‘Inburgeringagenda Sociale Dienst Drechtsteden’ Definitieve versie – vastgesteld door de Bestuurscommissie SDD op 1 september 2008
1
Inhoudsopgave 1 Inleiding Van inburgering naar participatie Interactieve aanpak Samenhang met andere beleidsterreinen Leeswijzer
Blz. Blz. Blz. Blz. Blz.
3 3 3 3 4
2 Inburgering in de Drechtsteden Doelgroep Taakstelling Terugblik Conclusie
Blz. Blz. Blz. Blz. Blz.
6 6 6 7 7
3 Kaders voor verbeteracties Kernwaarden van de SDD Inburgering legt een basis voor participatie op diverse leefgebieden Rol van de SDD Ambitie
Blz. Blz. Blz. Blz. Blz.
8 8 8 8 8
4 Knelpunten en verbeteracties 4.1 Volumeverhoging inburgeringtrajecten Prioritaire groepen Werving Toon van de informatie 4.2 Verbetering en innovatie van de trajecten Meer maatwerk Meer aandacht voor duale trajecten Meer aandacht voor belemmeringen voorafgaand aan inburgeringtraject Doorstroom naar een vervolgtraject of werk 4.3 Verbetering van ondersteunende instrumenten Beschikbaarheid kinderopvang verbeteren Taalcoaches Reiskosten Stimuleringsbonus 4.4 Verbetering van organisatie en samenwerking Versterken van de regierol op klantniveau Versterken van de regie op de keten inburgering Vergroten bekendheid werkwijze
Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz. Blz.
10 10 11 11 11 13 13 13 14 14 15 15 15 16 16 17 17 17 18
5
Inburgeringagenda samengevat
Blz. 19
6
Financiën
Blz. 21
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1. 2: 3: 4:
Blz. Blz. Blz. Blz.
Overzicht deelnemers interactief proces Landelijke acties uit Deltaplan inburgering Schematische weergave nieuwe inburgeringketen Financieel overzicht
22 24 26 28
2
1. Inleiding De Wet inburgering (WI) is op 1 januari 2007 van kracht geworden. Deze heeft de Wet Inburgering Nieuwkomers en de oudkomersregeling vervangen. In de WI ligt de focus op meer eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraars gekoppeld aan een resultaatsverplichting in de vorm van het behalen van het inburgeringexamen. Daarnaast werd de Regeling vrijwillige inburgering (RVI) van kracht. Deze regeling is bedoeld om gemeenten in staat te stellen aan personen die niet onder de inburgeringplicht van de WI vallen, maar waarvan wel kan worden vastgesteld dat zij inburgeringbehoeftig zijn, een inburgeringvoorziening aan te bieden. Van inburgering naar participatie In het coalitieakkoord van het kabinet Balkenende IV is de ontwikkeling en uitvoering van het Deltaplan Inburgering aangekondigd. In het beleidsprogramma van het kabinet is de doelstelling van het Deltaplan als volgt uitgewerkt: “Het verbeteren van de kwaliteit van de inburgering, zodat meer mensen hun inburgering afronden met een hoger niveau en economisch, sociaal en cultureel participeren in de samenleving”. De ambitie van het kabinet voor inburgering moet gezien worden tegen de achtergrond van een te laag rendement van inburgering. De resultaten van inburgering blijven achter bij het niveau dat van inburgeraars wordt gevraagd in het examen conform de nieuwe wetgeving en bij wat minimaal nodig is om in de Nederlandse samenleving mee te kunnen doen. Dit was de aanleiding voor het kabinet om in september 2007 het Deltaplan Inburgering te presenteren. In het Deltaplan staan de plannen van de rijksoverheid om de kwaliteit van inburgering te verbeteren, het rendement te verhogen en het aantal gemeentelijke programma’s te vergroten (volumeverhoging inburgeringtrajecten). Belangrijk uitgangspunt van de in het Deltaplan gewenste kwaliteitsverbetering is het behalen van duurzaam rendement op inburgering. Het kabinet zet in op een kwaliteitsimpuls op drie onderdelen: • Meer maatwerk: inburgeringprogramma’s passen beter bij de individuele inburgeraar. • Versterking van de verbinding tussen inburgering en participatie: 80% van de programma’s moet duaal zijn in 2011. • Verbetering van competenties van de uitvoerders van de inburgeringprogramma’s. Om de kwaliteit van de inburgering te verbeteren, nodigt het kabinet de gemeenten en uitvoeringspartners uit om gezamenlijk aan het werk te gaan om met betere inburgeringprogramma’s de participatiegraad van deze groep verder te verhogen en instrumenten te ontwikkelen die de uitvoering hiervan ondersteunen en stimuleren. De gemeenten is gevraagd om hiervoor een lokale inburgeringagenda op te stellen. Hierin geven gemeenten aan welke doelen zij willen bereiken met hun inburgeringprogramma’s en de manier waarop zij deze doelen denken te bereiken. De uitvoering en het beleid van inburgering is door de zes Drechtsteden gemeenten neergelegd bij de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD). Daarmee is de SDD verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van de inburgeringagenda. Interactieve aanpak De SDD heeft de agenda opgesteld in overleg met diverse (ervarings)deskundigen, organisaties en instellingen. Wij kiezen voor deze interactieve aanpak om tot een gedragen beleid te komen. Participatie is immers een opdracht aan de gehele Nederlandse samenleving. In de informatie- en analyse fase zijn gesprekken gevoerd met interne deskundigen (op beleidsen uitvoeringsniveau), met externe experts, waaronder de uitvoerders van de huidige inburgeringtrajecten, en met vertegenwoordigers van de doelgroep (zie bijlage 1). Het doel van deze gesprekken was om de knelpunten in beeld te brengen. Vervolgens zijn in juni/juli de
3
knelpunten en verbetervoorstellen voorgelegd aan deze ‘adviseurs’. De op- en aanmerkingen zijn zo veel mogelijk meegenomen bij het opstellen van deze agenda. Samenhang met andere beleidsterreinen Inburgering hangt nauw samen met andere beleidsterreinen zoals de Wet, werk en bijstand en de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). In het bestuursakkoord van Rijk en gemeenten is afgesproken dat het kabinet participatiebevorderende budgetten (in ieder geval de middelen in het WWB werkdeel, de inburgeringmiddelen en de budgetten voor volwasseneneducatie) zodanig bundelt dat gemeenten de budgetten optimaal kunnen inzetten voor het bevorderen van duurzame participatie. Het participatiebudget zal per 1 januari 2009 van kracht worden. Hoe het participatiebudget er precies uit komt te zien is op het moment van schrijven van deze notitie nog niet duidelijk. Wel is door het ministerie aangegeven dat er één verantwoordingssystematiek komt. Het uitgangspunt is dat de budgetten flexibel kunnen worden ingezet voor de verschillende doelgroepen. De SDD neemt deel aan een landelijke voorbereidingstraject. In deze notitie worden de verbanden tussen inburgering en de WWB/WEB aangegeven en worden oplossingen geformuleerd in de geest van het participatiebudget. Parallel aan het opstellen van de inburgeringagenda, is bij de SDD het project ‘herijken reintegratie instrumenten’ van start gegaan. In dit project wordt het huidige re-integratiebeleid voor WWB uitkeringsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigden geëvalueerd. Inburgering wordt door de SDD gezien als één van de (re)integratie-instrumenten. Inmiddels is een aantal uitgangspunten benoemd in het kader van dit project. Deze uitgangspunten vormen het kader voor de aanbevelingen die in deze agenda worden gedaan. In hoofdstuk 3 gaan we nader in op deze uitgangspunten. Een centraal onderdeel van het rijksbeleid betreft – in brede zin – de bevordering van (arbeids)participatie. Rijk en VNG zijn in dit kader onder meer overeengekomen om in de periode 2007-2011 25.000 niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) naar werk te begeleiden. Vertaald naar de SDD betekent dit een taakstelling van 400 nuggers voor de periode 2008-2011. Een groot deel van de inburgeraars bestaat uit nuggers. Begeleiding van deze mensen naar werk/participatie draagt dus bij aan het behalen van deze doelstelling. De Drechtsteden zijn m.i.v. 1 januari 2008 gestart met een aanvalsplan laaggeletterdheid. Doordat in deze agenda ook aandacht wordt besteed aan alfabetisering en het verhogen van taalniveau, draagt de agenda bij aan de doelstelling van dit aanvalsplan. Naast de eerder genoemde beleidsterreinen, houdt inburgering verband met voorzieningen die op gemeentelijk niveau worden gefinancierd vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat daarbij voornamelijk om infrastructurele voorzieningen die de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten bevorderen. In de beleidsplannen van de zes gemeenten van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden wordt het belang van participatie benadrukt. De voorstellen van deze agenda sluiten daar prima op aan. Het Rijk heeft in Dordrecht de twee wijken, Wielwijk en Crabbehof, aangewezen om in de komende jaren uit te groeien van aandachtswijk naar krachtwijk. De gemeente heeft in september 2007 een wijkactieplan opgesteld. De verbetervoorstellen uit deze agenda zullen de doelstellingen uit het wijkactieplan helpen realiseren. De gemeente Dordrecht heeft specifiek integratiebeleid geformuleerd. Richtinggevend voor dit integratiebeleid zijn deelname (aan het maatschappelijk verkeer), samenhang (in de samenleving) en verantwoordelijkheid (gemeente, burgers en instellingen moeten hun verantwoordelijkheid nemen). De voorstellen in deze agenda zijn gericht op het verbeteren van de individuele begeleiding van inburgeraars op weg naar duurzame participatie. Deze voorstellen zullen daardoor een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen m.b.t. integratiebeleid en alle bovengenoemde beleidsterreinen.
4
Leeswijzer In het volgende hoofdstuk schetsen wij u een beeld van de stand van zaken op het moment van schrijven van deze notitie (juli 2008) en geven we een korte terugblik. Wij geven in hoofdstuk 2 een beeld van de huidige situatie rondom inburgering in de Drechtsteden. Daarna geven we de kaders aan op basis waarvan wij de verbeteracties formuleren. In hoofdstuk 4 komen deze acties aan de orde. Per verbeteractie analyseren we de knelpunten in de huidige situatie. Wij leggen uit welke verbeteringen wij willen doorvoeren m.b.t. volumeverhoging inburgeringtrajecten, de kwaliteit van de inburgeringtrajecten, ondersteunende instrumenten en verbeteringen met betrekking tot de organisatie en samenwerking. Wij raden u aan om bij het lezen van dit hoofdstuk de schematische weergave van de inburgeringketen (bijlage 3) te gebruiken.
In hoofdstuk 5 vindt u een samenvatting van de activiteiten geplaatst in de tijd (de eigenlijke agenda). In hoofdstuk 6 gaan we nader in op de financiële kant van de zaak. In de bijlagen vindt u, naast de eerder genoemde schematische weergave van de inburgeringketen, een overzicht van de deelnemende personen en organisaties aan het voorbereidingstraject en een overzicht van de landelijke verbeteracties waar wij bij aan zullen sluiten. Wij wensen u veel leesplezier!
5
2.
Inburgering in de Drechtsteden
Om u een goed beeld te geven van inburgering in de Drechtsteden geven we u een getalsmatig beeld van de doelgroep. Het gaat om geschatte cijfers, o.a. omdat inmiddels landelijk is gebleken dat de door het ministerie aangeleverde gegevens niet geheel betrouwbaar zijn en omdat er geen overzicht bestaat van inburgeringbehoeftigen. Doelgroep In de Drechtsteden zijn 3500 mensen inburgeringsplichtig. Van dit aantal heeft 17 % een WWB uitkering. Naast de groep inburgeringplichtigen, behoren ook inburgeringbehoeftigen tot de doelgroep van het inburgeringbeleid. Het gaat hierbij kortweg om genaturaliseerde Nederlanders en mensen uit de Europese Unie. In de Drechtsteden behoren naar schatting nog eens 3500 mensen tot deze (sub) doelgroep. De gehele doelgroep die wij met deze agenda willen bereiken, bestaat dus uit 7000 mensen. In onderstaand schema ziet u de percentuele verdeling van de potentieel inburgeringsplichtigen tussen de zes gemeenten.
Gemeente
Percentage inburgeringsplichtigen
Dordrecht Alblasserdam Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
63,3 4,3 3,3 6,2 6,3 16,6
Taakstelling Zoals eerder aangegeven is de aanleiding voor het opstellen van deze agenda, het feit dat de realisatie van de doelstellingen (landelijk) achterblijft bij de ambities. Wij hebben de volgende doelstelling afgesproken met het rijk: in de jaren 2007 tot en met 2009 starten 2100 klanten met een inburgeringtraject. Dat betekent 700 klanten per jaar. Zoals uit onderstaande tabel blijkt zijn we daar (vooralsnog) niet in geslaagd.
Taakstelling en realisatie inburgeringtrajecten Taakstelling
Realisatie
Prognose inburgeringtrajecten eind 2008
2007
2008
2009
700
700
700
65
Tot 1 juli 2008 219
400*
* De Bestuurscommissie is in juni 2008 akkoord gegaan met een bijstelling van het aantal te realiseren trajecten in 2008 van 700 naar 400.
Naast de afspraken met betrekking tot de kwantiteit van inburgeringtrajecten, hebben we doelstellingen opgenomen met betrekking tot de kwaliteit. We namen ons voor dat 90 % van de klanten die zijn gestart met een traject, deelneemt aan het examen, en dat 80 % slaagt. Het percentage deelname aan het examen is genoemd vanwege het feit dat de huidige financiering door het ministerie is gebaseerd op dit cijfer. Het percentage van 80 % is gebaseerd op een schatting. De meeste gemeenten hebben dit percentage aangehouden, maar inmiddels weten we
6
dat landelijk gemiddeld 50 % van de deelnemers aan de inburgeringtrajecten ook daadwerkelijk slaagt. Wat dit alles betekent voor onze ambitie voor de komende jaren, kunt u lezen in hoofdstuk 3. Terugblik Het feit dat de kwantitatieve resultaten (landelijk) niet worden gehaald, wil niet zeggen dat de SDD heeft stilgezeten. Hieronder vindt u een korte opsomming van de activiteiten tot nu toe (juli 2008). Vanaf januari 2007 (het moment waarop de SDD van start ging!) zijn gemeenten geconfronteerd met elkaar snel opvolgende regelingen die moesten worden geïmplementeerd. De implementatie van de WI heeft daardoor langer geduurd dan wij hadden gehoopt, zoals in de meeste gemeenten. In januari 2007 is een aanbestedingsprocedure gestart, die vanaf juni 2007 leidde tot nieuwe contracten en dienstverlening. In mei 2007 heeft de ministerraad de pardonregeling vastgesteld. Op grond van deze regeling heeft de SDD in september 2007 een plan van aanpak gepresenteerd. Hierin werd samenwerking gezocht met de gemeenten, Vluchtelingenwerk InburgeringsOrganisatie Zuid-Holland-Zuid (VIOZ) en Woonkeus Drechtsteden. In het plan werd ondermeer een integrale aanpak gepresenteerd. Dit betekent dat per persoon de leefgebieden inkomen, werk, wonen, sociale contacten en fysieke gezondheid in kaart worden gebracht. Op basis van de eerste inventarisatie zoals aangegeven in het plan van aanpak, gaat het om ongeveer 475 personen binnen de Drechtsteden. Inmiddels (juli 2008) zijn 60 mensen op deze wijze naar inburgeringcursussen toegeleid. In 2007 en 2008 (tot juli 2008) is gebleken dat meer dan het dubbele aantal potentiële inburgeraars moet worden gesproken, om het aantal te starten trajecten te halen zoals is afgesproken. Dit komt o.a. door de vervuiling van het bestand dat gemeenten van het ministerie kregen aangeleverd. Zo is in 2008 met 485 potentiële inburgeraars een intake gesprek gehouden en zijn 219 inburgeringtrajecten gestart! Veel inburgeraars (101) hebben eerst een alfabetiseringstraject nodig hebben. Dit wordt betaald uit de middelen in het kader van de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), en telt niet mee voor de taakstelling in het kader van de WI. Inhoudelijk vinden wij dat er ook met deze groep een start is gemaakt met inburgering. Indien beide aantallen bij elkaar worden opgeteld, betekent dit een realisatie op 1 juli 2008 van 320 gestarte inburgeringtrajecten. Dat neemt niet weg dat we qua instroom fors achterblijven bij de afgesproken aantallen. Daarom zijn, vooruitlopend op de inburgeringagenda, door de SDD meerdere verbeteringen doorgevoerd. Deze vindt u onder meer terug in het verbeterplan inburgering dat in december 2007 is vastgesteld. Inmiddels zijn de volgende verbeteringen doorgevoerd: • • • • • • •
Uitbreiden van de doelgroep naar alle oudkomers en geen inkomenstoets uitvoeren Inhaal/herstelactie om oudkomers met een inkomen alsnog een aanbod te doen Screenen van bestaande bestanden bij cursusaanbieders om bereik te vergroten Wijziging intakesysteem zodat de doorlooptijd tot start traject korter wordt Opnemen van het Staatsexamen als maatwerk in ons cursusaanbod vanaf 1-1-2008. Verruiming openingstijden peuterspeelzaal Oud Krispijn, waardoor de tijden beter aansluiten op het inburgeringprogramma Wervingsteam is vanaf juni 2008 van start gegaan om de instroom te bevorderen.
Conclusie In 2007 zijn 65 inburgeringtrajecten gestart. Dit is ver achtergebleven bij de afgesproken taakstelling. Met de ingezette versnellingsacties is vanaf 2008 een stijgende lijn te zien. De verwachting is dat in 2008 400 inburgeraars zullen starten met een inburgeringtraject. Desalniettemin blijft het aantal gestarte trajecten ver achter bij de taakstelling. De samenvattende analyse van dit knelpunt vindt u terug in hoofdstuk 4.
7
We zullen de opgelopen achterstand in halen, maar dat mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de trajecten en het resultaat dat het op moet leveren. U leest hier meer over in hoofdstuk 4. 5.
3.
Kaders voor verbeteracties
Voordat we de knel- en verbeterpunten onder uw aandacht brengen, brengen we u de kernwaarden van de SDD, zoals genoemd in het jaarplan 2008, in herinnering. Daarna lichten we de relatie tussen inburgering en participatie nader toe. Vervolgens gaan we in op de rol van de SDD en de ambitie die de SDD wil realiseren met de verbeteracties. Kernwaarden van de SDD De SDD geeft aan een organisatie te willen zijn die mensen vérder helpt. De SDD zoekt, aldus het jaarplan, telkens naar nieuwe wegen die moeten voorkomen dat mensen aan de kant komen te staan, en bevorderen dat mensen zelfstandig kunnen wonen en leven. Iedereen kan iets bijdragen aan de samenleving is het uitgangspunt. In het jaarplan 2008 zijn de onderstaande kernwaarden verwoord: We zijn gericht op en betrokken bij de klant. De klant staat bij ons centraal. Onze volgende kernwaarde is zakelijkheid. Onze zakelijke aanpak combineren we met oog voor de menselijke maat. Hiermee bedoelen we dat binnen ons integrale aanbod maatwerk mogelijk is. De laatste kernwaarde is effectiviteit van ons aanbod. We verbeteren onze voorzieningen en instrumenten steeds en we zijn extern- en doelgericht. Deze kernwaarden vormen de basis van de verbeteracties in deze agenda. Inburgering legt een basis voor participatie op diverse leefgebieden Iedere burger heeft te maken met een aantal leefgebieden. Denkt u daarbij aan veiligheid, werk en inkomen, onderwijs, opvoeding, wonen, gezondheid en welzijn, vrijwilligerswerk en mantelzorg, vrije tijdsbesteding en veiligheid. Volledig geïntegreerde burgers kunnen op al deze gebieden zelf de weg vinden. Via algemeen beleid van de gemeente(n) wordt gestimuleerd dat alle inwoners van de gemeente toegang hebben tot de verschillende gebieden. Voor inburgeraars geldt dat er op diverse leefgebieden eerst een basis moet worden gelegd. Informatie over de leefgebieden is dan ook onderdeel van de inburgeringprogramma’s. Enkele jaren geleden is verondersteld dat via algemeen beleid alle inwoners van de stad bereikt kunnen worden. In de praktijk blijkt dat voor sommige mensen toch iets extra’s nodig is. Daarom worden inburgeraars individueel begeleid. Rol van de SDD De SDD legt met haar inburgeringtrajecten een basis waardoor de voorwaarden om te kunnen participeren worden geschapen. De SDD stimuleert inburgeraars middels haar trajecten om zich verder te ontwikkelen en/of te participeren door bijvoorbeeld werk, opleiding, deelname aan het verenigingsleven, en vrijwilligerswerk (voor uitkeringsgerechtigden die ook inburgeraar zijn, geldt dat het einddoel een reguliere baan is, waardoor men uit de uitkering komt). De rol van de SDD is dus vooral een stimulerende en faciliterende. In de praktijk betekent dit dat contractpartners middels financiële prikkels worden gestimuleerd om de participatiedoelstelling te realiseren. Bovendien zijn de verbeteracties gericht op het realiseren van duale trajecten. Dit betekent dat aan de trajecten, naast aandacht voor taal en het behalen van het inburgeringexamen, een participatie element zal worden toegevoegd. Na het behalen van het
8
inburgeringexamen zal de klantmanager de inburgeraar wijzen op participatie mogelijkheden. De eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar blijft daarbij voorop staan. De hierboven beschreven rol van de SDD past prima binnen de kernwaarden die de SDD in haar jaarplan 2008 heeft opgenomen. Ambitie De verbeteracties die in het volgende hoofdstuk worden beschreven hebben betrekking op vier aspecten, één voornamelijk kwantitatief (volumeverhoging) en drie voornamelijk kwalitatief (verbetering inhoud, verbetering ondersteunende instrumenten en verbeteren organisatie). Het kwantitatieve aspect wordt op dit moment het meest benadrukt, zowel in de landelijke als lokale politiek. Het uiteindelijke doel van inburgering (participatie) zal echter alleen worden bereikt wanneer er voldoende oog is voor kwalitatieve verbeteringen. Bovendien is er een sterk onderling verband tussen de kwalitatieve en kwantitatieve aspecten (beperkt aanbod dat bovendien niet voldoende aansluit op de vraag, zal bijvoorbeeld leiden tot verminderde instroom). Dit betekent dat wij –vooruitlopend op de politieke besluitvorming- voortvarend aan de slag gaan met de voorbereidingen om de verbeteringen zo snel mogelijk te implementeren. We verwachten door ons zowel te richten op volume verhoging als op kwaliteitverbetering eind 2010 de achterstand in de toeleiding naar de trajecten te hebben ingelopen. Wij zullen bij de minster aandringen op verlenging van de termijn naar 2010, waardoor wij het uiteindelijk beloofde aantal van 2100 gestarte trajecten toch kunnen bereiken, zonder veel concessies te doen aan de kwaliteit. Mocht het ministerie hier niet toe besluiten, dan betekent dit dat we de doelstelling van 2100 trajecten niet zullen behalen. Dit heeft geen financiële gevolgen. Omdat wij inzetten op kwaliteitsverbetering gaan we ervan uit dat eind 2009 60 % van de deelnemers aan de trajecten over de periode 2007 tot 2010 zullen zijn geslaagd voor hun inburgeringexamen (landelijk op dit moment 50 %). Vanaf eind 2009 bekijken we dit percentage opnieuw, met het doel dit percentage dan naar boven bij te stellen. Het adagium zal zijn: ambitieus en realistisch.
Beslispunt aangepaste doelstelling Wij vragen u akkoord te gaan met de volgende beslispunten: •
Onder voorbehoud van goedkeuring van het ministerie, de termijn waarin 2100 trajecten gestart zijn, te verleggen naar eind 2010 in plaats van eind 2009 (wijziging op de vastgestelde begroting 2009).
•
Het slagingspercentage voor het inburgeringsexamen over de periode 2007 tot 2010 bijstellen van 80% naar 60% (wijziging op de vastgestelde begroting 2009).
9
4.
Knelpunten en verbeteracties
Op basis van de visie, de kernwaarden, de missie en de aanvalsstrategieën zoals toegelicht in het vorige hoofdstuk hebben we de verbetervoorstellen in dit hoofdstuk geformuleerd. De verbeteracties die in deze agenda worden genoemd hebben betrekking op vier hoofdzaken: verbetering van de toeleiding naar de inburgeringtrajecten (volumeverhoging), verbetering en innovatie van de inhoud van de trajecten, verbetering van ondersteunende instrumenten en verbetering van de organisatie en samenwerking. Voor de leesbaarheid van deze notitie halen we deze vier zaken uit elkaar, hoewel deze natuurlijk sterk onderling verband met elkaar houden. We geven per onderdeel een korte analyse van de knelpunten in de huidige situatie, gevolgd door de verbeteracties die wij zullen inzetten. Bij elk van de vier hoofdzaken leggen we u de beslispunten voor. Wanneer we met de verbeteracties aan de slag gaan, vindt u in het schema in hoofdstuk 5. In bijlage 2 vindt u een overzicht van landelijke verbeteracties waar we zo veel mogelijk bij zullen aansluiten. De kosten die met de verbeteracties zijn gepaard, vindt u in hoofdstuk 6 en (meer gedetailleerd) bijlage 4. Voordat we u de verbeteracties onder de aandacht brengen, willen wij u graag het verhaal vertellen van één van de mensen waarmee in het kader van deze notitie is gesproken. Het gaat om een 24-jarige asielzoeker, die valt onder de pardonregeling. Het is slechts één voorbeeld. Het gaat ons er niet om, om met de vinger te wijzen naar een of meerdere organisaties, maar om een aantal van de knelpunten vanuit de praktijk toe te lichten, en de inburgeraar een gezicht te geven. Ik ben, toen ik 15 jaar was, gevlucht uit Angola. Ik heb de afgelopen jaren in een asielzoekercentrum doorgebracht. Na jaren van onzekerheid en niets doen, kom ik gelukkig in aanmerking voor de pardonregeling. Vanaf het moment dat dit duidelijk was, ben ik goed geholpen. Er is voor mij een huis gezocht en gevonden, en er is mij een uitkering verstrekt. Eindelijk heb ik een toekomst. Ik wil een opleiding volgen, en werken aan mijn toekomst. Ik heb geen tijd te verliezen. Ik heb wel eens gehoord van studiefinanciering, maar er is niemand die mij de weg wijst. Bovendien heb ik nog geen idee van de juiste opleidingsrichting. Ik weet inmiddels echt niet meer tot wie ik mij moet richten en wie mij verder kan helpen.
Uiteraard is deze jongen door de SDD verder geholpen, en hebben we dit probleem structureel aangepakt in samenwerking met VIOZ. Het verhaal geeft echter heel mooi weer dat gebrek aan maatwerk, en regie op de klant zelfs de meest enthousiaste inburgeraar kan demotiveren.
4.1
Volume verhoging inburgeringtrajecten
In hoofdstuk 2 is al een aantal verklaringen gegeven voor de stagnerende instroom in inburgeringtrajecten. We hebben aangegeven dat de WI pas laat door het landelijke besluitvormingsproces heen kwam. Het moment dat de Wet van kracht werd, 1 januari 2007, viel gelijk met het moment dat de samenvoeging van de zes sociale diensten een feit werd. Na 1 januari 2007 hebben de regelingen op dit gebied elkaar in rap tempo opgevolgd, denk bijvoorbeeld aan de pardonregeling. Bovendien bleek het door het ministerie geleverde bestand vervuild, en bleken veel mensen eerst een alfabetiseringscursus nodig te hebben. Wij hebben 2,5 keer zoveel mensen moeten spreken, dan we konden aanmelden bij de inburgeringcursussen. Naast deze verklaringen is een zestal belangrijke knelpunten te noemen met betrekking tot de stagnerende instroom in inburgeringtrajecten. Eén betreft de inhoud van de trajecten. Als het aanbod te weinig aansluit bij de vraag van de inburgeraar, zal het aantal aanmeldingen achterblijven. Dit onderwerp komt bij 4.2 uitgebreid aan de orde. Verder is het ontbreken (of onvoldoende zijn) van ondersteunende instrumenten, zoals bijvoorbeeld kinderopvang, een
10
knelpunt. Dit onderwerp komt bij 4.3 aan de orde. Doordat de organisatie van inburgering nog gebreken vertoont, en de samenwerking tussen partijen niet optimaal verloopt, is het voor een inburgeraar niet altijd duidelijk waar hij moet zijn. Bovendien kan de sturing op contractpartners verbeteren. Ook dat zijn belemmerende factoren voor de instroom. Deze aspecten komen aan de orde bij 4.4. De overige drie verbeterpunten worden hieronder nader toegelicht. • Prioritaire groepen De Drechtsteden hebben in de kadernotitie van 2006 besloten (zoals vrijwel alle gemeenten) om díe doelgroepen een traject aan te bieden waartoe gemeenten wettelijk verplicht waren (uitkeringsgerechtigden en niet werkenden). Zij lieten zich hierbij vooral leiden door budgettaire argumenten. Daardoor is, hoe begrijpelijk ook, een groep van mogelijk gemotiveerde inburgeraars niet in aanmerking gekomen voor een traject. Na het verbeterplan van december 2007 is deze doelgroep overigens al uitgebreid. Nu blijkt dat de instroom achterblijft, is het gelegitimeerd en zelfs wenselijk om de wervingsactiviteiten op de eerste plaats vooral te richten op gemotiveerde inburgeraars, vervolgens op inburgeraars die wel willen, maar (bijvoorbeeld vanwege culturele motieven) niet mogen, en in de laatste plaats op die groep die (nog) niet gemotiveerd is. Door deze prioriteitsstelling in de werving proberen we de achterstand in de instroom versneld in te lopen. De wijze waarop wij deze verschillende groepen willen benaderen vindt u hieronder terug. • Werving De manier waarop vanaf 2007 de doelgroepen zijn benaderd, is niet effectief gebleken. De doelgroep is per brief geïnformeerd. De toon van de informatie was vooral gericht op ‘moeten’ (zie het volgende onderwerp). Het blijkt dat schriftelijke informatie voorziening de doelgroep niet bereikt. Navraag bij doelgroepvertegenwoordigers bevestigt dit vermoeden. Een persoonlijke benadering werkt het best. Inmiddels zijn ook hier reeds verbeteringen toegepast. Een wervingsteam bestaande uit vertegenwoordigers van VIOZ en PAD (Participatie en Activering Drechtsteden) is recentelijk gestart met het benaderen van intermediairs en bezoekt ‘vindplaatsen’ om daarmee de instroom te bevorderen. We zullen deze (outreachende) wervingsactiviteiten op korte termijn intensiveren o.a. door voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren voor intermediairs. Denkt u hierbij aan huisartsen, scholen, moskeen, werkgevers, doelgroepvertegenwoordigers enzovoorts. In deze voorlichtingsbijeenkomsten zal aandacht worden besteed zowel aan de inhoud van de trajecten, aan ondersteunende instrumenten zoals kinderopvang en reiskostenvergoeding, als aan de organisatorische kant van inburgering (waar moet ik me melden). Door de nadruk te leggen op het perspectief dat inburgering kan bieden willen wij met name de gemotiveerde groep bereiken. Daarnaast zullen we voorlichting- (en intake) bijeenkomsten organiseren voor de doelgroep zelf. Voor m.n. die groep die wel wil, maar (om culturele redenen) niet mag, willen wij ‘achter de voordeur projecten’ benutten, gebruik maken van vrijwilligers (taalcoaches, zie 4.3) die bij de inburgeraar thuis met taal oefenen en op die manier als het ware de deur naar buiten openen, en meer gebruik maken van (ex)inburgeraars. Wij werven ambassadeurs die bij voorlichtingsbijeenkomsten uit eigen ervaring kunnen vertellen over inburgering. Daarnaast willen we voor deze doelgroep een of meerdere organisaties inhuren om de werving op persoonniveau uit te breiden (op basis van ‘no cure-less pay’). Wij denken aan organisaties die goed zijn ingevoerd in het allochtonen circuit, denk hierbij bijvoorbeeld aan clubs met goede contacten in de Turkse, Marokkaanse en/of Somalische gemeenschap. Tenslotte willen wij een ‘vriendenbon’ ontwikkelen, waarmee we huidige cursisten stimuleren binnen hun netwerk nieuwe cursisten te werven. Wij denken hierbij aan een VVV bon die wordt verstrekt indien een nieuwe cursist start met de inburgeringcursus en na twee maanden nog aan de cursus deelneemt. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat deze werkwijze ook een aantal niet-gemotiveerde inburgeraars over de drempel zal helpen. Wij gaan uit van olievlek werking. Wij beseffen dat de eindverantwoordelijkheid voor werving ligt bij de SDD, maar ook dat wij intermediairs en samenwerkingspartners hierbij hard nodig hebben. Het adagium zal zijn: De SDD (& partners) komt naar u toe!
11
Wij kunnen niet helemaal zonder schriftelijke informatievoorziening (denkt u alleen maar aan beschikkingen). Op dit moment wordt onze schriftelijke informatie opnieuw bekeken en getoetst op leesbaarheid en ‘klare taal’. • Toon van de informatie Zoals eerder aangegeven was de toon van de WI in eerste instantie vooral gericht op ‘moeten’. Inmiddels weten we dat deze toon niet effectief is gebleken, en zelfs heeft geleid tot weerstanden. Wij richten ons nu op de totale groep inburgeraars. Dat vereist alleen al om die reden een andere toonzetting. Slechts 17 % van de inburgeringplichtigen heeft immers een WWB uitkering, en de groep inburgeringbehoeftigen is ongeveer net zo groot als de groep inburgeringplichtigen. Dat betekent dat wij door onze voorlichting en communicatie een groot deel van de potentiële inburgeraars zullen moeten ‘verleiden’, en bij een ander deel een evenwicht zullen moeten vinden tussen het verplichtende karakter en het benadrukken van het perspectief dat inburgering kan bieden. Landelijk is medio juni 2008 een campagne gestart met als centrale boodschap ‘het begint met taal’, waar de gemeente bij aan kan haken. Het wordt een draaggolf campagne genoemd. De boodschap wordt gelanceerd door het rijk, en verder opgepikt door de gemeente en andere participanten. In deze campagne gaat het niet alleen om het bereik van inburgeraars, maar ook om het bereik van autochtone Nederlanders: integratie komt van twee kanten. Ook wij willen de wederkerigheid laten doorklinken in onze boodschap. Op deze manier wordt een voedingsbodem gecreëerd voor integratie en participatie, en concreter wellicht voor het werven van taalcoaches (zie bij 4.3) en (maatschappelijke) stage plaatsen. Wij zullen gebruik maken van de middelen (zoals beeldmateriaal) die het rijk in het kader van de campagne aan gemeenten beschikbaar stelt voor onze eigen communicatie-uitingen. De concrete plannen zullen worden uitgewerkt in een communicatieplan. Beslispunt volumeverhoging: Wij vragen u akkoord te gaan met de volgende verbeteracties: •
Prioriteit in werving bij gemotiveerde inburgeraars en inburgeraars die wel willen maar niet mogen.
•
Voorlichtingsbijeenkomsten voor intermediairs en de doelgroep
•
Werven ambassadeurs
•
Uitbreiden werving op persoonniveau (incl. aansluiting bij ‘achter de voordeur projecten’)
•
Ontwikkelen vriendenbon
•
Aanpassen toon van de informatie
12
4.2
Verbetering en innovatie van de trajecten
De kwaliteit van de inburgeringtrajecten kan nog worden verbeterd. Hieronder volgen de actiepunten waarop de verbetering zich richt. Elk punt is afzonderlijk toegelicht. - meer maatwerk - aandacht voor de dualiteit van de trajecten - meer aandacht voor de belemmeringen voorafgaand aan het inburgeringtraject - doorstroom naar een vervolgtraject of werk • Meer maatwerk Op dit moment heeft de SDD voor een inburgeraar de beschikking over drie inburgeringtrajecten. Het traject met examenprofiel OGO (Opvoeding, Gezondheid en Onderwijs), een inburgeringtraject met examenprofiel werk (dat parallel aan een re-integratietraject loopt), en een traject waarmee het staatsexamen kan worden behaald. Door deze beperkte mogelijkheden wordt de instroom en het bereiken van het uiteindelijke doel, participatie, belemmerd. Wij willen, o.a. middels een nieuwe aanbesteding, de mogelijkheden uitbreiden en de inburgeraar meer keuzes bieden die passen bij zijn toekomstbeeld, waardoor maatwerk wordt gerealiseerd. Er worden landelijk nieuwe examenprofielen ontwikkeld naast de twee bestaande profielen. Het gaat om de profielen ‘ondernemerschap’ en ‘maatschappelijke participatie’. Deze profielen zijn naar verwachting vanaf eind 2008 beschikbaar. Daarnaast proberen wij, o.a. in samenwerking met (grotere) werkgevers, en de SDD inburgering voor werkenden tot stand te brengen (taal op de werkvloer, plus inburgering), én (onder meer in samenwerking met contractpartners) een combinatie te maken waarbij via arrangementen, werkzoekenden met taalachterstand tóch bij een werkgever geplaatst kunnen worden. Hierdoor ontstaat een win-win situatie zowel voor de klant (werk krijgen of houden en/of positieverbetering), als voor de werkgever (personeel krijgen en houden en ‘upgraden’), als voor de SDD (kwantitatieve en kwalitatieve inburgering doelstelling wordt bereikt). Daarnaast willen wij een combinatie van inburgering en het volgen van een beroepsopleiding meer mogelijk maken. Indien bovenstaande uitbreidingen tóch onvoldoende blijken, is het mogelijk een persoonlijk inburgeringbudget (PIB) in te zetten. Een PIB zal niet voor iedere inburgeraar zijn weggelegd. Maar bijvoorbeeld hoger opgeleide vluchtelingen die een duidelijk beeld hebben van hun wensen en mogelijkheden in Nederland, krijgen zo de mogelijkheid om hun wens waar te maken. Wij willen maatwerk ook vorm geven door binnen de trajecten meer rekening houden met de leerbaarheid van de inburgeraar. De leerbaarheid van de klant wordt op dit moment niet vooraf door de klantmanager inburgering getoetst. De samenstelling van deelnemers aan de taallessen is heterogeen, waardoor cursisten ervaren dat het leertempo wordt bepaald door de langzaamste leerling. Daardoor wordt niet optimaal gebruik gemaakt van het leervermogen van de individuele cursist. Dit heeft een negatieve invloed op de duur van het traject en de motivatie van de gemiddelde cursist. • Meer aandacht voor duale trajecten De taal leren lukt alleen als de inburgeraar zich in een omgeving bevindt waar hij de taal nodig heeft. Dus inburgeren start ook met participatie. Ergens meedoen waar de Nederlandse taal gebruikt kan worden. Om die reden vinden wij dat alle trajecten (incl. alfabetisering) duaal moeten zijn vormgegeven, met oog voor het belang van het behalen van het inburgeringexamen én het uiteindelijke doel (participatie/werk). Overigens niet noodzakelijkerwijs in die volgorde. Binnen de OGO-trajecten is de duale component nog niet optimaal ingebouwd. Wij willen dit profiel uitbreiden met een stage van een half jaar. Bij de Werktrajecten wordt een inburgeringtraject parallel aan een re-integratietraject ingezet. Dit leidt er in de praktijk vaak toe dat inburgering voorgaat op re-integratie. De re-integratie trajecten worden nl. veelal aangepast (minder uren) ten gunste van inburgering. Daarmee wordt het tussendoel (behalen inburgeringexamen) belangrijker dan het einddoel (participatie/werk).
13
Bij de nieuwe aanbesteding willen wij trajecten ongedeeld duaal inkopen, waarbij we, door financiële prikkels, sterker willen sturen op een optimale verhouding tussen beide doelstellingen. • Meer aandacht voor de belemmeringen voorafgaand aan het inburgeringtraject ‘Mijn hoofd zit vol’ is een veel gehoorde kreet door een aantal mensen dat moet inburgeren. De toegankelijkheid van de hulpverlening moet worden verbeterd. In het kader van inburgering vraagt het extra organisatievermogen van de klantmanager om hulpverlening daadwerkelijk op gang te brengen. Ook empowerment van inburgeraars kan soms nodig zijn voordat gestart kan worden met een inburgeringtraject. Het gaat om het stimuleren van mensen en hun gezinsleden om toekomstgericht te kunnen denken, en inburgering niet als een bedreiging maar als een kans te zien. We denken aan laagdrempelige activiteiten, bij voorkeur dicht bij huis, gericht op het doorbreken van isolement. We denken daarbij bijvoorbeeld aan thuis taal oefenen (middels taalcoaches) bij potentiële inburgeraars. • Doorstroom naar een vervolgtraject of werk Na het inburgeringexamen is op dit moment in veel gevallen participatie nog niet gerealiseerd. Voor inburgeraars met een uitkering is het vervolgtraject wel gewaarborgd. Indien zij na het behalen van het inburgeringexamen nog geen werk hebben gevonden, wordt het reintegratietraject vervolgd. Maar, met name niet-uitkeringsgerechtigden die een OGO-traject volgen, zijn op dit moment alleen aangewezen op zichzelf om vervolgstappen te realiseren. Wij willen (o.a. door een helder werkproces en deskundigheidsbevordering van klantmanagers en door een nieuwe aanbesteding) een aansluiting realiseren met bestaande participatiemogelijkheden in de wijken en met vervolgonderwijs en werk. In gesprekken met de gemeenten is duidelijk geworden dat de gemeente Dordrecht een taalketen en een digitale integratiedatabank heeft opgezet, waarin diverse integratie en participatie mogelijkheden zijn terug te vinden. De SDD zal bij deze mogelijkheden aansluiting zoeken en de mogelijkheden om hier Drechtsteden breed gebruik van te maken nader onderzoeken.
14
Beslispunt verbetering en innovatie van de trajecten Wij vragen u akkoord te gaan met de volgende verbeteracties: Uitbreiding huidige trajecten met de volgende producten: •
Inburgering en (voorbereiding op) ondernemerschap
•
Inburgering en maatschappelijke participatie
•
Inburgering op de werkvloer
•
Arrangementen (als onderdeel van inburgering en re-integratie)
•
Inburgering en beroepsonderwijs
•
Persoonlijk Inburgering Budget
•
Empowerment
Verbetering door: •
Cursus afgestemd op leerbaarheid
•
Alle trajecten ongedeeld duaal
•
Aansluiting zoeken bij bestaande participatie mogelijkheden
•
Onderzoek naar inzet Dordtse participatie en integratie mogelijkheden voor alle Drechtsteden
4.3
•
Organiseren hulpverlening voor inburgeraars
•
Uitbreiding OGO met maatschappelijke stage
Verbetering van ondersteunende instrumenten
Om een traject richting participatie te kunnen volgen, moeten enkele randvoorwaarden zijn ingevuld voor de inburgeraar. Wij besteden aandacht aan de volgende onderwerpen: - Kinderopvang - Taalcoaches - Reiskosten - Stimuleringsbonus • Beschikbaarheid kinderopvang verbeteren De belangrijkste randvoorwaarde voor (alleenstaande) ouders is de realisatie van kinderopvang. Met de invoering van de Wet Kinderopvang (WK) in 2005 hebben ouders zelf de verantwoordelijkheid gekregen om kinderopvang te regelen bij de kinderopvanginstellingen. Anderen die voorheen een rol hadden (bijv. de werkgever of uitkerende instantie) hebben vanaf dat moment alleen nog een financiële bijdrage verstrekt. Er wordt verondersteld dat marktwerking als vanzelf zorgt voor voldoende en kwalitatief goede kinderopvang. In de praktijk blijkt dat er een tekort is aan formele kinderopvang. Deze tekorten doen zich vooral voor in Papendrecht, Sliedrecht en in Dordrecht in de wijken Krispijn, Crabbehof en Wielwijk. In Krispijn is (informele) opvang mogelijk in de Ducdalf. Ook daar is inmiddels een wachtlijst ontstaan. De wachtlijstproblematiek wordt voornamelijk veroorzaakt door een tekort aan fysieke ruimte, welke aan strenge wettelijke eisen moet voldoen. Dit probleem zal niet op korte termijn worden opgelost. Daarnaast is het een hele opgave om de mogelijkheden die er wél zijn, in beeld te brengen, zeker voor de doelgroep.
15
Gastouderopvang kan een bruikbaar alternatief zijn. Allochtone ouders maken echter nauwelijks gebruik van gastouderopvang. Dit is voor een deel te verklaren vanuit culturele oorzaken en voor een deel vanuit onbekendheid van de doelgroep met deze mogelijkheid. Het invullen van formulieren m.b.t. kinderopvang is voor een deel van de doelgroep ook een probleem. Kinderopvanginstellingen willen hier graag hulp bij bieden, maar inburgeraars kennen deze hulpmogelijkheid vaak niet. Voor de doelgroep inburgeringbehoeftigen zonder werk of uitkering geldt nog een extra probleem. Deze mensen vallen niet onder de Wet kinderopvang, waardoor zij niet in aanmerking komen voor een vergoeding. Dat geldt weer niet wanneer zij de kinderen kunnen onderbrengen bij een instelling waar VVE programma’s worden aangeboden. In de praktijk zal het gaan om peuterspeelzalen. Kinderen kunnen hier vier dagdelen per week komen spelen, waarbij extra aandacht wordt gegeven aan het opheffen van taalachterstand. Het inkomen van de ouder is bepalend voor de eigen bijdrage voor deze vorm van opvang. Bovendien snijdt het mes op die manier aan twee kanten. De keerzijde van de medaille is dat de ouder niet meer dan vier dagdelen gebruik kan maken van de peuterspeelzaal opvang, en dat de openingstijden van de peuterspeelzaal niet altijd overeen komen met de tijden van de inburgeringcursus. Op dit moment loopt een experiment met aangepaste openingstijden. Wij zullen dit experiment volgen en waar mogelijk aansturen op uitbreiding hiervan. Daarnaast zullen wij bij de nieuwe aanbesteding contractpartners vragen om hun inburgeringprogramma’s in voorkomende gevallen (m.n. in het geval van alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 13) flexibel in te richten. Voor bovenstaande problemen kan de klantmanager deels soulaas bieden. Door de rol van de klantmanager uit te breiden met degelijke voorlichting over kinderopvangmogelijkheden (waar bevinden zich de kinderopvanglocaties waarbij zij o.a. gebruik maken van het overzicht beschikbare kinderopvang in de Drechtsteden, voorlichting over hulp bij invullen van formulieren, voorlichting over gastouderopvang, voorlichten over peuterspeelzalen met VVE, stimuleren van vinden van opvang in eigen kring), verwachten we het probleem van de kinderopvang zo minimaal mogelijk te houden. Bovendien kunnen taalcoaches hierin mogelijk een rol spelen (zie hieronder). • Taalcoaches Het kunnen oefenen van de taal is voor inburgeraars erg belangrijk om de taal te laten beklijven. Taalcoaches zijn vrijwilligers die de inburgeraar helpen bij het leren van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld door het samen oefenen van de taal en/of het samen ondernemen van activiteiten. Deze extra hulp vervangt het inburgeringtraject niet, maar zorgt voor het verhogen van de effectiviteit van dit traject. Een taalcoach dient meerdere doelen: Taalcoaches bieden extra mogelijkheden om met taal te oefenen Taalcoaches dragen bij aan de sociale cohesie in de samenleving. Mensen met verschillende achtergronden leren elkaar kennen en respecteren. Daarbij onderstreept de vrijwillige inzet de betrokkenheid van individuele burgers en maatschappelijke organisaties bij de inburgering. Taalcoaches kunnen als coachende gids dienen voor de inburgeraar, gedurende het gehele traject op weg naar werk en/of participatie. Denkt u daarbij aan introductie bij sport- of hobbyverenigingen, hulp bij het vinden van kinderopvang enzovoorts met als doel toenemende zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de inburgeraar. Taalcoaches kunnen worden ingezet om potentiële inburgeraars over de streep te trekken om zich aan te melden voor een inburgeringcursus (van thuis met taal oefenen naar taal en participatie buiten de deur). Het rijk stimuleert gemeenten om koppelingen tussen inburgeraars en taalcoaches tot stand te brengen. Hiervoor stelt het rijk gedurende drie jaar geld beschikbaar per koppeling. Met de impuls van het ministerie van VROM willen wij zo veel mogelijk inburgeraars taalcoaches aanbieden, mits voldoende vrijwilligers worden gevonden die zich willen inzetten als taalcoach. Het rijk heeft aan de sector MO van de gemeente Dordrecht financiering toegezegd voor 100 taalkoppels voor de periode 2008-2011. Het Rijk heeft daarvoor een bedrag van € 75.000,toegekend. Per gerealiseerde koppeling ontvangen we dus een bedrag van € 750,- . Wij vermoeden dat dit aantal onvoldoende zal blijken. Daarom reserveren wij extra middelen om nog 100 taalcoaches te kunnen werven.
16
• Reiskosten Uit gesprekken met huidige cursisten en doelgroepvertegenwoordigers blijkt dat reiskosten die cursisten moeten maken voor bijvoorbeeld deelname aan maatschappelijke activiteiten, in sommige gevallen een probleem vormen. Daarom zullen wij bij een nieuwe aanbesteding de voorwaarde opnemen dat opdrachtnemers deze reiskosten vergoeden. • Stimuleringsbonus In de Wet Inburgering is een verplichte eigen bijdrage opgenomen. Ook met het verschijnen van het Deltaplan Inburgering blijkt dat deze eigen bijdrage gehandhaafd blijft. De redenering hiervoor is dat het de verantwoordelijkheid van de inburgeraar onderstreept. Omdat in de praktijk blijkt dat het sommige inburgeraars tegenhoudt om een inburgeringtraject te volgen, hebben wij, overigens conform de al eerder geuite wens van de portefeuillehouder, bepaald dat inburgeraars die hun examen halen, de eigen bijdrage in de vorm van een stimuleringsbonus vergoed krijgen. Beslispunt verbeteren ondersteunende instrumenten Wij vragen u akkoord te gaan met de volgende verbeteracties: •
Organiseren deskundigheidsbevordering klantmanagers m.b.t. kinderopvang
•
In voorkomende gevallen aanpassen van inburgeringprogramma’s aan tijden kinderopvang/school
•
Werving en inzet van taalcoaches (financiering door ministerie)
•
Uitbreiden van aantal taalcoaches met 100 (financiering niet door ministerie)
•
Vergoeden reiskosten voor maatschappelijke activiteiten door aanbieders van inburgeringprogramma’s
•
4.4
Organiseren stimuleringsbonus
Verbetering van de organisatie en samenwerking
Om daadwerkelijke verbeteringen op het gebied van inburgering door te kunnen voeren, is, naast inkoop van innovatieve trajecten en goede ondersteunende instrumenten, ook een optimalisering van de organisatie en samenwerking van belang. Wij willen deze optimalisering bewerkstelligen door het: Versterken van de regie op klantniveau Versterken van de regie op de keten inburgering Vergroten van de bekendheid met de werkwijze Deze punten worden hieronder afzonderlijk toegelicht. • Versterken van de regierol op klantniveau Op dit moment worden potentiële inburgeraars door verschillende partijen verwezen naar de huidige uitvoerders van de inburgeringtrajecten (Da Vinci College en SagEnn) en benaderd door deze uitvoerders aan de hand van lijstwerk, verstrekt door de SDD. Bij de uitvoerders vindt de intake plaats (behoort de klant tot de doelgroep) en de ‘diagnose’ (traject naar werk of OGO). Deze werkwijze is ingesteld om de instroom te versnellen en vergroten. Een nadeel is echter dat de klant met meerdere contactpersonen te maken heeft, dat deze werkwijze tot verwarring leidt en tot een gevoel ‘van het kastje naar de muur te worden gestuurd’. Bovendien is de klantmanager (lees de SDD) hierdoor de regie over het traject van de klant kwijt. Wij zullen daarom de organisatie en de kwaliteit van de diagnose verbeteren. De klantmanager van de SDD is degene die de intake doet en de diagnose stelt. In deze diagnose staat de volgende vraag centraal: hoe kunnen we u ondersteunen om het uiteindelijke doel (participatie/werk) te bereiken? Het betreft een integrale diagnose waarbij eventuele belemmeringen op meerdere leefgebieden aan de orde komen (denk daarbij aan
17
schuldenproblematiek, psychische of lichamelijk belemmeringen enzovoorts). We zullen bij deze integrale diagnose de ervaringen benutten die zijn opgedaan bij de integrale diagnose van het project pardonners. Tevens komt in de diagnose het taalniveau en de leerbaarheid aan de orde. De klantmanager kan extern expertise vragen om hem bij de diagnose te ondersteunen (denk b.v. aan een – onafhankelijke- leerbaarheidstoets en medisch advies). Op basis van de diagnose stelt de klantmanager, in overleg met de klant, het traject samen. Hij bewaakt de voortgang van dit traject (trajectmanagement). Tot nu toe was dat eindresultaat het behalen van het inburgeringexamen (behalve bij uitkeringsgerechtigden waar het einddoel ‘regulier werk’ is). In de nieuwe situatie is de klantmanager langer bij de klant betrokken totdat het eindresultaat is bereikt (de klant is in staat te participeren). Omdat het een nieuwe werkwijze betreft zal deze worden beschouwd als een pilot. Voordat we met deze nieuwe werkwijze beginnen, zal eerst aan een aantal randvoorwaarden zoals deskundigheidsbevordering en voldoende bezetting moeten zijn voldaan (zie bijlage 4). • Versterken van de regie op de keten inburgering Op ketenniveau gaan wij onze regierol verder invullen, zodat de samenwerking tussen de ketenpartners (zoals contractpartners, participatiemarkt en werkgevers) beter wordt. Iedere partij is een schakel in de keten. Voor iedere partij is het bevorderlijk om inzicht te hebben in zijn of haar bijdrage aan het geheel. Uiteindelijk moet dit effect hebben op het resultaat van het traject van de inburgeraar. We focussen op drie onderdelen, die wij in een communicatieplan nader zullen uitwerken: 1. sturing van de contracten meer laten aansluiten bij het gewenste resultaat; 2. netwerkvorming bevorderen en coördineren; 3. meer verbinding maken met initiatieven op het terrein van integratie en participatie Ad 1: Wij willen onze opdrachtgeverrol onder meer versterken door verbeteren van sturing op opdrachtnemers middels financiële prikkels en onderlinge vergelijking, door verbetering van rapportages en door sterkere sturing op doorlooptijden. Vanwege het belang van sturing door onderlinge vergelijking willen wij alle producten (ook alfabetisering) inkopen bij twee partijen, mits er sprake is van voldoende verwacht volume. Ad 2: Het is al eerder gezegd, participatie is een opdracht aan de gehele Nederlandse samenleving. De SDD heeft niet op elke partij een even grote invloed. Dat betekent dat wij, naast versterking van onze opdrachtgeverrol zullen investeren in een goede stakeholdersanalyse, in versterken van onze aanjaag- en coördinatierol, en in het versterken van samenwerking tussen verschillende partijen, o.a. door het organiseren van structureel overleg. Ad 3: Inburgering is een stap op weg naar integratie en participatie. Dat betekent dat de SDD optimaal inzicht moet hebben in en gebruik moet maken van bestaande mogelijkheden. De gemeente Dordrecht heeft de beschikking over de Integratiedatabank, een digitaal systeem dat door alle betrokkenen bij inburgering en integratie geraadpleegd kan worden. Dit systeem is al een goed hulpmiddel om de verbinding tussen inburgering en integratie/participatie te leggen. Daarnaast zal de SDD het initiatief nemen om met de diverse gemeenten structureel overleg te voeren over (on)mogelijkheden op het gebied van participatie, om daarmee een optimaal aanbod voor de doelgroep te realiseren en haar adviseursrol voor de verschillende gemeenten optimaal te vervullen. Zoals in de inleiding aangegeven, neemt de SDD deel aan het landelijke voorbereidingstraject voor het participatiebudget. In het bestuursakkoord van Rijk en gemeenten is afgesproken dat het kabinet participatiebevorderende budgetten zodanig bundelt dat gemeenten de budgetten optimaal kunnen inzetten voor het bevorderen van duurzame participatie. Het participatiebudget, dat per 1 januari 2009 van kracht wordt, biedt een kans om de verschillende middelen flexibel in te zetten, en om de visie en uitvoering van de verschillende beleidsterreinen optimaal op elkaar af te stemmen. Denkt u daarbij bijvoorbeeld aan de visie op de regierol (welke smart doelstellingen moeten worden bereikt, hoe gaan we dit monitoren enz) en aan de afstemming tussen de gemeenten en de SDD (welke subsidies worden verstrekt op het terrein van integratie en participatie, en hoe vullen deze de individuele begeleiding van inburgeraars het beste aan, en vice
18
versa). Hoe het participatiebudget er precies uit komt te zien, is op het moment van schrijven van deze notitie nog niet duidelijk. Vergroten bekendheid werkwijze Bij 4.1 gaven we al aan dat we voorlichtingsbijeenkomsten zullen verzorgen voor intermediairs en potentiële inburgeraars. Naast informatie over de inhoud van trajecten zullen we expliciete aandacht besteden aan de werkwijze van de SDD, zowel ten aanzien van potentiële inburgeraars, intermediairs, als uitvoerende organisaties. We willen hiermee zowel de regierol versterken als het aantal aanmeldingen vergroten. Beslispunt verbetering organisatie en samenwerking Wij vragen u akkoord te gaan met de volgende verbeteracties: •
Versterken van de regie op klantniveau d.m.v. versterken van de diagnose, trajectmanagement, klantmanager langer betrokken bij de klant, in de vorm van een pilot
•
Versterken van de regie op de keten inburgering d.m.v. onder andere sturing door financiële prikkels en onderlinge vergelijking, stakeholder analyse, versterken aanjaag- en coördinatierol en organiseren structureel overleg, aansluiting zoeken bij bestaande participatiemogelijkheden.
•
5.
Vergroten van de bekendheid met de werkwijze
Inburgeringagenda samengevat
In onderstaande tabel vindt u de verschillende acties in de tijd gezet.
Verbeterpunt
Activiteiten
Wanneer
Verhoging volume
Voorlichtingsbijeenkomsten intermediairs organiseren Voorlichting- en intakebijeenkomsten inburgeraars organiseren Werven ambassadeurs Aansluiting zoeken bij achter de voordeur projecten Inhuur extra wervingscapaciteit (met ingang in allochtonen netwerk) Vriendenbon ontwikkelen Aanpassen informatiemateriaal op klare taal en toon
September 2008 e.v.
Uitbreiding examenprofielen met maatschappelijke participatie en ondernemerschap.
April 2009 . Hier wordt bedoeld de feitelijke start van de nieuwe dienstverlening. Het bestek wordt v.a. september 2008 geschreven. April 2009 Januari 2009 e.v.
Verbetering inhoud van de trajecten (o.a. via nieuwe aanbesteding)
Inkopen leerbaarheidstoets Organiseren persoonlijk inburgeringbudget Uitbreiding OGO trajecten met maatschappelijke stage Organiseren taal op de
September 2008 e.v. Januari 2009 e.v. September 2008 e.v. September 2008 e.v. Januari 2009 September 2008 e.v.
April 2009 April 2009 e.v.
19
Verbeteren ondersteunende instrumenten
Verbeteren organisatie en samenwerking
werkvloer Organiseren arrangementen incl. inburgering Inkopen nieuwe combinatietrajecten (richting werk en inburgering) Organiseren hulpverlening (o.a. door deskundigheidsbevordering klantmanagers) Inkopen empowerment Inkopen alfabetisering + participatie Deskundigheidsbevordering klantmanagers m.b.t. arbeidsen participatiemarkt Onderzoeken (on) mogelijkheden op de participatiemarkt in de Drechtsteden Deskundigheidsbevordering klantmanagers met betrekking tot kinderopvang Werven taalcoaches Reiskosten vergoeding organiseren (meenemen in aanbestedingsprocedure) Stimuleringsbonus organiseren Deskundigheidsbevordering klantmanagers m.b.t. regie op klantniveau Aanpassen werkprocessen Organiseren voldoende personele bezetting Verbeteren sturing op contractpartners (middels aanbesteding). O.a. organiseren verbeterde, uniforme rapportages Opstellen stakeholdersanalyse m.b.t. (participatie) netwerk Deskundigheidsbevordering beleidsmedewerkers m.b.t. regie op netwerkniveau Organiseren structureel overleg met verschillende spelers op gebied van inburgering/participatie
April 2009 e.v. April 2009 September 2008 e.v.
April 2009 April 2009 Januari 2009 e.v. Januari 2009 e.v.
September 2008 e.v. Januari 2009 e.v. April 2009 Januari 2009 e.v. September 2008 e.v. September 2008 e.v. November 2008 e.v. Januari 2009 e.v.
Januari 2009 e.v. Juli 2008 e.v. Januari 2009 e.v.
20
6.
Financiën
Aan de verbeterpunten uit hoofdstuk 4 zijn kosten verbonden. In de onderstaande tabel worden deze per jaar gepresenteerd voor de duur van de agenda tot en met 2010. Voor een gedetailleerd overzicht verwijzen we u naar bijlage 4. Kosten/Jaren Algemeen Volume verhoging Verbetering en innovatie trajecten Verbetering onderst. instrumenten Verbeteren org. & samenwerking
2008 30.000* 21.000 Geen 5.000 5.000
2009 Geen 134.000 3.467.820 168.800 528.400
2010 Geen 75.000 6.216.700 195.800 777.600
Totaal 30.000 230.000 9.684.520 369.600 987.000
Totaal 61.000 4.299.020 7.265.100 11.625.120 * Dit bedrag is voor externe inhuur van projectleiding implementatie van 20 augustus 2008 tot 31 december 2008. De kosten zijn gebaseerd op de realisatie van de taakstelling en (onder voorbehoud van goedkeuring van het ministerie) het verleggen van de termijn voor de realisatie naar 2010 in plaats van 2009. Met andere woorden: eind 2010 zijn 2100 klanten gestart met een traject. De totale kosten voor inburgering op basis deze agenda bedragen totaal € 11.625.120,-. Dat betekent per klant een bedrag van (afgerond) € 5500,- . Het gaat dus niet om structurele kosten, maar om incidentele kosten om de taakstelling van 2100 klanten eind 2010 gerealiseerd te hebben.
21
Vanaf 2009 is er geen apart budget meer voor inburgering. De specifieke Rijksuitkeringen inburgering, WWB-werkdeel en educatie gaan per 1 januari 2009 op in één specifieke uitkering: het participatiebudget. Het totaal aan middelen dat in de Drechtsteden beschikbaar is voor de uitvoering van deze drie taken is ongeveer € 37 miljoen. Dekking van bovengenoemde kosten is dan ook mogelijk vanuit het participatiebudget, niet alleen budgettair, maar vooral ook inhoudelijk omdat de verbetervoorstellen in deze notitie al zoveel als mogelijk in de geest van het participatiebudget zijn geformuleerd. Zo wordt er onder andere expliciet ingezet op het realiseren van duale trajecten.
22
Bijlage 1. Overzicht deelnemers interactief proces In onderstaand overzicht vindt u de namen van deskundigen die zijn betrokken bij het opstellen van deze agenda.
Naam
Organisatie/functie
Yvonne Naaijkens
Beleidsmedewerker allochtone vrouwen Dordrecht Beleidsmedewerker vroeg- en voorschoolse educatie Dordrecht Beleidsmedewerkers integratie gemeente Dordrecht Wijkgebiedsmanager Dordrecht-west Teamleider inburgering klantmanagers SDD Contractbeheerder SDD Beleidsmedewerker SDD Beleidsmedewerker nuggers SDD Medewerker communicatie SDD Hoofd bijzondere taken SDD Projectleider Werkgever Servicepunt SDD DVC VIOZ PAD SagEnn VIOZ Beleidsmedewerker Alblasserdam Sectormanager SDD Directeur SDD Portefeuillehouder BC Ministerie VROM Ministerie VROM DIA Procesmanager integratie Dordrecht Projectleider WEB Strategisch beleidsmedewerker SDD Projectleider ‘herijken re-integratie instrumenten SDD Beleidsmedewerker inburgering SDD Projectleider participatiebudget voorbereidingstraject SDD Beleidsmedewerker Hendrik Ido Ambacht Beleidsmedewerker Papendrecht Beleidsmedewerker Sliedrecht Beleidsmedewerker Zwijndrecht Wethouder integratie Dordrecht VIOZ Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige
Monique de Bos Sitla Bonoo Evert Peereboom Martijn Bok (en medewerkers) Carin van Zijl Jelle Boersma Bert Moerkerk Judith Punt Erwin Keuskamp Albert Struikenkamp Lilian Bekkers Margriet ten Hove Petra van Loon Elly Petiet Yvonne Polman J. Nieuwenhuis T. Evers Y. Bieshaar R. van der Horst Joke Ruppert Marlou Min Yavuz Yildirim Stanley Ramkhelawan Anton Backx Sander van der Zee Michael Regeer Zita de Joode Ira van Montfoort M. vd Donk R. Kok A. Raimond L. Merwe H. Spigt Lizette Felicia Nacal Lusienge Fatima Assaf
23
Tsehay Kassa Gezaw Bibi Lucia Houria Margoum Frouzan Mohammad Akbar Hakim Florah Nalliah Dhool Mohamed Selma Solak Gulhan Agca Karim Tohouss Erwin Boer Chantal Chin a Fong
Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige Ervaringsdeskundige Voorzitter Marokkaanse jongerenvereniging Projectleider pardonregeling SDD Medewerker communicatie Dordrecht
24
Bijlage 2. Landelijke acties uit Deltaplan inburgering Acties kwaliteitsverbetering Inburgeringprogramma’s Begin 2008: • Ontwikkeling competentieprofiel voor uitvoerders van inburgering • Bespreking competentieprofiel met relevante partijen • Start onderzoek best practices in de intake • Aanbod inburgeringprogramma’s werknemers. Het rijk neemt het initiatief om in overleg met gemeenten en sociale partners te inventariseren op welke wijze deze werknemers, bij voorkeur in combinatie met beroepsvaardigheden, alsnog een inburgeringprogramma aangeboden kunnen krijgen. Midden 2008: • Start vijf ontwikkelonderzoeken: analfabeten, laagopgeleiden, middelopgeleiden en hoogopgeleiden en e-learning. • Start ontwikkeling opleidingsactiviteitenvoor uitvoerders op basis van het competentieprofiel. • Verkenning mogelijkheid internet inburgeringsacademie voor uitvoerders. 2008-2009 • Innovatietraject examenprofiel ondernemerschap. 2009 • Best practices voor kwaliteitsverbetering van inburgeringprogramma’s identificeren, breed toepasbaar maken en vervolgens landelijk uitrollen. 2011 • Meer maatwerk: 80% van de inburgeringprogramma’s duaal in 2011. Acties vereenvoudiging regelgeving 1 januari 2008 • Persoonsvolgend budget nadrukkelijker positioneren in de Regeling vrijwillige inburgering. 1 juli 2008 • Direct kunnen opgaan voor het staatsexamen NT2 gerealiseerd. 2008-2009 • Voorbereidingsprogramma’s participatiebudget in het kader van de inburgering. 1 januari 2009 • Eén handhavingtermijn gerealiseerd. • Eén wet voor verplichte en vrijwillige inburgering gerealiseerd. • Persoonsvolgend budget expliciet opnemen in Wet inburgering gerealiseerd.
25
•
Een inburgeringaanbod voor alle inburgeringsplichtigen gerealiseerd.
2009/2010 • Participatiefonds voor re-integratie, educatie en inburgering gerealiseerd. Acties versterking van de uitvoering Eind 2007 • Afspraken over verbetering van de uitvoering van inburgering met gemeenten en VNG met betrekking tot: - bestuurlijke verhoudingen/verantwoordelijkheidsverdeling wie doet wat (inclusief de rol van uitvoeringsorganisaties); - in te zetten instrumenten en werkwijzen; - terugdringen van administratieve lasten; - te bereiken resultaten. • Het kabinet zal het initiatief nemen maatschappelijke organisaties te mobiliseren om een bijdrage te leveren aan de inzet van vrijwilligers als inburgergidsen. • Kwalitatief onderzoek naar mogelijkheden om de Wmo en Wet inburgering beter op elkaar aan te laten sluiten. • Afspraken met SUWI-partners over een betere integratie van de inburgering in de dienstverlening aan potentiële inburgeraars. Begin 2008 • Verder professionalisering van gemeentelijk opdrachtgeverschap, ontwikkeld in samenwerking met gemeenten en aanbieders van inburgeringprogramma’s. Medio 2008 • Innovatietraject wijkgerichte aanpak start in vijf wijken (tot medio 2009) • Toolkit beschikbaar voor inburgergidsen • Start innovatietraject inburgering in de participatieketen (‘toonkamer’) 2008 – 2009
•
Voorbereidingstraject participatiebudget.
26
Keten inburgering Drechtsteden
zo nodig voortraject:
duaal inburgeringstraject:
Voorbereiding Staatsexamen Instroom inburgeraars:
Diagnose Alfabetisering
via werving via WWB via BPI*
Taal en inburgering op de werkvloer
Inburgering met (voorbereiden) ondernemerschap
Inburgering met re-integratie
Empowerment (o.a. taal thuis) Hulpverlening organiseren
Inburgering met beroepsonderwijs
Inburgering met Opvoeding, Gezondheid, Onderwijs
vervolg traject gericht op participatie/ werk: I N B U R G E R I N G S E X A M E N
Vervolgtraject: studie
DOEL: PARTICIPATIE
Voortzetting trajecten
Doel na Werk-traject: Regulier werk
WWB-re-integratie
Aansluiting realiseren bij integratie-
Doel na OGO-traject: Participatie
initiatieven in de wijken
Inburgering met maatschappelijke participatie
Persoonlijk Inburgerings Budget
Ontheffing
HULPVERLENING
Ondersteuning: / KINDEROPVANG
60% slaagt
/
TAALCOACHES
TRAJECTMANAGEMENT
27
is georganiseerd; kan op sommige punten nog verbeterd worden Bron overzicht: Marieke de Bont, gemeente Arnhem
te ontwikkelen
28
Bijlage 4: Financieel overzicht Het onderstaande schema en het financieel overzicht is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: 1. De genoemde kosten zijn niet structureel (doelgroep is eindig; Inburgeringsagenda is bedoeld voor het realiseren van de taakstelling) 2 Genoemde kosten zijn te bekostigen uit bestaande middelen van de SDD. 3. Contractverplichtingen worden aangegaan voor de periode 1 april 2009- 1 april 2011 4. Extra fte’s (6,4 fte in 2009 en 9,6 fte in 2010) worden ingehuurd op tijdelijke basis en in de vorm van producten (intake, diagnose en trajectmanagement) waardoor bekostiging uit het participatiebudget mogelijk is.
Onderwerp
Geschatte kosten 2008
Inkomsten 2008
Geschatte kosten 2009
Inkomsten 2009
Geschatte kosten 2010
Bekostiging in 20082009 uit
Opmerkingen
Geen
Voorbereidings traject participatiebud get
Het betreft projectleiding tijdens een deel van de implementatiefase. Duur: van 15-8-2008 tot 31-12-2008
Geschatte kosten 2010
Bekostiging in 20082009 uit
Opmerkingen
Algemeen Kosten inhuur advies m.b.t. implementatie agenda
€ 30.000,-
Kosten volumeverhoging
Geschatte kosten 2008
Prioriteit in werving bij gemotiveerde inburgeraars en inburgeraars die wel willen maar niet mogen Voorlichtingsbijeenkom sten voor intermediairs en de doelgroep
Geen
Geen
Geen
NVT
€ 19.000,-
€ 19.000,-
Geen
Participatiebud -get (voorlichting inburgering)
Werven ambassadeurs
€ 2000,-
Geen
Voorbereidings traject participatiebud get
Geen
Inkomsten 2008
Geschatte kosten 2009
Inkomsten 2009
Uitgangspunt is 10 bijeenkomsten per jaar over de inhoud van de trajecten, de ondersteunende instrumenten en de werkwijze van de SDD. Het betreft de kosten van zaalhuur en inzet capaciteit. Het betreft hier een onkostenvergoeding voor de ambassadeurs en kosten van werving.
29
Uitbreiden werving op persoonniveau
Ontwikkelen vriendenbon
Geen
€ 5.000,-
€ 5.000,-
Voorbereidings traject participatie budget
Het betreft hier de geschatte kosten van in- en output financiering voor uitbreiding van de wervingscapaciteit, gebaseerd op kosten huidige wervingsteam. Het betreft hier de geschatte kosten van de bonnen (inschatting kosten bon in 2009-2010 100 x € 50,-op jaarbasis)
Aanpassen toon van de informatie
Geen
€10.000,-
Geen
Voorbereidings traject participatie budget
Het betreft hier de kosten van aanpassen van werving-en voorlichtingsmateriaal m.b.t. nieuwe producten, en nieuwe werkwijze.
Communicatieplan
Geen
€30.000,-
Geen
Voorbereidings traject participatie budget
Het betreft hier een post onvoorzien voor zaken die nog kunnen voortvloeien uit het nog te schrijven communicatieplan.
Kosten verbetering en innovatie trajecten
Geschatte kosten 2008
Geschatte kosten 2010
Bekostiging in 20082009 uit
Opmerkingen
Uitbreiding en verbeteringen inburgeringtrajecten
NVT verbeteringe n gaan in 2009 in
€ 2.055.020,-
€ 3.564.000,-
Participatiebudget en prestatiebonus
Inkoop voortrajecten
NVT
€ 1.202.800,-
€ 2.337.700,-
Participatiebud get en prestatiebonus
Prestatiebonus bedraagt € 1000,- per gerealiseerde duale inburgeringvoorziening, heeft karakter van voorschot. Voorschot (aan Dordrecht) in 2008: € 121.152,Voorschot (aan Dordrecht) in 2009: € 275.344,Voorschot aan de Drechtsteden: € 64.100,57 Het betreft hier de geschatte kosten van alfabetisering en empowerment
Inkomsten 2008
€ 70.000,-
€ 70.000,-
Participatie budget
Geschatte kosten 2009
Inkomsten 2009
30
Inkoop leerbaarheidstoets
NVT
Kosten verbetering ondersteunende instrumenten
Geschatte kosten 2008
Organiseren deskundigheidsbevordering klantmanagers m.b.t. kinderopvang
€ 5000,-
In voorkomende gevallen aanpassen van inburgeringprogramma’ s aan tijden kinderopvang/school
Geen
Werving en inzet van taalcoaches (financiering door ministerie
Geen
Uitbreiden van aantal taalcoaches met 100 (financiering niet door ministerie)
Geen
Vergoeden reiskosten voor maatschappelijke activiteiten door
Geen
€ 210.000,-
Inkomsten 2008
€ 37.500,-
€ 315.000,-
Participatiebud get
Uitgangspunt is inkoop leerbaarheidstoets bij onafhankelijke partij.
Geschatte kosten 2010
Bekostiging in 20082009 uit
Opmerkingen
Geen
Geen
Opleidingsbudget
Het betreft de kosten van evt. inhuur van deskundigheid
Geen
Geen
NVT
€ 25.000,-
Bijdrage ministerie
€ 25.000,-
€ 25.000,-
Participatie budget
Geen
Geen
NVT
Geschatte kosten 2009
€ 25.000,-
Inkomsten 2009
€ 22.500,-
Bijdrage ministerie:100 x € 750,verspreid over periode van drie jaar. 50 % in 2008, 30 % in 2009 en 20 % in 2010 wordt bevoorschot. Er wordt afgerekend per gerealiseerde koppeling tussen vrijwilliger en inburgeraar. Uitgangspunt is € 750,- per koppeling. 100 extra koppelingen te realiseren in 2009-2010-2011. Dwz. Totaalbedrag € 75.000,Wordt verrekend door contractpartners in de trajectprijs
31
aanbieders van inburgeringprogramma’ s Stimuleringsbonus
Geen
Verbeteren organisatie en samenwerking
Geschatte kosten 2008
€ 118.800,-
Inkomsten 2008
Versterken van de regie op klantniveau
Versterken van de regie op de keten inburgering
€ 5.000,-
Vergroten van de bekendheid met de werkwijze
Nvt
Nvt
€ 145.800,-
Participatie budget
Uitgangspunt is dat in 2009 440 mensen succesvol uitstromen en in 2010 540 mensen.
Geschatte kosten 2010
Bekostiging in 20082009 uit
Opmerkingen
€ 528.400
€ 777.600
ParticipatieBudget + opleidingdbudget
Geen
Geen
Opleidingsbudget
Nvt
Nvt
2009: Het betreft hier deskundigheidsbevordering van klantmanagers (€ 10. 000,-) en extra capaciteit klantmanagement (356.400,). Extra klantmanagement 2009 6,4 fte. 2010: Het betreft hier extra capaciteit klantmanagement: 9,6 fte. Tijdelijke inhuur op productbasis (intake, diagnose, trajectmanagement) Het betreft hier deskundigheidsbevordering van beleidsmedewerkers. (in de vorm van de reeds gestarte opleiding) Het betreft hier voorlichtingsbijeenkomsten en aanpassingen in het voorlichtingsmateriaal. Is opgenomen in kostenpost bij onderwerp ‘volume verhoging’.
Geschatte kosten 2009
Nvt
Inkomsten 2009
Nvt
32