De
Indeling
1. Voorwoord
2. Geschiedenis
3. De
opleiding
4. Het
beroep
zelf
5. Carrièremogelijkheden
6. Salaris
7. Slotwoord
8. Literatuur
1. Voorwoord
Dit
werkstuk
staat
in
het
teken
van
een
“beroep”
als
project
voor
groep
8
van
de
basisschool.
Ik
heb
dit
beroep
gekozen
omdat
mijn
vader
ook
rijksambtenaar
is
en
ik
wil
er
wat
meer
over
weten.
Het
is
belangrijk
dat
mensen
meer
weten
van
ambtenaren,
want
met
alle
bezuinigingen
wordt
het
beroep
van
rijksambtenaar
een
zeldzaam
beroep.
Ik
hoop
dat
dit
werkstuk
van
mij
veel
gelezen
gaat
worden.
Daarom
heb
ik
dit
werkstuk
ook
op
internet
gezet.
Zie
www.Jeroen‐Passenier.webklik.nl.
Jeroen
Passenier
12
april
2011
2. Geschiedenis
Vroeger
waren
er
geen
echte
ambtenaren
zoals
wij
die
nu
kennen.
We
kenden
wel
‘klerken’
.
Dit
waren
mensen
die
alles
opschreven.
Klerken
waren
eigenlijk
de
ambtenaren
uit
de
Middeleeuwen.
Het
woord
‘klerk’
is
afkomstig
van
het
Latijnse
'clericus',
oorspronkelijk
de
naam
voor
een
geestelijke.
Dit
komt
omdat
vooral
de
monniken
in
de
kloosters
konden
schrijven.
De
naam
klerk
is
nu
een
ouderwetse
aanduiding
voor
een
persoon
die
administratieve
werkzaamheden
verricht,
meestal
op
een
kantoor.
De
naam
‘klerk’
voor
een
ambtenaar
wordt
in
Nederland
niet
meer
gebruikt.
Voorlopers
van
de
ambtenaren
van
nu
waren
de
dienaren
van
de
vorsten
in
de
late
Middeleeuwen.
Frederik
II
Von
Hohenstaufen,
sinds
1215
koning
van
Duitsland
en
van
1220
tot
1250
keizer
van
het
Heilige
Romeinse
Rijk
stelde
in
1231
een
nieuwe
regeling
voor
de
ambtenarij
in.
Tot
dat
moment
was
speelde
met
name
de
Kerk
een
grote
rol.
Nu
werd
er
voor
het
eerst
vanuit
gegaan
dat
een
staat
niet
een
kerkelijk
bestuur
had.
De
staat
had
een
neutraal1
bestuur.
De
ambtenaren
hadden
recht
op
een
goede
betaling
en
een
pensioenregeling
.
Maar
de
ambtenaren
werden
ook
streng
gecontroleerd
en
moesten
gehoorzaam
zijn.
De
Franse
Revolutie
was
mede
bepalend
voor
het
ontstaan
van
de
moderne
ambtenarij.
Pas
aan
het
begin
van
de
19e
eeuw
werd
de
Europese
ambtenarij
onderworpen
aan
de
staat
en
de
wet
en
niet
meer
aan
een
koning.
1
Neutraal,
bedoeld
wordt
onafhankelijk
van
de
adel
en
van
de
kerk
3. De
opleiding
Ambtenaren
die
beleid
maken
hebben
vaak
een
hoge
opleiding
(universiteit).
Ze
hebben
vaak
een
algemene
studie
gevolgd,
zoals
rechten,
bestuurskunde,
politicologie,
economie
of
geschiedenis,
maar
het
kan
ook
zijn
dat
ze
een
technische
studie
gedaan
hebben
d
ie
aansluit
bij
het
werkterrein
(zoals
milieukunde).
Tijdens
hun
werk
krijgen
zij
veel
cursussen.
Bijvoorbeeld
over:
Hoe
kan
ik
mijn
minister
goed
adviseren,
hoe
moet
ik
omgaan
met
verschillende
en
soms
tegengestelde
belangen,
wat
zijn
de
procedures
van
een
wetsvoorstel.
Er
zijn
interne
en
externe
cursussen.
Als
ambtenaren
leiding
gaan
geven
aan
anderen
dan
krijgen
zij
ook
speciale
opleidingen
daarvoor.
Bijvoorbeeld:
Hoe
stuur
ik
mijn
medewerkers
aan?
Als
ambtenaren
in
een
jaar
opvallend
goed
hun
best
gedaan
hebben,
dan
kunnen
zij
een
extra
beloning
krijgen.
Er
is
een
regeling
voor
het
“bewust
belonen”.
4. Het
beroep
zelf
Ambtenaren
zijn
een
soort
hulpjes
van
de
minister:
ze
schrijven
brieven
aan
burgers
en
bedrijven,
ze
adviseren
de
minister
met
memo’s
en
nota’s.
Ook
schrijven
zij
stukken
voor
de
ministerraad
en
schrijven
zij
brieven
aan
de
Tweede
Kamer
die
dan
getekend
worden
door
de
minister.
Er
zijn
ook
inspectieambtenaren.
Zij
controleren
of
burgers
en
bedrijven
zich
aan
de
regels
houden.
Er
zijn
heel
veel
soorten
ambtenaren.
Er
wordt
beleid
gemaakt,
er
wordt
toezicht
gehouden
en
er
zijn
ook
veel
uitvoerders
nodig
voor.
Denk
maar
aan
de
chauffeur
van
de
minister,
de
postkamer
tot
de
kamerbewaarder.
De
kamerbewaarder
heeft
een
hele
speciale
functie.
Hij
zorgt
voor
de
hapjes
en
drankjes
van
de
minister
en
zijn
gasten.
Maar
hij
zorgt
ook
dat
de
gasten
van
de
minister
zich
op
hun
gemak
voelen.
Hij
haalt
de
mensen
op
bij
de
receptie
en
maakt
dan
een
praatje
met
hen.
Bijna
geen
enkele
burger
kent
deze
functie.
Ambtenaren
horen
in
Nederland
hun
minister
neutraal
te
adviseren,
los
van
hun
politieke
voorkeur.
Als
zij
dit
niet
kunnen,
zijn
zij
niet
geschikt
voor
de
functie.
Zij
moeten
dus
bij
wijze
van
spreken
zowel
een
SP‐minister
als
een
PVV‐minister
kunnen
helpen.
Ook
moeten
ze
niet
beïnvloedbaar
zijn
en
niet
omgekocht
kunnen
worden.
Rijksambtenaren
leggen
aan
het
begin
van
hun
loopbaan
een
“ambtseed”
af.
5. Carrièremogelijkheden
Een
ambtenaar
kan
steeds
hoger
in
de
hiërarchie
komen
door
goed
zijn
werk
te
doen
(van
junior
adviseur
naar
senior
adviseur),
door
projecten
te
leiden
(projectleider)
of
door
een
afdeling
te
leiden.
Daarna
kunnen
enkele
ambtenaren
doorgroeien
naar
een
functie
als
directeur,
directeur‐generaal
of
secretaris‐ generaal,
de
SG.
De
SG
is
de
hoogste
ambtenaar
van
een
ministerie.
Af
en
toe
gebeurt
het
dat
ambtenaren
overstappen
naar
een
van
de
andere
ministeries.
Ook
stappen
ambtenaren
soms
over
van
en
naar
bedrijven,
andere
overheden
(gemeenten,
provincies,
waterschappen,
Europese
Commissie)
of
andere
instellingen.
Vroeger
werden
ambtenaren
niet
streng
beoordeeld.
Mensen
die
niet
zo
goed
functioneerden,
bleven
een
goed
of
stijgend
salaris
houden.
Die
kregen
minder
werk
en
dat
leidde
ertoe
dat
ze
veel
naar
buiten
keken.
Dat
heeft
het
beeld
van
de
ambtenaar
niet
goed
gedaan.
Daar
komen
de
moppen
vandaan
over
“raamambtenaren”
.
6. Salaris
In
Nederland
wordt
het
salaris
van
ambtenaren
bepaald
door
een
functieschaal
die
gekoppeld
is
aan
een
salarisschaal
waarin
de
ambtenaar
wordt
ingedeeld.
Bij
de
rijksoverheid
bestaan
er
18
salarisschalen
(http://nl.wikipedia.org/wiki/Ambtenaar
‐
cite_note‐0).
De
eerste
5
schalen
zijn
eigenlijk
bedoeld
voor
functies
waarvoor
weinig
opleiding
nodig
is
zoals
mensen
bij
de
postkamer,
de
schalen
6
tot
en
met
9
voor
uitvoerend
of
ondersteunend
personeel,
zoals
secretaresses.
Daarboven
zijn
beleidsadviseurs
ingedeeld
(tot
schaal
15).
De
hoogste
schalen
zijn
voor
directeuren
(schaal
16‐17),
directeuren‐generaal
(schaal
18)
en
secretarissen‐generaal.
De
SG
is
de
hoogste
baas
van
een
ministerie.
Iedere
schaal
bevat
een
aantal
treden
(‘periodieken’).
Als
een
ambtenaar
een
jaar
naar
behoren
heeft
gefunctioneerd,
krijgt
hij
automatisch
een
periodiek
erbij.
Het
gebeurt
bijna
nooit
dat
een
ambtenaar
er
in
zijn
salaris
op
achteruit
gaat.
7. Slotwoord
Ik
heb
vooral
veel
genoten
van
alle
moppen
over
ambtenaren.
Dat
vond
mijn
vader
niet
zo
leuk.
Gek,
hè?
8. Literatuur
•
D.
van
Harten,
“Lui,
links,
lak
aan
de
burger,
vooroordelen
over
ambtenaren”,
2007.
•
Wikipedia.nl
•
Rijksoverheid.nl
•
DJ
Elzinga
ea,
“Handboek
van
het
Nederlandse
staatsrecht”,
2006