Informatieboekje GRISP- Studie GRoente Inname & Smaakontwikkeling Peuters
Contactgegevens Onderzoeksteam
Prof. Dr. Ir. Kees de Graaf (hoofdonderzoeker humane voeding) Dr. Gerry Jager (universitair docent) Ir. Victoire de Wild (onderzoeker/ promovendus)
Contactpersoon
Victoire de Wild Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit Telefoon: 0317-489886 E-mail:
[email protected]
Postadres GRISP-Studie t.a.v. Victoire de Wild Wageningen Universiteit Afdeling Humane Voeding Postbus 8129 6700 EV Wageningen
Voo orwoord In ditt informatieboekje vind dt u uitgebreide inform matie over h het onderzo oeksproject “GRISP-Studie””. In dit boekje staat on nder andere e beschrevven: *
wa at het proje ect inhoudt
*
wa aarom het belangrijk b is s
*
wa at het voor u en uw kin nd beteken nt om mee tte doen
*
wa at de voorw waarden zijn n om mee tte doen
*
wa at u van on ns als onderrzoekers ka an verwach hten.
Het onderzoek o wordt w uitge evoerd doorr onderzoekkers van de e afdeling H Humane Voed ding van Wageningen Universiteit met subsiidie van de Europese Unie en za al plaattsvinden in de maande en januari, februari en maart 2012 met een nameting in n april en eventue eel nog één n in juni 201 12. Het ond derzoek is p positief beoordeeld door de Medisc ch Ethische Toetsingsc commissie van Wagen ningen Univversiteit. Wij verzo oeken u dit boekje goe ed door te nemen, n alvo orens u bessluit om uw w kind aan tte meld den voor de eelname.
Wanneer u na het h lezen va an dit inform matieboekje e belangste elling heeft om mee te n aan het on nderzoek, of o nog vragen heeft, ku unt u conta act opnemen met doen Victo oire de Wild d. Beda ankt voor uw w interesse e en we hop pen uw kind d te ontmoe eten tijdenss het onde erzoek.
v e groet, Met vriendelijke
Nam mens het onderzoekste eam, Ir. Victoire de Wild W (Onderz zoeker)
Inhoudsopgave 1.
Even voorstellen
2.
Achtergrond
3.
Doel van het onderzoek
4.
Opzet van het onderzoek
5.
Deelnemers
6.
Datum en plaats van het onderzoek
7.
Metingen
8.
Voor- en nadelen van deelname aan het onderzoek
9.
Wat gebeurt er met de onderzoeksgegevens
10.
Vragen
1. Even voorstellen…………….. Ik ben Victoire de Wild en werkzaam als promovendus bij Wageningen Universiteit (afdeling humane voeding). Voor mijn promotieonderzoek doe ik gedurende vijf jaar voedingsonderzoek bij peuters en hun ouders. Mijn onderzoeksproject heeft als doel meer inzicht te krijgen in de smaakontwikkeling en het voedingsgedrag van kleine kinderen met specifieke aandacht voor groente.
Dit onderzoek richt zich op peuters (1.9 tot 4 jarigen). Voor dit onderzoek willen we de onderliggende leerprocessen bestuderen die van invloed kunnen zijn bij de consumptie van groente. Bij de uitvoering van dit onderzoek zal ik geassisteerd worden door studenten die bezig zijn met hun afstudeeropdracht voor de opleiding Voeding en Gezondheid.
In ditt boekje kun nt u meer le ezen over de d achtergrrond en de doelstelling g van de GRIS SP-Studie. Ik hoop datt u in dit infformatieboe ekje een an ntwoord kun nt vinden op p al uw w vragen. Mochten M er naar n aanleiiding van he et lezen tocch nog vrag gen zijn, neem m dan gerus st contact met m ons op..
Met vriendelijke v e groet,
Victo oire de Wild d.
2. 2 Achterg grond Groe ente en fruitt horen bij een e gezond d voedingsp patroon en er is steedss meer bewijjs dat het eten e van voldoende gro oente en frruit bescherrmt tegen vverschillende ziektten. Het ete en van groe ente en fruitt is mogelijkk ook een e effectieve sttrategie tegen n overgewicht, dat bij kinderen ee en steeds g groter probleem aan h het worden is. In n Nederland d kampt 1 op o de 7 kind deren met o overgewicht. Het is daarom belan ngrijk om kiinderen al op o jonge lee eftijd te late en wennen aan het ete en van voldo oende groe ente en fruitt. Helaas eten e de mee este kindere en niet gen noeg groente en fruit. In de kleutertijd eet maar m 25% vvan de kind deren voldoende fruit en sllechts enke ele kinderen n eten geno oeg groente e. Peuters e eten gemiddeld maar 38 grram groente per dag, terwijl de aanbevolen hoeveelheid 50-100 g gram per dag is. i Dit laatste komt ond der andere doordat kin nderen groente vaak n niet lekker vinde en: ze hebb ben geen aa angeboren voorkeur vvoor de sma aak van gro oente.
Vaak k doen oude ers ontzette end hun be est om hun kinderen to och groente e te laten eten,, maar dit geeft g niet altijd het gew wenste resu ultaat. Doorr middel van n dit onde erzoek wille en we een bijdrage b leveren aan d e bevorderring van groenteconsum mptie bij jong ge kinderen n.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat verschillende soorten smaken, die jonge kinderen hebben aangeleerd, redelijk stabiel blijven over langere tijd. Daarnaast is de smaakvoorkeur een belangrijke voorspeller voor de inname van eten bij kinderen. Onderzoeken laten ons het belang zien van de eerste jaren voor later eetgedrag. Gedurende de eerste jaren van het leven, leren baby’s en peuters over wat, wanneer, hoe en hoeveel te eten. Uit verschillende studies blijkt dus dat voedingsgewoonten al vroeg ontstaan. Maar hoe ze precies tot stand komen is niet duidelijk. In dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen hoe peuters voedingsgewoonten ontwikkelen en welke onderliggende leerprocessen hierbij een rol kunnen spelen.
3. Doel van het onderzoek Het doel van de GRISP-Studie is om meer inzicht te krijgen hoe de groente inname bij peuters tot stand komt. Doel van deze studie is het effect van “smaakconditionering” op groentevoorkeur te bestuderen. Smaakconditionering betekent in dit geval dat groente wordt aangeboden in combinatie met een reeds bekende en aangename smaak (vaak is dit een zoete smaak, bijvoorbeeld tomatenketchup). Door tijdelijk de groente te combineren met een reeds bekende, lekkere smaak gaan kinderen de smaak van deze groente lekkerder vinden, omdat ze van nature een voorkeur hebben voor zoete voedingsproducten. Hierbij kunt u denken aan een oma’s wijsheid van vroeger, de spruitjes met appelmoes aanbieden. Zo hebben kinderen bijvoorbeeld geen moeite met het lekker vinden van snoepjes (aangeboren voorkeur voor zoet) maar helaas wel met het leren lekker vinden van veel groenten (natuurlijke afkeer voor bittere smaken). We willen in de GRISP-Studie onderzoeken of smaakconditionering een effectieve manier is om groente lekkerder te maken voor kinderen, waardoor hun consumptie positief beïnvloed kan worden. De koppeling van groente aan een bekende smaak is tijdelijk, en moet worden gezien als een brug om kinderen aan de groentesmaak te leren wennen en deze smaak te leren waarderen. Verder zal met deze studie onderzocht worden of de
groentevoorkeu ur die eventtueel optree edt, stabiel blijft over e een langere e tijd. Met de d onderzoe ek willen we het eetpa atroon van peuters better leren resulltaten van dit begrijpen. Daarrnaast willen n we een bijdrage leve eren aan he et formulere en van dingsadviez zen voor ouders om de e groenteco onsumptie tte stimulere en bij voed peute ers.
4. 4 Opzet van v het onderzoek o k Het onderzoek o vindt v groten ndeels plaa ats in janua ri, februari en maart 2 2012 en zal 9 we eken duren (week 3 – week w 12). In de eerste e en de laattste week zzal er een voor-- en nametiing plaatsviinden. Uw kind k zal dan n van een a aantal groe enten en dipsa auzen aang geven welke e hij/zij het lekkerst vin ndt en zal o ook twee ve erschillende e soortten groente eproducten consumere en. Deze vo oor- en nam metingen vinden plaatss op he et kinderda agverblijf. In n de 7 weke en tussen d de voor- en nameting vverzorgen wij op twee vastte dagen ee en voorgere echt vooraffgaand aan n de lunch o op het kinde erdagverblijjf van uw kiind. Het voo orgerecht zzal groentecchips/schijfjfjes zijn, bijvoorbeeld gemaakt van pastinaak of o rode biett. Deze groentechips/sschijfjes word den speciaa al voor dit onderzoek gemaakt, g va an verse grroente die gevriiesdroogd worden w (100% naturel). Hierdoorr blijven alle e belangrijkke voed dingsstoffen n behouden n en krijgen de groente echips/schijjfjes een crrispy bite. E Er zijn dus d geen in ngrediënten n zoals zoutt, suiker of vvet toegevo oegd.
k zulllen afwisse elend groen ntechips/sc hijfjes gese erveerd krijg gen met ee en De kinderen beke ende dipsau us, die mee estal lekker gevonden wordt (tomatenketchu up) dan wel met een e neutralle dipsaus (witte ( basis ssaus; ”bloe emkoolsauss”). Uw kind d wordt gestiimuleerd om m zoveel mogelijk m van de aangeb boden groe entechips/scchijfjes te eten (max. 5 gra am gevriesdroogd pro oduct; deze hoeveelhe eid is vergellijkbaar met 50 grram verse groenten), g maar m er is geen g sprakke van ‘moe eten’. Om e een idee te krijge en van de hoeveelheid h d is het goe ed om te we eten dat er in een klein n zakje
gewo one chips (2 27,5 gram) ongeveer 150 kilocalo orieën beva atten. De za akjes groentechips/sc chijfjes gebrruikt in dit onderzoek o h hebben een n inhoud va an 5 gram evatten ong geveer 30 kilocalorieë k n. Uw kind is vrij om te e stoppen w wanneer en be hij/zijj dat wil. He et groentep product is do oor de onde erzoekers o ontwikkeld in same enwerking met m chef ko ok Pierre Wind, W auteurr van het be ekroonde fa amilie kook kboek “Het Smaakpret S park” en be ekend van zzijn didactissche smaakklessen die e op ve eel basissc cholen word den gegeven. In ditt onderzoek k serveren we w het groe enteproducct net voor d de reguliere e lunch zoda at het norma ale dagritme niet versttoord wordtt. In april 20 012 zal nog g een keer tijden ns de lunch h op het kinderdagverb blijf gekeken worden n naar de con nsumptie van het h groente eproduct bij uw kind (2e nameting g). Afhankellijk van de rresultaten van de d 2e name eting, wordtt er nog een n 3e nameting gepland d in juni 20 012. Voorr aanvang van v de stud die vragen we w u een aa antal vrage enformuliere en in te vullen met wat algemene a vragen v overr u en uw kkind en over het eetgedrag van u en uw w kind.
5. Deelnemers
Deelname besta aat uit het in totaal 18 keer een g groenteprod duct eten in n een geving. Kinderen die gezond g zijn en die tusssen de 1.9 - 4 jaar zijn n, vertrouwde omg kunn Daarnaastt mag uw kiind niet alle nen meedoe en aan dit onderzoek. o ergisch zijn voor (bepaalde)) groente. k en u zijjn op elk moment vrij om o met dee elname aan n het onderrzoek te Uw kind stopp pen. Uw ge egevens kun nnen dan echter e niet m meer worde en gebruikt. Voor het onde erzoek is he et belangrijk k dat uw kin nd 2 maand den mee do oet. Daarna aast willen
wij uw w kind nog 1 keer in april a 2012 en e indien no odig nog 1 kkeer in juni 2012 zien voor een nametting (= het eten e van he et groentep product).
stemmingsv verklaring Toes Indie en u en uw kind mee willen w doen aan het on derzoek, vrragen wij u een toesttemmingsve erklaring te e ondertekenen. Hierin n geeft u aa an dat u voldoende geïnfformeerd bent over he et doel en de d uitvoering g van het o onderzoek, dat u weet wat er e van uw kind k verwac cht wordt en n dat u toesstemming g geeft voor d deelname van uw u kind.
6.. Datum en e plaats s van het onderzoe ek Wanneer & Waar Het onderzoek o gaat van sttart in week k 3, half januari 2012 en zal 9 we eken duren tot en n met week k 12, maart 2012. Uw kind krijgt in deze wekken 2 keer per week een groentepro g duct aange eboden op het h kinderdagverblijf. T Tijdens de onde erzoeksdagen nuttigt uw u kind de groente g tijd dens de lunch op het kinde erdagverblijjf. U hoeft daarbij d niet aanwezig tte zijn, dus het kost u geen extra a tijd.
7.. Metinge en
Voorr dit onderzoek willen we w naast he et wegen vvan de hoevveelheid gro oente die de kinde eren eten ook o beoorde elen hoe lek kker ze de groente vin nden. Hiervvoor vragen we de kinderen om een aa antal versch hillende soo orten groen nte voorafga aand aan het onderzoek o (pretest) ( te beoordelen n op smaakk. De kinderen proeven 2 versc chillende so oepen paarrsgewijs dat wil zeggen 2 aan 2. Z Zij geven h hierbij aan welke zij het lek kkerste vind den. Deze procedure p h herhalen we e voor de d dipsauzen die gebruikt g worrden in het onderzoek k. Tijdens de e voor- en nametingen n zullen we e
ook vragen aan de kinderen om het groenteproduct te consumeren. Deze testen vinden plaats op het kinderdagverblijf.
8. Voor- en nadelen van deelname aan het onderzoek Door mee te doen aan de GRISP-Studie levert u een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek dat nodig is om beter inzicht te krijgen in de groenteconsumptie van peuters. Daarnaast willen we weten hoe groentevoorkeuren en de daarbij behorende smaakontwikkelingen tot stand komen. Op de onderzoeksdagen (2 dagen per week gedurende 7 weken, en een vooren een nameting) krijgt uw kind gratis een gezond groenteproduct. Een bijkomend voordeel is dat uw kind op die dagen dan al de aanbevolen groenteconsumptie binnen krijgt. Als onderdeel van de studie wordt op het kinderdagverblijf aandacht besteed aan groente, te denken valt aan bijvoorbeeld een leuk groentememoriespel, voorleesboeken (groenten) of smaaklessen voor peuters. Bovendien krijgt uw kind als vergoeding voor het meedoen aan dit onderzoek een leuke attentie. Nadelen aan deelname zijn er niet voor uw kind. Uw kind zal in een vertrouwde omgeving onder leiding van het kinderdagverblijf groenteproducten krijgen die zorgvuldig bereid zijn.
9. Wat gebeurt er met de onderzoeksgegevens Het onderzoek is positief beoordeeld door de Medisch Ethische Commissie van Wageningen Universiteit. Gegevens die verzameld zijn tijdens het onderzoek zullen strikt vertrouwelijk behandeld worden. Dit betekent dat wij zorgvuldig omgaan met uw gegevens en die van uw kind. De verzamelde informatie wordt anoniem geanalyseerd en opgeslagen, en zal 5 jaar na het eind van de studie vernietigd worden. Iedereen die betrokken is bij het onderzoek, heeft een “verklaring geheimhouding privacygevoelige gegevens” ondertekend, waarmee
de prrivacy van u en uw kin nd gewaarb borgd is. De e resultaten n van het on nderzoek zullen in de vorm m van een wetenscha appelijk artikkel voor publicatie worrden geboden aa an een wete enschappelijk tijdschrifft. Hierin zu ullen echterr geen aang perso oonsgegev vens worden n vermeld. Verder zultt u door onss op de hoo ogte worden geste eld van de uitkomsten van het on nderzoek.
10 0. Vragen n Voorr vragen of onduidelijkheden kuntt u contact opnemen m met: Victo oire de Wild d Tel.: 0317-4898 886 E-ma ail: victoire.dewild@wu ur.nl
Heefft u echter vragen v die u liever niet met het onderzoekstteam wenstt te besp preken of die u onvoldo oende bean ntwoord krijjgt door de onderzoekker, dan kun nt u con ntact opnem men met ee en onafhankelijke arts:: Dr. J.J. van Binsbergen (huisarts) te Brielle B Tel.: 0181-4121 155 (alle we erkdagen tu ussen 08.00 0 en 10.00 uur) E-ma ail: j.vanbinsbergen@h hag.umcn.n nl De praktijkassis p stente notee ert uw gege evens en drr. Van Binssbergen nee emt contactt met u op. Graag g duidelijk vermelden v om welk on nderzoek he et gaat. Dr.. Van Binsb bergen is als a onafhank kelijk arts niet n betrokkken bij de uiitvoering va an het onde erzoek.