INHOUD 1 2 3 4
Voorwoord
Introductie
Organisatie
Overzicht radiologie onderwijs per thema
5
Slotwoord
VOORWOORD D
e afdeling radiologie van het Erasmus MC is niet alleen de grootste afdeling radiologie van Nederland, maar heeft ook de ambitie om zich te gaan ontwikkelen tot een van de meest vooraanstaande radiologie afdelingen in West-Europa. Deze ambitie omvat de drie kerntaken van een universitair medisch centrum: patiëntenzorg, onderzoek en opleiding en onderwijs. De doelen van de afdeling radiologie zijn omschreven in de strategienota radiologie “een excellente afdeling radiologie te worden die in de grote regio het kennis en expertise centrum, zowel met betrekking tot patiëntenzorg, onderwijs, opleiding en research bij uitstek moet zijn en dat zich kan meten met vergelijkbare
ziekenhuizen in West-Europa”. Bij dit ambitieniveau hoort ook het opleiden van basisartsen en met name het geven van onderwijs binnen het basis curriculum van de geneeskundige studenten. De docenten vanuit de afdeling radiologie, die bij dit onderwijs betrokken zijn, proberen hun best te doen om de inhoud, de organisatie en het niveau van het radiologie onderwijs continue te verbeteren. Het eerste product op deze weg is het onderhavige onderwijsboekje. Onder leiding van onze onderwijscoördinator, drs. Annick Devos, en met daadkrachtige hulp van vele anderen binnen de afdeling is een inventarisatie en beschrijving van onze activiteiten gemaakt. Voor onze medisch studenten zal dit een hulpmiddel zijn om de inhoud en de doelen
van ons onderwijs te begrijpen. Daarbij zal de rode draad, die vanaf het eerste tot het zesde jaar van het medisch curriculum loopt, dit verder duidelijk maken. Het zal tevens een leidraad zijn voor onze afdeling en met name onze docenten om continue aan de optimalisatie van het onderwijs een bijdrage te kunnen blijven leveren. Het zal hopelijk iedereen binnen en buiten de afdeling oproepen om kritische kanttekeningen te plaatsen of om ook een keer een positieve waardering over onze inspanningen uit te spreken. Wat mij betreft ben ik ontzettend dankbaar en ook trots op het hier gepresenteerde onderwijsboekje. Gabriel P. Krestin Februari 2008
INTRODUCTIE D
e radioloog is niet meer weg te denken uit de moderne medische praktijk. Nieuwe en accuratere CT en MRI technieken binnen de diverse radiologische aandachtsgebieden volgen elkaar snel op. Zo zijn bijvoorbeeld cardiale beeldvorming en technieken van de neuroradiologie sterk in opmars en lijkt de moleculaire beeldvorming veelbelovend. Ook de interventionele radiologie is een snelgroeiende techniek die een steeds meer vooraanstaande positie krijgt en vaak open chirurgische procedures vervangt. Dit alles oefent een grote aantrekkingskracht uit op medische studenten. De afdeling radiologie wil goed en stimulerend onderwijs geven zodat de ene student dermate enthousiast wordt om de oplei-
ding tot radioloog aan te vatten en de andere student geprikkeld wordt om zijn / haar kennis uit te breiden en deze optimaal aan te wenden in de dagelijkse praktijk.
Het radiologieonderwijs, aangeboden aan de Erasmus Universiteit bestaat uit colleges en praktische trainingen tijdens de theoretisch opleidingsjaren en vervolgens uit een week stage op de afdelingen zelf tijdens de klinische fase. De colleges geven basisinformatie over beeldvormende technieken, de indicaties maar ook de beperkingen ervan, dit alles in het kader van een specifieke klinische vraagstelling. Tijdens het eerste college wordt ingegaan op de fysica van de verschillende beeldvormende technieken, zowel van de conven-
tionele als die van de nieuwere technieken zoals CT en MRI en op radioprotectie. Het doel van dit college is om aan elke arts (basis)begrippen bij te brengen van de technieken die in de klinische praktijk worden aangewend. In de overige 7 colleges (longziekten, nieren en urinewegen, diagnose en stadiumbepalingen van tumoren, skelet, hersenen, neuro-interventie en acute radiologie) wordt aandacht besteed aan de radiologische anatomie van de desbetreffende organen en worden klinische problemen geïllustreerd aan de hand van conventionele en nieuwere radiologische technieken (CT, MRI, US, PET). Voor de praktische trainingen worden de studenten in kleinere groepen ingedeeld en intensiever begeleid. Dit wordt zeer gewaar-
deerd. De afdeling radiologie brengt deze trainingen onder de vorm van integratievaardigheidsonderwijs (waar klinische problemen worden benaderd vanuit verschillende disciplines), vaardigheidsonderwijs en zelfstudieopdrachten. Tijdens deze trainingen gaan de studenten zelf aan de slag, onder toeziend oog van een radioloog of radioloog in opleiding. Het onderwijs is meestal computergestuurd. De radiologische anatomie wordt nogmaals belicht en er wordt getoond hoe deze goed afgebeeld kan worden met de juiste technieken. De studenten worden geacht klinische problemen aan de hand van radiologische technieken op te lossen en de resultaten daarvan te interpreteren. Het AKTEco-schap op de afdeling radiologie duurt 1 week. De
leerdoelen tijdens deze week zijn het correct invullen van een aanvraagformulier, de mogelijkheden en beperkingen van alle radiologische technieken kunnen benoemen, de radiologische anatomie oefenen en enkele ziektebeelden kunnen herkennen op radiologische beelden. Tijdens dit co-schap volgt de co-assistent ’s ochtends een arts-assistent of stafarts tijdens zijn / haar klinische werk. De co-assistent wordt op bijna alle aandachtsgebieden en technieken ingedeeld zodat deze een goed beeld zou krijgen van de werkzaamheden van de radioloog. In de namiddag zijn er interactieve colleges waarin o.a. nader ingegaan wordt op het correct invullen van een (radiologisch) aanvraagformulier en wordt een systematiek aangeboden om conventionele röntgenopnamen
en in beperkte mate ook CT en MRI beelden te beoordelen en resultaten te interpreteren. De afdeling radiologie biedt uiteindelijk nog een Keuzeco-schap, Oudsteco-schap en Keuzeonderzoek aan. Voor deze co-schappen blijft de co-assistent respectievelijk 3 à 4 weken of 12 weken op de afdeling. Deze co-schappen zijn bedoeld voor alle geïnteresseerden inclusief toekomstige sollicitanten. Tijdens deze weken komt de coassistent, naar eigen keuze, in aanraking met 1 aandachtsgebied of met een combinatie van meerdere aandachtsgebieden. Op het einde van dit co-schap presenteert de keuzeco of oudsteco een casus die hij / zij heeft uitgewerkt onder begeleiding van een stafarts. Bijzonder aan het Oudstecoschap is dat de co-assistent, na
het interpreteren van de beelden en de nabespreking ervan met de radioloog zelf het verslag maakt. Er is een diversiteit aan keuzeonderzoek in verschillende aandachtsgebieden. Onderwerpen zijn te vinden op de website en op het Blackboard. De afdeling radiologie hoopt de studenten enthousiast te maken voor het vak van radioloog en wil ze graag verwelkomen op de afdeling. Annick Devos Onderwijscoördinator Radiologie
ORGANISATIE vlnr.: Prof. dr. Krestin, Wendy de Jong, drs. Annick Devos, drs. E.A.J. Schoonen
D
OVERZICHT e studie Geneeskunde bevat een theoretisch deel en een praktisch deel (‘’co-schappen). De theoretische opleiding is opgedeeld in thema’s. Radiologie komt aan bod in meerdere van deze thema’s. Hiervan volgt een korte samenvatting, zoals die ook terug te vinden is deels in het Themaboek Erasmusarts 2007.
Thema Circulatie, vorm en functie Structuur en (dis)functie van harten vaatsysteem worden bestudeerd. Onder andere aan de hand van afbeeldingstechnieken wordt ingegaan op de macroscopische bouw van het hart- en vaatstelsel. Afbeeldingstechnieken College (45 min). In het college wordt ingegaan op vier in de kliniek veelgebruikte beeldvormende technieken, te weten röntgen, CT, Echografie en MR. Van al deze technieken wordt besproken hoe de beeldvorming tot stand komt, de fysische basisprincipes dus. Daarbij wordt ook een beetje op de geschiedenis ingegaan, de ontdekking van de röntgenstralen bijvoorbeeld. Daarnaast wordt verteld wat de voordelen en nadelen van de verschillende technieken zijn. Hier wordt iets meer nadruk op gelegd dan op de fysische principes. Het college is uiteindelijk bedoeld voor eerstejaars clinici. Het gaat er om dat ze in principe weten wat de achterliggende
beginselen zijn, maar belangrijker is hoe de technieken in de praktijk te gebruiken. Wanneer doe je een CT en wanneer een MR. Wat zijn de verschillende systeemsettings waarin een keuze gemaakt moet worden. Verder worden verschillende toepassingen van röntgen, echografie, MR en CT getoond. De verschillende apparaten dus, en waar ze hoofdzakelijk voor gebruikt worden binnen het totale klinische spectrum. Tenslotte worden er veel voorbeeldplaatjes getoond. Docent: Dr. ir. Vrooman of prof. dr. Krestin Leerdoel: • De student kan bij de diverse afbeeldingstechnieken aangeven van welke fysische principes gebruik wordt gemaakt en deze principes beschrijven. • De student weet wat de indicaties en contra-indicaties van de hierboven genoemde technieken zijn. • De student weet naar gelang de kliniek van de patiënt wanneer een röntgenopname, CT, echografie en MR aan te vragen. Nieuwe ontwikkelingen in de cardiovasculaire radiologie Lectio magistralis (45 min). De cardiovasculaire radiologie is een subspecialisme binnen de radiologie dat zich bezighoudt met ener-
zijds diagnostische beeldvorming van hart en vaten en anderzijds met minimale invasieve therapie. In deze LM wordt aandacht besteed aan de ontwikkelingen op het gebied van niet-invasieve beeldvorming met magnetic resonance imaging en de multi slice spiral computed tomography en op het gebied van therapie, o.a.stents. Docent: Prof. dr. Pattynama Echografie Vaardigheidsonderwijs (120 min). Echografie is een van de methoden om het inwendige lichaam in beeld te brengen. Dit vaardigheidsonderwijs bestaat uit 2 delen. In het eerste deel maken de studenten kennis met de theorie van echografie en in het 2de deel krijgen zij de gelegenheid om met apparatuur, geleend in de kliniek, bij zichzelf en medestudenten diverse echobeelden te bekijken, bijvoorbeeld van nieren, lever, hart, bloedvaten en pezen, etc. Docenten: Drs. van Riel (eerste deel, 60 min) en arts-ass radiologie (tweede deel, 60min)(olv. drs. Devos) Leerdoel: • De student kan mogelijkheden en beperkingen noemen van echografie. • De student kan bij de diverse afbeeldingstechnieken aange-
ven van welke fysische principes gebruik wordt gemaakt en deze principes beschrijven. • De student kan het principe van de Doppler snelheidsmeting van de bloedstroom uitleggen. • De student kan zich oriënteren in afbeeldingen van hart, grote vaten en buikorganen. Fysische principes van de klinische beeldvorming Zelfstudie opdracht (neemt 5 uur in beslag). In de medische praktijk is de diagnose van patiënten heel vaak gebaseerd op afbeeldingen van delen van het lichaam of van organen. De afbeeldingen staan op het beeldscherm of op foto’s. De beelden brengen anatomische structuren of functionele processen in beeld. Voor interpretatie van de beelden is het van belang enige kennis te hebben van de wijze waarop beeldvorming tot stand komt. In deze zelfstudie opdracht worden een aantal afbeeldingstechnieken behandeld (röntgen, CT, nucleaire beeldvorming, MRI en echografie). Docenten: Drs. van Riel en Dr. Ir. Vrooman Leerdoel: • De student kan bij de diverse afbeeldingstechnieken aangeven van welke fysische principes gebruik wordt gemaakt en deze principes beschrijven.
• De student kan het principe van de Doppler snelheidsmeting van de bloedstroom uitleggen.
(radioloog, KNO-arts of anatoom) aanwezig om de aanwezige preparaten te demonstreren en vragen te beantwoorden.
Thema Ventilatie, vorm en functie Er wordt besproken wat normale en abnormale bevindingen zijn bij het onderzoek van de longen. Om de pathologische afwijkingen beter te kunnen begrijpen wordt allereerst de normale anatomie van longen en luchtwegen, zowel op macroscopisch als op microscopisch niveau, besproken. Ook wordt ingegaan op de afbeeldingstechnieken van de borstkas.
Docent: Arts-assistent radiologie (olv dr. Hartmann)
Macroscopie: longen en luchtwegen Vaardigheidsonderwijs (120 min). Het vaardigheidsonderwijs heeft als doel de student een beter inzicht te geven in de driedimensionale structuur van de longen en de luchtwegen, inclusief de larynx en de wijze waarop deze structuren zichtbaar worden met behulp van diverse afbeeldende technieken, waaronder röntgen, CT en MRI. Hiertoe zijn 4 verschillende stations ingericht: 1 station is gewijd aan afbeeldende technieken; 1 station is gewijd aan de bouw, functie en pathologie van de bovenste luchtwegen en 2 stations zijn gewijd aan de macroscopische anatomie van longen, luchtwegen, thoraxwand en diafragma. Bij ieder station is een assistent
Leerdoel : • De student kan de uitwendige aspecten van de longen en de oriëntatie van de longen in situ beschrijven. • De student kan de bouw, ligging en functie van het diafragma, alsmede de openingen daarin op afbeeldingen aanwijzen en benoemen. • De student kan de indeling van de thoraxholte in pleuraholtes en mediastinum, alsmede de onderverdeling van het mediastinum beschrijven. • De student kan de verschillende structuren die in het mediastinum zijn gelegen in afbeeldingen herkennen en benoemen en hun onderlinge relaties beschrijven. • De student kan de pleurabladen, de pleuraholte en de verschillende recessi in afbeel dingen herkennen en benoemen. • De student kan de bouw van de trachea, de bovenste luchtwegen en de bronchiaalboom beschrijven en de onderdelen in afbeeldingen herkennen en benoemen. • De student kan de lobi en fissurae van de longen in afbeeldingen herkennen en
benoemen. • De student kan de bloedvoorziening van de longen en hun relatie met de bronchiaalboom beschrijven. • De student kan de lymfeknopen en lymfevaten op afbeeldingen herkennen. Thema Ventilatie, respiratoire insufficientie Er wordt ingegaan op de stoornissen in de ademhaling en de gevolgen daarvan worden toegelicht. Er wordt ingegaan op respiratoire insufficientie. Verder komen aan de orde de stoffen in
het externe milieu die via inhalatie invloed hebben op de long en ademhalingsstoornissen kunnen veroorzaken. Er wordt aandacht besteed aan de radiologische afwijkingen bij verschillende longziekten. Ook wordt ingegaan op het feit dat stoornissen in de circulatie van invloed zijn op de ventilatie en vice versa.
centrale rol, wat aan de hand van casuïstiek in het hoorcollege zal duidelijk gemaakt worden. Conventionele röntgenopnamen en (high resolution, CT-angiografie) CT worden casuïstisch benaderd en verder wordt de beperkte rol van echografie en MRI voor een aantal longaandoeningen belicht.
Radiologische afwijkingen bij longziekten College (45 min). In de diagnostiek en de behandeling van longziekten speelt radiologie een
Leerdoel: • De student kan aangeven welke afwijkingen op een thoraxfoto zichtbaar zijn. • De student kan de voornaam-
Docent: Dr. Hartmann
Afbeeldingstechnieken College (45 minuten).In dit college wordt aan de hand van casuïstiek de diverse afbeeldingstechnieken behandeld van nieren en urinewegen (buikoverzicht, echografie, intraveneuze pyelografie, CT, MRI, mictiecystogram, en afbeeldingsmogelijkheden van niervaten). Hierbij wordt specifiek ingegaan op de mogelijkheden en beperkingen van elk type onderzoek. Docent: Drs. Devos
ste radiologische afwijkingen relateren aan specifieke longaandoeningen. • De student kan beschrijven wat een HRCT en CTangiografie is. Thema Nierfunctie, vorm en functie De nier speelt een centrale rol bij de handhaving van het milieu interieur. Tijdens dit thema wordt de werking van de nieren uit
diverse hoeken belicht maar komt allereerst de anatomie, zowel macroscopisch als microscopisch aan bod. Om de normale anatomie begrijpelijker te maken, wordt zoveel mogelijk geprobeerd ook pathologische veranderingen te laten zien.Vervolgens wordt de manier waarop de nier omgaat met water en de daarin opgeloste stoffen en de rol daarin van de verschillende delen van het nefron behandeld.
Leerdoel: • De student is in staat een eenvoudige beschrijving te geven van afbeeldingen van nier en urinewegen zoals deze zijn verkregen met verschillende technieken, waaronder röntgen, CT, MRI, echografie, intraveneuze pyelografie, mictiecystogram en afbeeldingmogelijkheden van de niervaten • De student is in staat aan te geven wat de indicaties en contra-indicaties zijn van de hier boven vermelde afbeeldingstechnieken. Thema Nierfunctie, regulatie In dit thema ligt de nadruk op de rol van de nier in de water- en zouthuishouding. Met behulp van colleges en zelfstudieopdrachten wordt verduidelijkt hoe en waar de reabsorptie van water en natrium plaatsvindt. Ook wordt in meer detail ingegaan op de
manier waarop de nier het zuur/ base evenwicht in het lichaam (mede)bepaalt. Bij de handhaving van water/zouten zuur/base-evenwicht bestaan belangrijke interacties met respectievelijk het hart en de longen. Er wordt dan ook ruime aandacht besteed aan de integratie van de rol van nieren, hart en longen bij de handhaving van het milieu interieur. Afbeeldend onderzoek van nieren en urinewegen Vaardigheidsonderwijs (120 min). Dit is een computer gestuurd vaardigheidsonderwijs. In het eerste uur wordt je geacht individueel een aantal vragen en casussen te beantwoorden, betreffende anatomie, pathofysiologie en klinische vraagstelingen. Een casus kan bestaan uit tekst, plaatjes en/of filmpjes (met 3D beeldvorming). In het tweede uur worden de casussen interactief besproken. Docenten: arts-assistent radiologie (o.l.v. drs. Devos) en dr. Veenland Leerdoel: • De student is in staat een eenvoudige beschrijving te geven van afbeeldingen van nier en urinewegen zoals deze zijn verkregen met verschillende technieken, waaronder röntgen, CT, MRI, echografie,
mictiecystogram en intraveneuze pyelografie. Thema Kanker op weefselniveau Eerst wordt ingegaan op de rol van cel-celadhesie en cel- celextracellulaire matrixeiwit interacties bij het in stand houden van normale epithelia.De betekenis van afwijkingen in deze processen voor het ontstaan van kanker en de progressie van kanker komt aan de orde in enkele oriënterende colleges en twee in samenhang hiermee uit te voeren zelfstudieopdrachten. De diagnostiek van kanker, inclusief typeren, graderen en stadieren van kanker wordt aan de hand van de vier exemplarische ziektebeelden uitgelegd.
Toepassing van beeldvormende technieken bij diagnose en stadiumbepaling van het longcarcinoom, prostaatcarcinoom en het coloncarcinoom. College (45 min). De uitbreiding van het tumorproces zowel lokaal als op afstand kan tot op zekere hoogte worden vastgesteld met radiologische afbeeldingstechnieken zoals conventionele röntgenopnames, echografie, CT, PETCT en MRI. Deze verschillende methoden hebben hun eigen sensitiviteit en specificiteit. De uitbreiding van het tumorproces van de long, het prostaat en het colon wordt in beeld gebracht. Hierbij wordt ook ingegaan op sommige processen, deels gerelateerd aan de tumor die veranderingen kunnen teweeg brengen in de om-
geving van de tumor of in drainerende lymfeklieren, waardoor een onjuiste indruk kan ontstaan over de werkelijke uitbreiding van het tumorproces. Docent: Drs. Devos
Leerdoel: • De student kan de belangrijkste beeldvormende technieken benoemen en hun specifieke rol beschrijven bij de diagnostiek van kanker.
Thema Veroudering, voeding en vitamine, calcium- en botstofwisseling Deze week staat in het teken van veroudering, met zowel aandacht voor de biologische als de maatschappelijke aspecten. Het verouderingsproces van de mens gaat onder meer gepaard met een veranderende lichaamssamenstelling, een andere voedsel inname en meestal ook met een toename in het gebruik van geneesmiddelen. Een veranderende lichaamssamenstelling heeft gevolgen voor de homeostase van het oudere lichaam. Door een andere voedselinname neemt de kans op deficienties in de vitaminevoorziening toe. Polyfarmacie zorgt ervoor dat het risico op farmacodynamische- kinetische interacties groter is. De student bestudeert deze week de gevolgen van veroudering op de voedselinname, de calcium- en botstofwisseling en onderzoekt wat de gevolgen zijn van polyfarmacie op de ‘steady-state’concentratie van het geneesmiddel in het lichaam.
osteoporose, fracturen, osteosclerose, morbus Paget en botmetastasen worden getoond. Verschillende methoden om de dichtheid van bot te kwantificeren zoals QCT, DEXA en ultrasound passeren de revue waarbij uitgebreider wordt ingegaan op de meest gebruikte DEXA techniek. Begrippen als T-score en Z-score worden besproken, waarbij ook leeftijdsgerelateerd botverlies wordt getoond.
Klinisch onderzoek van het skelet College (45 min). Aan de hand van röntgenfoto`s wordt in dit college het radiologische aspect van normaal bot gedemonstreerd en zullen afwijkingen als toegenomen (sklerotische) en afgenomen (lytische) laesies worden getoond en toegelicht. Röntgenfoto`s van
Thema Icterus en Osteoporose Het symptoom icterus komt als verschijnsel van een aantal ziektebeelden van jong tot oud in de geneeskunde voor. De student bestudeert dit aan de hand van de pathofysiologie en etiologie van icterus. Aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek wordt het bijbehorende
Docenten: Dr. Ginai en drs. Zillikens Leerdoel: • De student kan typische röntgenologische afwijkingen van het skelet herkennen zoals een toegenomen of afgenomen botstructuur, fracturen en botlaesies als morbus Paget en botmetastasen. • De student kan de meest gebruikte methoden om botdichtheid te meten beschrijven en kan hierbij aangeven op welke wijze de botdichtheid, gemeten met DEXA in t-scores en z-scores, wordt uitgedrukt.
ziektebeeld gediagnosticeerd. Het tweede ziektebeeld dat deze week bestudeerd wordt is osteoporose. Aan de hand van colleges en zelfstudieopdrachten leert de student de belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan van osteoporotische fracturen. Daarnaast onderzoekt hij / zij de diagnostische mogelijkheden bij een patiënt die zich presenteert met een osteoporotische fractuur en bekijkt welke mogelijkheden van behandeling er voorhanden zijn. Tot slot maak de student kennis met nieuwe ontwikkelingen als case-finding en genetische determinanten van osteoporose.
Radiodiagnostiek bij icterus Zelfstudieopdracht (2 uur). In deze zelfstudieopdracht maakt men kennis met de radiologische onderzoeken die gebruikt kunnen worden in de diagnostiek bij patiënten met icterus. Indicatie stelling met betrekking tot de keuze van niet invasief onderzoek, zoals echografie, CT, MRI en MRCP komt aan bod. Daarnaast wordt er kort ingegaan op behandelingsopties door middel van ERCP en door de interventieradioloog. Vragen zullen met afbeeldingen worden geïllustreerd. Docent: Drs. Willemssen
Leerdoelen: De zelfstudieopdracht sluit aan bij de weekleerdoelen. Na het maken van deze zelfstudieopdracht kan men meer specifiek: • Op basis van de anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek adequate radiologische onderzoeken laten uitvoeren. • Het belang van de verschillende radiologische technieken aangeven voor de diagnostiek van een patiënt met icterus. • Een MRCP beeld herkennen en in grote lijnen beschrijven.
• Het belang aangeven van de operabiliteit van pancreastumoren. Thema CVA In deze week staat het ziektebeeld cerebrovasculaire aandoeningen (CVA) centraal. Naast klinische en pathologische aspecten van het CVA wordt dit ziektebeeld eveneens gebruikt om het concept lokalisatie (week 3.2.1) verder uit te werken. Ook is er in deze week aandacht voor de rol van de (neuro)radiologie voor diagnostiek en behandeling van hersenaandoeningen.
In deze week maakt de student ook een begin met het leren uitvoeren van neurologisch onderzoek. Radiologie van de hersenen College (45 min). De neuroradiologie heeft twee disciplines: diagnostiek en interventie. In de diagnostische neuroradiologie doet men radiologisch onderzoek van de hersenen door middel van computertomografie (CT), magnetische resonantie (MR) en angiografie. Tot voor kort was dit beperkt tot afbeelding van morfologie, anatomie en afwijkingen. Sinds enkele jaren kan men ook bepaalde hersenfuncties onderzoeken door middel van functionele technieken, zoals functionele MRI, perfusie CT en perfusie MRI. Bijna elke morfologische hersenaandoening is een indicatie, bijvoorbeeld: hersentumoren, vasculaire hersenaandoeningen, craniocerebraal trauma. In de interventie neuroradiologie worden hersenaandoeningen behandeld op niet-chirurgische wijze en met gebruikmaking van radiologische technieken: bijvoorbeeld: coiling van het gebarsten intracranieel aneurysma bij een subarachnoidale bloeding. De neuroradiologie is een zogenaamd tertiair specialisme: de verwijzers zijn medische specialisten en geen huisartsen. Het belang van neuroradiologie voor diagnostiek en behandeling worden tijdens dit college toegelicht.
Docenten: Drs.Tanghe en prof. dr. Koudstaal Leerdoel: • De student kan beschrijven op welke wijze neuroradiologie een bijdrage kan leveren aan het stellen van een diagnose en hiervan voorbeelden geven. • De student kan uitleggen wat de rol van de radiologie is bij verschillende interventie technieken bij hersenaandoe ningen. Interventie neuroradiologie College (45 min). In dit college worden nieuwe afbeeldingstechnieken gepresenteerd van vasculaire afwijkingen in het hoofd. Er wordt met name aandacht gegeven aan CT angiografie en de driedimensionele afbeelding van de afwijkingen intracraniele aneurysmata, arterioveneuze malformaties en CVA. Tot slot wordt ingegaan wat de mogelijkheden zijn van minimale invasieve behandeling van deze afwijkingen. Het geheel wordt begeleid door beeldmateriaal. Docent: Dr. flach Leerdoel: • De student kan beschrijven op welke wijze neuroradiologie een bijdrage kan leveren aan het stellen van een diagnose en hiervan voorbeelden geven. • De student kan uitleggen wat de rol van de radiologie is
bij verschillende interventie technieken bij hersenaandoe ningen. Neuroradiologie Vaardigheidsonderwijs (120 min). Tijdens dit vaardigheidsonderwijs bezoekt de student een aantal “stations”. Elk station heeft een bepaald doel. Voorbeelden van aanwezig materiaal bij de verschillende stations zijn: anatomische preparaten ter behandeling van de cerebrale anatomie, radiologie beelden, waarbij Magnetische Resonantie technieken (MRI) en Computer Tomografie (CT) centraal staan, patiëntencasus waarbij een link gelegd wordt tussen anatomie, klinisch beeld en diagnose.
Docent: arts assistent radiologie (olv dr. van der Lugt) en dr. Holstege Leerdoel: • De student kan in hersenplakken én op CT- en MRI-scans de belangrijkste hersenstructuren aanwijzen en kan deze kennis gebruiken om voor zichzelf een drie-dimensionaal beeld van de hersenen op te bouwen. • De student kan beschrijven op welke wijze neuroradiologie een bijdrage kan leveren aan het stellen van een diagnose en hiervan voorbeelden geven. • De student kan uitleggen wat de rol van de radiologie is bij verschillende interventie technieken bij hersenaandoe ningen.
Thema Aandoeningen van houdings- en bewegingssysteem Overbelasting In het thema ‘Aandoeningen van houdings- en bewegingssysteem’ wordt de materie op twee niveaus behandeld. Op het ene niveau dient een specifiek aspect van de aandoeningen van het houdings- en bewegingssysteem als uitgangspunt (in deze eerste week is dat de overbelasting). Op het andere niveau wordt per week een (gewrichts)regio bestudeerd (in de eerste week is dat de schouder en elleboog). De overbelastingsproblematiek wordt per week geïllustreerd met voorbeelden uit deze gewrichtsregio. In deze eerste week van het thema wordt tevens een accent gelegd op kennis vanuit de
basisvakken die nodig zijn om aandoeningen/ afwijkingen van skelet, gewrichten en spieren af te kunnen leiden of te begrijpen. Ook maakt de student kennis met het fenomeen van het (verplichte) Integratie Vaardigheidsonderwijs (IVO). Kennis van basisvakken, kliniek en het lichamelijk onderzoek van bovengenoemde (gewrichts)regio’s worden hierin geïntegreerd aangeboden. Overbelasting Intergratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student de klinische problematiek vanuit verschillende disciplines: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’ VO.2 bouwt voort op VO.1: tijdens
VO.2 verricht de student het lichamelijk onderzoek van de schouder- en elleboogregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op overbelastingsletsels. De schouder- en elleboogregio worden gebruikt om voorbeelden te geven. Vanuit de schouder- en elleboogregio worden voorbeelden van overbelastingsletsels bestudeerd. Daartoe bestudeert de student de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel) c) de musculatuur d) vascularisatie en innervatie Daarnaast komt tijdens dit vaardigheidsonderwijs de beeldvorming en de specifiek orthopedische benadering van deze letsels aan de orde. Docenten: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Bessems, drs. Meuffels en drs. Janssen Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van de schouder- en elleboogregio schematisch tekenen en kan daarbij de relevante anatomische structuren volgens de anatomische nomenclatuur benoemen. • De student kan klinisch veel voorkomende problematiek in verband brengen met de normale en pathologische structuur en functie van de schouder- en elleboogregio.
• De student kan normale en pathologische structuren binnen de schouder- en elleboogregio onderscheiden op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de orthopedisch-chirurgische benadering van schouder-elleboog problematiek uitleggen en verklaren. • De student kan de zenuwen en bloedvaten in de schouder- en elleboogregio benoemen. • De student kan vanuit de normale bouw en functie van de schouder- en elleboogregio verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. De harde val Deze week is gericht op de traumatologie van het houdings- en bewegingssysteem, waarbij het vaak gaat het om fracturen. Toch kan een verstuiking of kneuzing ook vaak zeer veel pijn en ongemak veroorzaken en er voor zorgen dat het ‘slachtoffer’ in meerdere of mindere mate gehandicapt is. Zoals te begrijpen valt ligt het accent van deze week op de chirurgische benadering/aanpak van het trauma aan het houdingsen bewegingssysteem. Hierdoor wordt ook in deze week veel aandacht geschonken aan de functionele en chirurgische anatomie en aan de radiologie.
De harde val Intergratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’. VO.2 bouwt voort op VO.1 en behandelt deze week het lichamelijk onderzoek van de knie-, onderbeen- en enkelregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op traumatologie. De voorbeelden van dit soort letsel worden ontleend aan de knie-, onderbeen- en enkelregio. Daarbij wordt de (functionele) anatomie bestudeerd van: a) de benige elementen van de
gewrichten in deze regio b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel) c) de musculatuur d) vascularisatie en innervatie Daarnaast komt tijdens dit vaardigheidsonderwijs beeldvorming en de specifiek traumatologische benadering van deze letsels aan de orde. Docenten: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Bessems, drs. Meuffels en drs. Janssen Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van de knie- en enkelregio schematisch tekenen en daarbij de relevante structuren benoemen volgens
de anatomische nomenclatuur. • De student kan de relatie tussen bouw en functie van de knie- en enkelregio verklaren. • De student kan klinisch veel voorkomende problematiek verklaren op basis van normale/ pathologische bouw en functie van de knie- en enkelregio. • De student kan zenuwen en bloedvaten in de knie- en enkelregio benoemen en vanuit de normale bouw en functie verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. • De student kan verschillen en gelijkenissen tussen normale en pathologische structuren van de knie-en enkelregio onderscheiden op basis van
beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de orthopedische en/of traumatologische benadering van knie- en enkelproblematiek uitleggen en verklaren. Gezwollen gewrichten Klachten van het bewegingsapparaat komen veelvuldig voor. Soms berusten deze klachten op een artritis en worden ze gekenmerkt door één of meerdere pijnlijke, gezwollen gewrichten met veelal een beperkte functie. De oorzaken van gewrichtsontsteking zijn divers. Meestal kan een indeling worden gemaakt in acute of chronische artritis en helpt het verdelingspatroon (mono-, oligoof polyarticulair, plaats van de
artritis) de arts in het stellen van een diagnose. In deze week komen diverse aspecten van artritis aan bod. In de hoorcolleges en patiëntendemonstraties maakt de student kennis met twee vormen van acute artritis (septische artritis en kristalartritis). Tevens wordt ingegaan op het onderzoek van de hand, leert men over pijnmechanismen en behandeling bij artritis en wordt besproken wat er kan worden gedaan als de gewrichten door een artritis beschadigd zijn. Tijdens het vaardigheidsonderwijs komt de anatomie van de hand en de voet aan bod, de (reconstructief) chirurgische aspecten van artritis aan hand en voetgewrichten en kan men kennis maken met gewrichtsonderzoek bij echte patiënten met reumatoïde artritis. Zowel in het vaardigheidsonderwijs als in de zelfstudieopdrachten wordt dieper ingegaan op de theoretische achtergrond en het gebruik van hulpmiddelen bij patiënten met functiebeperkingen van het bewegingsapparaat. Door middel van de zelfstudieopdrachten verdiept men zich in de immunologische achtergrond van reumatoïde artritis. Ook leert men ,door het maken van een aantal casus, de differentiaaldiagnose uit te werken van een mono-artritis. Tenslotte wordt ingegaan op twee verschillende beelden waarbij gezwollen gewrichten kunnen voorkomen, namelijk het complex regionaal pijnsyndroom en peesontstekingen.
Gezwollen gewrichten Integratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’. VO.2 is daarom geïntegreerd met VO.1, hier verricht de student het lichamelijk onderzoek van handen voetregio’s. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op de reumatische aandoeningen. Hand en voet (de ‘kleine gewrichten’) dienen ter illustratie van dit soort aandoe ningen. Daartoe bestudeert men de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio; b) de ligamentaire structuren (inclusief gewrichtskapsel); c) de musculatuur; d) vascularisatie en innervatie. Daarnaast zal tijdens dit vaardigheidsonderwijs de specifiek plastisch-chirurgische benadering van deze letsels aan de orde komen. In het tweede gedeelte van de ochtend (= VO.2) zal onderzoek van de hand- en voetgewrichtjes worden gedemonstreerd met behulp van patiënt-docenten met reumatoïde artritis. Docent: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Coert en dr. Barendregt
Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van hand en voet schematisch tekenen en daarbij de structuren benoemen volgens de anatomische nomenclatuur. • De student kan de relatie tussen bouw en functie van de hand- en voetgewrichten verklaren. • De student kan zenuwen en bloedvaten in de hand- en voetregio benoemen en functiestoornissen van zenuwen en vaten vanuit de normale bouw en functie verklaren. • De student kan veel voorkomende klinische problemen opsommen en verklaren op basis van normale en pathologische structuur en functie van de hand- en voetregio.
• De student kan het onderscheid tussen normale en pathologische structuren beschrijven op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de plastischchirurgische/orthopedische benadering van hand- en voetproblematiek beschrijven. Oud en stram In een tijd waarin vergrijzing een factor is, waarmee terdege rekening gehouden dient te worden als het gaat om capaciteit van de gezondheidszorg, is het van groot belang om kennis te hebben van degeneratieve aandoeningen van het houdings- en bewegingssysteem. In deze week komen dit soort aandoeningen ruimschoots aan de orde. Niet alleen
de arthroplastieken (bijvoorbeeld die van de heup) als therapievorm maar ook de medicinale en fysiotherapeutische maatregelen komen aan de orde. Oud en stram Intergratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’. VO.2 is daarom geïntegreerd met VO.1, hier verricht de student het lichamelijk onderzoek van de knie-, onderbeen- en enkelregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op de degeneratieve aandoeningen. Heup en bovenbeen dienen ter illustratie van dit soort aandoeningen. Daartoe bestudeert men de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel) c) de musculatuur d) vascularisatie en innervatie Daarnaast komt tijdens dit vaardigheidsonderwijs de beeldvorming en de specifiek orthopedische benadering van deze letsels aan de orde. Docent: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Bessems, drs. Meuffels en drs. Janssen
Leerdoel: • De student kan klinisch veel voorkomende problematiek verklaren op basis van normale/ pathologische bouw en functie de heup- en bovenbeenregio. • De student kan de orthopedische en/of traumatologische benadering van heup en bovenbeenproblematiek uitleggen en verklaren. • De student kan de (driedimensionale) bouw van de heup en bovenbeenregio schematisch tekenen en daarbij de relevante structuren benoemen volgens de anatomische nomenclatuur. • De student kan de relatie tussen bouw en functie van de heup en bovenbeen verklaren. • De student kan zenuwen en bloedvaten in de heup- en bovenbeen regio benoemen en vanuit de normale bouw en functie verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. • De student kan verschillen en gelijkenissen tussen normale en pathologische structuren onderscheiden op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. Pijn in de rug Rugklachten vormen een groot maatschappelijk en economisch probleem. Van alle oorzaken van arbeidsongeschiktheid staan deze klachten op nr. 1. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
digheidsonderwijs de specifiek orthopedische en revalidatiegeneeskundige benadering van deze letsels aan de orde. Docent: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, prof. dr. Stam, drs. Janssen en drs. Meuffels
veel aandacht besteed wordt aan de bestrijding van rugklachten. Naast inzicht en kennis van de mechanismen die rugklachten kunnen veroorzaken is het ook van groot belang een schifting te kunnen maken tussen zinnige en onzinnige therapievormen; wat is evidence based en wat niet. Beide aspecten van rugklachten en hun therapievormen komen in deze week aan de orde. Pijn in de rug Integratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch
preparaat naar patiënt’. VO.2 is daarom geïntegreerd met VO.1, hier verricht de student het lichamelijk onderzoek van de rugen bekkenregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op aspecifieke aandoeningen; aandoeningen waarvoor geen direct aanwijsbare oorzaak is. Vanuit de rug- en bekkengewrichten bestudeert men voorbeelden van dit soort aandoe ningen. Daartoe bestudeert men de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio; b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel); c) de musculatuur; d) vascularisatie en innervatie. Daarnaast komt tijdens dit vaar-
Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van de rug- en bekkenregio schematisch tekenen en kan daarbij de structuren benoemen volgens de anatomische nomenclatuur. • De student kan de functie aangeven van de anatomische structuren van de rug- en bekkenregio. • De student kan klinisch veel voorkomende problemen opsommen en verklaren op basis van normale en pathologische structuur en functie van de rugen bekkenregio. • De student kan zenuwen en bloedvaten in deze regio benoemen en vanuit de normale bouw en functie van zenuwen en bloedvaten verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. • De student kan normale en pathologische structuren onderscheiden op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de orthopedische en revalidatiegeneeskundige benadering van rug en bekken problematiek beschrijven.
Thema Acute Geneeskunde II In deze week ligt de nadruk op acute geneeskunde. Aan de orde komen letsels van de weke delen, opvang van acuut zieke zuigeling en en kleuters en zowel metabole als psychische stoornissen. De student bestudeert in de zelfstudieopdrachten uiteenlopende voorbeelden van acute klinische symptomen. In het vaardigheidsonderwijs leer men de principes van de acute diagnostiek en wondverzorging. De twee zelfstudieopdrachten uit de eerste week worden met docenten uitgewerkt en besproken. Acute (radio)diagnostiek Vaardigheidsonderwijs (120 min). Tijdens dit vaardigheidsonderwijs bestudeert de student
een aantal casus. Aan de hand van probleemstellingen bij diverse patiënten probeert hij / zij hierop antwoord te vinden door op de computer in diverse vlakken (sagitaal, coronaal en axiaal) door het lichaam te scrollen (en het window eventueel aan te passen). Tegelijkertijd worden de vragen met betrekking tot de anatomie en pathologie beantwoord. Docenten: Arts-assistent radiologie (o.l.v. drs. Verhees) en dr. Veenland Leerdoel: • Welke beeldvormende middelen en wanneer deze worden gebruikt tijdens de trauma opvang.
Acute radiologie College (45 min). Radiologie speelt een belangrijke rol in de benadering van en het in kaart brengen van acute geneeskunde. Waaruit mede een behandelplan wordt opgesteld. Het college beschrijft de plaats van de radiologie in de verschillende fasen van trauma opvang. “1 diamant 5 minutes en 2 golden hour”. Het beschrijft de rol van screenende beeldvorming in de eerste fase en gerichte beeldvorming in de tweede fase. Tevens komen de verscheidende modaliteiten aanbod met voorbeelden en positie in de verschillende fasen. Docenten: Drs. Verhees Leerdoel: • De positie en noodzaak van de radiologie bij trauma opvang. • Hoe de benadering van een trauma vanuit de beeldvorming is. • Welke beeldvormende middelen en wanneer deze worden gebruikt tijdens de trauma opvang.
SLOTWOORD D
e afdeling radiologie probeert door middel van colleges, (integratie-) vaardigheidsonderwijs, zelfstudie opdrachten en coschappen een zo breed mogelijk overzicht van mogelijkheden en toepassingen van afbeeldingstechnieken aan te bieden. Helaas is nu het aanbod nog onvolledig. Zo is bijvoorbeeld, tijdens dit schrijven, de rol van de radioloog bij aandoeningen van de lever of van het kind vooralsnog onderbelicht en zijn ook de toepassingen van de interventionele technieken nog niet voldoende bekend bij de student.
Onderwijs is echter een dynamisch gebeuren en er wordt hard gewerkt om dit te verbeteren en uit te breiden. Bovendien wordt er een pad van nieuwe onderwijsmethoden ingeslagen. Zo is het elektronische onderwijs, e-learning, bezig aan een steile opmars als welgekomen aanvulling op de klassieke colleges. De afdeling radiologie ziet de toekomst van het onderwijs meer en meer elektronisch, interactief en praktijkgericht waar de studenten hun vaardigheden zelf kunnen oefenen.
Radiologie is een dynamische en actieve afdeling waar onderwijs en zelfontplooing hoog in het vaandel staan. Kortom een afdeling die studenten veel kan bieden. Open je ogen, wordt Radioloog! Annick Devos Onderwijscoordinator Radiologie
INHOUD 1 2 3 4
Voorwoord
Introductie
Organisatie
Overzicht radiologie onderwijs per thema
5
Slotwoord
VOORWOORD D
e afdeling radiologie van het Erasmus MC is niet alleen de grootste afdeling radiologie van Nederland, maar heeft ook de ambitie om zich te gaan ontwikkelen tot een van de meest vooraanstaande radiologie afdelingen in West-Europa. Deze ambitie omvat de drie kerntaken van een universitair medisch centrum: patiëntenzorg, onderzoek en opleiding en onderwijs. De doelen van de afdeling radiologie zijn omschreven in de strategienota radiologie “een excellente afdeling radiologie te worden die in de grote regio het kennis en expertise centrum, zowel met betrekking tot patiëntenzorg, onderwijs, opleiding en research bij uitstek moet zijn en dat zich kan meten met vergelijkbare
ziekenhuizen in West-Europa”. Bij dit ambitieniveau hoort ook het opleiden van basisartsen en met name het geven van onderwijs binnen het basis curriculum van de geneeskundige studenten. De docenten vanuit de afdeling radiologie, die bij dit onderwijs betrokken zijn, proberen hun best te doen om de inhoud, de organisatie en het niveau van het radiologie onderwijs continue te verbeteren. Het eerste product op deze weg is het onderhavige onderwijsboekje. Onder leiding van onze onderwijscoördinator, drs. Annick Devos, en met daadkrachtige hulp van vele anderen binnen de afdeling is een inventarisatie en beschrijving van onze activiteiten gemaakt. Voor onze medisch studenten zal dit een hulpmiddel zijn om de inhoud en de doelen
van ons onderwijs te begrijpen. Daarbij zal de rode draad, die vanaf het eerste tot het zesde jaar van het medisch curriculum loopt, dit verder duidelijk maken. Het zal tevens een leidraad zijn voor onze afdeling en met name onze docenten om continue aan de optimalisatie van het onderwijs een bijdrage te kunnen blijven leveren. Het zal hopelijk iedereen binnen en buiten de afdeling oproepen om kritische kanttekeningen te plaatsen of om ook een keer een positieve waardering over onze inspanningen uit te spreken. Wat mij betreft ben ik ontzettend dankbaar en ook trots op het hier gepresenteerde onderwijsboekje. Gabriel P. Krestin Februari 2008
INTRODUCTIE D
e radioloog is niet meer weg te denken uit de moderne medische praktijk. Nieuwe en accuratere CT en MRI technieken binnen de diverse radiologische aandachtsgebieden volgen elkaar snel op. Zo zijn bijvoorbeeld cardiale beeldvorming en technieken van de neuroradiologie sterk in opmars en lijkt de moleculaire beeldvorming veelbelovend. Ook de interventionele radiologie is een snelgroeiende techniek die een steeds meer vooraanstaande positie krijgt en vaak open chirurgische procedures vervangt. Dit alles oefent een grote aantrekkingskracht uit op medische studenten. De afdeling radiologie wil goed en stimulerend onderwijs geven zodat de ene student dermate enthousiast wordt om de oplei-
ding tot radioloog aan te vatten en de andere student geprikkeld wordt om zijn / haar kennis uit te breiden en deze optimaal aan te wenden in de dagelijkse praktijk.
Het radiologieonderwijs, aangeboden aan de Erasmus Universiteit bestaat uit colleges en praktische trainingen tijdens de theoretisch opleidingsjaren en vervolgens uit een week stage op de afdelingen zelf tijdens de klinische fase. De colleges geven basisinformatie over beeldvormende technieken, de indicaties maar ook de beperkingen ervan, dit alles in het kader van een specifieke klinische vraagstelling. Tijdens het eerste college wordt ingegaan op de fysica van de verschillende beeldvormende technieken, zowel van de conven-
tionele als die van de nieuwere technieken zoals CT en MRI en op radioprotectie. Het doel van dit college is om aan elke arts (basis)begrippen bij te brengen van de technieken die in de klinische praktijk worden aangewend. In de overige 7 colleges (longziekten, nieren en urinewegen, diagnose en stadiumbepalingen van tumoren, skelet, hersenen, neuro-interventie en acute radiologie) wordt aandacht besteed aan de radiologische anatomie van de desbetreffende organen en worden klinische problemen geïllustreerd aan de hand van conventionele en nieuwere radiologische technieken (CT, MRI, US, PET). Voor de praktische trainingen worden de studenten in kleinere groepen ingedeeld en intensiever begeleid. Dit wordt zeer gewaar-
deerd. De afdeling radiologie brengt deze trainingen onder de vorm van integratievaardigheidsonderwijs (waar klinische problemen worden benaderd vanuit verschillende disciplines), vaardigheidsonderwijs en zelfstudieopdrachten. Tijdens deze trainingen gaan de studenten zelf aan de slag, onder toeziend oog van een radioloog of radioloog in opleiding. Het onderwijs is meestal computergestuurd. De radiologische anatomie wordt nogmaals belicht en er wordt getoond hoe deze goed afgebeeld kan worden met de juiste technieken. De studenten worden geacht klinische problemen aan de hand van radiologische technieken op te lossen en de resultaten daarvan te interpreteren. Het AKTEco-schap op de afdeling radiologie duurt 1 week. De
leerdoelen tijdens deze week zijn het correct invullen van een aanvraagformulier, de mogelijkheden en beperkingen van alle radiologische technieken kunnen benoemen, de radiologische anatomie oefenen en enkele ziektebeelden kunnen herkennen op radiologische beelden. Tijdens dit co-schap volgt de co-assistent ’s ochtends een arts-assistent of stafarts tijdens zijn / haar klinische werk. De co-assistent wordt op bijna alle aandachtsgebieden en technieken ingedeeld zodat deze een goed beeld zou krijgen van de werkzaamheden van de radioloog. In de namiddag zijn er interactieve colleges waarin o.a. nader ingegaan wordt op het correct invullen van een (radiologisch) aanvraagformulier en wordt een systematiek aangeboden om conventionele röntgenopnamen
en in beperkte mate ook CT en MRI beelden te beoordelen en resultaten te interpreteren. De afdeling radiologie biedt uiteindelijk nog een Keuzeco-schap, Oudsteco-schap en Keuzeonderzoek aan. Voor deze co-schappen blijft de co-assistent respectievelijk 3 à 4 weken of 12 weken op de afdeling. Deze co-schappen zijn bedoeld voor alle geïnteresseerden inclusief toekomstige sollicitanten. Tijdens deze weken komt de coassistent, naar eigen keuze, in aanraking met 1 aandachtsgebied of met een combinatie van meerdere aandachtsgebieden. Op het einde van dit co-schap presenteert de keuzeco of oudsteco een casus die hij / zij heeft uitgewerkt onder begeleiding van een stafarts. Bijzonder aan het Oudstecoschap is dat de co-assistent, na
het interpreteren van de beelden en de nabespreking ervan met de radioloog zelf het verslag maakt. Er is een diversiteit aan keuzeonderzoek in verschillende aandachtsgebieden. Onderwerpen zijn te vinden op de website en op het Blackboard. De afdeling radiologie hoopt de studenten enthousiast te maken voor het vak van radioloog en wil ze graag verwelkomen op de afdeling. Annick Devos Onderwijscoördinator Radiologie
ORGANISATIE vlnr.: Prof. dr. Krestin, Wendy de Jong, drs. Annick Devos, drs. E.A.J. Schoonen
D
OVERZICHT e studie Geneeskunde bevat een theoretisch deel en een praktisch deel (‘’co-schappen). De theoretische opleiding is opgedeeld in thema’s. Radiologie komt aan bod in meerdere van deze thema’s. Hiervan volgt een korte samenvatting, zoals die ook terug te vinden is deels in het Themaboek Erasmusarts 2007.
Thema Circulatie, vorm en functie Structuur en (dis)functie van harten vaatsysteem worden bestudeerd. Onder andere aan de hand van afbeeldingstechnieken wordt ingegaan op de macroscopische bouw van het hart- en vaatstelsel. Afbeeldingstechnieken College (45 min). In het college wordt ingegaan op vier in de kliniek veelgebruikte beeldvormende technieken, te weten röntgen, CT, Echografie en MR. Van al deze technieken wordt besproken hoe de beeldvorming tot stand komt, de fysische basisprincipes dus. Daarbij wordt ook een beetje op de geschiedenis ingegaan, de ontdekking van de röntgenstralen bijvoorbeeld. Daarnaast wordt verteld wat de voordelen en nadelen van de verschillende technieken zijn. Hier wordt iets meer nadruk op gelegd dan op de fysische principes. Het college is uiteindelijk bedoeld voor eerstejaars clinici. Het gaat er om dat ze in principe weten wat de achterliggende
beginselen zijn, maar belangrijker is hoe de technieken in de praktijk te gebruiken. Wanneer doe je een CT en wanneer een MR. Wat zijn de verschillende systeemsettings waarin een keuze gemaakt moet worden. Verder worden verschillende toepassingen van röntgen, echografie, MR en CT getoond. De verschillende apparaten dus, en waar ze hoofdzakelijk voor gebruikt worden binnen het totale klinische spectrum. Tenslotte worden er veel voorbeeldplaatjes getoond. Docent: Dr. ir. Vrooman of prof. dr. Krestin Leerdoel: • De student kan bij de diverse afbeeldingstechnieken aangeven van welke fysische principes gebruik wordt gemaakt en deze principes beschrijven. • De student weet wat de indicaties en contra-indicaties van de hierboven genoemde technieken zijn. • De student weet naar gelang de kliniek van de patiënt wanneer een röntgenopname, CT, echografie en MR aan te vragen. Nieuwe ontwikkelingen in de cardiovasculaire radiologie Lectio magistralis (45 min). De cardiovasculaire radiologie is een subspecialisme binnen de radiologie dat zich bezighoudt met ener-
zijds diagnostische beeldvorming van hart en vaten en anderzijds met minimale invasieve therapie. In deze LM wordt aandacht besteed aan de ontwikkelingen op het gebied van niet-invasieve beeldvorming met magnetic resonance imaging en de multi slice spiral computed tomography en op het gebied van therapie, o.a.stents. Docent: Prof. dr. Pattynama Echografie Vaardigheidsonderwijs (120 min). Echografie is een van de methoden om het inwendige lichaam in beeld te brengen. Dit vaardigheidsonderwijs bestaat uit 2 delen. In het eerste deel maken de studenten kennis met de theorie van echografie en in het 2de deel krijgen zij de gelegenheid om met apparatuur, geleend in de kliniek, bij zichzelf en medestudenten diverse echobeelden te bekijken, bijvoorbeeld van nieren, lever, hart, bloedvaten en pezen, etc. Docenten: Drs. van Riel (eerste deel, 60 min) en arts-ass radiologie (tweede deel, 60min)(olv. drs. Devos) Leerdoel: • De student kan mogelijkheden en beperkingen noemen van echografie. • De student kan bij de diverse afbeeldingstechnieken aange-
ven van welke fysische principes gebruik wordt gemaakt en deze principes beschrijven. • De student kan het principe van de Doppler snelheidsmeting van de bloedstroom uitleggen. • De student kan zich oriënteren in afbeeldingen van hart, grote vaten en buikorganen. Fysische principes van de klinische beeldvorming Zelfstudie opdracht (neemt 5 uur in beslag). In de medische praktijk is de diagnose van patiënten heel vaak gebaseerd op afbeeldingen van delen van het lichaam of van organen. De afbeeldingen staan op het beeldscherm of op foto’s. De beelden brengen anatomische structuren of functionele processen in beeld. Voor interpretatie van de beelden is het van belang enige kennis te hebben van de wijze waarop beeldvorming tot stand komt. In deze zelfstudie opdracht worden een aantal afbeeldingstechnieken behandeld (röntgen, CT, nucleaire beeldvorming, MRI en echografie). Docenten: Drs. van Riel en Dr. Ir. Vrooman Leerdoel: • De student kan bij de diverse afbeeldingstechnieken aangeven van welke fysische principes gebruik wordt gemaakt en deze principes beschrijven.
• De student kan het principe van de Doppler snelheidsmeting van de bloedstroom uitleggen.
(radioloog, KNO-arts of anatoom) aanwezig om de aanwezige preparaten te demonstreren en vragen te beantwoorden.
Thema Ventilatie, vorm en functie Er wordt besproken wat normale en abnormale bevindingen zijn bij het onderzoek van de longen. Om de pathologische afwijkingen beter te kunnen begrijpen wordt allereerst de normale anatomie van longen en luchtwegen, zowel op macroscopisch als op microscopisch niveau, besproken. Ook wordt ingegaan op de afbeeldingstechnieken van de borstkas.
Docent: Arts-assistent radiologie (olv dr. Hartmann)
Macroscopie: longen en luchtwegen Vaardigheidsonderwijs (120 min). Het vaardigheidsonderwijs heeft als doel de student een beter inzicht te geven in de driedimensionale structuur van de longen en de luchtwegen, inclusief de larynx en de wijze waarop deze structuren zichtbaar worden met behulp van diverse afbeeldende technieken, waaronder röntgen, CT en MRI. Hiertoe zijn 4 verschillende stations ingericht: 1 station is gewijd aan afbeeldende technieken; 1 station is gewijd aan de bouw, functie en pathologie van de bovenste luchtwegen en 2 stations zijn gewijd aan de macroscopische anatomie van longen, luchtwegen, thoraxwand en diafragma. Bij ieder station is een assistent
Leerdoel : • De student kan de uitwendige aspecten van de longen en de oriëntatie van de longen in situ beschrijven. • De student kan de bouw, ligging en functie van het diafragma, alsmede de openingen daarin op afbeeldingen aanwijzen en benoemen. • De student kan de indeling van de thoraxholte in pleuraholtes en mediastinum, alsmede de onderverdeling van het mediastinum beschrijven. • De student kan de verschillende structuren die in het mediastinum zijn gelegen in afbeeldingen herkennen en benoemen en hun onderlinge relaties beschrijven. • De student kan de pleurabladen, de pleuraholte en de verschillende recessi in afbeel dingen herkennen en benoemen. • De student kan de bouw van de trachea, de bovenste luchtwegen en de bronchiaalboom beschrijven en de onderdelen in afbeeldingen herkennen en benoemen. • De student kan de lobi en fissurae van de longen in afbeeldingen herkennen en
benoemen. • De student kan de bloedvoorziening van de longen en hun relatie met de bronchiaalboom beschrijven. • De student kan de lymfeknopen en lymfevaten op afbeeldingen herkennen. Thema Ventilatie, respiratoire insufficientie Er wordt ingegaan op de stoornissen in de ademhaling en de gevolgen daarvan worden toegelicht. Er wordt ingegaan op respiratoire insufficientie. Verder komen aan de orde de stoffen in
het externe milieu die via inhalatie invloed hebben op de long en ademhalingsstoornissen kunnen veroorzaken. Er wordt aandacht besteed aan de radiologische afwijkingen bij verschillende longziekten. Ook wordt ingegaan op het feit dat stoornissen in de circulatie van invloed zijn op de ventilatie en vice versa.
centrale rol, wat aan de hand van casuïstiek in het hoorcollege zal duidelijk gemaakt worden. Conventionele röntgenopnamen en (high resolution, CT-angiografie) CT worden casuïstisch benaderd en verder wordt de beperkte rol van echografie en MRI voor een aantal longaandoeningen belicht.
Radiologische afwijkingen bij longziekten College (45 min). In de diagnostiek en de behandeling van longziekten speelt radiologie een
Leerdoel: • De student kan aangeven welke afwijkingen op een thoraxfoto zichtbaar zijn. • De student kan de voornaam-
Docent: Dr. Hartmann
Afbeeldingstechnieken College (45 minuten).In dit college wordt aan de hand van casuïstiek de diverse afbeeldingstechnieken behandeld van nieren en urinewegen (buikoverzicht, echografie, intraveneuze pyelografie, CT, MRI, mictiecystogram, en afbeeldingsmogelijkheden van niervaten). Hierbij wordt specifiek ingegaan op de mogelijkheden en beperkingen van elk type onderzoek. Docent: Drs. Devos
ste radiologische afwijkingen relateren aan specifieke longaandoeningen. • De student kan beschrijven wat een HRCT en CTangiografie is. Thema Nierfunctie, vorm en functie De nier speelt een centrale rol bij de handhaving van het milieu interieur. Tijdens dit thema wordt de werking van de nieren uit
diverse hoeken belicht maar komt allereerst de anatomie, zowel macroscopisch als microscopisch aan bod. Om de normale anatomie begrijpelijker te maken, wordt zoveel mogelijk geprobeerd ook pathologische veranderingen te laten zien.Vervolgens wordt de manier waarop de nier omgaat met water en de daarin opgeloste stoffen en de rol daarin van de verschillende delen van het nefron behandeld.
Leerdoel: • De student is in staat een eenvoudige beschrijving te geven van afbeeldingen van nier en urinewegen zoals deze zijn verkregen met verschillende technieken, waaronder röntgen, CT, MRI, echografie, intraveneuze pyelografie, mictiecystogram en afbeeldingmogelijkheden van de niervaten • De student is in staat aan te geven wat de indicaties en contra-indicaties zijn van de hier boven vermelde afbeeldingstechnieken. Thema Nierfunctie, regulatie In dit thema ligt de nadruk op de rol van de nier in de water- en zouthuishouding. Met behulp van colleges en zelfstudieopdrachten wordt verduidelijkt hoe en waar de reabsorptie van water en natrium plaatsvindt. Ook wordt in meer detail ingegaan op de
manier waarop de nier het zuur/ base evenwicht in het lichaam (mede)bepaalt. Bij de handhaving van water/zouten zuur/base-evenwicht bestaan belangrijke interacties met respectievelijk het hart en de longen. Er wordt dan ook ruime aandacht besteed aan de integratie van de rol van nieren, hart en longen bij de handhaving van het milieu interieur. Afbeeldend onderzoek van nieren en urinewegen Vaardigheidsonderwijs (120 min). Dit is een computer gestuurd vaardigheidsonderwijs. In het eerste uur wordt je geacht individueel een aantal vragen en casussen te beantwoorden, betreffende anatomie, pathofysiologie en klinische vraagstelingen. Een casus kan bestaan uit tekst, plaatjes en/of filmpjes (met 3D beeldvorming). In het tweede uur worden de casussen interactief besproken. Docenten: arts-assistent radiologie (o.l.v. drs. Devos) en dr. Veenland Leerdoel: • De student is in staat een eenvoudige beschrijving te geven van afbeeldingen van nier en urinewegen zoals deze zijn verkregen met verschillende technieken, waaronder röntgen, CT, MRI, echografie,
mictiecystogram en intraveneuze pyelografie. Thema Kanker op weefselniveau Eerst wordt ingegaan op de rol van cel-celadhesie en cel- celextracellulaire matrixeiwit interacties bij het in stand houden van normale epithelia.De betekenis van afwijkingen in deze processen voor het ontstaan van kanker en de progressie van kanker komt aan de orde in enkele oriënterende colleges en twee in samenhang hiermee uit te voeren zelfstudieopdrachten. De diagnostiek van kanker, inclusief typeren, graderen en stadieren van kanker wordt aan de hand van de vier exemplarische ziektebeelden uitgelegd.
Toepassing van beeldvormende technieken bij diagnose en stadiumbepaling van het longcarcinoom, prostaatcarcinoom en het coloncarcinoom. College (45 min). De uitbreiding van het tumorproces zowel lokaal als op afstand kan tot op zekere hoogte worden vastgesteld met radiologische afbeeldingstechnieken zoals conventionele röntgenopnames, echografie, CT, PETCT en MRI. Deze verschillende methoden hebben hun eigen sensitiviteit en specificiteit. De uitbreiding van het tumorproces van de long, het prostaat en het colon wordt in beeld gebracht. Hierbij wordt ook ingegaan op sommige processen, deels gerelateerd aan de tumor die veranderingen kunnen teweeg brengen in de om-
geving van de tumor of in drainerende lymfeklieren, waardoor een onjuiste indruk kan ontstaan over de werkelijke uitbreiding van het tumorproces. Docent: Drs. Devos
Leerdoel: • De student kan de belangrijkste beeldvormende technieken benoemen en hun specifieke rol beschrijven bij de diagnostiek van kanker.
Thema Veroudering, voeding en vitamine, calcium- en botstofwisseling Deze week staat in het teken van veroudering, met zowel aandacht voor de biologische als de maatschappelijke aspecten. Het verouderingsproces van de mens gaat onder meer gepaard met een veranderende lichaamssamenstelling, een andere voedsel inname en meestal ook met een toename in het gebruik van geneesmiddelen. Een veranderende lichaamssamenstelling heeft gevolgen voor de homeostase van het oudere lichaam. Door een andere voedselinname neemt de kans op deficienties in de vitaminevoorziening toe. Polyfarmacie zorgt ervoor dat het risico op farmacodynamische- kinetische interacties groter is. De student bestudeert deze week de gevolgen van veroudering op de voedselinname, de calcium- en botstofwisseling en onderzoekt wat de gevolgen zijn van polyfarmacie op de ‘steady-state’concentratie van het geneesmiddel in het lichaam.
osteoporose, fracturen, osteosclerose, morbus Paget en botmetastasen worden getoond. Verschillende methoden om de dichtheid van bot te kwantificeren zoals QCT, DEXA en ultrasound passeren de revue waarbij uitgebreider wordt ingegaan op de meest gebruikte DEXA techniek. Begrippen als T-score en Z-score worden besproken, waarbij ook leeftijdsgerelateerd botverlies wordt getoond.
Klinisch onderzoek van het skelet College (45 min). Aan de hand van röntgenfoto`s wordt in dit college het radiologische aspect van normaal bot gedemonstreerd en zullen afwijkingen als toegenomen (sklerotische) en afgenomen (lytische) laesies worden getoond en toegelicht. Röntgenfoto`s van
Thema Icterus en Osteoporose Het symptoom icterus komt als verschijnsel van een aantal ziektebeelden van jong tot oud in de geneeskunde voor. De student bestudeert dit aan de hand van de pathofysiologie en etiologie van icterus. Aan de hand van anamnese en lichamelijk onderzoek wordt het bijbehorende
Docenten: Dr. Ginai en drs. Zillikens Leerdoel: • De student kan typische röntgenologische afwijkingen van het skelet herkennen zoals een toegenomen of afgenomen botstructuur, fracturen en botlaesies als morbus Paget en botmetastasen. • De student kan de meest gebruikte methoden om botdichtheid te meten beschrijven en kan hierbij aangeven op welke wijze de botdichtheid, gemeten met DEXA in t-scores en z-scores, wordt uitgedrukt.
ziektebeeld gediagnosticeerd. Het tweede ziektebeeld dat deze week bestudeerd wordt is osteoporose. Aan de hand van colleges en zelfstudieopdrachten leert de student de belangrijkste risicofactoren voor het ontstaan van osteoporotische fracturen. Daarnaast onderzoekt hij / zij de diagnostische mogelijkheden bij een patiënt die zich presenteert met een osteoporotische fractuur en bekijkt welke mogelijkheden van behandeling er voorhanden zijn. Tot slot maak de student kennis met nieuwe ontwikkelingen als case-finding en genetische determinanten van osteoporose.
Radiodiagnostiek bij icterus Zelfstudieopdracht (2 uur). In deze zelfstudieopdracht maakt men kennis met de radiologische onderzoeken die gebruikt kunnen worden in de diagnostiek bij patiënten met icterus. Indicatie stelling met betrekking tot de keuze van niet invasief onderzoek, zoals echografie, CT, MRI en MRCP komt aan bod. Daarnaast wordt er kort ingegaan op behandelingsopties door middel van ERCP en door de interventieradioloog. Vragen zullen met afbeeldingen worden geïllustreerd. Docent: Drs. Willemssen
Leerdoelen: De zelfstudieopdracht sluit aan bij de weekleerdoelen. Na het maken van deze zelfstudieopdracht kan men meer specifiek: • Op basis van de anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek adequate radiologische onderzoeken laten uitvoeren. • Het belang van de verschillende radiologische technieken aangeven voor de diagnostiek van een patiënt met icterus. • Een MRCP beeld herkennen en in grote lijnen beschrijven.
• Het belang aangeven van de operabiliteit van pancreastumoren. Thema CVA In deze week staat het ziektebeeld cerebrovasculaire aandoeningen (CVA) centraal. Naast klinische en pathologische aspecten van het CVA wordt dit ziektebeeld eveneens gebruikt om het concept lokalisatie (week 3.2.1) verder uit te werken. Ook is er in deze week aandacht voor de rol van de (neuro)radiologie voor diagnostiek en behandeling van hersenaandoeningen.
In deze week maakt de student ook een begin met het leren uitvoeren van neurologisch onderzoek. Radiologie van de hersenen College (45 min). De neuroradiologie heeft twee disciplines: diagnostiek en interventie. In de diagnostische neuroradiologie doet men radiologisch onderzoek van de hersenen door middel van computertomografie (CT), magnetische resonantie (MR) en angiografie. Tot voor kort was dit beperkt tot afbeelding van morfologie, anatomie en afwijkingen. Sinds enkele jaren kan men ook bepaalde hersenfuncties onderzoeken door middel van functionele technieken, zoals functionele MRI, perfusie CT en perfusie MRI. Bijna elke morfologische hersenaandoening is een indicatie, bijvoorbeeld: hersentumoren, vasculaire hersenaandoeningen, craniocerebraal trauma. In de interventie neuroradiologie worden hersenaandoeningen behandeld op niet-chirurgische wijze en met gebruikmaking van radiologische technieken: bijvoorbeeld: coiling van het gebarsten intracranieel aneurysma bij een subarachnoidale bloeding. De neuroradiologie is een zogenaamd tertiair specialisme: de verwijzers zijn medische specialisten en geen huisartsen. Het belang van neuroradiologie voor diagnostiek en behandeling worden tijdens dit college toegelicht.
Docenten: Drs.Tanghe en prof. dr. Koudstaal Leerdoel: • De student kan beschrijven op welke wijze neuroradiologie een bijdrage kan leveren aan het stellen van een diagnose en hiervan voorbeelden geven. • De student kan uitleggen wat de rol van de radiologie is bij verschillende interventie technieken bij hersenaandoe ningen. Interventie neuroradiologie College (45 min). In dit college worden nieuwe afbeeldingstechnieken gepresenteerd van vasculaire afwijkingen in het hoofd. Er wordt met name aandacht gegeven aan CT angiografie en de driedimensionele afbeelding van de afwijkingen intracraniele aneurysmata, arterioveneuze malformaties en CVA. Tot slot wordt ingegaan wat de mogelijkheden zijn van minimale invasieve behandeling van deze afwijkingen. Het geheel wordt begeleid door beeldmateriaal. Docent: Dr. flach Leerdoel: • De student kan beschrijven op welke wijze neuroradiologie een bijdrage kan leveren aan het stellen van een diagnose en hiervan voorbeelden geven. • De student kan uitleggen wat de rol van de radiologie is
bij verschillende interventie technieken bij hersenaandoe ningen. Neuroradiologie Vaardigheidsonderwijs (120 min). Tijdens dit vaardigheidsonderwijs bezoekt de student een aantal “stations”. Elk station heeft een bepaald doel. Voorbeelden van aanwezig materiaal bij de verschillende stations zijn: anatomische preparaten ter behandeling van de cerebrale anatomie, radiologie beelden, waarbij Magnetische Resonantie technieken (MRI) en Computer Tomografie (CT) centraal staan, patiëntencasus waarbij een link gelegd wordt tussen anatomie, klinisch beeld en diagnose.
Docent: arts assistent radiologie (olv dr. van der Lugt) en dr. Holstege Leerdoel: • De student kan in hersenplakken én op CT- en MRI-scans de belangrijkste hersenstructuren aanwijzen en kan deze kennis gebruiken om voor zichzelf een drie-dimensionaal beeld van de hersenen op te bouwen. • De student kan beschrijven op welke wijze neuroradiologie een bijdrage kan leveren aan het stellen van een diagnose en hiervan voorbeelden geven. • De student kan uitleggen wat de rol van de radiologie is bij verschillende interventie technieken bij hersenaandoe ningen.
Thema Aandoeningen van houdings- en bewegingssysteem Overbelasting In het thema ‘Aandoeningen van houdings- en bewegingssysteem’ wordt de materie op twee niveaus behandeld. Op het ene niveau dient een specifiek aspect van de aandoeningen van het houdings- en bewegingssysteem als uitgangspunt (in deze eerste week is dat de overbelasting). Op het andere niveau wordt per week een (gewrichts)regio bestudeerd (in de eerste week is dat de schouder en elleboog). De overbelastingsproblematiek wordt per week geïllustreerd met voorbeelden uit deze gewrichtsregio. In deze eerste week van het thema wordt tevens een accent gelegd op kennis vanuit de
basisvakken die nodig zijn om aandoeningen/ afwijkingen van skelet, gewrichten en spieren af te kunnen leiden of te begrijpen. Ook maakt de student kennis met het fenomeen van het (verplichte) Integratie Vaardigheidsonderwijs (IVO). Kennis van basisvakken, kliniek en het lichamelijk onderzoek van bovengenoemde (gewrichts)regio’s worden hierin geïntegreerd aangeboden. Overbelasting Intergratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student de klinische problematiek vanuit verschillende disciplines: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’ VO.2 bouwt voort op VO.1: tijdens
VO.2 verricht de student het lichamelijk onderzoek van de schouder- en elleboogregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op overbelastingsletsels. De schouder- en elleboogregio worden gebruikt om voorbeelden te geven. Vanuit de schouder- en elleboogregio worden voorbeelden van overbelastingsletsels bestudeerd. Daartoe bestudeert de student de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel) c) de musculatuur d) vascularisatie en innervatie Daarnaast komt tijdens dit vaardigheidsonderwijs de beeldvorming en de specifiek orthopedische benadering van deze letsels aan de orde. Docenten: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Bessems, drs. Meuffels en drs. Janssen Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van de schouder- en elleboogregio schematisch tekenen en kan daarbij de relevante anatomische structuren volgens de anatomische nomenclatuur benoemen. • De student kan klinisch veel voorkomende problematiek in verband brengen met de normale en pathologische structuur en functie van de schouder- en elleboogregio.
• De student kan normale en pathologische structuren binnen de schouder- en elleboogregio onderscheiden op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de orthopedisch-chirurgische benadering van schouder-elleboog problematiek uitleggen en verklaren. • De student kan de zenuwen en bloedvaten in de schouder- en elleboogregio benoemen. • De student kan vanuit de normale bouw en functie van de schouder- en elleboogregio verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. De harde val Deze week is gericht op de traumatologie van het houdings- en bewegingssysteem, waarbij het vaak gaat het om fracturen. Toch kan een verstuiking of kneuzing ook vaak zeer veel pijn en ongemak veroorzaken en er voor zorgen dat het ‘slachtoffer’ in meerdere of mindere mate gehandicapt is. Zoals te begrijpen valt ligt het accent van deze week op de chirurgische benadering/aanpak van het trauma aan het houdingsen bewegingssysteem. Hierdoor wordt ook in deze week veel aandacht geschonken aan de functionele en chirurgische anatomie en aan de radiologie.
De harde val Intergratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’. VO.2 bouwt voort op VO.1 en behandelt deze week het lichamelijk onderzoek van de knie-, onderbeen- en enkelregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op traumatologie. De voorbeelden van dit soort letsel worden ontleend aan de knie-, onderbeen- en enkelregio. Daarbij wordt de (functionele) anatomie bestudeerd van: a) de benige elementen van de
gewrichten in deze regio b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel) c) de musculatuur d) vascularisatie en innervatie Daarnaast komt tijdens dit vaardigheidsonderwijs beeldvorming en de specifiek traumatologische benadering van deze letsels aan de orde. Docenten: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Bessems, drs. Meuffels en drs. Janssen Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van de knie- en enkelregio schematisch tekenen en daarbij de relevante structuren benoemen volgens
de anatomische nomenclatuur. • De student kan de relatie tussen bouw en functie van de knie- en enkelregio verklaren. • De student kan klinisch veel voorkomende problematiek verklaren op basis van normale/ pathologische bouw en functie van de knie- en enkelregio. • De student kan zenuwen en bloedvaten in de knie- en enkelregio benoemen en vanuit de normale bouw en functie verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. • De student kan verschillen en gelijkenissen tussen normale en pathologische structuren van de knie-en enkelregio onderscheiden op basis van
beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de orthopedische en/of traumatologische benadering van knie- en enkelproblematiek uitleggen en verklaren. Gezwollen gewrichten Klachten van het bewegingsapparaat komen veelvuldig voor. Soms berusten deze klachten op een artritis en worden ze gekenmerkt door één of meerdere pijnlijke, gezwollen gewrichten met veelal een beperkte functie. De oorzaken van gewrichtsontsteking zijn divers. Meestal kan een indeling worden gemaakt in acute of chronische artritis en helpt het verdelingspatroon (mono-, oligoof polyarticulair, plaats van de
artritis) de arts in het stellen van een diagnose. In deze week komen diverse aspecten van artritis aan bod. In de hoorcolleges en patiëntendemonstraties maakt de student kennis met twee vormen van acute artritis (septische artritis en kristalartritis). Tevens wordt ingegaan op het onderzoek van de hand, leert men over pijnmechanismen en behandeling bij artritis en wordt besproken wat er kan worden gedaan als de gewrichten door een artritis beschadigd zijn. Tijdens het vaardigheidsonderwijs komt de anatomie van de hand en de voet aan bod, de (reconstructief) chirurgische aspecten van artritis aan hand en voetgewrichten en kan men kennis maken met gewrichtsonderzoek bij echte patiënten met reumatoïde artritis. Zowel in het vaardigheidsonderwijs als in de zelfstudieopdrachten wordt dieper ingegaan op de theoretische achtergrond en het gebruik van hulpmiddelen bij patiënten met functiebeperkingen van het bewegingsapparaat. Door middel van de zelfstudieopdrachten verdiept men zich in de immunologische achtergrond van reumatoïde artritis. Ook leert men ,door het maken van een aantal casus, de differentiaaldiagnose uit te werken van een mono-artritis. Tenslotte wordt ingegaan op twee verschillende beelden waarbij gezwollen gewrichten kunnen voorkomen, namelijk het complex regionaal pijnsyndroom en peesontstekingen.
Gezwollen gewrichten Integratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’. VO.2 is daarom geïntegreerd met VO.1, hier verricht de student het lichamelijk onderzoek van handen voetregio’s. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op de reumatische aandoeningen. Hand en voet (de ‘kleine gewrichten’) dienen ter illustratie van dit soort aandoe ningen. Daartoe bestudeert men de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio; b) de ligamentaire structuren (inclusief gewrichtskapsel); c) de musculatuur; d) vascularisatie en innervatie. Daarnaast zal tijdens dit vaardigheidsonderwijs de specifiek plastisch-chirurgische benadering van deze letsels aan de orde komen. In het tweede gedeelte van de ochtend (= VO.2) zal onderzoek van de hand- en voetgewrichtjes worden gedemonstreerd met behulp van patiënt-docenten met reumatoïde artritis. Docent: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Coert en dr. Barendregt
Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van hand en voet schematisch tekenen en daarbij de structuren benoemen volgens de anatomische nomenclatuur. • De student kan de relatie tussen bouw en functie van de hand- en voetgewrichten verklaren. • De student kan zenuwen en bloedvaten in de hand- en voetregio benoemen en functiestoornissen van zenuwen en vaten vanuit de normale bouw en functie verklaren. • De student kan veel voorkomende klinische problemen opsommen en verklaren op basis van normale en pathologische structuur en functie van de hand- en voetregio.
• De student kan het onderscheid tussen normale en pathologische structuren beschrijven op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de plastischchirurgische/orthopedische benadering van hand- en voetproblematiek beschrijven. Oud en stram In een tijd waarin vergrijzing een factor is, waarmee terdege rekening gehouden dient te worden als het gaat om capaciteit van de gezondheidszorg, is het van groot belang om kennis te hebben van degeneratieve aandoeningen van het houdings- en bewegingssysteem. In deze week komen dit soort aandoeningen ruimschoots aan de orde. Niet alleen
de arthroplastieken (bijvoorbeeld die van de heup) als therapievorm maar ook de medicinale en fysiotherapeutische maatregelen komen aan de orde. Oud en stram Intergratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch preparaat naar patiënt’. VO.2 is daarom geïntegreerd met VO.1, hier verricht de student het lichamelijk onderzoek van de knie-, onderbeen- en enkelregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op de degeneratieve aandoeningen. Heup en bovenbeen dienen ter illustratie van dit soort aandoeningen. Daartoe bestudeert men de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel) c) de musculatuur d) vascularisatie en innervatie Daarnaast komt tijdens dit vaardigheidsonderwijs de beeldvorming en de specifiek orthopedische benadering van deze letsels aan de orde. Docent: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, drs. Bessems, drs. Meuffels en drs. Janssen
Leerdoel: • De student kan klinisch veel voorkomende problematiek verklaren op basis van normale/ pathologische bouw en functie de heup- en bovenbeenregio. • De student kan de orthopedische en/of traumatologische benadering van heup en bovenbeenproblematiek uitleggen en verklaren. • De student kan de (driedimensionale) bouw van de heup en bovenbeenregio schematisch tekenen en daarbij de relevante structuren benoemen volgens de anatomische nomenclatuur. • De student kan de relatie tussen bouw en functie van de heup en bovenbeen verklaren. • De student kan zenuwen en bloedvaten in de heup- en bovenbeen regio benoemen en vanuit de normale bouw en functie verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. • De student kan verschillen en gelijkenissen tussen normale en pathologische structuren onderscheiden op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. Pijn in de rug Rugklachten vormen een groot maatschappelijk en economisch probleem. Van alle oorzaken van arbeidsongeschiktheid staan deze klachten op nr. 1. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
digheidsonderwijs de specifiek orthopedische en revalidatiegeneeskundige benadering van deze letsels aan de orde. Docent: Dr. Ginai, dr. Kleinrensink, prof. dr. Stam, drs. Janssen en drs. Meuffels
veel aandacht besteed wordt aan de bestrijding van rugklachten. Naast inzicht en kennis van de mechanismen die rugklachten kunnen veroorzaken is het ook van groot belang een schifting te kunnen maken tussen zinnige en onzinnige therapievormen; wat is evidence based en wat niet. Beide aspecten van rugklachten en hun therapievormen komen in deze week aan de orde. Pijn in de rug Integratie vaardigheidsonderwijs (120 min). In het integratie vaardigheidsonderwijs (IVO) bekijkt de student bepaalde klinische problematiek in zijn geheel: ‘van anatomisch
preparaat naar patiënt’. VO.2 is daarom geïntegreerd met VO.1, hier verricht de student het lichamelijk onderzoek van de rugen bekkenregio. Dit vaardigheidsonderwijs spitst zich toe op aspecifieke aandoeningen; aandoeningen waarvoor geen direct aanwijsbare oorzaak is. Vanuit de rug- en bekkengewrichten bestudeert men voorbeelden van dit soort aandoe ningen. Daartoe bestudeert men de (functionele) anatomie van: a) de benige elementen van de gewrichten in deze regio; b) de ligamentaire structuren (incl. gewrichtskapsel); c) de musculatuur; d) vascularisatie en innervatie. Daarnaast komt tijdens dit vaar-
Leerdoel: • De student kan de (driedimensionale) bouw van de rug- en bekkenregio schematisch tekenen en kan daarbij de structuren benoemen volgens de anatomische nomenclatuur. • De student kan de functie aangeven van de anatomische structuren van de rug- en bekkenregio. • De student kan klinisch veel voorkomende problemen opsommen en verklaren op basis van normale en pathologische structuur en functie van de rugen bekkenregio. • De student kan zenuwen en bloedvaten in deze regio benoemen en vanuit de normale bouw en functie van zenuwen en bloedvaten verklaren hoe functiestoornissen van zenuwen en vaten ontstaan. • De student kan normale en pathologische structuren onderscheiden op basis van beeldvormende (radiologische) technieken. • De student kan de orthopedische en revalidatiegeneeskundige benadering van rug en bekken problematiek beschrijven.
Thema Acute Geneeskunde II In deze week ligt de nadruk op acute geneeskunde. Aan de orde komen letsels van de weke delen, opvang van acuut zieke zuigeling en en kleuters en zowel metabole als psychische stoornissen. De student bestudeert in de zelfstudieopdrachten uiteenlopende voorbeelden van acute klinische symptomen. In het vaardigheidsonderwijs leer men de principes van de acute diagnostiek en wondverzorging. De twee zelfstudieopdrachten uit de eerste week worden met docenten uitgewerkt en besproken. Acute (radio)diagnostiek Vaardigheidsonderwijs (120 min). Tijdens dit vaardigheidsonderwijs bestudeert de student
een aantal casus. Aan de hand van probleemstellingen bij diverse patiënten probeert hij / zij hierop antwoord te vinden door op de computer in diverse vlakken (sagitaal, coronaal en axiaal) door het lichaam te scrollen (en het window eventueel aan te passen). Tegelijkertijd worden de vragen met betrekking tot de anatomie en pathologie beantwoord. Docenten: Arts-assistent radiologie (o.l.v. drs. Verhees) en dr. Veenland Leerdoel: • Welke beeldvormende middelen en wanneer deze worden gebruikt tijdens de trauma opvang.
Acute radiologie College (45 min). Radiologie speelt een belangrijke rol in de benadering van en het in kaart brengen van acute geneeskunde. Waaruit mede een behandelplan wordt opgesteld. Het college beschrijft de plaats van de radiologie in de verschillende fasen van trauma opvang. “1 diamant 5 minutes en 2 golden hour”. Het beschrijft de rol van screenende beeldvorming in de eerste fase en gerichte beeldvorming in de tweede fase. Tevens komen de verscheidende modaliteiten aanbod met voorbeelden en positie in de verschillende fasen. Docenten: Drs. Verhees Leerdoel: • De positie en noodzaak van de radiologie bij trauma opvang. • Hoe de benadering van een trauma vanuit de beeldvorming is. • Welke beeldvormende middelen en wanneer deze worden gebruikt tijdens de trauma opvang.
SLOTWOORD D
e afdeling radiologie probeert door middel van colleges, (integratie-) vaardigheidsonderwijs, zelfstudie opdrachten en coschappen een zo breed mogelijk overzicht van mogelijkheden en toepassingen van afbeeldingstechnieken aan te bieden. Helaas is nu het aanbod nog onvolledig. Zo is bijvoorbeeld, tijdens dit schrijven, de rol van de radioloog bij aandoeningen van de lever of van het kind vooralsnog onderbelicht en zijn ook de toepassingen van de interventionele technieken nog niet voldoende bekend bij de student.
Onderwijs is echter een dynamisch gebeuren en er wordt hard gewerkt om dit te verbeteren en uit te breiden. Bovendien wordt er een pad van nieuwe onderwijsmethoden ingeslagen. Zo is het elektronische onderwijs, e-learning, bezig aan een steile opmars als welgekomen aanvulling op de klassieke colleges. De afdeling radiologie ziet de toekomst van het onderwijs meer en meer elektronisch, interactief en praktijkgericht waar de studenten hun vaardigheden zelf kunnen oefenen.
Radiologie is een dynamische en actieve afdeling waar onderwijs en zelfontplooing hoog in het vaandel staan. Kortom een afdeling die studenten veel kan bieden. Open je ogen, wordt Radioloog! Annick Devos Onderwijscoordinator Radiologie