Inhoudsopgave Colofon .................................................................................................................................................................Pag. 4 Voorwoord ...........................................................................................................................................................Pag. 5 1. Het Willem breed onderwijs aanbod... twee nieuwe schoolgebouwen .......................................................................Pag. 7 2. Kwalitatief goed onderwijs: “2+2=5” .......................................................................................................................Pag. 9 3. Examenresultaten schooljaar 2007/2008 ................................................................................................................Pag. 11 4. De school in beeld en plaatsingscriteria ..................................................................................................................Pag. 12 5. In en Uitstroomgegevens 2006/2007 ......................................................................................................................Pag. 16 6. De lessentabellen ...................................................................................................................................................Pag. 17 7. Hoe volgt de school de resultaten van de leerlingen? ...............................................................................................Pag. 18 8. Overgangsnormen onderbouw vmbo-t, havo,atheneum, gymnasium .......................................................................Pag. 20 9. Leerlingbegeleiding ................................................................................................................................................Pag. 22 10. Opvang bij afwezigheid docent ...............................................................................................................................Pag. 28 11. Klachtenregeling en vertrouwenscommissie ............................................................................................................Pag. 29 12. Buitenlesactiviteiten ...............................................................................................................................................Pag. 30 13. ICT .........................................................................................................................................................................Pag. 36 14. Kosten ....................................................................................................................................................................Pag. 37 Slotwoord .............................................................................................................................................................Pag. 39
3
S
c
h
o
o
l
g
i
d
s
2
0
0
8
-
2
0
0
9
Colofon College van Bestuur bestaat uit twee personen: Voorzitter: L. van Duijn Lid: J.M. de Bruin
Het Willem van Oranje College is een protestants-christelijke scholengemeenschap voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium. De school heeft twee locaties: Waalwijk en Wijk en Aalburg
De school telt ca. 1970 leerlingen, waarvan 1310 op de locatie Waalwijk en 660 op de locatie Wijk en Aalburg. De school heeft ca. 220 medewerkers in dienst.
Locatie Waalwijk: De Gaard 4, 5146 AW Waalwijk Tel. 0416-333069, fax 0416-344499 Afdelingen: vmbo-tl, havo, atheneum en gymnasium
Inlichtingen per locatie zijn te verkrijgen bij de locatiedirecteuren: Waalwijk: C.W. Smit Wijk en Aalburg: C.J. Treffers
Locatie Wijk en Aalburg: Perzikstraat 7, 4261 KC Wijk en Aalburg Tel: 0416-691722, fax 0416-691683 Afdelingen: vmbo (met beroepsgerichte leerwegen in de sector Zorg & Welzijn en de sector Techniek), de eerste 3 jaren havo en de eerste 2 jaren atheneum.
Verdere informatie vindt u ook op onze website: www.het-willem.nl Nb. Waar in deze Schoolgids de mannelijke vorm wordt gebruikt, is uiteraard ook de vrouwelijke vorm bedoeld. Waar over ouders wordt gesproken, dient gelezen te worden: ouder(s)/verzorger(s).
4
Voorwoord Beste ouders, verzorgers, Wanneer je goed werk levert, dan mag je trots zijn op je werk. Dat geldt voor leerlingen, personeel en school. Het werk dat wij op school verrichten komt bij u als ouder meestal via uw zoon of dochter binnen. Succes van de school is dan ook vaak gekoppeld aan het succes en welbevinden van uw zoon of dochter. Wanneer de leerresultaten tegenvallen en wanneer er leer- of gedragsproblemen zijn, dan komt het er juist op aan hoe de school dat met u en uw kind oplost. Zodat we ook trots kunnen zijn op de oplossing. Onze Stichting Willem van Oranje en onze school wil de komende jaren vormgeven aan pedagogisch en educatief partnerschap. Samen leven, samen leren, samen leren samenleven begint op school. De schoolgids wil ook echt een gids zijn voor ouders. Het wijst u op de regels van werken en op de resultaten van dat werk. Als school staan we midden in de samenleving en dienen wij ons te verantwoorden voor wat we doen. Die verantwoording vraagt om betrokkenheid van ouders en school, om openheid, om respect voor elkaar, om verantwoordelijkheid en om resultaatgerichtheid. Het zijn deze waarden die we als protestants-christelijke scholen vanuit het Evangelie inhoud geven. Voor ons zijn deze kernwaarden niet los te koop. Onze school is een protestants-christelijke school met de Bijbel als grondslag. Onze school is per 1 augustus 2008 onderdeel van de nieuwe Stichting Willem van Oranje. Een stichting die tot doel heeft om de kwaliteit van het protestants-christelijke onderwijs te behouden en te versterken. Een samengaan waar we veel van kunnen verwachten en die in de komende jaren steeds meer vorm zal krijgen. Met ons motto: “wie ontmoet, bereikt meer...” willen we aangeven dat we als Stichting openstaan voor nieuwe ontmoetingen die op hun beurt ons weer kunnen inspireren. Door het samengaan van basisonderwijs met voortgezet onderwijs ontstaan er mogelijkheden om de kwaliteit van ons christelijke onderwijs te verbeteren door te werken aan doorlopende leerlijnen en zorglijnen. Wij hopen en vertrouwen erop dat deze ontwikkeling ten goede komt aan het onderwijs dat ons personeel verzorgt voor al onze kinderen. Graag ontmoeten wij u en uw kind; “wie ontmoet, bereikt meer...” Namens het College van Bestuur van de Stichting Willem van Oranje
L. van Duijn voorzitter College van Bestuur 5
De Stichting Willem van Oranje College – grondslag en doelstellingen Het Willem van Oranje College gaat uit van de Stichting voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs. De stichting heeft tot doel het bevorderen van protestants-christelijk onderwijs en daaraan gerelateerde activiteiten op het terrein van welzijn, verzorging en opvoeding. De stichting heeft tot grondslag de Heilige Schrift als Gods Woord naar de opvatting van de belijdenis van de Kerken der Reformatie hier te lande. Van bestuursleden, medewerkers en leden van de Medezeggenschapsraad wordt verwacht, dat zij doel en grondslag van de stichting onderschrijven. Van ouders en leerlingen wordt dit ook verwacht. Als deze laatste dit vanwege hun overtuiging niet kunnen, wordt aangenomen dat zij doel en grondslag van de stichting respecteren. In de keuze voor de naam Willem van Oranje College bedoelen de oprichters uit te drukken dat getracht wordt te werken in de geest van Willem van Oranje.
Een stukje geschiedenis WILLEM VAN ORANJE (1533-1584) is een van de markantste figuren in de geschiedenis van ons vaderland. Niet zonder reden is hij genoemd de “Vader des Vaderlands”. Twintig jaar lang is hij de bezielende kracht geweest in de opstand der Nederlanden tegen Spanje. Een opstand die de Lage Landen bij de zee zou bevrijden van de vreemde overheersing. Een opstand ook en met name ter wille van de vrijheid van de religie. Juist op het gebied van de religie heeft hij zelf het nodige meegemaakt. Opgevoed door zijn moeder Juliana van Stolberg in Lutherse zin, werd hij weldra aan het Brusselse hof geschoold in de katholieke leer die in Rome werd vastgesteld om tegen het einde van zijn leven “de nieuwe leer” aan te hangen en tenslotte als calvinist te sterven. Het gebrek aan tolerantie dat ook in zijn dagen duidelijk concrete gevolgen had voor de mensen die er een afwijkende mening op na hielden, bracht hem er toe de begrippen tolerantie en calvinisme samen te voegen. Daarin is hij toen niet door iedereen begrepen, maar daarin ligt zijn blijvende betekenis. In deze geest proberen wij een protestants christelijke scholengemeenschap te zijn. Vanuit een duidelijke overtuiging en visie willen wij ons onderwijs geven. 6
1. Het Willem breed onderwijs aanbod... twee nieuwe schoolgebouwen Locatie Wijk en Aalburg
Wijk en Aalburg
Waalwijk
Vanaf januari 2005 leren en werken leerlingen in Wijk en Aalburg in een kleurrijk en uitstekend geoutilleerd schoolgebouw. Dit schoolgebouw is een leef-en leerplaats voor leerlingen van 12 tot 17 jaar. In het gebouw is ook gehuisvest de bibliotheek Aalburg en het Regionaal Opleidingencentrum Da Vinci College. Leerlingen kunnen tijdens schooltijden werken in de mediatheek en bibliotheek, in de praktijkafdelingen techniek en verzorging. Na hun vmbo-opleiding kunnen leerlingen doorstromen naar het mbo; en dat alles onder één dak.
Het Willem in Wijk en Aalburg biedt het volgende onderwijs aan: l leerjaar 1,2 en 3: havo/atheneum vmbo - alle leerwegen (basis, kader, gemengd en theoretisch) In de leerwegen wordt leerwegondersteuning (lwoo) aangeboden. 7
l leerjaar
3 & 4: vmbo Afdeling Verzorging (basis, kader en gemengd) Afdeling Sport, Dienstverlening en veiligheid (SDV) (basis en kader) De afdelingen: - Bouwtechniek - Electrotechniek - Metaaltechniek - Motorvoertuigentechniek - Theoretische leerweg (Mavo)
Het ROC Da Vinci College in Wijk en Aalburg biedt voor leerlingen na het vmbo de volgende 2-jarige opleidingen aan: • Bouw en wonen - beroepsbegeleidend leren (bbl), niveau 1, 2 en 3 • Technologie - beroepsbegeleidend leren (bbl), niveau 1 en 2 • Office - beroepsbegeleidend leren (bbl), niveau 1, 2 en 3 • Business - beroepsbegeleidend leren (bbl), niveau 1, 2 en 3 • Gezondheidszorg en Welzijn – beroepsoriënterend leren (bol), niveau 2 Bij een bbl-opleiding werken de leerlingen en gaan ze 1 of 2 dagen in de week naar school. Bij de een bol-opleiding gaan de leerlingen 5 dagen per week naar school. Tijdens de opleiding is er veel praktijk in de vorm van stages. Het Willem van Oranje College en Da Vinci stemmen onderwijsprogramma’s op elkaar af. Ook wordt er gebruik gemaakt van elkaars onderwijsruimtes. Zo is er sprake van een doorlopende leerlijn vmbo – mbo.
Locatie Waalwijk In augustus 2006 werd de nieuwbouw aan de Gaard 4 te Waalwijk in gebruik genomen. Het gebouw in Waalwijk kenmerkt zich door kleur, transparantie en overzicht. De transparantie is een kenmerk van de visie. Die geldt dus niet alleen voor het gebouw, maar ook voor wie wij willen zijn. In het gebouw vind je veel glas. In combinatie met de gebruikte frisse kleuren geeft dit een ruimtelijk en rustgevend gevoel voor medewerkers en leerlingen. In ons handelen, willen we transparant zijn. Transparant naar elkaar, de leerlingen en hun ouders. De school in Waalwijk heeft 1310 leerlingen. Zij krijgen les op hun eigen afdeling. Er zijn ook plaatsen waar de leerlingen uit de verschillende afdelingen elkaar ontmoeten. Op de begane grond is de multifunctionele aula. Op de eerste verdieping de mediatheek. Op de tweede verdieping het Kunstplein en op de derde verdieping een Bèta-lab. Op alle verdiepingen is voor leerlingen een open leercentrum met computers
8
Het Willem van Oranje College ligt in de nieuwbouwwijk, Landgoed Driessen. Naast de school bevindt zich een volledig nieuwe en zeer modern ingerichte sporthal en sportvelden waar we gebruik van maken. Volgend jaar zal in het VMBO lichamelijke opvoeding 2 in klas 3 als examenvak gekozen kunnen worden. De buitensport vindt plaats op de sportvelden, die ook direct naast de school liggen.
Het Willem in Waalwijk biedt het volgende onderwijs aan: l vmbo – theoretische leerweg l havo l atheneum l gymnasium Binnen elke afdeling zijn naast de normale keuzemogelijkheden specialisaties mogelijk. In HAVO-4 kunnen leerlingen in het E&M profiel kiezen voor de International Business College. Op het vwo, kunnen de leerlingen kiezen voor de Cambridge-Class. Op het vmbo is er een extra programma voor ICT en kunnen leerlingen een geldig certificaat halen. Het Willem van Oranje College is ook een universumschool en een vmbo-ambitieschool. Een titel die we gekregen hebben van het Bètaplatform in verband met het stimulerende onderwijs dat we binnen de exacte vakken geven.
2. Kwalitatief goed onderwijs: “2+2=5” ”Menig Nederlander is op de hoogte van het bestaan van de Consumentengids en de daarin afgedrukte testoverzichten. Door van producten de meest relevante elementen te onderzoeken, komt er een conclusie uit: goed, matig, slecht. In de winkels zien we dan producten verschijnen met de sticker: “door de Consumentenbond getest als beste”. Zo’n consumentengids voor scholen, wat zou dat makkelijk zijn. Maar helaas, het product onderwijs is anders van aard en inhoud. Wat is volgens het “Willem” kwalitatief goed onderwijs?
Rendement De laatste vraag wordt steeds vaker beantwoord met percentages geslaagden en het aantal zittenblijvers per jaar, doorstromingscijfers of gemiddelde cijfers. Ook wij vinden dat onze resultaten op of boven het landelijk gemiddelde moeten liggen. Dat is de norm die wij ons als school gesteld hebben. Wanneer we die norm niet halen dan hebben we ons doel niet bereikt en moet er iets gebeuren aan de kwaliteit van ons onderwijs. Kwalitatief goed onderwijs is onderwijs dat doelen stelt en die doelen realiseert. Dat kunnen doelen zijn ten aanzien van resultaten maar ook doelen met betrekking tot welbevinden, vorming en opvoeding.
9
Opvoeding en identiteit Als protestants-christelijke school stellen wij ook aan onze vorming en opvoeding een doel. “Het doel van opvoeding en onderwijs is de jonge mens zo te begeleiden en te stimuleren op zijn weg naar volwassenheid, dat hij steeds meer in staat en bereid is te bepalen waar hij z’n krachten wil inzetten, om de algemene cultuuropdracht van de mens, (namelijk deze aarde te bewerken en te bewaren in samenwerking met en tot vreugde van alle medemensen) op persoonlijke wijze gestalte te geven; daarbij zijn kritische zin ten aanzien van wat echt of onecht, waar of onwaar, recht of onrecht is, te scherpen en hem bereid te maken op te komen voor verdrukten en ontrechten, aan welke kant die zich ook bevinden. Van wezenlijk belang hierbij is, dat de jonge mens is opgenomen in een gemeenschap. Vooral in een gemeenschap, waarin ouderen en jongeren, levend uit Godsvertrouwen zoals Abraham, elkaar bemoedigen en corrigeren, onderweg naar een toekomst van liefde, gerechtigheid en vrede. Een toekomst die voorgoed reeds is begonnen in Jezus de Heer en die door Hem eenmaal volle werkelijkheid zal worden”. 1) Herkent u zich in dit streven naar kwaliteit, gevoed vanuit een protestants-christelijke levensopvatting dan nodigen wij u uit om kennis met ons te maken.
Missie en visie Onze missie en visie hebben wij als volgt geformuleerd: Missie Visie Het Willem van Oranje College is een protestants-christelijke school die handelt vanuit het evangelie. De school begeleidt leerlingen op weg naar volwassenheid. De school is daarbij een proeftuin waar geleerd wordt verantwoorde keuzes te maken. Samen leren, samen leven, samen leren samenleven in een samenleving met Messiaans perspectief.
Leerlingen worden geprikkeld te leren in een krachtige leeromgeving die hen de beste kansen biedt om hun talenten te ontplooien. Zij verwerven competenties die nu en straks bruikbaar zijn in leefsituatie, maatschappelijk verkeer en beroepsuitoefening.
2+2=5 Met deze foutieve optelling willen we duidelijk maken dat onderwijs en opvoeding meer is dan een optelsom van technisch handelen. In ons handelen, moet voor iedere leerling de warmte en perspectief aanwezig zijn van Christus (Messias), zowel in goede tijden als in minder goede tijden. 1) F. Boerenwinkel 10
3. Examenresultaten schooljaar 2007/2008 Een overzicht van de examenresultaten is per locatie in een grafiek weergegeven.
Aantal geslaagd/gezakt
140 120 100 80 60 40 20 0
gymnasium waalwijk
atheneum waalwijk
havo waalwijk
vmbo tl waalwijk
gezakt
0
2
6
2
3
0
1
geslaagd
8
38
114
69
43
33
40
vmbo basis vmbo gt vmbo kader wijk en aalburg wijk en aalburg wijk en aalburg
Opleiding
Doelstelling: Het Willem van Oranje College wil een diploma – school zijn d.w.z. dat we zoveel mogelijk leerlingen aan een waardevol diploma willen helpen. Daarin slagen we al jaren voor goed slagingspercentages. Daarnaast willen we een school zijn die leerlingen kansen biedt om zich te ontwikkelen op hun manier. 11
4. De school in beeld en plaatsingscriteria Plaatsingscriteria Het Willem van Oranje College, Protestant Christelijke scholengemeenschap voor vmbo/havo/atheneum/gymnasium, is een brede scholengemeenschap met het hoofdgebouw in Waalwijk en de nevenvestiging in Wijk en Aalburg.
Locatie Waalwijk: VMBO
HAVO / VWO 2e fase havo
vmbo theoretische leerweg
vmbo t 2
vmbo t
2e fase lyceum
havo 3
ath 3
ath 3*
gym 3*
havo 2
ath 2
ath 2*
gym 2*
vmbo / havo
havo / atheneum
atheneum* / gymnasium* * Cambridge-klassen
Bij de plaatsing is het advies van de basisschool maatgevend. Als dit advies ondersteund wordt door gegevens uit het leerlingvolgsysteem, dan is de plaatsing duidelijk: we volgen het advies. Leerlingen die in aanmerking willen komen voor de Cambridge-klassen dienen een VWO-advies te hebben. Bij twijfel maken we naast het advies gebruik van de Cito-score en de *DLE-gegevens uit het Cito-leerlingvolgsysteem. * DLE= Didactische leeftijdsequivalent 12
Locatie Wijk en Aalburg:
3 2 1
lwoo Leerweg Ondersteunend Onderwijs
4
BasisBeroepsgerichte leerweg
vmbo b2
vmbo b
VMBO B = Basisberoepsgerichte Leerweg K = Kaderberoepsgerichte Leerweg
KaderBeroepsgerichte leerweg
Gemengde leerweg
Theoretische leerweg
vervolg in Waalwijk
havo 3
vmbo k2
vmbo gt2
vmbo k
vmbo gt
HAVO / VWO G = Gemengde Leerweg T = Theoretische Leerweg
13
havo 2
ath 2
havo / atheneum
‘Dankzij corvee blijft de aula netjes’
“Het lijkt me vervelend in een vieze aula te moeten eten”, zegt Rick Hamers (13). “Dat hoeft hier op school gelukkig niet. Iedereen heeft twee keer per jaar corvee. Daardoor blijft onze aula best netjes.” Rick zit in 1hag. “Die afkorting betekent havo, atheneum, gymnasium”, legt hij uit. “Ik hoop dat ik naar het atheneum kan. Misschien wil ik later architect worden. Gebouwen ontwerpen. Maar dat weet ik nog niet zeker.” Wiskunde is zijn lievelingsvak. “Omdat ik daar goed in ben. Laatst moesten we de gulden snede van een foto berekenen. Dat soort dingen vind ik best interessant.” Klassieke culturele vorming (kcv) is een vak dat Rick niet kan boeien. “De Latijnse woorden die je daar moet leren, haal ik steeds door de war met Franse woordjes. Maar gelukkig ben ik er volgend jaar vanaf. Kcv krijg je in de tweede alleen als je gymnasium wil gaan doen. Ik ga naar de tweede brugklas voor havo en atheneum.” Aan het eind van het schooljaar is Rick met zijn hele klas op kamp geweest. “Dat was super gezellig. We zouden eigenlijk gaan wandelen, maar omdat het zo heet was deden we leuke spelletjes met water.” De sfeer was prima, aldus Rick. “Als je met een paar klasgenoten in een tent ligt, praat je anders met elkaar dan in de klas.”
Introductieweek was keigrappig
In talen is Alien Stieger (12) geen kei, zegt ze zelf. “Daarom wil ik niet naar het gymnasium. Dan zou ik zes talen krijgen. Atheneum zal wel lukken, hoop ik.” Alien zit in 1hag. Haar hobby’s zijn tekenen, schilderen en klarinet spelen. “Ik ben nogal creatief”, zegt ze bescheiden. “Na het atheneum wil ik misschien naar de kunstacademie.” Naast beeldende vorming houdt ze vooral van het vak geschiedenis. “Daar kun je dingen die vroeger gebeurd zijn, vergelijken met nu. Dat is vaak heel interessant.” De introductieweek, die alle brugklassen krijgen aan het begin van het jaar, vond Alien super geslaagd. “Leuke activiteiten, zoals pannenkoeken bakken, een wandeling door de bossen en elkaars namen leren kennen via een spelletje. Dat was keigrappig.” Haar klas is uitgeroepen tot de ‘beste klas’ van het jaar. “Onze mentor had ons voorgedragen voor die verkiezing. Niet omdat we zo goed zijn in leren, maar omdat we goed met elkaar om gaan. Weinig ruzie, weinig leerlingen die zich hoeven te melden. Ook pesten we geen andere klassen. Met een sponsorloop hebben we als klas het hoogste geldbedrag opgehaald van iedereen. Daarom kregen we die titel.”
14
Heel de weg zingen in de bus
Lekker tutten voor de spiegel, dat vindt Lea van Beek (13) heerlijk om te doen. “Ik wil graag kapster worden, of nagelstyliste.” Lea zit in 1vh, dat wil zeggen brugklas vmbo/havo. “Misschien doe ik eerst vmbo en daarna twee jaar havo. Voor de kappersopleiding heb je wel geen havo nodig, maar als ik later toch iets anders wil gaan doen, heb ik met havo meer keus.” Lea ging dit jaar met haar klas diverse keren op excursie. “Naar het Kröller-Müller museum, Archeon. Vooral de busreis was super gezellig. We zaten heel de weg te zingen en te kletsen met z’n allen.” Stil zitten is niets voor Lea. “Het liefst doe ik iets met mijn handen. Beeldende vorming vind ik daarom leuk. Maar denkvakken als wiskunde zijn ook interessant. Dan denk je verder dan nodig is. Je leert bijvoorbeeld dat je een som op verschillende manieren kunt oplossen.” Het Willem in Waalwijk is volgens Lea een mooie school. “Een modern gebouw, met best een groot plein. Alleen de aula mocht wat groter. Als het slecht weer is, zijn er geen stoelen meer over. Dan moet je staand je boterham opeten.”
‘Tandarts misschien, of iets met koken’
Timor Doron (13) vindt het leuk iets voor anderen te doen. “Misschien word ik later tandarts. Mensen helpen, ligt me wel. Maar het kan ook iets met koken worden. Ik maak thuis al wel eens spaghetti of ik bak pannenkoeken. Dat vind ik écht leuk”, zegt hij. Timor zit in 1hag en heeft (bijna) niets te klagen over zijn school. “De meeste leraren zijn gezellig, het gebouw is net nieuw en heel mooi. De sfeer in onze klas is ook goed. Al zitten er een paar leerlingen bij die vaak druk en gek doen. Dat vind ik minder.” Als er een les uitvalt, moeten alle brugklassers rr’en. “Dat betekent dat je bij een andere leraar in de klas gaat zitten, die je bijna niet kent. Daar moet je dan je huiswerk maken.” Timor zou zo’n tussenuur liever benutten om in de aula lekker te gaan zitten kletsen. “Maar dat mag dus niet”, klinkt het spijtig. Engels is een van zijn favoriete vakken. “Daar ben ik best goed in. En het is een wereldtaal, dus leuk om te kennen.” Omdat Timor moeite heeft met begrijpend lezen, is hij minder dol op het vak geschiedenis. “De leraar maakt sommige vragen wat eenvoudiger voor mij. Dan kan ik ze gelukkig ook begrijpen.”
15
5. In en Uitstroomgegevens 2006/2007 Aantal
mutaties tijdens
schoolverlaters einde
schoolverlaters einde
leerlingen per
schooljaar 06/07
schooljaar; bevorderd
schooljaar; met diploma
01-10-2006
Bij
Af
Ja
1e leerjaar
416
3
14
2e leerjaar
417
3
8
3 vmbo(b)
43
4
3
3 vmbo(k)
45
4
3 vmbo(g)
10
Nee
Ja
som
Nee 399
1
405 36 41 10
3 vmbo(t)
118
4
4 vmbo(b)
52
2
4 vmbo(k)
31
31
0
4 vmbo(g)
9
8
1
4 vmbo(t)
82
1
3 havo
115
7
4 havo
148
5 havo
100
3 vwo
60
4 vwo
63
5 vwo
60
6 vwo
43
totaal
1812
2
4
108 45
5
65 2
0
16
2
104
11
137
1
95 1
6
1
58 63
2 1
41
58 30
8 16
42
1
286
6
1442
6. De lessentabellen Een lessentabel is lastig te lezen. Veel informatie is in één tabel gestopt. Vandaar enige toelichting om de tabel sneller en beter te kunnen lezen. In een lessentabel staan de vakken vermeld die een leerling in een bepaald leerjaar krijgt. Tevens zijn het aantal lesuren per vak vermeld. Zo krijgt iedereen een beeld van de vakken en aantallen lesuren die een leerling in een week krijgt. Alleen de lessentabel voor leerjaar 1 en 2 is weergegeven. In het kader van de schoolgids is dit de meest relevante informatie.
Er zijn verschillende brugklassen: Op de locatie Waalwijk kennen we vier brugklassen: 1. De AG-klas: een brugklas voor vwo-leerlingen. Extra Engels en wellicht ook een keuze voor het gymnasium, 2. De HA-klas: een brugklas met toekomstige havo-, atheneum- en gymnasiumleerlingen, 3. De VH-klas: een brugklas met toekomstige havo- en vmbo-leerlingen, 4. De VT-klas: een brugklas met vmbo-leerlingen die de theoretische leerweg gaan volgen. Op de locatie Wijk en Aalburg kennen we vierbrugklassen: 1. De HA-klas: een brugklas met toekomstige havo-, atheneum- en gymnasiumleerlingen, 2. De VH-klas: een brugklas met toekomstige havo- en vmbo-leerlingen, 3. De KGT-klas: een brugklas met vmbo-leerlingen die de theoretische, gemengde of kaderberoepsgerichte leerweg zullen gaan volgen, 4. De BB-klas: een brugklas met vmbo-leerlingen die de basisberoepsgerichte leerweg gaan volgen. In de BB-klas wordt ca. 60% van de lessen verzorgd door een groepsdocent. In deze klas is meestal ook sprake van leerweg ondersteunend onderwijs (lwoo). Leerweg ondersteuning komt overigens ook in andere vmbo klassen voor. Het eerste leerjaar in alle verschillende brugklassen hebben nagenoeg dezelfde lessentabel. Bewust is hier voor gekozen. Leerlingen ondervinden dan weinig hinder van hun keuze voor een bepaalde afdeling na het eerste leerjaar. Elke leerling heeft in bijna alle vakken hetzelfde aantal uren les gehad. Dat verhoogt de mogelijkheid om op een soepele wijze door te stromen. In het tweede leerjaar gaan de afdelingen zich onderscheiden door andere vakken en verschillende uren per vak. De lessentabellen zijn terug te vinden op onze website www.het-willem.nl
17
7. Hoe volgt de school de resultaten van de leerlingen? Leerlingen op het Willem van Oranje College willen we graag kennen en niet uit het oog verliezen. Vandaar dat we alle leerlingen vanaf de aanmelding op verschillende manieren volgen. Na aanmelding op het Willem van Oranje College wordt de basisschool bezocht en worden de aangemelde leerlingen doorgesproken met de leerkracht van groep 8. De leerkracht van de basisschool geeft mondeling en schriftelijk relevante gegevens door aan onze scholenbezoeker. Vanaf april worden er in die gevallen waarbij het van belang is dat de school vooraf op de hoogte is van bepaalde zaken, gesprekken gehouden met de ouders. Voor de zomervakantie ontvangen we op een middag alle nieuwe leerlingen, zodat deze alvast kennis kunnen maken met hun klas en hun mentor. Op de avond van diezelfde dag kunnen de ouders kennis maken met de school, de mentor en de andere ouders. Aan het begin van het schooljaar krijgen de mentoren en vakdocenten een overzicht met de belangrijkste feiten van de leerlingen uit hun klassen. De nieuwe brugklassers starten met een introductieprogramma. In deze week leren de leerlingen de school en elkaar kennen. Dit gebeurt door een groot aantal verschillende activiteiten. Een belangrijk moment in deze week is de ondertekening van het plaag- en pestprotocol. Gedurende het eerste leerjaar op het Willem wordt een ouderbezoek aangeboden. Ouders hebben dan de mogelijkheid om één van de vakdocenten thuis te ontvangen. In dit gesprek wordt geïnformeerd naar allerlei aspecten die met school te maken hebben zoals: - Hoe verliep de overgang basisschool– voortgezet onderwijs? - Hoe is het welbevinden op het Willem? - Hoe is de plaats in de groep? - Sterke / zwakke kanten van het Willem? Daarnaast is er voor de ouders de mogelijkheid om zaken bespreekbaar te maken, die van invloed kunnen zijn op het functioneren van hun zoon of dochter. De leerlingen kunnen via het leerlingenweb altijd hun cijfers inzien. Daarnaast worden de ouders/verzorgers vier keer per jaar geïnformeerd over de vorderingen van hun zoon of dochter door middel van een cijferrapportage. We gaan uit van een goed contact tussen leerlingen en ouders. De leerling is degene die altijd het best op de hoogte is van zijn cijfers. Met behulp van het leerlingenweb zijn deze ook zichtbaar te maken. Ouders kunnen dus samen met hun kinderen de resultaten volgen via het leerlingenweb.
18
Bij de elke rapportage wordt een vergadering gehouden met de docenten van een klas. Op deze vergaderingen wordt gesproken over de resultaten van de leerlingen. De bedoeling is om elkaar informatie te geven, problemen in beeld te brengen en actiepunten te formuleren, zodat we de leerling goed kunnen helpen. Voordat we de actiepunten formuleren worden de omstandigheden waarin de leerling tot deze resultaten is gekomen nauwkeurig bekeken. De cijfers worden gegeven voor allerlei type opdrachten zoals werkstukken, spreekbeurten, schriftelijke overhoringen en repetities. Het gewicht van deze opdrachten wordt aan de leerlingen meegedeeld. De leerlingen hebben recht om het gemaakte werk in te zien. Zij kunnen reflecteren, zodat zij kunnen leren van hun “fouten”. Natuurlijk worden zij hierbij begeleid door de vakdocent. De eerst verantwoordelijke om de resultaten van leerlingen namens de school te volgen, is de vakdocent. Als de resultaten van de leerling onvoldoende zijn, gaat hij als eerst verantwoordelijke na wat de oorzaak is en wat er aan gedaan kan worden. De vakdocenten slaan alle cijfers in de computer op. Daardoor hebben de mentor, teamleider en adjunct-directeur een goed en compleet overzicht van de cijfers van alle vakken. De mentor kan dus op elk gewenst moment de stand van zaken van zijn mentorleerlingen bekijken. Indien nodig volgen gesprekken met vakdocenten, leerlingen en ouders.
19
8. Overgangsnormen onderbouw vmbo-t, havo,atheneum, gymnasium Algemeen Rond de herfstvakantie nemen de leerlingen voor het eerst een cijferoverzicht mee naar huis. Aan het einde van iedere periode krijgen de leerlingen een cijferrapportage. Deze cijferrapportage geeft een overzicht van alle behaalde cijfers en het rapportcijfer per vak. Aan het eind van het schooljaar wordt een overgangsrapportage uitgereikt. Hierop staan de eindcijfers per vak. Op basis van deze eindcijfers wordt de overgang bepaald. Er zijn 2 methoden waarop het eindcijfer berekend kan worden. Methode 1: 1e rapportage 2e rapportage 3e rapportage 4e rapportage
telt telt telt telt
1x 1x 1x 1x
Methode 2: 1e rapportage 2e rapportage 3e rapportage 4e rapportage
telt telt telt telt
1x 1x 1x 2x
of bij halfjaarvakken 1e rapportage telt 1x 2e rapportage telt 2x
_____ …/4
_____ …/5
_____ ….3
Voor alle twee de berekeningswijzen geldt: a. telkens wordt het op één decimaal afgeronde rapportagecijfer gebruikt; b. de afronding van het overgangsrapportcijfer vindt plaats zoals de examencijferafronding gebeurt; dit is ..,5 of hoger wordt afgerond omhoog; c. de manier van berekenen is altijd per sectie geregeld.
20
Hieronder volgt het overzicht van alle vakken: methode 1 - mu, lo, ma, gd, tn, bv, methode 2 - Ne, Fa, Du, En, La, Gr, gs, wi, ns, bi,vz, ec, ak Uitgangspunten voor de bevordering zijn: - Er zijn uniforme regels voor alle klassen/afdelingen, uitgezonderd vmbo Basisberoepsgericht lwoo. - Op basis van vier rapportagecijfers wordt een jaarcijfer samengesteld. - Er wordt gewerkt met compensatiepunten. - Alle vakken tellen in het eerste leerjaar even zwaar. - Het systeem kent geen bespreekgevallen, uitgezonderd Basisberoepsgericht lwoo. - Bij de overstap naar een ander schooltype gelden aparte regels. (Het is mogelijk dat in de loop van het jaar aanvullingen of nuanceringen op de normen aangebracht zullen worden.) Overgangsnormen onderbouw:
Cijfers 5 4 1, 2, 3
Punten 1 onvoldoende punt 2 onvoldoende punten 3 onvoldoende punten
7 8, 9, 10
1 compensatiepunt 2 compensatiepunten
De leerling is bevorderd bij: 0 onvoldoendepunten 1 onvoldoendepunt + 1 compensatiepunt 2 onvoldoendepunten + 2 compensatiepunten 3 onvoldoendepunten + 3 compensatiepunten 4 onvoldoendepunten + 4 compensatiepunten
21
9. Leerlingbegeleiding Iedere leerling heeft recht op begeleiding. Leerlingen moeten in de middelbare schoolperiode veel keuzes maken. Die keuzes zijn niet altijd gemakkelijk. De school wil hen daarbij ondersteunen, samen met ouders. Op het Willem van Oranje College is de leerlingbegeleiding opgedeeld in drie aspecten: leren leren; leren kiezen; leren leven.
Leren leren In het leren staat het leerproces van de leerling centraal. Hoe leert hij? Waarom gaan bepaalde vakken niet goed? Welke leerstrategie kan een leerling het beste inzetten bij het leren van leerstof? In de eerste klas leren we de leerlingen via o.a. de Havlot-methode hun huiswerk plannen, een les leren en schematiseren, reflecteren en samenwerken. In een aantal mentorlessen wordt hier tijd aan besteed. Een belangrijk hulpmiddel is een speciale agenda die alle leerlingen uit leerjaar 1 bij de start van het cursusjaar krijgen. Leren kiezen Binnen dit onderdeel wordt de nadruk gelegd op de keuzes die leerlingen moeten maken voor een vervolgtraject op onze school of een vervolgtraject na “het Willem”. De leerlingen hebben allereerst te maken met een afdelingskeuze: vmbo, havo, atheneum, gymnasium. Vervolgens de keuze tussen de leerwegen binnen het vmbo of profielen binnen de Tweede Fase. Tot slot moet er een keuze worden gemaakt voor een vervolgopleiding of een beroep. Vanaf de eerste klas zijn we op een gestructureerde manier bezig om leerlingen te helpen met hun keuzes. Wanneer dit intern niet lukt, wordt een extern bureau ingeschakeld. Leren leven Het gaat ons uiteraard ook om de zorg voor de individuele leerling: de sociaal emotionele begeleiding. Wanneer de leerling niet goed functioneert, kan dat te maken hebben met persoonlijke problemen. Ook daar besteden we in de school aandacht aan. In de eerste klas wordt twee keer een schoolvragenlijst afgenomen. Deze vragenlijst geeft enig inzicht in het welbevinden, de motivatie en het zelfconcept van de leerling. De uitkomsten kunnen aanleiding zijn om een leerling extra hulp te geven. In dit kader zijn er bijvoorbeeld trainingen op school die de leerling kunnen helpen om te leren omgaan met faalangst, of een training die de leerling helpt zich weerbaarder op te stellen. Er is een orthopedagoog op school voor leerlingen met leer- en gedragsproblemen. Ook zijn er in de school vertrouwenspersonen aangesteld om leerlingen te helpen. Soms worden leerlingen verwezen naar externe instanties: GGD, GGZ, bureau Jeugdzorg, etc...
22
De organisatie van leerlingbegeleiding Leerlingbegeleiding wordt door verschillende personen ingevuld. Allereerst is de mentor een belangrijke functionaris. Vrijwel elke vakdocent is mentor van een klas of een groep. Hij heeft het meest direct contact met de leerling. Hij is ook het eerste aanspreekpunt voor de ouder van de leerling. In de ‘eerst lijn’ zorgt hij voor de opvang van de leerling. De toekomstige leerlingen maken voor de zomervakantie al kennis met hun mentor. Hij is in de introductieperiode intensief betrokken bij zijn mentorklas, om zo de leerling te helpen de overgang van de basisschool naar de middelbare school zo goed mogelijk te laten verlopen. Op de locatie Waalwijk zijn er naast de brugklasmentoren ook leerlingen-mentoren (lentoren). Deze leerlingen uit de bovenbouw van havo/atheneum hebben als taak de brugklassers snel te laten wennen aan de nieuwe school. Elke lentor heeft een groepje leerlingen die hij/ zij begeleidt in het eerste half jaar. De lentoren worden door de leerlingbegeleiders bijgestaan. De praktijk heeft laten zien dat de brugklasleerlingen zich zo veel sneller thuis voelen op het Willem. De docenten werken in een team samen. Zo verzorgt een team docenten het onderwijs aan de leerlingen van klas 1. De teamleider stuurt deze groep docenten aan. Samen kennen zij de leerlingen en maken onderlinge afspraken over het onderwijs, het volgen van de leerlingen en alles wat daar mee te maken heeft. Bij moeilijkheden kunnen zij de hulp van specialisten inschakelen. Deze specialisten in school noemen we de ‘tweede lijns’ opvang. Dit zijn onder meer de decanen/leerlingbegeleiders. Zij zijn gespecialiseerd in keuzeprocessen bij studie en beroep. Ook zijn zij in staat om te beoordelen welke hulp de leerling op een bepaald moment nodig heeft. Zij kunnen externe instanties inschakelen (de zgn. ‘derde lijnshulp’).
Leerlingen met een handicap Leerlingen met een handicap kunnen een beroep doen op een aangepaste behandeling en beoordeling. Met name dyslexie blijkt voor sommigen een forse handicap te zijn. Samen met de remedial teacher/orthopedagoog kan een begeleidingsplan worden opgezet, om te zorgen dat de leerling zo goed mogelijk kan functioneren. De leerlingen ontvangen een hulpkaart, waarmee ze aan de docent kunnen laten zien welke extra rechten zij hebben bij de toetsen.
23
Leerwegondersteuning (locatie Wijk en Aalburg) Binnen het vmbo bestaat voor leerlingen die didactische-, sociale, emotionele, of gedragsproblemen hebben, de mogelijkheid van leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Hier betreft het meestal leerlingen die problemen in het basisonderwijs hebben gehad of leerlingen die speciaal onderwijs hebben gevolgd. Binnen het lwoo kan meer individuele aandacht worden besteed aan deze kinderen, omdat de klassen kleiner zijn, het lesprogramma aangepast is naar inhoud en tempo en er voor de mentor meer mogelijkheden zijn om de klas te begeleiden. Daarnaast is er de mogelijkheid van begeleiding door de orthopedagoog van de school. Naast de permanente leerwegondersteuning kennen we ook de tijdelijke leerwegondersteuning voor die leerlingen die bij een bepaald vak dreigen uit te vallen of die tijdelijke ondersteuning nodig hebben. Die tijdelijke ondersteuning kan vanuit ons eigen lwoo worden verleend, of vanuit externe deskundigen die ofwel de leerling ofwel de docent ondersteunt.
Zorgteam Op beide locaties functioneert een zorgteam. Het zorgteam bestaat uit een adjunctdirecteur en/of de teamleiders, de leerlingbegeleiders, de schoolmaatschappelijkwerker, de orthopedagoog en diverse externe deskundigen. U kunt dan denken aan bijvoorbeeld de leerplichtambtenaar, iemand van de GGD of GGZ. Het zorgteam probeert vanuit de verschillende invalshoeken van deskundigen adequate oplossingen te zoeken voor leerlingen die problemen hebben. Time out De time out is bedoeld voor twee groepen leerlingen: 1. leerlingen die niet op school (binnen het samenwerkingsverband) te handhaven zijn. In vergelijking met een aanmelding voor de rebound is er sprake van een acute problematiek: een acuut veiligheidsrisico of plotseling optredend grensoverschrijdend gedrag. De leerling kan niet gedetacheerd worden op een andere school, of de mogelijkheid tot detachering is vanwege het acute karakter van de problematiek nog niet onderzocht; 2. leerlingen, die woonachtig zijn buiten de regio, maar ingeschreven staan bij een school in het samenwerkingsverband en die op straat in de regio rondlopen; Rebound - De Langstraat In het “Besluit Landelijk Beleidskader Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid 2002-2006 worden een aantal doelstellingen geformuleerd. Een van deze doelstellingen is de bestrijding van voortijdig school verlaten. De gemeente Waalwijk heeft in zijn “Meer Kansenbeleidsplan Gemeente Waalwijk” aangegeven dat een vermindering van 30% van voortijdig schoolverlaten moet worden gerealiseerd. Een van de projecten is Rebound – De Langstraat. Het doel van het Rebound-project is het herstellen van de vertrouwensrelatie met de leerling, gebaseerd op wederzijds begrip, opdat de motivatie bij de leerling groeit het onderwijstraject toch af te maken. 24
Lokaal beleid “Samenwerken aan een Time-outvoorziening”. De scholen voor voortgezet onderwijs werken samen in het Samenwerkingsverband VO/VSO de Langstraat, de gemeenten Waalwijk, Heusden, Loon op Zand, Aalburg, Werkendam en Woudrichem, de provincie Noord-Brabant en de welzijnsinstellingen hebben in september 2003 een time-outvoorziening in het leven geroepen onder de naam: Time-outproject De Langstraat. De deelnemende scholen werken aan het verbreden van de zorg binnen het onderwijs, daartoe hebben zij een leerlingvolgsysteem opgezet. Dat stelt de school in staat risicoleerlingen in beeld te brengen en te helpen. Als leerplichtige leerlingen door gedrag en houding in de knel dreigen te raken kan er een beroep worden gedaan op het Timeoutproject De Langstraat. Het Time-outproject is een “niet-schoolse” werkvorm die onder de verantwoordelijkheid van de school wordt uitgevoerd in het jongerencentrum De Tavenu door medewerkers van het jongerencentrum. In feite is het Time-outproject daardoor één van de middelen geworden van de school. Via de leerlingbegeleiders kan een leerling worden aangemeld voor het Time-outproject. Het doel van het Time-outproject is het herstellen van de vertrouwensrelatie met de leerling, gebaseerd op wederzijds begrip, opdat de motivatie bij de leerling groeit het onderwijstraject toch af te maken.
Aanmelding leerlingen met indicatie Sommige leerlingen die op een school voor VO worden aangemeld, hebben extra zorg nodig. Extra zorg is een manier van begeleiding die door leraren van de eigen school, soms aangevuld door mensen van buiten de school, wordt gegeven en die meer kost dan dat de school zelf kan betalen. Voor deze extra zorg, deze extra begeleiding, zijn aparte regelingen in het leven geroepen. Regelingen die ervoor zorgen dat de school meer geld krijgt en dus meer geld kan besteden aan die leerlingen die de extra zorg, ondersteuning nodig hebben. Informatie hierover kunt u vinden op: www.oudersenrugzak.nl Op onze school wordt bij een aanmelding van leerlingen een besluit tot toelating en plaatsing genomen aan de hand van onderwijskundige vragen. Het gaat hierbij dan om: • leerlingen die een positieve beschikking hebben van de Commissie voor Indicatiestelling (CvI); • of om leerlingen die een positieve beschikking hebben van de Regionale Verwijzings Commissie (RVC); • of om leerlingen die worden teruggeplaatst van een school voor speciaal onderwijs. Bij een positieve schikking van de CvI gaat het om leerlingen met een “rugzakje” en bij leerlingen die een positieve beschikking hebben van de RVC gaat het om Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) of om leerlingen die naar de Praktijkschool gaan (PrO).
25
Bij “rugzakleerlingen” gaat het over geld (euro’s) dat de ouders kunnen aanbesteden voor het kopen van extra zorg, geld (euro’s) dat rechtstreeks naar de VO-school gaat en geld (euro’s) dat het Regionaal Expertise Centrum (REC) kan gebruiken voor de begeleiding van de toestroom van een leerling naar het VO. Bij leerlingen met een rugzakje kan door de VO-school de Permanente Commissie Leerlingen (PCL) om advies gevraagd worden, voor leerlingen die aangemeld worden bij de RVC is dat niet altijd noodzakelijk. De PCL van het SWV is bereikbaar onder nummer: 06-20014455. Als we spreken over onderwijskundige vragen gaat het erom of de school voor VO in staat is antwoorden te geven op de problemen van de aangemelde leerlingen. Anders gezegd of de VO-school de leerling goed genoeg kan helpen om het onderwijs met succes te kunnen volgen en afronden. De school zal bij de beantwoording van de onderwijskundige vragen gebruikmaken van de kennis en mogelijkheden van het Regionaal Expertise Centrum (REC) en van de mogelijkheden en kennis die de PCL van het Samenwerkingsverband de Langstraat VO/VSO (SWV) biedt. Alle VO-scholen in de Langstraat + Wijk en Aalburg en Andel werken samen in het Samenwerkingsverband VO/VSO de Langstraat. In dat SWV zoeken de scholen naar oplossingen voor problemen van en met leerlingen. Zodra de leerling op één van de scholen van het SWV De Langstraat wordt aangemeld wordt in ieder geval gekeken of de leerling bekend is bij een van de andere scholen voor VO in het Samenwerkingsverband. Als VO-school willen we voorkomen dat er met leerlingen tussen scholen van het SWV geschoven wordt! Als een leerling bekend is bij andere VO-scholen van het SWV willen wij weten wat de beslissing van die VO-school is geweest bij de aanmelding en natuurlijk ook waarom die beslissing door die andere VO-school genomen is. Het besluit tot toelating en plaatsing op de VO-school wordt genomen door het bestuur van de school, c.q. de directie van de school.
Oudersteunpunt (locatie Waalwijk) Het Oudersteunpunt is voor ouders met (jonge) kinderen zowel in de voorschoolse periode als ook voor ouders met kinderen op de basisschool of het voortgezet onderwijs. Het gaat meestal om vragen waar de ouders mee zitten over bijvoorbeeld; het opvoeden in twee culturen, wat mag ik als ouder verwachten van het Nederlands onderwijs maar ook wat verwacht het Nederlands onderwijs. Voor een aantal ouders veroorzaken cultuur- of taalverschillen of te weinig informatie drempelvrees waardoor zij het moeilijk vinden om op de school of met anderen te praten. Het Oudersteunpunt is van en voor ouders en kent dus een lage drempel. Iedere ouder is welkom. Het Oudersteunpunt van de gemeente Waalwijk houdt wekelijks spreekuur op donderdag van 13.30 uur tot 15.00 uur en van 20.00 uur tot 21.00 uur (met uitzondering van de schoolvakanties). Dat spreekuur vindt plaats in het gebouw van Mozaïek Welzijn Waalwijk, De Coubertinlaan 10, 5143 AB Waalwijk. Het Oudersteunpunt is telefonisch te bereiken onder nummer (0416) 33 34 45. 26
Samenvatting leerlingbegeleiding Vanuit het drie-lijnenmodel kunnen we de leerlingbegeleiding op het Willem zo samenvatten:
Eerste lijn: vakdocent, mentor en teamleider Tweede lijn: interne specialisten: afdelingsdirectie, decaan/ leerlingbegeleiders, orthopedagoog, remedial teacher, vertrouwenspersonen, zorgteam
k
er
sp
he
B. O. A.
t e a ml e i d
e
|
ec lt
do ak
c e nt
|
e
g
maat s c hap p
a
l ij k we r
re m ed i
orthope da
|
rs
o r t h o p e da g
|
uwensper rtro so on ve
|
|
go
o
o
og
m
Z
iders
leerling klas v
ed
er
GG
uw en
n
g e le
ver tr o
ie
be
me
r
nd
g lin
|
|
deca an /le
|
r eide ml a te
se
or
he r
| s c h o o l ar t
ie
nt
c tea ia l
pec t
|
o
|
on
in s
st
s
Derde lijn: externe instanties: schoolartsendienst inspectie, vertrouwenspersonen, Riagg, (School) Maatschappelijk werk, Adviesbureau voor Onderwijs en Beroep (A.O.B.), remedialteacher, etc.
27
|
re
10. Opvang bij afwezigheid docent Op school spreken we van structureel les uitval en niet-structureel lesuitval. Onder die laatste valt lesuitval als gevolg van ziekte, bruiloften, jubilea etc. Ons ziekteverzuim is sedert drie jaar zeer laag 3,9%. Structureel lesuitval is er als er moet worden bijgeschoold en dat organisatorisch wordt geregeld. De lesuitval wordt beperkt gehouden om ons onderwijstijd te realiseren. 1. Door de organisatie van tussenweken is het mogelijk om lesuitval als gevolg van scholing, excursies en vergaderingen te beperken. Zo ontstaat een periode van 7/8 weken waarin lessen zo min mogelijk worden verstoord en een week waarin met een aangepast rooster wordt gewerkt. 2. De roostermaker is om 8.00 uur op school en weet of verneemt welke docenten afwezig zijn. Hij probeert het rooster van de klassen aan te passen. De tussenuren worden opgevuld of de leerlingen worden opgevangen door collega’s. 3. Vanaf thuis kunnen de leerlingen inloggen op het leerlingenweb. Daarop vinden zij alle wijzigingen en roosters. 4. Alle onderbouwklassen hebben een telefooncirkel. De zieke docent belt zijn afwezigheid door naar de eerste leerling op de telefooncirkel.Daarna bellen leerlingen middels de telefooncirkel elkaar. Vanzelfsprekend geldt dit alleen als er voldoende tijd is tussen de ziektemelding van de docent en het vertrek van leerlingen van huis! 5. Als klassen toch tussenuren krijgen dan moeten de klassen 1 en 2 gebruik maken van de opvangregeling. Dit houdt in, dat leerlingen een vast lokaal toegewezen krijgen waar ze zich melden als er een les uitvalt. Als er in dat lokaal geen ruimte is, dan moetende leerlingen zich melden bij de conciërge en vervolgens in de overblijfruimte aanwezig zijn. 6. Steeds meer wordt gewerkt met studiewijzers. Voordeel hiervan is, dat leerlingen bij lesuitval weten wat ze kunnen doen. In de open leercentra, de mediatheek en in het rr-lokaal kunnen leerlingen onder toezicht werken en er zijn ook computers beschikbaar voor opdrachten.
28
11. Klachtenregeling en vertrouwenscommissie Klachten Het Willem van Oranje College wil een veilige school zijn. Een school waar leerlingen en docenten in een sfeer van vertrouwen en respect met elkaar omgaan. Maar waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. Ouders kunnen ontevreden zijn over het rooster, de lesmethoden, de wijze waarop hun kind begeleid, beoordeeld of bestraft wordt. De meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerling, personeel en schoolleiding weggenomen worden. Hiervoor hebben wij onze interne klachtenregeling. Zie hiervoor onze klachtenprocedure, onderdeel 1 Klachtenprocedure intern*). Klachten die naar de mening van ouders/leerling niet naar behoren zijn opgelost of klachten over ongewenst gedrag die niet afdoende zijn opgelost, kunnen worden onderworpen aan het objectieve onderzoek van de externe klachtencommissie waarbij de school is aangesloten. Dit is de Stichting KOMM, postbus 32, 5328 ZG te Rossum, telefoon 0418 – 663980. Voor de volledige procedure verwijzen wij u naar onze klachtenprocedure*), onderdeel externe klachtencommissie.
Klachten ongewenste omgangsvormen Bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals seksuele intimidatie, discriminatie, racisme, pesten, agressie en geweld, kunnen ouders een leerlingen een beroep doen op de ondersteuning van de interne vertrouwenspersonen. Dat zijn voor de locatie Waalwijk: - mevrouw E. Paulides-Boll (privé tel. 0416-330111) - de heer H.C.J. Meurs (privé tel. 0165-545865) En voor de locatie Wijk en Aalburg: - mevrouw E.H. Roest-Baggerman (privé tel. 0183-647512) - mevrouw N.C. Verbeek-Groot Enzerink (privé tel. 0183-443876) Of de externe vertrouwenspersoon: Jeugdgezondheidszorg GGD Hart voor Brabant, mevrouw Noortje Breedijk, tel. 073–6404090.
29
12. Buitenlesactiviteiten Vak-gebonden activiteiten Reizen en activiteiten De meerdaagse reizen van het Willem van Oranje College zijn al sinds jaren een begrip. Elk jaar wordt een activiteitenweek georganiseerd voor alle leerlingen van de school. Het basisidee achter deze activiteiten is dat leerlingen niet alleen maar leren in een klaslokaal, in een schoolgebouw, maar ook in de praktijk. Sommige activiteiten hebben juist tot doel om leerlingen sociaal vaardig te maken. Samenwerken, uitdagingen aangaan, etc. staan hierin centraal. Op school maakt de “Commissie Reizen” elk jaar een programma van activiteiten. Deze activiteiten worden bekend gemaakt in een speciale “Reizen Informatief”, die in november/ december wordt uitgedeeld aan de leerlingen. De inschrijving vindt zo spoedig mogelijk daarna plaats. Op basis van inschrijvingen wordt bekeken welke activiteiten er kunnen doorgaan. De brugklassers gaan op ‘Brugklaskamp’ ergens in Brabant. De leerlingen uit de bovenbouw gaan mee als assistenten van de kampcommissie (geldt voor de locatie Waalwijk). De tweede klassers krijgen een activiteitenweek aangeboden aan de hand van een jaarlijks wisselend thema. De leerlingen van de derde klas kunnen kiezen uit sportieve activiteiten, zoals een survivalkamp, een zeilkamp, of een culturele activiteit in België of Duitsland. De leerlingen van klas 4, 5, 6, van de locatie Waalwijk gaan naar diverse steden in Europa. De leerlingen die permanente leerwegondersteuning krijgen, gaan aan het begin van het schooljaar al op kamp, omdat het voor deze leerlingen belangrijk is om snel een hechte groep te vormen. Internationalisering (locatie Waalwijk) Ervaring opdoen met internationale contacten is mogelijk voor leerlingen, die het Willem bezoeken. De schoolleiding ziet dit niet alleen als een prettige ontwikkeling voor leerlingen en docenten, maar ook vooral als een nuttige, leerzame en verrijkende tijdsbesteding. Diverse contacten en uitwisselingen vinden jaarlijks plaats. Er is een uitwisseling met Unna, Ayka en Poitiers. Gestart wordt met het e-twinningproject en de ontwikkelingen in de Cambridge-klassen en de IBC maken dat uitwisselingen met Engelstalige landen in het verschiet liggen. Het leggen van contacten met scholen in andere landen is daarmee volop in ontwikkeling. De schoolleiding stelt zich ten doel, dat elke leerling, die het Willem bezoekt, minstens één keer te maken krijgt met internationalisering. Dat hoeft niet perse door middel van een verblijf in het buitenland. Het kan ook via e-mail. Het Willem wil internationalisering bevorderen om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op het Europees burgerschap. Men kweekt zo ook meer begrip voor andere culturen. Op deze wijze geeft het Willem een stukje toegevoegde waarde aan het onderwijsprogramma. En dat kan alleen maar in het belang van de leerling zijn.
30
Activiteiten op gebied van Kunst en Cultuur Op het Willem van Oranje College is ook aandacht voor Kunst en Cultuur. Zo gaan de eerste klassen naar het Park “de Hoge Veluwe”, met het “Kröller Muller museum”. Middels allerlei opdrachten leren zij Kunst bekijken. In de Tweede Fase is CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) en in het vmbo is KV (kunstzinnige vorming) een verplicht onderdeel voor die leerlingen. De leerlingen maken kennis met diverse disciplines binnen de kunst en cultuur, in woord beeld en geluid. Voorbeelden hiervan zijn: theater, museum, concert, tentoonstelling, lezing, film, toneel, etc. De leerlingen ontvangen hiervoor va de overheid een financiële vergoeding in de vorm van een cultuurpas. Er wordt gewerkt aan een integraal kunst- en cultuurbeleid voor alle leerlingen. Naast de meer cultureel gerichte activiteiten wordt in de tweede klas op het Willem van Oranje College aan het einde van het schooljaar deelgenomen aan een aantal activiteiten. De leerling heeft hier een keuze uit een aantal sportieve activiteiten of een aantal creatieve activiteiten. De leerling wordt hierbij aangemoedigd om eens kennis te maken met een tot dan toe onbekende buitenschoolse activiteit. Voor deze activiteit wordt een bijdrage van de ouders gevraagd.
Vakexcursies De theorie in de vakken kan goed ondersteund worden met praktijkervaringen. Daarom gaan de leerlingen ook op vakexcursies en stages. De meeste vakexcursies duren één of twee dagdelen. Deze excursies worden uitvoerig in de lessen voorbereid zodat er optimaal profijt wordt gemaakt van een dag buiten de school. Maatschappelijke stage De leerlingen in het derde leerjaar gaan een week op maatschappelijke stage. Het helpt de leerlingen om een beeld te krijgen van hun vervolgmogelijkheden en ondersteunt hen in hun keuze voor een vervolgstudie. Daarnaast bevordert het hun eigen verantwoordelijkheid en initiatief, doordat ze op zoek moeten naar een stageadres, moeten solliciteren en hun leerervaringen moeten presenteren. De school ondersteunt en begeleidt hen daarbij. Stage vmbo Een stage is binnen het vmbo-onderwijs een onmisbaar onderdeel geworden van een beroepsopleiding. In die stage ziet de leerling hoe het er in het bedrijfsleven aan toe gaat. Er zijn in het derde leerjaar twee stages gepland: een vijfdaagse stage in januari en een negendaagse stage in juni. De leerling wordt zowel vanuit school, als vanuit het bedrijf begeleid. Een evaluatie moet zicht geven op wat de leerling er van heeft geleerd en waar hij aan moet gaan werken.
31
Niet – vakgebonden activiteiten Spirit, een kwestie van Leven (locatie Waalwijk) Sinds een aantal jaren zijn er op het Willem leerlingen en docenten die in hun lunchpauze tijd besteden aan de vragen als: Zou God echt bestaan of niet? Is er een hemel? Is er leven na de dood? Wie is Jezus eigenlijk? Doel van Spirit is God beter te leren kennen. De precieze dagen en uren worden vastgesteld wanneer het rooster bekend is. Leerlingen worden via de website en via de lichtkrant op de hoogte gesteld waar en wanneer deze activiteit plaatsvindt. Leerlingenvereniging Diogenes (locatie Waalwijk) De leerlingenvereniging is genoemd naar Diogenes, leerling van Antistenes, die baalde van mensen zonder gevoel voor medemenselijkheid en van jongeren die scholen alleen maar als leerfabrieken willen zien. Er is meer dan alleen leren. Voor een aantal van de leerlingen is het zelfs heel belangrijk om binnen school iets anders te doen. Diogenes probeert binnen het Willem de ideeën van deze wijsgeer toe te passen. De leerlingenvereniging richt zich op twee zaken. In de eerste plaats is er een feestcommissie. Deze organiseert activiteiten als de Sint-Nicolaasviering, brugklasavonden, sportevenementen en andere feesten. Schoolkrant “Het Vonkje” (locatie Waalwijk) Als een school er naar streeft het verantwoordelijkheidsgevoel van haar leerlingen te bevorderen, kan het niet anders of er moet ruimte zijn voor initiatieven van leerlingen. Naast de leerlingenvereniging Diogenes bestaat er daarom een schoolkrant, die “Het Vonkje” wordt genoemd. Elk jaar probeert een redactie, bestaande uit leerlingen en een docent de pennenvruchten van medeleerlingen en van henzelf samen te voegen tot een vrolijk geheel, dat ter lering ende vermaak kan dienen. Om een uitgave tot stand te brengen moet er heel wat werk verzet worden. Als dat gelukt is, krijgen de leerlingen van het Willem een vermakelijk blad voorgeschoteld, waarin ze zich kunnen herkennen. Een schoolkrant, waardoor leerlingen zich misschien uitgedaagd voelen om te reageren op wat medeleerlingen schrijven. Om met elkaar in gesprek te gaan over datgene wat hen bezig houdt. Zodat de vonk overspringt.....
32
Schoolkrant (locatie Wijk en Aalburg) De locatie Wijk en Aalburg heeft vanaf dit schooljaar haar eigen schoolkrant! Het is een krantje van en voor alle leerlingen, docenten en ander personeel van onze school. Een ieder die iets wil vertellen of laten zien, vindt daarvoor een plekje in de krant. Het eerste van drie jaarnummers is eind november 2006 uitgekomen. Om een indruk te geven van de krant is hier een greep uit de vele stukjes en tekeningen: op de voorpagina prijkt een prachtige seizoenstekening van een leerling en op pagina 11 vertelt een tweedejaars leerling over zijn vliegtocht boven de school; de prijs die hij had gewonnen bij de Edukans flessenpostactie in juni. Ook licht de reiscommissie de leerlingen via het krantje in over de drie reizen die op stapel staan in de week van 18 juni 2007. Er is een wedstrijd uitgeschreven voor de leukste, meest passende naam, die vanaf het volgende nummer, eind maart 2007, het krantje zal gaan sieren. Een gezellig krantje waar gezamenlijk aan wordt gewerkt draagt bij tot een goede sfeer en meer betrokkenheid bij de school. Activiteiten voor goede doelen Jaarlijks worden er op het Willem activiteiten gehouden voor één of meerdere doelen. De laatste jaren ligt de organisatie in handen van de commissie Edukans, die bestaat uit een groep docenten en leerlingen. Met diverse activiteiten proberen we aan leerlingen te laten zien dat we als school ook onze verantwoordelijkheid willen nemen voor onze minderbedeelde medemens. Dit jaar trekt onze school, net zoals ook de afgelopen jaren, de wereld in met Edukans Going Global. Door Edukans scholenactie worden duizenden kinderen en jongeren over heel de wereld betrokken bij de verbetering van de leefomstandigheden van hun leeftijdsgenoten in de Derde Wereld. De opbrengst van de activiteiten zal dit jaar worden ingezet voor onderwijsprojecten in India. Eén leerling van de locatie Wijk en Aalburg en een leerling van de locatie Waalwijk gaan samen met scholieren van deelnemende scholen, daar ook naar toe als fotograaf en reporter. Verkeersveiligheid De school moet veilig bereikbaar zijn. Dit betekent dat we binnen en buiten de school aandacht besteden aan verbeteringen van de infrastructuur, verkeerseducatie en verkeersprojecten zoals een bromfietscursus, een skatecursus, een fietsverlichtingsactie en een school-thuisroute project. Onze school is een BVL-school en heeft een veco (verkeersveiligheidscoördinator) Zijn/haar taak is het aansturen en coördineren van allerlei verkeersveiligheidsacties in samenwerking met de gemeente Waalwijk en de politie Midden en West Brabant.
33
Niet meer dan drie meisjes in de klas
“Wij zitten maar met drie meisjes in de klas”, zegt Sanne van der Kolk (13 jaar, 1 vmbo). “Dat is lastig als je twee aan twee opdrachten moet maken. Dan blijft er altijd één meisje over. Gelukkig mogen wij het vaak met zijn drieën doen. De leraar maakt voor ons een uitzondering.” Voor de rest vindt Sanne het best gezellig, met al die jongens. Waar ze ook blij mee is, is het lesrooster. “We hoeven niet steeds naar een ander lokaal, als de les afgelopen is. We blijven meestal in dezelfde klas zitten. Dan kun je lekker doorwerken. We hebben ook voor heel veel vakken dezelfde leraar. Onze mentor geeft bijvoorbeeld biologie, wiskunde, Nederlands, godsdienst en Engels.” Sanne is blij met haar mentor. “We mogen bij hem wiskunde-opdrachten op de computer doen. En hij maakt zelf grappige quizjes en spelletjes. Een keer had hij twee liedjes door elkaar gemengd. Moesten wij raden welke liedjes dat waren.” Als er iets aan de hand is, kan de klas ook altijd bij de mentor terecht. Sanne: “Er is wel eens een keer een jongen gepest. De mentor heeft dat toen opgelost, door met iedereen te praten.” Engels vindt Sanne een vreselijke taal. “Die uitspraak! Ik kan dat echt niet.” Gym daarentegen, is haar lievelingsvak. “Lekker bewegen. Ik zit ook op turnen en doe aan paardrijden.”
‘Ik word officier bij de marine’
De 15-jarige Charlotte Duijster zit in 3 vmbo, theoretische leerweg. Ze gaat naar school in Wijk en Aalburg. “Hierna ga ik nog twee jaar havo doen. En dan naar de marine”, klinkt het vastbesloten. Charlotte weet al van kinds af aan wat ze worden wil. “Officier bij de marine. Omdat je aan die opleiding pas kunt beginnen als je 18 bent, heb ik opzettelijk eerst vmbo gedaan. Dan hoef ik straks geen jaar stil te zitten en kan ik direct van de havo naar de officiersopleiding.” Charlotte moet na haar vmbo-eindexamen naar Waalwijk, om daar haar havo af te maken. Daar ziet ze niet tegenop. Integendeel. “Het Willem in Waalwijk lijkt me een leukere school dan hier. Mijn vriend heeft daar pas geleden een galafeest gehad, vanwege het eindexamen. Dat was een drukbezocht en leuk feest. Goed georganiseerd ook. Hier hebben we bijna nooit schoolfeesten.” Waar Charlotte echt zin in heeft, is het reisje naar Berlijn dat ze binnenkort met andere derdeklassers gaat maken. “Je kon kiezen uit drie bestemmingen. Ik koos voor Berlijn. We gaan daar musea bezoeken, maar ook winkelen.” Ze is heel tevreden over haar school, maar als ze iets mocht veranderen dan was het ‘minder tussenuren en opgevrolijkte gangen’. “De muren zijn zo saai. Hang daar wat schilderijen op, zou ik zeggen.” Na enig nadenken schiet haar nog iets te binnen. “Een andere muziekzender in de aula. Nu staat daar altijd een lokale radio-omroep op, met heel foute muziek. Ik werk in een cafetaria; daar hebben ze die zender óók al op staan.”
34
Twijfelen tussen kok of circus
Guinevere Brakel (14) is op de basisschool een keertje blijven zitten. “Toch ben ik niet de oudste van de klas. Eén jongen is nog ouder dan ik”, zegt ze. Guinevere zit in de eerste klas van het basisberoepsgerichte vmbo. Dat is een praktijkopleiding, met weinig theorie en veel doe-vakken. “Ik wil de verzorging in. Ik twijfel nog tussen kok of werken bij het circus. Het zal wel kok worden”, zucht ze. “Circussen zijn er niet zo veel. En ik ben allergisch voor sommige dieren.” Guinevere woont in Sprang-Capelle. Ze gaat elke dag met de bus naar school in Wijk en Aalburg. “We hebben diverse vmbo-scholen bezocht, toen ik moest kiezen. Dit leek me de leukste school van allemaal”, verklaart ze haar keuze. Tekenen, daar is ze dol op. “Laatst moesten we een familiewapen tekenen bij beeldende vorming. De leraar vond mijn ontwerp zo mooi, dat hij het niet terug wilde geven.” Engels is een vak dat haar minder kan bekoren. “Die taal is moeilijk voor mij. Waarschijnlijk komt dat omdat ik dyslexie heb. Dat zijn ze nog aan het onderzoeken.” Samen met de klas en de mentor hebben ze al verschillende leuke dingen gedaan, zoals op kamp, excursies en vieringen. “Dan leer je elkaar beter kennen. Ik had eerst maar twee vriendinnen. Nu best wel meer.”
‘Jury kijkt of je geen prutser bent’
Carlo Vos (13) zit in de eerste van het vmbo. Dat bevalt hem prima. “Veel leraren weten met kinderen om te gaan en geven goed les”, klinkt het goedkeurend. “Maar je hebt er ook enkele bij die veel schreeuwen door de klas en steeds strafwerk geven. Dat is best irritant.” Na het vmbo wil hij ‘hogerop’. “Ik ga hierna de havo proberen. Ik ben namelijk doof aan één oor. Met een goed diploma heb je meer kans op een redelijke baan.” Carlo vindt zijn school oké. “Aardige leraren, goede leslokalen, goede apparatuur. Zoals de beamer, dat is een groot scherm aan de muur. Daarop kun je zelf de opdrachten lezen. Zonder beamer moet de leraar de opdrachten voorlezen en dan moet je steeds op hem wachten.” Aan het eind van het schooljaar gaat zijn klas op kamp. “Daar heb ik zin in. We houden daar een bonte avond, met als thema ‘So you wanna be a prutser’. Dan mag je zingen, dansen of jongleren voor een jury. Die kijkt of je geen prutser bent. In de klas, tijdens het mentoruur, hebben we de optredens geoefend.” Wat er beter kon aan zijn school? “De aula. Die is vrij klein. Je zit daar hutjemutje op elkaar. Als je meer ruimte had, kon je relaxter eten.”
35
13. ICT Informatie- en communicatietechniek (ICT) krijgt een steeds grotere plaats binnen het onderwijsaanbod. Zeker in een tijd waarin vaardigheden en zelfstandig leren een belangrijke rol spelen in het onderwijs. Eigenlijk kun je wel zeggen dat het vreemd zou zijn als er geen computers in de school zouden staan. ICT hoort er gewoon bij. Het Willem van Oranje College beschikt daarom op beide locaties over een moderne mediatheek, een goed uitgerust computerlokaal en open leercentra met multimedia computers en internetaansluiting. De mediatheek en de open leercentra bieden voldoende plaats aan zelfstandig werkende leerlingen die in het vmbo en de Tweede Fase hun opleiding volgen. De computers zijn voorzien van moderne besturingssystemen met alle vaksoftware en de noodzakelijke algemene software. De mediatheek is toegankelijk voor iedere leerling met een gerichte lestaak en indien nodig kan daar ondersteuning geboden worden door de permanent aanwezige mediathecaris. Naast deze ruimten staan er ook computers in de vaklokalen en de verschillende afdelingen. In de vakgerichte afdelingen is ICT geïntegreerd in de lesprogramma’s. Veelal worden de computers gebruikt om het zelfstandig leren te bevorderen of om een presentatie in de les te houden in combinatie met een beamer (digitale projector). Al deze ruimten hebben toegang tot het Internet en kennisnet. Op school wordt er gewerkt met het Microsoft Office pakket vanwege het grote maatschappelijke draagvlak. Gedurende de schooltijd worden verschillende ICT vaardigheden aangeleerd. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan: het leren zoeken en beoordelen van internetpagina’s, het werken met digitale presentaties, typen in een tekstverwerker of juist voorraadbeheer in een database. De meeste ICT vaardigheden zitten verweven in de afzonderlijke lesprogramma’s. In de vmbo-klassen wordt ICT extra onder de aandacht gebracht bij het vak informatiekunde. Door speciale computerprogramma’s worden de leerlingen ondersteund op gebieden waar de problemen zitten. Leren en communiceren gaat steeds vaker met de computer het leerlingen web en de elektronische leeromgeving zijn hier prachtige voorbeelden van.
36
14. Kosten In dit hoofdstuk wordt een globaal beeld gegeven van de kosten voor het onderwijs in het eerste leerjaar. Een en ander afhankelijk van welke brugklas de leerling zit. De schoolboeken kunnen worden gehuurd via Van Dijk – studieboeken in Kampen. De school stelt de boeklijst samen en heeft met Van Dijk afspraken gemaakt over de levering van de boeken. Hieronder staan (bij benadering) de kosten die aan boeken en materialen verbonden zijn: Huur/koop voor de schoolboeken € 285,00 tot € 350 Grote Bosatlas € 65,00 Woordenboeken € 44,00 Rekenmachine € 18,00 Tekendoos € 22,00 Gymshirt € 7,00 Agenda € 14,00 Ouderbijdrage: Vrijwillige bijdrage € 40,00 Afdelingsspecifiek deel € 85,00 - € 95,00 - € 125,00 (o.a. excursies – kamp) Voor AG klas (Cambridge) kan dit maximaal € 250 zijn. Locatiespecifiek deel € 22,00 - € 25,00
Ouderbijdrage De ouderbijdrage verdient een nadere toelichting. De ouderbijdrage bestaat uit drie onderdelen: een algemeen (vrijwillig) deel, een afdelingsspecifiek deel en een locatie specifiek deel. Het algemene deel is voor elke leerling gelijk aan € 40,00. Dit geld wordt voornamelijk besteed om de schoolcultuur in stand te houden. Deze bijdrage heeft een vrijwillig karakter. Is er meer dan één kind uit een gezin leerling van de school dan wordt voor elk kind € 12,50 in mindering gebracht op het algemene deel van de ouderbijdrage.
37
Het afdelingsspecifieke deel is per afdeling per leerjaar verschillend. Het gaat hier om de bekostiging van activiteiten buiten de gewone les om die een onderdeel van het reguliere onderwijs zijn en door alle leerlingen uit een afdeling gevolgd worden. Een veel voorkomende activiteit zijn de excursies. De centrale inning van de gelden heeft als voordeel dat ouders niet het gehele jaar door lastig gevallen worden om geld mee te geven aan hun kinderen. Voor docenten heeft het een voordeel dat ze niet bezig zijn met het inzamelen van geld. Niet voor alle activiteiten lukt het om geld via een ouderbijdrage te innen. De activiteiten bestaan uit een zeer gevarieerd aanbod en daarom uit gevarieerde prijzen. Is er maar een beperkt aantal leerlingen in een afdeling dat deelneemt aan de activiteit, dan worden de kosten via een machtiging geïnd. Deze bijdrage heeft een verplicht karakter. Docenten organiseren een activiteit die bij hun lessen passen en daarvoor wordt een budget vastgesteld dat via de ouderbijdrage opgebracht is. Het locatiespecifieke deel. Per locatie worden er ook kosten in rekening gebracht. Alle leerlingen hebben een kluisje voor hun jas en andere spullen. Er wordt gewerkt met pasjes en de leerlingen zijn automatisch lid van de bibliotheek. Bij de brief waarin ouders uitgenodigd worden hun bijdrage te betalen is een uitgebreide verantwoording van de besteding van de gelden toegevoegd voor alle onderdelen van de ouderbijdrage.
38
Slotwoord De Schoolgids moet een verantwoording zijn voor wat we doen. Het moet u een beeld geven van onze doelen, plannen en resultaten. We hopen dat we daarin geslaagd zijn. Mocht u iets missen in onze schoolgids dan kunt u terecht op onze website (www.het-willem.nl) U zult na het lezen van de Schoolgids misschien nog vragen hebben. De locatiedirecteuren willen uw vragen graag beantwoorden of zorgen ervoor dat u van een collega een deskundig antwoord krijgt. Daarnaast verwijzen wij naar onze website voor overige en actuele informatie: www.het-willem.nl ook als u aanvullend commentaar hebt. Wij wensen uw zoon of dochter een succesvolle schoolloopbaan toe.
39
40