INHOUD AFDELING 1 GRONDSLAGEN VAN HET SOCIAAL STATUUT
HOOFDSTUK 1 .......................................................................................................... 3 EEN SOCIAAL STATUUT VOOR ONTHAALOUDERS ............................................. 3 1. Inleiding............................................................................................................... 3 2. De Belgische sociale zekerheid: hoe werkt dat?................................................. 3 3. Is een onthaalouder een werknemer, een zelfstandige of een ambtenaar?........ 4 HOOFDSTUK 2 .......................................................................................................... 7 BASISPRINCIPES VAN HET SOCIAAL STATUUT ................................................... 7 1. Verzekering......................................................................................................... 7 2. Solidariteit ........................................................................................................... 7 1. Proportionele bijdrage ..................................................................................... 7 2. Actieven betalen voor niet-actieven................................................................. 8 3. De gezinssituatie speelt een rol....................................................................... 8 4. De sociale zekerheid herverdeelt .................................................................... 8 HOOFDSTUK 3 .......................................................................................................... 9 ORGANISATIE VAN DE GELDSTROMEN ................................................................ 9
2
2°druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder
HOOFDSTUK 1 EEN SOCIAAL STATUUT VOOR ONTHAALOUDERS
1. Inleiding Sinds 1 april 2003 hebben alle onthaalouders een eigen sociale bescherming. Ze zijn verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, ziekte, beroepsziekten en arbeidsongevallen. Ze hebben recht op kinderbijslag en kunnen een eigen pensioen opbouwen. Bovendien is er voorzien in een vergoeding wanneer kinderen afwezig zijn buiten de wil van de onthaalouder.
Deze regeling biedt een oplossing voor de moeilijke situatie waarin de 10.000 erkende en gesubsidieerde onthaalouders zich bevonden vóór 1 april 2003. Toen had een onthaalouder geen eigen sociale bescherming. In het beste geval genoot ze afgeleide rechten via haar echtgenoot.
Sedertdien worden onthaalouders, enkel wat de sociale zekerheid betreft, gelijkgesteld met werknemers. Ze kunnen een socialezekerheidsbescherming genieten alsof ze werknemers waren en daarnaast ontvangen ze, voor de opvang van de kinderen, een belastingvrije kostenvergoeding.
2. De Belgische sociale zekerheid: hoe werkt dat? Wie een arbeidsovereenkomst ondertekent of als ambtenaar of zelfstandige aan de slag gaat, is meteen ook verzekerd tegen een aantal sociale risico’s. Daar zorgt onze sociale zekerheid voor.
Ze beschermt ons als we niet in staat zijn om te werken, dit wil zeggen: wanneer we tijdelijk ziek zijn of blijvende ernstige gezondheidsproblemen hebben, wanneer ons een arbeidsongeval overkomt, wanneer we een beroepsziekte hebben of wanneer we oud zijn. In die situaties zorgt de sociale zekerheid voor een vervangingsinkomen. Daarnaast verleent de sociale zekerheid ook een tegemoetkoming in de gezondheidskosten (bv. voor doktersbezoek en geneesmiddelen). En de kosten voor de opvoeding van de kinderen worden gedeeltelijk opgevangen door de kinderbijslag.
3
2° druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder
De mate van bescherming verschilt wel naar gelang het statuut van de verzekerde.
Op het vlak van de gezondheidszorg worden zelfstandigen alleen terugbetaald voor de zogenoemde “grote risico’s”. Dat zijn onder meer de kosten die verbonden zijn aan een ziekenhuisopname.
We krijgen natuurlijk niets voor niets. Op dat vlak is de sociale zekerheid perfect vergelijkbaar met een brandverzekering. Iedereen betaalt jaarlijks een premie. Heb je geen brand, dan zie je niets van je geld terug. Heb je wel een brand, dan zorgen jouw premie en die van de andere verzekerden dat je een som geld krijgt waarmee je de aangerichte schade kan herstellen.
Solidariteit en verzekering zijn twee kernbegrippen uit de sociale zekerheid. De verzekerde kan, als hem of haar iets overkomt, aanspraak maken op een uitkering en staat hiervoor – ook al is hij of zij jong en gezond – een stukje van zijn of haar inkomen af.
Op die manier zijn ongeveer 3,5 miljoen werknemers, zelfstandigen en ambtenaren in België beschermd. Sinds 1 april 2003 genieten ook onthaalouders (aangesloten bij een erkende en gesubsidieerde dienst) deze bescherming.
3. Is een onthaalouder een werknemer, een zelfstandige of een ambtenaar? De bevoegde gemeenschappen werken met een bijzondere organisatievorm voor de onthaalouders. Regelgevend heeft de Vlaamse overheid voorzien in diensten voor opvanggezinnen die werken met bij hen aangesloten onthaalouders. De diensten moeten deze samenwerking zo organiseren dat er geen werknemer-werkgeverrelatie tot stand komt, noch een situatie die gelijkaardig is aan die van de werknemers. Naast onthaalouders die aangesloten zijn bij een dienst zijn er ook zelfstandige onthaalouders. Zij vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen.
Aan deze manier van werken, dus een dienst met aangesloten onthaalouders, heeft de federale overheid het sociaal statuut van de onthaalouder gekoppeld.
4
2° druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder
Het sociaal statuut houdt in dat de aangesloten onthaalouders, op een identieke manier als werknemers, verzekerd zijn tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid, beroepsziekten en arbeidsongevallen. Daarenboven hebben ze, eveneens op een identieke manier als werknemers, recht op kinderbijslag en kunnen ze een eigen pensioen opbouwen. Bovendien is er een vergoeding, de opvanguitkering, ingeval kinderen afwezig zijn buiten de wil van de onthaalouder. Deze vergoeding wordt betaald door de RVA.
Het statuut biedt een verregaande sociaalrechtelijke bescherming, maar heeft geen arbeidsrechtelijke implicaties. Onthaalouders worden beschermd als “fictieve” werknemers, maar ze zijn geen
werknemers. Het toepasbaar zijn van het arbeidsrecht veronderstelt een andere organisatie.
Het statuut verzoent twee bekommernissen. Enerzijds kunnen de onthaalouders een aantal dingen zelfstandig beslissen, anderzijds genieten ze een zo volledig mogelijke sociale bescherming.
De bescherming van de onthaalouders alsof ze werknemers zouden zijn, heeft belangrijke voordelen:
-
De wetgeving voor het stelsel van de werknemers is het resultaat van jarenlange praktijkervaring. Met enkele aanpassingen voor de specifieke situaties waarin onthaalouders zich kunnen bevinden, werden zij ingepast in de bestaande wetgeving, die haar degelijkheid al heeft bewezen.
-
De administraties, de ziekenfondsen en de vakbonden kennen het stelsel van de werknemers door en door en weten dus goed wat ze moeten doen wanneer een onthaalouder ziek wordt, met pensioen gaat, een kind verwacht, enz.
-
De kostenvergoeding die de onthaalouder ontvangt is geen loon in de zin van de loonbeschermingswet en wordt dus niet belast. Deze forfaitaire vergoeding wordt geacht de door de onthaalouder gemaakte kosten integraal te dekken (maaltijden, verwarming, enz.).
5
2° druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder
De hoogte van deze kostenvergoeding wordt bepaald bij ministerieel besluit (ministerieel besluit van 9 juli 2001 houdende nadere bepalingen betreffende de kostenvergoeding voor opvanggezinnen, aangesloten bij een dienst voor opvanggezinnen (B.S. 29 september 2001)).
Ook fiscaal wordt de kostenvergoeding niet beschouwd als een loon, getuige hiervan de commentaar bij artikel 23 van het Wetboek van Inkomstenbelasting. "Nummer 23/223: De vergoeding per plaatsingsdag en per kind die via de organiserende dienst wordt toegekend aan opvanggezinnen die verbonden zijn aan een erkende dienst voor opvanggezinnen is geen belastbaar beroepsinkomen. Die vergoeding mag worden geacht uitsluitend de uitgaven voor onderhoud, voeding en behandeling van de kinderen te vertegenwoordigen."
6
2° druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder
HOOFDSTUK 2 BASISPRINCIPES VAN HET SOCIAAL STATUUT Het sociaal statuut van de onthaalouders steunt op twee basisprincipes: verzekering en solidariteit. Deze principes zijn terug te vinden in elk systeem van sociale zekerheid.
1. Verzekering Wanneer de onthaalouder één opvangprestatie levert, is zij/hij verplicht om socialezekerheidsbijdragen te betalen om zich te laten verzekeren in het sociaal statuut. Deze verplichting geldt, net als bij werknemers, altijd en voor iedereen. Uitzonderingen, bv. voor onthaalouders op leeftijd of onthaalouders die slechts één kind sporadisch opvangen, zijn nooit mogelijk.
De hoogte van de bijdragen hangt altijd af van het aantal opvangprestaties.
Hoe hoger de bijdragen zijn, hoe groter het bedrag is waarvoor de onthaalouders verzekerd zijn. Zo zal een onthaalouder die altijd gemiddeld vier kinderen opvangt, later een hoger pensioen krijgen dan een onthaalouder die altijd gemiddeld twee kinderen opvangt.
2. Solidariteit Het principe van de solidariteit komt tot uiting in de vier volgende principes:
1. Proportionele bijdrage Voor alle opvangprestaties moeten er sociale bijdragen worden betaald. Deze bijdrage is voor elke prestatie dezelfde en staat dus altijd in verhouding tot het aantal (effectief) gepresteerde opvangdagen.
7
2° druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder
2. Actieven betalen voor niet-actieven Concreet betekent dit onder andere dat gezonde mensen betalen voor zieken, dat jongeren betalen voor ouderen en dat werkenden betalen voor werklozen.
3. De gezinssituatie speelt een rol Een onthaalouder met personen ten laste zal bijvoorbeeld bij ziekte een hogere uitkering krijgen dan een gehuwde onthaalouder zonder personen ten laste of een alleenstaande.
4. De sociale zekerheid herverdeelt Het sociaal statuut van de onthaalouders is geen spaarsysteem waarin ze bijdragen voor zichzelf kunnen oppotten tot ze bijvoorbeeld ziek worden of met pensioen gaan. De herverdeling gebeurt op basis van solidariteit tussen jong en oud, tussen werkenden en werklozen, tussen gezonden en zieken.
8
2° druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder
HOOFDSTUK 3 ORGANISATIE VAN DE GELDSTROMEN De diensten moeten voor hun onthaalouders elk kwartaal de verschuldigde socialezekerheidbijdragen berekenen, aangeven en betalen. Kind en Gezin subsidieert deze socialezekerheidsbijdragen.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (van de provinciale en plaatselijke overheden) verdeelt het geld over de verschillende rijksdiensten, die het op hun beurt overdragen aan de uitbetalingskassen: de ziekenfondsen, de vakbonden, de kinderbijslagfondsen, enz. Die zorgen ervoor dat de onthaalouders die recht hebben op steun, hun geld ontvangen. ONTHAALOUDER geeft prestaties door
KIND EN GEZIN ↓
↓
subsidieert de bijdragen
DIENST ↓
berekent en doet de RSZ-aangifte,
↓
betaalt de bijdragen
↓ RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID (van de provinciale en plaatselijke overheden) ↓ ↓
RIZIV
RVP
int en verdeelt de bijdragen
RKW
FAO
RVA
FBZ
verdelen en beslissen
↓
↓
↓
↓
↓
Ziekenfondsen
Rijksdienst voor
Kinderbijslag-
Ver-
Vak-
of hulpkas
Pensioenen
fondsen
zekeringen
bonden of
betalen uit
hulpkas
↓
↓
↓
↓
↓
Zieke en invalide
Gepensioneerde
Onthaalouders
Onthaal-
Onthaalouders
onthaalouders
onthaalouders
met kinderen
ouders
met afwezige
getroffen
opvangkinderen
door A.O. of B.Z.
9
2° druk mei 2005 Handboek sociaal statuut van de onthaalouder