Atelier Remake “Leidsche Rijn”
Kasteel Groeneveld, 30 november 2000
Inhoud Inleiding Doelen en opgave Het watersysteem Het stedelijk systeem Waterrijk wonen Conclusies Aanbevelingen Deelnemerslijst
Inleiding 1 3 4 6 8 13 14 15
Aan het atelier, dat begeleid werd door Parklaan landschapsarchitecten, hebben 26 enthousiaste werkgroepleden deelgenomen. Het was een eerste kennismaking tussen de werkgroepen, die resulteerde in het uitbuiten en combineren van elkaars kennis. De groep is opgedeeld in 3 groepen. Elke groep heeft een plan gemaakt met een ontwerp voor het watersysteem en het stedelijke systeem. Er zijn verschillende mogelijkheden voor waterrijk wonen bedacht. Op basis hiervan geven we aanknopingspunten voor het ontwikkelen van waterrijk wonen die elders in de Deltametropool toepasbaar zijn. Tenslotte enkele aanbevelingen over de gevolgde werkwijze. Dit verslag is een beeldende samenvatting van de resultaten van het atelier. Uit de grote hoeveelheid materiaal hebben we die elementen geselecteerd, die betrekking hebben op de waterrijke woonmilieus. Een aantal ideeën kwamen in verschillende groepen voor, maar afhankelijk van het systeem op een andere plaats. We hebben er voor gekozen ieder idee één maal te presenteren onafhankelijk van welke groep wat bedacht heeft. Het materiaal kan als inspiratiebron dienen, maar kan ook gebruikt worden als basis voor de uitwerking van de waterrijke woonmilieus.
Oostblok 1 Delft Postbus 2885 2601 CW Delft tel. 015 2153011 www.deltametropool.nl
Vughterstraat 280 5211 GR Den Bosch tel. 073 6140191
[email protected] http://www.parklaan.nl
De werkgroep Waterrijk van de Vereniging Deltametropool heeft het Atelier ‘Nieuwe Rijn; Remake Leidsche Rijn’ georganiseerd om haar bevindingen te combineren met de kennis van de werkgroep Stedelijke Diversiteit.
Alle afbeeldingen die in dit rapport staan, zijn gescand tijdens het atelier. Dit rapport is een korte samenvatting van het atelier en in principe voor ‘intern gebruik’. Diegene die denken recht te hebben op de beeldrechten van afbeeldingen in dit rapport kunnen zich melden bij de Vereniging Deltametropool.
1
Nieuwe Rijn
2
Samenwerking tussen werkgroepen van de Vereniging Deltametropool en integreren van elkaars kennis. Uitgangspunten van de werkgroep concreet maken en toetsen aan de praktijksituatie. Voor Waterrijk betekent dit het uitwerken van de modellen (ring- en netwerk) op een concrete lokatie langs een beeldbepalende waterstructuur, waarbij kwaliteitsverbetering wordt gerealiseerd ten aanzien van water, wonen, recreatie en natuur. Voor Stedelijke Diversiteit betekent dit, het onderzoeken op welke manier stedelijke diversiteit ontwikkeld kan worden in relatie met water.
Plangebied
De plaats waar Leidsche Rijn gebouwd wordt, en de directe omgeving (Amsterdam-Rijn Kanaal, Haarzuilens). Uitgangspunt is de situatie van vóór de bouwplannen Vinex Leidsche Rijn.
Aannames / randvoorwaarden vanuit water -
-
Tegenstrijdige belangen oplossen of bestuurlijke keuzes en besluitvormingsprocessen initiëren. Ontwikkelen van aanknopingspunten voor water en wonen, die elders in de Deltametropool toepasbaar zijn.
-
Opgave
Op welke manier kunnen de ideeën van Waterrijk en Stedelijke Diversiteit met elkaar worden geïntegreerd? Hoe kan het ringmodel en netwerkmodel gecombineerd worden met het streven naar Stedelijke Diversiteit? Veronderstellingen zijn er genoeg; wonen aan het water, woonboten etc.
De haalbaarheidsstudie voor de tussenboezem komt uit op een voorlopige behoefte van 35 m3/ sec. Dit betekent een watergang van 100 meter breed en 2,5 meter diep. 20% van de te verstedelijken oppervlakten reser veren voor open water. Hierbij gaan we uit van een verhard oppervlak (daken en straten) van 40%. Is het verhard oppervlak groter (bijvoor beeld bij hoogstedelijk bouwen) dan is de 20% open water niet genoeg. Een peilfluctuatie van +/50 cm. Differentiatie van waterlichamen ten aanzien van lengte, diepte, talud en toepassing van natuur vriendelijke oevers; Grondwaterneutraal bouwen; bij verstedelijking mag de grondwaterstand niet zakken, dit betekent dat je in laag gelegen gebieden niet de grondwaterstand verlaagt maar extra grond opbrengt om droge voeten te houden.
3
Doelen en opgave
Doelen
Het watersysteem Het gebied’
Het plangebied ligt in het Groene Hart, ten westen van Utrecht. In het gebied ligt een stroomrug met restanten van de Oude Rijn en de gekanaliseerde Leidsche Rijn. De flanken liggen lager en zijn natter. In het gebied loopt de spoorlijn Utrecht- Den Haag/ Rotterdam met een station in Vleuten-de Meern. Het plangebied wordt van Utrecht gescheiden door de A12 en het Amsterdam-Rijnkanaal.
Het watersysteem
Het water stroomt in het gebied globaal van oost naar west, van verkeersknoop Oude Rijn naar Haarzuilens. In het gebied van Leidsche Rijn moet de verbinding worden gelegd tussen het noordelijke en zuidelijke watersysteem van de Deltametropool. Door het gebied moet een waterdoorvoer komen en er moet een oppervlakteberging worden opgenomen waardoor het gebied als zelfstandige eenheid kan functioneren.
Idee 1 Legakkers en buitenplaatsen
De loop van de Oude Rijn wordt hersteld. Hij krijgt een functie voor het doorvoeren van water. Aan de Leidsche Rijn is een grote plas gekoppeld. Aan de flanken van de stroomrug komen grote waterbergingen die de piekbelasting kunnen opvangen.
Idee 2 Megawaterloop en fort Vleuten
4
Tussen de A12 en de stroomrug wordt een megawaterloop gegraven die bij Haarzuilens uitmondt in een plas voor waterberging. Na Haarzuilens wordt het water verder het Groene Hart ingevoerd. De Oude Rijn heeft een eigen watersysteem, Vleuten krijgt binnen dit systeem een waterberging in de vorm van een ringgracht. De Leidsche Rijn en de megawaterloop hebben verbindingen met de Oude Rijn. Oude Rijn
Idee 3 Meanders en wooneilanden Leidsche Rijn
De Oude Rijn krijgt het karakter van een rivier met vele meanders en meertjes. Hij heeft een funktie voor de doorvoer van water maar vangt ook piekbelastingen op. De noordelijke flank is een grote waterberging met grillige eilanden. De zuidelijke flank bestaat uit een strokenverkaveling met brede sloten en is verbonden met de Leidsche Rijn en met het Oude Rijn systeem.
Idee 1 Legakkers en buitenplaatsen A'dam-Rijnkanaal A2 Utrecht Haarzuilens
Idee 2 Megawaterloop en fort Vleuten A'dam-Rijnkanaal A2 Utrecht
5
Haarzuilens
Idee 3 Meanders en wooneilanden A'dam-Rijnkanaal A2 Utrecht Haarzuilens
Stedelijk systeem
A2
A'dam-Rijnkanaal A2
Idee 1 Legakkers en buitenplaatsen
Hoge dichtheden in de driehoek tussen de A12 en A2 . Lage dichtheden richting het Groene Hart. Een toplokatie op de kruising van spoor en snelweg; hoge dichtheden, groen, water en optimale ontsluiting.
Utrecht Haarzuilens
nieuwe landgoederen
Spoor Vleuten
woonboten vrije kavels
Idee 2 Megawaterloop en fort Vleuten
Dorpen met een eigen karakter langs de spoorlijn, wonen in grote gebouwen langs een megawaterloop met opvallende bruggen.
A'dam-Rijnkanaal
A'dam-Rijnkanaal
A2
A2 Utrecht
Utrecht
Haarzuilens
Haarzuilens
6
Vleuten
Vleuten HOV lijn
Idee 3 Meanders en wooneilanden
Ontwikkelingen van een reeks woonwijken langs een metrolijn parallel aan het spoor en een netwerk van wegen
A'dam-Rijnkanaal
A'dam-Rijnkanaal
A2
A2
Utrecht
Utrecht
Haarzuilens
Haarzuilens
lightrailverbinding Groene Hart - Utrecht
7
Waterrijk wonen
De ideeën met betrekking tot waterrijk wonen zijn at random weergegeven, onafhankelijk van het plan waarin ze zijn ontwikkeld. Het is een staalkaart van mogelijkheden waarin watersysteem en wonen zijn gecombineerd.
8
Legakkers met torens
Grote woongebouwen staan met hun voet langs de rand van een legakkergebied. De plas met legakkers vormt een lamellenstructuur tussen de snelweg en de woongebouwen. Bij hoogwater verdwijnt een deel van de legakkers.
De Oude Rijn met groene buitenplaatsen
Langs de herstelde Oude Rijn liggen boscomplexen met een aantal woongebouwen. De Oude Rijn krijgt het karakter van de Vecht.
Huidige situatie
In het gebied zijn twee dorpen; Vleuten en De Meern. Daarnaast is er veel lintbebouwing. Haarzuilen is een landgoed met een kasteel, boerderijen en een klein dorp.
Waterrijk wonen
Het watersysteem is benut voor het ontwerpen van woonmilieus. Er is een caleidoscoop aan mogelijkheden. Het bestaande landschapspatroon en de ligging van de infrastructuur liggen aan de basis van de ontwerpen.
Waterrijke recreatie
In veel gevallen wordt de recreatie als medegebruiker van de waterrijke woongebieden gezien, geen eigen afgezonderde recreatiegebieden, maar integratie en overvloeiing van funkties. Het Landgoed Haarzuilens werd wel aangemerkt als een belangrijk gebied voor recreanten.
Vrije kavels met giga-wadi’s
Stroken hoog- en laagland wisselen elkaar af, een soort mega-rabattenstructuur. Bij hevige regenbuien lopen de laagtes vol met water. Een deel van het water wordt infiltreerd, een ander deel stroomt af naar een plas.
Woonbootwonen
9
Op een grote plas drijven villa’s. Ze bewegen mee met het fluctuerende waterpeil.
Eilandwonen
In een groot meer liggen ontelbare groene eilanden, de eilanden zijn met elkaar verbonden door wegen. Op elk eiland staat een groot wooncomplex.
Wonen op legakkers I
Het slagenlandschap wordt vergraven tot legakkers. De woningen vormen lange linten in het waterlandschap.
Wonen op de weide landgoederen
10
Op de overgang naar het Groene Hart liggen landgoederen met voornamelijk weidegronden en grote wooneenheden. Het waterpeil is hoog, het land is een spons met water.
Gein langs de Oude Rijn
Door een gebied met hoge dichtheden stroomt de Oude Rijn. Het karakter van deze wijk heeft referenties naar het Gein in Abcoude.
Fort Vleuten
Fort Vleuten is opgebouwd uit de oude kern, groeiruimte en een gracht rondom. In de gracht wordt het water van het dorp opgevangen.
Dit is eigenlijk geen waterwonen, maar archeowonen. Op de plek waar eens de romeinen hun kampementen hadden, wordt een nieuwe wijk gebouwd met referenties naar de oudheid. Het gebied heeft twee karakters; een gebied met hoge dichtheden en een waterfront en een groene tegenpool met lage dichtheden. De verbrede Oude Rijn is een intermediair.
Megablocks langs mega waterloop
Een brede watergang zorgt voor de doorvoer van het water. De woongebouwen langs het water verhouden zich tot de schaal van het water. Eigenlijk ontstaat het beeld van een vergrote gracht.
11
NS Castellum
Wonen op de legakkers II
Smalle legakkers liggen in een grote plas. Op elke legakker staan enkele huizen. De woongedeelten blijven ook bij hoge waterstanden droog. Een deel van de legakker kan onderstromen.
12
Wonen in de meander
De Oude Rijn heeft het karakter van een waterrijk met plassen en meanders. De stroomrug wordt afgewisseld met water. Op de stroomrug liggen langs het spoor stedelijke gebieden met een hoge dichtheid. Verderop liggen grote wooncomplexen op de overgang van water en land. Het systeem heeft zowel een doorvoerfunctie als een bergingsfunctie van stedelijk water.
Wonen tussen de bos en grasstroken
Gekoppeld aan de Leidsche Rijn ligt een gebied waar waterstroken, grasland en bosstroken elkaar afwisselen. Het is de overgang naar het Groene Hart. Woningen kunnen zowel in het bos als aan de bosrand staan. Het bodempeil fluctueert, het gebied is eigenlijk een groene waterberging.
Conclusies Bij het ontwerpen van het (nieuwe stedelijke) watersysteem dat mogelijkheden biedt voor stedelijke diversiteit wordt de ondergrond als basis genomen. Deze ondergrond bestaat uit het bestaande watersysteem en de landschappelijke kenmerken zoals de geomorfologie, de bodem en de cultuurhistorie. In de terminologie van de Deltametropool noemen we dit het water- en het ruraal systeem. Belangrijke aspecten van deze systemen zijn: De karakteristiek van het lokale watersyteem. De geomorfologie van het gebied en de daarmee samenhangende stroomrichting van het water. De cultuurhistorie van het gebied, hierbij speelt zowel de cultuurhistorie van het watersysteem als die van het wonen (het occupatiepatroon) een rol. Bijvoorbeeld de slagenverkaveling met sloten en boezems (dit leent zich voor wonen op legakkers). En de woonlinten langs de Oude Rijn. Kortom: het benutten van de genius loci en de specifieke samenhang met het water; bijvoorbeeld bij Haarzuilens (waterbestendige landgoederen die verdroging van de natuur daar tegengaan en profiteren van de kasteel-sfeer). De diversiteit in waterelementen leent zich voor een grote diversiteit in woonvormen. Een grote waterberingsplas leent zich misschien voor het plaatsen van hoge woontorens, die gebruik maken van het weidse uitzicht. En een smal riviertje die zich door een woonkern slingert, levert woonvormen zoals de Gein in Abcoude. Een riviertje door het landelijk gebied biedt aanleiding tot het plaatsen van landgoederen vergelijkbaar met de Vecht.
Dit gecombineerd met de eigenschappen van het infrastructurele systeem levert een scala aan mogelijkheden op voor het realiseren van stedelijke diversiteit. Hoogstedelijk bij knooppunten van infrastructuur en lagere dichtheden op minder bereikbare plekken, anticiperend op de mogelijkheden die het watersysteem biedt. Het gedachtengoed van Waterrijk en Stedelijke diversiteit laat zich goed combineren. Zowel het ring- als het netwerksysteem biedt veel aanknopingspunten voor stedelijke diversiteit. Ondanks het feit dat de systemen en de tussenboezem specifieke eisen stellen zoals de ruimtelijke opbouw, de lokatie, het oppervlak, de fluctuatie enz. biedt het nog veel mogelijkheden voor verstedelijking. Er is niet één oplossing mogelijk, maar er is een caleidoscoop aan mogelijkheden, die op verschillende manieren kunnen worden vormgegeven. Tijdens het atelier bleek dat het watersysteem een stad met een eigen karakter kan opleveren als zij wordt gecombineerd met de geomorfologie, het landschappelijke basispatroon en archeologie.
13
De uitgangspunten van Waterrijk, zoals een tussenboezem en 30% open water in de stad, bieden veel aanknopingspunten voor stedelijke diversiteit en waterrijk wonen. Zowel hoogstedelijk als laagstedelijk wonen kan met water gecombineerd worden.
14
Aanbevelingen
De opgave en doelen, zoals op bladzijde 3 zijn omschreven zijn gerealiseerd. De plannen zijn echter niet bewust getoetst op de aannames en randvoorwaarden vanuit het water. Waarschijnlijk is het aantal m3 of het % open water niet exact gehaald. Daarnaast is bij aanvang van de workshop besloten niet letten op de hoeveelheid woningen die de bouwopgave van Liedse Rijn bepaalt. De goepen hebben verschillende dichtheden van wonen aangegeven, maar er zijn geen aantallen per hectare bepaald. Ondanks deze toch wel belangrijke onderwerpen is er in de groepen overeenstemming over de ontwerpen ontstaan. De drijvende kracht daarvoor was de keuze voor kwaliteit en het denken vanuit het watersysteem. Vanwege tijdgebrek en omdat het eerste atelier een experiment was, is er niet meer getoetst. In het volgende atelier moet deze toets wel aan de orde komen.
Een volgend atelier moet een stap vooruit betekenen. Er kunnen ook andere werkgroepen worden uitgenodigd. Vakgebieden die de ontwerpideëen kunnen aanscherpen zijn bijvoorbeeld economie en verkeer.
Tijdens het atelier kwam naar voren dat de opzet van dit atelier goed bruikbaar is bij de scan van VINEX lokaties die nog niet afgerond zijn. Er kan snel en kritisch worden gekeken op welke manier het gedachtengoed van Waterrijk en Stedelijke diversiteit alsnog kan worden ingevoegd.
Een groepsgrootte van rond de 5 personen is optimaal. Bij grotere groepen volgen oneindige discussies en moeten te veel compromissen worden gesloten. Het resultaat is dat de ideeën minder expliciet zijn.
Het is nuttig om verschillende schaalniveau’s te onderzoeken. Het schaalniveau van het atelier (1 : 10.000, stadsdeelniveau) kan zowel naar het niveau van de stad als naar het niveau van het gebouw worden doorvertaald. In termen van water hebben we het dan over het niveau van het deelsysteem en het niveau van de waterberging. Door de gepresenteerde ideeën uit te werken, kunnen de nu soms nog ruwe schetsen worden aangescherpt, waardoor de functionele relatie tussen water en wonen beter zichtbaar wordt, maar ook een beter beeld ontstaat van de kwaliteit van het waterrijke woonmilieu.
De aanwezigheid van boeken, een computer, een scanner en een printer zijn nuttig om in korte tijd goede referentiebeelden te kunnen produceren.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Naam Christiaan Vaillant Natal da Graça Gerard Neijenhuijs Kees Boer Martijn Scheerder Ad ten Ham Anneke v. Mispelaar Boudewijn Swart Christiaan Zalm Harro Kraal Jan Willem Kooijmans Jef Landman Jeroen van Wetten Joop van de Does Joyce Rahman Marjan Holtman Mieke Span Paul Rijnaarts Peter Segaar Daniëlle Langendijk Hugo Gordijn Ursula Blom
Organisatie Gemeente Den Haag, DSO Gemeente Rotterdam, dS+V Gemeente Zaanstad Gemeente Almere Vereniging Deltametropool Gemeente Zoetermeer Vereniging Deltametropool Gemeente Den Haag, DSB Gemeente Rotterdam, dS+V HH Zuid Hollandse Eilanden en Waarden Vereniging Deltametropool DWR, HH Amstel, Gooi en Vecht Natuurmonumenten HH van Rijnland HH van Delfland HH De Stichtse Rijnlanden Gemeente Utrecht Gemeente Amsterdam, dRO Gemeente Utrecht Rijkswaterstaat Bouwdienst Vereniging Deltametropool B&A groep
Werkgroep Stedelijke Diversiteit Stedelijke Diversiteit Stedelijke Diversiteit Stedelijke Diversiteit Stedelijke Diversiteit Stedelijke Diversiteit Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk Waterrijk (Hydroloog / ecoloog) Coördinator
15
Deelnemerslijst
Nieuwe Rijn
Atelier Remake “Leidsche Rijn” Kasteel Groeneveld, 30 november 2000
A'dam-Rijnkanaal A2 Utrecht Haarzuilens
nieuwe landgoederen
Vleuten
woonboten vrije kavels