Fixerende speelmat voor kinderen met een zware meervoudige beperking FIPS: Fixt It and Play Solo
PROJECT AANGEBODEN DOOR
Feys Michèle VOOR HET BEHALEN VAN DE GRAAD VAN BACHELOR IN MULTIMEDIA EN COMMUNICATIE TECHNOLOGIE AFSTUDEERRICHTING
INDUSTRIEEL PRODUCTONTWERPEN HOWEST | ACADEMIEJAAR 2009-2010
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Met dank aan .......................................................................................................................................... 4 Opdrachtstelling ...................................................................................................................................... 5 Deel 1: Theorie ........................................................................................................................................ 6 1.
Inleiding ....................................................................................................................................... 7
2.
Ontstaan van het matje ............................................................................................................... 7 2.1.
3.
Kinderen met een multype handicap .......................................................................................... 8 3.1.
4.
Try-out binnen 2 gezinnen en MPI ...................................................................................... 7 Cerebral palsy of cerebrale parese ...................................................................................... 8
Het spel ...................................................................................................................................... 10 4.1.
Kinderen met een meervoudige beperking ...................................................................... 10
Deel 2: FIPS ............................................................................................................................................ 12 1.
2.
3.
4.
5.
Stagebedrijf: samenwerking verschillende bedrijven ............................................................... 13 1.1.
Het kind en zijn omgeving ................................................................................................. 13
1.2.
Design for [every]one ........................................................................................................ 15
Eisenpakket ............................................................................................................................... 16 2.1.
Omgevingsfactoren ........................................................................................................... 16
2.2.
Gebruiksfactoren ............................................................................................................... 17
2.3.
Strategie ............................................................................................................................ 18
Analyse bestaande mat ............................................................................................................. 19 3.1.
Beschrijving ....................................................................................................................... 19
3.2.
Positieve en negatieve punten .......................................................................................... 20
3.3.
Opmerkingen van de ouders ............................................................................................. 20
Ontwerpproces .......................................................................................................................... 21 4.1.
Eerste reeks ....................................................................................................................... 21
4.2.
Tweede reeks .................................................................................................................... 27
4.3.
Definitief concept .............................................................................................................. 29
Technische uitwerking ............................................................................................................... 32 5.1.
Technische uitwerking ....................................................................................................... 32
6.
Eindresultaat: FIPS ............................................................................................................. 38
6.1.
Onderdelen ........................................................................................................................ 38
6.2.
Productie ........................................................................................................................... 42
6.3.
Patronen ............................................................................................................................ 48
Prototype ........................................................................................................................................... 54 Bijlage .................................................................................................................................................... 55 Bronvermelding ............................................................................................................................. 55 Design fot [every]one .................................................................................................................... 56
Inleiding Kinderen en spelen is niet los van elkaar te zien. Een kind speelt omdat hij het leuk vind. Bovendien draagt het spel sterk bij tot hun algemene ontwikkeling. Maar zelfstandig spelen is lang niet voor iedere kind zo gemakkelijk. Kinderen met een zware multype beperking slagen er niet in hun speelgoed binnen handbereik te houden door hun beperkingen. Hierdoor zijn ze altijd aangewezen op een tweede partij die het speelgoed telkens terug binnen handbereik van het kind brengt. Hieruit ontstond de noodzaak voor het fixeren van hun speelgoed. In dit eindwerk werd een nieuwe fixerende speelmat ontworpen die aan deze nood voldoet. FIPS: fix it and play solo zorgt ervoor dat hun eigen speelgoed gefixeerd wordt aan hun rolstoeltafel. Zo kunnen de kinderen zelfstandig spelen en blijft hun speelgoed binnen handbereik. Daarnaast is fips ook bevestigbaar op een gewone eettafel.
Met dank aan
ARTEVELDE HOGESCHOOL GENT begeleider: Hilde Ramboer Studente: Sofie De Visscher
HOWEST EN DESIGN FOR [EVERY]ONE Bart Grimonprez Lieven De Couvreur
MPI ‘T VURSTJEN Juf Petra en haar klas
GEZINNEN Gezin van Alex Gezin van Laurens
ALBATROS Ingrid Van Mechelen
DILLY GRAPHICS
HET THUISFRONT
Opdrachtstelling
Kinderen met een meervoudige beperking kunnen hun vrije tijd moeilijk zelfstandig invullen. Bij het spelen is het grootste probleem dat ze door deze beperkingen hun speelgoed niet binnen handbereik kunnen houden. Er moet altijd een tweede persoon aanwezig zijn om het speelgoed telken op te rapen, wat een zware last met zich meebrengt. Deze tweede persoon is meestal of een ouder of een begeleider. Dit zorgde voor de nood aan fixatie van hun speelgoed . Een reeds bestaand systeem kende nooit een echte doorgroei naar de gezinnen toe. Om het fixeren van speelgoed ook te laten doorstromen naar de gezinnen toe werd in een bachelorproef van de richting ergotherapie aan de Artevelde hogeschool een nieuw fixatiematje bedacht die het mogelijk maakt om het speelgoed aan de (rolstoel)tafel te fixeren waarbij het speelgoed makkelijk te verwisselen is. Het matje is al een hele verbetering ten opzichte van de houten plank. Toch zijn er nog wat kritische punten en is er nog plaats voor verbetering. Omdat de studenten ergotherapie van Artevelde hogeschool Gent geen ontwerpers zijn stuurden ze het matje door naar de Hogeschool WestVlaanderen Kortrijk om daar binnen de ontwerprichting industrieel productontwerp verder uit te werken en te verbeteren tot een beter functioneel bruikbare fixatiemat.
Deel 1: Theorie
1. Inleiding Om dit eindwerk tot een goed einde te kunnen brengen was het in de eerste plaats heel belangrijk dat ik mij meer gaan verdiepen in de problematiek. Ik ben niet echt thuis in de wereld van de hulpstukken. Vragen zoals; wat is multiple handicap, waarom is het belangrijk dat het speelgoed gefixeerd wordt, wat bestaat er, het belang van spel in de ontwikkeling,… moesten eerst beantwoord worden vooraleer ik aan het ontwerpen kon beginnen. Het eerste deel van mijn thesis handelt dan ook over de thematiek.
2. Ontstaan van het matje Het ontstaan van het fixatiematje voor kinderen met een meervoudige handicap kent verschillende redenen. In de eerste plaats is er het probleem dat deze kinderen moeilijk hun vrije tijd zelfstandig kunnen invullen en zijn er heel wat momenten waarop het kind niets doet. Voor alles wat ze doen hebben ze ondersteuning nodig van hun mantelzorgers of begeleiders. De kinderen zijn dan ook vaak op zichzelf aangewezen omdat deze één-op-één-relatie heel intensief en belastend is voor de begeleider. Daarnaast slagen deze kinderen er niet in hun speelgoed binnen handbereik te houden door hun beperkingen. Uit deze situatie is de nood aan fixatie van hun speelgoed gegroeid. Het systeem dat nu gebruikt wordt om aan deze vraag te voldoen is een houten plank waar voorwerpen worden op vastgemaakt. Het grote nadeel hier is dat het speelgoed moeilijk gewisseld kan worden. Het speelgoed terug losmaken en ander speelgoed erop hangen kost veel tijd. Daarom werden meerdere planken gemaakt met verschillend speelgoed waarbij het wisselen ook omslachtig werd. Het gevolg was dus dat het speelgoed zelden gewisseld werd en dat de kinderen heel frequent hetzelfde speelgoed voorgeschoteld kregen. Maar net bij deze kinderen is het nog veel belangrijker dat er afwisseling is in het spel. Hierdoor kende het systeem geen doorgroei en wordt het nauwelijks gebruikt. Een studente aan de Artevelde Hogeschool van Gent bracht hier verandering door een nieuw matje te bedenken. Het is op deze basis dat dit eindwerk uitgewerkt is. 2.1.
Try-out binnen 2 gezinnen en MPI
Om hulpstukken goed te laten functioneren en er zeker van te zijn dat ze ook gebruikt worden is het van uitermate belang dat er gecommuniceerd wordt met de gebruiker. Om het matje zo optimaal mogelijk aan te passen naar de noden van de gebruikers stelden 2 gezinnen zich open. Deze 2 gezinnen hebben beiden een kind met een erntige multiple beperking en zullen doorheen dit eindwerk Laurens en Alex genoemd worden. Deze kinderen hebben beiden een andere vorm van multype beperking. Met deze kinderen werden de tussentijdse prototypes getest en verbeterd. Beide kinderen zaten ook in dezelfde klas in MPI ’t Vurstjen. Ook in deze klas kon ik testen gaan uitvoeren. Daar kon ik, naast het matje uittestesten met Alex en Laurens ook, ook op de hulp rekenen van juf Petra. Ook zaten er nog andere kinderen in de klas waarmee ik ook nog het matje kon uittesten.
3. Kinderen met een multype handicap Kinderen met een multiple handicap zullen een combinatie van verschillende beperkingen hebben die op de volgende domeinen kunnen situeren: de spraak,de motoriek fysieke mobiliteit, de cognitieleren,de perceptie en de persoonlijkheid mentale retardatie, zicht, gehoor, hersen verlamming en mogelijk andere. Zo kunnen ze samen met de meervoudige beperkingen ook sensorische problemen vertonen en gedrag en/of sociale problemen hebben. De kinderen zullen verschillen in graad van de beperking en in combinatie van beperkingen. In dit eindwerk wordt er gewerkt met kinderen tussen de 7 en 12 jaar die allen de ontwikkeling van een kind van max. 1 jaar hebben. Deze kinderen zullen nog heel traag verder evolueren doch aan ongeveer 12 jaar zullen hun mogelijkheden zo goed als mogelijk ontwikkeld zijn. 3.1.
Cerebral palsy of cerebrale parese
De term geeft aan dat een deel van de hersenen door een beschadiging helemaal niet of anders functioneert dan normaal. Het wijst op hersenletsels die ofwel tijdens de zwangerschapop het einde van de zwangerschap, tijdens de geboorte of tijden de eerste 2 levensjaren ontstaan zijn en die op lange termijn afwijkingen in de organisatie van houding en beweging kunnen veroorzaken. De diagnose kan na een klinisch onderzoek gesteld worden, maar men zal ook kenmerken naar voor zien komen door observatie. Na het stellen van de diagnose blijft het nog steeds erg moeilijk om de evolutie van het kind op lange termijn te voorspellen. Bij elk kind is er een eigen, unieke ontwikkeling te zien. Zo is het weglaten soms het volledig lichaam dat getroffen is (quadriplegie), soms is er maar 1 lichaamshelft geraakt(hemiplegie) en soms beperkt het probleem zich tot de onderste ledematen(diplegie). Daarnaast zijn dan nog eens gradaties te zien van een lichte, matige tot zwareernstige beperking. De kinderen waarmee ik het matje uitgetest hebben behoren allemaal tot die laatste categorie. Afhankelijk van de kwaliteit van de tonus en de aard van de pathologische bewegingen kan er gesproken worden van spasticiteit, athetose, ataxie, hypotonie en dystonie. Bij spasticiteit is de spierspanning heel slap als het kind in rust is. Er is een stijging in de spierspanning merkbaar wanneer het kind in beweging komt. Hierdoor wordt de spanning in de spieren zo hoog dat de spieren stijf worden. Kinderen met athetose hebben hun bewegingen dan niet onder controle en lijken zonder doel te bewegen. Bij ataxie is het evenwichtsorgaan gestoord. Hierdoor hebben deze kinderen het moeilijk om bewegingen te starten of te stoppen. Kinderen met hypotonie hebben,in tegenstelling tot kinderen met spasticiteit, een te lage spierspanning, en hebben zelfs moeite om te zwaartekracht te overwinnen. Kinderen met distonie zullen tenslotte lanzame draaiende bewegingen vertonen en hebben een sterk wisselende spierspanning. De terminologie verwijst in de eerste instantie naar de motorische handicap maar veelal zijn er nog andere problemen. Er kunnen ook geassocieerde problemen zijn door de situering van de oorzaak op het niveau van de hersenen. Zo kan er ook aantasting zijn van de auditivie en visuele functies, de taal, cognitieve mogelijkheden,… Ook hier is de aard en intensiteit erg variabel bij de verschillende kinderen. Cerebral parese gaat ook vaak gepaard met een centrale visus stoornis en met epilepsie
Naast al deze problemen mag de persoonlijkheid van het kind ook niet uit het oog verloren worden. Deze kinderen beschikken namelijk ook over een eigen karakter, verlangens, gevoelens, … wat soms tot een enorme wilskracht kan leiden. Ze zullen zich ontplooien op gebieden waar ze zich goed in voelen.
4. Het spel Kinderen en spelen is niet los van elkaar te zien. Daarbij komt nog eens dat spelen ook sterk bijdraagt tot hun ontwikkeling. Een kind zal spelen zolang het leuk blijft, wanneer hij er geen zin meer in heeft zal het spel stoppen. Daarom is het voor kinderen met een meervoudige beperking heel belangrijk dat er telkens nieuw speelgoed aangereikt wordt. Het kind leert hoofdzakelijk door te spelen. In het leerproces is het bewust worden van zichzelf een van de eerste stappen. Daarna kan het kind de andere dingen gaan verkennen en erover leren in relatie tot zichzelf. Een kind moet leren te begrijpen hoe de wereld rondom zich bestaat. Door te spelen leert het de verschillen tussen vormen en materialen kennen. Daarnaast leert het ook het verschil in maten, gewichten, kleuren,… van de verschillende voorwerpen. Door te spelen met voorwerpen leert het te begrijpen waar de zijkanten, onderkant, bovenkant en binnenkanten van een voorwerp zitten. Het leert de afstand en de inspanning te berekenen om een voorwerp te nemen en een bepaald doel te bereiken. Als u naar een gezonde baby kijkt, zal u een ding opvallen: hij ligt nooit stil en maakt zelden geen geluid. 4.1.
Kinderen met een meervoudige beperking
Voor kinderen met een beperking is spelen net zo belangrijk, maar het kind heeft veel hulp nodig door zijn moeilijkheden met evenwicht bewaren, oog-handcoördinatie, bewegen en dikwijls met bijhorende gezichts- en gehoorsstoornissen. Door zijn beperkingen zal het kind langzaam ontwikkelen en zal het ontzettend veel begrip en ondersteuning nodig hebben. Zijn concentratie is dikwijls gering en zijn geheugen vaak van korte duur. Daarnaast slaagt het kind er vaak niet in om het speelgoed binnen handbereik te houden. Door hun beperkingen ligt spelen voor kinderen met een multiple beperking heel wat moeilijker, en zullen er aangepaste activiteiten moeten worden aangeboden. De stoornis in de motoriek kan de omgang met spelmateriaal belemmeren. Enerzijds kan het hier gaan over een probleem in demotoriek maar anderzijds ook over de uitgangshouding tijdens het spel. Ook bij het manipuleren van spelmateriaal zijn de kinderen vaak beperkt. Het fixatiematje kan voor deze kinderen een meerwaarde zijn in functie van de ontwikkeling van hun spelgedrag. Het speelgoed blijft telkens binnen handbereik wat toezicht zo goed als overbodig maakt. Door de afwezigheid van een sturende functie van de begeleider kan het kind zelfstandig het speelgoed verkennen en ontdekken. Zo kunnen ze op basis van eigen ervaringen kennis opdoen. Doordat speelgoed snel en vlot kan gefixeerd worden op het matje zullen de begeleiders en familie al gemakkeljker het aanbod variëren en verrijkt hierdoor de belevingswereld van het kind.
Deze variatie in aanbod bevordert in hoge mate alle facetten van de ontwikkeling van het kind, zowel op motorisch, cognitief als perceptueel vlak. Vanuit de spontane intrinsieke nieuwsgierigheid van een kind zal het motorisch een grotere variatie van motorische hand-en armbewegingen toepassen. Deze uitgebreide en gevariëerde motorische bewegingen betekenen een belangrijk aspect in de behandeling van het kind, zonder therapeutische directe behandeling en interventie door een paramedicus. Het is tevens belangrijk voor de persoonlijke ontwikkeling dat het kind alleen kan spelen, zonder begeleiding, het ervaart dan een privacy gevoel . Dit is bij deze kinderen zeker belangrijk want zij worden hun hele leven geconfronteerd met vreemde begeleiders waar ze zelf niet voor kiezen. Het fixatiematje bevordert ook het zelfbeschikkingsrecht van de persoon met een beperking.
Deel 2: FIPS
1. Stagebedrijf: samenwerking verschillende bedrijven Ik werk dit eindwerk verder uit voor Hogeschool West-Vlaanderen Kortrijk. Zij kregen deze opdracht van de Artevelde Hogeschool Gent. Zij ontwikkelden een fixerende speelmat voor kinderen met een multype beperking. Dit was een opdracht voor een bachelorproef in de richting ergotherapie. Omdat men in ergotherapie niet bekend is met het maken van prototypes konden ze hiervoor rekenen op de hulp van Albatros. Het is een firma die zicht over de jaren heen gespecialiseerd heeft in de zit-, lig- en mobiliteitsproblematiek en heeft een ruim productaanbod waaronder standaardmateriaal, maatwerk en individuele aanpassingen. Door een goede coördinatie en samenspraak met de patiënt, therapeuten, familie en de arts zoekt men naar een gepaste oplossing. Ze beschikken over een mobiele werkplaats die het mogelijk maakt om maatname en aanpassingen ter plaatse kunnen uitvoeren. Het volledig uitgeruste atelier bevindt zich in Bonheiden waar het uitwerken en afwerken gebeurt. Om een goed product te bekomen binnen de zorgsector is het heel belangrijk om te communiceren met de patiënt en zijn omgeving. Er moeten dus testen gedaan worden of het hulpstuk wel een verbetering te weeg brengt. Om dit te kunnen verwezenlijken kon er gerekend worden op de hulp van MPI ’t Vurstjen en 2 gezinnen. MPI ’t Vurstjen is een school voor buitengewoon kleuter en lager onderwijs voor kinderen van 2,5 tot 13 jaar. De school biedt onderwijs voor leerlingen van 5 doelgroepen: kleuter, type 1, 2 en 4 en autiwerking. De klas waarin ik mocht werken was de klas van Juf Petra, een type 4 klas. Het is aangepast onderwijs voor kinderen met een fysieke beperking op vlak van opvoedings- en onderwijsbehoeften. De klassen hebben steeds een beperkt aantal leerlingen. Op basis van het ontwikkelingsniveau, zowel fysiek als mentaal, worden de klassen samengesteld. Ieder kind werkt naar zijn mogelijkheden op zijn tempo en leggen een eigen traject af. Er zitten zowel kleuters al lage schoolkinderen in de klas. Er is een groot verschil in leeftijden, op dit moment is de jongste 5 jaar en de oudste 15. Bij 2 kindjes uit de klas mochten er ook thuis testen gedaan worden. Wat positief was omdat de kinderen in een thuissituatie minder afgeleid zijn door de omgeving en een beter medewerking vertonen. Hieronder wordt de situatie van deze 2 kinderen nog wat verder toegelicht. Om de testen te gaan uitvoeren kreeg ik hulp van Sofie De Visscher. Dit is een studente ergotherapie aan Artevelde. Zij doet ook haar bachelorproef rond de fixerende speelmat. Voor ergontherapeutische kwesties kon ik bij haar terecht. We zochten samen naar oplossingen die zowel ontwerpgericht en ergontherapeutisch gericht verantwoord zijn. 1.1.
Het kind en zijn omgeving
Omdat iedere persoon en iedere beperking anders is, is het belangrijk dat je de patiënt goed kent. Je moet weten wat zijn problemen zijn, wat hij wel en niet kan. Daarom ga ik nog iets verder in op de kinderen van de gezinnen, omdat de speelmat vooral op hen wordt afgesteld.
1.1.1
Alex
Alex is een kind van 8 jaar (°27 februari 2002) dat geboren werd na een normale zwangerschap en een normale bevalling. Toch was het kind bij de bevalling blauwzuchtig, hij weende niet en was kortademig. In zijn 3de levensmaand verslikt hij zicht en er ontstond een longontsteking. Hierdoor nam men een scan waar men op zag dat er problemen waren in de hersenen. Bij Alex wordt het syndroom van Jourbet vastgesteld. Kinderen met Jourbet kunnen aan hypotonie lijden. Hierbij hebben de kinderen een te lage spierspanning. Bij Alex zien we dat hij zich vaak verslikt wat te wijten is aan een zwakke mondspier. Hij is ook niet in staat zijn spieractiviteit te coördineren, waardoor zijn bewegingen schokkerig verlopen. Alex grijpt eenhandig en is dus niet in staat twee voorwerpen tegelijk vast te nemen. Daarnaast heeft hij beperkte visuele mogelijkheden. En is er een matige tot ernstige verstandelijke beperking vastgesteld. Hij kan zich moeilijk verstaanbaar maken door beperkte mondmotorische mogelijkheden, maar kan bepaalde zaken heel goed begrijpen. Om iets aan zijn omgeving duidelijk te maken maakt hij gebruikt van geluid en handgebaren. Alex heeft een ruime interesse in alles, maar als hij geen zin heeft om te spelen zal je het ook merken. Wanneer de ouders of iemand die hij goed kent meespeelt zal hij veel enthousiaster reageren. Hij is wel zijn speelgoed snel beu. Het gezin zorgt er dan ook voor dat hij niet telkens hetzelfde speelgoed voorgeschoteld krijgt. 1.1.2. Laurens Laurens werd op 30 juni 1994 geboren na een normale zwangerschap en normale bevalling. In de 4de levensmaand doet Laurens stuipen 3 dagen na het toedienen van zijn polio vaccin, dit is een van de meest ernstige reacties op het vaccin en is eerder zeldzaam. In Julie ’95 kreeg Laurens meningitis of hersenvliesontsteking. In februari ’96 kreeg de jongen een hersenbloeding. Door zijn voorgeschiedenis heeft hij zowel een motorische, visuele als mentale ontwikkelingsachterstand. Hij lijdt aan hypotone quadriplegie en is er een asymmetrie ten nadele van links. Zijn linkerhand is dominant en zal voornamelijk dit gebruiken. Laurens heeft ook kenmerken van CVI. Dit visueel probleem stelt dat het visueel functioneren van Laurens afhankelijk is van zijn gestelde aandacht. Hij heeft ook een ernstige motorische beperking en kan zonder hulp zich enkel al sluipend voortbewegen. Ook zijn communicatieve functies zijn erg beperkt en kan hij zich enkel uiten door vocalisaties en emotionele reacties. Zijn begrip is ook erg beperkt. Zijn speelgedrag situeert zich op babyniveau. Bijna al het materiaal dat hem wordt aangeboden gooit hij terug weg, maar probeert het daarna wel terug naar boven te halen door het touwtje die eraan bevestigd is. Fixatie van het speelgoed is vooral voor de omgeving rondom hem erg belangrijk, anders maakt hij er een spelletje van om zijn speelgoed op de grond te gooien om de aandacht van zijn mama te krijgen. Laurens houdt niet van nieuwe prikkels toch is het belangrijk voor zijn visuele aandacht dat er variatie in het spel zit.
1.2.
Design for [every]one
Dit eindwerk werd in grote lijnen opgebouwd vanuit de standpunten van Design for [Every]one. Het is een interdisciplinair onderzoeksdomein dat zijn roots kent in het Industrial Design Centrum in Kortrijk. Het beantwoord aan de nood van gepersonaliseerde hulpstukken. Geen enkele persoon of beperking is dezelfde, toch hebben de gebruikers slecht de keuze uit een klein aanbod van universele hulpmiddelen. Het gevolg is dat hun beperking eerder wordt gestigmatiseerd dan gepersonaliseerd. Hulpstukken hebben als doel de levenskwaliteit te bevorderen. Maar doordat ze altijd voor zo’n groot mogelijk doelpubliek worden gemaakt schieten ze vaak te kort qua gebruiksgemak voor de patiënt. Door reeds vruchtbare samenwerking tussen de howest opleiding Industrieel Ontwerpen (IO) en ergotherapie, Protolab en In-Ham ontstonden de krijtlijnen rond dit onderzoeksdomein. Teams van bachelorstudenten ergotherapie en masterstudenten IO werken samen om de dagelijkse levenskwaliteit van een specifieke patiënt te verbeteren aan de hand van op maat gemaakte lowtech applicaties. In dit eindwerk wordt er samengewerkt met de studente ergotherapie Sofie De Visscher van de Artevelde Hogeschool Gent en de studente Industrieel Product Ontwerp (IPO) Michèle Feys van de Hogeschool West-Vlaanderen Kortrijk. Enerzijds heeft design for [every]one als doestelling om de brug te slaan tussen ergotherapeuten en industrieel ontwerpers. Tussen de beide disciplines zijn er heel wat raakvlakken maar ook contradicties. Bij ergotherapeuten staat de patiënten centraal, ze gaan van nature uit heel usercentered te werk. Het gebruikersgemak wordt proefondervindelijk gerealiseerd. De industrieel ontwerper vertrekt vaak vanuit bestaande technologieën en gaat dus eerder iteratief te werk. Hierbij staat niet het product maar het functiedenken centraal. Deze kruisbestuiving leidt tot nieuwe invalshoeken en product innovaties. Het is een totaal nieuwe ontwerpaanpak voor de ontwerper, in tegenstelling tot het ontwerpen voor een grote doelgroep; design for all.
2. Eisenpakket Het eisenpakket is onderverdeeld in 2 groepen enerzijds hebben we de omgevingsfactoren anderzijds de gebruiksfactoren. Met de omgevingsfactoren worden de gestelde eisen van de omgeving bedoeld. Deze kunnen we nog eens opdelen in 3 verschillende omgevingen: klas, thuis en op verplaatsing. Deze 3 plaatsen zullen elk hun eigen eisen stellen aan de speelmat en de nadruk op wat de belangrijkste zijn zullen ook anders liggen. Bij de gebruiksfactoren wordt louter naar de gebruik gekeken los van de ruimte waarin het product gebruikt wordt. Er wordt dus als het ware enkel rekening gehouden met wat de doelgroep verlangt van het product. In dit geval hebben we terug 3 verschillende gebruikersgroepen. Om te beginnen het kind die met het speelgoed speelt, maar daarnaast hebben we ook de ouder en de zorghelper die het speelgoed moeten fixeren. Ook hier zullen de verschillende partijen andere eisen leggen, zo zal voor het kind het spelen het belangrijkste zijn terwijl voor de ouder de fixatie goed moet zijn en voor de zorghelper dan weer de snelheid van het aanbrengen. Hieronder worden de eisen per factor en per groep verder uitgewerkt. 2.1.
Omgevingsfactoren
2.1.1. Klas - Zelfstandigheid: In de zorgklas zitten er meerdere kinderen. De juf heeft dus geen tijd om constant met elk kind bezig te zijn. Het is dus belangrijk dat de kinderen zich ook alleen kunnen bezighouden. - Snel fixeerbaar en opbergbaar: Voor de juf is het ook belangrijk dat het fixeren van de speelmat niet te veel tijd in beslag neemt. Als het te moeilijk en te veel werk is om de mat te bevestigen zal ze gewoon in de kast blijven liggen omdat de juf hiervoor geen tijd heeft. Daarnaast moet ze klein en compact op te bergen zijn. - Verschillende voorzettafels: Bijna geen enkele rolstoel heeft dezelfde voorzettafel. Ze schelen in grootte, vorm, met of zonder rand,… De speelmat moet dus ook op verschillende rolstoeltafels kunnen passen en een goede fixatie garanderen. - Personaliseerbaar: In de zorgklas hebben de kinderen veel dingen van zichzelf mee, om een onderscheid te kunnen maken tussen de spullen moeten ze gekentekend worden. 2.1.2. Thuis - Zelfstandigheid: Ook in de thuissituatie is het voor de ouder niet altijd mogelijk om constant bij het kind aanwezig te zijn tijdens het spelen. Het kind leert ook sneller iets door het zelf te gaan verkennen. Men moet er dus kunnen op vertrouwen dat ze het kind wat alleen kunnen laten spelen zonder dat hij binnen de kortste keren zijn speelgoed laat vallen of weggooit. - Gewone tafel: in veel gezinnen is het huis niet volledig aangepast aan een rolstoel. Er is dus meestal ook maar weinig plaats om het kind constant in de rolstoel te laten zitten. Ook willen de ouders dat het kind zo normaal mogelijk integreert in het gezin. Hierdoor zit het kind maar weinig thuis in zijn rolstoel. De speelmat moet dus ook op een gewone tafel kunnen worden gefixeerd.
2.1.3. Verplaatsing: Door hun beperking moeten deze kinderen vaak naar het ziekenhuis voor urenlange onderzoeken. Deze dagen zijn voor het kind en de ouder heel lastig. Om het kind wat te ontlasten en hem wat af te leiden van de wachttijden kan het speelmatje ook meegenomen worden op verplaatsing. 2.2.
Makkelijk opbergbaar: Om de speelmat makkelijk te kunnen meenemen op verplaatsing moet alles klein en compact kunnen worden meegenomen. In stilte te gebruiken: Als het kind in een dokterkabinet aan het spelen is mag het niet te veel lawaai maken. Makkelijk te fixeren: Ook hier mag het fixeren van de mat aan de tafel en van het speelgoed aan de mat niet te omslachtig zijn anders zal ook hier het matje thuis gelaten worden. Mooi en leuk uitzicht: Het matje mag geen ziekenhuissfeer uitstralen. Het moet er leuk en speels uitzien zoals speelgoed. Gebruiksfactoren
2.2.1. De ouder - Opbergbaar - Afwasbaar en hygiënisch: Bij kinderen zoals Alex hangt hun tong vaak uit hun mond wanneer ze iets willen verwezenlijken. Door hun te slappe spierspanning zeveren ze ook veel. Daarom is het dus belangrijk dat het matje kan worden afgewassen en hygiënisch gehouden kan worden. - Snelle en makkelijke fixatie - Veilig - Meeneembaar - Mogelijkheid om eigen speelgoed te fixeren - Leuk en mooi uitzicht: Ouders met kinderen met een beperking hebben het soms moeilijk om dit allemaal te aanvaarden. Daarnaast zijn alle hulpmiddelen dan nog eens grijs lelijk en geven ze een echt ziekenhuissfeer aan. Hierdoor wordt het gevoel dat hun kind anders is nog meer benadrukt. Daarom is het hier nog veel belangrijker dan bij speelgoed voor gewone kinderen dat alles er leuk, speels en mooi uitziet. 2.2.2. -
De zorghelper Opbergbaar Afwasbaar en hygiënisch Snelle en makkelijke fixatie Veilig Stevig Zelfstandigheid van het kind Personaliseerbaar
2.2.3. Het kind - Afwisseling in speelgoed: Voor het kind is een van de belangrijkste eisen dat hij veel verschillend speelgoed krijgt en dus niet telkens hetzelfde voorgeschoteld krijgt. Daarom moet het speelgoed dus makkelijk vervangen kunnen worden. - Stevig: Deze kinderen kunnen hun bewegingen niet controleren, maar ook de kracht waarmee ze iets doen hebben ze niet onder controle. Als ze dus iets vastgrijpen doen ze dit met al hun kracht waardoor het matje dus heel stevig moet zijn. - Geen rand: Om het kind niet te veel te hinderen tijdens het spelen mag er geen rand aan het matje zijn. - Veilig - Volledige fixatie: speelgoed en matje
2.3.
Strategie
Dit is een systeem waar 5 onderdelen: performance, economy, identity, convenience en pleasure van het ontwerpen worden voorgesteld. Afhankelijk van wat er moet ontworpen worden geef je de punten van 1 tot 5. De meest belangrijke zet je voorop. Bij het keuzemoment krijgen onderdelen die hoog genoteerd zijn voorrang op lager genoteerde onderdelen. Zo worden er compromis gesloten tussen de verschillende onderdelen. Voor dit eindwerk werd gewerkt op volgende strategie 1. 2. 3. 4. 5.
Performance Convenience Pleasure Economy Identity
3. Analyse bestaande mat 3.1. Beschrijving Het originele matje is rechthoekig en heeft een afmeting van 480 op 320mm. Dit grondvlak bestaat uit 2 lagen die op elkaar gestikt zijn. De onderste laag is een antislip. De bovenste laag bestaat uit een gladde, grijze, soepele kunststof. Aan de zijkanten zijn linten in aangenaaid. Hierop zit velcro. Met de velcro wordt de mat rond de tafel gespannen. Als de tafel geen opstaande randen heeft kan dit gewoon rond de tafel gebeuren. Als de tafel wel opstaande randen heeft moeten er gleufjes in de tafel gefreesd worden om de linten door te steken.
Om het speelgoed te fixeren aan de mat zijn er 2 rijen voorzien met 3 maal 2 gaten in . Deze gaten zijn versterkt door een soort rivetten. De gaten zijn net groot genoeg om een touw door te steken, en toch klein genoeg dat de kinderen hun vingertjes niet kunnen insteken. Je steekt een touw door een van de gaten en bind het dan toe langs het andere gat ernaast. Het andere uiteinde van het touw bind je dan vast aan het speelgoed.
3.2.
Positieve en negatieve punten
3.2.1. Positieve punten - Hygiënisch: Het originele matje is uit een zeer gladde soepele kunststof gemaakt. Hierdoor is het matje makkelijk af te wassen. Wanneer er ook op gemorst wordt trekken vloeistoffen niet in de stof. - Veilig: Het matje is heel veilig doordat het kind het matje zelf niet kan losmaken. - Speelgoed hangt vast: Het matje hangt goed vast aan de tafel en het speelgoed op zijn beurt weer aan het matje - Fixeren eigen speelgoed: Doordat er gebruik gemaakt wordt van ringen waardoor het speelgoed via een touwtje vast hangt kan er makkelijk eigen speelgoed gefixeerd worden - Wisselbaar: Ook door de touwtjes is het speelgoed verwisselbaar en is al een hele verbetering op de houten plank van vroeger - Ook op gewone tafel: De linten kunnen met hulpstukken verlengt worden waardoor het matje ook op een gewone tafel bevestigd kan worden. . 3.2.2. Negatieve punten - Speelgoed klein bereik: Het speelgoed heeft maar een klein bereik doordat het vast hangt. Er moet gezocht worden naar het ultieme bereik voor het speelgoed - Nogal saai: De stof die gekozen werd bestaat enkel in het grijs. Dit heeft terug veel te veel een ziekenhuissfeer waardoor het saai is en niet speels genoeg voor een speelmat. - Bevestiging matje aan tafel: De bevestiging werkt goed maar is niet optimaal omdat er voor bepaalde tafels gleuven in het tafelblad moeten gefreesd worden. - Verwisselen speelgoed: Het matje moet volledig worden losgemaakt om het speelgoed te kunnen verwisselen. - Touwtjes: De touwtjes die de ouders gebruiken zijn meestal niet sterk genoeg. Er moet dus standaard iets bij de speelmat zitten die sterk genoeg is zodat de ouders niet meer zelf op zoek moeten gaan - Matje kan nog te veel bewegen aan boven- en onderkant 3.3.
Opmerkingen van de ouders
Om het matje optimaal aan te kunnen passen heb ik ook aan de ouders van de 2 kinderen eens gevraagd wat zij wel en niet goed vonden aan het matje. Zo is het fixeren van boekjes te moeilijk om op het huidige matje te doen. Ook tekengerief is bijna onmogelijk. Voor het papier zitten de ringen in de weg. En ook de potloden aan touwtjes aan de mat hangen lukt niet altijd even goed. Alex speelt dan ook graag een soort memoriespel. Hier heeft hij het probleem dat wanneer hij een kaartje wil aanwijzen of opnemen de andere in de grond vallen. Voor Laurens zou er dan nog een oplossing moeten komen voor grof speelgoed zoals muziekspeeltjes beter te bevestigen aan de tafel. Ook moet er een andere oplossing komen voor de touwen. Als de kinderen gedaan hebben met spelen is de knoop hard aangespannen waardoor hij bijna niet meer kan gelost worden tenzij door het touw door te knippen.
4. Ontwerpproces 4.1. Eerste reeks In de eerste reeks ontwerpen en prototypes deelde ik het probleem op in 2 deelvakken. Enerzijds de fixatie van het matje aan de tafel en anderzijds de fixatie van het speelgoed aan het matje. Nadien stelde ik deze 2 op elkaar af. 4.1.1. Fixatie
speelgoed
Omdat het niet mogelijk is om met één techniek alles van speelgoed te fixeren wordt het matje opgedeeld in modules. Afhankelijk van het soort speelgoed dat gefixeerd moet worden, wordt een andere module gebruikt. We zien volgende onderverdelingen voor het fixatiematje. - Boekjes - Algemeen speelgoed (beertjes, muziekspeeltjes, …) - Teken en schrijfgerief (potloden en papier) - Memoriespel Boekjes Voor boekjes moet het mogelijk blijven dat de pagina’s omgedraaid kunnen worden. De kaft moet dus gefixeerd worden maar de bladzijden moeten nog los zijn. Hiervoor had ik enkele oplossingen. Hoekjes waarin de hoeken van de kaft geschoven worden Hier is het positieve punt dat de hoeken volledig vast zitten. Het boek wordt volledig gefixeerd doordat het boek op zijn plaats gehouden wordt door de hoekjes op de mat. Het boek kan nog naar boven nog op zij verschuiven. Het grote nadeel is dat er enkel boeken gefixeerd kunnen worden die de exacte grootte hebben van de afstand tussen de hoekjes.
Elastiek door het midden van het boek
Positief hier is dat het elastiek meegeeft volgens de grootte van het boek. Negatief is doordat het elastiek door het midden van het boek, gaat het soms moeilijk is om het boek open te houden op een andere pagina
Banden rond de kaft Positief hier is dat de kaft gefixeerd wordt en zo het boek op zijn plaats houdt. Er is geen hinder bij het omdraaien van de pagina’s Negatief hier is dan weer dat de grootte van het boek afgesteld moet worden op de grootte van de banden in plaats van andersom
elastieken rond de kaft Positief hier is dat enkel de kaft gefixeerd wordt en zo het boek op zijn plaats gehouden wordt. Daarnaast is er geen hinder bij het omslaan van de pagina’s. Als laatste kunnen er ook boeken van verschillende groottes mee gefixeerd worden. De elastieken geven mee naar de grootte van de kaft.
Memoriespel Alex speelt vaak met kaartjes waar hij dezelfde kaartje bij elkaar legt, of de gevraagd kaartjes aanduid of vast neemt. In veel therapieën wordt er ook met kaartjes gewerkt daarom ging ik eerst eens kijken naar wat daar al gebruikt werd. Voornamelijk maakt men gebruik van klittenband. Er worden verschillende banden klittenband op de tafel bevestigd en op de achterkant van de kaartjes de andere helft van de klittenband bevestigd. Zo kunnen de kinderen de kaartjes zelf oppakken zonder de rest in de grond te gooien. Voor de klittenband uit te testen maakte ik 2 banden die gefixeerd konden worden op het originele matje. Ik maakte zelf kaartjes waar de andere helft van de klittenband werd op bevestigd. De banden leken mij echter niet zo’n goede oplossing omdat hij de kaartjes dan al juist op de banden moest leggen. Daarom leek het mij beter om een vlak uit vilt te gebruiken die losgemaakt kan worden om te kunnen wassen.
Potloden Voor potloden vast te hangen blijft een touw het beste. Het is de enigste manier waarop een potlood kan vastgemaakt worden waarbij het nog vrij kan bewegen. Ook is er gekeken of er eventueel met elastieken gewerkt kon worden. In de testen bleek dat dit veel te gevaarlijk was. Zelfs al zijn de elastieken heel slap dan nog is de weerslag te groot als het elastiek wordt uitgerekt en heeft het een onveilig resultaat. Het grote probleem bij de touwen is hoe de touwen aan de potloden te bevestigen. Ik heb verschillende manieren geprobeerd. Een van de methodes die nu ook vaak worden gebruikt zijn in het potlood een gaatje borden en het touw door de potlood steken en vastknopen. Het is een zeer goede oplossing maar er moet wel weer een aanpassing gedaan worden aan het potlood. Ik ging dus op zoek naar methodes waarbij het niet nodig was om het potlood aan te passen. Zo kwam ik op verschillende oplossingen die zich rond het potlood klemmen. Een van de mogelijkheden is een snelbinder rond het potlood en touw binden. De snelbinder kort genoeg afknippen en scherpe kantjes wat bijvijlen. Ik had ook in een potlood gewoon met een schaar een gleuf gemaakt waarrond ik het touw deed. Hier bleef het touw vastzitten in de groef. Dan was er ook nog het idee om van ballonnen die gebruikt worden om dierenfiguren te maken het topje af te knippen. Het touw wordt dan door de ballon gestoken en vastgeknoopt. Det hoedje gaat uiteindelijk over het uiteinde van de potlood en houdt hem zo vast.
4.1.2. Fixatie van matje aan de tafel Voor het fixeren van de mat aan de tafel ging ik eerst op zoek naar systemen voor te fixeren die al reeds bestaan. Hier kwam ik uit bij de meest voor de hand liggende oplossingen zoals: klittenband, magneten, … Magneetslot Een magneetslot is een heel veilig systeem. Het wordt nu al veel toegepast in de hulpsector voor dingen te beveiligen. Doordat het slot sluit en opent met een magneet krijgt het kind het slot onmogelijk zelf open zonder de magneetsleutel. Het bestaat uit een stang die wordt afgesloten door een voet. Deze voet sluit zich rond de gleuf in de stang. De voet kan enkel geopend worden wanneer de magnetische sleutel ertegen gehouden wordt. Zo open de voet zich langs binnen en laat de stang los. Hier was het idee om het matje bovenop te voorzien van 2 van deze sloten. De onderkant van het matje wordt dan aan de buikzijde van het kind bevestigd aan de rolstoeltafel. De speelmat wordt dan tussen deze 4 punten opgespannen. Hier zou in de tafel terug 2 gaatjes voorzien moeten worden om de stang door te steken. De stang is ook te lang voor alles goed op de tafel te bevestigen. De stang zou dan moeten ingekort worden. Nog een negatief punt is dat wanneer de ouders de sleutel kwijt zijn ze het slot niet meer kunnen openen, en een magneetsleutel is niet makkelijk te vinden. Wel is het zo dat elke magneetsleutel op elk magneetslot past Positief is wel dat het systeem uiterst veilig is.
Vorm Een van de opmerkingen van een van de ouders was dat het matje nogal klein was. Als de broers wouden meespelen was het matje te klein. Daarom is er eventjes gewerkt op het idee om modules te maken die aan elkaar te schakelen zijn. Er werd naar vormen gezocht die leuk oogden, aparte te gebruiken waren en ook aan elkaar konden bevestigd worden om zo een grotere module te maken. Hier is snel van af gestapt omdat het hoofddoel is deze kinderen zelfstandig te laten spelen. Als er broers of zussen meespelen is het niet zo erg als er eens iets in de grond valt.
Deze vormen werden nadien wel nog gebruikt. Het waren leuke speelse vormen en maakten het matje minder saai. Na wat onderzoek bleek echter dat deze vormen veel te complex waren om goed te kunnen fixeren. Er zaten altijd losse kanten aan het matje vooral in de hoeken. Daarom moest de vorm gedeeltelijk worden afgesteld op de fixatie. Doordat er zowel tafels met als zonder rand bestaan moest het matje kunnen aangepast worden naar da tafel. Hiervoor bedacht ik een vorm waarbij het matje in plaats van op zij, zoals oorspronkelijk, eerder van boven en van onder bevestigd werd. Aan de bovenkant van het matje zijn de bevestigingslinten verdraaibaar. Wanneer de tafel geen rand had kan het matje van beneden naar boven gefixeerd worden. Wanneer er wel een rand is draai je de linten naar doe hoekpunten toe omdat de rand daar onderbroken is. Hier fixeer je de mat tussen de hoekpunten bovenaan en het middelste stuk onderaan.
4.1.3. Testen Deze eerste reeks ging ik gaan uittesten in het MPI. Bij het boek bleek dat de 2 elastieken die rond de kaft zaten het best werken om een boek te fixeren. Het boek werd heel goed vastgehouden. Het bewoog nog amper. En ook hier was het boek veel groter dan het bereik van de vastte punten. Dus zelfs als de elastieken veel meer worden uitgerekt dan de plaatsen waar ze vastzitten blijft het boek goed gefixeerd.
Voor de potloden bleek het systeem met het hoedje van de ballon heel goed te werken. Als Alex kleurde kwam de potlood niet los, doordat de ballon zich rond het potlood sluit. Voor het testen van de klittenband gingen we bij Alex thuis. In de klas bleek dat er te veel gebeurde rondom de kinderen waardoor ze alles wilden doen buiten spelen op het matje. In de thuissituatie was het rustiger waardoor Alex veel aandachtiger was en goed meewerkte met Sofie.
Hieruit konden we vaststellen dat de klittenband te hard was voor hem om los te krijgen. Alex heeft namelijk last van een te lage spierspanning. Er moet dus een andere oplossing gezocht worden die makkelijker los te krijgen is. De testen van de vorm waren dan weer positief. Hier bleek dat het systeem om de bovenste bevestiginglinten te laten draaien goed werkte. Wel had ik in dit prototype geen veranderlijke lengte van bevestigingtouwen genomen. De elastieken die ik gebruikte waren op een vastte lengt vastgenaaid. Hierdoor gebeurde het soms dat de elastieken zich te hard rond de tafel spanden waardoor het matje opkrulde. De lengte moest dus wel aanpasbaar zijn.
4.2.
Tweede reeks
4.2.1. Fixatie van mat aan tafel In de eerste plaats wou ik nu verder gaan kijken voor een vorm die makkelijk en goed te fixeren is. Daarnaast wou ik afstappen van het gewone vierkante matje omdat het niet ideaal was om te fixeren. Ook had de vormgeving en kleur echt een ziekenhuissfeer, en dit willen de ouders net niet. In de vorige testen bleek al snel dat de vorm met de beweegbare linten de onderste 2 elastieken
vaak naar elkaar toe kwamen, soms zelfs tegen elkaar. Uit deze testen stelde ik uiteindelijk een tekening samen op een rolstoeltafel die me lijnen weergaf waar het best gefixeerd kon worden. De beste vorm om mee verder te werken was een V. Hieruit maakte ik dan wat schetsen om op een leuke manier via een V-vorm een oppervlakte te bekomen. Door een V te gebruiken bij de tafels met opstaande randen was het niet meer mogelijk om bij de tafels zonder rand van boven te fixeren. Daarom koos ik ervoor om de V open te slaan en zo op de zijkanten te fixeren. Achter de V-vorm wordt dan de module naar keuze bevestigd dat via de V gefixeerd wordt op de tafel.
Nadien werkte ik ze verder in papier uit om te kijken welke nu het beste werkte. Het papier spande ik op de tafel. Hieruit bleek dat de vorm niet optimaal was, de kromming in de vorm trok scheef doordat er in een rechte lijn aan de vorm getrokken wordt. Daarom zal er een gewone V gebruikt worden om een betere fixatie te bekomen.
4.2.2. Fixatie speelgoed Voor de fixatie van het speelgoed is ook verder gewerkt op de V die opgespannen wordt waaronder telkens de juiste module wordt bevestigd. Tekengerief Voor tekengerief kreeg ik het idee om met stroken te gaan werken waar het papier onder zit. Afhankelijk van de grootte van het papier wordt er een andere band gekozen. Aan de bovenkant is dan plaats voorzien om potloden te fixeren. De potloden worden met behulp van een touw aan het matje bevestig. Doordat het te moeilijk en te veel werk zou zijn voor de ouders om de potloden telkens los te maken van het touw, blijft het touw vast aan de potloden en wordt het touw los gemaakt van het matje.
Memoriespel De klittenband was te hard voor Alex waardoor er moest overgestapt worden naar een andere oplossing. Een andere optie was magnetisme. Als er een module voorzien wordt van een magnetisch vlak zal de module niet allen zwaarder zijn waardoor ze beter gefixeerd zal zijn, maar kunnen er ook voorwerpen gefixeerd worden die door het kind zelf afneembaar zijn zoals de kaartjes van Alex. De kaartjes moeten dus voorzien zijn van een magnetische strip op de rugzijde, en kunnen ze over de hele rugzijde geplaatst worden. Deze magneten zijn niet heel erg sterk maar dit is ook niet nodig, doordat de kinderen nog zelf de kaartjes moet kunnen verplaatsen. Er kan ook gebruik gemaakt worden van koelkastmagneten om mee te spelen.
Boekjes Voor de boekjes was al een goede oplossing gevonden. Hiermee wou ik ook verder werken. Ik werkte dan ook een prototype uit die op de V-vorm paste.
Grof speelgoed Laurens speelt nog veel met babyspeelgoed zoals muziekdoosjes ed. Voor hem was het dus ook belangrijk dat ook grof speelgoed gefixeerd kon worden. Hiervoor wou ik ook terug werken met de cirkel zoals bij de rekkers voor het boek. Waarop x-aantal drukknopen zitten. Hierop kunnen bijgeleverde linten geklikt worden. Aan de andere zijde van het touw kon dan het speelgoed bevestigd worden. Andere touwen zijn dan voorzien van 2 knopen om zo een lus te maken, en zo speelgoed die niet meer mag kunnen bewegen zoals Laurens zijn muziekspeeltjes te fixeren.
4.3.
Definitief concept
Tot nu toe was er dus de V-vorm en 4 modules om speelgoed te fixeren, waardoor het matje uit 5 losse onderdelen bestaat: V-vorm, cirkel met rekkers voor boekjes, cirkel voor grof speelgoed, module kleuren en de module voor het kaartspel. Dit zijn veel verschillende modules voor een matje, daarom wou ik nu het aantal onderdelen gaan reduceren door bepaalde modules samen te gaan voegen. Om te beginnen koos ik ervoor om een module altijd standaard aan de V-vorm vast te maken. Deze module was dan de basis voor de andere. Deze moesten dan op de nieuwe module geklikt worden. Uiteindelijk kwam ik tot een oplossing met 2 onderdelen waar de basis diende voor te tekenen en het kaartspel en een 2de module waarop grof speelgoed maar ook de boekjes gefixeerd konden worden.
4.3.1. Basis De basis bestaat uit een V-vorm die opgevuld is. In deze module is een magnetisch vlak ingenaaid. Zo kan er via magnetisme met de kaartjes gespeeld worden. Daarnaast bezit de basis ook een vlak waar het papier voor te kleuren gefixeerd kan worden. Dit wordt gedaan aan de hand van de banden. Alleen zijn nu deze banden ook uit een magnetisch vlak gemaakt. Hierdoor zijn de banden zwaarder en wordt het papier beter vast gehouden. Daarnaast kunnen ook de kaartjes op dit oppervlak gelegd worden om te spelen. Aan de bovenkant zijn 3 drukknopen voorzien om de potloden op vast te klikken. Het is voldoende om slecht plaats te voorzien voor 3 kleurpotloden omdat deze kinderen ook niet te veel prikkels mogen krijgen. Als er dus te veel keuze is aan kleurpotloden zal het kind niet meer kunnen kiezen en uiteindelijk niet meer kleuren. Aan de onderkant van de basis zijn nog 2 drukknopen voorzien. Wanneer de potloden van de basis zijn kan er via deze 5 drukknopen de tweede module worden opgeklikt.
4.3.2. Opklik module Op deze module zijn 6 maal een paar drukknopen aangebracht. Deze dienen om het speelgoed op vast te klikken. Bij deze module zitten linten bijgeleverd die voorzien zijn van de andere kant van de drukknopen. Zo worden ze op de mat gefixeerd. De uiteinden worden dan aan het speelgoed bevestigd. Ook boekjes kunnen op deze module gefixeerd worden door bijgeleverde elastieken die ook voorzien zijn van drukknopen en zo op de module geklikt kunnen worden.
4.3.3. Testen Van dit idee maakte ik een volledig werkend prototype. Dit ben ik dan bij Laurens gaan uittesten.
5. Technische uitwerking 5.1.
Technische uitwerking
Opspansysteem Voor de basis op te spannen moet er een systeem zijn die ervoor zorgt dat het matje op de juiste manier opgespannen wordt. Het matje wordt in een 3-punts verhouding opgespannen. Het eerste punt zit aan de buik van het kind. Via een schuiver glijdt dit punt over de tafel. De andere 2 punten zitten in de hoekpunten van de tafel. Omdat niet alle tafels gelijk zijn moeten deze 2 punten beweegbaar en verdraaibaar zijn ten opzichte van de basis. Hier moeten ook de touwen die door deze 2 punten gaan ook aangespannen kunnen worden. Er moet dus ook een systeem zijn om de touwen te blokkeren dat ze niet terug los kunnen komen. Eerst keek ik naar een gewoon U-profiel in kunststof. Deze zijn vrij in de handel te krijgen. Best is om een U-profiel te nemen die versmalt naar boven toe. De kleinste afstand moet iets kleiner zijn dan de dikte van het tafelblad zodat het profiel zich goed rond de tafel sluit. Om dit uit te testen maakte ik gebruikt van papierklemmen.
Dit systeem werkt relatief goed. Echter wanneer de touwen te hard worden aangespannen zouden de klippen los durven te komen. Dit kan opgelost worden door gebruik te maken van profielen met een langer vlak.
Het volgende dat ik uitprobeerde was een clips voor gordijnen mee op te hangen. Het is een clips waar een ringetje aanhangt. Dit maakt het makkelijk om het touw rond te draaien en de clips onder de juiste hoek te zetten ten op zichtte van de basis.
Ook dit systeem werkt relatief goed. Maar ook hier durven de klemmen los te komen als de touwen te hard worden aangespannen.
Vervolgens kwam ik op het idee om gewone tafelklemmen te gaan gebruiken. Deze passen op vrijwel elke tafel. Ze sluiten zich mooi aan op de plexie. Daarnaast kunnen de klemmen ook op een gewone tafel gebruikt worden. Dit geeft als voordeel dat het matje niet meer moet worden aangepast door de ouders om ook op hun gewone tafel te passen.
Om het geheel toe te trekken en vast te houden wordt er gebruik gemaakt van schuivers die ook veel in kledij worden gebruikt. In deze schuivers zitten een veer. Wanneer je drukt op de schuiver kan je het touw makkelijk verschuiven. Bij het loslaten sluit de schuiver zich door de veer en zit het touw vast in de schuiver.
Touwen Fixatie van het speelgoed De ouders hadden veel problemen bij het kiezen van het soort touw dat ze gebruikten. Voor Laurens waren de touwen meestal niet sterk genoeg en gingen ze binnen de kortste keren stuk. Toen ik er de eerste keer was met Sofie had ook zij touwen mee om het bestaande matje uit te testen. Laurens was nog geen vijf minuten aan het spelen alvorens het stuk sprong. Daarnaast is het ook niet gelijk welk touw er wordt gebruikt voor de veiligheid. Bindkoord is bijvoorbeeld heel sterk maar is niet veilig. Als de kinderen het touw rond hun vingertjes draaien komen ze vast te zitten en snoert het touw rond hun vinger. Er moet dus een combinatie gevonden worden tussen sterkte en veiligheid van het soort touw dat gebruikt wordt. In volgende tabel maakte ik een kleine opsomming van welke soorten touw goed zouden zijn en welk niet.
Soort touw
Bindkoord satijnlint Vlas Katoen Macrame Polyamide Sisal high tenacity polyester Zacht touw
Veilig ++ -+ + +
Sterk ++ + ++ + ++ ++ ++ --
We zien dat er 3 soorten touwen uitspring: satijnlint, polyamidetouw en high tenacity polystertouw. Het satijnlint is heel veilig maar minder sterk dan het polyamidetouw en het high tenacity polystertouw. Echter bleek uit testen dat het satijnlint al meer dan sterk genoeg was, en dat het dus niet nodig was een nog sterker touw te gebruiken. Omdat het satijnlint sterk genoeg is en veel veiliger dan de andere twee soorten touw koos ik om het satijnlint te gebruiken. Fixatie van het matje De basis wordt door touwen aan de tafelklemmen bevestigd en zo op de tafel gefixeerd. Hiervoor kon er geen gebruik gemaakt worden van de satijnlinten omdat deze veel te glad zijn en te snel lost zouden komen in de schuivers. Daarom koos ik voor anorak koord.
Stof Voor de stof was het belangrijk dat hij kon worden afgewassen. De stof die voorheen gebruikt werd vond ik niet zo goed. De stof bestond enkel in het grijs en er bestaan stoffen met dezelfde eigenschappen die in meer kleuren bestaan. Eerst kwam ik bij stamskin terecht. Het is een soort nepleer die gebruikt wordt voor de bekleding van o.a. rolstoelen. Voordelen van deze stof zijn dat de stof afwasbaar is, zeer sterk is en in duizend verschillende kleuren verkrijgbaar is. Het grootste nadeel is dat de stof niet vlak is, er zit een kleine textuur in. Dit is niet goed voor sommige kinderen omdat ze door te lichte structuur afgeleid kunnen worden en het matje interessanter zouden vinden dan het speelgoed die erop gemonteerd word.
Na nog wat opzoekwerk kwam ik bij een stof die vuilafwerend is. Wanneer er bv.: met een vloeistof op gemorst wordt trekt deze niet in de stof maar blijft er in druppels opliggen. Daarnaast is ze ook nog een afwasbaar. Het is de stof die ook gebruik wordt om zitzakken te maken en noemt nylon. Deze stof is dus ook heel sterk. En bestaat bovendien ook in heel veel verschillende kleuren. Best is om een neutraal kleur te nemen. Het prototype is nu in het rood omdat de stof niet veel verkocht wordt en dus maar schaars aanwezig is voor particulieren. In de groothandel is ze in allerlei kleuren te verkrijgen. Voor kinderen zoals Laurens is rood geen goed kleur. Rood is een te hard waardoor hij problemen kan krijgen om zijn speelgoed te zien op het matje. Best is dus om of een heel licht of een heel donker kleur te nemen.
Drukknopen Bij het eerste volledig werkende prototype had ik kleine drukknopen gebruikt. Bij het testen bleek dat deze helemaal niet sterk genoeg waren. Daarom moest ik overstappen naar iets grotere. Deze drukknopen zijn gemaakt voor sport en camping. Ze zijn heel hard maar met de juiste techniek toch open te krijgen. De kinderen kunnen deze handeling niet juist uitvoeren omdat de drukknopen te ver van hen verwijderd zijn. Daardoor krijgen de kinderen de drukknopen niet open.
6. Eindresultaat: FIPS 6.1.
Onderdelen
6.1.1.
Basis
1. Grondvlak 2. Magnetisch vlak 3. Magnetisch vlak Voor papier 4. Drukknopen
5. Touwen
6. Schuiver
7. tafelklem
6.1.2. Opklik module
1. Drukknopen bevestiging basis
2. Drukknopen bevestiging speelgoed
3.
Basis module
6.1.3. Attributen In het denkbeeld van Design for [every]one zullen de attributen afhankelijk zijn van de klant. De lengte van de linten voor het grof speelgoed kan worden aangepast aan het speelgoed van het kind. 2 rekkers
3 linten voor potloden
Linten algemeen speelgoed
6.1.4. Opbergkit
1. Kit basis
2. Kit opklik moduel
6.2.
Productie
Voor de productie zal het grootste deel nog altijd handmatig worden uitgevoerd. In Albatros wordt alles handmatig gestikt. Het inslaan van drukknopen gebeurt met grote hefbomen voor meer kracht te kunnen zetten maar worden nog steeds een voor een ingeslagen. Er moet nog telkens een persoon de stof onder de hefboom leggen. Hulpstukken hebben ook een kleinere markt dan veel andere producten waardoor er niet aan massaproductie wordt gedaan. Hierdoor is het goedkoper om deze producten stuksgewijs te gaan verwezenlijken. Onder de denkwijze van Design for [every]one moet het ook mogelijk zijn om de oplossing door te sturen naar mensen met dezelfde problemen, die mits enkele aanpassingen ook deze oplossing kunnen gebruiken en maken. Zo kan het product afgesteld worden op hun noden. Daarom is mijn productie eerder een handleiding over hoe het product zelf te maken. 6.2.1. Opklik module Ik begin met de productie van de opklik module omdat deze het eenvoudigst is. De basis module wordt in grote lijnen op dezelfde manier gemaakt maar is moeilijker omdat er hier en daar iets moet worden toegevoegd zoals de touwen die moeten worden ingenaaid, de knoopshaten die moeten worden gemaakt, … Voor de opklik module begin je met de patronen uit te tekenen op de stof. Om het patroon uit te tekenen neem je de stof dubbel, een patroon is altijd maar de helft van de nodige stof als het stuk symmetrisch is, wat hier het geval is. Aftekenen doe je best op de kant die naar binnen wordt gedraaid, daarom moet de binnenkant nu naar buiten zitten. Je speld het patroon op de stof. Hier moet je ervoor zorgen dat de kant die de helft weergeeft aan de kant ligt waar de stof is omgeplooid. Dan teken je het patroon over op de stof. Nu teken je dezelfde lijn nog eens over ongeveer 1cm van het patroon verwijderd. De eerste lijn is de stiklijn, de tweede lijn is de kniplijn. Je moet altijd wat extra stof afknippen om de 2 helften aan elkaar te kunnen stikken.
Hierna knip je de stof uit en maak het patroon los. Teken het patroon nu over aan de andere kant van de samengevouwen stof. De stof is nog steeds dubbel en het patroon hangt nog steeds aan en van de kanten.
Op het patroon staat ook de plaats van de drukknoppen aangeduid. Nu neem je naald en draad. De draad neem je dubbel en doe hem door het oog van de naald. Wanneer je nu de naald door de stof haalt krijg je een vierdubbele draad. Op de aangegeven punten haal je de draad door de stof. Let er wel op dat de draad niet volledig voorgetrokken wordt. Snijd hem ook wat weg van de stof terug of. Zo bekom je dat er draad aan de voor en achterkant uitkomt. Dit doe je bij alle punten. Nu ga je de stof voorzichtig openleggen. Wanneer je aan een draadje komt knip je het in het midden door. Nu krijgt je een stuk stof waar alle drukknopen op aangeduid zijn. Zo staan ze telkens recht ten opzichte van elkaar en het center.
Nu moeten de drukknopen worden ingebracht. Ik deed dit met een kit die je in de winkel kan kopen. Bij deze kit zit een heel goede handleiding over hoe je de drukknopen moet inslaan. De tool die gebruikt wordt om gaten in de stof te slaan zet je boven de touwtjes. Je houdt de tool tegen en trekt snel de touwtjes eronder uit. Nu kan je met behulp van een hamer het gat in de stof slaan. Dit herhaal je bij allee plaatsen waar er drukknopen moeten komen.
Hierna sla je de gewenste kant van de drukknopen in. Je moet er altijd voor zorgen dat er nog een stuk stof achter zit omdat de stof altijd dubbel moet zijn voor drukknopen voor de stevigheid. Nu leg je het stuk stof op de overige stof. Hier moet je ervoor zorgen dat de 2 buitenkanten nu op elkaar liggen en dus naar binnen gedraaid zitten, en wordt de tweede helft uitgeknipt. Nu wordt alles dichtgestikt. Enkel aan de bovenkant moet een opening gelaten worden. Draai alles om en komt de buitenste kant aan de juiste zijde. De opening worst met de hand dichtgenaaid. En de opklik module is klaar.
6.2.2. Basis Voor de basis gaan we in grote lijnen op dezelfde manier te werk. Hier gebruiken we nu natuurlijk het patroon voor de basis. Maar voor we de drukknopen hier inslaan moeten we eerst de knoopsgaten voor het magnetische veld maken. Een knoopsgat is heel moeilijk om te maken en kan enkel door vakmensen worden gedaan.
Wanneer de knoopsgaten gemaakt zijn slaan we de drukknopen in. Eens dit allemaal gebeurt is, knip je het 2de deel van de basis uit. Hier wordt het weer iets anders doordat de touwen mee gestikt moeten worden voor te fixeren. Daarna speld je tussen de 2 stukken stof de touwen vast. Zorg ervoor dat de touwen naar binnengaan. Wanneer je het geheel dan omdraait zullen de touwen dan aan de juiste kant uitkomen. Alles wordt toe gestikt. Aan de bovenkant blijft ook nu een opening. Let er hier wel op dat deze groot genoeg is op het magnetisch veld er makkelijk in te krijgen.
Vervolgens draai je het geheel om en zit de buitenkant aan zijn kant. Hierna steek je het magnetische vlak in de basis, het magnetische vlak met de banden steek je nu via de knoopsgaten vast aan de binnenkant. Nu kan alles toe genaaid worden. Dit dient met de hand te gebeuren. Als laatste moeten de tafelklemmen nog aan de basis vast gehangen te worden. Aan de bovenkant van de 2 bovenste tafelklemmen wordt een gaatje geboord waardoor het touw past. Op het touw stop je dan de schuiver die alles klemt. Bij de onderste tafelklem maak je 2 gaatjes boven elkaar aan de zijkant. Met een touwtje ga je midden door het touw dat al aan de mat hangt en door de gaten, en bind het dicht. Zorg er wel voor dat je in het midden van het reeds bevestigde touw zit om een mooi resultaat te hebben. Nu is de basis ook volledig klaar.
6.2.3. Opbergkit De opbergkit bestaat uit 2 aparte zakjes. Aan de zak voor de basis is nog een flap voorzien waarin het andere zakje kan vastgemaakt worden.
Hier begin je bij beide zakjes opnieuw met het uittekenen van de patronen. In de bovenste stukken van de zakjes moet een rits worden in gestikt. Dit doe je alvorens de zakjes aan elkaar te stikken. De klittenband in de voorflap en op de onderzijde van het kleine zakje stik je ook alvorens het zakje in elkaar te steken. Nu stik je terug zoals bij de modules de zijden binnenste buiten aan elkaar. Wel is het iets moeilijker dan de modules omdat er meer vlakken zijn, en de juiste kant van het ene vlak aan de juiste zijde van het andere vlak gestikt moet worden. Door de opening van de rits is het niet nodig om een zijde open te laten om te kunnen omkeren dit kan via de ritsopening gebeuren. 6.2.4. Attributen Linten grof speelgoed Voor de linten voor het grof speelgoed knip je de linten iets langer af dan gewenst. De zijkanten moeten namelijk dubbel worden over geplooid. Dit wil dus zeggen dat je 3 lagen krijgt. In de eerste plaats omdat de stof dubbel moet zijn om drukknopen in te slaan. En in de tweede plaats dat zo de linten niet kunnen uitrafelen. Voor het lint om beertje ed. aan te bevestigen moet je voor de middelste drukknoop gewoon ter plaatse terug keren en terug doorgaan.
Elastieken Voor de elastieken moet er aan de uiteinden wat lint aangebracht worden. Wanneer dit niet gedaan wordt komen de elastieken los van de drukknopen bij het losmaken door hun elasticiteit. Daarnaast heeft het ook nog een mooie afwerking. Het lint wordt aan weerszijden over geplooid tegen het uitrafelen. Dan leg je het over het elastiek. Zo bekom je vijf lagen: 4 van het lint en 1 van het elastiek. Best speld je het lint vast op de rekker om makkelijker te kunnen werken. Nu kan je de drukknopen erin slaan.
Linten voor de potloden De linten zijn nogal breed voor aan de kleurpotloden te hangen waardoor het nogal storend is voor het kind. Maar voor de drukknopen moeten de linten zo breed zijn. Daarom moet je op dezelfde manier zoals bij het grof speelgoed eerst de drukknopen inslaan. Daarna nemen we het lint dubben en stikken het dicht. Zo is het lint maar half zo breed meer en minder storend.
Daarna moet je een lengte van 30cm over hebben om het potlood goed te kunnen laten bewegen en het kind niet te storen tijden het tekenen. Op een afstand van 30cm overstik je dwars het lint. Dan snijd je het uiteinde in 2. Het dubbele lint is namelijk te dik om door de ballon te raken. Daarna overstik je dit uiteinde om uitrafelen te voorkomen. Nu maak je de ballon klaar. Van de ballon snijd je het achterste deel af ongeveer zo’n 3 tot 4 cm. Als het te kort is blijft de ballon niet goed hangen. Maar te lang is ook niet goed want dan is het nogal moeilijk om de ballon over de potlood te krijgen.
Je warmt een heel fijne speld op. Deze steek je door de ballon. Door de speld te verwarmen krijg je een plaatselijke versmelting waardoor de ballon minder snel scheurt. Dan neem je een bredere naald waarbij het uiteinde van het lint in door het oog past. Hoe kleiner en fijner de naald des te beter. Zorg er wel voor dat de naald scherp genoeg is. Draai nu de ballon binnenste buiten en steek de naald met lint door het gaatje die je op voorhand maakte. Door het gat op voorhand te maken voorkom je ook scheuren tijden het doortrekken van het lint. De tweede naald kan ook opgewarmd worden om ook hier scheuren te voorkomen. Nu rest er alleen nog een knoop te leggen in het uiteinde van het lint en de ballon weer om te draaien.
6.3.
Patronen
6.3.1. Basis
6.3.2. Opklikmodule Bij de opklik module moeten de drukknopen om de module aan de basis te bevestigen door de 2 lagen geslaan worden, en dus pas gedaan worden als de module al gestikt en genaaid is geweest. Deze plaatsen worden hier door een blauw kruis weerggeven.
6.3.3. Opbergkit Kit voor de basis
Voor en achterzijde
6.3.3. Opbergkit Kit voor de basis
onderzijde
bovenzijde
6.3.3. Opbergkit Kit voor de basis
Voorzakje: voorvlak
Voorzakje: ondervlak
6.3.3. Opbergkit Kit voor opklik module
Voor en achterzijde
Onderzijde
Bovenzijde
Prototype
Bijlage Bronvermelding Steyaert G.(2008),Evidence based plannen in de fysieke revalidatie: ontwikkelingsneurologische behandeling. Gent: Artevelde Hogeschool. Rooms L.(2008),Evidence based plannen als behandelaar: De ontwikkelingsneurologische benadering van de NAH- patiënt (ppt). Gent: Artevelde Hogeschool. Belgische Bobath vereniging(2007), Hersenverlamming en Bobath- therapie. www.bobath.be ,geraadpleegd op 14-05-2009. Bohn, Scheltema en Hokema, 2de druk, Het spastische kind thuis: moeilijkheden en mogelijkheden bij het verzorgen van kinderen met een cerebrale parese. D’Haene E.(2009), bachelorproef: een multifunctionele sensorische mat voor kinderen met een ernstige meervoudige beperking: een ergontherapeutische interventie bij twee gezinnen in thuiszorg.
Maandag 8 juni 2009 Ontwerpbeurs Assistieve Technologie Een initiatief van Howest en In-HAM Ph: ijsjeshulp; S.- Birgitt Deckers - Wim Magette - Isabelle Swalus - Lieze Coulembier
2009
Good Design Enables, Bad Design Disables Design for [Every]ONE is een interdisciplinair onderzoeksdomein met als roots het Industrial Design Center in Kortrijk . Binnen de zorgsector heerst een grote behoefte aan ergonomisch verantwoorde hulpmiddelen voor mensen met specifieke beperkingen . Alhoewel geen enkele persoon en geen enkele beperking dezelfde is, hebben deze gebruikers toch slechts de keuze uit een klein aanbod van universele hulpmiddelen. Daardoor wordt hun beperking eerder gestigmatiseerd dan gepersonaliseerd. Deze low-tech tools hebben als doel de levenskwaliteit te bevorderen maar schieten voor bepaalde specifieke patiënten qua gebruiksgemak op dit vlak vaak te kort. CROSS-FERTILIZATION De krijtlijnen rond dit onderzoeksdomein zijn ontstaan door een reeds vruchtbare samenwerking tussen de HOWEST opleidingen Industrieel Ontwerpen (IO) en Ergotherapie, Protolab en In-HAM; het Belgisch innovatiecentrum rond bouw- en woontechnologie voor personen met functiebeperkingen en ouderen. Dit academiejaar worden er opnieuw een aantal reële cases uit het werkveld geselecteerd en toegekend aan teams van bachelorstudenten ergotherapie en masterstudenten industrieel ontwerpen. Beiden werken samen in teamverband om de dagdagelijkse levenskwaliteit van een specifieke patiënt te verbeteren aan de hand van op maat gemaakte low-tech applicaties. Het resultaat is steeds een aantal concrete productconcepten die via een mini-beurs aan de sector getoond en gevalideerd worden. USER-CENTERED Design for [Every]ONE heeft enerzijds als doelstelling de brug te slaan tussen ergotherapeuten en industrieel ontwerpers. Tussen beide disciplines zijn heel wat raakvlakken maar ook contradicties. Ergotherapeuten gaan van nature uit heel user-centered te werk, de patiënt staat centraal, vanuit zijn perspectief wordt het gebruiksgemak proefondervindelijk geanalyseerd. De industrieel ontwerper gaat op zijn beurt ook heel iteratief te werk maar vertrekt vrij vaak vanuit bestaande technologieën,
waarbij niet het product maar het functie-denken centraal staat. Het is deze kruisbestuiving die leidt tot nieuwe invalshoeken en product innovaties. Voor een industrieel ontwerper is dit ook een nieuwe ontwerpaanpak, in tegenstelling tot het ontwerpen voor een grote doelgroep (Design for all). Anderzijds is er ook de intentie om een stap verder te gaan. Welke ontwerpmethodieken en industriele productietechnieken stellen ons in staat om op een economisch verantwoorde manier toch kleine betaalbare series te produceren en die tot op een zeker niveau afstembaar zijn op die unieke eindgebruiker? Hoe en wanneer integreren we deze gebruiker in het totale ontwerpproces? Dit zijn enkele concrete vragen die het onderzoeksdomein onderbouwen. ERGONOMIC SHIFT Industrieel ontwerpers zijn voor het ergonomisch aspect steeds getraind in het maken van producten voor een zo breed mogelijke doelgroep. Daarbij maken ze gebruik van bestaande antropometrische tabellen en proberen ze via spreidingen de eisen voor hun doelgroep te bepalen. Maar...in realiteit is geen mens dezelfde. In dit onderzoeksdomein proberen we juist heel duidelijk die shift van “design for all” naar “Design for [Every]ONE” te maken. Dit heeft als voordeel dat de ontwerper opnieuw heel dicht bij de eindgebruiker staat. Steekproeven zijn niet meer noodzakelijk, wat zijn verwachtingen zijn en hoe hij het product ervaart, nemen we als ontwerper zelf waar. Hij wordt als het ware onderdeel van het ontwerpteam en kan voor een groot stuk zijn eigen product meehelpen co-creëren. THE FUTURE IS MAKING LESS OF MORE. FABLAB Deze trend is echter niet nieuw. Vandaag de dag kent mass-customization volop zijn opgang in allerhande sectoren. Deze markt van specifieke producten zal eveneens nog groter worden door een steeds ouder wordende bevolking met steeds meer lichamelijke en cognitieve beperkingen.De klassieke massa productie zoals we ze vandaag de dag kennen zit min of meer op het einde van z’n groei.
2009
Good Design Enables, Bad Design Disables Vandaag de dag zijn consumenten niet meer onder TEAM te verdelen in homogene groepen, als ze dat zelfs Industrieel ontwerpen : ooit geweest zijn. Bedrijven als Levi’s, Adidas en
[email protected] Nike hebben reeds unieke projecten achter de rug
[email protected] waarbij consumenten begeleid worden in het creErgotherapie : eren van hun eigen unieke producten. Dankzij
[email protected] lerhande rapid manufacturing processen kunnen we perfect op deze behoefte inspelen. CNC-frezen, Thanks to : lasercutting, 3D-printing, enzo…zijn productie tech- Jan Detand, Carl Grimmelprez, Peter Deboutte, Frederik D’hulster, Magda Van Soom, Hilde van Maele, nieken die ons in staat stellen om lage series te alle clienten, mantelverzorgers en juryleden. produceren met lage opstartkosten. The future is making less of more. WEB WHATIF? Als in extremis de gebruiker alles zelf kan ontwerpen, wat is dan nog de rol van de ontwerper in de toekomst? Zoals daarnet al even aangehaald wordt de consument in dit proces begeleid. Er moeten dus routes bedacht en uitgestippeld worden. Ergens moeten er ook grenzen getrokken worden, teveel keuzemogelijkheden brengen gebruikers in de war. Het woord product architectuur zal opnieuw zijn intrede maken met modulariteit als basis fundament. We moeten ook verder durven kijken…welke verbindingstechnieken en materialen kunnen we gebruiken zodat eens de producten op einde van hun levenscyclus eveneens recycleerbaar zijn. Naast de user centered benadering zal ook op het vlak van productielogistiek nog heel wat research verricht moeten worden. Kunnen we een soort neighborhood productie netwerk opzetten, waarbij we verscheidene onderdelen verstuurd worden naar werktuigen en machines die gedurende bepaalde periodes binnen regionale KMO’s toch stil staan wegens te hoge opstartkosten? Wat als elk modaal gezin binnen dit en 20 jaar een personal home 3D printer in huis staan heeft? Dit zijn nog maar een aantal van de vele uitdagingen waar als ontwerpers vandaag de dag binnen deze thematiek voor staan. Als industrieel ontwerpers maken we ons stilaan ook klaar voor de shift... namelijk die van product design naar process design.
www.industrialdesigncenter.be www.howest.be www.in-ham.be
2009
IJSJESHULP 1.12 Iedereen lust wel eens een verfrissend ijsje op een zwoele zomerdag. Denk maar aan de ijsventer op het strand die roept: ‘frisco, frisco!’, kinderen die het muziekje van mijlenver herkennen en niet kunnen wachten tot de crèmekar in hun straat passeert, mensen op terrasjes die zich tegoeddoen aan een gigantische coupe verse aardbeien.
De ijsjeshulp is speciaal voor hem en zijn favoriete ijs ontwikkeld, zodat hij terug zorgeloos kan genieten van iets wat hem dierbaar is: een ijsje eten waar en wanneer hij wil, zonder geknoei en zonder opvallende hulpmiddelen.
De ijsjeshulp is een ring met aan de binnenkant een kleine houder waar verschillende stokjes in passen. De houder is zo ontworpen dat er geen Zo ook S.D. Liefst van al precisiewerk nodig is om eet hij het alom bekenhet ijsje erin te steken. de romige vanille-ijs op S.D. kan zijn Magnum erin een stokje, omhuld met laten vallen, de ijsjeshulp melkchocolade: Magdoet de rest en zorgt voor num. Sinds enkele jade juiste klemming om ren is dit kleine pleziertje het ijsje rechtop te hou(lees: groot genot) voor den. hem niet meer vanzelfsprekend. Door een onge- Het product is vervaarluk zit hij in een rolstoel digd door 3D printtechen heeft hij verminderde niek in titanium. Zo is het spierkracht en motoriek duurzaam, makkelijk afin zijn armen en handen. wasbaar, en ziet het eruit Bijgevolg heeft hij twee als een juweel. Door de mogelijkheden om een eenvoud en kleine afmeijsje te eten: ofwel heel tingen kan S.D. de ijsjessnel maar dan krijgt hij hulp makkelijk meenehoofdpijn van de koude, men in zijn broekzak, of ofwel gewoon maar dan zelfs gewoon aanhouden. valt het om en smelt op zijn hand. TEAM CLIENT : Sebastian IO : Wim Magette, Birgitt Deckers ERGO : Isabelle Swalus, Lieze Coulembier
PROCESS http://ijsjeshulp2009.blogspot.com/
2009
SPRAAKCOMPUTER 1.7 Aline is 8 jaar oud. Eind 2003 werd vastgesteld dat het meisje lijdt aan het syndroom van Rett. Deze ziekte gaat gepaard met de achteruitgang van motorische bewegingen en een afname van het spraakvermogen. Dit heeft als gevolg dat Aline niet meer kan praten en dus moeilijk kan communiceren met haar omgeving. Om het meisje toch de mogelijkheid te geven om de meest rudimentaire boodschappen over te brengen communiceert ze nu door middel van praatknoppen. Dit zijn een reeks drukknoppen die elk een andere boodschap bevatten. Door de juiste knop in te drukken kan Aline aan haar omgeving laten weten wat ze nodig heeft. Bij het gebruik van losse knoppen kwamen enkele praktische problemen aan het licht. Aline heeft grijpgrage handjes. Al spelende belanden de knoppen snel op de grond. Daarom is het belangrijk dat alle knoppen samen worden
gehouden. Aline gaat regelmatig naar het MPI of op vakantie met de familie. Om de reis aangenamer te maken zou het leuk zijn als de knoppen makkelijk transporteerbaar zijn en ook tijdens de rit gebruikt kunnen worden. Een team van ontwerpers bedacht een nieuwe oplossing voor Aline. Ze ontwierpen een boek waarin de praatknoppen verstopt zitten. Als het boek gesloten is ziet het er uit als een leuk kinderboek. Dit boek kan gemakkelijk opgeborgen worden in een handtas bovendien is het zeer licht en compact. Als we het boek openslaan kan Aline de praatknoppen bedienen of kan de moeder de knoppen vervangen. Het geheel kan gemakkelijk bevestigd worden aan tafel of buggy. Met deze oplossing hopen we Aline en haar familie een duwtje in de rug te kunnen geven.
TEAM CLIENT : Aline IO : Wannes Van den Bossche, Kenneth Coene,Thomas De Rycke ERGO : Liselotte Callens, Frauke De Boe Dank aan de mama van Aline.
PROCESS http://spraakcomputer2009.blogspot.com/
2009
MP3 SPELER 1.4 Stefanie is een meisje dat bij haar geboorte aan infantiele encepalopathie leed met spastische quadriparese tot gevolg. Concreet betekent dit dat ze heel wat beperkingen kent en ze zich zonder rolstoel bijvoorbeeld niet kan verplaatsen, ook mist ze veel kracht in haar spieren waardoor eenvoudige bewegingen voor haar een hele uitdaging worden. Net zoals iedereen houdt Stefanie van muziek en gaat ze graag door het leven met een leuk deuntje op de achtergrond. In de instelling waar Stefanie verblijft is dit echter niet zo vanzelfsprekend, ze kan namelijk geen ingewikkelde operaties met een radio uitvoeren en voor de begeleiders zou dit nog eens een extra zorg betekenen. Als oplossing werden een autoradio en luidsprekers op Stefanie’s rolstoel gemonteerd.. sindsdien geniet ze dagelijks van haar liedjes en ook haar medebewoners appreciëren deze nieuwe toepassing.
Het succes van de radio op de rolstoel inspireerde tot het implementeren van een dergelijk systeem op allerhande rolstoelen. Het resultaat is een opzetstuk dat op de hoofdsteun wordt gemonteerd, door dezelfde materialen en kleuren te hanteren verdwijnt het ontwerp in het gehele plaatje. Het doet dienst als dockingstation van de mp3-speler en herbergt eveneens 2 luidsprekers van 2 Watt. De begeleider kan meteen aan de mp3-speler wanneer hij het nodig acht terwijl deze ten allen tijde van regen en weersinvloeden beschermd blijft. Ook vinden we er een aan/uit-knop die het mogelijk maakt om snel even wat anders aan Stefanie te vragen of uit te leggen. Ook Stefanie beschikt over een dergelijke Aan/uit-knop aan haar linkerkant, zo kan ook zij de muziek afzetten wanneer er eens iets dringends voorkomt. .
TEAM CLIENT : Stefanie IO : Devenyns Stijn, Verhelst Ruben, Abid Yassine ERGO : Stefanie Bodyn, Angelo Dhont, Simon Meersman Afdeling Orthopedie van de WAAG (Mariasteen) te Gits CONTACT: Dirk Deweer
PROCESS http://rolstoelmp32009.blogspot.com/
2009
OPZETTAFEL 1.9 Binnen het project design for [every]ONE trachten we een opzettafeltje te ontwerpen voor Freddy, een rolstoelpatiënt met ataxie en atrofie. Doelgerichte bewegingen van de armen zijn ongecontroleerd, tijdens het eten stoot Freddy dus makkelijk voorwerpen van tafel. Aangezien Freddy aan een vorm van atrofie lijdt, vermindert ook de functie van de kleine hand- en voetspieren.
het eten wordt verkleind waardoor ook de kans op morsen afneemt. Door een aangepaste vormgeving, in combinatie met antislipmateriaal, wordt het eetkommetje en de beker vastgehouden. Er werd gestreefd naar een minimum aantal onderdelen en weinig materiaalgebruik.
Als materiaal is gekozen voor Polypropyleen. Dit materiaal sluit aan bij het Freddy’s huidige opzetkunststof-eetkommetje tafeltje werd onderwor- dat Freddy altijd gebruikt pen aan een redesign om en zorgt er bovendien zowel aan de noden van voor dat het geheel vaatFreddy als aan die van de wasbestendig is. begeleiders tegemoet te komen. Het nieuwe opzettafeltje is makkelijk te transporteren, het tafeltje kan met eenvoudige bewegingen ge(de)monteerd worden en samen met bestek en eetkommetje in de rugzak gestoken worden. Gedemonteerd is het tafeltje een compact reisobject, gemonteerd een functioneel ontwerp. Het tafeltje heeft een aangepaste hoogte, de afstand tussen de mond en TEAM
CLIENT : Freddy IO : Nathalie De Beer, Ruben Serruys ERGO : Hanne Dezegher, Lisselotte Scherpereel Dominiek Savio Instituut CONTACT : Jan Seynaeve
PROCESS http://opzettafel2009.blogspot.com/
2009
HANDSFREE KRUK 1.8 De handsfree kruk is een product voor gebruikers die zich verplaatsen met krukken. Deze doelgroep kan niet recht blijven staan zonder het gebruik van kruk of steunvlak. Bij handelingen waar het noodzakelijk is om de krukken los te laten, worden ‘moeilijkheden’ ervaren bij het plaatsen van de krukken: de krukken worden ergens tegen gezet en hebben daarbij kans om op de grond te vallen of de gebruiker tracht de twee krukken vast te houden met één hand. Beide scenario’s zorgen voor onhandige situaties.
steem. Het uiteindelijk product gaat uit van een uitklapbare driepoot.
In rusttoestand worden twee benen door magneten tegen de kruk geduwd. Door middel van een eenvoudige knijpbeweging valt de magnetische koppeling weg. Wanneer men vervolgens de kruk laat kantelen klappen de twee extra benen uit waardoor men 3 steunpunten en een stabiel geheel bekomt. Bij vertrek klappen de benen in en worden deze opnieuw vergrendeld. Het product kan op een standaard kruk gemonteerd Er werd gestreefd naar worden en valt door zijn een kruk die zelfstandig beperkte afmetingen niet kan blijven staan wanneer op. deze door de gebruiker wordt losgelaten. Bij het ontwerpen van het systeem werd geprobeerd om een evenwicht te vinden tussen de technische en de esthetische functie van het geheel. Naast een stabiel, licht en goed werkend principe moest ook rekening gehouden worden met de vormgeving van het syTEAM CLIENT : Sharon IO : Karen De Potter, Michaël Colson ERGO : Esther Declercq, Tille Vanrobaeys Onderwijsafdeling van het Dominiek Savio Instituut CONTACT : Dirk Deweer
PROCESS http://handsfreekrukken2009.blogspot.com/
2009
SERVEERHULP 1.12 De serveerhulp is ontworpen om mensen met een lichte motorische beperking te helpen bij het opdienen van drank tijdens feesten en recepties. Het doel van de serveerhulp is om op een esthetische manier te verhinderen dat de glazen omvallen tijdens het opdienen. De ontworpen serveerhulp kan op twee verschillende manieren in alle standaard plateaus worden gelegd. Hierdoor kan de gebruiker de plateau naar wens opdelen in verschillende compartimenten met een hogere opstaande wand. Hierdoor kunnen de glazen dichter bij elkaar gezet worden en zullen de glazen dus ook minder snel omvallen.
danig ontworpen dat er verschillende soorten drank en dus ook zeer verschillende vormen van glazen opgediend kunnen worden. De serveerhulp is bovendien zo ontworpen dat deze glazen eenvoudig op de plateau gezet kunnen worden en er ook even eenvoudig van kunnen worden afgenomen, zonder extra handelingen.
Daardoor kunnen nu ook mensen met een lichte motorische beperking drank aanbieden op recepties en kunnen ze de klanten hun drank zelf van de plateau laten nemen. Tenslotte werd er ook gewerkt aan een product dat de gebruikers ook zelf op een eenvoudige en goedkope De serveerhulp heeft manier zouden kunnen bovendien een specimaken en in elkaar stefieke vorm zodat de ge- ken. Zo wordt er een opbruiker ook minder ge- lossing aangeboden die makkelijk drank over onmiddellijk in gebruik zich zal krijgen wanneer kan worden genomen. er toch glazen omvallen. De serveerhulp werd zoTEAM CLIENT : De Oude Melkerij IO : Jef Peeters, Ruben De Baere ERGO : Sofie Duhem, Silvia Dumazy Onderwijsafdeling van het Dominiek Savio Instituut CONTACT : Dirk Deweer
PROCESS http://serveerhulp2009.blogspot.com/
2009
DRINKHULP 1.5 Deze bekerhouder is er gekomen als oplossing voor een persoon met dwarslaesie. Omdat deze persoon tot aan de nek verlamd is brengt hij het grootste deel van de dag door in bed. Zelfstandig drinken was vroeger niet mogelijk omdat hij niet over de mogelijkheden beschikt om een beker naar zijn mond te brengen. Met deze oplossing hebben we ervoor gezorgd dat de drinkmogelijkheid altijd in de directe nabijheid van zijn mond is, zodat hij door kleine nekbewegingen het rietje in de mond kan nemen om zelfstandig te drinken. Veel aandacht ging uit naar het vermijden van ongemakken. Het product bevindt zich niet in zijn gezichtsveld en er is geen ongewenste aanraking in rusttoestand.
flexibel zonder de ingestelde positie te verliezen. Hierdoor kan de bekerhouder vast gemonteerd kan worden waarna het rietje wordt aangepast aan de positie van de gebruiker. Het product is zodanig ontworpen dat het, mits aanpassing van enkele parameters, in verschillende toepassingen, door verschillende personen gebruikt kan worden. Bekerafmetingen en houdermogelijkheden kunnen eenvoudig ingevoerd worden in het computermodel. Door het 3d printen als productiemethode wordt zonder veel extra werk een professioneel ogend, gepersonaliseerd en functioneel product verkregen. Ook met de emotionele band met de gebruiker wordt rekening gehouden door kleurkeuze en een eigen logo mogelijk te maken.
Omdat men nooit in exact dezelfde positie in het bed ligt is het rietje TEAM CLIENT : Bert IO : Maarten Dufourmont, Bart Vaneeckhout ERGO : Fien Vens, Valerie Stragier
PROCESS http://drinkhulp2009.blogspot.com/
2009
RUGZAKHULP 1.11 Mathias is 15 jaar en heeft een licht motorische en mentale handicap. Zijn bovenlichaam bewegen lukt, maar zijn benen vormen het probleem. Stappen is moeilijk waardoor Mathias zich al jaren in een rolstoel verplaatst. Om spullen te verplaatsen maakt Mathias zoals iedereen gebruik van een rugzak. Deze hangt hij met de riemen over de leuning van zijn rolstoel, zodat hij alle ruimte voor zich vrij heeft en ziet wat hij doet.
om deze problemen op te lossen. De ‘Mybag!’ maakt het mogelijk om op een snelle en eenvoudige manier bagage op te bergen en terug te voorschijn te toveren. Een stalen frame biedt steun aan een hippe rekbare kuiptas waarin Mathias al zijn spullen kan opbergen.
De ‘Mybag!’ is met slechts twee scharnieren aan de rolstoel bevestigd. Door het frame zijdelings vast te grijpen draait Mathias zijn ‘Mybag!’ eenvoudig en snel naar zich toe. Opbergen doet hij door het Het op die manier verframe op dezelfde wijze voeren van zijn rugzak terug te draaien. Hierdoor brengt echter heel wat problemen met zich mee. heeft hij op elk moment de volledige controle over Zo sleept de rugzak bij hellingen over de grond, z’n ‘Mybag!’. schommelt hij wanneer Mathias zich verplaatst en Bovendien fungeert de drukken de riemen in Ma- kuiptas als een persothias’ rug. Bovendien kan nalisatie doordat deze hij, wanneer hij iets nodig in ieders favoriete kleuheeft uit zijn rugzak, dit ren kan worden gemaakt niet bemachtigen zonder waardoor de tas een heel daarbij de hulp van een eigentijds karakter heeft. externe persoon in te roepen! Twee ontwerpers gingen op zoek naar een systeem TEAM CLIENT : Mathias IO : Robbe Vanneste, Florian Nachtergaele ERGO : Sara Page, Ruth Valcke, Jolien Vanwettere Onderwijsafdeling van het Dominiek Savio Instituut CONTACT : Dirk Deweer
PROCESS http://rolstoeltas2009.blogspot.com/
2009
GITAARHULP 2.7 baar en wordt voor elke muzikant specifiek vormgegeven naar zijn wensen en noden. In het CAN2 pakket is eveneens een gitaarhalssteun opgenomen. Deze kan in een handomdraai in hoogte versteld worden en moet voorkomen dat de gitaar zou kantelen tijdens het Gitaar spelen vereist van spelen.
Gitaar spelen, een kunst maar zeker niet voor iedereen vanzelfsprekend. CAN2 is speciaal ontworpen voor personen met een motorische beperking die deze muzikale uitdaging aan durven gaan.
de muzikant dat hij/zij een aantal handelingen uitvoert om daadwerkelijk muziek te maken. CAN2 biedt de muzikant die moeite heeft met krachtdosering, mobiliteit en coördinatie ondersteuning bij die functies waar krachtdosering, mobiliteit en coördinatie net een vereiste zijn om muziek te maken.
De productie van de handgreep en andere CAN2 onderdelen gebeurt door middel van Selectief Laser Sinteren, een rapid prototypingtechniek die geschikt is voor de productie van kleine series. Afhankelijk van de kracht van de muzikant kan de terugvering van de handgreep ingesteld worden. De terugvering zorgt ervoor dat in rusttoestand geen snaren afgeklemd Het compacte CAN2 syworden. Zodoende kan steem kan op eenvoudige men vrij bewegen over de wijze op elke akoestische frets. gitaar bevestigd worden. Het systeem bestaat In samenwerking met uit een geleiding langs Venture Rapid Technolode gitaarhals waarover gies en Industrial Design een terugverende handCenter. greep beweegt tussen twee instelbare buffers. De handgreep is afneemTEAM CLIENT : Karla en Niel IPO : Wouter Vanderhoydonk Onderwijsafdeling van het Dominiek Savio Instituut CONTACT : Dirk Deweer
PROCESS Eindwerk Wouter Vanderhoydonk