INFORMATIE VOOR OUDERS
De actieve start van een leven lang zwemmen
INFORMATIE
1
VOOR OUDERS
Veilig zwemmen is belangrijk voor kinderen. Daar is iedereen het over eens. Toch leven er vaak veel vragen bij ouders over de manier waarop kinderen leren zwemmen. De KNZB geeft graag, vanuit haar visie op zwemles, antwoord op de tien meest gestelde vragen.
Vanaf welke leeftijd kan een kind op zwemles? De ideale leeftijd om te starten met het aanleren van de zwemslagen is volgens de KNZB tussen de vierenhalf en vijf jaar. De KNZB ziet dat kinderen in deze leeftijdsfase beschikken over de grove motorische vaardigheden die nodig zijn voor het beheersen van de eerste zwemtechnieken. Kinderen van deze leeftijd vinden het leuk om te leren en te oefenen. Zo leren ze spelenderwijs zichzelf te redden in het water. Dat is wel zo veilig. LE E RTRAJ ECT
Tijdens de zwemles staat allereerst het wennen aan het water centraal. Denk hierbij aan het verdragen van spetters, de beperkte ademhaling en de druk op het lichaam onder water. Dit gebeurt allemaal spelenderwijs. Zwemmen is leuk! Dat moeten kinderen zelf beleven en ervaren. De KNZB maakt zich daar sterk voor. Kinderen starten tijdens het leerproces met de borstcrawl en rugcrawl. Deze zwemslagen sluiten het best aan op de natuurlijke bewegingsvormen. Bij kinderen van ongeveer vijfenhalf à zes jaar is de fijne motoriek ook ontwikkeld, zodat zweminstructeurs kunnen starten met het aanleren van de schoolslag.
VOORTRAJ ECT
Ouders kunnen er voor kiezen om hun kind al op jongere leeftijd te laten beginnen met het voortraject van de zwemles. Peuterzwemmen is erop gericht om kinderen te laten wennen aan het water. Tijdens deze lessen spelen ze in een groep. Zo raken ze vertrouwd met water en leren ze drijven. In dit voortraject leert de zweminstructeur de kinderen nog geen zwemslagen aan. Teveel nieuwe indrukken zoals starten op school of een grote prestatiedruk tijdens het zwemmen kan het plezier van kinderen tijden de zwemles negatief beïnvloeden. Het kan daarom verstandig zijn al eerder met het voortraject van het zwemmen te beginnen, zodat een kind niet teveel nieuwe indrukken tegelijkertijd te verwerken krijgt. Zwemmen is leuk. Dat willen we graag zo houden.
INFORMATIE
2
VOOR OUDERS
Hoe lang duurt een zwemles? De adviestijd van de KNZB voor een zwemles is 35 minuten. Dit is de tijd dat de kinderen daadwerkelijk bezig zijn met de les. C O N C E N T R AT I E
De KNZB adviseert bewust een lestijd van 35 minuten, vanwege de korte concentratieboog van kinderen. Jonge schoolkinderen kunnen zich ongeveer tien minuten achter elkaar richten op een taak. Daarna neemt de concentratie af en raken de kinderen afgeleid. De zwemles volgens de KNZB-normen vraagt twee keer tien minuten concentratie van een kind. Deze twee onderdelen worden afgewisseld met andere speelse activiteiten à vijf minuten. Dit is geen verloren tijd, want spelen is leren. Zo bereiken we spelenderwijs het gewenste leereffect. AFKOE LI NG
Ook speelt het afkoelingsproces een rol bij de lestijden. Bij een langere zwemles krijgen kinderen het te koud en kunnen ze eerder vatbaar worden voor infecties. Tijdens een zwemles van 35 minuten blijft het afkoelingsproces beperkt en belemmert de kou de concentratie van de kinderen niet.
Hoeveel keer per week kan een kind zwemles volgen? De KNZB adviseert twee zwemlessen van 35 minuten zwemtijd per week. Zo volgen leermomenten elkaar snel genoeg op om kinderen maximaal te laten profiteren van het herhalingseffect van de zwemles. MEER OF MINDER
S TA B I E L E L E E R W E G
Is er slechts één keer per week les, dan is het leereffect van de voorgaande zwemles minimaal. Bij teveel lessen per week leert een kind wel snel de vaardigheden, maar maakt ze niet goed eigen. Dit zorgt voor een onrustige en onstabiele leerweg. Het effect hiervan is dat kinderen die na het behalen van het zwemdiploma langere tijd niet zwemmen, een deel van de vaardigheden weer verliezen.
Een zwemles volgens de KNZB-normen staat voor een rustige en stabiele leerweg die rekening houdt met de aanwezige vaardigheden en ontwikkeling van een kind. Hierbij staat plezier tijdens de zwemles voorop.
INFORMATIE
3
VOOR OUDERS
Hoe groot zijn de lesgroepen? De KNZB adviseert zwemlessen aan kleine groepen kinderen van een vergelijkbaar niveau. Het voordeel van werken met kleine groepen is dat er meer persoonlijke aandacht is per kind. De lesstof kan eenvoudig worden aangepast. P E R N I V E AU
De grootte van de groep is afhankelijk van het niveau van de kinderen. De KNZB geeft de voorkeur aan groepen van vier tot zes kinderen per instructeur tijdens de fase watergewenning en zes tot acht kinderen per instructeur bij kinderen zonder diploma. Kinderen met minimaal een A-diploma zitten in groepen van acht tot tien kinderen per instructeur.
I D EALE G ROE PSG ROOTTE
De ideale groepsgrootte is moeilijk vast te stellen. Dit hangt immers ook af van het niveau van de groep. Hoe groter de niveauverschillen, hoe kleiner de groep. Uiteraard spelen hierbij de ervaring van de zwemdocent, de beschikbare ruimte en de drukte van de kinderen ook een rol.
INFORMATIE
4
VOOR OUDERS
Hoe lang duurt het voordat kinderen een diploma halen? Gemiddeld duurt het halen van het hele zwempaspoort volgens de KNZB-normen twee zwemseizoenen. Deze periode is vergelijkbaar met twee schooljaren. Het gaat dan om ongeveer 150 zwemlessen. H ET ZWE M-ABC
De KNZB gaat uit van het zwem-ABC van het Nationaal Platform Zwembaden|NRZ. Deze instantie geeft jaarlijks ruim 500.000 nationale zwemdiploma’s uit. Het zwem-ABC bestaat uit drie aparte diploma’s. Het is belangrijk dat kinderen alle drie de zwemdiploma’s halen. De KNZB ziet het volledige zwem-ABC als een paspoort voor een leven lang veilig zwem- en waterplezier. AFZWEMMEN
Het aantal afzwemmogelijkheden per zweminstantie is wel verschillend. Sommige organisaties bieden elke zes weken de mogelijkheid om af te zwemmen. Terwijl anderen dat slechts vier keer per jaar doen. Dit mag en kan een zwemorganisatie zelf beslissen.
Waar kunnen kinderen op zwemles? In Nederland bestaan veel verschillende organisaties waar kinderen zwemles kunnen volgen. Onder de aanbieders van zwemles zijn er gemeentelijke zwembaden en particuliere zwemscholen. Daarnaast bieden veel zwemverenigingen zwemlessen aan. Het branche-instituut Nationaal Platform Zwembaden|NRZ certificeerde ruim 1.200 organisaties voor het organiseren van examens voor de nationale zwemdiploma’s. Op de website www.npz-nrz.nl staan alle aanbieders overzichtelijk per provincie op een rij. DE ZWEMVERENIGING
Een belangrijk voordeel van zwemles bij een zwemvereniging is dat kinderen tijdens de zwemles kennismaken met de verschillende zwemsporten en zo moeiteloos kunnen doorstromen naar een van de zwemsporten. Daarnaast ervaren kinderen al op jonge leeftijd het verenigingsgevoel.
Dit stimuleert de sociale ontwikkeling van een kind. Het lidmaatschap van een zwemvereniging kan prima gecombineerd worden met andere sporten. VE R SCH I LLE N D E ZWE M BAD E N
Zwembaden waarin zwemexamens worden afgenomen moeten aan bepaalde afmetingen voldoen. Vooral de minimale wateroppervlakte is hierbij van belang. Particuliere zwemscholen maken tijdens de zwemles vaak gebruik van zwembaden die niet aan deze eisen voldoen. Dit betekent dat kinderen bij het examen in een ‘vreemd’ bad moeten afzwemmen. De zwembaden waar de meeste zwemverenigingen gebruik van maken, voldoen wel aan deze eis. Zo kunnen kinderen in hun ‘eigen’ bad afzwemmen en verloopt het examen soepeler en minder stressvol.
INFORMATIE
5
VOOR OUDERS
Kinderen lijken alleen maar te spelen tijdens de les. Hoe komt dit? In de eerste fase van het leerproces bevat een zwemles volgens KNZB-normen extra veel speelse opdrachten. Denk hierbij aan verschillende spelletjes. Zo worden kinderen spelenderwijs vriendje van het water en ontdekken wat water met ze doet en wat zij met water kunnen doen. W AT E R G E W E N N I N G
Het is belangrijk dat een kind eerst went aan het water, voordat de zwemslagen aan bod komen. Wanneer een kind angst heeft voor het water en de eigenschappen van water onvoldoende kent, zorgt dit in een latere fase voor verkrampte zwemslagen. Zo verdwijnt het plezier in het zwemmen snel. Daarom adviseert de KNZB eerst te investeren in het vertrouwen van kinderen in het water. SPELEN IS LEREN
Onderdelen van watergewenning zijn o.a. drijven, verplaatsen en onder water zwemmen. De kinderen groeien zo ongemerkt naar het einddoel toe. Spelen is leren. De KNZB leidt zweminstructeurs op die tijdens het hele leerproces werken aan lesplanningen die optimaal aansluiten op deze doelstelling.
Kunnen ouders meekijken tijdens de zwemles van de kinderen? De KNZB adviseert zwemlessen niet open te stellen voor ouders, net zoals dat op de meeste basisscholen het geval is. De aanwezigheid van ouders beïnvloedt de concentratie van kinderen. Kinderen zijn sneller afgeleid als zij weten dat er een bekende meekijkt. Daarnaast is voor ouders niet altijd zichtbaar welke vorderingen kinderen maken. Dit kan vragen oproepen bij ouders. C O N TA C T M E T O U D E R S
Communicatie tussen ouders en de zweminstructeur is erg belangrijk. Daarom mogen ouders erop rekenen dat de instructeur contact met hen opneemt als er vragen of problemen zijn. Ouders die vragen hebben of de zweminstructeur graag willen leren kennen, kunnen buiten de les om contact met hem of haar opnemen. Zwemorganisaties die zwemlessen geven volgens de KNZB-normen, verzorgen meestal vier tot zes keer per jaar kijklessen voor ouders.
INFORMATIE
6
VOOR OUDERS
Kan een kind leren zwemmen zonder kurkje of bandjes? In de KNZB-visie start het leerproces met watergewenning. Kinderen leren in deze fase het water kennen in het ondiepe bad zonder drijfmiddelen. Zo ontdekken kinderen wat wel en niet mogelijk is in het water zonder dat ze daarbij geholpen worden. Kinderen leren afzetten en (uit)drijven. Hierbij maken ze gebruik van hun natuurlijk drijfvermogen. Goed kunnen drijven en uitdrijven is een voorwaarde om zwemslagen aan te leren.
HULPMIDDEL
In een latere fase worden de drijfmiddelen wel ingezet. Niet als drijfmiddel, maar als hulpmiddel. De kinderen beheersen het drijven, maar kunnen dankzij een hulpmiddel alle concentratie richten op het uitvoeren van een zwemslag. Een kurk, bal of drijfbuis is dan een prachtig hulpmiddel.
Kunnen ouders het zwemmen zelf oefenen met hun kinderen? Samen met kinderen zwemmen is altijd leuk. Plezier maken in het water is hierbij het belangrijkste. Beperk het samen zwemmen tot spelen in het water. Kinderen die met plezier naar het zwembad gaan, gaan ook met plezier naar zwemles. ZWE M S LAG E N OE FE N E N
Het oefenen van zwemslagen kunnen ouders beter overlaten aan de zweminstructeur. Probeer het kind geen nieuwe technieken aan te leren. De instructeur werkt met termen die bekend zijn voor het kind en volgt een bepaalde lesmethode. Vraagt de zweminstructeur toch om bepaalde aandachtspunten te oefenen met kinderen, doe dit dan in nauw overleg. Plezier in het zwembad staat altijd voorop!
VEILIGHEID
Bij het zwemmen met kinderen in het diepe zonder diploma, is het belangrijk altijd te zorgen voor een veilige situatie. Maak daarom als ouder wel altijd gebruik van drijfmiddelen. Let op! Ook bandjes of kurken bieden geen garantie voor de veiligheid van kinderen. De KNZB pleit voor een zwemtraject waarin ouders en de instructeur samen zorgen voor plezier. Terwijl de zweminstructeur garant staat voor een rustige en stabiele leerweg.
B E H O O R T U W V R A A G N I E T T O T D E T I E N M E E S T G E S T E L D E V R A G E N , O F W I LT U E E N E X T R A T O E L I C H T I N G O P D E A N T W O O R D E N VA N D E K N Z B ? D A N K U N T U U W V R A A G A LT I J D S T E L L E N A A N É É N VA N O N Z E S P E C I A L I S T E N .
KON I N KLIJ KE NEDERLANDSE ZWEMBOND
Wattbaan 31 -4 9 3 43 9 M L Nieuw e g e in Postbus 7217 3 43 0 J E Nie u wegein T: 03 0-7513200 F: 03 0-7513201 levenlangzwemmen@knzb. n l