PERSDOSSIER
MODEONDERWIJS IN VLAANDEREN ANNO 2008:
Is er nog een toekomst voor jobs achter de modeschermen ?
Vrij regelmatig wordt de modesector om de oren geslagen met berichten van “hoe slecht het toch niet met de sector gesteld is”, “er is geen toekomst voor de Belgische mode”, “gebrek aan leerlingen en personeel”, en zo verder. Het valt echter op dat het niet meteen uitspraken zijn van de sector zelf, dan wel van externe partijen die niet steeds met de nodige kennis van zaken spreken. Daarnaast kampt de sector ook met de verwarring die bestaat tussen textiel en mode, terwijl het toch twee aparte sectoren betreft. Al deze aspecten samen maken dat Creamoda als sectorfederatie graag zelf de puntjes op de ‘i’ wil zetten door het modeonderwijs door te lichten.
VERSCHIL TEXTIEL – KLEDING & CONFECTIE Textiel en kleding & confectie worden bijzonder vaak over één en dezelfde kam geschoren. Onterecht, want het gaat om twee aparte sectoren. Als we over textiel spreken, betreft het interieurtextiel (tapijt- en meubelstoffen), technisch textiel, kledingtextiel, enz. Kortom, de grondstoffen voor kleding of totaal andere producten dan kledingstukken. Wanneer we van kleding spreken, gaat het over afgewerkte kledingstukken als: - Bovenkleding voor heren, dames en kinderen (broeken, bloezen, mantels,…) - Onderkleding: lingerie, korsetten, … - Beroepskleding - Sportswear - Bruids- en feestkledij Naast kleding zijn er nog andere geconfectioneerde producten zoals: - Tenten - Regen- en zonneschermen - Vlaggen - Gordijnen - … De verschillen tussen beide sectoren zetten zich ook door op vlak van onderwijs:
-
MODE (kleding & confectie) Grote instroom bij mode Ruim aanbod aan scholen voor modeonderwijs
-
TEXTIEL Kwantitatief gebrek aan textielleerlingen Aanbod aan textielscholen is beperkt
HET MODEONDERWIJS GAAT MEE MET ZIJN TIJD De modesector staat niet stil. Net zoals in vele andere sectoren wordt de modesector steeds technischer en wordt het routineuze uitvoerende bandwerk uitbesteed aan lageloonlanden. Alleen de technische functies met toegevoegde waarde blijven in België (creatie, patronenontwerp, logistiek, management, enz.). Het modeonderwijs kon niet blind zijn voor deze evolutie en de onderwijsprogramma’s werden in de loop der jaren dan ook grondig aangepast om te beantwoorden aan de nieuwe vaardigheden die broodnodig zijn in de steeds evoluerende kledingsector. Helaas blijft de publieke opinie in grote mate een job in de kleding & confectie nog steeds associëren met rijen naaisters die aan de lopende band stukken stof aan elkaar stikken. Zo blijft de benaming “snit en naad” in het collectieve geheugen gegrift terwijl deze benaming al 32 jaar geleden werd afgeschaft. De opleiding “snit en naad” werd in 1976 omgedoopt tot de opleiding “kleding”. Daarom werden bij de laatste aanpassingen aan de onderwijsprogramma’s (in 2002 voor het secundair onderwijs, in 2005 voor het hoger onderwijs) ook nieuwe meer representatieve benamingen gegeven aan de opleidingen: opleiding “mode” (secundair) & “bachelor in de modetechnologie“ (hoger onderwijs). Ondanks deze naamswijzigingen zijn er tot op heden nog steeds mensen die van “snit en naad” spreken… Sindsdien is er een stijging van het leerlingenaantal in het Vlaamse modeonderwijs. Een indicatie dat de interesse om in de Belgische modesector te werken aangroeit.
OVERZICHT MODEONDERWIJS IN CIJFERS Anno 2008 telt Vlaanderen 59 onderwijsinstellingen met een modeafdeling: -
3 hogescholen
-
53 scholen in het voltijds secundair onderwijs: o Vrij onderwijs o Stedelijk en gemeentelijk onderwijs o Provinciaal onderwijs o Gemeenschapsonderwijs
-
3 centra voor deeltijds secundair onderwijs
Het voltijds secundair onderwijs omvat zowel TSO als BSO. Het TSO biedt de studierichting “mode & creatie” van 6 jaar aan, evenals een 7de specialisatiejaar. In het BSO kan je terecht voor “mode & realisatie/verkoop”, een 6-jarige opleiding met optioneel de 4de graad (= 2 specialisatiejaren). De leerlingen uit TSO en BSO kunnen zich na hun secundaire opleiding verder specialiseren via: - Syntra: styling en patronen - VDAB: patronen en productie - Avondschool Gent: CAD-patronen IVOC (Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie) coördineert de samenwerking in de sector die plaatsvindt via “Mode Creatief Onderwijs”. Dit is een platform waar de sociale partners uit de kleding- en confectiesector en begeleiders en leerkrachten uit het onderwijsveld mekaar ontmoeten om het modeonderwijs verder uit te bouwen als een
2
moderne en kwalitatief sterke opleiding, zoekend naar het evenwicht tussen de behoeften van de bedrijfswereld en de aspiraties van de toekomstige werknemers. Meer info op www.modeonderwijs.be. Wat het aantal leerlingen betreft, zien we dat zich de laatste jaren een stijging doorzet. Schooljaar 2002-2003 Schooljaar 2003-2004 Schooljaar 2004-2005 Schooljaar 2005-2006 Schooljaar 2006-2007 Schooljaar 2007-2008
2042 leerlingen 2171 leerlingen 2187 leerlingen 2158 leerlingen 2254 leerlingen 2412 leerlingen
Bron: IVOC
Bron: IVOC
BACHELOR MODETECHNOLOGIE @ HOGESCHOOL GENT Rond 2000 had het graduaat confectie te kampen met een tanende belangstelling: er waren minder dan 20 studenten ingeschreven. Verandering drong zich op. Via het rapport van de visitatiecommissie werd gekozen voor een nieuwe aanpak. Er werden concrete acties vooropgesteld: het programma werd inhoudelijk op punt gesteld waardoor er meer werd toegespitst op ‘projectmatig werken’. Dit is voor de bedrijven een belangrijk punt omdat zij op deze manier specifieke interne projecten kunnen laten uitwerken. Verder werd er door de hogeschool en IVOC in de infrastructuur geïnvesteerd: CADcomputers en Quick®-line. Ook de naamsverandering werd toen doorgevoerd. Het resultaat van deze hele hervorming is dat de upgrading naar bachelor in de modetechnologie zijn vruchten afwierp en een stijging van het aantal inschrijvingen met zich meebracht, alsook in de daaropvolgende jaren. Ondertussen zijn de stagiaires en afgestudeerden van deze richting zeer gegeerd in de sector, zo blijkt uit een bevraging onder Creamoda-leden. De bachelor modetechnologie combineert namelijk technische, communicatieve en managementvaardigheden. Doordat het opleidingsniveau ruim voldoende scoort, maakt dat de bachelors onmiddellijk inzetbaar in het bedrijfsleven.
3
Zo heeft de helft van de ondervraagde leden een bachelor in dienst. Zij worden voornamelijk aangeworven voor managementfuncties in de patroonafdeling, de productontwikkeling en de binnen- en buitenlandse productcoördinatie. MoTIV: gegroeid in de schoot van het modeonderwijs MoTIV is de afkorting van Mode Technologisch Innovatieplatform Vlaanderen. Sinds 2006 is dit het overlegplatform dat alle activiteiten aangaande het hoger onderwijs, onderzoek en ontwikkeling bundelt en zich tot de Vlaamse kleding- en confectiebedrijven richt. De voornaamste doelstellingen van MoTIV zijn: - Steun bieden aan de industrie bij de omschakeling naar hoogtechnologische technieken en producten, - Opstellen van opleidingsprogramma’s die de wijzigende kwalificatienoden van de industrie reflecteren, - Aantrekkelijkheid van de opleiding en een carrière binnen de sector verhogen, - Netwerking tussen verschillende schakels in de toeleveringsketen van textiel- en kledingindustrie en distributie optimaliseren.
DE ARBEIDSMARKT IN DE MODESECTOR Op jaarbasis is er vraag naar ongeveer 800 personen in de modesector. Aantal jobs
% tewerkstelling
Stikster kleding
232
84
Stikster confectie
114
86
Productieverantwoordelijke
57
70
Modellist
47
82
…
…
…
TOTAAL
763
Bron: VDAB
Daarenboven doet er zich sinds januari 2005 een permanente daling voor onder de nietwerkende werkzoekenden in de sector. Januari 2005
5682
Juli 2005
5161
Januari 2006
4667
Juli 2006
4301
Januari 2007
3846
Juli 2007
3403
Bron: VDAB
Zowel in 2006 als in 2007 komt dit neer op een jaarlijkse daling van + 18%!
4
BESLUITEN Het staat buiten kijf dat er interesse is voor de modeopleidingen. Bovendien zijn mensen met een modeopleiding ook in andere sectoren gegeerd. Helaas is er niet steeds voldoende doorstroming naar de modesector. Dit hangt samen met het imago van de sector dat nog te veel geassocieerd wordt met het moeilijke economische verleden en de laaggeschoolde uitvoerende jobs. Eén ding staat vast: er is wel degelijk een toekomst in en voor de modesector in Vlaanderen!
Voor meer informatie kan de pers steeds contact opnemen met Katleen Herroelen (PR Officer Creamoda) op het nummer 02/238.10.13., GSM 0473/379.108. of via mail
[email protected]
Creamoda is de kruispuntorganisatie bij uitstek van elke onderneming die in België actief is in mode en kleding of confectie in ruime zin: modemerken, fabrikanten, ontwerpers en agenten. Als federatie behartigt Creamoda de belangen van haar leden en is zo de stem van én voor de kleding- en confectiesector. Creamoda adviseert, stimuleert en begeleidt haar leden op diverse vlakken (sociaal, economisch, juridisch en technologisch) waarbij aan de leden-ondernemingen maatwerkservice geleverd wordt.
5