5e jaargang – nr 7 – 2015
f e i r b s w u e i N
EFRO fantastisch vliegwiel voor Den Helder Vijf jaar na de toekenning van de subsidie door EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) maakt MCNdirecteur Marja Doedens de balans op. Wat heeft die financiering van 7,32 miljoen euro nu daadwerkelijk opgeleverd en is Den Helder en de regio er beter van geworden? Deze vraag kan zij alleen maar met een volmondig ‘ja’ beantwoorden. Marja Doedens wordt euforisch als de resultaten, zelf spreekt zij liever over targets, op tafel komen. “Zonder EFRO hadden we in Den Helder geen HBO-onderwijs gehad. Met name de HBO Minor Offshore Oil & Gas staat als een huis en de financiering wordt nu door anderen voortgezet. Ook was zonder EFRO de ontwikkeling van vraaggestuurd onderwijs niet mogelijk geweest en hadden onderzoeksinstituten als TNO/ENDURES en IMARES niet de basis kunnen leggen voor tientallen nieuwe projecten en financieringen. Verder had de Techniekcampus niet zo’n grote groei kunnen doormaken. En niet te vergeten alle succesvolle studieprojecten die er onder de vlag van het lectoraat Calamiteitenbestrijding zijn uitgevoerd en de grote belangstelling die is ontstaan voor de introductiecursus Offshore Wind. Met al deze onderzoeken en studies zijn zoveel zaadjes geplant die nu groeien en allerlei nieuwe initi-
MCN-directeur Marja Doedens.
In de haven van Den Helder is ruimte voor nog meer bedrijvigheid.
atieven kunnen genereren. Ik vind het allemaal geweldig.” Volgens de MCN-directeur hebben er in totaal meer dan 220 mensen aan al die projecten meegewerkt. “De grootste gemene deler is dat EFRO een fantastisch vliegwiel is geweest voor Den Helder en de regio. Iets waar we met z’n allen heel trots op mogen zijn”. De spin-off van EFRO is eveneens indrukwekkend. Vooral de netwerkbijeenkomsten werden druk bezocht. Bijzonder waren ook de succesvol verlopen Maritime Maintenance Conferences die in Den Helder werden georganiseerd. Maar er is meer. Marja Doedens: “Wij zijn er ook in geslaagd om de ‘Noordzeedagen’ en de ‘2nd International Seaweed Conference’ naar Den Helder te halen. Als ook het symposium ‘Berging op Zee’. Allemaal evenementen die niet alleen veel belangstelling hebben getrokken, maar ook veel positieve publiciteit hebben opgeleverd. Daarnaast ben ik net als de deelnemers heel enthousiast over de cursus Corrosie en Bescherming in Offshore Windenergie.”
Kans op vervolg
we een EFRO-2 subsidie aangevraagd en hopen hierover begin 2016 uitsluitsel te krijgen. Helaas hebben we deze keer geen onderwijsprojecten mogen indienen. Ik vind dat erg, maar we gaan er zeker andere routes voor zoeken. In de EFRO-2 aanvraag zitten wel vervolgtrajecten op onder meer het gebied van maritime maintenance en van ballastwater. Dit zijn projecten die niet meer in de onderzoeksfase zitten, zoals in EFRO-1, maar voor valorisatie gaan. Verder zijn er weer netwerkactiviteiten in opgenomen, alsmede net als in EFRO-1 ondersteuningsactiviteiten voor ondernemers. Het is belangrijk dat met name de laatste blijven voortbestaan. Hierbij gaat het niet alleen om starters, maar ook om doorstarters of bedrijven die reeds elders zijn gevestigd, maar in Den Helder iets willen opzetten. We moeten ons blijven focussen op de volgende vragen. Hoe krijgen we meer bedrijvigheid naar Den Helder? En hoe zorgen we ervoor dat het vraaggestuurd onderzoek en het vraaggestuurd MBO- en HBOonderwijs wordt uitgebreid en verbeterd, zodat we meer jongeren voor de regio kunnen behouden en aantrekken?”
Op de vraag of na de succesvolle afronding van EFRO-1 ook de kans op een EFRO-2 reëel is, antwoordt Marja Doedens: “Inmiddels hebben
Feiten en cijfers EFRO/MCN projecten zie pagina 2.
FEITEN EN CIJFERS EFRO/MCN PROJECTEN Partners: TNO, IMARES, ECN, ATO, AMC, KplusV, NHL Hogeschool Leeuwarden, LS&T, Tetrix Techniekopleidingen, ROC Kop van Noord-Holland, Scholen aan Zee, NLDA/KIM, Ontwikkelingsmaatschappij NHN, Gemeente Den Helder, MCN, Provincie Noord-Holland, Rijk en Europa
Projecten: 5 x toegepast onderzoek 1 x maritieme/duurzame starters & doorstarters 8 x vraaggestuurd onderwijs 1 x projectorganisatie 2 x e-learning & gender
Looptijd: september 2009 – december 2015
Financiering door: Gemeente Den Helder Provincie Noord-Holland Rijk EFRO MCN Overige projectpartners
€ 785.000 € 500.000 € 1.250.000 € 2.375.000 € 74.000 € 2.336.000
Totaal
€ 7.320.000
De economische spin-off aan het einde van de EFRO-MCN projectperiode: Onderzoek: onderzoekers diverse niveaus - 69,5 FTE Onderwijs: trainers, instructeurs, docenten - 78,5 FTE Ondernemen: starters & doorstarters - 118 Totaal ‘uitgelokte’ investeringen - meer dan € 2.000.000 (loopt nog door) Totaal uitstroom HBO-studenten - 251 Totaal uitstroom MBO-studenten - 914 Netwerkbijeenkomsten, conferenties, etc - 29
Voorbeelden toegepast onderzoek: Arctic Operations Handbook Blueprint of Combining Aquafarming & Offshore Energy Asset Management Dynamics
Voorbeelden regulier vraaggestuurd onderwijs: HBO Afstudeerrichting Offshore Windenergie HBO Minor Offshore Windenergie HBO Minor Oil & Gas Leerlijn Mechatronica MBO 1-4 plus Kopklas Leerlijn Oil & Gas en Sustainable Energy Ontwikkeling en ondersteuning MBO-leerlijn Offshore Windenergie
Voorbeelden niet-regulier vraaggestuurd onderwijs: Introductiecursussen Offshore Windenergie Cursus Corrosie Masterclasses voor docenten
Milieuwinst bij operaties op zee Welke effecten hebben duurzame schepen of diepzeeoperaties op het milieu? Wat gebeurt er bij oliemorsingen in poolgebieden? En is bij medegebruik van windparken offshore mossel- of zeewierkweek mogelijk? Dankzij een EFRO-subsidie heeft IMARES hiernaar onderzoek kunnen doen. De eindresultaten zijn in kaart gebracht en kunnen desgewenst in de praktijk worden toegepast, zegt Floris Groenendijk, afdelingshoofd Maritiem van het in Den Helder gevestigde onderzoeksinstituut. De uitgevoerde onderzoeksprojecten dragen de namen Maritieme Milieubalans en Blauwdruk Offshore Energie & Aquafarming. Over eerstgenoemd project zegt Floris Groenendijk: “Dit bestond eigenlijk uit meerdere projecten. Zo hebben we gekeken naar de inzet van duurzame schepen en naar welke milieuwinst er valt te behalen. Bijvoorbeeld naar een zeesleper die in plaats van met diesels, dieselelektrisch c.q. geheel elektrisch wordt voortgestuwd, alsmede naar de impact die dit laatste heeft op het milieu en op de prestaties van het vaartuig. Verder is onderzocht wat de impact op het milieu is bij diepzeeoperaties. Vooral als er aan deepsea mining wordt gedaan. En hoe men dit soort operaties zo milieuvriendelijk mogelijk zou kunnen uitvoeren. Dit laatste project is vooral een bureaustudie geweest, waarbij wij een methode hebben ontwikkeld waarmee alle impact kan worden gewogen. Hierbij is vooral door ons ingebracht dat er, als men op grote diepte gaat werken, nieuwe technieken kunnen worden bedacht waarbij men zich laat inspireren door hetgeen al op die diepte aan organismen leeft. Dat heet building with nature.” Veel werk is verzet voor het opstellen van een Arctic Operations Handbook. “Het noordpoolgebied staat meer en meer in de belangstelling. De noordelijke scheepvaartroute gaat open en de olie- en gasindustrie verplaatst haar activiteiten steeds verder noordwaarts. Het betreft hier een heel gevoelig milieugebied, waarvan we niet weten wat de effecten zullen zijn als er een olieverontreiniging optreedt en welke schadelijke stoffen zich dan ophopen en hoe deze doorwerken in de voedselketen. Vandaar dat het van eminent belang is dat dit goed in kaart wordt gebracht. Hiervoor hebben wij dezelfde systematiek ontwikkeld als voor de diepzeeoperaties. Interessant is ook de casestudy die we hebben gedaan over de aanleg van een pijpleiding in arctisch gebied. Voor deze studie bestaat vanuit het bedrijfsleven veel belangstelling.”
Medegebruik windparken Over het project Blauwdruk Offshore Energie & Aquafarming zegt Floris Groenendijk: “Er komen steeds meer windparken op de Noordzee. Tot nu toe werden deze parken gezien als gesloten gebieden waar men niet in mocht. Wij hebben echter een studie verricht naar wat met de ruimte tussen de windturbines zou kunnen worden gedaan. De visserij zou er bijvoorbeeld met stabiele vaste tuigen of staandwant aan de slag kunnen. Maar ook mossel- of wierkweek behoort tot de mogelijkheden. Onze focus ligt op de mosselkweek, maar we houden de deur open naar zeewierkweek. Zelf schat ik in dat er op termijn een pilotproject in een windpark komt voor beide culturen. En dan kan hierbij onze Blauwdruk-studie heel goed worden gebruikt. We hebben dit echt heel breed ingestoken, vanaf mariene ecologie tot aan de governance aspecten. Ofwel wie zijn er allemaal bij betrokken en welke technieken zijn hiervoor nodig. Onze onderzoeksresultaten vormen een blauwdruk waarmee men direct aan de slag kan gaan. En dan heeft men gelijk een voorsprong op de rest.” De door IMARES uitgevoerde studie vormen de EFRO-werkpakketten 02 en 03. Het poolgebied is heel gevoelig voor olieverontreinigingen.
Corrosiefenomenen onder extreme condities Een bijzonder project dat dankzij een EFRO-subsidie in Den Helder kon worden gerealiseerd, betrof het onderzoek naar corrosie onder zeer hoge druk als ook onder arctische omstandigheden. Dit project ging van start onder de vlag van TNO maar werd na de privatisering van de afdeling Den Helder van TNO voortgezet door ENDURES. “Vanaf 1964 zit het laboratorium al in Den Helder”, zegt ENDURES-directeur Sibo Buter, “en we hebben ondertussen op corrosiegebied heel veel expertise in huis. Het betrokken EFRO-project, getiteld Corrosion Probe, was in eerste instantie breed opgezet maar al snel werd duidelijk dat het onderzoek zich moest gaan toespitsen op corrosiefenomenen onder extreme condities zoals hoge druk en in arctische omstandigheden. Daartoe zijn nieuwe testopstellingen ontworpen en is benodigde apparatuur aangeschaft. In verschillende series experimenten is nieuwe kennis over corrosie opgebouwd, met name ook over de rol van bacteriën die voorkomen in de diepzee en in arctische gebieden. Microbiologische corrosie is ook onder die omstandigheden van belang, materialen die in de diepzee (500 – 2000 m) of in poolgebieden worden gebruikt zullen daartegen beschermd moeten worden. Onder meer met behulp van moleculaire technieken is uitgezocht wat bacteriën onder dergelijke omstandigheden precies doen. We hebben veel kennis opgedaan en beschikken nu over bacteriekweken die voor klanttesten kunnen worden ingezet.”
Naar de markt De volgende stap die ENDURES-directeur Sibo
Corrosieonderzoek in het laboratorium van ENDURES in Den Helder.
Buter wil zetten, is het naar de markt brengen van de ontwikkelde kennis. “De zoektocht naar schaarse mineralen verplaatst zich steeds meer naar dieper water. Dit wordt deepsea mining genoemd, bijvoorbeeld van mangaanknollen. Vragen naar welke materialen daarvoor geschikt zijn kunnen wij met deze kennis beter beantwoorden. Maar het geldt ook met betrekking tot het leggen van pijpen in diep water. Wij zijn er in ieder geval klaar voor om die kennis in te zetten en zouden er graag met bedrijven als IHC en Allseas, alsook andere partijen mee aan de slag
Steun voor starters en doorstarters Om in de Kop van Noord-Holland starters en doorstarters te stimuleren zijn naast individuele ondersteuning ook workshops gehouden. Veelal gebeurde dit in nauwe samenwerking tussen MCN en KplusV en ATO Sustainable Business Engineers. Met name voor de workshops die in het kader van EFRO-werkpakket 06 werden georganiseerd toonden de ondernemers interesse, waaronder ‘Innoveren door verbinden’ en ‘Praktisch Administreren“. Maar ook de samen met Rabobank Kop van Noord-Holland georganiseerde bijeenkomst 'Startersfinanciering' mocht zich in een warme belangstelling verheugen. Hierbij trok vooral het onderwerp crowdfunding de aandacht. Voor individuele
ondersteuning kregen starters en doorstarters een adviseur toegewezen. Op donderdag 19 november houden ATO en KplusV in het nieuwe onderkomen van IMARES en MCN aan het Ankerpark in Den Helder nog een tweetal miniworkshops. De activiteiten van ATO en KplusV werden uitgevoerd onder werkpakket 06 (Marktanalyse/MCN Incubator).
gaan. Vanwege de aanhoudend lage olieprijzen op de wereldmarkt zijn echter veel projecten uitgesteld of afgeblazen, waardoor de kans op een proefproject is afgenomen. Maar onze kennis is en blijft nodig om straks in diep water apparatuur duurzaam te kunnen inzetten.” ENDURES heeft samen met MCN en enkele andere partners een EFRO-2 aanvraag ingediend om de opgedane kennis toch naar de markt te kunnen brengen. Het onderzoek van TNO/ENDURES is als Werk pakket 01 onder de EFRO-subsidie uitgevoerd.
Spelen met levenscyclus windturbinepark Wat komt er allemaal kijken bij het beheer van een groot windturbinepark op zee. John Stavenuiter, de expert op het gebied van Asset Management Control in Nederland, heeft hiervoor in het kader van het EFROproject Asset Management Dynamics een computerspel ontwikkeld dat zich in een warme belangstelling mag verheugen. En daar zou het niet bij blijven. Dertien jaar geleden stond scheepsbouwkundige John Stavenuiter in Den Helder aan de wieg van AMC Centre, waarbij AMC staat voor Asset Management Control. Vandaag de dag is hij nog steeds als programmadirecteur aan dit centrum verbonden. “AMC Centre is geheel gefocust op het ‘in control’ krijgen én houden van assets (kapitaalgoederen) ofwel het beheersen en verder optimaliseren van instandhoudingsprocessen. Met het EFRO-project Asset Management Dynamics zijn wij nog een stapje verder gegaan door op basis van bestaande systeemmodellen simulaties uit te voeren. Hiermee kunnen we gedurende de levenscyclus van een asset zien wat afhankelijk van het gebruikersprofiel de meeste optimale instandhoudingsstrategie is. Ofwel met rekenmo-
dellen het noodzakelijke onderhoud bepalen. Met het hieruit ontwikkelde computerspel kan over een periode van twintig jaar een asset zo optimaal mogelijk worden beheerd. Het spel wordt in groepen gespeeld en is volledig web-ondersteund. Als asset voor deze zogeheten Asset Management Awareness Game hebben we gekozen voor een virtueel offshorewindturbinepark. Dit bestaat uit zeventig windturbines van elk 3 MW. Kortom, een groot windpark met een capaciteit van 210 MW waarvan de bouw een initiële investering heeft gevergd van een half miljard euro. Dit spel wordt ondertussen al heel serieus gespeeld bij Defensie en bij diverse bedrijven, waaronder in de olie- en gasindustrie.”
Spin-off “Ondertussen hebben wij alweer een volgende stap gezet”, vervolgt John Stavenuiter. “Van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium hebben wij opdracht gekregen om de applicaties van het spel zo generiek te maken dat elk systeem hierin kan worden gemoduleerd. Bijvoorbeeld een olie- of gasproductieplatform, maar ook een vliegtuig of een helikopter. Wij leveren hiervoor de software en dat wordt absoluut een mooie spin-off
van het EFRO-project.” Maar er is meer, want AMC Centre heeft in overleg met het Kenniscentrum Wind op Zee, een ander MCN-project, ook het Wind Farm Logistics programma ontwikkeld. “De ontwikkeling van dit programma is gebaseerd op het model van Asset Management Dynamics, en betreft het zo efficiënt mogelijk omgaan met een windfarm. Het Wind Farm Logistics programma omvat een opleiding en een kenniscentrum en is samen met de Shanghai Maritime University en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ontwikkeld.” John Stavenuiter, die in 2002 is gepromoveerd op Asset Management Control, stelt tot besluit dat de EFRO-subsidie een geweldige boost heeft gegeven aan projecten op zowel het gebied van systeemmodellering als softwareontwikkeling. Met als prachtig resultaat de Asset Management Awareness Game en een prototypeapplicatie voor het doorrekenen van de Life Cycle Cost voor een Wind Fish Farm (ref. project Blauwdruk van IMARES) waarmee verder kan worden doorontwikkeld. De ontwikkeling van Asset Management Dynamics is gevormd door EFRO-werkpakket 05.
Meer belangstelling voor techniek Je proeft en ruikt de bedrijfscultuur bij het binnentreden van de in Den Helder gevestigde Techniekcampus. Eén van de modernste technische opleidingscentra van Nederland en tevens de bakermat van het ROC Kop van Noord-Holland voor wat betreft het volgen van dankzij een EFRO-subsidie ontwikkelde mechatronica-opleidingen. Met groot enthousiasme vertelt Peter Droog, directeur Onderwijs van het ROC Kop van NoordHolland, over de EFRO-werkpakketten die hebben geresulteerd in de ontwikkeling van een aantal technische opleidingen met bijbehorende infrastructuur. Met die opleidingen kon worden ingespeeld op de behoefte die hieraan bestaat in het bedrijfsleven. “Dankzij het uitstekende net-
werk van Maritime Campus Netherlands (MCN) konden wij onze vragen over wat ondernemers van ons verwachten overal neerleggen. Als antwoord kwam dat de markt steeds meer behoefte heeft aan multifunctionele op technisch gebied inzetbare medewerkers. Dit was toen voor ons aanleiding om de MBO-opleidingen mechatronica niveau 2 tot en met 4 te gaan ontwikkelen. Deze omvatten onder andere elektrotechniek, werktuigbouwkunde, ict-toepassingen of de aansturing daarvan. Op dit moment draaien vooral de niveau 2 en niveau 3 mechatronica-opleidingen heel goed. En een aantal modules uit deze opleidingen is in de middenkader engineering niveau 4 opleiding terechtgekomen. In deze opleidingen komen straks diverse differentiaties. Er is zelfs een module Sustainable energy ontwikkeld.”
Samenwerken loont Het slagvaardig optreden van het ROC Kop van Noord-Holland en de verschillende partners waarmee in de Techniekcampus wordt samengewerkt heeft als positief effect een toenemende belangstelling van jongeren om bij de Techniekcampus een technische oplei-
ding te volgen. “Hiermee onderscheiden wij ons van de landelijk trend waar de belangstelling voor technisch onderwijs juist afneemt. Ook het bedrijfsleven volgt met grote interesse de ontwikkelingen hier in Den Helder. Mede dankzij de EFRO-subsidie en de hulp van MCN staan onze mechatronica-opleidingen er heel goed voor. Het heeft voor ons als een soort vliegwiel gewerkt. Vooral omdat we ook de dialoog met het bedrijfsleven zijn aangaan. En mooi is ook dat wij hier in Den Helder nauw met Tetrix Techniekopleidingen samenwerken, waardoor we op de Techniekcampus alle faciliteiten voorhanden hebben om volwaardig technisch onderwijs op de niveaus 2, 3 en 4 te kunnen geven. Dat spreekt het bedrijfsleven zeker aan. Ook de Koninklijke Marine, eveneens een belangrijke partner, neemt mechatronicaopleidingen van ons af. Daarom onderstreep ik graag nog eens het grote belang van de uitstekende netwerkorganisatie van MCN voor de gehele regio.” De mechatronica-opleidingen zijn ontwikkeld middels de EFRO-werkpakketten 07, 08 en 09.
Lectoraat Calamiteitenbestrijding vindt vervolg Het staat als een huis en wordt ook de komende jaren gecontinueerd. Het lectoraat Calamiteitenbestrijding, ook wel lectoraat Maritiem, Marien, Milieu & Veiligheidsmanagement genoemd. Met dank aan de EFRO-subsidie die de opzet ervan mogelijk heeft gemaakt. Lector Wierd Koops geeft een kort overzicht van de doelen die ondertussen zijn behaald. Het idee om een lectoraat Calamiteitenbestrijding op te zetten is afkomstig van NHL Hogeschool Leeuwarden. “Een EFRO-subsidie heeft dit vervolgens mogelijk gemaakt. Afgesproken was destijds dat een flink deel van de activiteiten in Den Helder zou plaatsvinden. En dit is inderdaad gelukt. Zo is hier een groot offshoresymposium gehouden en zijn twee Oil & Chemical Spill Response Courses gegeven. Bijzonder hierbij was de grote belangstelling vanuit de Verenigde Staten. De Amerikanen die naar Den Helder kwamen, waren heel enthousiast. Op hun kosten mochten zelfs vier studenten vier jaar lang hier hun Phd-studie voltooien. Een andere doel was vergroting van ons netwerk. Dat is eveneens gehaald. Niet alleen binnen het bedrijfsleven, maar ook bij overheden en zelfs bij een veertiental universiteiten rond de Golf van Mexico. Daarnaast kunnen we nu gebruik maken van het grote netwerk van het Maritiem Instituut Willem Barentsz op Terschelling.” Via het lectoraat worden tevens lessen Calamiteitenbestrijding gegeven aan de studenten van de HBO Minor Oil & Gas die in samenwerking met MCN in
Den Helder is opgezet. Daarnaast worden voor nationale en internationale overheden en bedrijven cursussen olie- en chemicaliënbestrijding verzorgd en wordt door het lectoraat en de studenten een reeks aan onderzoeken uitgevoerd.
Kennisborging Een andere doelstelling van het lectoraat was het borgen van kennis. Wierd Koops zegt hierover: “Mede dankzij twee RAAK-MKB-subsidies hebben we het Handboek Oliebestrijding (Oil Spill Response Manual) en het Handboek Chemicaliënbestrijding (Chemical Spill Response Manual) kunnen samenstellen. In beide boeken is in woord en beeld een schat aan informatie te vinden over de bestrijding van olie- en chemicaliënverontreinigingen op zee en wat het
Nederlandse bedrijven op dit gebied zo al te bieden heeft. Verder is nog een derde handboek, gericht op internationale wet- en regelgeving met betrekking tot het bestrijden van calamiteiten op zee, in aantocht. Daarnaast willen we ook andere HBO-opleidingen bij ons lectoraat betrekken en de touwtjes met het bedrijfsleven verder aan te halen om de opgedane kennis te borgen en te verspreiden.” Het belang van het lectoraat, dat op dit moment met ondersteuning van een aantal docenten door vier vaste medewerkers wordt bemand, geniet inmiddels een brede erkenning. Mede hierdoor heeft NHL Hogeschool Leeuwarden besloten het lectoraat te continueren. Het lectoraat Calamiteitenbestrijding betreft het EFRO-werkpakket 10.
Lectoraat Windenergie heeft wind in de zeilen Naast het lectoraat Calamiteitenbestrijding is dankzij EFRO nog een tweede lectoraat tot stand gekomen. Het betreft het lectoraat Windenergie dat op initiatief van MCN is opgezet bij NHL Hogeschool Leeuwarden. Onder leiding van lector Gerard Schepers richt het lectoraat Windenergie zich op praktijkgericht onderzoek en onderwijs op het gebied van windenergie. Het lectoraat is uniek aangezien het Nederland tot die tijd aan een dergelijke HBO-instelling ontbrak. Gerard Schepers geeft leiding aan de kenniskring, waarin experts vanuit zowel de NHL Hogeschool Leeuwarden als de praktijk hun kennis en ervaring inzetten voor nieuwe onderwijs-, onderzoeks- en innovatieprojecten op het gebied van windenergie. Studenten van de hogeschool draaien mee in de onderzoeksprojecten die onder meer zijn gericht op kleine windturbines en het inspecteren van windturbines in het algemeen. Naast het lectoraat Windenergie is de EFRO-subsidie ook aangewend voor de opzet van de HBO- afstu-
deerrichting Offshore Windenergie, als ook een technische HBO Minor Offshore Windenergie die net als de HBO Minor Oil & Gas op het KIM in Den Helder wordt gegeven. De afstudeerrichting is bij NHL Hogeschool Leeuwarden verbonden aan de afdeling Engineering. Onder de vlag van het lectoraat is de afgelopen jaren in Den Helder een hele reeks introductiecursussen Offshore Windenergie gegeven die zich keer op keer in een warme belangstelling hebben mogen verheugen.
Het lectoraat Windenergie, de Minor Offshore Windenergie en de afstudeerrichting Offshore Windenergie zijn onder het EFRO-werkpakket 11 opgezet.
Minor Offshore Oil & Gas staat als een huis In september is alweer de vijfde editie van de Minor Offshore Oil & Gas van start gegaan. De klas telt deze keer maar liefst 26 HBO-studenten. En volgens coördinator Betty Johanns is de belangstelling voor deze op initiatief MCN door NHL Hogeschool Leeuwarden en het offshorebedrijfsleven opgezette opleiding nog steeds groot. Dankzij de EFRO-subsidie kon in 2011 in Den Helder de eerste editie, toen nog onder de naam Minor Petrochemie & Offshore, van start gaan. “Voor deze zes maanden durende opleiding hadden zich toen twaalf studenten aangemeld, maar in de daaropvolgende jaren zouden dit er alleen maar meer worden. Nu staat de teller al op 100 studenten die allemaal graag een goede baan in de offshore-industrie willen hebben. De lessen worden gegeven op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM), dat deel uitmaakt van de Nederlandse Defensie Academie. EFRO heeft ervoor gezorgd dat dit op deze locatie kan worden gedaan. Bijzonder is dat de opleiding in nauwe samenwerking met de sector wordt ingevuld. Gastdocenten - allemaal mensen uit de praktijk - nemen 70 tot 80 procent van de lessen voor hun rekening. Daarnaast gaan de studenten regelmatig bij bedrijven op bezoek. NHL Hogeschool Leeuwarden is verantwoordelijk voor de organisatie, het niveau en de examinering van de opleiding, terwijl de lesstof in nauw overleg met het bedrijfsleven wordt samengesteld.” Met de EFRO-subsidie konden de eerste vier
edities van de minor in Den Helder worden gefinancierd. Het belang wordt echter dusdanig hoog ingeschat dat er dankzij medefinanciering door de gemeente Den Helder en de branchevereniging NOGEPA nu ook een vijfde editie is gekomen.
Kennisoverdracht De Minor Offshore Oil & Gas neemt samen met nog drie andere minors in Nederland deel in het HBO Offshore Netwerk. Betty Johanns vervolgt: “Op donderdag 5 november waren onze studenten ook aanwezig op het door mij bij NHL Hogeschool Leeuwarden georganiseerde HBO Offshore Network Symposium 2015. Zij oogstten veel bewondering met de presentaties (pitches) van door hen uitgewerkte opdrachten. Dit leverde een aantal zeer knappe oplossingen voor diverse vraagstukken op. Verder heeft het Ministerie van Economische Zaken een zogeheten NICHE uitgeschreven voor het in Mozambique opzetten van (hoger) onderwijs op het gebied van olie, gas en renewables. Hierdoor kunnen de Mozambikanen straks zelf in deze sectoren
werken en zo profiteren van hun eigen natuurlijke bronnen. Onderwijspartijen werd gevraagd om hierop in te schrijven. Vanwege onze specifieke kennis van het opleiden van mensen voor de olie- en gassector had Mozambique als voorwaarde gesteld dat wij met onze minororganisatie deel zouden uitmaken van het nog te vormen consortium. Onze studenten zouden dan via uitwisselingsprogramma's stage kunnen gaan lopen in dit Afrikaanse land. Ik ben heel benieuwd of en hoe we dit kunnen invullen.” De Minor Oil & Gas is opgezet onder het EFRO-werkpakket 12.
De studenten van de vierde Minor Offshore Oil & Gas voor het schoolgebouw in Den Helder.
Grootste techniekschool van Noord-Holland Meer belangstelling van jongeren voor techniek en een geslaagde opzet van de Techniekcampus in Den Helder zijn klinkende resultaten van de EFRO-subsidie die circa vijf jaar geleden voor dit doel is toegekend. Een geweldig score, zegt Henk Kemkes, directeur Tetrix Techniekopleidingen. Met de EFRO-subsidie zijn de projecten Rondje Techniek en Leerdock Techniek uitgevoerd. Over eerstgenoemd project zegt Henk Kemkes: “In het kader van Rondje Techniek is door ons een aantal promotionele activiteiten ontplooid rond het enthousiasmeren van jongeren voor techniek, met de nadruk op offshore en maritiem. In deze sectoren komt namelijk heel veel techniek om de hoek kijken. Dankzij deze subsidie zijn wij in staat geweest jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 16 jaar een goed beeld te geven van hun opleidingsmogelijkheden voor beide sectoren. Naast het geven van allerlei presentaties hebben we samen met hen bedrijven bezocht en de practicums op de Techniekcampus bekeken. Mede hieruit is zelfs onder de noemer 'Carrières aan Zee' een voorlichtingsbeurs voor jongeren ontstaan. Al deze activiteiten hebben ertoe bijgedragen dat wij in tegenstelling tot de landelijke
trend, waar de belangstelling voor techniek ondertussen is gehalveerd, een sterke groei waarnemen.”
Techniekcampus Het andere EFRO-project is eveneens heel succesvol verlopen. Henk Kemkes: “Ons idee was om in een hal een zogeheten leerdock neer te zetten waarin we jonge mensen via practicums kennis konden laten maken met techniek en hen konden opleiden voor een baan in de offshore- en maritieme sector. Ongeveer zes jaar geleden zijn we hier heel voorzichtig mee gestart. Inmiddels staat er een heel mooi opleidingsinstituut voor
Den Helder en de regio. Er is net nog een nieuwe hal bijgebouwd met ook hierin weer practicums gericht op maritieme technieken, alsook op duurzaamheid (sustainable energy). Kort samengevat heeft de EFRO-subsidie een boost gegegeven aan het opzetten van de Techniekcampus, die ondertussen is verworden tot de grootste techniekschool van Noord-Holland, waar ongeveer 550 leerlingen technisch onderwijs volgen. Iets om trots op te zijn.” Rondje Techniek en Leerdock Techniek vormden de EFRO-werkpakketten 13 en 14.
De Techniekcampus in Den Helder is de grootste techniekschool van Noord-Holland.
EFRO-werk uitdagend en leerzaam Het was voor haar één grote uitdaging waar ze veel van heeft geleerd, zegt MCN-directeur Marja Doedens. Een dan doelt zij op het gelijktijdig moeten aansturen van een groot aantal EFRO-werkpakketten, uit te voeren door veel verschillende projectpartners. Zelf heeft zij drie projecten voor haar rekening genomen. En gezien de hierbij opgedane ervaringen smaakt het naar meer. Via het EFRO-werkpakket 15, genaamd MCN Projectbureau, was Marja Doedens verantwoordelijk voor de aansturing en uitvoering van alle andere werkpakketten. “Vanaf dag 1 was het een uitdaging om alles goed voor elkaar te krijgen. Vooral omdat we te maken kregen met allerlei verschillende partijen en niet iedereen de ervaring heeft die nodig is om met dit soort projecten om te gaan. Verder brengt een EFRO-project altijd een aanzienlijke administratieve last met zich mee. Alles moet diverse keren worden opgeschreven, uitgelegd en goed te controleren zijn. Je moet er heel hard aan trekken om iedereen enthousiast te krijgen en te houden. Maar als het lukt, dan gaat iedereen als een speer. Ik heb er in ieder geval niet alleen veel van geleerd, maar ook veel plezier aan beleefd. Alle partners hebben elkaar veel beter leren kennen en we weten nu hoe we in de toekomst de dingen beter kunnen doen en de zaken effectiever kunnen benaderen en aanpakken. Kortom, we weten nu dat we zo’n traject nog veel efficiënter kunnen doorlopen.”
Werkpakket 16 Over EFRO-werkpakket 16, opgesplitst in MCN Afstandleren (E-learning) en MCN Gender, vertelt Marja Doedens het volgende: “Afstandleren was nog een fenomeen waarvan niemand precies wist hoe dit moest worden aangepakt. Wat we samen met de NHL in veel gevallen hebben gedaan, is het opnemen van lessen en masterclasses en deze digitaal beschikbaar stellen. Goede voorbeelden zijn de masterclass ‘Offshore Wind’ van Jos Beurskens en een masterclass van Eneco. Verder hebben we een mooie film gemaakt met de titel ‘Kennis van een duurzame Noordpool’. Een documentaire over het op het eiland Spitsbergen uitgevoerde onderzoek naar de effecten die nieuwe activiteiten als olie- en gaswinning, scheepvaart en toerisme op dit kwetsbare gebied kunnen hebben. Verder is er ook een film gemaakt over de Techniekcampus in Den Helder. Beide films zijn naast leerzaam ook wervend. Het ultieme doel van afstandleren is dat mensen die niet op school zitten toch kennis
tot zich kunnen nemen. Gedurende het gehele traject is E-learning voor mij een steeds groter begrip geworden.” In werkpakket 16 zat ook het project MCN Gender, met als hoofddoel meer meisjes en vrouwen in de maritieme industrie aan het werk te krijgen. “Gedurende het traject kwamen we erachter dat we hiermee best een mooi doel voor ogen hadden, maar dat het tekort aan mensen in onze industrie heel groot is. En dat we ons daarom niet kunnen beperken tot het werven van alleen meisjes en vrouwen. Hieruit is het idee ontstaan om ‘Carrières aan Zee’ op te zetten. Dit voorlichtingsevenement is een groot succes geworden. Daarnaast heeft dit project geleid tot de bewustwording bij onze partners dat er meer aandacht moet worden besteed aan het in dienst nemen van meisjes en vrouwen.” De projecten MCN Projectbureau en MCN Afstandleren en MCN Gender zijn uitgevoerd via de EFRO-werkpakketten 15 en 16.
‘Carrières aan Zee’ schot in de roos Hoe kun je jongeren en hun ouders al in een vroeg stadium enthousiast maken voor de studie- en loopbaanmogelijkheden in de olie- en gasindustrie en windenergiesector offshore als ook in de maritieme sector en dan in het bijzonder de Koninklijke Marine. Het passende antwoord op deze vraag bleek het in Den Helder organiseren van het unieke voorlichtingsevenement 'Carrières aan Zee' te zijn. Na twee edities kan worden gesteld dat het door EFRO gesubsidieerde evenement een groot succes is geworden. Marja Doedens: “Bij de eerste editie in 2014 werd het voorlichtingsevenement bezocht door 3.000 leerlingen van scholen uit NoordNederland. Bij de tweede editie, dit jaar, was het aantal leerlingen dat al dan niet vergezeld van ouders op het evenement afkwam, gestegen tot 3.500. Je kunt jongeren, maar ook de ouders niet vroeg genoeg kennis laten maken met de mooie carrièremogelijkheden in bovengenoemde sectoren.” Ruim dertig bedrijven, opleidingsinstituten en onderwijsinstellingen maakten er beide keren met veel 'doe-dingen' een spetterende
dag van. Veel aandacht trok de deelname van de Koninklijke Marine. KTZ R.J.A.M. Ramaekers zegt hierover: “Als onderdeel van de Koninklijke Marine was het Marinebedrijf met een eigen stand vertegenwoordigd. Ditzelfde gold voor de afdeling Koninklijke Marine Technische Opleidingen die met instructeurs als ook leerlingen deelnamen. Je ziet dat de maritieme sector mensen trekt. Vooral als je hen de gelegenheid biedt om een kijkje te nemen in onze keuken, maar ook in die van alle andere deelnemers en opleidingsinstituten, waaronder het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM). De opzet van 'Carrières aan Zee' is een heel goed initiatief voor Den Helder. Het is niet alleen
een mooie manier om de offshore-industrie en maritieme sector op de kaart te zetten, maar ook om Den Helder als kennishaven te promoten. Daar werken wij graag aan mee. Met onze aanwezigheid hopen wij jongeren ook te interesseren voor een baan bij de marine. Kortom, 'Carrières aan Zee' is van groot belang voor de ontwikkeling van zowel de haven als de hele regio.” Marja Doedens zegt tot besluit: “Met dit evenement kunnen jongeren voor de eigen regio behouden worden in plaats van ze uit andere delen van het land te moeten aantrekken. Daar wordt de gehele regio beter van. Reden genoeg dus om hiermee door te gaan.”
MCN naar Zeevaartschool verhuisd Samen met het kennisinstituut IMARES is MCN in Den Helder verhuisd van het schiereiland Harssens naar de voormalige Zeevaartschool aan het Ankerpark. Dit in de stijl van de Amsterdamse School gebouwde pand is door Woningstichting Den Helder geheel gerestaureerd, waarbij ook twee vleugels zijn aangebouwd. In de tweede week van november heeft de verhuizing plaatsgevonden. In het nieuwe pand concentreert IMARES drie werklocaties die tot dan over Texel en Den Helder verspreid zaten. Van de 200 IMARES-medewerkers in Nederland hebben er 65 hier een nieuwe werkplek gevonden. Het oude pand zit geklemd tussen twee nieuwe vleugels. Hierin zijn aan de westzijde een laboratorium ingericht en aan de oostzijde kantoren, waaronder op de derde verdieping, met een riant uitzicht over Den Helder en de haven, het nieuwe onderkomen van MCN met twee kantoren, een vergaderzaal en een buitenterras. De kantoren van de directie van IMARES bevinden zich op de vierde en tevens hoogste verdieping.
Algemeen directeur Martin Scholten zegt over de verhuizing: “Wij willen van deze locatie een ontmoetingsplaats maken voor medewerkers van aan zee gerelateerde bedrijven, beleidsmedewerkers van verschillende overheden en onderzoekers en studenten van universiteiten en andersoortige kennisinstituten.“ Ons nieuwe adres is: Maritime Campus Netherlands (MCN) Ankerpark 27, 1781 AG Den Helder Postbus 57, 1780 AB Den Helder www.maritimecampus.nl Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.
Presentatie eindresultaten EFRO/MCN projecten Op donderdag 19 november presenteren in Den Helder alle deelnemers in een doorlopend programma de eindresultaten van de EFRO/MCN projecten waaraan door hen de afgelopen vijf jaar in Den Helder hard is gewerkt. Dit gebeurt op drie verschillende locaties tussen 14.00 en 18.00 uur. Alleen de workshops in de Zeevaartschool hebben een vaste aanvangstijd. Iedereen is van harte welkom om hiervan kennis te komen nemen.
PROGRAMMA Locatie 1: Zeevaartschool, Ankerpark 27 Presentatie van de totaalresultaten van de EFRO/ MCN projecten. Diverse publicaties en films. Kenniscentrum Wind op Zee presenteert onder andere de zogeheten Windgame. Deelnemers aan de onderzoeksprojecten laten diverse resultaten, documentatie en proefjes zien. Wind Fish Farming als case voor LCC-simulaties van kapitaalgoederen. Om 14.30 uur en om 15.30 uur de miniworkshop ‘Ondernemerschap & Financiering’ en om 15.00 uur en om 16.00 uur de miniworkshop ‘Asset Management Dynamics’.
Locatie 2: Techniekcampus, Burgemeester Ritmeesterweg 31 Presentaties, demonstraties en een film van de VO/MBO-projecten op het gebied van diverse nieuwe vraaggestuurde onderwijstrajecten in het kader van techniek en duurzame offshore energie.
Locatie 3: Koninklijk Instituut van de Marine (KIM-Enys House), Het Nieuwe Diep 8 Presentaties over de HBO-projecten op het gebied van vraaggestuurd onderwijs voor Olie&Gas en Offshore Windenergie en de lectoraten Calamiteitenbestrijding en Offshore Windenergie. Filmpjes, bouwpakketten en materiaal van de turbinewedstrijd, rapporten, eindopdrachten en andersoortige documentatie.
Colofon MCN Nieuwsbrief is een uitgave van Maritime Campus Netherlands (MCN) en wordt verspreid onder bestaande en potentiële relaties. De uitgave heeft als doel geïnteresseerden optimaal te informeren over bestaande en nieuwe activiteiten van MCN, alsmede andere belangrijke zaken die met deze activiteiten in verband staan. Met bronvermelding is overname van delen van de inhoud van deze nieuwsbrief toegestaan. De inhoud is samengesteld ter informatie. Aan de feitelijke inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Maritime Campus Netherlands (MCN) Bezoekadres: Ankerpark 27, 1781 AG Den Helder Postadres: Postbus 57, 1780 AB Den Helder T 06-20133175 E
[email protected]
Redactie en productie PAS Publicaties
Fotografie PAS Publicaties, Flying Focus, Peter van Aalst, ENDURES, IMARES, ROC Kop van Noord-Holland, Marjolijn Lamme
Vormgeving Finnmedia bv
Vanaf 17.00 uur is er op alle drie locaties gelegenheid tot netwerken en het nuttigen van een hapje en een drankje om de succesvolle afronding van de EFRO-projecten te vieren.
Druk ROWA Druk & Media
www.maritimecampus.nl