ledenblad van Natuurpunt Dilbeek – jaargang 5 nr. 5 – september-oktober 2007
Activiteitenkalender zondag 23 september 2007 – 14 u Natuur langs de Hoppewandeling Afspraak: Kasteel La Motte, Lumbeekstraat, Sint-Ulriks-Kapelle zondag 21 oktober 2007 – 14 u De Thaborberg in herfstlicht Afspraak: Parking Michielsheem, Kattebroekstraat 199, 1700 Dilbeek (Ring afrit 12, richting Sint-Agatha-Berchem )
Is er nog ruimte voor de natuur in de Dilbeekse woonomgeving?
woensdag 7 november 2007 - 20 u Paddestoelendeterminatie Afspraak: Kasteel La Motte (zie 23/9) zaterdag 17 november 2007 - 10-16 u Beheersdag op de Thaborberg Afspraak: Michielsheem (zie 21/10) zondag 9 december 2007 - 14 u Geleid bezoek aan het Plantenpaleis (Meise) Afspraak: Nationale Plantentuin Nieuwelaan 38, 1860 Meise Bijdrage: kostendelend vervoer (13u30 vertrek aan Westrand), toegang 4 € Inschrijving: via Louis De Leeuw, 02/569.27.28 of
[email protected] Deelname: gratis voor leden, 1€ voor niet-leden, tenzij anders aangegeven.
Verstedelijking brengt altijd een ecologische verschraling mee, die zonder natuurgericht overheidsingrijpen op den duur onomkeerbaar wordt. Tijdens onze Wolfsputtenwandeling in het voorjaar viel het ons nog maar eens op hoe schril de ecologische kwaliteit van het natuurgebied afsteekt tegen die van zijn omgeving. Natuurrestjes in de buurt liggen er vaak verruigd bij of worden zo drastisch “vertuind” dat er van natuur niets meer overblijft.
Contactpersonen: Algemeen: Eric De Jonge 02/567 04 38 –
[email protected] Natuur•ket (jongerenwerking): Ignes Verstraete 02/466 55 85 –
[email protected] Thaborberg: Lien van Besien 0497/83 43 39 –
[email protected] Persrelaties: Myriam Wouters & Erik Loosveldt 02/567 25 11 –
[email protected] Inschrijving voor activiteiten: Louis De Leeuw 02/569 27 28 –
[email protected] rekening: 000-3250101-19 natuur•contact, website, melding waarnemingen: Marc Bruneel – 02/466 63 28
[email protected] website: www.natuurpunt-dilbeek.be
Het twijfelachige schoolvoorbeeld in dit verband is het Kluisenbosje aan de Kerkeveldstraat in Dilbeek. Na de flagrante kaalkap, 2 jaar geleden, wacht natuurminnend Dilbeek nog steeds op de opgelegde herbebossing. De eigenaar, tot voor kort ook gemeenteraadslid, wil nu ook de wandelweg, die langs zijn domeintje loopt – en daarmee ook mogelijke pottenkijkers – definitief weg. Een nieuwe wandelweg zou opnieuw de kaalkap van een bospartij vergen. De eigenaar heeft een hele trukkendoos bovengehaald om deze dwaze aan-
Ï Het laatste stukje groen in het centrum van Itterbeek. Hoe lang nog?
Ð Al twee jaar wacht natuurminnend Dilbeek op de heraanplant van het Kluizenbosje.
vraag goedgekeurd te krijgen. Zo nam hij contact op met Natuurpunt nationaal om steun te vragen voor zijn zogenaamd groene plannen, waarin het half-kaalgekapte bos, na afsluiting ervan, weer zou worden opengesteld. Moeten we daar nu om lachen of huilen? Zijn aanvraag leverde gelukkig 1100 bezwaarschriften op. Natuurminnend Dilbeek rekent erop dat het gemeentebestuur niet ingaat op deze onzin. Bemoedigend is alvast dat zoveel mensen alert zijn voor wat er met de natuur in hun
Dilbeek
ringe omvang een grote symbolische waarde had. Het leek te zeggen: “Hier eindigt de stad en begint het landelijke Dilbeek”.Maar de metafoor voor de landelijkheid moest baan ruimen voor een heel andere: die van de megalomanie van de oprukkende grootstad. Zelfs de paar bomen die op de bouwplannen staan ingetekend, zijn niet aangeplant.
buurt gebeurt.Logisch eigenlijk, want zonder wat natuurlijk groen in je omgeving kan je even goed in de stad gaan wonen. Daar worden tenminste nog parkjes aangelegd. Zelfs als dat privéparkjes zijn met een beperkt ecologisch belang is de waarde ervan voor de woonomgeving onschatbaar. Zo bleek dit jaar nog eens in de Appelmanslaan. Onder massale druk van de buurtbewoners en enkele weldenkende politici trok de eigenaar de aanvraag om zijn parkje vol te bouwen in. In Itterbeek-dorp vragen ze zich dan weer af of en wanneer het laatste groenrestje in
het dorpscentrum – een speelpleintje met mooie houtkant, wellicht nog een gemene weide van vroegmiddeleeuwse oorsprong – ten prooi zal vallen aan verkavelingsplannen. De petitietekst ligt al klaar, mocht hier iets van dreigen te komen.
Ï Groen moet wijken voor grootstadsmegalomanie...
Ondanks het terechte protest van buurtbewoners blijft er toch woongroen verloren gaan. Een triest voorbeeld is de oprichting van het Harley Davidson Center (Capital Brussels) op de hoek van de Ninoofsesteenweg en de Moeremanslaan. Vroeger lag hier vlak op de grens met Brussel een piepklein groen hoekje, dat ondanks zijn ge-
Zon lokt volk naar barbecue
Een Natuurpunt-barbecue organiseren is niets voor hartlijders. Een paar dagen vóór datum heb je 30 inschrijvingen, maar als Frank Deboosere de volgende morgen mooi weer aankondigt voor de barbecueavond verdubbelt dat aantal bij toverslag! Het is even slikken, maar de Natuurpunt-kern is niet bang voor een uitdaging... Alle 68 deelnemers kwamen dan ook
royaal aan hun culinaire trekken. Alleen de voorraad kriekenlambiek bleek ontoereikend. Voor de eerste keer werd de barbecue niet gecombineerd met een andere activiteit en dat kwam de gezelligheid ten goede. Volgend jaar dus zelfde formule! Hartelijk dank aan al wie zich heeft uitgesloofd om van de avond een succes te maken.
Waarom zo’n heisa maken over het verdwijnen van enkele are groen vlak tegen de Ring, vraagt u zich af? Bedenk dan dat dezelfde instanties die hiervoor toelating gaven zich moeten buigen over gelijkaardige dossiers in landelijke gebieden als Sint-Ulriks-Kapelle of Schepdaal.Ze bevinden zich dus in een bijzonder zwakke positie tegenover de burger die een gelijke behandeling eist voor alle Dilbekenaren. Zo lang er geen structuurplan is dat klaar en duidelijk stelt dat in Dilbeek een tweesporenbeleid noodzakelijk is met afzonderlijke regels voor de stedelijke rand en de landelijke zones, heeft de gemeente alleen artikel 16 van het Natuurdecreet van 1997 om zich te verzetten tegen het wegvegen van alle natuurlijke elementen in de woonomgeving. Dat zegt letterlijk: “In het geval van een vergunningsplichtige activiteit, draagt de bevoegde overheid er zorg voor dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door de vergunning of toestemming te weigeren of door redelijkerwijze voorwaarden op te leggen om de schade te voorkomen, te beperken of, indien dit niet mogelijk is, te herstellen.” De zin leest wat dubbelzinning, maar het basisprincipe is wel degelijk dat vermijdbare schade aan de natuur vermeden moet worden. Het zou dus logisch lijken dat gemeenten deze regel inroepen om vergunningsaanvragen die tabula rasa maken met de natuur bij te sturen. In de praktijk gebeurt dit nooit. Hoog tijd dus dat er andere middelen worden ingezet. Liefst een regelgeving gedragen door het lokale niveau. Bijvoorbeeld een gemeentelijke verkavelingsverordening die de natuurrestjes binnen de woonomgeving in bescherming neemt. Misschien een idee waar de recent heropgerichte milieuraad zijn schouders onder kan zetten?
Dilbeek
maandag 8/10
Gooik,13 oktober
bezoek onze jaarmarktstand Groene Parel-feest Elke maandag na de eerste zondag van oktober gebeurt er in de voorstad Dilbeek iets vreemds: voor dag en dauw komen er dan allerlei landelijke diersoorten tevoorschijn (zoals boerenpaarden, dikbillen, ezels, scharrelkippen, edl.), evenals een schare marktkramers. Samen organiseren ze een gigantische file, jaarmarkt genaamd, waar iedere Dilbekenaar trouw aan deelneemt. Natuurpunt kan hierbij uiteraard niet ontbreken. We staan met onze bevoorradingspost (natuurjenever en -appeltjes) in de Verheydenstraat en vragen er aandacht voor Natuur op de Rand. Allen daarheen!
Natuurpunt Pajottenland organiseert op zaterdag 13 oktober in De Cam in Gooik een groot feest om het natuurgebied Kesterheide-Lombergbos beter bekend te maken in de streek en als "groene parel" voor het hele Pajottenland te promoten. Natuurpunt Pajottenland wil tijdens haar Groene Parel-feest aan zo veel mogelijk mensen uit de streek tonen dat Kesterheide en Lombergbos écht een unieke natuur, landschap en geschiedenis hebben en veel meer bescherming verdienen.
21/10 de Thaborberg in herfstlicht
Van 14u tot 18u is er animatie en informatie over en rond Kesterheide-Lombergbos met onder meer infostands, huifkartochten, "Groene Parel"-hapjes, springkasteel, wandelen fietstochten, fototentoonstelling… De feestnamiddag wordt georganiseerd in samenwerking met heel wat andere sociaal-culturele verenigingen uit de streek (*). Het volledige programma staat op www.groeneparel.be. Om 20u is er een daverend benefietoptreden voorzien van de lokale topper Madingma en de wereldgroep Kadril. Met veel muziek en sfeer zullen ook de laatste twijfelaars zich volledig laten gaan ten voordele van het natuurgebied Kesterheide-Lombergbos! Inkom voor het optreden is € 10 in voorverkoop via www.groeneparel.be of 054/518478, en € 15 aan de kassa. Jongeren tot 12 jaar betalen € 5 en mensen die zich ter plekke lid maken van Natuurpunt (€ 20) mogen gratis binnen.
De afwisseling van licht en donker regelt een hele boel processen in de natuur. Het verkorten van de dagen in de herfst heeft dan ook heel wat gevolgen. In het decor van de Thaborberg bekijk en we deze herfstfenomenen. En uiteraard komen ook paddestoelen aan bod. Afspraak aan de parking van het Michielsheem om 14 u.
7/11 Paddestoelen determineren Op 1 september bezocht de Vlaamse Mycologische Kring de Wolfsputten. Dat zorgde voor nieuwe opmerkelijke waarnemingen zoals staalsteelje, een zeer zeldzame satijnzwam met een glanzend blauw steeltje en de bijzonder fraaie én zeldzame goudgele hertenzwam.Minstens 40 soorten ascomyceten (zwammen in de vorm van kogeltje, schijfjes, bekertje, enz.) moeten nog op naam gebracht worden. De lijst van de Wolfsputten gaat dus zeker naar de 300 soorten. De deelnemers waren unaniem enthousiast over het gebied en beloven vaker terug te keren voor verder onderzoek.
Laat je zwammen determineren door een specialist Je weet ergens paddestoelen staan en je wil graag weten welke soort het is? Breng ze op 7 november naar Roosmarijn Steenman
van het Brabants paddestoelenproject in kasteel La Motte. Ze zal ze graag voor je op naam (proberen te) brengen. Zorg dat je de hele paddestoel meebrengt, inclusief de basis van de steel. Pluk ze niet te lang op voorhand en bewaar ze op een koele plaats. Noteer zorgvuldig de vindplaats, want de gegevens worden gebruikt voor de paddestoelenatlas voor Brabant. Die vertoont voor het westen van de regio, zoals helaas gebruikelijk, nog grote witte vlekken.
Ludo Stassen van Natuurpunt Pajottenland: "Wij vinden dat de Kesterheide een in alle opzichten uniek gebied is, in feite waardevol genoeg om opgenomen te worden op de lijst van 'werelderfgoed' van het Pajottenland. Het is een erfenis en inspiratie van generaties die we moeten koesteren, niet enkel in Gooik maar ook in alle buurgemeentes. We roepen alle mensen met een hart voor de natuur op om samen een natuurgebied te maken zoals het gewestplan het al 30 jaar geleden voorzag". Door aankoop en beheer van percelen wil Natuurpunt het gebied Kesterheide-Lombergbos verder uitbreiden tot een groot natuurgebied. Het nieuwe natuurgebied moet toegankelijk worden voor jong en oud en zachte recreatie aanbieden in de prachtige natuur. Het moet een natuurgebied worden waar gezinnen, verenigingen en scholen het hele jaar door kunnen genieten en waar ze aan kunnen meewerken. Samen met het natuureducatief centrum 'De Paddenbroek' kan de Kesterheide-Lombergbos een ambassadeur voor onze streek worden en het groene karakter van het Pajottenland tot ver over de gemeentegrenzen heen promoten. (*) In samenwerking met Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM), 11.11.11, Heemkundige Kring van Gooik, Ik leef verder, Paddenbroek, Milieu-organisatie Lennik MOL, VELT, Natuurgidsen Zuid-West Brabant, Opbouwwerk Pajottenland, Regionaal Landschap Zenne-Zuun-Zoniën...
Dilbeek
Vlinderweekend:vlinders geven verstek
Begin augustus organiseerde Natuurpunt het eerste landelijk Vlindertel-weekend.Dilbeek beperkte zich niet tot tuintellingen maar ging op zondag 5 augustus zowel in de voor- als de namiddag op zoek naar “pepels”. Dat leverde 10 dagvlindersoorten op, waarvan het merendeel na de middag. De wandelaars konden ook genieten van de vlinderfoto’s van Lieven Roesems en van onze educatieve collectie opgezette vlinders die een beeld geeft van de soorten die hier zo’n 30 jaar geleden voorkwamen. Inmiddels hebben verstedelijking en ecologische verschraling toegeslagen: van de 64 dagvlindersoorten die er ooit in Vlaanderen waren, zijn er al 19 uitgestorven.
Weinig vlinders Eén van de conclusies van het Vlindertelweekend was: veel tellers,maar weinig vlinders. Het streefdoel van 2.000 tellers werd ruim gehaald. Die noteerden samen bijna 25.000 vlinders. In Dilbeek namen 14 gezinnen deel. Goed voor 15 verschillende soorten en net geen honderd exemplaren. Ondanks het zonnige weer waren er opvallend weinig vlinders. 7 stuks per tuin was het gemiddelde voor Dilbeek. Voor Vlaanderen was dat 9. De soortenrijkdom bleef beperkt tot gemiddeld 4 soorten per tuin voor Vlaanderen en zelfs iets minder voor Dilbeek. Dit lage aantal kan worden verklaard door een blijvende algemene daling van het vlinderbestand in combinatie met ongunstige weersomstandigheden. Door de bijzonder warme aprilmaand kwamen
bijna alle vlinders twee weken vroeger uit hun pop, waardoor de piekperiode vroegen viel dan gewoonlijk. In hun vliegperiode volgde daarna een bijzonder natte meimaand en een kwakkeljuni. Voor populaties die al op een laag peil staan, is dit nefast. Ook de hoge temperatuur tijdens het telweekend speelde in het nadeel: als het te warm is, zoeken vlinders een koel plekje op in plaats van rond te fladderen.
Ï Het klein geaderd witje heeft een tekening van grijzige aders op de vleugels.
De belangrijkste resultaten In bijna alle tuinen komt minstens één van de koolwitjes voor. Groot koolwitje komt bij ons het meeste voor (24), gevolgd door Klein koolwitje (14) en Klein geaderd witje (3). Landelijk en op Vlaams-Brabants niveau haalt Klein koolwitje het van zijn grote broer. In ongeveer de helft van onze tuinen werd de Atalanta aangetroffen, evenals de Dagpauwoog, die het landelijk slechter deed (1/3 van de Vlaamse tuinen). Citroenvlinder werd maar in 1 tuin opgemerkt en ook Kleine vos liet het een beetje afweten (6 exemplaren in 2 tuinen). De enige melding van koninginnepage kwam
wellicht niet toevallig uit een landelijke hoek van Schepdaal. Atalanta, Dagpauwoog en Citroenvlinder scoren in Wallonië beduidend hoger met respectievelijk 47%, 43% en 19%: een gevolg van de betere kwaliteit van het landschap daar. Het gaat niet goed met de vlinders in Vlaanderen. Toch nemen sommige soorten toe. Het bont zandoogje kwam vroeger bijna uitsluitend in bossen voor,maar vliegt vandaag in 1/3 van de Vlaamse tuinen. Net zoals de merel, heeft deze vlinder succesvol de overstap van bos naar park- en tuinlandschap gemaakt. In Dilbeek moet hij zijn weg naar de tuinen nog een beetje vinden: de soort werd in slechts 3 tuinen opgemerkt. Voor een niet-geoefende vlinderteller is verwarring met andere zandoogjes echter goed mogelijk.Ook het Oranje zandoogje en het Bruin zandoogje kwamen in 3 tuinen voor, telkens samen 4 exemplaren, waarmee ze even talrijk waren als het Boomblauwtje. Twee zuidelijke soorten, kolibrievlinder (een dagactieve nachtvlinder) en distelvlinder, werden in 2006 massaal gezien, maar dit jaar slechts in zeer lage aantallen (bij ons in resp. 2 en 3 van de getelde tuinen). Het telweekend wordt volgend jaar herhaald. Iedereen kan maandelijks blijven tellen op www.vlindermee.be. Meer telprojecten van Natuurpunt en partners vind je op www.telmee.be.
Î Bij het klein koolwitje reikt de donkere zone van de vleugeltip niet tot de ader die door de bovenste zwarte vleugelstip loopt. Bij het groot koolwitje wel. Í
Wegwijs in witjes... De witjes leveren drie courante tuinsoorten. Het klein geaderd witje vertoont opvallende grijzige aders in de vleugels. De twee anderen hebben dat niet, maar wel donkere vlekken aan de voorvleugelpunt. Meestal kan je in tuinen het klein koolwitje zien, maar als de vlinder opvallend groter is, heb je te maken met een groot koolwitje. Om helemaal zeker te zijn, kijk je naar de tip van de voorvleugels. Als de donkere randzone reikt tot aan de ader die de bovenste zwarte vleugelstip loopt, is het zeker het groot koolwitje.
Dilbeek
keerd is dat ook het geval.Vleermuizen krijgen van nachtvlinders het signaal: “Ik ben niet te vreten! Laat me met rust”. Bepaalde soorten laten zich ook pardoes vallen als ze een vleermuis detecteren.Van de meeste rupsen is niet bekend of ze kunnen horen. Ze maken alleen geluid bij het kauwen. Maar de rupsen van vlinders die samenleven met mieren, blijken uit onderzoek met superprecieze microfoons wel geluid te maken.Ze imiteren het geluid van de mieren en worden zo niet herkend in het nest.
vijf op een rij
Vlinders communiceren voornamelijk via geuren. Mannetjes en wijfjes produceren soortspecifieke geurstoffen(feromonen). Vlinders ruiken met hun antennen. De voelsprieten spelen een belangrijke rol bij het vinden van een partner en het bepalen waar de eieren afgezet worden. Ze nemen zelfs verandering in smaak en temperatuur waar. Vlinders kunnen ook goed proeven en ruiken met hun voeten of tarsi.
Hebben vlinders ze alle 5? In onze serie over vijftallen naar aanleiding van ons vijfjarig bestaan mogen de vijf zintuigen niet ontbreken.En gezien het de voorbije tijd allemaal vlinders was wat de klok sloeg bij Natuurpunt stellen we ons de vraag of vlinders ze wel alle vijf hebben... De natuur is immers spaarzaam en je zou dus kunnen denken dat ze karig omspringt met onderdelen op een creatuur dat maar een paar dagen, weken, hooguit maanden moet meegaan.Dat valt echter nogal mee, hoewel hun zintuigen wel wat anders werken dan bij mensen. Met zijn enorme facetogen kan de vlinder naar alle kanten tegelijk kijken en beweging waarnemen,maar hij ziet niet scherp. Ook ziet hij niet dezelfde kleuren als wij.Er zijn vlinders die het hele spectrum van infrarood tot ultraviolet kunnen waarnemen, maar vaak missen ze een stukje van het rode gamma. Het zicht speelt bij dagvlinders zeker een rol bij het vinden van een partner. Bij de Kleine vos absorberen de vleugels van beide geslachten het licht net iets anders. Wij merken het onderscheid niet,maar zij gelukkig wel.Overigens is het ogenpatroon op de vleugels van de dag-
Ï De plakker is een dagactieve nachtvlinder. Het mannetje is uitgerust met een gigantisch paar antennes om geurspeuren van het wijfje op vangen.
pauwoog of de zandoogjes niet bedoeld om partners te lokken, maar dient het om belagers af te schrikken of te misleiden. Dagvlinders hebben geen oren en zijn dus doof.Nachtvlinders horen wel geluiden via een soort trommelvliezen die tympanaalorganen heten. Die zitten op het borststuk of achterlijf. De organen zijn vaak afgestemd op de frequenties die vleermuizen gebruiken om prooien te detecteren.Vleermuizen zijn zo hoorbaar tot 30 m. Omge-
Een mannetjesvlinder heeft soms een geel borsteltje aan zijn achterlijf. Hij doopt dat in een geurstof en sprenkelt het over het wijfje, om haar verliefd te maken.Zeker bij nachtvlinders is het belangrijk dat ze goed kunnen ruiken. Hun antennes zijn vaak heel groot en veervormig, in tegenstelling tot de knotsvormige antennes bij dagvlinders. Sommige nachtvlinders ruiken een wijfje van kilometers afstand. Dat is bij mensen gelukkig niet zo.
Breng je lege inktpatronen en tonercassettes naar onze containers! • Westrand (vlak bij de bibliotheek) • kringwinkel Kereweerom, Spanjeberg 4, Dilbeek. Open dinsdagvrijdag: 10u-17u30 zaterdag: 10 u - 16u30
Dilbeek
Love is in the air... Ï Het ‘uitsluipen’ van een viervlekplatbuik in vier beelden. Ð Soms loopt het fout met de dood als gevolg
Tijdens de zomermaanden is er heel wat te zien aan de Dilbeekse poelen. Er hangt liefde in de lucht. De waterjuffers en libellen zijn volop voor hun nageslacht aan het zorgen. Nadat een libel is uitgeslopen, trekt ze een poosje weg van het water om op kleur te komen en om seksueel te volgroeien. Na enkele dagen tot enkele weken keert ze terug naar het water met slechts één doel voor ogen: voortplanting. De mannetjes zijn constant bij het water aanwezig en verdedigen elk hun territorium tegen potentiële indringers. De vrouwtjes zijn iets terughoudender en komen alleen naar het water als ze klaar zijn voor een paring. De mannetjes willen het liefst dat zoveel mogelijk vrouwtjes eieren leggen die door hun sperma zijn bevrucht.Eigenlijk proberen ze met zoveel mogelijk vrouwtjes te paren. Als een mannetje een potentieel vrouwtje ziet, dan zal hij proberen ze vast te grijpen. Dit gebeurt zeer vaak terwijl ze vliegen. De paring bij libellen is uniek. De mannetjes hebben achteraan hun hoofd genitaliën.
1 2 3
4
5
7
6
Ze hebben echter ook nog secundaire genitaliën aan de onderkant van het tweede achterlijfsegment. Voor ze succesvol kunnen paren moeten ze het sperma van de hoofdgenitaliën naar de secundaire genitaliën brengen. Ook dat doen ze meestal tijdens het vliegen. Het mannetje zal eveneens tijdens het vliegen met zijn achterlijfaanhangsels( foto 1) een vrouwtje vastgrijpen achter het hoofd.(foto 2) Als het mannetje hierin slaagt dan spreken we van een tandem.( foto 3) Het mannetje zal nu door het achterlijf te bewegen proberen om de genitaliën van het vrouwtje bij zijn secundaire genitaliën te brengen. Als dit gelukt is dan vormen ze het zeer karakteristieke paringswiel.( foto 4) Sommige soorten blijven tot enkele uren in deze houding. Bij anderen duurt dit slechts enkele seconden en dan meestal nog tijdens het vliegen( Platbuik)
Het mannetje gaat nu met zijn speciaal daarvoor gevormde penis eerst bij het vrouwtje sperma verwijderen van eventuele voorgangers om er zeker van te zijn dat zijn sperma wordt gebruikt bij de bevruchting.Als het sperma is opgenomen door het vrouwtje, dan is het tijd voor het afzetten van de eieren.Dit gebeurt soms in tandem, waarbij het vrouwtje bij elke dip in het water eieren afzet.( foto 5) Soms zet het vrouwtje helemaal alleen haar eieren af, zoals de grote keizerlibel die haar eieren het liefst op dood hout of op de stengels van waterplanten afzet. ( foto 6) De enige libel die haar eieren niet in het water afzet is de houtpantserjuffer. Zij legt namelijk haar eieren in de schors van over het water hangende takken van wilgen of els. ( foto 7) De paring bij libellen kan men het beste gadeslaan rond het middaguur,op dat moment zijn ze het meest actief. Kijk niet alleen langs de waterkant, maar ook in de struiken en op grasstengels wat verder verwijdert van het water. Succes! Patrick Goossens
Dilbeek
Nieuw voor Dilbeek!
De wespspin Het moest er ooit van komen: de wespspin heeft Dilbeek bereikt. Bij de voorbereiding van de Vlinderdag vond Lieven Roesems op 31 juli een eerste exemplaar in de buurt van de Breughelpost te Sint-UlriksKapelle. Op de Vlinderdag zelf liet een exemplaar zich bewonderen aan de poel naast het Vallenbos. En voor de deelnemers aan de cursus natuurgids te Meise was de vondst van de wespspin een van de hoogtepunten van hun bezoek aan de Wolfsputten op 8 september. Deze spin kwam al vijftig jaar voor in Zuid-België, maar heeft haar verspreidingsgebied de voorbije tientallen jaren naar het noorden uitgebreid. De eerste geregistreerde waarneming in VlaamsBrabant dateert van 1997. Haar areaal strekt zich nu al uit van de Middellandse Zee tot Polen. Deze evolutie wordt uiteraard in verband gebracht met de globale opwarming van de aarde. Drie vondsten op verschillende plaatsen: dat betekent logischerwijs dat de soort al een tijdje aanwezig is in Dilbeek. Maar waarom was ze dan al niet eerder in de kijker gelopen? Waarschijnlijk waren de aantallen nog heel klein zodat de kans er een te ontmoeten beperkt was. Misschien hebben dank zij het zachte weer heel wat méér jongen dan gewoonlijk de winter overleefd. De jongen komen namelijk uit het ei in de herfst maar verlaten de grote
urnvormige cocon die hun moeder voor hen spint pas in maart. Dan produceren ze een lange zijden draad die ze in de wind laten wapperen tot de luchtstroming hen meevoert. Met wat geluk landen wat exemplaren van beiderlei kunne bij elkaar in de buurt en kan een nieuwe populatie onststaan. De wespspin is een van de grootste Europese soorten. Het lichaam van een volwassen wijfje meet 1,5 tot 2 cm. De lange poten en vooral de geel-zwarte tijgerstrepen maken haar nog indrukwekkender, zeker in de late zomer, als ze vol rijpende eitjes zit. Haar beet is zo venijnig als een wespensteek, maar haar gif is niet gevaarlijk voor de mens.Het mannetje is minstens de helft kleiner en valt na de copulatie vaak ten prooi aan het vrouwtje. Zo komen de eiwitten van papa het nageslacht ten goede... Bij de paring breekt het topje van het mannelijke geslachtsorgaan af en fungeert als soort een kurk die de geslachtsopening van het vrouwtje afsluit om de concurrentie een hak te zetten.
VELT activiteiten Vrijdag 19 oktober om 20 uur in Recreatiecentrum Itterbeek.
Naar een gezond binnenklimaat Voordracht door Vibe met steun van Tandem. Teveel fijn stof in de winterlucht, teveel ozon in de zomerlucht. Beter binnen blijven is dan de boodschap. Maar chemische stoffen in huis vormen ook steeds meer een probleem voor de menselijke gezondheid.Hoe hou je de binnenlucht dan wel gezond? Het Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen heeft er een mening over. En luisteren doet geen pijn. Wie goed geïnformeerd wil zijn, kan hier zeker wat opsteken. Vrijdag 9 november 2007 om 20 uur in Recreatiecentrum Itterbeek:
Zonder is gezonder, alternatieven voor bestrijdingsmiddelen en pesticiden. Na de laatste slakkenplaag in sier-en moestuin komen veel mensen in verleiding om toch slakkenkorrels te gebruiken. Er zijn er echter in soorten. Welke zijn de gevaren van bestrijdingsmiddelen en bestaan er andere middelen zonder gevaar? Welke oplossingen zijn er nog? Allemaal vragen en antwoorden die ieders' gezondheid én het milieu ten goede komen.Vele pesticiden worden nog door particulieren gebruikt, hoewel de Europese wetgeving dit gebruik tegen 2015 verbiedt.Tijd dus om een andere oplossing te zoeken! De gemeente Dilbeek heeft een plan om deze pesticiden niet meer te gebruiken en wij …??? Inlichtingen: Liesbeth Dothée 02/ 466 61 93 –
[email protected]
De wespspin maakt een wielweb, meestal vrij laag bij de grond in grassen. Het is een stevige constructie die zelfs sterke insecten zoals libellen en sprinkhanen weet te strikken. Maar kieskeurig is ze niet. Vliegen, muggen, kevers en vlinders gaan er vlot in. Als een insect in het web verzeild raakt, reageert de wespspin bliksemÏ De wespspin bouwt een groot urnvormig kapsel waarin de spinnetjes de winter doorbrengen.
snel en pakt de buit vliegensvlug in met een royale portie spinsel. Is de prooi toch te sterk, dan bijt ze snel enkele draden van het web door om verdere schade te voorkomen. Het web van de wespspin is makkelijk te herkennen aan het dikke zigzagspinsel in het onderste segment. Hoewel de wespspin de voorbije jaren duidelijk algemener is geworden, is zij wel één van de vier wettelijk beschermde soorten in Vlaanderen. Het is dus onder andere verboden om haar te doden, in gevangenschap te houden en haar leefgebied te verstoren.
Dilbeek
NATUUR•KETTEN DOEN AVONTURENTOCHT OP DE THABORBERG Een wandelaar die zich aan de regels houdt, blijft op de paden. Toch is het voor natuurstudie heel interessant om daar eens van af te mogen wijken. Eens het pad van een vos proberen te volgen en zijn hol zoeken... Eens over de omgevallen bomen klimmen en zien hoe dood hout leven in het bos brengt... En dat kan gerust, mits een goeie portie respect voor al het leven in natuur! De natuur•ketten ontdekken op deze tocht hoe je dat doet.
JNM Pajottenland start nieuw werkjaar JNM staat voor Jeugdbond voor Natuur en Milieu, een vereniging voor álle jongeren tussen 7 en 25 jaar die geïnteresseerd zijn in natuur en milieu. Er zijn 3 leeftijdsgroepen: de piepers (7-12 jaar), de ini's (13-15 jaar) en de gewone leden (16-25 jaar). Samen trekken we de natuur in om ons te verdiepen in de diversiteit van ons planten- en dierenrijk. Het kampenseizoen is het hoogtepunt van het jaar. In de zomervakantie gaan er een 60-tal door. Een JNMkamp is volop genieten van alles waar JNM voor staat: natuurstudie, natuurbeheer en milieubescherming. JNM heeft 50 lokale afdelingen in Vlaanderen, waaronder een in het Pajottenland. Contact: Sander Van Haver (054/56 81 98, 0499/28 13 40 of
[email protected])
Dit is de voorlaatste activiteit van de natuur•ketten dit jaar. Op 17 november, de Dag van de Natuur, volgt nog de uitreiking van de natuur•ket diploma’s na de beheerswerken.
Kijk altijd op http://www.jnm.be/pajottenland/ voor het laatste nieuws over deze activiteiten 13 oktober, 10-17 u
PiepStartDag Wij verwachten Engeltjes en Bengeltjes van 7 tot 12 jaar. We gaan er een plezante boel van maken met spelletjes en excursietjes zodat iedereen op een leuke manier kennis kan maken met JNM! Afspraak: Start om 10u in Natuureducatief Centrum Paddenbroek,Paddenbroekstraat 12, Gooik. Einde: om 17 u in De Cam, Dorpsstraat Gooik. Meebrengen: een lunchpakket in een brooddoos en een drankje Verantwoordelijke: Jane Van Haver (054/56 81 98) 27 oktober, 14 - 17 u
Paddo-activiteit Op zoek naar paddestoelen in de Wolfsputten Afspraak: CC Westrand, Dilbeek Verantwoordelijke: Lieven Decrick lievendecrickgmail·com, 02/532 24 63
De natuur•ket-ploeg denkt al volop aan activiteiten voor het volgende jaar. Heb je ideeën? Geef ze door aan Ignes op
[email protected] of 02/466.55.85.
Beste natuurvriendjes: Fran en Toontje spelen Fran en Toontje zijn ondertussen een flinke jongen en een flink meisje geworden. Ze praten erg veel en zingen de gekste liedjes. Toen Fran en Toontje nog drie waren, zong Muisje voor hen een liedje dat jullie ook wel kennen: 'Klein klein kleutertje; wat doe je in de hof….' Bij de kabouters klinkt dat wel anders: 'Klein kaboutertje; wat doe je in het bos. Je zoekt de bloempjes, de dieren, het wordt lachen en gieren….' Fran en Toontje hebben een heleboel strofes toegevoegd. 'Wat doe je in het bos.? Blaaspijpje spelen; egeltje rollen; vliegen als een elfje….'Al die spelletjes spelen ze ook echt. De vruchtvleugels van de esdoorn houden ze onder hun arm of dragen ze op hun schouder; als ze ermee bewegen, lijkt het wel of ze echt elfjes zijn. Schommelen doen ze erg graag. In het struikgewas is altijd wel een tak om de touwen op te hangen. Papa Torretje heeft op een pleintje vlak naast de deur een echte schommel gebouwd. Als hij wil nadenken over een ernstig
probleem gaat hij graag zelf zachtjes zitten schommelen. Toontje kruipt soms onder een halve bolster van de tamme kastanje; als hij zo naar binnen sluipt; schrikken de woelmuisjes wel: ze denken heel eventjes dat er een egeltje aan komt. Fran plukt wel eens wilgenkatjes; ze kleedt ze dan aan als popjes of kleine dieren. Die neemt ze dan 's avonds mee naar bed.
Papa Torretje heeft knikkers van klei gebakken en ze dan gekleurd. Toontje is er gek op, Fran speelt er niet zo graag mee: ze verliest altijd van haar broer. Torretje heeft zijn kinderen ook geleerd hoe je van de holle stengels van het fluitenkruid een blaaspijp kan maken: zo kunnen ze propjes schieten. Balspelletjes, zoals het fameuze 'petanque' kennen ze ook: kurkdroge en reukloze konijnen keutels vormen de ballen. Voetballen kan ook, met sneeuwbessen nog wel… hoewel zo een ploegje met één jongen en één meisje stelt niet veel voor. Eén enkele keer durven ze ondeugend zijn: uitgebloeide bloemhoofdjes van de kleine klis gooien ze dan naar elkaar en naar de dieren.
* Trollen doen niets liever dan kabouters pesten. En ze stinken heel erg. Gelukkig leven er geen bij ons in Vlaanderen.
Als het laat wordt gaan ze naar binnen. Na de boterhammetjes met honing en de havermoutkoeken wordt het bedtijd. Vader Torretje vertelt dan een verhaaltje; vaak over de vele avonturen die hij meemaakte in het bos. Af en toe verzint hij wat; over een kabouter die door de trollen* werd gevangen genomen; over dwergen en over de berggeesten, die zo akelig lachen en zo naargeestig kunnen huilen. Fran en Toontje vinden die verhaaltjes spannend, maar soms worden ze wel wat bang. 'Kinderen; bedtijd. Hup; hup; naar jullie kamertje' roept mama Muisje. Fran en Toontje gehoorzamen dadelijk: ze trekken hun pyjama-tje aan en kruipen in hun bedjes Mama draait even aan de sleutel van de muziekdoos; ze horen het bekende melodietje en mama zingt het Bedtijdlied. 'De speeldoos klinkt; we gaan naar bed. Dat is vanouds kabouterwet. Slaap rustig vannacht; want morgen komt…' De rest horen Fran en Toontje niet meer: ze liggen al lekker in dromenland.