus 4 arrangementen per groep. Binnen onze structuur leren kinderen zelfstandig te werken en samen te werken, zelf keuzes te maken en zelf oplossingen te bedenken. Gedurende het schooljaar 2013-2014 heeft het team scholing ontvangen om het directe instructiemodel (DIM) adequaat in te zetten. In elke groep gebruiken we touchscreens, waar we de verschillende stappen binnen het model kunnen weergeven en zichtbaar maken voor de leerlingen. Het directe instructiemodel is een model dat de volgende lesfasen doorloopt; Terugblik, presentatie, begeleide inoefening, zelfstandige verwerking en evaluatie. Door de stappen te volgen en beredeneerde keuzes te maken, wordt het doel van de les zichtbaar voor de kinderen en de actieve betrokkenheid en het leerrendement groter. Coöperatieve leerstrategieën (CLs) Coöperatieve leerstrategieën (CLs) zijn didactische structuren/ werkvormen die ervoor zorgen dat de interactie en het samenwerken gestructureerd verloopt. De werkvormen worden gebruikt om de sociale verbondenheid te vergroten, voorkennis op te halen, leerstof te oefenen, instructie interactief te maken of te evalueren. De CLs geven structuur in de samenwerking, waardoor de slaagkans van de samenwerking hoog is en ieder kind evenredig aan bod komt. Leerlingen leren elkaar helpen, taken verdelen en naar elkaar te luisteren. Het creëert sociale verbinding en brengt sociale relaties naar een persoonlijker niveau. Dit bevordert de veilige leeromgeving. Het verhoogt het zelfvertrouwen en het vertrouwen in elkaar. Door een juiste interactie wordt elke leerling ‘gedwongen’ actief deel te nemen, waardoor de betrokkenheid geoptimaliseerd wordt en de motivatie van de leerlingen vergroot. Wanneer je de strategieën inzet, verwoorden leerlingen steeds hun oplossing of aanpak. Dit levert verschillende inzichten op en maakt dat kinderen bewuster leren. Informatie wordt verwerkt en eigen gemaakt. Op deze wijze levert het hogere leerresultaten op. De leerkracht coacht het proces van deze samenwerking.

Pagina 22


7. Beleidsvoornemens/borging. In het kader van “Leren Loont” heeft de school beleidsvoornemens geformuleerd. Deze zijn als bijlagen toegevoegd bij dit schoolplan in hoofdstuk 10. Borging Nederlandse Taal Om de ontwikkelingen van de leerlingen te borgen hebben wij de volgende maatregelen getroffen:  Afnemen van de toets Taal voor Kleuters.  Screeningsinstrument Beginnende Geletterdheid voor kleuters.  Afname signaleringslijst dyslexieprotocol voor groep 1 en 2.  Verwerking van de vorderingen op leesgebied in groep 3 met behulp van het LVS behorend bij de methode Veilig Leren Lezen  Gebruik van het dyslexieprotocol voor de groepen 3 t.e.m. 8  Afname van de methodegebonden taaltoetsen en toetsen voor begrijpend lezen  Afname Citotoets Spelling voor groep 3 t.e.m. 8  Afname Citotoets Begrijpend Lezen voor groep 4 t.e.m. 8  Afname Cito DMT-toetsen voor groep 3 t.e.m. 8  Afname AVI-toetsen voor groep 3 t.e.m. 8  Afname Cito Entreetoets medio groep 7  Afname Cito Eindtoets medio groep 8  Bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zetten we de Cito “speciale leerlingen” in op het gebied van spelling en begrijpend lezen. Borging Engels taal De borging wordt gevonden in de observatie van de leerlingen tijdens de lessen en de afname van de methodegebonden toetsen. Borging Rekenen  Afname Citotoets Rekenen voor kleuters.  Afname methodegebonden toetsen voor de analyse van vorderingen op aangeboden leerstof  Afname Tempotoets voor individuele leerlingen (met een ontwikkelingsperspectief)  Afname Citotoetsen Rekenen en Wiskunde voor groep 3 t.e.m. 8  Afname Cito Entreetoets medio groep 7  Afname Cito Eindtoets groep 8 • Bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zetten we de Cito “speciale leerlingen” voor rekenen in. Borging Oriëntatie op de wereld en jezelf De borging voor aardrijkskunde wordt gevonden in:  de afname van de methodetoetsen van “Meander” vanaf halverwege groep 5.  de afname van de topografietoetsen behorend bij de methode.  de afname van de Cito Entreetoets medio groep 7  de afname van de Cito Eindtoets medio groep 8 De borging voor geschiedenis wordt gevonden in:  de afname van het door Cito genormeerde toetsboek bij “Bij de tijd” vanaf groep 5  de afname van de Cito Entreetoets medio groep 7  de afname van de Cito Eindtoets medio groep 8 De borging voor natuur en gezond gedrag wordt gevonden in:  de afname van de methodetoetsen van “Binnenstebuiten” vanaf groep 5  de afname van de Cito Entreetoets medio groep 7  de afname van de Cito Eindtoets medio groep 8 Pagina 23


De borging voor maatschappelijke verhoudingen waaronder staatsinrichting vindt op dezelfde wijze plaats als bij aardrijkskunde en geschiedenis. De borging voor het vakgebied geestelijke stromingen wordt gevonden in  De verwerking van de werkbladen van Hemel en aarde De borging voor het deelgebied sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer wordt gevonden in:  Registratie van observatiegegevens in de SCOL voor groep 3 t/m 8  Registratie van observatiegegevens per ontwikkelgebied in KIJK voor groep 1/2  Afname verkeersdiploma voor groep 7. Borging Kunstzinnige oriëntatie Voor deze vakken hebben wij geen borging, buiten de observaties van de leerkracht. Borging Bewegingsonderwijs Voor deze vakken hebben wij geen borging, behalve de observaties van de leerkracht. Aanvullende borging in groep 1/2 Voor kleuters gebruiken we het observatie en registratie systeem van KIJK. Binnen dit systeem worden de volgende ontwikkelgebieden gevolgd: Kleine motoriek, tekenontwikkeling, visuele waarneming, auditieve waarneming, mondelinge taalontwikkeling, beginnende geletterdheid, lichaamsoriëntatie, ruimtelijke oriëntatie, tijdsoriëntatie, beginnende gecijferdheid en logisch denken. HOOFDSTUK 6. VOORSCHOOLPLAN. In aansluiting op de stedelijke programma’s voor voor- en vroegschoolse educatie waarin met name verhoging van de kwaliteit van de VVE en deelname van doelgroepleerlingen leidend is, wordt op school op de volgende wijze uitwerking gegeven aan dit thema. 1. Gekozen Voorschoolprogramma N.a.v. een inspectiebezoek aan de collega’s van de Van Rijckevorselschool en Het Kompas hebben de scholen en centra voor kinderopvang een gezamenlijk VVE-plan opgesteld. Dit plan is als bijlage toegevoegd aan dit schoolplan. 2. Samenwerking met peuterspeelzaal Hoek van Holland kent een viertal centra voor kinderopvang. Hieronder volgt een korte schets van de vier centra voor meer informatie verwijzen wij graag naar de respectievelijke websites van de centra. Satu (www.satu.nl). Kinderdagverblijf Satu is een zelfstandig en kleinschalig kinderdagverblijf waar de persoonlijke benadering en de continuïteit in de opvang voorop staan. Wij willen de ouders en de kinderen een veilige en vertrouwde omgeving bieden. Wij vinden het belangrijk dat we werken in een team van vaste gediplomeerde pedagogisch medewerksters, waardoor uw kindje steeds dezelfde leidster krijgt. Er zijn bij Satu drie verticale groepen van 10/11 kinderen en bieden hele- en halve dagopvang voor kinderen van 0-4 jaar . De openingstijden van Satu zijn van 7.30 tot 18.00 uur. Zeebaboe (www.zeebaboe.nl). De Zeebaboe is in 1997 opgericht door Ada Montfoort en Catry Hamer. De naam van de Zeebaboe geeft de verbondenheid met ons dorp Hoek van Holland en de zee en de functie van het kinderdagverblijf weer. Een baboe is iemand die voor kinderen zorgt. Pagina 24


Zeebaboe is zelf een bestaand woord en komt uit de tijd dat de kinderen tijdens een lange reis over zee begeleid werden. Wij hebben een mooie vaste verblijfplaats, nl. onze accommodatie in OBS van Rijckevorsel, waardoor we gebruik kunnen maken van uitgebreide faciliteiten. De kinderen worden opgevangen in twee groepen, een babydreumesgroep en een peutergroep. Kleinschalige kinderopvang dus, waar uw kind(eren) verzorgd wordt door een professioneel en enthousiast team. Hele- en halve dagopvang zijn bij ons mogelijk. Het Kompas (http://sdhk.qsite.com). SDHK heeft ten doel: het bieden van opvang voor kinderen van nul tot zestien jaar zulks op verzoek van ouders, verzorgers, bedrijven en instellingen, waarbij aan de kinderen volledige ontplooiingsmogelijkheden worden geboden, onder leiding van door de stichting aangestelde personen en voorts het verrichten van al het geen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Het doel van SDHK is vastgelegd in statuten en een kopie is bij de secretaris op te vragen. Om onze doelstelling verder te optimaliseren zal de stichting haar werkgebied blijven vergroten met alles wat in haar vermogen ligt en duidelijk aansluit bij de behoefte van ouders/verzorgers en kinderen. Beregoed (www.beregoedkinderdagverblijf.nl). Beregoed kinderdagverblijf heeft twee prachtige locaties in Hoek van Holland. Zo is het kinderdagverblijf gevestigd aan de Prins Hendrikstraat 144d bij de grote waterspeeltuin. Een perfecte locatie middenin het centrum, met enorm veel uitdagende buitenruimte en een kinderboerderij om de hoek. Daarnaast is Beregoed gehuisvest in basisschool de Driemaster aan de Hoekse Hillweg 117. Bijzonder aan deze vestiging is dat er voor de peuters een extra uitdaging is met de kleuterklas in de buurt. Beide locaties bieden zowel binnen als buiten veel bewegingsruimte aan de kinderen. Het unieke aan het concept van Beregoed is de kleinschaligheid waardoor er een team van vaste medewerkers is met een persoonlijke benadering voor ouder en kind. De wensen van ouders en het belang van het kind staan bij Beregoed altijd centraal. De samenwerking en doorstroming Met de vier onafhankelijke samenwerkingspartners wordt een warm contact onderhouden. Tenminste een keer per jaar bezoekt de IB van de onderbouw de instellingen om met hen te spreken over de stand van zaken maar ook over leerlingen die vanuit de verschillende centra op de Jozefschool terecht zijn gekomen. Met geen van de instellingen zijn, op welke wijze dan ook, contractuele verplichtingen aangegaan of is sprake van inhoudelijke samenwerking. Dit geldt eigenlijk voor alle drie de basisscholen in Hoek van Holland. HOOFDSTUK 7. ZORGPLAN. 1. 2. 3. 4.

Passend onderwijs Doelstellingen van de school De inhoud en de organisatie van de zorgstructuur Het schoolondersteuningsprofiel

1. Passend Onderwijs Elk kind heeft recht op goed onderwijs! Met ingang van 1 augustus 2014 hebben alle scholen een zorgplicht. Dat betekent dat scholen er voor moeten zorgen dat elk kind een passende onderwijsplek krijgt, ook als duidelijk is dat er voor een kind extra ondersteuning nodig is. Veelal zal dit op de school zijn waar het kind al zit of aangemeld wordt (bij een nieuwe leerling). Kan de school zelf

Pagina 25


geen passende onderwijsplek bieden, dan wordt gekeken naar een andere school die de gewenste ondersteuning wel kan bieden. Dit kan ook een school voor speciaal basisonderwijs zijn. Om het bovenstaande mogelijk te maken gaan de basisscholen nauw samenwerken. Deze samenwerking vindt plaats in een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Wij zijn als school verbonden aan: het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland. Een belangrijk aspect ten aanzien van de invoering van passend onderwijs is het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Ouder(s)/verzorger(s) en de school zijn samen verantwoordelijk voor de randvoorwaarden waaronder een kind zich zo optimaal mogelijk op allerlei gebieden kan ontwikkelen. We noemen dat educatief partnerschap. Deze vorm van partnerschap, waarbij open en eerlijke communicatie van groot belang is, start bij de aanmelding en zal gedurende de gehele schoolloopbaan van groot belang zijn. Tijdens het verblijf van een kind op school en bij de overgang naar het voortgezet onderwijs, worden ouders/verzorgers nauw betrokken bij alle ontwikkelingen die voor/bij het kind van belang zijn. Het uitspreken van wederzijdse verwachtingen op basis van een transparante houding, waarbij rekening wordt gehouden met elkaars expertise ten aanzien van opvoeding en onderwijs, zal zorgen voor een betere samenwerking tussen ouder(s)/verzorger(s) en school. Samen is meer! Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Wanneer een leerling extra ondersteuning, die buiten de wettelijk omschreven basisondersteuning valt, nodig heeft in de groep spreek je van een leerling met specifieke onderwijsbehoeften. De ontwikkeling en passende begeleiding van deze leerling wordt besproken binnen het schoolondersteuningsteam (SOT) op school. Er wordt in kaart gebracht wat de belemmerende en protectieve factoren zijn. Dit wordt omschreven in een ontwikkelingsperspectief (OPP). In dit OPP worden ambitieuze, realistische doelen gesteld en het uitstroomprofiel wordt beschreven. Een OPP is voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en/of die een onderwijsaanbod hebben dat afwijkt van het reguliere aanbod. Dit betekent dat voor elke leerling die voor één (of meer van) de vier basisvaardigheden (rekenen, begrijpend lezen, spelling en technisch lezen) een individuele leerlijn volgt, een OPP opgesteld wordt. Specifieke onderwijsbehoeften en de daaruit volgende extra begeleiding die een leerling nodig heeft, zijn zichtbaar bij kinderen die een achterstand in hun ontwikkeling hebben, maar ook bij leerlingen met een ontwikkelvoorsprong. 2. Doelstellingen van de school Alle toetsresultaten worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem Parnassys. Deze resultaten worden door het team geanalyseerd. De leerkracht doet dit op groepsniveau en de IB en directie op schoolniveau (tevens afgezet tegen de landelijke normen). Onze aandachtspunten liggen op het uitvoeren van professioneel onderwijskundig beleid en het creëren van één lijn in de school. We zullen hiervoor aandacht houden voor transparantie in het beleid en een eenduidige professionele houding uitdragen binnen de directie en de IB. Dit schoolplan, de daarbij behorende meerjaren planning en het onlangs ontwikkelde handboek zal hieraan tegemoet komen. Doelstellingen voor de komende periode zijn onder andere: - Het borgen van het werken volgens een activerende didactiek (DIM). - Het implementeren van het inzetten van coöperatieve leerstrategieën (CLs) tijdens de verschillende lesfasen. - Het inzetten van monitorvergaderingen om de analyse van de opbrengsten eenduidig uit te kunnen voeren op schoolniveau en een passend aanbod in elke groep te creëren met als doel te zorgen voor stabiele opbrengsten. Een verdere uitwerking van deze doelstellingen staat in het vierjarenplan. Pagina 26


3. De inhoud en de organisatie van de zorgstructuur Interne begeleiding. Op de Jozefschool werken we volgens de handelingsgerichte uitgangspunten en hebben drie collega’s ambulante uren ten behoeve van de interne begeleiding. Zij dragen zorg voor het bewaken van de zorgstructuur in brede zin van het woord. Dit houdt in dat zij de leerkrachten begeleiden in hun ondersteuningsbehoeften en professionalisering. Tevens houden zij overzicht over de leerlingenzorg. Dit houdt in dat zij de ontwikkeling en zorg rond de leerlingen in de gaten houden. De intern begeleiders monitoren samen met de directie en het team de opbrengsten. De intern begeleiders coachen leerkrachten in het analyseren van de data en het plannen van een passend onderwijsaanbod. De intern begeleider gaat steeds uit van de eigen verantwoordelijkheid van de leerkracht voor zijn groep. Door middel van gerichte consultaties zijn er mogelijkheden voor open gesprekken en reflectie op het onderwijs. Groepsbespreking Tijdens de groepsbespreking met de IB staat vooral het handelen van de leerkracht centraal. Voorafgaand aan de groepsbespreking wordt het laatste groepsplan geëvalueerd en het groepsoverzicht geactualiseerd door de groepsleerkracht. Aanvullend vult de groepsleerkracht een groepsbesprekingsformulier in. Op deze wijze wordt de groepsbespreking effectief ingezet. Tijdens de bespreking wordt besproken in hoeverre gestelde doelen van de betreffende groepsplanperiode zijn bereikt. En in welke mate verbetering van het onderwijs is gerealiseerd. Aan de orde komt hoe de leerkracht de komende groepsplanperiode tegemoet gaat komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen. Daarbij worden de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht besproken en indien wenselijk begeleiding van de IB afgestemd. Groepsplannen Alle leerlingen worden opgenomen in didactische groepsplannen, zodat de leerkracht planmatig kan werken aan de ontwikkeling van de leerlingen. Deze groepsplannen omschrijven het aanbod in drie arrangementen (en in combinatiegroepen twee per leerjaar). Handelingsplannen Omdat de school heeft gekozen voor het werken met groepsplannen, betekent dit dat het groepsplan de kern vormt van de zorgstructuur. Uitgangspunt hierbij is dat het aantal individuele handelingsplannen beperkt blijft. Voor de leerling die echt buiten het groepsplan vallen wordt doorgaans een individueel handelingsplan opgesteld. De handelingsplannen zijn voor een periode van maximaal 3 maanden. De leerkrachten evalueren de plannen en maken een concept voor een nieuw handelingsplan. Dit concept wordt altijd met de intern begeleider besproken. Het handelingsplan wordt altijd besproken met ouders en dient door hen ondertekend te worden. Leerlingbespreking Het is mogelijk dat tijdens de groepsbespreking het besluit genomen wordt om een specifieke leerling te bespreken. Dit gebeurt tijdens een aparte leerlingbespreking. Meestal wordt dit besluit genomen als blijkt dat de leerkracht onvoldoende aan de onderwijsbehoeften van een bepaalde leerling tegemoet kunt komen. De focus tijdens deze bespreking ligt vooral op het vinden van een antwoord op de begeleidingsvraag van de leerkracht. Leerlingvolgsysteem. Om de kwaliteit van het geboden onderwijs te waarborgen beschikt de school over een leerlingvolgsysteem. Met behulp van de methodetoetsen en niet-methode gebonden toetsen (Cito) wordt de ontwikkeling van de leerlingen bewaakt. Voor de sociaal emotionele ontwikkeling gebruiken we signaleringslijsten van SCOL. Deze middelen worden ook gebruikt Pagina 27


om de ouders te informeren omtrent de voortgang in die ontwikkeling. Dit leerlingvolgsysteem start in groep 3 en loopt door tot de leerling de school verlaat. In groep 1 en 2 worden de ontwikkelingen geregistreerd aan de hand van de methode KIJK. Naar aanleiding van de resultaten van deze toetsen en signaleringslijsten wordt het onderwijsaanbod en de onderwijsbehoeften bepaald. Deze gegevens worden eveneens gebruikt bij de samenstelling van de rapporten. De resultaten worden twee keer per jaar besproken tussen de intern begeleider en de groepsleerkrachten. Ontwikkelingsperspectief De inspectie omschrijft dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich moeten ontwikkelen naar hun mogelijkheden. Wanneer, tijdens de schoolloopbaan, blijkt dat de leerling extra ondersteuning nodig heeft die buiten de basisondersteuning van de school valt, zal er een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld worden. Hierin wordt, naar aanleiding van de resultaten in het leerlingvolgsysteem, het uitstroomprofiel van de leerling bepaald. In dit document worden de onderwijsbehoeften, de daarbij behorende aanpak, de doelen en lesstofplanning omschreven. Door dit regelmatig te evalueren, zal de doorgaande ontwikkeling gewaarborgd blijven. Met een OPP maakt de school inzichtelijk voor alle betrokkenen, zoals de leerling, ouders en inspectie, welke (tussen)doelen ze nastreeft. Het OPP is daarmee niet bedoeld om de ontwikkeling van een leerling te volgen maar om het leerstofaanbod zodanig te plannen dat een leerling zich optimaal ontwikkelt. Ter ondersteuning van de begeleiding van specifieke onderwijsbehoeften en gedragsproblemen kunnen wij gebruik maken van de kennis en ervaring van o.a. de intern begeleiders, onze collega’s die zijn opgeleid tot gedragsspecialist en de schoolondersteuner. Vanuit de RVKO kunnen we een beroep doen op de werkgroepen KANS en TALENT. De werkgroep KANS zet zich in voor de begeleiding van leerkrachten en intern begeleiders voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en de werkgroep TALENT voor de leerlingen die meer uitdaging nodig hebben. Wanneer de school de extra ondersteuning niet kan bieden, wordt bepaald of dit met externe of aanvullende begeleiding of middelen gefaciliteerd kan worden vanuit het SWV. Dit wordt aangevraagd middels een arrangement. De ontwikkeling van de leerling en de mogelijkheden van de school zullen steeds geëvalueerd worden. Indien de school tegen de grenzen van haar kunnen aanloopt, wordt dit binnen het SOT aangegeven. De school en de schoolondersteuner kunnen in dit geval een dorpskernoverleg organiseren om te bepalen of een school in de nabije omgeving de extra ondersteuning kan bieden. Wanneer de mogelijkheden niet binnen het basisonderwijs liggen, zal er bepaald worden welke onderwijsplek passend is voor de leerling. De schoolondersteuner vanuit het samenwerkingsverband kan vanaf 2015-2016, in samenwerking met een collega, een toelaatbaarheidsverklaring afgeven. Deze verklaring (voorheen; beschikking voor indicatie) is nodig wanneer een plaats op het speciaal (basis) onderwijs de best passende plek is voor de leerling. Schoolondersteuningsteam (SOT) Indien er zorgen zijn om de ontwikkeling van een leerling op didactisch of sociaal emotioneel gebied wordt de leerling, vanuit de leerlingbespreking, door de IB ingebracht in het SOT. Het SOT bestaat uit de intern begeleider, een directielid, de leerkracht, de gezinsspecialist, de schoolondersteuner van het samenwerkingsverband, een vertegenwoordiger van CJG en het wijkteam. Indien gewenst sluiten ouders direct aan bij het overleg of wordt een aansluitend overleg gepland. Alle disciplines denken mee wat de best passende aanpak is voor de leerling, het gezin en de school.

Pagina 28


Zittenblijven of versnellen. De wet schrijft voor dat de school zorg moet dragen voor een ononderbroken ontwikkelingslijn voor de leerlingen. Toch kan het in voorkomende situaties beter zijn een leerling te laten doubleren. Hiertoe zal echter slechts in uiterste noodzaak en na uitvoerig overleg met de ouders worden besloten. Het percentage leerlingen dat blijft zitten varieert van een 0,5 tot 1%. Ook kan het voorkomen dat een leerling versneld doorstroomt naar een hogere groep. Ook dit gebeurt slechts na uitvoerig overleg. Werkgroep KANS Het doel van deze werkgroep KANS is de ondersteunende functie van de scholen voor SBO verder te ontwikkelen door de aanwezige expertise beschikbaar te stellen aan het reguliere basisonderwijs. De leden van de werkgroep begeleiden de intern begeleiders door gerichte professionaliseringsbijeenkomsten te organiseren, coaching op hulpvragen en eventueel aanvullend onderzoek. De werkgroep KANS heeft een uitgebreide orthotheek aangelegd met materialen die kunnen worden ingezet bij de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. KANS wordt door de RVKO gefaciliteerd en bekostigd uit eigen middelen. Werkgroep TALENT Deze werkgroep is een kennispunt waarbinnen collega’s van een aantal RVKO scholen samenwerkt ten behoeve van extra ondersteuning aan de begaafde en getalenteerde leerlingen. Deze scholen zijn verdeeld over de stad Rotterdam en de randgemeenten. Zij hebben ervaring met het onderwijs aan begaafde kinderen. Door samen te werken vergroten zij hun eigen deskundigheid en kunnen zij alle andere scholen van de RVKO ondersteunen. Hoogbegaafdheid Binnen het samenwerkingsverband Westland is een aanvullend initiatief gestart om binnen het Westland de leerlingen met (hoog)begaafde capaciteiten beter te kunnen begeleiden in hun specifieke onderwijsbehoeften. Doublure beleid De wet schrijft voor dat de school zorg moet dragen voor een ononderbroken ontwikkelingslijn voor de leerlingen. Toch kan het in voorkomende situaties beter zijn een leerling te laten doubleren. Hiertoe zal echter slechts worden besloten na uitvoerig overleg met de ouders. Op de Jozefschool wordt gewerkt met een zgn. doublureprotocol. Organisatie van de werkwijze tussen school en het samenwerkingsverband Westland Zorgplicht Uitgangspunt is dat de school (het schoolbestuur) waarop het kind zit of is aangemeld, eerst de mogelijkheden onderzoekt om het kind op deze school passend onderwijs te bieden. Als de school waar het kind op zit, of is aangemeld geen passend onderwijsaanbod kan realiseren, zal de school (het schoolbestuur) voor een goede, nieuwe, onderwijsplek moeten zorgen. Bij het vinden van een goede school zijn ouders heel belangrijk. Ouders met kinderen in de peuterleeftijd oriënteren zich op een eerste school. Soms gebeurt het dat een kind al op een basisschool zit en dat het voor het kind beter is als het naar een andere school gaat. Meestal gebeurt dit omdat de huidige school het kind niet kan bieden wat het nodig heeft. Het zoeken naar een nieuwe school kan ook het gevolg van een verhuizing zijn. In de wet passend onderwijs is opgenomen dat ouders hun kind schriftelijk bij de school van voorkeur aanmelden. De schriftelijke aanmelding betekent in de praktijk dat ouders een aanmeldformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit moet minimaal 10 weken voordat het kind 4 jaar wordt.

Pagina 29


Bij het zoeken naar een nieuwe of een andere school is het belangrijk dat de ouders aan de school alle informatie geven over hun kind. Zo kunnen de ouders met de school de eventueel extra onderwijsbehoeften van het kind bepalen en samen optrekken in het vinden van een passende school. Door in openheid informatie met elkaar te delen, is de kans het grootst dat een school gevonden wordt, die aansluit bij de onderwijsbehoeften van de leerling en de wensen van de ouders. Ook geven ouders aan op welke andere school / scholen zij hun kind eventueel hebben aangemeld. De school / het bestuur waar de leerling als eerste is aangemeld, heeft zorgplicht. Voordat de school overgaat tot de toelating van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden tussen wat de leerling nodig heeft en wat de school kan bieden. De school kent ook haar onmogelijkheden in het begeleiden van kinderen. Schoolondersteuningsprofiel Iedere school is wettelijk verplicht een schoolondersteuningsprofiel te maken. Dit profiel beschrijft welke onderwijsondersteuning de school wel en niet kan bieden. Als ouders vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, kunnen ze via het ondersteuningsprofiel alvast een beeld krijgen van wat een school kan bieden. Het schoolondersteuningsprofiel is in te zien op de website van de school en ligt ter inzage bij de directie van de school. Onderzoek Als de school twijfelt of ze de begeleiding kan bieden, worden de volgende stappen gezet: Informatie verzamelen  Schriftelijk informatie opvragen bij ouders/verzorgers en relevante instellingen. Ouders hebben informatieplicht.  De school neemt een beslissing over de toelating binnen 6 weken. Deze termijn kan eventueel verlengd worden met nog eens 4 weken. De wettelijke termijn om een passende plek voor een leerling te vinden, gaat in vanaf het moment dat de school de aanmelding heeft ontvangen. Dat is op de datum dat de ouders het aanmeldingsformulier hebben ingeleverd op school. De school kan dit bijvoorbeeld in een ontvangstbevestiging aangeven  Op grond van de informatie maakt de school een afweging wel of niet plaatsen. Afweging Als de school twijfelt kan een deskundige geconsulteerd worden of vindt een bespreking in het Zorgteam plaats. Er wordt onderzocht wat de leerling, de leerkracht en de ouders nodig hebben om de begeleiding te bieden. De school kan extra ondersteuning (een zogenaamd arrangement) inzetten om de begeleiding vorm te geven. De school stelt dan een ontwikkelingsperspectief op. Het kan voorkomen dat de school nog geen beslissing over plaatsing kan nemen en vindt dat onderzoek noodzakelijk is om de vragen die de school nog heeft te beantwoorden. Ouders wordt dan om toestemming gevraagd en worden geïnformeerd over de vragen die er nog zijn en worden uitgenodigd bij de bespreking in het Schoolondersteuningsteam. Termijn Als de periode van 6 weken na aanmelding door ouders is verstreken, krijgen ouders een brief waarin staat dat de termijn met 4 weken wordt verlengd, de reden wordt dan ook genoemd. Mocht de school na 10 weken nog niet tot een besluit tot plaatsing zijn gekomen dan schrijft de school tijdelijk in. Besluitvorming Op basis van de informatie en de eventuele onderzoeken wordt een besluit over toelating genomen. Dit besluit wordt in het Schoolondersteuningsteam genomen. Bij dit overleg Pagina 30


zijn verschillende disciplines aanwezig: de intern begeleider van de school, de leerkracht, de orthopedagoog, etc. Mogelijkheid 1: plaatsing is toch haalbaar zonder extra ondersteuning (school schrijft in) Mogelijkheid 2: plaatsing is haalbaar met extra ondersteuning. De school zet extra ondersteuning in. Mogelijkheid 3: plaatsing is niet haalbaar. Bij alle genoemde mogelijkheden worden ouders betrokken. Vervolg bij niet plaatsen Wanneer een kind niet kan worden aangenomen op de school die de eerste voorkeur heeft van de ouders, worden zij schriftelijk op de hoogte gesteld van deze afwijzing, voorzien van de argumentatie. Wanneer ouders het niet eens zijn met deze beslissing, zal er overleg plaatsvinden tussen hen en de school. De school kan in zo’n situatie (in samenwerking met de schoolondersteuner van het samenwerkingsverband) een zogenaamd dorpskernoverleg organiseren. Hierdoor wordt aan de andere scholen in dezelfde dorpskern gevraagd of zij niet alleen plaats maar ook het onderwijsaanbod hebben dat aansluit bij de onderwijsbehoeften van het kind. Als blijkt dat het regulier onderwijs geen passende plek kan bieden dan kan de school samen met schoolondersteuner van het Samenwerkingsverband kijken naar een plaatsing op het speciaal (basis) onderwijs. Als het gaat om een (tijdelijke) plaatsing binnen een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs, dan vraagt het bevoegd gezag van de school een toelaatbaarheidsverklaring aan (TLV). Wanneer ouders akkoord gaan met de andere school, zullen zij hun kind daar inschrijven. Pas dan gaat de zorgplicht over naar de nieuwe school. Wanneer ouders niet akkoord gaan met de andere school, kunnen zij bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag (bestuur) van de (eerste) school of de geschillencommissie om een oordeel vragen. Wanneer geldt de zorgplicht niet? De zorgplicht geldt niet als de school of de groep waar het kind wordt aangemeld vol is. Voorwaarde is dat de school een duidelijk en consistent aannamebeleid heeft en in haar schoolondersteuningsprofiel aangeeft wanneer de school daadwerkelijk vol is. In deze gevallen verdient het de voorkeur als de school bij haar schoolbestuur en/of bij het samenwerkingsverband meldt dat zij geen onderwijsplek aan een kind kan bieden en dat er - zo nodig - toch ondersteuning aan ouders geboden wordt om een passende onderwijsplek voor hun kind te vinden. Ook geldt de zorgplicht niet wanneer ouders de grondslag van de school weigeren te onderschrijven. Het gaat hier niet alleen om de religieuze grondslag of levensbeschouwelijke identiteit van de school, maar ook om de onderwijskundige grondslag. Tenslotte is de zorgplicht niet van toepassing bij aanmelding voor cluster 1 (visuele beperkingen) en cluster 2 instellingen (gehoor- en communicatieve beperkingen). Deze instellingen maken geen deel uit van het samenwerkingsverband passend onderwijs en hebben een eigen toelatingsprocedure. Wat als uw kind al op een school zit en er ontstaat zorg? Indien de school van uw kind zich zorgen maakt over de ontwikkeling van uw kind kan de school uw kind bespreken in het schoolondersteuningsteam (SOT). Dit gebeurt uiteraard na toestemming van de ouders. Het schoolondersteuningsteam bestaat meestal uit de intern begeleider van school, de leerkracht, de schoolondersteuner van het samenwerkingsverband en een vertegenwoordiger van CJG/ schoolmaatschappelijk werk. Voor meer informatie m.b.t. de wijze van werken van het SOT en de samenwerking met het samenwerkingsverband, verwijzen wij u naar de brochure “Uw kind en het samenwerkingsverband Westland”. (zie: www.samenwerkingsverbandwestland.nl, voor ouders, Ouderbrochure). In deze brochure vindt u de procedure die binnen ons

Pagina 31


samenwerkingsverband wordt gevolgd voor aanmelding bij een school voor speciaal (basis-)onderwijs. De gezinsspecialist (voorheen schoolmaatschappelijk werker) Het kan zijn dat het net niet lekker gaat met een kind op school of in de thuissituatie. Voorbeelden zijn; de schoolprestaties van het kind dalen onverwachts, het kind kan zich moeilijk concentreren, wordt gepest of is bang voor toetsen. Er kunnen tal van redenen zijn waarom een kind dit gedrag laat zien. Heel vaak gaat dit gedrag gewoon weer over, maar soms zijn er twijfels bij ouders of de school of het gedrag van het kind de ontwikkeling kan belemmeren in de toekomst. De school kan dan een gezinsspecialist inschakelen. De gezinsspecialist is werkzaam op school en de leerkrachten en ouder(s) kunnen hier om advies of kortdurende begeleiding vragen. Als de gezinsspecialist wordt ingeschakeld, vindt er een gesprek plaats met de ouder(s), de leerkracht en eventueel het kind zelf om te horen wat er aan de hand is. In ieder geval is de gezinsspecialist er altijd op gericht om goed aan te sluiten bij de vragen van ouders en school en kijkt zij vooral naar de mogelijkheden van het kind in wisselwerking met de ouders en de school. De gezinsspecialist is onderdeel van het schoolondersteuningsteam, zodat de begeleiding vlot en adequaat ingezet kan worden. Meer informatie vindt u op de website van de organisatie van de gezinsspecialist: www.minters.nl Wijkteam Hoek van Holland Sinds maart 2014 is er een wijkteam in Hoek van Holland. Zij bieden hulp en ondersteuning aan alle inwoners van Hoek van Holland van 0 tot 100. In het wijkteam zitten ook jeugd- en gezinscoaches die complexere vragen van ouders en kinderen kunnen oppakken. Zij werken samen met de scholen en nemen deel aan het SOT (schoolondersteuningsteam). De coaches zijn snel inzetbaar en werken laagdrempelig. De jeugd en gezinscoaches in het wijkteam: - kunnen advies geven over passende ondersteuning en hulpverlening aan gezinnen. - kunnen zelf kortdurende (max. 6 maanden) hulp, zorg en ondersteuning bieden in gezinnen. - kunnen doorverwijzen naar specialistische hulp, als dat nodig is. De jeugd- en gezinscoaches hebben samen een brede expertise op het gebied van opgroeien opvoedingsondersteuning, gezinscoaching, intensieve jeugdhulp, psychiatrie en verstandelijke beperking. Aanmelden bij het wijkteam kan via de gezinsspecialist van school (Debora Pinas), het CJG of de Vraagwijzer in het stadskantoor. Het Centrum voor Jeugd en Gezin De jeugdverpleegkundige en jeugdarts van het Centrum voor Jeugd en Gezin Hoek van Holland zien alle kinderen op school of op het CJG. De jeugdverpleegkundige is onderdeel van het schoolondersteuningsteam, zodat mogelijke hulpvragen adequaat beantwoord kunnen worden. De jeugdverpleegkundige op school Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is dé plek waar ouders, verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden, opgroeien en verzorging. Als u het nodig vindt, biedt het CJG u en uw kind (van -9 maanden tot 18 jaar) ook advies en ondersteuning. Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, pedagogen en andere deskundigen om samen met ouders gezond en veilig opvoeden en opgroeien mogelijk te maken. De jeugdverpleegkundige sluit aan bij het schoolondersteuningsteam van de school, zodat eventuele hulpvragen adequaat beantwoord kunnen worden. Ga voor meer informatie over het CJG, privacy of voor opvoedinformatie naar onze website www.cjghoekvanholland.nl. Pagina 32


Contacten met logopediste(n) en fysiotherapeut(en). Wanneer een kind in aanraking komt met een van de logopedisten of fysiotherapeuten uit Hoek van Holland zal er aan de ouders gevraagd worden of de informatie mag worden uitgewisseld met de school. Regelmatig maken de genoemde disciplines een afspraak met school om hun bevindingen door te praten. 4. Implementatie van het schoolondersteuningsprofiel Doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel vanuit het referentiekader Passend Onderwijs De doelstelling van het schoolondersteuningsprofiel is het vinden van antwoorden op drie kernvragen: 1. In welke mate is de school op dit moment in staat Passend Onderwijs te verzorgen. a. Voor welke kinderen is er al een passend aanbod? b. Voor welke kinderen hebben we een passend aanbod met behulp van externe partners? c. Voor welke kinderen kunnen of willen we geen passend aanbod realiseren? 2. In welke richting wil de school zich ontwikkelen? a. Welke expertise hebben we nu al in huis? b. Voor welke kinderen wordt in de komende periode een aanbod ontwikkeld wat er nu nog niet in voldoende mate is? 3. Hoe kan op het niveau van het SWV het profiel benut worden bij het gesprek over de inrichting van de bovenschoolse zorg en de verdeling van zorgmiddelen? Iedere school is wettelijk verplicht een schoolondersteuningsprofiel te maken. Dit profiel beschrijft welke onderwijsondersteuning de school wel en niet kan bieden. Als ouders vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, kunnen ze via het ondersteuningsprofiel alvast een beeld krijgen van wat een school kan bieden. Het schoolondersteuningsprofiel is in te zien op de website van de school en ligt ter inzage bij de directie van de school. Een samenvatting van het SOP vindt u hieronder. De Jozefschool situeert zichzelf als een netwerkschool/ smalle zorgschool, met de ambitie dit te versterken naar een smalle zorgschool in de komende jaren. Zij kan nu al voor veel leerlingen passend onderwijs verzorgen op grond van haar organisatie vanuit het planmatig werken in arrangementen binnen het leerstofjaarklassensysteem. De versterking van de mogelijkheden voor passend onderwijs komen met name vanuit ontwikkelingen rond opbrengsten handelingsgericht werken. De Jozefschool voldoet ruimschoots aan de basiszorg zoals aangegeven in de criteria van de onderwijsinspectie. Er is altijd ruimte voor verbetering, maar de analyse langs de indicatoren levert geen dringende verbeteronderwerpen op. Ondanks dit gegeven is er de komende tijd aandacht voor stabiliteit in de opbrengsten van het onderwijs. Op het gebied van de extra ondersteuning binnen de school worden er een aantal zaken benoemd voor de verschillende domeinen, waarbij de samenwerking met externe instanties positief gewaardeerd wordt. De school betreurt het dat zij haar eigen expertise door gebrek aan formatie niet optimaal kan benutten. Het daadwerkelijk handelingsgericht werken en afstemmen van je handelen als leerkracht op onderwijsbehoeften van leerlingen is in ontwikkeling. De school benoemt als aandachtspunten de invloed van de leerlingen op hun leerproces en het formuleren van SMART doelen voor langere en middellange termijn en het communiceren van de doelen met leerlingen en ouders. Grenzen aan de mogelijkheden in het kader van passend onderwijs ervaart De Jozefschool op een aantal omschreven punten in hoofdstuk 5, waarbij zij vooral grenzen benoemt voor de domeinen fysiek-medisch en sociaal-emotioneel. Bij fysiek-medisch zijn de grenzen vrij snel in zicht wanneer de onderwijsbehoeften complexer worden en minder opgevangen kan worden met extra ondersteuning. Bij gedrag worden grenzen bereikt door onveilige situaties of door het verdwijnen van de balans in de groep.

Pagina 33


De Jozefschool heeft voor de komende jaren de ambitie om zich verder te bekwamen in de versterking van het HGW om voor meer leerlingen passend onderwijs te kunnen organiseren. Op verschillende plaatsen in dit profiel is benoemd dat het team dit graag samen doet om meer te kunnen profiteren van elkaars inzichten en talenten. Het schoolondersteuningsprofiel zal volgens de cyclus van het schoolplan geëvalueerd en bijgesteld worden. HOOFDSTUK 8. BREDE SCHOOLPLAN. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Organogram van de Multifunctionele school. Beleidsplan ICT Voorschoolplan Ouderbetrokkenheid Nieuwe Brede School activiteiten ouders Nieuwe Brede School activiteiten leerlingen Voorschoolse, tussentijdse en naschoolse opvang

De Jozefschool is geen brede school. Daarom kunnen een aantal van de hierboven door de RVKO voorgestelde hoofdstukken niet ingevuld worden. 1. Organogram van de Multifunctionele school De Jozefschool is geen multifunctionele school. 2. Beleidsplan ICT Technische inrichting. De school beschikt over 42 computers. In elke groep staan twee computers die gebruikt kunnen worden door leerlingen en leerkracht. Een van deze twee computers is aangesloten op de medio 2010 aangeschafte touchscreens. Tijdens de verbouwing van de school in het schooljaar 2014-2015 is een leerplein gerealiseerd. De leerkracht kan met zijn groep naar dit leerplein, dat tevens is voorzien van een touchscreen, waar vervolgens de helft van de leerlingen aan de computers kan werken. De overige leerlingen kunnen dan (individuele) begeleiding of instructie ontvangen. Verder zijn nog zo’n 6 computers beschikbaar voor administratieve doeleinden. Informatievoorziening. Met betrekking tot de informatievoorziening richting personeel (maar ook ouders) wordt regelmatig gebruik gemaakt van het medium email. Alle leerkrachten hebben een eigen e-mailaccount dat niet alleen vanuit school, maar ook vanaf het thuisadres benaderd kan worden. De school kent een eigen website met bijbehorende app, www.jozefschoolhvh.nl, waar veel informatie kan worden teruggevonden. Ook worden daar foto’s van activiteiten geplaatst. Uit reacties van de ouders begrijpen wij dat deze informatiebron regelmatig wordt gebruikt. Administratief beheer. De leerlingadministratie, inclusief het leerlingvolgsysteem, wordt bijgehouden met behulp van het computerprogramma Parnassys. Door de leerkrachten worden ook de programma’s KIJK en SCOL gebruikt voor het registreren van de (sociaal emotionele) ontwikkelingen van de leerlingen. Scholing personeel. Het personeel van de school heeft scholing aangeboden gekregen in het werken met het administratiepakket Parnassys. Ook heeft scholing plaats gevonden in het gebruik van het digitale schoolbord. De specifieke software Gynzy is door de leerkrachten in gebruik Pagina 34


om de lessen voor te bereiden. Met dit pakket kunnen ook onderdelen uit van het directe instructiemodel zichtbaar worden gemaakt. Onderwijskundig pakket voor de leerlingen. Voor de inrichting van het onderwijs op digitaal terrein hebben we voor de leerlingen de volgende pakketten aangeschaft of klaar staan: - Computerprogramma Taalverhaal - Computerprogramma als hulpmiddel bij Veilig Leren Lezen - Computerprogramma Bloon in alle groepen voor het oefenen van spellingwoorden - Computerprogramma Flits, remediërend lezen voor 3 t.e.m. 8 - Computerprogramma Ambrasoft voor groep 1 t.e.m 8, ook voor leerlingen thuis te gebruiken - Computerprogramma Schatkist met de muis voor groep 1 en 2 - Computerprogramma Alles Telt - Het pakket Kleuterplein voor de groepen 1 en 2 - Het pakket Nieuwsbegrip van het CED voor begrijpend lezen - Computerprogramma Bos Atlas - Computerprogramma Bas - Computerprogramma Leskompas; kinderen kunnen ook thuis inloggen - Computerprogramma Microsoft Office 2013 - Alle leeren werkboeken kunnen via het digitale schoolbord worden weergegeven; we maken gebruik van methodes die web-based zijn BRON. De uitwisseling van de leerlinggegevens met het Ministerie verloopt via Bron. Deze gegevens worden o.a. gebruikt voor het regelen van de geldstromen. Digitale aanlevering gegevens aan de Inspectie van het Onderwijs. De uitwisseling van diverse gegevens met de Inspectie van het Onderwijs verloopt nagenoeg volledig digitaal. De school beschikt over twee leerkrachten die de tweejarige cursus coördinator ICT afgerond hebben. Met hen wordt gewerkt aan het opstellen van een beleidsplan ICT voor de Jozefschool. Zij verzorgen jaarlijks enkele werklunches voor het team. Hierin worden praktische zaken en de mogelijkheden van de gebruikte software behandeld. Zij bespreken enkele keren per jaar de ontwikkelingen van de ICT met de directie. Na de implementatie van de digitale touchscreens met bijbehorende software en het opstellen van een digitaal schoolrapport wordt nu gewerkt aan het in gebruik nemen van een zogenaamd ouderportaal. Binnen de medezeggenschapsraad is hier ook over gesproken en is als streefmoment het schooljaar 2015-2016 aangegeven. 3. Voorschoolplan Zie bijlage VVE-plan Hoek van Holland. Dit plan is opgesteld door de vier centra voor kinderopvang en de drie basisscholen in Hoek van Holland. 4. Ouderbetrokkenheid School en ouders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de schoolresultaten van een kind. Het contact met de ouders is voor ons dan ook een essentieel punt. Op een zo breed mogelijke wijze worden zij betrokken bij de dagelijkse gang van zaken op school maar ook bij de ontwikkeling van hun kind. Hieronder volgt een overzicht:  Tweewekelijks ontvangen de ouders via de leerlingen een nieuwsbrief met daarin alle relevante informatie van de afgelopen week en de komende weken.  De website van de school geeft informatie op diverse terreinen en is te bereiken via de link www.jozefschoolhvh.nl  Bij de organisatie van de verschillende activiteiten worden de ouders zo veel mogelijk betrokken. De school werkt met klassenouders die in voorkomend Pagina 35


geval assisteren bij het regelen van hulp voor de verschillende activiteiten. Voor het schooljaar 2015-2016 wordt er naar gestreefd om per grote activiteit ook een werkgroep ouders in te stellen die dan paraat kunnen staan ten tijde van de uitvoering.  Twee maal per jaar wordt een informatieavond voor de ouders georganiseerd. Op deze avonden worden relevante ontwikkelingen m.b.t. de school toegelicht. Soms wordt ook een thema-avond georganiseerd.  Tenminste twee maal per jaar worden de rapporten of de vorderingen van de leerlingen besproken. Met alle ouders wordt een afspraak gemaakt om over de ontwikkeling van hun kind te praten.  Twee maal per jaar wordt een kijkochtend georganiseerd. Tijdens deze ochtenden kunnen de ouders komen kijken naar het werk van hun kind(eren).  Indien ouders op genoemde contactmomenten niet in staat zijn om op school te komen, kunnen zij te allen tijde een afspraak maken om na schooltijd binnen te komen om te kijken of praten.  Indien de school onderzoek wil verrichten bij een leerling en/ of extra hulp wil bieden, gebeurt dit niet dan na overleg met en instemming van de ouders. De ouders ondertekenen hiertoe een toestemmingsverklaring. Algemeen kan gesteld worden dat de Jozefschool in vergelijking met de Rotterdamse scholen een redelijk grote mate van ouderbetrokkenheid meet. Bij rapportgesprekken wordt een bereik genoteerd van 100%. Ook deelname van ouders aan werkgroepen en activiteiten is groot te noemen. 5. Nieuwe Brede School activiteiten ouders De Jozefschool is vooralsnog geen brede school en kent in die hoedanigheid dan geen aanvullende activiteiten behoudens de hier boven benoemde contactmomenten. 6. Nieuwe Brede School activiteiten leerlingen De via Leren Loont omschreven activiteiten voor de jaren 2015-2018 lijken voor de Jozefschool vooralsnog weinig tot geen mogelijkheden te bieden. Wel kan de school via deze subsidieregeling beschikken over een gezinsspecialist en een conciërge. 7. Voorschoolse, tussentijdse en naschoolse opvang a. Opvang voor schooltijd. Vanaf 7.30 uur kunnen ouders hun kind(eren) afleveren op school. In eigen beheer is de VSO georganiseerd. Afhankelijk van het tijdstip waarop de ouders hun kind naar school brengen wordt er een bedrag doorberekend aan de ouders. Het toezicht wordt verricht door het OOP, studenten van de opleiding tot klassen assistent en het onderwijzend personeel. b. Daar de school werkt met een zogenaamd continurooster blijven alle leerlingen over. De leerlingen eten onder toezicht van de groepsleerkracht hun lunchpakket op en gaan daarna naar buiten. De pleinwacht op het schoolplein wordt volgens een vastgesteld rooster verzorgd door de personeelsleden. Deze inzet wordt doorberekend in de zogenaamde normjaartaak. c. Opvang na schooltijd. Voor de naschoolse opvang kunnen de ouders voor hun kinderen terecht bij vier instellingen die ook al genoemd zijn onder hoofdstuk 3, deel 5: De kinderen worden in voorkomend geval opgehaald bij school en door de leiding van de NSO meegenomen naar de desbetreffende locaties.

Pagina 36


HOOFDSTUK 9. Gedragsprotocol 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Achtergrond en doelstellingen Het gedragsprotocol Ongewenst gedrag Schorsen en verwijderen Internet op school Klachtenregeling Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en SISA Informatieplicht gescheiden ouders Protocol medische handelingen en medicijngebruik

1. Achtergrond en doelstellingen Zoals we in onze visie op onderwijs aangeven, vinden we het heel belangrijk om op school een pedagogisch klimaat te scheppen waarin kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen en waarin teamleden, ouders en kinderen respectvol met elkaar omgaan. Dit willen we onder meer bereiken door duidelijke regels en afspraken en een transparant beleid ten aanzien van ongewenst gedrag. 2. Het gedragsprotocol Gebruikmakend van het kader gedragscode ongewenst gedrag van de Algemene Vereniging voor Schoolleiders zijn wij gekomen tot de gedragscode voor de Jozefschool te Hoek van Holland. Voor wie: De gedragscode is bestemd voor:  Personeel, ouders/ verzorgers en leerlingen van de school  Andere personen die in opdracht van de school werkzaam zijn, zoals gastdocenten, vrijwilligers, stagiaires en uitzendkrachten  Ouders/ verzorgers die ondersteunende werkzaamheden verrichten  Externen zoals bijvoorbeeld schilders of medewerkers van de schoolbegeleidingsdienst die tijdelijk op school werkzaam zijn.  Bezoekers van de school. De school moet vooral een veilige school zijn, waar geen plaats is voor (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, discriminatie, vandalisme of diefstal. Van ieder die bij de school betrokken is, wordt verwacht dat hij of zij respect heeft voor de ander en diens eigendommen. Ook moet zorgvuldig worden omgegaan met de omgeving van de school. Op onze school vormen zes gedragsregels de basis voor de omgangsvormen die binnen de school en de directe omgeving van toepassing zijn. Deze gedragscode hangt duidelijk zichtbaar in de lokalen en wordt met de leerlingen besproken. De gedragscode bevat regels die zijn gericht op:  Blijvende en structurele verandering van het omgaan met gewenst en ongewenst gedrag  Handhaven van schoolgemeenschapregels  Krachtig bevorderen van een goede werkhouding. De kracht van de code ligt in de eenvoud van de regels. Ze zijn duidelijk, kort, spreken voor zich en gelden voor iedereen. Dat schept niet alleen duidelijkheid voor de kinderen, maar ook de volwassenen weten welke regels gelden en op welke manier ze worden gehandhaafd. De regels in woord en geschrift zijn:  Wij luisteren naar elkaar en gebruiken nette taal  Wij zijn aardig voor elkaar  Wij werken samen en helpen elkaar Pagina 37


  

Wij zijn zuinig op alle spullen Wij zijn rustig in de school Wij doen ons best

Wat we verwachten van leerlingen: - Leerlingen gaan op een vriendelijke en respectvolle manier met elkaar om. - Leerlingen lossen onderlinge problemen samen op zonder verbaal of fysiek geweld en waar nodig ondersteund door een teamlid. - Leerlingen discrimineren niet, sluiten niemand buiten. - Leerlingen schelden en vloeken niet. - Leerlingen pesten en treiteren niet. - Leerlingen zijn gezamenlijk, met elkaar en met de leerkracht, verantwoordelijk voor een prettige, veilige en open sfeer in de klas waarin ieder kind zichzelf kan zijn. - Leerlingen tonen respect voor iedere leerkracht en accepteren het gezag en de autoriteit van iedere leerkracht. - Leerlingen zijn eerlijk tegen leerkrachten. - Leerlingen tonen respect voor ouders, bijvoorbeeld door beleefdheid. - Leerlingen behandelen spullen van henzelf, van anderen en van de school met zorg. - Leerlingen nemen niet onnodig kostbare spullen mee naar school. - Leerlingen stelen niet en brengen spullen die zij binnen de school of rondom de school hebben gevonden naar de leerkracht. Wat we verwachten van ouders/ verzorgers: - Ouders/ verzorgers dragen er zorg voor dat hun kinderen op tijd op school zijn en voldoende eten en drinken bij zich hebben. - Ouders/ verzorgers zorgen ervoor dat hun kinderen gepaste kleding dragen. - Ouders/ verzorgers tonen interesse en zijn actief betrokken bij het wel en wee van hun kind op school. Dit uit zich in het bezoeken van ouderavonden, hun zoon of dochter te stimuleren bij het maken van huiswerk en contact te onderhouden met de groepsleerkracht. - Ouders/ verzorgers tonen respect voor andere ouders/ verzorgers, teamleden en kinderen. - Ouders/ verzorgers discrimineren niet. - Ouders/ verzorgers mengen zich niet persoonlijk in een conflict dat hun kind op school heeft met een ander kind, maar kaarten hun zorg aan bij de leerkracht. - Ouders zijn bereid samen met de leerkracht te zoeken naar en te werken aan oplossingen voor problemen van hun kind op school. - Ouders bespreken vragen en problemen zoveel mogelijk direct met de betrokken leerkracht, eventueel samen met de intern begeleider of een directielid. Wat we verwachten van teamleden: - Teamleden tonen respect voor de kinderen, bijvoorbeeld door vragen, opmerkingen en problemen van kinderen serieus te nemen. - Teamleden zorgen dat de school- en groepsregels duidelijk zijn voor kinderen, bijvoorbeeld door de abstractere regels voor hen in concreet gedrag te vertalen. Zij geven duidelijk aan wat zij van kinderen verwachten en leren kinderen hoe zij zich aan de regels en afspraken kunnen houden, bijvoorbeeld door met hen in gesprek te gaan wanneer regels worden overtreden. - Teamleden discrimineren niet. - Teamleden geven zelf het goede voorbeeld in hun omgang met elkaar, ouders/ verzorgers en kinderen. - Teamleden zijn samen met de kinderen verantwoordelijk voor een prettige, veilige en open sfeer in de klas. - Teamleden dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen op school en voor alle kinderen die de school bezoeken. Pagina 38


- Teamleden tonen respect voor ouders/ verzorgers en erkennen dat zij de eerstverantwoordelijken zijn voor de opvoeding van hun kind. - Teamleden nemen ouders/ verzorgers serieus wanneer deze een vraag of probleem met betrekking tot hun kind op school aankaarten. - Teamleden zijn altijd bereid om samen met ouders/ verzorgers te zoeken naar en te werken aan een oplossing voor problemen van kinderen op school. - Teamleden zijn bereid hierin ook kritisch naar het eigen handelen te kijken. - Teamleden houden ouders/ verzorgers zo goed mogelijk op de hoogte van alle ontwikkelingen die hun kind op school doormaakt. Door de acceptatie van de gedragscode onderschrijven de ouders de inhoud van deze code en geven zij aan dat zij dienovereenkomstig zullen handelen en hun kind ook optimaal zullen wijzen op datgene wat van hem/ haar mag worden verwacht. Preventief beleid Deze gedragscode is bedoeld als een vorm van preventief beleid. Preventie inzake seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie als onderdeel van de totale leerlingenzorg en het personeelsbeleid, dat zichtbaar is in:  Voldoende kenbaar maken van deze code via bv. schoolgids en ouderavonden.  Toezicht houden op de naleving van de gedragscode.  Adequate voorlichting geven over het beleid en de risico's van ongewenst gedrag binnen de school  Scholing van professionals binnen de school. 3. Ongewenst gedrag Ongewenst gedrag kan in gradatie variëren van bijvoorbeeld ruzie op het schoolplein tot het vernielen van materiaal, van het eten van kauwgom in de klas tot structureel pesten van anderen. We onderscheiden de volgende categorieën van ongewenst gedrag:     

Incidentele overtredingen Aaneenschakeling van incidentele overtredingen of ernstiger misdragingen Voortduring van overtredingen als onder 1 en 2 of ernstiger misdragingen Structureel onaangepast gedrag Structureel onaangepast gedrag waar de school geen invloed meer op kan uitoefenen

1. Incidentele overtredingen Bijvoorbeeld: Les verstorend gedrag, ongehoorzaamheid, onbeleefdheid, onzorgvuldig omgaan met materiaal, schelden binnen proportie (in een opwelling/ vanuit emotie) fysiek geweld binnen proportie (een klap of duw tijdens een ruzie), stiekem gedrag, onveilig gedrag (zoals weglopen uit de rij). Wanneer er sprake is van kleine en/of incidentele overtredingen van de regels neemt de groepsleerkracht zelf passende maatregelen om het gedrag van de leerling zodanig te corrigeren dat het ongewenste gedrag binnen afzienbare tijd afneemt en/ of verdwijnt. Eventuele straf wordt altijd mede bepaald door de leeftijd van het kind en de aard van de overtreding. 2. Aaneenschakeling van incidentele of ernstiger misdragingen Bijvoorbeeld: Herhaaldelijk overtredingen als onder 1, moedwillig schade aanbrengen aan materiaal, pestgedrag, brutaliteit, bewust lesverstorend gedrag, schelden (met regelmaat/ in ernstige mate), liegen. Wanneer er sprake is van ernstiger misdragingen of van een aaneenschakeling van incidenten worden ouders ALTIJD op de hoogte gebracht: schriftelijk, telefonisch of in een gesprek. Notitie wordt gemaakt in het LVS onder de noemer gedrag.

Pagina 39


De leerling kan voor een time-out periode in de groep van een collega geplaatst worden. Indien nodig kan de leerling worden uitgesloten van een groepsactiviteit zoals zwemmen, gym of buitenspel. De leerkracht gaat in gesprek met de leerling met als doel tot gedragsverandering te komen. De leerkracht kan met de intern begeleider en de ouders overleggen over een goede aanpak van het ongewenste gedrag. 3. Voortduring van overtredingen als onder 1 en 2 of ernstiger misdragingen Bijvoorbeeld: Aanhouden van overtredingen als onder 1 en 2, discriminatie, fysiek geweld naar volwassenen, buitenproportioneel fysiek geweld t.o.v. kinderen, intimidatie of bedreiging, stelen. Wanneer er sprake is van ernstige misdragingen of de aanpak onvoldoende effect heeft op het gedrag voert de leerkracht altijd overleg met de intern begeleider en wordt de directie op de hoogte gesteld van de problemen. Ouders worden ALTIJD door de groepsleerkracht in een gesprek op de hoogte gebracht. Notitie wordt gemaakt in het LVS (dossiervorming). De leerling kan voor een bepaalde tijd (dagdeel, dag) in de groep van een collega geplaatst worden of kan worden uitgesloten van een bijzondere activiteit zoals schoolreis, kerstviering. Leerkracht gaat in gesprek met de leerling om tot gedragsverandering te komen. In overleg met ouders wordt de gezinsspecialist ingeschakeld en wordt de leerling ingebracht in het overleg van het schoolondersteuningsteam (SOT). 4. Structureel onaangepast gedrag Voortduring van de onder 1 en 2 genoemde overtredingen of herhaling/ voortduring van de onder 3 genoemde ernstiger misdragingen. Wanneer er sprake blijft van structureel en ernstig ongewenst gedrag, ook na alle hulpmaatregelen die in eerdere stadia zijn genomen, wordt overleg gevoerd met de intern begeleider en de directie over de mogelijkheden die ons resten en de externe hulp die nog kan worden ingeschakeld. De leerling kan in overleg met de directie voor langere tijd in een parallelgroep geplaatst worden of voor bepaalde tijd uitgesloten worden van bepaalde activiteiten. In een gesprek met de ouders vertelt de directie aan de ouders dat de grenzen van de mogelijkheden van de school in zicht komen. De leerling kan voor zijn gedrag geschorst worden. 5. Structureel onaangepast gedrag waar de school geen invloed op kan uitoefenen Bij structureel onaangepast gedrag waar door de school geen of onvoldoende invloed (meer) op uitgeoefend kan worden om gedragsverandering te bewerkstelligen, zijn de grenzen van de school bereikt. Volgens de richtlijnen van het directievademecum van de RVKO wordt een verwijderingprocedure gestart. Ouders/ verzorgers en directie voeren gesprekken over overbruggingsmaatregelen, voor de periode waarin nog geen nieuwe school voor de leerling is gevonden. 4. Schorsen en verwijderen In het directievademecum van de RVKO staat nauwkeurig omschreven, hoe er gehandeld moet worden bij eventuele schorsingen of verwijderingen. Deze informatie is voor ouders/ verzorgers ook terug te vinden in de schoolgids. 5. Internet op school De kinderen van onze school kunnen gebruik maken van internet. Wij maken hiervoor gebruik van Netwijs. Netwijs heeft een eigen Nederlandstalige zoekmachine die kinderen in principe leidt naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Waarom internet? Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te Pagina 40


zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan in de toekomst door kinderen ook via Internet benaderd worden. Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal afspraken gemaakt: · Geef nooit persoonlijke informatie door op internet, zoals namen, adressen en telefoonnummers, zonder toestemming van de leerkracht. · Vertel het de leerkracht meteen als je informatie tegenkomt waardoor jij je niet prettig voelt of waarvan je weet dat het niet hoort. Houd jij je aan de afspraken, dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. · Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van de leerkracht. · Verstuur bij e-mail berichten nooit foto's van jezelf of van anderen zonder toestemming van de leerkracht. · Beantwoord nooit e-mail waarbij jij je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat het niet hoort. Het is niet jouw schuld dat je zulke berichten krijgt. · Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet. · Spreek van tevoren met de leerkracht af wat je op internet wilt gaan doen. Afspraken met de leerkrachten · Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. · Sites die wij kinderen willen laten gebruiken worden eerst door de leerkracht bekeken. · Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. · Er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. · De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld. · Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. · Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. · Namen in combinatie met foto's van kinderen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto's wordt eerst toestemming gevraagd. · Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken. 6. Klachtenregeling Indien kinderen of ouders vragen en opmerkingen hebben of ontevreden zijn over het een of ander, kunnen zij dit bespreken met de groepsleerkracht of één van de directieleden. Teamleden kunnen bij een staf- of directielid terecht. Indien een probleem niet onderling opgelost kan worden, heeft eenieder het recht om een klacht in te dienen bij één van de vertrouwenspersonen van de RVKO. De procedure hiertoe staat exact omschreven in het document klachtenregeling RVKO voor het primair onderwijs dat is opgeborgen in het directievademecum van de RVKO. Deze informatie is voor ouders ook terug te vinden in de schoolgids. 7. Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en SISA De Rotterdamse Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en het werken met SISA is van kracht voor alle RVKO scholen. Volgens vastgestelde protocollen en rekening houdend met de privacy en veiligheid van de kinderen op school wordt hier uitvoering aan gegeven. Meer informatie is te vinden in het directie vademecum op de website van de RVKO.

Pagina 41


8. Informatieplicht gescheiden ouders Er zijn kinderen bij ons op school, waarvan de ouders niet bij elkaar leven. Wij vinden het belangrijk om beide ouders goed te informeren over de ontwikkeling van hun kind of kinderen. Het schoolbestuur heeft hiertoe onderstaand protocol vastgesteld. Informatieplicht ouders. Voor een juiste en zuivere toepassing van de regels en richtlijnen van dit protocol is het van belang dat ouders de school op de hoogte stellen indien er wijzigingen zijn met betrekking tot hun Burgerlijke Staat. Indien als gevolg van een scheiding de situatie ontstaat dat één of beide ouders niet meer belast is met het ouderlijk gezag, dan is de andere ouder/verzorger verplicht om afschriften van de officiële stukken waarin dit is vastgelegd, waaronder bepalingen ten aanzien van het ouderlijke gezag, bezoekrecht en dergelijke, te overhandigen aan de school. De betreffende stukken zullen in het leerlingendossier worden bewaard. Uiteraard zal hierbij uiterste zorgvuldigheid worden betracht. Mocht de betreffende ouder dit nalaten, dan zal de school niet gehouden kunnen worden aan een correcte uitvoering van het onderhavige protocol. Informatieplicht school. Op de school rust een informatieplicht aan beide ouders die het ouderlijk gezag hebben. Onder informatie in deze wordt verstaan: alle relevante zaken betreffende de leerling en de schoolorganisatie zoals rapporten, nieuwsbrieven, voortgangsrapportages, de schoolgids en ouderavonden. Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben en de leerling woont bij één van de ouders dan zal de informatie worden verstrekt aan de ouder bij wie de leerling in huis woont. Hierbij gaat de school ervan uit dat alle informatie welke door de school aan die ouder wordt verstrekt door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening (schoolgids, rapporten, ouderavonden) kunnen worden gemaakt. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Indien beide ouders het ouderlijk gezag hebben, er sprake is van co-ouderschap en de leerling woont beurtelings bij één van de ouders, dan zal alle informatie worden verstrekt aan de ouder wiens adresgegevens ten behoeve van de registratie van de leerling zijn gemeld. Ook in dit geval gaat de school ervan uit dat alle informatie welke door de school aan die ouder wordt verstrekt door die ouder aan de andere ouder wordt doorgegeven. Indien dit niet het geval is, dan dient de ouder die de informatie niet ontvangt op eigen initiatief contact op te nemen met de school en zal in overleg worden bezien of andere afspraken ten aanzien van de informatievoorziening (schoolgids, rapporten, ouderavonden) kunnen worden gemaakt. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Indien één van de ouders het ouderlijk gezag heeft en de andere ouder is uit de ouderlijke macht gezet, dan zal de school slechts de ouder die met het ouderlijk gezag is belast informeren. Op grond van de wet is de school echter verplicht om ook de ouder die Pagina 42


niet belast is met de ouderlijke macht desgevraagd beperkt te informeren, tenzij de informatie niet op dezelfde manier ook wordt verschaft aan de ouder die wel met het ouderlijk gezag is belast, of als het belang van het kind zich tegen het verschaffen van de informatie verzet. Voorts is de school hiertoe niet verplicht indien dit blijkt uit enig rechtelijk vonnis. De niet met het ouderlijk gezag belaste ouder dient op eigen initiatief de school schriftelijk te verzoeken beperkte informatie te willen ontvangen. In dergelijke situaties ontvangt de desbetreffende ouder de schoolgids, een kopie van de rapporten en de uitnodigingen voor de rapportavonden. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een apart gesprek. 9. Protocol medische handelingen en medicijngebruik Onderwijspersoneel wordt regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is, zoals: hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van een insectenbeet. De schoolleiding krijgt steeds vaker het verzoek van ouder(s)/verzorger(s) om hun kind de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen. (Voor de leesbaarheid van het stuk zullen we hierna spreken over ouders wanneer wij ouder(s) of verzorger(s) bedoelen). Een enkele keer wordt werkelijk medisch handelen van onderwijspersoneel gevraagd, zoals het geven van sondevoeding, het toedienen van een zetpil of het geven van een injectie. De schoolleiding aanvaardt met het verrichten van dergelijke handelingen een aantal verantwoordelijkheden. Het personeel begeeft zich dan namelijk op een terrein waarvoor het, in de meeste gevallen, niet gekwalificeerd is. Met het oog op de gezondheid van kinderen, maar ook in verband met de aansprakelijkheid is het van groot belang de in dit protocol weergegeven regels goed op te volgen. Leraren en schoolleiding moeten zich realiseren dat, wanneer zij fouten maken of zich vergissen, zij voor deze handelingen aansprakelijk gesteld kunnen worden. Met dit protocol geeft de RVKO, middels de handreiking aan scholen, aan hoe in voorkomende gevallen te handelen. De drie te onderscheiden situaties zijn: • Het kind wordt ziek op school. • Het verstrekken van medicijnen op verzoek. • Het verrichten van medische handelingen. In de eerste situatie wordt het kind ziek tijdens schooltijd of krijgt een ongeluk(je). Het personeel moet dan direct bepalen hoe te handelen. Bij de tweede situatie (het geven van medicijnen) kan de directie de keuze maken of medewerking wordt verleend. Voor de individuele leraar geldt dat hij mag weigeren handelingen uit te voeren waarvoor hij zich niet bekwaam acht. De derde situatie (het verrichten van medische handelingen) is voor het personeel van de RVKO niet toegestaan. Het standpunt van de RVKO met betrekking tot de drie genoemde situaties laat onverlet dat er zich acute situaties kunnen voordoen waarin direct handelen vereist is. Ook in dergelijke situaties dient het landelijke alarmnummer 112 gebeld te worden. Indien de komst van hulpdiensten te lang duurt en/of direct handelen noodzakelijk is, dient, zo mogelijk in overleg met de directie, door een personeelslid dat een EHBO-diploma heeft of een BHV-opleiding heeft genoten de meest adequate handeling verricht te worden. Dit protocol pretendeert niet volledig te zijn, maar is een handreiking voor de meest voorkomende situaties. Op de volgende pagina’s wordt elk onderdeel beschreven. Op school zijn de desbetreffende formulieren beschikbaar voor de ouders. Deze worden in voorkomend geval gebruikt. 1. Het kind wordt ziek op school. Pagina 43


Regelmatig komt een kind gezond op school en krijgt het tijdens de schooluren last van hoofd-, buik- of oorpijn. Ook kan het bijvoorbeeld door een insect geprikt worden. Een leerkracht verstrekt dan soms - zonder toestemming of medeweten van ouders - een “paracetamolletje” of wrijft Azaron op de plaats van een insectenbeet. In het algemeen is een leraar niet deskundig om een juiste diagnose te stellen. Een leerkracht kent de eventuele bijwerkingen en allergische reacties die het middel kan opwekken bij het kind niet. Ook kan de dosering van een tablet te groot zijn voor het lichaam van het kind, zodat een overdosis gegeven kan worden, met alle gevolgen van dien. Uitgangspunt moet zijn dat een kind dat ziek is naar huis moet en dat zonder overleg met de ouders of een arts geen medicijnen worden verstrekt. De schoolleiding zal in geval van ziekte altijd contact op moeten nemen met de ouders om te overleggen wat er moet gebeuren: “Is er iemand thuis om het kind op te vangen? Wordt het kind gehaald of moet het thuis gebracht worden? Moet het naar de (huis)arts?” etc. Stuur een kind nooit onder schooltijd zonder begeleiding van een volwassene naar huis! Gezien het voorgaande is het van groot belang dat u de privé en zakelijke telefoonnummers van de ouders altijd paraat heeft. Problematisch is het wanneer de ouders en andere, door de ouders aangewezen, vertegenwoordigers (zie bijlage 1) niet te bereiken zijn. Het kind kan dan niet naar huis gestuurd worden. Ook kunnen de medicijnen niet met toestemming van de ouders verstrekt worden. In zo’n situatie dient altijd contact opgenomen te worden met een arts, bij voorkeur de eigen huisarts. Indien een andere arts dan de eigen huisarts geraadpleegd wordt, zijn de gegevens zoals vermeld op bijlage 1 van groot belang. Het blijft zaak het kind voortdurend te observeren. Enkele zaken waar u op kunt letten zijn: • Toename van pijn; • misselijkheid; • verandering van houding ( bijvoorbeeld in elkaar krimpen ); • verandering van de huid ( bijvoorbeeld erg bleke of hoogrode kleur); • verandering van gedrag ( bijvoorbeeld onrust, afnemen van alertheid ). Alleen bij kleine wondjes mag gebruik gemaakt worden van pleisters, mits een kind hiervoor niet overgevoelig is (zie bijlage 1). Realiseert u zich dat u geen arts bent en raadpleeg, bij twijfel, altijd een (huis)arts. 2. Het verstrekken van medicijnen op verzoek. Kinderen krijgen soms medicijnen of andere middelen voorgeschreven die zij een aantal malen per dag moeten gebruiken, dus ook tijdens schooluren. Te denken valt bijvoorbeeld aan pufjes voor astma, medicatie voor ADHD/ADD, antibiotica, een middel tegen epilepsie of hoestsiroop bij keelpijn. Ouders vragen dan aan de schoolleiding of een leerkracht deze middelen wil verstrekken. In deze situatie is de toestemming van de ouders gegeven. De medicijnen worden alleen verstrekt als het medisch noodzakelijk is dat de medicijnen onder schooltijd worden gegeven. Het is in dit geval van belang de toestemming schriftelijk vast te leggen (zie bijlage 2). Meestal gaat het niet alleen om eenvoudige middelen, maar ook om middelen die bij onjuist gebruik tot schade van de gezondheid van het kind kunnen leiden. Leg daarom schriftelijk vast om welke medicijnen het gaat, hoe vaak en in welke hoeveelheden ze moeten worden toegediend en op welke wijze dat dient te geschieden. Leg verder de periode vast waarin de medicijnen moeten worden verstrekt, de wijze van bewaren/opbergen en de wijze van controle op de vervaldatum. Ouders geven hierdoor duidelijk aan wat zij van de schoolleiding en de leerkrachten verwachten en die weten op hun beurt weer precies wat ze moeten doen en waar ze verantwoordelijk voor zijn.

Pagina 44


Kinderen mogen in deze situaties de medicijnen niet zelf bij zich hebben. Dit om gevaar voor andere kinderen te voorkomen. De medicijnen dienen altijd onder de hoede van het verantwoordelijke personeelslid te zijn. Wanneer het gaat om het verstrekken van medicijnen gedurende een lange periode, moet regelmatig met ouders overlegd worden over de ziekte en het daarbij behorende medicijngebruik op school. Een goed moment om te overleggen is wanneer ouders een nieuwe voorraad medicijnen komen brengen. Ook wijzigingen dienen schriftelijk vastgelegd te worden. Enkele praktische adviezen: • Neem de medicijnen alleen in ontvangst wanneer ze in de originele verpakking zitten en uitgeschreven zijn op naam van het betreffende kind. • Lees goed de bijsluiter, zodat u op de hoogte bent van eventuele bijwerkingen van het medicijn. • Noteer, per keer, op een aftekenlijst dat u het medicijn aan het betreffende kind gegeven heeft. • Beperk het bewaren van medicijnen op school tot een minimum. • Wijs één of twee medewerker(s) aan voor het beheer van de medicijnen. • De medicijnen dienen in een afgesloten kast of koelkast te worden bewaard (de bureaulade gaat te vaak open, leerlingen kunnen er te gemakkelijk bij en is daarom niet geschikt). Mocht de situatie zich voordoen dat een kind niet goed op een medicijn reageert of dat er onverhoopt toch een fout gemaakt wordt bij de toediening van een medicijn, bel dan direct met de (huis)arts of specialist in het ziekenhuis. Bel bij een ernstige situatie direct het landelijke alarmnummer 112. Zorg in alle gevallen dat u alle relevante gegevens bij de hand hebt, zoals: naam, geboortedatum, adres, huisarts en/of specialist van het kind, het medicijn dat is toegediend, welke reacties het kind vertoont (eventueel welke fout is gemaakt). 3. Medische handelingen. Indien u twijfelt of een handeling een medische handeling is, dient u daartoe contact op te nemen met de plaatselijke GGD. Ook is het mogelijk dat een huisarts of specialist een verklaring afgeeft waarin vermeld staat of een handeling al dan niet een medische handeling is. Wettelijke regels. De Wet BIG (Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) regelt de bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en is niet bedoeld voor onderwijzend personeel. Bepaalde medische handelingen – de zogenaamde voorbehouden handelingen - mogen alleen worden verricht door artsen. Anderen dan artsen mogen medische handelingen alleen verrichten in opdracht van een arts. Hij dient daartoe een bekwaamheidsverklaring af te geven. In zo’n situatie handelt iemand in opdracht van een arts, die hem bekwaam heeft verklaard voor het uitvoeren van die medische handeling. Een leerkracht die zonder bekwaamheidsverklaring en/of zonder opdracht van een arts medische handelingen verricht is niet alleen civielrechtelijk aansprakelijk (betalen van schadevergoeding ), maar ook strafrechtelijk (mishandeling). Het schoolbestuur is echter weer verantwoordelijk voor datgene wat de leraar doet. Het schoolbestuur kan als werkgever eveneens civiel- en strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Wat betekent dit voor het personeel van de RVKO? Het is voor het personeel van de RVKO niet toegestaan om medische handelingen te verrichten. Hoe te handelen? In deze gevallen dienen de handelingen op school te worden verricht door de Thuiszorg of door de ouders zelf. Indien ouders door bv. het werk, niet in staat zijn zelf de benodigde medische handelingen te verrichten, kunnen zij voor de gewenste professionele Pagina 45


ondersteuning een persoonsgebonden budget aanvragen. Ook dienen de ouders dan zelf zorg te dragen voor de professionele ondersteuner.

HOOFDSTUK 10. VIERJARENPLAN. Toe te voegen: aanvragen / thema’s Leren Loont. VVE-project Lia.

Pagina 46

Implementatie van KIJK Relatie naar: A: strategisch beleidsplan B: wettelijk kader C: subsidiekaders D: schoolspecifiek, namelijk …

Opdracht

2015-2016

Waar staan we over 4 jaar op de verschillende onderdelen? Doelen (meetbaar)

Activiteiten

Door wie

Tijdsplanning

In de kleuterklassen wordt de ontwikkeling van kleuters in kaart gebracht met behulp van KIJK! Leraren weten hoe zij moeten observeren en kunnen deze noteren in het observatiedeel van KIJK! Webbased. Leraren kunnen op basis van de observaties de ontwikkeling van het kind registreren. Leraren kunnen werken met het digitale systeem: KIJK! Webbased. De KIJK! registraties zijn de

1x Startbijeenkomst 4x een bijeenkomst van een dagdeel Individuele coaching betrokken leerkrachten Wekelijkse consultaties van leerkrachten om de uitgangspunten van KIJK toe te leren passen en te implementeren.

Leerkrachten groep 1/2 Coördinator onderbouw

Voltooiing van de eerst genoemde activiteiten medio februari 2016. De consultaties zullen gedurende het gehele schooljaar worden uitgevoerd.

Inzet mensen - regulier - impulsgelden - subsidies De inzet van het personeel wordt voor een groot deel gefinancierd vanuit het reguliere budget. Ter aanvulling zal gedurende een dag per week een collega beschikbaar zijn om de processen te initiëren en de voortgang te bewaken. Deze laatste inzet wordt gefinancierd vanuit het budget Leren Loont en komt in getal overeen met

Inzet middelen - regulier - impulsgelden - subsidies Inzet vanuit scholingsgelden: € 5.405 Aanschaf aanvullende materialen vanuit regulier budget t.b.v. € 1500,-Jaarlijks terugkomende kosten €250,(licentie etc.)

Evaluatie Verantwoording

Na afloop van de implementatie kunnen de leraren twee keer per jaar de ontwikkeling van de groep meten en kan per ontwikkelingsgebied geconstateerd worden of er voldoende groei heeft plaats gevonden. Middels observaties zal bekeken worden of de leerkrachten het aanbod kunnen afstemmen op de behoefte van het kind.

Dit item heeft een relatie naar WPO artikel 8. Binnen het strategisch beleidsplan van de RVKO heeft dit item vooral een relatie naar ambitie 1: maximaal leerrendement voor elke leerling Binnen het subsidiekader van de gemeente Rotterdam heeft dit item een relatie naar “de beste leraren voor de klas” alsmede “kwaliteit door schoolontwikkeling.

1 Meerjarenbeleidsplan 2015-2018 Jozefschool

2016-2017

basis voor een beredeneerd (vervolg)aanbod waarbij het uitgangspunt is dat kinderen voornamelijk handelend leren met concreet materiaal in een uitdagende speelleeromgeving. Bovenstaande doelen borgen

2017-2018

Bovenstaande doelen borgen

2018-2019

Bovenstaande doelen borgen

Leiderschap Professionalisering

een bedrag van € 8850.

De afspraken rond de werkwijze, die gemaakt worden n.a.v. het implementatietraject, zullen worden opgenomen in ons handboek.

De leerkrachten zijn in staat om de ontwikkeling van hun groep te meten, te constateren of er sprake is van groei, en om het leerstofaanbod af te stemmen op de behoefte van het kind. Via een externe begeleidingsinstantie (Bazalt) zal i.v.m. de continuïteit nog een aantal uren begeleiding per jaar worden ingekocht om de gestelde doelen verder bij te stellen en te borgen. De leerkrachten zijn in staat om de ontwikkeling van hun groep te meten, te constateren of er sprake is van groei, en om het leerstofaanbod af te stemmen op de behoefte van het kind. Via een externe begeleidingsinstantie (Bazalt) zal i.v.m. de continuïteit nog een aantal uren begeleiding per jaar worden ingekocht om de gestelde doelen verder bij te stellen en te borgen. De leerkrachten zijn in staat om de ontwikkeling van hun groep te meten, te constateren of er sprake is van groei, en om het leerstofaanbod af te stemmen op de behoefte van het kind. Via een externe begeleidingsinstantie (Bazalt) zal i.v.m. de continuïteit nog een aantal uren begeleiding per jaar worden ingekocht om de gestelde doelen verder bij te stellen en te borgen. Formatie materiele Verslag begroting begroting

Zie boven

Zie boven

Zie boven


Invoering nieuwe methode voor taal Relatie naar: A: strategisch beleidsplan B: wettelijk kader C: subsidiekaders D: schoolspecifiek, namelijk …

Opdracht

2015-2016


Activiteiten

Door wie

Tijdsplanning

In de tweede helft van het schooljaar2014-2015 is door het team een keuze gemaakt voor een nieuwe taalmethode. Tijdens het schooljaar 2015-2016 wordt deze methode ingevoerd in de groepen 3 t/m 8. De leerkrachten moeten leren werken met de verschillende onderdelen van deze methode als taalontwikkeling en spelling. Met name de spellingresultaten zullen met deze

1x startbijeenkomst o.l.v. een vertegenwoordiger van de leverancier. 5x een teambijeenkomst om het gebruik te evalueren en elkaar te stimuleren. Consultaties om het gebruik van de methode en het aanbod in drie niveaus te stimuleren. Individuele coaching van betrokken leerkrachten.

Alle leerkrachten van de groepen 4 t/m 8. De intern begeleiders. Extern adviseur via de leverancier van de methode. De directie van de school. Een van de collega’s (taalspecialist) zal beschikbaar zijn om de implementatie

De genoemde activiteiten zullen gedurende het gehele schooljaar worden ingepland. Het betreft een eerste jaar van implementatie. In de navolgende jaren zullen nadere afspraken omtrent het gebruikt van de methode en de borging moeten

Inzet mensen - regulier - impulsgelden - subsidies De inzet van het personeel wordt gefinancierd vanuit het reguliere budget. De taalspecialist die een dagdeel per week beschikbaar dient te zijn voor de implementatie zal worden gefinancierd vanuit Leren Loont. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 4200.

Inzet middelen - regulier - impulsgelden - subsidies Inzet vanuit scholingsgelden: € 500,Aanschaf methodische materialen vanuit regulier budget t.b.v. € 18.000,-


Aan het eind van het schooljaar zal met de betrokken collega’s het gebruik van de methode worden geëvalueerd. Afhankelijk van deze evaluatie zullen de doelen voor de navolgende jaren worden vastgesteld. Jaarlijks zullen al wel de resultaten van de spellingtoetsen worden gemonitord om te controleren of er een stijgende

Dit item heeft een relatie naar WPO artikel 8. Binnen het strategisch beleidsplan van de RVKO heeft dit item vooral een relatie naar ambitie 1: maximaal leerrendement voor elke leerling, maar zeker ook naar ambitie 2: professionele leeren werkgemeenschap binnen een solide organisatie. Binnen het subsidiekader van de gemeente Rotterdam heeft dit item een relatie naar “de beste leraren voor de klas” alsmede “kwaliteit door schoolontwikkeling.


2016-2017

2017-2018

2018-2019

methode een positieve impuls moeten krijgen. Verder zullen de leerkrachten zich naar voorbeeld van het gebruik van de rekenmethode verder bekwamen in het aanbieden van de stof in drie niveaus. Gedurende dit implementatietraject zal het taalaanbod voor het gevorderde arrangement meegenomen worden Nadere implementatie van de methode n.a.v. de ervaringen die zijn opgedaan in het eerste jaar van gebruik Nadere implementatie van de methode n.a.v. de ervaringen die zijn opgedaan in het tweede jaar van gebruik

Monitoring van de gemeten resultaten voor spelling.

Borgen van de gestelde doelen in de voorgaande drie jaren.

Zie voornoemde.

van de methode te waarborgen.

worden gemaakt.

lijn is af te lezen in de resultaten en of de leerkrachten het aanbod kunnen afstemmen op de behoefte van de individuele leerling. Door in te spelen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen in het gevorderd arrangement verwachten we de opbrengsten een positieve impuls te geven. De leerkrachten zijn in staat om kijkend naar de opbrengsten van de spellingtoetsen de ontwikkeling van hun groep te meten, te constateren of er sprake is van groei, en om het leerstofaanbod af te stemmen op de behoefte van het kind. Via een externe adviseur maar ook door het benutten van interne expertise zullen mogelijke vragen omtrent het gebruik van de methode nader worden besproken en de gestelde doelen eventueel nader worden omschreven en geborgd. De afspraken rond de werkwijze, die gemaakt worden n.a.v. het implementatietraject, zullen worden opgenomen in ons handboek. De leerkrachten zijn in staat om kijkend naar de opbrengsten van de spellingtoetsen de ontwikkeling van hun groep te meten, te constateren of er sprake is van groei, en om het leerstofaanbod af te stemmen op de behoefte van het kind. Na twee jaar van gebruik dienen de gemaakte afspraken en de wijze van gebruik voldoende gestalte te hebben gekregen. Indien noodzakelijk zullen we extern nog naar aanvullende informatie zoeken. We gaan er echter vanuit dat op dit tijdstip de leerkrachten in staat zijn de methode bekwaam toe te passen in de dagelijkse praktijk. Vanzelfsprekend zullen gemaakte afspraken tijdens teamvergadering worden getoetst en waar nodig worden aangepast.

Zie boven

Zie boven

Zie boven


Leiderschap Professionalisering

Formatie begroting

materiele begroting

Verslag


Coöperatief leren op de Jozefschool Relatie naar: A: strategisch beleidsplan B: wettelijk kader C: subsidiekaders D: schoolspecifiek, namelijk …

Opdracht

2015-2016

Waar staan we over 4 jaar op de verschillende onderdelen?

Doelen (meetbaar)

Activiteiten

Door wie

Tijdsplanning

Het op een effectieve manier werken naar en borgen van onderwijsverbeteringen. Hieronder vallen de volgende subdoelen: - Het goed implementeren van het ingezette traject Coöperatieve Leerstrategieën. - Het borgen van het ingezette traject Coöperatieve Leerstrategieën. - Het hebben van een gezamenlijke visie op onderwijs en op leren. - Het schrijven van een doordacht schoolplan

Begeleiding van Bazalt/collega en de directie t.b.v.: - Coöperatieve vergadercultuur ontwikkelen. - Het uitvoeren en evalueren van momentcoaching. - Begeleiding bij implementatie en borging van CLs - Ontwikkeling schoolplan. Trainingen: - Twee bijeenkomsten van een dagdeel in het kader van het schoolplan.

Alle personeelsleden van de school zullen intensief bij dit traject worden betrokken. Een extern adviseur via Bazalt zal het team begeleiden. Een leerkracht zal beschikbaar zijn i.v.m. de uitvoering van de klassenconsultaties.

De genoemde activiteiten zullen gedurende het gehele schooljaar worden ingepland. Tevens zal er tijdens studiedagen tijd worden ingeruimd op dit thema breed aan bod te kunnen laten komen. De opleiding tot

Inzet mensen - regulier - impulsgelden - subsidies De inzet van het personeel wordt gefinancierd vanuit het reguliere budget. Om de klassenconsultaties te kunnen laten plaats vinden zal een dag per week een collega beschikbaar zijn door de middelen in te zetten vanuit Leren Loont. Hier is een bedrag mee gemoeid van € 8850.

Inzet middelen - regulier - impulsgelden - subsidies Inzet vanuit scholingsgelden: € 6000,-. De kosten voor de opleiding tot momentcoach t.w. €2200,zullen worden betaald vanuit het reguliere opleidingsbudget van school.


Een protocol met afspraken over het werken met coöperatieve leerstrategieën. Verslagen van de momentcoaching. Hand-outs van de gegeven trainingen over coöperatieve leerstrategieën. Kennis en vaardigheden bij de directie/ IB over coöperatief vergaderen. Een document waarin de visie op onderwijs en op

Dit item heeft een relatie naar WPO artikel 8. Binnen het strategisch beleidsplan van de RVKO heeft dit item vooral een relatie naar ambitie 1: maximaal leerrendement voor elke leerling, maar zeker ook naar ambitie 2: professionele leeren werkgemeenschap binnen een solide organisatie.


dat wordt gedragen door het team en voortkomt uit de gezamenlijke visie.

- Twee trainingen van een dagdeel als verdieping van CLs en inspiratie tot nieuwe CLs. - Twee trainingen van een dagdeel voor visievorming, waarin in de eerste bijeenkomst gezamenlijke kernwaarden worden geformuleerd, en in de tweede bijeenkomst de kernwaarden worden vertaald in concreet waarneembaar gedrag. Coaching: - Een ronde momentcoaching. Tevens zal een teamlid opgeleid worden tot momentcoach. Tenslotte zullen er wekelijks collegiale consultaties worden uitgevoerd.

momentcoach start feb.2015

coöperatief leren is vastgelegd. Een schoolplan waarin deze manier van werken zijn plaats heeft gekregen. Alsmede concrete afspraken m.b.t. de werkwijze op te nemen in ons handboek.

Binnen het subsidiekader van de gemeente Rotterdam heeft dit item een relatie naar “de beste leraren voor de klas” alsmede “kwaliteit door schoolontwikkeling.


2016-2017

2017-2018

2018-2019

Gelet op de omvang van de hiervoor genoemde ambities zullen voor dit schooljaar dezelfde doelstellingen worden gehanteerd. Nadere implementatie van de methode n.a.v. de ervaringen die zijn opgedaan in het tweede jaar van gebruik Borgen van de gestelde doelen in de voorgaande drie jaren. Leiderschap Professionalisering

Afhankelijk van de ontwikkelingen op de diverse genoemde terreinen zullen we aan het eind van het schooljaar 20152016 bekijken in hoeverre we er in zijn geslaagd om de verschillende doelstellingen te behalen. Dan kan ook bekeken worden welke doelstellingen voor dit schooljaar expliciet moeten worden genoemd. Bij de evaluatie van schooljaar 2015-2016 zullen we ter overweging meenemen een werkgroep CLs te formeren t.b.v. de borging van het traject. De opgeleide momentcoach zal hierin een rol spelen.

Zie boven

Afhankelijk van de ontwikkelingen op de diverse genoemde terreinen zullen we aan het eind van het schooljaar 20162017 bekijken in hoeverre we er in zijn geslaagd om de verschillende doelstellingen te behalen. Dan kan ook bekeken worden welke doelstellingen voor dit schooljaar expliciet moeten worden genoemd.

Zie boven

Zie voornoemde.

Zie boven

Formatie begroting

materiele begroting

Verslag


Ouderbetrokkenheid op de Jozefschool Relatie naar: A: strategisch beleidsplan B: wettelijk kader C: subsidiekaders D: schoolspecifiek, namelijk …

Opdracht

2015-2016


Activiteiten

Door wie

Tijdsplanning

Het team van de Jozefschool ziet ouderbetrokkenheid als partnerschap met een wederzijdse betrokkenheid, met het oogmerk optimale omstandigheden voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school te realiseren. Ouders en school hebben een gezamenlijk belang: een zo gunstig

Intake of kennismakingsgesprek. Inloopmoment voor ouders in gr. 1/2. Informatieavond in iedere jaargroep. Periodieke ouder- en ontwikkelingsgesprekken. Kijkochtenden. Website/ app en nieuwsbrief voor ouders en overige belangstellenden. Vergaderingen voor ouder- en personeelsgeleding van de MR. Informatieavonden met pedagogisch aspect als uiting van partnerschap.

Alle personeelsleden van de school alsmede alle ouders zijn betrokken bij dit traject.

De genoemde activiteiten zullen gedurende het gehele schooljaar worden ingepland.

Inzet mensen - regulier - impulsgelden - subsidies De inzet van het personeel wordt gefinancierd vanuit het reguliere budget. Deze taak valt binnen de reguliere normjaartaak.

Inzet middelen - regulier - impulsgelden - subsidies Indien er al kosten gemoeid zijn met dit thema dan zullen deze worden gefinancierd vanuit de ingelegde ouderbijdragen.


Jaarlijks stelt de medezeggenschapsraad een jaarverslag op waarin melding wordt gemaakt van de georganiseerde avonden en andere contactmomenten. Dit jaarverslag wordt besproken met en verspreid onder alle betrokkenen en ook gepubliceerd op de website.

Dit item heeft een relatie naar WPO artikel 8. Binnen het strategisch beleidsplan van de RVKO heeft dit item vooral een relatie naar ambitie 3: verbinden met en beïnvloeden van onze omgeving. Binnen het subsidiekader van de gemeente Rotterdam heeft dit item een relatie naar “ouders en leerlingen”


2016-2017

2017-2018

mogelijke ontwikkeling van het kind, zodat ieder kind kan opbloeien tot levenskunstenaar. Wij gaan er vanuit dat ouders en leerkrachten de verantwoordelijkheid voor het opvoeden van de kinderen delen. Een goed contact is daarom van belang. Wij proberen een open sfeer te scheppen, waarin ouders zich ook buiten de reguliere vaste momenten altijd welkom weten.

Voorlichtingsavonden over bv. voortgezet onderwijs. De inzet van klassenouders. Ouderparticipatie binnen werkgroepen ter ondersteuning bij het organiseren en uitvoeren van extra activiteiten. Jaarlijks terugkerend gesprek met een delegatie van ouders die fungeren als klankbordgroep.

alsmede “aansluiting onderwijs en jeugdhup”.

Gelet op de omvang van de hiervoor genoemde ambities zullen voor dit schooljaar dezelfde doelstellingen worden gehanteerd. Nadere implementatie van de methode n.a.v. de ervaringen die zijn

Afhankelijk van de ontwikkelingen op de diverse genoemde terreinen zullen we aan het eind van het schooljaar 2015-2016 bekijken in hoeverre we er in zijn geslaagd om de verschillende doelstellingen te behalen. Dan kan ook bekeken worden welke doelstellingen voor dit schooljaar expliciet moeten worden genoemd. Een concreet voorbeeld kan gevonden worden in de overweging te willen gaan werken met inloopochtenden voor ouders (intekenen voor een lesactiviteit).

Zie boven

Afhankelijk van de ontwikkelingen op de diverse genoemde terreinen zullen we aan het eind van het schooljaar 2016-2017 bekijken in hoeverre we er in zijn geslaagd om de verschillende doelstellingen te behalen. Dan kan ook bekeken worden welke doelstellingen voor dit schooljaar expliciet moeten worden genoemd.

Zie boven


2018-2019

opgedaan in het tweede jaar van gebruik Borgen van de gestelde doelen in de voorgaande drie jaren. Leiderschap Professionalisering

Zie voornoemde jaar.

Zie boven

Formatie begroting

materiele begroting

Verslag


De bibliotheek op de Jozefschool Relatie naar: A: strategisch beleidsplan B: wettelijk kader C: subsidiekaders D: schoolspecifiek, namelijk …

Opdracht

2015-2016


Activiteiten

Door wie

Tijdsplanning

Met ‘de Bibliotheek op school’ zetten de Jozefschool en de Bibliotheek Rotterdam zich samen in voor het vergroten van het leesplezier en de woordenschat, door in de dagelijkse onderwijspraktijk in te zetten op het maken van meer leeskilometers, wat leidt tot betere schoolprestaties en opbrengsten.

De school krijgt voor de groepen 1 t/m 3 wisselcollecties; vanaf groep 4 bestellen leerlingen iedere maand zelf via een speciaal voor leerlingen ontwikkelde website maximaal twee boeken. Ondersteuning binnen de school door een leesconsulent, en voor scholing van een

Alle personeelsleden van de school. Twee collega’s volgen de aangeboden cursus voor leescoördinator.

De genoemde activiteiten zullen gedurende het gehele schooljaar worden ingepland.

Inzet mensen - regulier - impulsgelden - subsidies De inzet van het personeel wordt gefinancierd vanuit het reguliere budget. Deze taak valt binnen de reguliere normjaartaak.

Inzet middelen - regulier - impulsgelden - subsidies De kosten voor het gebruik van de webshop en de bezorging van de boeken worden gedekt vanuit de gemeentelijke subsidie en bedraagt ca. € 2000,-


Deze activiteit zal leiden tot betere taalen leesvaardigheden van kinderen. Ze besteden meer tijd aan lezen en worden er daardoor beter in. Ze beschikken over betere informatievaardigheden en ze worden handiger in het zoeken naar informatie, in boeken en op het internet en ze beoordelen de gevonden informatie beter. Hiermee wordt een stevige basis voor de

Dit item heeft een relatie naar WPO artikel 8. Binnen het strategisch beleidsplan van de RVKO heeft dit item vooral een relatie naar ambitie 1: maximaal leerrendement voor elke leerling. Binnen het subsidiekader van de gemeente Rotterdam heeft dit item een relatie naar “de onderwijsresultaten op het gebied van taal (=lezen)”.


leerkracht tot leescoördinator. Een monitor meet het effect van deze aanpak.

2016-2017

2017-2018 2018-2019

Overeenkomstig de hiervoor genoemde ambities zullen voor dit schooljaar dezelfde doelstellingen worden gehanteerd. Borging van de gestelde doelen in de voorgaande jaren. Borgen van de gestelde doelen in de voorgaande drie jaren. Leiderschap Professionalisering

verdere schoolcarrière van kinderen gelegd. De monitor behorend bij het programma geeft inzicht in de resultaten. Met deze activiteit beschikt de school over een structurele samenwerking tussen onderwijs, bibliotheek en gemeente Al tijdens het schooljaar 2014-2015 is ingestoken op dit onderwerp. N.a.v. de vorderingen en ontwikkelingen in het schooljaar 2015-2016 zal opnieuw bekeken worden of op dezelfde voet zal worden door gegaan of dat nog aanvullende doelstellingen gesteld kunnen worden.

Afhankelijk van de ontwikkelingen op de diverse genoemde terreinen zullen we aan het eind van het schooljaar 20162017 bekijken in hoeverre we er in zijn geslaagd om de verschillende doelstellingen te behalen. Dan kan ook bekeken worden welke doelstellingen voor dit schooljaar expliciet moeten worden genoemd. Zie voornoemde.

Formatie begroting

materiele begroting

Zie boven

Zie boven

Zie boven

Verslag


Analyse en opbrengsten Relatie naar: A: strategisch beleidsplan B: wettelijk kader C: subsidiekaders D: schoolspecifiek, namelijk …

Opdracht

2015-2016

Het invoeren van een eenduidige lijn van het analyseren van de Cito toetsen en deze bespreken in monitorvergaderingen. Doelen (meetbaar)

Activiteiten

Door wie

Tijdsplanning

Het analyseren van de M en E afname op eenduidige wijze m.b.v. Cito LOVS. Het uitvoeren van monitorvergaderingen met als doel de geanalyseerde gegevens en een passende aanpak plenair te delen. Een positieve impuls op de gemeten resultaten.

- analyse door groepsleerkracht - analyse door IB en directie Twee maal per jaar monitorvergaderingen inplannen en uitvoeren.

Leerkrachten, intern begeleiders en directie zijn in nauwe samenwerking betrokken bij dit proces

De analyses en de geplande vergaderingen komen met regelmaat terug in de loop van het schooljaar.

Inzet mensen - regulier - impulsgelden - subsidies De inzet zal worden gerealiseerd vanuit het reguliere budget van de school.

Inzet middelen - regulier - impulsgelden - subsidies N.v.t.


Met deze impuls hopen wij de resultaten van de leerlingen beter in beeld te krijgen en het leerstofaanbod beter af te kunnen stemmen op hun behoeftes. De afspraken rond de analyse van opbrengsten zullen worden opgenomen in ons handboek, met als bijlage het toets protocol.

Dit item heeft een relatie naar WPO artikel 8. Binnen het strategisch beleidsplan van de RVKO heeft dit item vooral een relatie naar ambitie 1: maximaal leerrendement voor elke leerling, maar ook ambitie 2: Professionele leeren werkgemeenschap binnen een solide organisatie. Binnen het subsidiekader van de gemeente Rotterdam heeft dit item een relatie naar “de


onderwijsresultaten op het gebied van taal en rekenen”. 2016-2017

2017-2018 2018-2019

De gekozen aanpak van het schooljaar 20152016 zal in dit schooljaar worden voort gezet. Afhankelijk van de opgedane ervaringen zullen er mogelijk kleine bijstellingen worden opgenomen in het nieuwe jaarplan. Idem Idem Leiderschap Professionalisering

N.a.v. het eenduidig analyseren mogelijk bijstellen groepsplannen en verder implementatie van deze handelwijze.

N.a.v. het eenduidig analyseren mogelijk bijstellen groepsplannen en verdere implementatie van deze handelwijze. N.a.v. het eenduidig analyseren mogelijk bijstellen groepsplannen en verdere implementatie van deze handelwijze. Formatie materiele Verslag begroting begroting


Plan van aanpak Hoek van Holland n.a.v. rapportage inspectie kwaliteit VVE. Algemeen beeld: Op 9 januari 2014 heeft de inspectie in het kader van VVE peuterspeelzaal Het Kompas en basisschool Van Rijckevorsel bezocht. Het onderstaande plan van aanpak bestaat uit twee delen: De aanpak op dorpsniveau. De aanpak op schoolniveau.

De aanpak op dorpsniveau. Participanten: Peuterspeelzaal het Kompas, OBS Van Rijckevorsel, RK Jozefschool, PCBO De Driemaster, kinderdagverblijven Satu, de Zeebaboe en Beregoed. De eerste bijeenkomst is gehouden op maandag 27 januari 2014. De kinderdagverblijven waren hierbij niet aanwezig. De tweede bijeenkomst is op maandag 26 mei 2014. Obs van Rijckevorsel heeft het initiatief genomen om overleg op dorpsniveau te organiseren. In oktober 2014 is de vraag bij Jeugd en onderwijs neergelegd om een kartrekker te leveren voor het overleg en het komen tot een VVE-plan. Alle deelnemers zijn in het schooljaar 2014-2015 drie keer bij elkaar geweest en ieder heeft zijn bijdrage geleverd tot onderstaand gezamenlijk plan. Indicator Een gedeeld urgentiebesef. Het belang van VVE.

Doel Er is bij alle participanten een urgentiebesef van het belang van de uitvoering van een goed vve beleid.

Actie/middel Het beleggen van bijeenkomsten met de participanten met inbreng van allen.

Tijdpad Schooljaar 2014-2015

Wie Alle participanten en de kartrekker.

Resultaat Een gezamenlijk VVE plan voor heel HvH

Het in kaart brengen van de kindkenmerken .

Het in kaart brengen van de behoeften van de leerling zelf, de sterke kanten, zwakke kanten, hoe beïnvloeden die elkaar en waar

Warme overdracht vanuit de voorschoolse voorziening.

Uiterlijk 1 maand voor de overgang van het kind. Het kind went 10 keer, zo kort mogelijk voor het kind 4

Groepsleerkracht IB, begeleiders, pedagogisch medewerkers

Goed kunnen aansluiten bij de behoeften van het kind.

Kennismakingsgesprek met ouder(s)

1

Professionalisering

Met Nadyia van JOS en inbreng van Renate de Jong van het CED. Corinne van de Ende van Taaldraad heeft ook een adviserende rol. Indien nodig scholing koppelen aan de organisatie. Borgen en regelmatig bijstellen en verbeteren.

Evaluatie/borging In het plan, dat iedere partner uitvoert. Twee maal per jaar vindt er een evaluatie plaats en wordt de uitvoering geborgd. Leerling overdracht en daarna in de groepsplannen en plan van aanpak.

Plan van aanpak Hoek van Holland n.a.v. rapportage inspectie kwaliteit VVE. Indicator

Doel moet je rekening mee houden. We kijken daarbij naar de motoriek, sociaal emotionele ontw., gezondheid, taalontwikkeling, rekenontwikkeling. De slo doelen worden gehanteerd, deze moeten alle kindkenmerken dekken.

Actie/middel Observaties invullen en 1 gezamenlijk overdrachtsformulier ( is al gerealiseerd) Iedereen vanuit zijn eigen lvs.

Tijdpad wordt. Alle kinderen, die voor 1 oktober 4 jaar worden mogen meteen na de zomervakantie starten. Kinderen die in juli of aug. Jarig zijn, wennen niet.

Wie

Resultaat

Professionalisering

Evaluatie/borging

De onderwijsbehoeften.

Aan de hand van kind kenmerken, wordt gekeken welke onderwijsbehoeften het kind heeft. Het onderwijs wordt daaraan aangepast. Dit heet opbrengstgericht werken (OGW)Het wegnemen of aanpassen van de factoren die de brede ontwikkeling van het kind beïnvloeden en het versterken van de positieve factoren

Het gebruik van coöperatieve werkvormen stimuleert dit(OGW)

Jaarrond

Groepsleerkracht , ib, pedagogisch medewerkers, vve coördinatoren, HBO coach, externe deskundigen.

Groei in ontwikkeling

Training Kijk, Bosos, VVE thuis training, Taaldraad, scholing naar behoefte

Groepsbespreking Leerlingbespreking Toetsen Kijk LVS Bosos e.a., groepsplannen en plan van aanpak.

2

Plan van aanpak Hoek van Holland n.a.v. rapportage inspectie kwaliteit VVE. Indicator De doorgaande lijn aanbrengen.

Doel Een ononderbroken ontwikkelingslijn creëren door goede samenwerking tussen ouders,opvang en school, eenduidigheid in werken.

De ouderbetrokken heid bevorderen.

De wederzijdse betrokkenheid, met het oogmerk optimale omstandigheden voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school te realiseren. Ouders en school hebben een gezamenlijk belang: een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van het kind Ouders bekend maken met het werken in een groep 1-2Ouders

Actie/middel Contact leggen naar voorschool. Planningen voor de thema’s, overleg met direct betrokkenen en de contactpersoon. We maken eenduidige afspraken, warme overdracht,gezam enlijke ouderactiviteiten. Jaarvergadering met thema

Tijdpad Maand/ week/ en jaarplanning. Structurele inzet van contacten

Wie Groepsleerkracht begeleiders en ib, HBO-coach pedagogisch medewerkers en externe deskundigen.

Resultaat Iedereen komt aan bod, alle leerlingen zijn in beeld.

Professionalisering

1x per jaar

CJG, logopedie externen

Uitnodiging thema avond externen

Evalueren bij ouders.

1 x intakegesprek

Tijdens de wenperiode

Leerkrachten/ Management, pedagogisch medewerkers,

Ouders zijn betrokken bij schoolse activiteitenen ontwikkelingen rondom hun kind.

Cursus communicatieve vaardigheden

Vastlegging in ouderbeleidsplan

Informatiebijeen komsten voor ouders, scholing van het team

2x leerlingbespreking Schriftelijke vastlegging in LVS

Min. 2x uitnodigen leerlingbespreking Werkgroepouders Info via website, schoolgids en ouderbeleidsplan,d igitale nieuwsbrieven info bijeenkomsten hulp in de groep,

Ouders kunnen reflecteren op het werken met hun kind.

Door het jaar heen.

VVE uitwerking ouderbeleid op basis van de brochure Oc&W Samen sterk ( de 7 indicatoren van ouderbeleid)

Leerkracht of ib of management., 3

Scholing in opbrengstgericht werken met peuters en kleuters, apart en deels gezamenlijk., collegiale consultatie.

Evaluatie/borging Groepsbespreking Leerlingbespreking Toetsen Cito Kijk LVS, Bosos enz., groepsplannen, individuele handelingsplannen en plan van aanpak.

Plan van aanpak Hoek van Holland n.a.v. rapportage inspectie kwaliteit VVE. Indicator

Doel stimuleren op het gebied van taal verwijzen naar bibliotheek, lezen , spel etc. Ouders betrekken bij binnen en buitenschoolse act.

Het lesaanbod afstemmen.

Een uitdagende omgeving creëren voor taal, rekenen, sociaal-emotioneel en motoriek, waar alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen.

De warme overdracht.

Optimaliseren van de brede ontwikkeling van het kind.

Actie/middel

Tijdpad

Wie pedagogisch medewerkers

Resultaat

Professionalisering

Evaluatie/borging

Klassenouders Inloop van werken Plakboeken etc., musical

Regelmatig

Uitstapjes WME, schoolreisje, sport en spelactiviteiten Schatkist, Puk, Jaarplanning, weekrooster Kleuterplein, Kinderen en hun sociale talenten, Hemel en aarde, werken met het DIM, groepsplannen, plan van aanpak, en individuele handelingsplannen Observatiegegevens Voorschool Intakevragenlijst ouders, overdrachtsformulier

regelmatig Het hele jaar.

Begeleiders, leerkrachten en ib, pedagogisch medewerkers

Het kind ontwikkelt zich optimaal.

Cursussen over het jonge kind

Evaluatie groepsplannen, plan van aanpak, eventueel individuele handelingsplannen en observaties

1 maand voor 4e jaar

Ib, leerkracht en Voorschool, pedagogisch medewerkers,

In kaart brengen en plaatsing leerling

VVE-overleg met de coördinatoren

Dossier map en digitaal in het LVS.

4

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN DEEL:

Recommend Documents