COÖPERATIEF SPELEN: DE ZWIEPER
‘DE ZWIEPER’ IS EEN COÖPERATIEF SPEELTOESTEL DAT KINDEREN OP EEN CREATIEVE MANIER LAAT SAMENWERKEN OM EEN GEZAMELIJK DOEL TE BEREIKEN. DROOG BLIJVEN IS DE BOODSCHAP!
PROJECT AANGEBODEN DOOR
SANDER DEBO VOOR HET BEHALEN VAN DE GRAAD VAN BACHELOR
INDUSTRIEEL PRODUCTONTWERPEN HOWEST | ACADEMIEJAAR 2011-2012
1
INLEIDING Deze thesis bevat het ontwerpproces van het eindwerk van Sander Debo. Het is een samenvatting van het geleverde werk en de afgelegde weg tijdens de stage rond het eindwerk binnen Speelokee. Het ontwerpproces start bij het onderzoeken van de markt en eindigt bij de technische uitwerking van een afgewerkt product. Ik wens u alvast veel leesplezier.
2
DANKWOORD Hierbij wil ik graag de collega’s van Speelokee bedanken. Hun creatieve kijk op het volledige proces, het helpen realiseren van mijn eindwerk, het delen van hun kennis in het vakgebied heeft mij de kans gegeven om mezelf te ontwikkelen als ontwerper. In het bijzonder wil ik mijn interne stagebegeleider Karl Verscheure bedanken om mij op de gepaste momenten bij te staan met feedback en creatieve input. Ook mijn externe stagebegeleider, Dries Laperre, wil ik bedanken voor zijn advies en feedback. Ik wil graag Conny Meuris bedanken die me hielp met het mijn onderzoek naar kleurpsychologie. Bedankt aan de scholen (de Brug, de Kindervriend, de Wingerd en Kinderland) die ik mocht bezoeken om mijn onderzoek grondig te kunnen uitvoeren. Tot slot wil ik iedereen bedanken die mij gedurende dit project heeft gesteund en geholpen.
2
3
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING
2
2
DANKWOORD
2
3
INHOUDSOPGAVE
3
4
SPEELOKEE
5
5
OPDRACHT
7
6
ONTWERPPROCES
8
6.1
Concurrentie
8
6.2
Normering
11
6.3
Doelgroep
12
6.4
Schoolbezoeken
12
6.4.1 Analyse
14
6.5
Pakket van eisen
17
6.6
Controle speeltoestellen
17
6.7
Benchmark
18
6.8
Inspiratie
22
6.9
Literatuur
22
6.10 Probleemdefinitie
24
6.10.1 Opsplitsen
25
6.11 Moodboard
27
6.12 Brainstorm
28
6.13 Creativiteitsspellen
29
6.14 Miniopdrachten
30
6.15 Ontwerpoefeningen
31
6.15.1 Doelstelling opsplitsen
31
6.15.2 Ideale scenario’s
33
6.16 Studies en Onderzoek
34
6.17 Bezoek Europlay
35
3
7
EINDCONCEPT
36
7.1
Concepten genereren
36
7.2
Conceptkeuze
37
7.3
Uitwerking
39
7.4
Consult 1
43
7.5
Benchmark
44
7.6
Testen
45
7.7
Uitdaging
45
7.8
Consult 2
45
7.9
Tussenconcept
48
7.10 Spelvorm
50
7.11 Vormgeving
50
7.12 Eindconcept
52
7.13 Detaillering
54
7.13.1 Onderzoek
54
7.13.2 Analyse
60
7.14 Veiligheid
61
7.15 Technisch
62
7.16 Prototype
63
8
CONCLUSIE
64
9
BRONNEN
65
9.1
Internet
65
9.2
Literatuur
65
10 PERSTEKST
66
4
4
SPEELOKEE
Speelokee is een bedrijf dat is opgericht door stad Kortrijk omdat er nood was aan een eigen orgaan dat speeltuinen inricht, controleert en onderhoudt. De visie van Speelokee is gelegenheid te creëeren om kinderen te laten spelen. In het verwezenlijken van hun projecten is voor Speelokee de sociale economie prioritair. Dit betekent dat Speelokee als bedrijf naast de economische wetmatigheid, welke voor elk bedrijf de basis is, tevens tot doel heeft om bepaalde maatschappelijke meerwaarden te realiseren. Hierbij worden volgende basisprincipes geresepecteerd:
De voorrang van arbeid op kapitaal. In de praktijk betekent dit dat het primaire doel van de cvba niet de verrijking van de vennoten is, doch het creëren van duurzame tewerkstelling. Hierbij wordt bijzondere aandacht geschonken aan mensen die het moeilijk hebben om op de gewone arbeidsmarkt een plaats te vinden of terug een plaats te vinden.
Democratische besluitvorming en maatschappelijke inbedding. Zowel op bestuursniveau als op het niveau van de werkvloer wordt er zoveel als mogelijk naar een democratische besluitvorming gestreefd. Als bedrijf niet altijd de makkelijkste weg, doch op lange termijn voor iedereen en op elk niveau erg lonend. Met "maatschappelijke inbedding" wordt bedoeld dat Speelokee geen eiland wil zijn maar naar zijn vele partners toe daadwerkelijke een meerwaarde wil zijn. Steden en gemeenten, scholen,... zijn de doelgroepen die Speelokee wil ondersteunen in het creëren van goede en veilige speelterreinen.
5
Transparantie, kwaliteit en duurzaamheid. Naast het creëren van duurzame tewerkstelling is het hoofddoel het creëren van goede, veilige, milieuvriendelijke en duurzame speelterreinen. De kwaliteit van het werk (aanpassen van speeltoestellen, aanleg van nieuwe speelterreinen, oog voor toegankelijkheisproblematiek, advies en ontwerp,...) is hierbij primordiaal.
Naast bovenvermelde principes wil Speelokee als bedrijf tevens een maximale transparantie nastreven. Dit slaat op openheid van bestuur, doorzichtigheid naar prijszetting, het creëren van maximale speelwaarde voor de kinderen voor een minimale prijs, enzovoort... Vcba speelokee-skateconstruct VSO Watermolenstraat 69B 8500 Kortrijk T 056/530920 F 056/530921
[email protected] www.speelokee.be
6
5
OPDRACHT De opdrachtstelling die door het bedrijf werd opgelegd was: ‘creëer spelgelegenheid voor kinderen’. Dat het toestel bij Speelokee gemaakt kan worden was geen eis. Speelokee werkt samen met heel wat grote speeltoestelproducenten die wel de middelen en de kennis hebben om bepaalde zaken verder uit te werken. Het eindproduct moet een oplossing bieden die uitgaat van een probleemstelling. Er worden geen specifieke grenzen opgelegd, maar die moeten bepaald worden door alle mogelijke criteria af te tasten. Omdat het eindproduct in het productgamma van Speelokee zou passen, moet het aan enkele voorwaarden voldoen:
Het eindproduct moet uit de beschikbare materialen gemaakt worden en uit standaardonderdelen. Het toestel mag niet te veel kosten omdat het vooral voor scholen bedoeld is. Er moet zo veel mogelijk werk in het atelier van Speelokee zelf gedaan kunnen worden. Het eindproduct moet volledig goedgekeurd worden volgens de norm. Het toestel moet zo ecologisch mogelijk gemaakt worden.
Deze richtlijnen zijn zeker geen verplichting aangezien Speelokee erg flexibel is in hun productieprocessen. Het eindproduct hoeft niet in het productgamma te passen. In overleg wordt beslist om vanaf het begin van de stage te werken aan de eindopdracht. .
7
6
ONTWERPPROCES
6.1 Concurrentie Om te beginnen wordt er aandachtig gekeken naar wat er reeds op de markt beschikbaar is. Er wordt goed gekeken naar materialen, kleuren en technieken die de concurrentie gebruiken. De term ‘speeltoestel’ kan opgesplitst worden in
torentjes verplaatsbare toestellen toestellen met een repeterende beweging sporttoestellen avontuurlijke toestellen passieve toestellen maatwerk
Uit het onderzoek blijkt wel dat de conventionele toestellen zoals de glijbaan, de schommel en de klimtorentjes nog steeds het populairst zijn. Wat maakt een spel/speeltoestel nu leuk?
snelheid, beweging op zich
hoogte, snelheid, beweging op zich die door het kind wordt aangedreven
hoogte, gezelligheid, klimmen, fantasie
snelheid, beweging op zich die door de spelers wordt aangedreven
behendigheid, overkant halen (doel), val voorkomen
gezelligheid, fantasie
8
wedstrijdaspect, om het snelst, om het langst, ...
een oplossing vinden voor een probleem, doel bereiken
plezier van het onvoorspelbare
onvoorspelbaar, doel bereiken, competitief
creëeren, gezelligheid, fantasie
mechanisch, doen alsof, doel bereiken
oplossend denken, doel, onwetendheid
doel, oplossend denken, onwetendheid
interactie, creativiteit, aandacht
Een schommel heeft op zich geen doel maar de beweging is meer dan genoeg voor het kind om zich te amuseren.
9
Speeltoestellen kunnen ook opgedeeld worden volgens:
individueel vs samenspel vaste functie vs multifuntioneel fantasie vs fantasieloos mechanisch vs statisch repeterende beweging vs eenmalige beweging actief vs passief fysiek vs mentaal wedstrijd vs co-operatief
Er wordt gewerkt met:
kleuren natuurelementen materiaal basisonderdelen mechanische onderdelen gekende structuren
10
6.2 Normering De wetgeving omtrent speeltuigen op openbaar domein is erg uitgebreid. Normeringen zijn heel belangrijk in een verdere fase van het ontwerpproces maar bij het begin mogen ze de creativiteit niet hinderen. Voor speeltoestellen gelden twee belangrijke normeringen: de EN1176 en de EN1177 normering. Een belangrijk aspect van de normeringen is de valhoogte. De valhoogte wordt gemeten bij normaal gebruik. Om de toegestane valhoogte te vermeerderen moet de ondergrond aangepast worden. Bij een harde ondergrond zoals beton of asfalt is de valhoogte 60 centimeter. Bij gras is de valhoogte 1 meter. Dit is niet echt hoog dus vanaf het moment dat een speeltoestel kan beklommen worden moet er een speciale ondergrond voorzien worden. Deze ondergrond kan bestaan uit zand, houtsnippers of rubbertegels. In dat geval mag de valhoogte tot 3 meter hoogte gaan. De aangepaste ondergrond moet ook minimum tot 1,5 meter rondom het toestel liggen. Deze maat stijgt evenredig met de valhoogte. Zand en houtsnippers hebben het nadeel dat ze vaak moeten onderhouden worden. Dit zie je meer in openbare plaatsen. In scholen worden vaak rubbertegels gelegd. Deze moeten minder onderhouden worden. Toch moeten de tegels vaak getest worden om te zien of ze nog de benodigde veiligheid bieden. Bij het controleren van een toestel worden speciale instrumenten gebruikt. Zo is er een toestel voor hoofdbeklemming, schouderbeklemming, vingerbeklemming, enzovoort. Er bestaat ook een meetinstrument dat van de valhoogte bij normaal gebruik naar beneden wordt geworpen. Dit instrument meet dan de HIC (head injury criteria). Deze waarde mag niet hoger zijn dan 1000 HIC.
11
6.3 Doelgroep
De doelgroep voor het eindproduct zal ‘kinderen tussen de 6 en 12 jaar’ zijn. Deze leeftijdscategorie werd gekozen omdat kinderen op die leeftijd nog in de volle ontdekkingsfase zijn. Ze beginnen zichzelf te kennen en te weten wat ze kunnen. Ze zoeken graag uitdagingen voor zichzelf.
6.4 Schoolbezoeken De beste analyses kunnen gehaald worden uit onderzoek in de praktijk. Schoolbezoeken zijn daarin goed geschikt. Voor kinderen is de speeltijd vaak het enige moment van de dag waarop ze zich volledig kunnen uitleven. Een goed ingerichte schoolspeelplaats voorziet speelgelegenheid voor elk type kind. Een kind kan actief maar ook passief spelen. Voor deze analyse wordt vooral naar het kind zelf gekeken. Hoe gedraagt een kind zich? Hoe gaat het om met de speeltoestellen? Hoe gaat het om met andere kinderen? Waar speelt welk kind mee? ... De Wingerd in Bavikhove is de eerste school die werd geobserveerd. Hier blijkt dat er veel kinderen langs de kant blijven zitten of constant bij de juf of meester blijven. Kinderen jonger dan 5 jaar zijn nog niet in staat om samen te spelen. Ze spelen vaak in de buurt van leeftijdsgenoten maar zijn vooral bezig met hun eigen spel. Dit heet parallel spelen. Een kind zal niet uit zichzelf leren samenspelen. Dit moet aangeleerd worden via diverse spelvormen. Het samenspelen van een kind start met het delen van speelgoed.
12
Hieronder volgt een kort verslag van dit schoolbezoek: In nog geen twee minuten tijd verandert de 'net nog zo rustige' speelplaats in absolute chaos. Vijftien minuten is heel kort om volledig te kunnen vatten wat er allemaal gebeurt. Kinderen blijken toch niet helemaal dezelfde manier van spelen te hebben zoals gedacht. Veel van hen spelen op de voorziene speeltuigen maar opvallend veel kinderen blijven langs de kant tegen de muur zitten. Dicht bij de juf. De kinderen van het tweede leerjaar zijn opvallend rustiger. Eenmaal op de speelplaats verspreiden ze zich over het hele domein. Zowat elk toestel is in gebruik maar opnieuw blijkt dat er heel wat kinderen langs de kant van de speelplaats blijven zitten. Gedurende het komende kwartier komen verschillende kinderen mij vragen wat ik kom doen. Kinderen zijn heel erg nieuwsgierig op die leeftijd. Een andere school die onder de loep werd genomen is De Brug in Kortrijk. Dit is een school voor kinderen met een mentale achterstand. Heel veel verschillen met een gewone school blijken er op het eerste zicht niet te zijn. Wel is op de speelplaats een apart hoekje voorzien voor autistische kinderen. Wat opvalt is dat er consequenter omgegaan wordt met straffen. Onder andere door het plaatsen van straftegels waar de kinderen op moeten gaan staan wanneer ze gestraft zijn. De speelplaats is zodanig ingericht dat ze voor autistische kinderen ook leuk is. De grootste verschillen met een school als De Wingerd zijn:
iedereen speelt actief. ze houden ervan om een bepaalde taak te krijgen zoals verkopen. ze spelen graag alleen.
13
De Kindervriend in Rollegem is net zoals De Brug een school voor mentaal zwakkere kinderen. De school staat in voor zowel de opvoeding, het onderwijs en de therapiën van de kinderen. Er wordt met leefgroepen gewerkt en er is ook een internaat. Dat verklaart de enorme omvang van de school en zijn speelfaciliteiten. Bij de inrichting van de speelplaatsen vallen toch enkele dingen op. Er zijn duidelijk minder ‘actieve’ speeltoestellen. Elk speelgebied is afgebakend door houten hekken. Het is duidelijk dat er een hele organisatie gepaard gaat met het begeleiden van de speeltijden. 6.4.1 Analyse Bij de schoolbezoeken wordt er niet per se gekeken naar de speeltoestellen zelf maar eerder naar de manier waarop kinderen omgaan met hun speeltijd. Er worden op voorhand enkele vragen opgesteld die tijdens de observaties worden opgelost. De blauwe antwoorden gelden voor de kinderen van het kleuter die op de gewone speelplaats spelen en de oranje antwoorden voor de kinderen van het tweede leerjaar die op de speelweide spelen. De groene antwoorden gelden voor de kinderen met een mentale achterstand van De Brug in Kortrijk. Wat doen kinderen eerst wanneer ze op de speelplaats komen? o o o
De glijbaan, enkele 1 klas mag op de glijbaan omdat er anders vaak ruzie is. Ze zijn duidelijk veel rustiger, ze kijken eerst wat rond en beslissen dan op welk speeltoestel ze kruipen. Naar de ‘winkel’ gaan om een stuk speelgoed uit te kiezen.
Welke speelelementen zijn er aanwezig? o o o
Trein, glijbaan, klimvlak, lijnen op de speelplaats, hinkelen, slangen. Komt later nog: ballenkorf, banden, krijtmuur, meer lijnen op de grond. 4 schommels, voetbaldoel, kippenhok, ronde banken, voetbal, glijbaan, ballenkorf, klimtoren, huisje, wip voor 4 personen, dolfijnwip, zitbanken. Balkorf, voetbaldoelen, basketbaldoel, Speelokeetoestellen, verhoogjes, banken, krijtborden, hangpalen.
14
Welk speeltuig krijgt meest/minst aandacht? o o o
Meest: de glijbaan Meest: de glijbaan Meest: speelgoed uit de winkel
Minst: geschilderde slang Minst: voetbaldoel Minst: balkorf
Hoe gaan kinderen om met de verschillende speeltuigen? o o o
Ze klimmen graag: vensterbank, glijbaan, bovenop de trein, ze kruipen liefst op de plaatsen waar ze niet mogen. Rustig, ze zijn nieuwsgierig. Ze hebben het speeltuig graag voor zich alleen.
Zijn er veel passieve spelers? o o o
Ja, er zijn er veel die enkel fruit eten tijdens de pauze. Ongeveer 10 %. Ja, ongeveer 5 %. Er zijn weinig kinderen die passief spelen. De meeste zijn met iets bezig en moeten al hun energie kwijt in de speeltijd.
Is er plaats voorzien voor kinderen die niet actief spelen? o o o
Die zitten op de dorpel of in een hoek, tegen de muur. Zitbanken, sommige zitten passief op de schommel, sommige staan dicht bij de juf. Zitbanken die ook dienen om in de zomer aan te eten. Podia.
Zijn er risico’s aanwezig op de speelplaats? o o o
Omgekeerd op de glijbaan klimmen, mag eigenlijk niet. Geen grote risico’s. Er is goed nagedacht over de veiligheid op deze speelplaats.
Spelen er veel kinderen alleen? o o o
Enkele de kinderen die alleen langs de kant zitten. Sommige spelen wel in de buurt van andere maar niet echt samen. Er wordt meer samen gespeeld dan in het kleuter. Bij jongere kinderen zie je dat er vaker naast elkaar wordt gespeeld dan met elkaar. Veel kinderen spelen alleen, behalve de autistische kinderen. Zij hebben het heel moeilijk met samenspelen.
Vormen er zich groepen van kinderen die samenspelen? o o o
Ja, er zijn grote groepen die tikker spelen. Er wordt gevoetbald maar het is vooral ieder voor zich. Er zitten 4 kinderen samen op de wip. Grote groepen van kinderen wandelen rond over de speelplaats.
15
Zijn er speelelementen die niet bedoeld zijn als speelelement? o o o
De vensterbank. Een boom in het midden van de speelweide. Steunpilaren van het afdak.
Uit de schoolbezoeken kon het volgende afgeleid worden: Kinderen willen interactie met het toestel en met elkaar. Erg jonge kinderen houden van genegenheid, een moederfiguur dicht bij hen. Een gevoel van veiligheid. Naarmate kinderen ouder worden durven ze meer te gaan exploreren. Ze worden zelfstandiger. Jonge kinderen doen elkaar na. Ze immiteren vaak de werkelijkheid. Kinderen verleggen graag hun grenzen. Ze kijken tot waar ze mogen gaan. Ze gebruiken veel hun lichaam en ze kijken wat hun lichaam allemaal aankan. Ze zien sommige gevaren niet. Vroeger moesten kinderen vooral hun energie kwijt tijdens de speeltijd. Tegenwoordig is een speeltijd een verlengstuk van de lessen. Kinderen kunnen leren uit spelen. Lessen zijn tegenwoordig speelser en minder gedisciplineerd dan vroeger. Communiceren met elkaar is erg belangrijk. Ze zijn heel nieuwsgierig. Ze willen graag weten hoe iets werkt. Kinderen halen graag zaken uit elkaar. Ze gebruiken de toestellen niet altijd zoals het hoort. Dit zie je meer bij oudere kinderen dan bij jonge kinderen. Ze zijn enorm creatief. Ze zijn niet echt bezig met uiterlijk maar ze zijn wel blij als ze dingen herkennen. Ze stellen zichzelf een doel voor ogen. Ook al heeft het spel op het eerste zicht niet echt een vast doel.
16
6.5 Pakket van eisen De eisen voor het eindproduct zijn:
het speeltoestel biedt een oplossing voor een hedendaags probleem het toestel heeft een hoge amusementswaarde er kunnen meerdere kinderen tegelijk spelen de kinderen moeten creatief kunnen zijn met het toestel er moet een doel aan verbonden zijn het toestel mag niet conventioneel zijn kinderen moeten kunnen samenspelen/werken
6.6 Controle speeltoestellen Één van de diensten die speelokee aanbiedt is het inspecteren van speeltoestellen in de omgeving van Kortrijk. Op de ronde door Avelgem valt op dat het mogelijk is om de speeltoestellen op te splitsen in kleinere groepen namelijk:
torens (glijbaan, ladder, brug, ...) verplaatsbare toestellen toestellen die een repeterende beweging maken (schommel, wip, veerschommel, ...) avontuurlijke toestellen (deathride, ...) sporttoestellen behendigheidstoestellen (evenwichtsbalk, ...) natuurlijke toestellen (boom, berg, ...) fantasiespellen (piratenschip, ...) maatwerk passieve toestellen (zithoek, ...) toestellen waar een bal of ander element voor nodig is.
17
6.7 Benchmark Er wordt een benchmark opgesteld waarin uitsluitend speeltoestellen die ‘samenwerking’ vereisen worden vergeleken. Het vergt veel tijd om dit grondig te doen. Ook wordt er nog opzoekingswerk gedaan naar bestaande ontwerpen die min of meer voldoen aan de eisen die werden gesteld in de probleemstelling. Er bestaan veel gelijkaardige zaken maar niets dat voldoet aan wat uiteindelijk bekomen moet worden.
18
nr.
product
1
afbeelding
bedrijf
land
materiaal
leeftijd
kleuren
mechanisch
samenspel
minder validen
samenwerk
interactie
bewegen
ontdek- improken viseren
leren
nee
verplaatsbaar nee
Armed rope adventures trail
Boer
Neder land
gewapend touw
5+
verkrijgbaar in versch. kleuren
Nee
nee
x
0
xx
xx
x
0
2
J3905
Proludic
Frankrijk
kunststof/ hout
0,5 tot 5
multi
ja
ja
nee
ja
x
xx
x
xx
x
x
3
Bloqx
Kompan
Denemarken
HDPE
8 tot 15
vooral grijs
nee
nee
nee
nee
x
x
xx
xx
xx
0
4
Wip einstein
Europlay
België
staal/ hout
5 tot 12
felle kleuren
ja
ja
nee
nee
xx
x
xx
x
x
0
19
nr.
Product
5
afbeelding
Bedrijf
Land
materiaal
leeftijd
kleuren
mechanisch
samenspel
Easy swing maxi
Huck
Neder land
staal/ rubber/ stof
3+
blauw/rood
ja
7
Fantallica integratieca rrousel
Eibe
Duitsland
staal/ plaathout
4+
blauw/rood
8
Climbing structure Neptun
Giochipark Italië
Staal/ hout/ 6+ touw
9
Cloxx oxigen
Lappset
Neder land
metaal/ touw
nr.
Product
Bedrijf
Land
materiaal
afbeelding
minder validen
samenwerk
interactie
bewegen
ontdek- improken viseren
leren
nee
verplaatsbaar nee
ja
0
x
xx
x
x
0
ja
ja
nee
ja
xx
x
xx
x
0
x
grijs/ blauw/ rood
nee
ja
nee
nee
x
xx
xx
xx
xx
x
6+
zwart/geel
nee
nee
nee
nee
x
x
xx
xx
xx
0
leef-
kleuren
mech-
samen-
Ver-
minder
samen-
inter-
bewe-
ontdek- impro-
leren
20
tijd
anisch
spel
10
Woodland cottage
Wicksteed
Uk
hout
2 tot 5 multi
nee
ja
plaatsbaar nee
validen
werk
actie
gen
ken
viseren
ja
xx
xx
0
xx
xx
xx
11
Fantasy Funrun trails
Union land
Korea
metaal/ hout
5+
multi
nee
ja
nee
nee
x
0
xx
xx
x
0
12
Swiggle stix™ bridge
Landscape structures
Usa
metaal/ hout/touw
5 tot 12
blauw/ rood
ja
Ja
Nee
Nee
x
x
xx
xx
xx
0
21
6.8 Inspiratie Om meer inspiratie op te doen wordt er gezocht naar interessante zaken in de architectuur, de biologie en de kunst.
6.9 Literatuur Een andere belangrijke bron van informatie is de literatuur. Enkele boeken die belangrijk waren voor het begrijpen van de psychologie van het spelende kind zijn:
De schoolspeelplaats Van de straat? De relatie jeugd en openbare ruimte De sociaal-pedagogische betekenis van de woonomgeving voor kinderen Kleine ontwikkelingspsychologie: het jonge kind Een praktische leidraad voor uitbaters van speelterreinen
Enkele problemen die tegenwoordig terug te vinden zijn op speelplaatsen zijn:
kinderen leren te weinig er is te weinig interactie ze voelen zich niet veilig ze hebben geen uitdaging ze kunnen te weinig ontdekken ze kunnen niet creatief genoeg zijn ze kunnen niet genoeg fantaseren
22
Problemen die tegenwoordig terug te vinden zijn bij de kinderen thuis:
ze leven te veel binnen er is te weinig sociaal contact er wordt sneller veel van hen verwacht er is te weinig beweging er is minder discipline
Er kan een lijst opgesteld worden met bewegingen die kinderen kunnen verrichten. draaien
rollen
vallen
staan
klimmen
wippen
zitten
stappen
glijden
slingeren
liggen
stampen
fijne motoriek
hangen
springen
duwen
lopen
leunen
dragen
trekken
kruipen
vastnemen
vangen
gooien
Verschillende spelvormen zijn:
sociaal receptief fantasie constructief uitdaging herhalende beweging regelspel
Spelen zorgt voor:
betere motoriek hogere concentratie minder vandalisme sociaal contact conditie gezondheid
23
Competenties die aan bod komen:
creatief fysiek emotioneel sociaal cognitief
Hieruit konden enkele belangrijke besluiten genomen worden. Wat willen kinderen nu eigenlijk echt doen tijdens de speeltijd? Uit de boeken blijkt dat kinderen pas vanaf 7 jaar echt kunnen samenspelen. Kinderen jonger dan 7 jaar spelen vooral geassocieerd. Ze zoeken competitie. Er beginnen zich wel groepen te vormen maar in die groepen wordt niet echt samen gespeeld maar eerder naast elkaar gespeeld. Bij kinderen ouder dan 7 jaar is fantasiespel ook nog heel belangrijk. Kinderen willen geen spelvormen opgelegd krijgen. Ze willen zich in een bepaalde rol kunnen inleven. Ze maken voor zichzelf spelregels. Ze stellen zichzelf vaak een doel voor ogen. Jongere kinderen genieten eerder van het spelen op zich. In de meeste culturen brengen kinderen vanaf de leeftijd van 5 jaar meer tijd door met leeftijdsgenoten dan met hun ouders. Ze zijn zich bewust van hun eigen genderidentiteit en vinden het erg belangrijk als zodanig beschouwd te worden. Vanaf 3 jaar spelen kinderen het liefst met kinderen van hun eigen geslacht.
6.10 Probleemdefinitie Uit de resultaten van de analyses kunnen er meerdere kleine problemen gehaald worden. Het valt bijvoorbeeld op dat heel veel kinderen alleen spelen. Hier kan de probleemstelling zijn: “Door de technologie die we tegenwoordig ter beschikking hebben, zijn kinderen niet meer gewoon om samen te spelen.” Zo duiken er voor elke analyse meerdere problemen op. Een goede probleemdefinitie opstellen is helemaal niet gemakkelijk. Ze moet alle grenzen omvatten waarbinnen het ontwerp moet blijven, maar toch moet ze de ontwerper genoeg vrijheid geven. Het mag geen opsomming worden. Alles moet in één zin kunnen gegoten worden. Samenspel, improvisatie en ontdekken zijn termen die er wel zeker bij moeten.
24
Na lang nadenken is dit de doelstelling geworden:
Spellen die een gelijkaardige doelstelling hebben zijn: teambuilding spelen, rubix cube, MB spelen, bopit, ...
6.10.1 Opsplitsen Het is belangrijk om niet rond de volledige doelstelling te gaan brainstormen aangezien er dan met te veel criteria moet rekening gehouden worden. Daarom wordt de doelstelling opnieuw open gehaald en worden de verschillende termen individueel bekeken. Kinderen verschillen in:
leeftijd thuissituatie huidskleur manier van spelen vriendenkring gestalte mentale eigenschappen fysieke eigenschappen geslacht ...
Ook het aantal kinderen zal erg belangrijk zijn. Er is een vast aantal deelnemers bij het spel, hoe meer deelnemers hoe beter, er kunnen oneindig veel deelnemers meedoen, het aantal deelnemers is beperkt tot een bepaald aantal, het maakt niet uit hoeveel deelnemers er zijn, er moet een (on)even aantal deelnemers zijn, ... De term ‘samenspelen’ kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Samen nadenken, elkaar fysiek helpen, synchroon iets uitvoeren, in teams samenwerken, overleg plegen, ...
25
Onvoorspelbaarheid kan in meerdere zaken zitten. Een object (dobbelsteen, rad, ...), een externe factor (natuur, ...), deelnemers zelf (zoals een kind dat een onvoorspelbare beweging maakt of iets doet op een willekeurig moment), combinaties maken, het resultaat kan afhankelijk zijn van het aantal spelers of de tijdsduur van het spel, het resultaat kan afhankelijk zijn van het gedrag (van mensen, toestel, dieren, ...), ... Een spel kan meerdere doelstellingen hebben zoals: een bepaald gevoel wordt bereikt, er ontstaat een beweging, winnen, iets bijleren, een onvoorspelbaarheid, de constructie van een object, de interactie met het toestel of met andere spelers, ...
26
6.11 Moodboard Een moodboard schept een sfeer die het speeltoestel ook moet uitstralen De technische uitwerking van het product zal er uiteindelijk helemaal anders uitzien. Het moodboard bevat veel felle kleuren. Er is een soort dromerige sfeer aanwezig. Er kunnen verschillende scenario’s bij verzonnen worden.
27
6.12 Brainstorm Dit zijn de eerste schetsen die hieruit ontstaan
28
6.13 Creativiteitsspellen Creativiteitsspellen zijn een leuke manier om tot resultaten te komen waar op het eerste moment niet aan zou gedacht worden. Een handige manier om tot goede ideeën te komen is de Walt Disney strategy. Vanuit een 'dromerig' standpunt maak je schetsen die totaal onrealistisch zijn maar die voldoen aan de eisen die je wil stellen aan je ontwerp. Hierna bekijk je de ontwerpen van de realistische kant. Je breekt ze niet af maar verbetert ze zodat ze kunnen gerealiseerd worden. Ten slotte bekijk je de ontwerpen kritisch en becommentarieer ze waar nodig. Na deze cyclus bekijk je de tijdelijke resultaten weer vanuit een dromerig standpunt. Deze techniek werd gebruikt door Walt Disney om zijn immaginaire werelden en karakters te creëren.
29
De invalshoek van andere studenten is ook altijd interessant. Als oefening wordt aan enkele studenten een idee uitgelegd waarna ze gevraagd worden om dit idee uit te tekenen op papier. Uit de schetsen die hieruit volgen blijkt dat het niet zo evident is om een concept goed uit te leggen zonder tekening zodat iedereen het goed begrijpt. Dankzij de interpretaties van de anderen wordt vaak een nieuwe kijk op het concept verkregen.
6.14 Miniopdrachten Om gemakkelijk tot nieuwe concepten te komen is het soms goed om de opdracht van een ander standpunt te bekijken. Één van de kleine opdrachten was bijvoorbeeld het vervangen van kinderen door een andere doelgroep. Dan kan de vraag zijn: Op welke manier werken volwassenen samen om een doel te bereiken? Op welke manier werken dieren samen om een doel te bereiken? Zo kunnen onverwachte resultaten opduiken die dan kunnen gereflecteerd worden op de originele doelgroep. Mogelijke antwoorden kunnen zijn: eten zoeken, sporten, reizen, drinken, creativiteit uitoefenen, ...
30
6.15 Ontwerpoefeningen 6.15.1 Doelstelling opsplitsen Alle mogelijke doelen die een spel kan bezitten worden opgeschreven en onderverdeeld. Bijvoorbeeld: zit het doel hem in het traject of is er een einddoel? Gebeurt het bereiken van het doel onderling of met het toestel zelf? ... Als je een beweging als doel stelt, kan je je afvragen: Moet de beweging tijdens het spel gebeuren of wordt er een beweging veroorzaakt wanneer het doel bereikt is? Bewegen de deelnemers onderling of ten opzichte van het toestel? Is er een beweging of moet er een statische toestand bereikt worden? Voor elke mogelijke situatie worden enkele schetsen getekend.
31
32
6.15.2 Ideale scenario’s Er worden bepaalde scenario's gecreëerd waarrond een concept kan bedacht worden. De opdracht bestaat erin conceptuele scenario's om te zetten naar bruikbare ontwerpen.
33
6.16 Studies en Onderzoek Organisaties als ‘clb’, ’Kind en gezin’en ‘Jeugd en gezin’ bieden ook heel wat belangrijke informatie omtrent het spelende kind. Hun studies wijzen aan dat kinderen louter voor het plezier spelen, dat ze in het spel constant actief zijn e.d. Ook wordt er veel gezegd over kinderen en samenspelen. Hoe kan men een kind laten samenspelen? Waarom moeten kinderen samenspelen? ...
De belangrijkste conclusies hieruit zijn: Spelen is belangrijk voor de persoonlijkheidsontwikkeling. Het kind ontwikkelt zich op sociaal, intellectueel, emotioneel en motorisch vlak. Het kind leert:
vooruitdenken en plannen grove en fijne motoriek inzicht in eigen emoties en in die van anderen hebben controleren van emoties sociale omgang rekening houden met anderen omgaan met angsten
Om een kind te leren samenspelen moet het beginnen met leren dat andere mensen dingen anders zien dan zijzelf. Samenspelen begint met speelgoed delen. Succesvol samenspelen is samenwerken. Dit wil zeggen dat ze zich moeten leren inleven in een ander, dat ze de behoefte van andere kinderen moeten leren inschatten en uit het gedrag van andere mensen moeten leren afleiden wat een ander wel en niet leuk vindt. De studies leren dat kinderen wel degelijk moeten begeleid worden bij het leren samenspelen.
34
Veel scholen geven lessen om samenspelen te stimuleren zoals MICOOP, dit staat voor ‘meervoudige intelligentie en het gebruik van coöperatieve werkvormen’. De werkvormen waarrond lesgegeven wordt, zijn:
intrapersoonlijk lichamelijk-kinesthetisch logisch-mathematisch naturalistisch verbaal-linguïstisch visueel-ruimtelijk interpersoonlijk muzikaal-ritmisch
Een andere werkvorm is leefstijl. Leefstijl bestaat uit groepsactiviteiten die de wisselwerking tussen kinderen stimuleren. Het helpt de sociaal-emotionele vaardigheden van de kinderen te ontwikkelen. Dan zijn er ook nog de ‘groene spelen’. Dit is een erg interessante vorm van bewegingsonderwijs om samenwerking te bevorderen. Groene spelen kunnen bestaande spelen zijn die worden omgebouwd naar spelvormen waarbij er geen prestatievergelijking is. Iedereen moet samenwerken om een gezamelijk doel te bereiken. De activiteit op zich is het doel. Groene spelen zijn coöperatieve spelen. Het aandeel in het eindresultaat is evenredig. Deze spelen moeten niet per se fysiek zijn maar kunnen ook bijvoorbeeld creatief zijn.
6.17 Bezoek Europlay Tijdens de stage werd er een bezoek gebracht aan Europlay. Dit is de enige producent van speeltoestellen in België. Europlay heeft een uitgebreid productgamma. Tijdens het bezoek wordt de volledige productie getoond. Het bezoek is erg leerrijk. Het helpt om een beeld te krijgen van hoe een speeltoestel nu echt gemaakt wordt. Er komt heel wat handwerk bij kijken.
35
7
EINDCONCEPT
7.1 Concepten genereren Er is nu voldoende informatie verzameld om een goed onderbouwd concept te gaan uitwerken. Er wordt vanaf nu intens gebrainstormd. De onderzoeken worden telkens opnieuw opgerakeld en gebruikt bij het bedenken van nieuwe ideeën. Alle schetsen worden gebundeld en van de concepten die potentieel hebben om uitgewerkt te worden, worden duidelijkere conceptschetsen gemaakt. De voorlopige concepten worden voorgelegd aan de collega’s. Er wordt gepolst naar hun mening omtrent realiseerbaarheid, amusementsfactor, materialen, ...
36
7.2 Conceptkeuze Er is één concept dat volgens Karl uitgewerkt mag worden. De omschrijving luidt ongeveer: een 'toestel' dat, door het in beweging te zetten, een ander speeltoestel kan laten bewegen. Dit kan bijvoorbeeld door een fiets te verbinden met een waterrad. Het principe is gelijkaardig aan dat van een rosmolen. Er moet nu vooral gezocht worden naar een manier om een overbrenging te maken van een kracht.
37
38
7.3 Uitwerking Er wordt nu grondig gekeken naar de soorten bewegingen die een speeltoestel kan maken. Een draaiende beweging blijkt een van de meest voorkomende te zijn en is ook de eenvoudigste om een overbrenging op aan te sluiten.
39
Een ander concept dat volgens de collega’s potentieel heeft, is een soort ge-upgrade versie van een spelvorm waarbij je over een springtouw moet springen dat door één iemand rondgeslingerd wordt. Het toestel heeft namelijk meerdere slingerarmen waardoor het spel een stuk uitdagender wordt. De bedoeling is dat de kinderen de slingerarmen moeten ontwijken door erover te springen of eronder te kruipen.
Het probleem bij dit toestel is dat het moeilijk is om er een aandrijving voor te vinden. Door nu een combinatie te maken van dit concept en het concept waarbij er een aandrijvend toestel is, wordt het onderstaande ontwerp bekomen.
40
Aangezien er twee roterende toestellen zijn, krijg je een soort actie reactie. Er is samenwerking vereist om het spel te laten werken. De kinderen zijn volledig vrij om zelf spelvormen te gaan verzinnen. Het is nu de bedoeling om dit concept volledig te gaan uitwerken. Uit welk materiaal zullen de slingerarmen bestaan? Hoe zal de aandrijving gebeuren? Hoe kan het fout lopen? ...
41
Voor de aandrijving zelf wordt ook een oplossing gezocht omdat er tot nu toe nog maar enkel naar standaardtoestellen gekeken werd. Het zou fijn zijn om ook van het aandrijvingstoestel een uitdaging te maken.
42
Na lang brainstormen kwam onderstaand toestel tot stand.
De bedoeling is dat de draaiende beweging in gang wordt gezet door je op en neer te bewegen. Het is een soort wip waar wielen onder staan. Wanneer de ene kant van de wip omhoog gaat, gaat de andere kant naar beneden. Dit toestel kan uitgebreid worden voor meer dan twee personen of met meer dan 3 golvingen. Om het principe te testen wordt er een maquette gemaakt. Er kan niet met zekerheid gezegd worden dat het model ook op ware grote zal werken.
7.4 Consult 1 Na consult wordt er beslist om het concept terug te koppelen naar enkel de roterende slingerarmen omwille van tijdgebrek. Nu moet er dus opnieuw gezocht worden naar een manier om het toestel aan te drijven. Hierover werd al eens gebrainstormd, maar er zijn dan geen concrete oplossingen uit ontstaan. Nu wordt er beslist om het over een andere boeg te gooien en te gaan zoeken naar niet zo voor de hand liggende oplossingen. Één van de oplossingen is een roterende aandrijving door waterkracht. Op het eerste moment lijkt dit een ingewikkelde oplossing omdat er dan al watervoorziening moet zijn. Toch wordt er verder over nagedacht. Hieruit is het idee ontstaan om de slingerarmen te vervangen door waterstralen.
43
Dit betekent een volledige ommekeer voor de uitwerking van het concept. Het speeltoestel is nu een waterspeeltoestel geworden. Er wordt beslist om een speeltoestel te maken dat in de tuin kan geplaatst worden en dat moet aangesloten worden op de waterkraan.
7.5 Benchmark Opnieuw wordt er een kleine benchmark gemaakt om een zicht te krijgen op wat er reeds allemaal bestaat op de markt. Er bestaan veel sproeisystemen die in de tuin gezet kunnen worden, maar het is altijd de bedoeling dat de kinderen door de stralen gaan lopen. Het principe waarbij kinderen waterstralen moeten ontwijken bestaat nog niet.
44
7.6 Testen Om te testen of de waterdruk voldoende is om de waterstralen ver genoeg te spuiten wordt de onderstaande opstelling gemaakt. De opstelling bestaat uit een buis (binnendiameter 15 mm) met 5 gaatjes (diameter 2 mm) die op een houten plank gemonteerd is. De buis is aangesloten op de waterkraan. Met deze opstelling wordt de kracht van de waterstralen onderzocht. Ondanks het vele verlies door de kwaliteit van de opstelling spuiten alle stralen gelijkmatig ongeveer 4 meter ver. Dit is één meter verder dan gehoopt. Deze opstelling bewijst dat het zeker mogelijk is om een dergelijk speeltoestel te maken. Om het rotatieprincipe te begrijpen worden meerdere roterende sproeisystemen bekeken. De meeste beginnen te draaien omdat er water in een bepaalde richting gespoten wordt. Op kleine schaal is dit een goeie oplossing maar voor het speeltoestel zal er wellicht een ander systeem moeten gebruikt worden.
7.7 Uitdaging Het speeltoestel moet nu nog meer een uitdaging zijn voor de kinderen. Er wordt bovenaan op de centrale paal een knop geplaatst die moet ingedrukt worden zonder dat je geraakt wordt door de stralen. Zo krijgt het spel ook weer een doel en is er een uitdaging verbonden aan het spelen van het spel.
7.8 Consult 2 Van Speelokee uit wordt er gevraagd om ook de stedelijke omgeving in acht te nemen. Wat zou het resultaat zijn als een dergelijk speeltoestel op een markt of op een strand geplaatst wordt?
45
Hierrond wordt nu weer gebrainstormd. De stedelijke omgeving biedt enkele voordelen zoals de watervoorziening, de mogelijkheid om het toestel in de grond in te bouwen, de grotere omvang, het visuele aspect, ...
46
47
Ook wordt er verwacht dat het speeltoestel nog meer uitdaging biedt voor de kinderen. Hieruit ontstaat het onderstaande concept.
7.9 Tussenconcept De bedoeling is dat kinderen ergens kunnen opklimmen en een top bereiken zonder dat ze geraakt worden door de waterstralen. Door het oorspronkelijke toestel te gaan uitrekken in de hoogte wordt het een stuk uitdagender. Op deze hoogte werken is ook iets wat niet mogelijk is wanneer je een speeltoestel in de tuin gaat plaatsen. Vanaf nu zal er met dit concept verder gewerkt worden. Wanneer we nu terugkijken naar de oorspronkelijke doelstelling zien we dat we nog heel wat elementen terugvinden in dit concept. Het speeltoestel is nog steeds geschikt voor kinderen tussen 6 en 12 jaar, het biedt een uitdaging waarbij ze creatief moeten zijn. Ze hebben een doel om te bereiken. Er is een onvoorspelbare factor in het spel. Enkel de samenwerking tussen de kinderen is nog niet echt aanwezig. Hier moet dus nog een oplossing voor gevonden worden. Er wordt verder rond gebrainstormd. De studies die helemaal in het begin van de stage gevoerd werden, zijn nu een heel handig hulpmiddel om snel tot goede concepten te komen.
48
49
7.10 Spelvorm Er wordt nagedacht over de interactie tussen de kinderen die bovenaan op het toestel zitten en de kinderen die in en rond het toestel zijn. De spelvorm wordt vastgelegd. De kinderen die bovenaan op het toestel staan kunnen de centrale as die waterstralen spuit laten ronddraaien. Op die manier kunnen ze het de kinderen die beneden staan en de kinderen die op de constructie klimmen het moeilijk of gemakkelijk maken. Door drukknoppen in de grond in te bouwen kunnen de kinderen die beneden staan ook de kinderen die bovenop het toestel staan nat spuiten. De knoppen beneden besturen waterstralen boven, maar niet de waterstralen die je zou verwachten. Bijvoorbeeld wanneer je op een knop aan de linkerkant van het toestel drukt, gaat er een sproeier aan de rechterkant water spuiten. Op die manier kunnen kinderen ontdekken en leren hoe het toestel werkt.
7.11 Vormgeving Er moet nu nagedacht worden over de vormgeving van het toestel. Op welke manier kan deze spelvorm het leukst omgezet worden in een bespeelbaar toestel? Welke vormen zijn aantrekkelijk voor kinderen? Hoe kan het toestel passen in een stedelijke omgeving? Welke materialen worden er gebruikt?
50
51
7.12 Eindconcept Uiteindelijk wordt er voor de onderstaande vorm gekozen
52
53
7.13 Detaillering 7.13.1 Onderzoek Omdat kleuren heel belangrijk zijn bij speeltoestellen wordt een onderzoek gedaan naar de invloed die kleur heeft op het gevoel en gedrag van het kind en op andere externe factoren. Er werden twee boeken geraadpleegd.
Color Kaleidoscope (creating color harmonies) van Axel Venn Color index van Jim Krause
Uit de literatuur konden volgende besluiten getrokken worden: Geluid:
Blauw Rood Geel Groen Wit Zwart
veraf luid catchy, majeur drukte stil diep, bas
Gevoel
Blauw Rood Geel Groen Wit Zwart
zacht, niet raakbaar, koud, donker=zwaar, licht=licht warm, heet, gemiddeld gewicht, fluweelachtig poederige stoffen, licht gewicht, neutraal gevoel waterig, koud/neutraal gevoel, medium tot licht gewicht papier-droog, koud gevoel, heel licht gewicht hard, neutraal gewicht
Smaak en geur
Blauw Rood Geel Groen Wit Zwart
geur- en smaakloos zoet, sterk natuurlijk, bitter zuur, muntig neutraal, melkig sterk
54
Signaal Blauw Rood Geel Groen Wit Zwart
vrij, veraf, open, verwijden, passief, intellectueel, onafhankelijk stop, vuur, aandacht, kwaad, passie wacht, aandacht, actief, jaloezie, intellectueel, communicatie, uitdaging ga, natuur, innovatief, passief, hoop, levenslust, milieu clean, onschuldig, genadevol, vrede, neutraal, integratie schuld, spijt, afbakenen, dood, jeugd, afstandig
Emoties
Blauw Rood Geel Groen Wit Zwart
koel, fris, veraf, eenzaamheid, donker=gezelligheid warm, veilig, dichtbij, opwinding, passie, spanning grappig, zonnig, spontaniteit, optimisme, durf kalmerend, speels, relaxerend, creatief neutraal, leeg, onzekerheid jong, vrij, rebels, isolatie, ingehouden
In deze boeken vind je echter enkel de theoretische benadering van kleur terug. Om dit onderzoek grondiger uit te voeren werd een kleine enquête opgesteld die door zowel kinderen als volwassenen werd ingevuld. In de enquête vind je 9 verschillende speeltoestellen die elk in vier verschillende kleuren zijn weergegeven. Het is aan de ondervraagden om te beslissen welk speeltoestel ze het leukst vinden. Ook volwassenen werden gevraagd om de enquête in te vullen omdat het uiteindelijk de volwassenen zijn die het speeltoestel zullen aankopen.
55
Kind.
Volw.
Kind.
Volw.
4
2
5
4
5
3
3
7
8 10 4
5
5
1
0 0
5
4
4
7
5
1
3
4 56
7
4
3
5
1
1
6
3
6
5
1
3
5
4
5
4
5
5
5
2
4
5
3
4 57
9
9
5
4
2
1
2
2
4
4
4
3
6
7
4
2
4
3
6
3
7
6
1
4 58
Actief, beweging is doel, snelheid, alleen spelen, hard
Gezelligheid, fantasie, doen alsof, het echte leven nabootsen, passief, samenspelen, hard
Constructief, doen alsof, fantasie, veilige ruimte, creativiteit, samenspelen, zacht gevoel van zand, hard toestel
Bewegen, snelheid, parcours afleggen, alleen spelen, actie, hard
Spelvorm, geen emotionele waarde, actief, samenspelen, hard
Uitdagend, bewegen, krachtoefening, creativiteit, alleen spelen, doel bereiken, hard
Bewegen, creativiteit, kan ook passief gebruikt worden, zo hoog/mooi/ver mogelijk, alleen of samenspelen, zacht, flexibel
Creatief, aandacht krijgen, auditief, alleen spelen, hard
Verschillende spelvormen, creatief, actief, alleen of samenspelen, zacht
59
7.13.2 Analyse Bij de enquête die door de kinderen werd ingevuld zijn er geen merkwaardige resultaten wat de verhouding tussen het type en het kleur van het toestel betreft. Kinderen kiezen vaak gewoon voor hun lievelingskleur. Er wordt wel opvallend meer blauw gekozen dan geel en rood. Blauw is een rustgevende kleur die passiviteit en gezelligheid opwekt. Dit kan erop wijzen dat kinderen zich vooral aangesproken voelen door een gevoel van veiligheid. Eerder dan geel, dat uitdaging en durf uitstraalt of rood dat agressie en actie uitstraalt.
Kind
volw
52 37 40 27
46 36 29 30
Er zijn wel opvallende verschillen bij jongens en bij meisjes in die zin dat meisjes erg vaak voor blauw en groen kiezen en jongens eerder voor rood en geel. Blauw blijkt een algemeen populair kleur te zijn bij kinderen. Groen is de kleur voor creativiteit en de natuur. Deze kleur werd ook relatief veel gekozen. Kinderen kiezen vaak voor het meest levendige kleur. Ze houden van kleurrijke toestellen. Hoe feller de kleuren hoe liever. Het is belangrijk dat een toestel niet ééntonig is maar levendigheid uitstraalt. Donkere kleuren en grijswaarden vallen niet in de smaak bij kinderen. Bij de volwassenen zijn de verschillen minder duidelijk merkbaar. Er wordt ook vooral veel blauw gekozen. Geel en rood worden veel gekozen bij actieve speeltoestellen en toestellen waar een zeker uitdaging aan verbonden is. Het is bij volwassenen wel duidelijker dat ze blauw en groen eerder aanzien als rust en rood en geel eerder als actie en uitdaging. Rood wordt opvallend meer gekozen door kinderen dan door volwassenen. Kinderen zijn zich niet echt bewust van de gevaren die sommige spelen inhouden. Ze associëren rood niet direct met gevaar.
60
7.14 Veiligheid Nu het concept vastligt kan er al eens gekeken worden naar de normeringen die van toepassing zullen zijn op het toestel. De belangrijkste zaken zijn hoofdbeknelling, torsobeknelling en vingerbeknelling. Om te voorkomen dat een kind met zijn nek vast komt te zitten tussen de mazen van het net moeten de openingen kleiner dan 89 mm of groter dan 230 mm zijn. 89 mm is de minimale grootte van de torso en 230 mm is de maximale grootte van een hoofd. Alles wat daartussen valt is niet geregelementeerd. Er wordt besloten om de mazen overal groter dan 230 mm te nemen aangezien de constructie moet beklimbaar zijn. Wanneer de openingen tussen de touwen kleiner dan 89 mm zijn is het moeilijk om je voet ertussen te kunnen plaatsen. Vingerbeknelling kan voor komen bij openingen die groter zijn dan 8 mm en kleiner dan 25 mm. De openingen moeten dus overal kleiner zijn dan 8 mm ofwel groter dan 25 mm. Vingerbeknelling kan voor komen bij de driehoekige plaat bovenaan het toestel. De ruimte tussen de buizenconstructie en de plaat zal meer dan 25 mm genomen worden omdat het ook nog de bedoeling is dat een kind zich kan vastgrijpen aan de buis wanneer het naar boven klimt. De ingangen van het toestel moeten groot genoeg gemaakt worden. (0,5 m op 0,5 m) Wanneer er iets gebeurt met een kind dat binnenin het toestel zit moet een volwassen persoon bij het kind kunnen. De centrale as zal ronddraaien dus is het belangrijk dat kinderen niet tussen de draaiende delen kunnen terechtkomen. Het ontwerp van de centrale as wordt gedeeltelijk herzien om de veiligheid te kunnen garanderen. De vrije valhoogte van het toestel is 2,5 meter. Dit is gemeten vanaf de bovenste plaat omdat dat de maximale hoogte bij bedoeld gebruik is. Bij een hoogte van 2,5 meter moet er een speciale ondergrond voorzien worden. Er wordt geopteerd voor gietrubber. Dit blijkt de beste optie aangezien er met water wordt gewerkt. Het water dat uit de sproeiers komt moet ook opnieuw opgevangen worden. Door de ondergrond centraal iets hoger te leggen, kan het water naar de drainagespleten stromen en zo hergebruikt worden. De andere mogelijkheden waren zand, kiezelsteentjes of houtschors maar bij deze ondergronden is het niet zo eenvoudig om het water te recupereren. De gietrubber moet een dikte hebben van 90 mm om de veiligheid van de kinderen voldoende te garanderen. Deze valhoogte is gebaseerd op de waarden voor een nieuwe gietvloer op een harde ondergrond. Een ondergrond van zand e.d. geeft een hogere valhoogtebescherming. De valhoogte vermindert naargelang er meer vuil tussen de poriën komt. Een gietvloer die goed onderhouden wordt op een minder vuilgevoelige locatie zal zijn valhoogte langer behouden.
61
Het eindproduct zal uiteindelijk moeten voorzien worden van een indicatieplaatje. Hierop staan: de constructeur, het bouwjaar, de normen, de aanduiding van het nulpunt en het identificatienummer.
7.15 Technisch De sterkte van de volledige constructie is afhankelijk van de buizenstructuur. De buizen zullen 250 mm buitendiameter hebben. Dit zorgt niet alleen voor de stevigheid van het toestel maar het geeft het ook een veel solidere look. De as die centraal zit, zorgt ook voor enige versteviging. Er worden polypropyleen koorden gebruikt. Deze zijn in meerdere kleuren beschikbaar Er worden drie verschillende kleuren voorzien: rood, geel en blauw. Ze hebben een diameter van 16 mm. De koorden zullen aan de hand van klemkoppelingen aan de buizenconstructie bevestigd worden. Eerst worden er oogbouten op de stalen constructie gemonteerd. Daar worden de touwen doorgestoken en vastgemaakt aan de hand van een ring die onder hoge druk op de touwen wordt geplaatst. Waar de touwen onderling kruisen worden er systeembollen voorzien. Deze onderdelen zijn standaard voor speeltoestellen. Het zijn de onderdelen die door Speelokee ook gebruikt worden in hun producten. Het driehoeking vlak op de top van het speeltoestel bestaat uit HDPE omdat deze kunststof goed bestendig is tegen UV en vocht. Deze kunststof wordt heel veel gebruikt in de speeltoestelsector.
62
7.16 Prototype Voor de uitwerking van het prototype werd er gekozen om een 1:10 schaalmodel te maken dat de look weergeeft van het uiteindelijke product. De globale structuur is gemaakt uit PVC buizen van 25 mm. Er is bewust gekozen voor PVC in plaats van inox omdat de kostprijs van PVC veel lager is en omdat het eenvoudiger en properder is om de PVC buizen met elkaar te verbinden dan de inox buizen aan elkaar te lassen. De buizen worden geplooid aan de hand van een huisgemaakte opstelling. Door de buizen gelijkmatig op te warmen kunnen ze gemakkelijk rond een mal gebogen worden. Door een darm in de buizen te steken wordt vervorming van de buis voorkomen. Het touw dat wordt gebruikt is polypropyleen tuintouw. Dit touw is verkrijgbaar in meerdere kleuren. Het is goed bestand tegen regen en zon. Dit zorgt ervoor dat dit het ideale touw is om in het prototype te gebruiken. Voor de verbinding tussen de touwen en de buizenconstructie wordt krimprubber gebruikt. Deze wordt rond het uiteinde van de koord geplaatst en verwarmd. Door een gat in de buizenconstructie te maken dat een kleinere diameter heeft dan het touw kan het touw in de constructie geklemd worden. Aangezien de krimprubber goed rond het touw spant kan de verbinding niet meer loskomen. Op de punten waar twee touwen kruisen wordt het horizontale touw door het verticale touw gestoken. De ondergrond van het prototype bestaat uit vier rubber tegels van 500 mm op 500 mm. Dit zijn de tegels die gebruikt worden bij hoge speeltoestellen. De ondergrond van het uiteindelijk product zal ook uit rubber bestaan.
63
Het bovenste driehoeking vlak wordt uit een polystyreenplaat gesneden en op de constructie gemonteerd. In het midden van de plaat wordt een gat gemaakt waar de centrale as doorheen kan.
8
CONCLUSIE Door mijn kennis te mogen toetsen aan de praktijk heb ik geleerd welke mijn sterke en welke mijn minder sterke kanten zijn. Er is gebleken dat het onderbouwd werken aan een concept me beter ligt dan de pure vormgeving van een product. Het opdoen van kennis en het uitvoeren van onderzoeken is belangrijker dan ik voordien dacht. De opgedane kennis omzetten naar concrete concepten was voor mij heel leuk. Het onderwerp ‘speeltuigen’ interesseert mij en dat maakt het een stuk gemakkelijker om ideeën te genereren. Een onderwerp als ‘speelgoed’ lijkt eenvoudig om rond te ontwerpen maar er moet met zo veel regels en wetgevingen rekening gehouden worden waardoor je beperkt bent in de uitwerking van een concept. Tijdens mijn stage was ik omgeven door mensen die reeds jaren actief zijn in het vakgebied. Hun advies kon me vaak verder op weg helpen. Ik leerde dat hoe langer je met een onderwerp bezig bent, hoe sneller je tot bruikbare ideeën kan komen. Voor mij was deze stage een heel leerrijke ervaring. Het heeft me meer vertrouwen gegeven om in het bedrijfsleven te stappen.
64
9
BRONNEN
9.1 Internet www.speelokee.be www.nijha.nl/ www.baby.be/ www.mijnkinderarts.nl/ www.mediawijzer.net/ www.haarlemmermeer.nl/ www.boerplay.nl/NL/home www.proludic.com/ www.kompan.be/ www.europlay.eu/ www.eibe.nl/nl_NL/ www.giochipark.com/ www.lappset.com/ www.wicksteed.co.uk/ www.playlsi.com/ www.huck.be www.boerplay.nl/NL/home www.ond.vlaanderen.be/clb/ www.cjg.nl/ www.kindengezin.be/ askthekidwhisperer.com/ o5.com/ www.xead.nl/ www.mommyauctions.com/ www.cavalje.nl/
9.2 Literatuur De schoolspeelplaats van Peter Dekeyser Van de straat? De relatie jeugd en openbare ruimte van Karsten L., Kuiper E. en Reubsaet H. De sociaal-pedagogische betekenis van de woonomgeving voor kinderen van De Visscher Sven Kleine ontwikkelingspsychologie: het jonge kind van Rita Kohnstamm Een praktische leidraad voor uitbaters van speelterreinen van Jan Deconinck Color Kaleidoscope (creating color harmonies) van Axel Venn Color index van Jim Krause
65
10 PERSTEKST
‘De Zwieper’ biedt zowel een belangrijke levensles als heel wat waterpret.
Waterspelzomer voor Kortrijkse kinderen Speelokee Kortrijk komt deze zomer met een speeltoestel op de markt dat een volledig nieuwe betekenis geeft aan de term ‘waterspel’. Een uitzonderlijk concept dat kinderen van alle soorten een gezamelijk doel laat bereiken door ze te laten samenwerken/spelen. Het idee om een coöperatief speeltoestel te ontwerpen is ontstaan uit de eindwerkopdracht die afstuderend industrieel productontwerper Sander Debo kreeg van zijn stagebedrijf Speelokee. Speelokee is een kleine Kortrijkse onderneming die zich specialiseert in het maken, plaatsen en onderhouden van speeltoestellen op openbare terreinen. Het toestel ziet eruit als een grote iglo. Er kan zowel op, naast als in gespeeld worden. Centraal bevindt zich een ronddraaiende watersproeier. De bedoeling van het spel is om de top van de iglo te bereiken zonder geraakt te worden door de waterstralen.
Om het sproeisysteem in gang te zetten moet op één van de knoppen op de grond gedrukt worden. Eenmaal het toestel water sproeit, is het de bedoeling om de stralen te ontwijken. Wie als eerste boven is mag de waterstralen besturen.
“samenspelen om een doel te bereiken” De Zwieper is zo ontworpen dat kinderen er niet in hun eentje kunnen op spelen. Hierdoor leren ze op een leuke manier dat het nodig is om samen te werken als je een doel wil bereiken. Sander Debo 0478 93 57 08
[email protected]
66
CÖOPERATIEF SPELEN: DE ZWIEPER
In deze thesis wordt het ontwerpproces van een speeltoestel van begin tot eind omschreven. Het proces start bij het onderzoeken van de markt en eindigt bij de technische uitwerking van een afgewerkt speeltoestel. Deze bundeling is het resultaat van een stage binnen Speelokee-Skateconstruct. SANDER DEBO