Gers!
#1 Rotterdam op z’n best
IFFR
Filmfestival van onschatbare waarde voor Rotterdam
The Kik
Onvervalste nederbeat met Rotterdams accent
SHPPR
Eigenwijze cocktail van jong modetalent en ‘toffe merkjes’
“Als je het in Rotterdam kunt maken, kun je het overal maken”
Postmen is terug
Postmen is terug. Tussen 1998 en 2003 scoorde de band met hun mix van reggae en hiphop verschillende grote hits, wonnen ze talloze muziekprijzen en veroverden ze de Europese podia. Frontman Remon Stotijn - solo beter bekend als postman - en rapper Shyrock besloten begin dit jaar de krachten weer te bundelen.
Volgend jaar vieren jullie je vijftienjarig jubileum. Wat gaat er gebeuren? “We gaan ons eerste album ‘Documents’ opnieuw uitbrengen, want die plaat is al jaren nergens meer te krijgen. We willen het met groots vuurwerk naar buiten brengen. En we gaan het album van voor naar achter spelen, dat is wat de fans willen. Lowlands zou te gek zijn, maar er staat nog niets vast. Maar we brengen ook nieuwe nummers.” Is Postmen veranderd? “Rap is veranderd. En ik ga mee, ben up to date. Ook Shyrock is als zanger gegroeid. De struggle van Postmen is dat fans die nieuwe dingen niet willen. Terwijl je als muzikant je artistieke vondsten wilt delen. Dat is heel moeilijk hoor. Maar oké: Postmen heeft nog steeds de
acht
sound. Dat checken we ook in onze omgeving. Mijn moeder is een grote graadmeter. Haar laat ik alle nieuwe nummers horen.” Wat is jouw inspiratiebron? “Het leven zelf. Als ik me niet cool voel, schrijf ik dat op. Ik ben niet iemand die gaat zitten en zegt: ik ga nu een liedje schrijven over een meisje. Dat voelt geforceerd. Hoe ik me voel dat vertaal ik. Bijna als therapie. Ik schrijf het van me af. Soms in woorden, soms in melodieën, soms in akkoorden.” Je woont tegenwoordig in Zwijndrecht. Heb je nog wat met Rotterdam? “Ik ben er geboren en getogen en ik kom er steeds terug. Het gaat vooral om de mentaliteit. Rotterdam is hard. De mensen zijn eerlijk, recht voor zijn raap. Ik ben ook recht door zee, dus in die zin voel ik me op en top Rotterdammer. In de hiphop vergelijken we Rotterdam met New York. Als je het in Rotterdam kunt maken, kun je het overal maken!” Hoe ga je om met je bekendheid? “Ik heb geen last van Michael Jackson-achtige taferelen. Dit is Nederland. Wat ik leuk vind van mijn zogenaamde bekendheid, is dat mensen me respect geven. Respect is te gek. Na de show gooi ik een handdoek om m’n nek, pak een colaatje en loop de zaal in om mensen persoonlijk te bedanken. Dat hele sterrending
hebben we vroeger al gehad. Dat was leuk, met alle meiden en de handtekeningen enzo. Maar nu voel ik me vooral geblesst dat ik dit kan doen, dat ik kan leven van de muziek. Niet om cocky te klinken maar de dromen die ik als kind had, zoals een plaat maken, heb ik bereikt. Ik wil nu vooral een goede vader zijn en een zo goed mogelijk persoon.”
“Postmen heeft nog steeds de sound”
Maar een burgerlijk bestaan leid je niet. “Mijn leven is zwaar rock-’n-roll! Niet qua bier of sex, maar omdat ik leef hoe ik wil. Rock-’nroll is vrijheid. Het burgerlijke bestaan is niets voor mij, maar als dat voor jou wel werkt, prima, I respect it. Maar respect mij ook. Sommige mensen hebben een richtlijn of baas nodig. Niets voor mij. Je leeft maar een keer. Geen compromissen. Het leven is ons geschonken. It’s yours, doe ermee wat je wilt.” Je was getrouwd met Anouk, met wie je drie kinderen hebt. Nu ben je getrouwd met de zangeres van Postmen, Alyssa. Hoe mix je privé en zakelijk? “Weer een zangeres, zei men. Maar waar moet ik de vrouwen anders vandaan halen?! Mijn leven ís muziek. We zijn alweer vijf jaar samen en hebben een dochtertje van twee. Ik werd verliefd op Alyssa’s geweldige stem. Wij spreken het direct uit als we iets niet tof vinden en zijn eerlijk. Mijn vrouw is ook mijn beste vriendin. We doen alles samen.”
Foto: KOEN BAUTERS
Na 2003 zijn jullie beide solo gegaan. Waarom beginnen jullie nu weer met Postmen? “We doen het voor de liefhebbers. We kregen vaak de vraag wanneer we weer iets samen gingen doen. Vroeger dachten we: waarom? Nu denken we: ja, waarom niet? Afgelopen maanden hebben we wat getourd. Kijken of we het nog hebben. Een beetje snuffelen. Kijken of we samen weer op één weg kunnen komen. Dat is moeilijk, want we zijn langer uit elkaar geweest dan dat we een groep waren. We zijn gewend dingen solo te doen. Dat hadden we onderschat, het was best pittig.”
negen
Foto: KOEN BAUTERS
“Dat hele sterrending, met de meiden enzo, dat hebben we al gehad”
Van louche rangeerterrein tot stoere stadsboerderij
Uit je eigen stad
Ze gaven hun bazen de bons, vonden een mooi stuk land op een verlaten rangeerterrein en gingen keihard aan het werk. Twee jaar later is het zover: stadboeren Bas de Groot, Johan Bosman en Huibert de Leede openden de grootste stadsboerderij van Europa. Gewoon in Rotterdam. Met restaurant, met winkel én met idealen. Nog niet zo lang geleden gold het gebied rondom de Marconistraat als een desolaat stukje Rotterdam. Met een Bajesboot dobberend in de Merwehaven en de dames van de Keileweg een blokje verderop, nodigde een en ander niet uit tot een gezellig familie-uitje. Hoe anders is dat nu. Hoertjes en bajesklanten zijn allang verdwenen en het voormalige rangeerterrein vormt nu het domein van Uit je eigen stad. Op twee hectare grond worden hier onder meer boontjes, pompoenen, knoflook, pepers en tomaten op biologische wijze geteeld. In de bijbehorende grote loods zitten bovendien een winkel, waar al dat groen (en veel meer) verkocht wordt, en een restaurant. Binnenkort zullen op deze boerderij bovendien ook kippen scharrelen, tilapia’s zwemmen en paddenstoelen gekweekt worden. Leuk, lekker en leerzaam. Dat laatste met name voor stadskindertjes die kip alleen kennen in de vorm van een nugget en vis uisluitend blieven in stickvorm. Uit de grond, op je bord Stadboer Huibert de Leede: “Ja, wij zijn idealisten. Onze voedselketen is volledig geïndus-
tweeëndertig
trialiseerd. Mensen weten niet meer waar het eten vandaan komt en wat het kost om dat te maken. Kinderen denken dat melk uit een fabriek komt, we laten onze boontjes overvliegen uit Kenia. En onze eigen lokale boeren worden uitgeknepen door de grote supermarkten. Wij willen daar een alternatief tegenover zetten.” Omdat je van idealen alleen niet kunt leven, organiseren de stadboeren een scala aan nevenactiviteiten. Huibert: “De loods is ook af te huren voor vergaderingen, bedrijfsuitjes, feesten en partijen. Er zijn (kinder) workshops, oogstfeesten en educatieve programma’s. Zo kunnen kinderen bijvoorbeeld het land op om te proeven van de groenten of kun je leren hoe je eigen moestuin op te zetten. De oogsten van Uit je eigen stad worden in het restaurant verwerkt. Uit de grond, op je bord.” Logischerwijze werkt het restaurant uitsluitend met verse, seizoensgebonden producten. Wat even niet van eigen land geplukt kan worden of niet zelf gemaakt kan worden, wordt betrokken van boeren en producenten uit de regio. En… alle producten waar de koks mee werken, zijn in de winkel te koop, zoals kazen, olijfoliën, wijnen en broden.
Werken aan een droom De drie stadsboeren vullen elkaar goed aan. Bas heeft de groene vingers, Johan is conceptmaker, Huibert heeft als organisatiedeskundige leiding gegeven aan verandertrajecten. Ervaringen die de afgelopen twee jaar goed van pas kwamen. Want werken aan je droom, is vooral hard werken. Het rangeerterrein en de loodsen -door de voorlaatste gebruikers ook al ingezet voor agrarische doeleinden, te weten hennepteelt - gingen op de schop. Er werden kassen gebouwd, er werd schone grond gestort en de oude loods werd omgetoverd tot een robuust en hip restaurant. Nu is het uur van de waarheid aangebroken. Huibert: “Het is spannend. De eerste reacties zo vlak na de opening zijn heel positief. We hebben een mooie start gemaakt. Maar nu moet het echt gaan gebeuren. Je ziet inderdaad nu op meerdere plaatsen in Nederland stadsboeren opduiken, maar wij zijn de grootste van Europa. Onze droom? Het zou geweldig zijn als we dit concept kunnen uitbreiden naar andere steden. Maar eerst dit tot een succes maken!”
Open! Een rondje langs de akkers, lekker lunchen of dineren of gewoon écht verse producten inslaan? Uit je eigen stad is van woensdag tot en met zaterdag open van tien uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds en zondag van tien tot vier uur. De tram stopt nagenoeg voor de deur, halte Marconiplein ligt op vijf minuten lopen.
drieëndertig
“Je ziet inderdaad nu op meerdere plaatsen in Nederland stadsboeren opduiken, maar wij zijn de grootste van Europa”
“Ik ben niet bang om teveel van mezelf weg te geven” Mike Boddé
Muzikale duizendpoot Hij schrijft, zingt, componeert, produceert en maakt cabaret. Mike Boddé is een creatieve duizendpoot. Maar nu is het even mooi geweest. “Ik ga proberen mijn leven weer richting de muziek te sturen. Ik heb behoefte aan verdieping in mijn oorspronkelijke vak.” Maar eerst nog even een kerstrevue met Thomas van Luijn. En een nieuw liedjesprogramma met Hadewych Minis. En een show met Cor Bakker.
De Rotterdammer in Mike Boddé Mike Boddé heeft ruim 25 jaar in Rotterdam gewoond. Hij woonde in Schiebroek, Kralingen, Crooswijk en Hillegersberg. “De plek die ik echt mis, is ’t Zwarte Plasje. Een natuurzwembad in Hillegersberg. Of het voetbalveldje dat op de hoek van de Cipreslaan en Meidoornsingel lag. Nu staan er flats. Ik kom nog veel in Rotterdam. Met mijn vrouw doe ik geregeld een weekendje Hotel New York. Ik voel me hier goed. Rotterdammers zijn prettige mensen. Als ik me al iets voel, dan is het dus Rotterdammer. Ideale avond uit? Eerst goed uit eten bij Fred, Zinc of Pasta Genova. Dan tot diep in de nacht heel veel whisky drinken bij Willens en Wetens.”
zestig
Mike Boddé (44) is muzikant. Afgestudeerd aan het Haags conservatorium en al. Toch is hij vooral bekend als cabaretier. Denk aan de Mike & Thomas Show, of aan zijn legendarische imitaties van René Froger, André Hazes en Saddam Hoessein in Kopspijkers. Maar zijn leven is geen aaneenrijging van hoogtepunten. Begin jaren negentig, toen hij net samen met Thomas van Luijn was doorgebroken als cabaretier, begon hij aan hevige depressies te lijden. Hij moest stoppen met werken, zeven jaar lang. Over deze periode scheef hij de bestseller ‘Pil’, die in 2010 uitkwam. Ik googelde je. Op de eerste pagina gaat de helft van de verwijzingen over jouw depressiviteit. Vind je het niet vervelend dat het daar nu zo vaak over gaat? “Nee. Dat weet je als je daar een boek over schrijft. Maar het valt me reuze mee. Ik vind het niet vervelend om over mezelf te praten.
Mensen mogen alles van me weten, ik ben niet bang om teveel van mezelf weg te geven. Bovendien: ik stuur het zelf. Ik kan ook gewoon nee zeggen. Ik vind het heel goed dat er over gepraat wordt. Er rust een taboe op. Mensen komen vaak naar me toe en vertellen dan heel besmuikt dat ze ook depressief zijn of dat geweest zijn. Ook op het gebruik van antidepressiva rust een taboe. Terwijl ze mij het leven gered hebben. Anderzijds: ik ben hier nu twee jaar over aan het praten. Ik zou het niet erg vinden als iemand anders het stokje overneemt. Ik wil gewoon verder met mijn leven.” Hoe gaat het nu met je? “Goed. Al veertien jaar. De toestand is stabiel, met dank aan de pillen. Even afkloppen.” Waar ben je mee bezig? “We zijn bezig met de proefvoorstellingen van de Kerstrevue die ik samen met Thomas van Luijn doe. En ik ben weer een boekje aan het schrijven. Pil is goed verkocht, dus mijn uitgever vroeg of ik nog eens iets wilde schrijven. Ik schrijf alleen als ik zin heb, dus de tussenpozen zijn lang en het schiet allemaal niet erg op, maar nu gaat het toch gestaag richting boek.” Waar gaat het boek over? “Over dromen. Naast mijn bed ligt een opschrijfboekje, zodat ik mijn dromen direct op kan schrijven als ik wakker word. Meestal is
dat zo halverwege de nacht. Ik heb heel idiote dromen.” Wat droom je dan zoal? “Laatst was ik een cricketwedstrijd aan het spelen. Het rare was dat het veld onder een hoek van 45 graden stond. Ik speelde met Mick Jagger. Hij was vreselijk goed. Toen kwam Joni Mitchell het veld op en begon zich overal mee te bemoeien. In mijn dromen bevind ik me vaak in benarde omstandigheden. Er vinden lasergevechten plaats of we worden belegerd door buitenaardse wezens. Ik ontsnap door weg te vliegen, soms door muren heen, of door wakker te worden.” Geloof jij dat dromen betekenis hebben? Of dat dromen een manier is om de indrukken van de voorgaande dag te verwerken? “Nee. Ik zie mijn hersens als een grote pan soep waar al dromend af en toe iets naar boven borrelt. Ik geloof niet dat ik bezig ben alledaagse problemen te verwerken.” Maar over aanvallen van buitenaardse wezens heb ik nog nooit gedroomd. “Ik ben raar. Dan droom je ook raar.” Wat is je droom qua carrière? ““Ik ben van huis uit muzikant. Door toeval ben ik in het cabaret gerold. Ik heb behoefte om me weer te gaan verdiepen in mijn oorspronkelijke
eenenzestig
vak. Ik wil me volledig gaan toeleggen op de muziek en ook het schrijven. Alleen ligt er al zoveel van tevoren vast. Het zal pas in het voorjaar van 2014 zijn dat ik kan stoppen met cabaret en theater. Theater boeit me het minst, maar kost met de meeste energie. Muziek boeit mij het meest. Ik heb wel alweer een bandje opgericht, the Win Win Situation en ik ga een animatiefilm van muziek voorzien.”
“Ik ben raar. Dan droom je ook raar” Wat is jouw inspiratiebron? Muziek is voor mij de bron van alles. Het is de meest abstracte kunstvorm die er is; muziek is trillende lucht.” Hoe perfectionistisch ben jij? “Ik was altijd iemand die de lat voor zichzelf heel erg hoog legde. Dat heb ik mezelf afgeleerd. Nu moet ik juist oppassen dat ik de lat niet te laag leg.” Ik zag op jouw cv staan dat je na het conservatorium Chinees bent gaan studeren. Waarom dan? “Ik heb in Amerika Aziatische mystiek gestudeerd. Dat vond ik ontzettend leuk en boeiend. Om die wereld nog beter te leren kennen, ben ik terug in Nederland ook Chinees gaan studeren. In dat Chinese klasje in Leiden kwam ik op dag één Thomas van Luijn tegen. We zijn toen vrij plompverloren met cabaret begonnen. Dus ja, zonder die studie Chinees was ik Thomas nooit tegengekomen.”
Scan met Layar
Mike en Thomas Kerstrevue Zin in een winteruitje? Wat Mike en Thomas betreft, is de keuze snel gemaakt. Lees de aankondiging van hun Kerstrevue: Mike en Thomas zijn terug, met de moeder aller kerstshows: DE NIEUWE MIKE EN THOMAS KERSTREVUE. The Kerstrevue to end all Kerstrevues. Na het monumentale succes van hun vorige Kerstrevue, hebben Mike en Thomas diep in hun creatieve fistel getast. Met grote blijdschap geven zij kennis van de geboorte van: een zo mogelijk nog Kersteriger Revue! Een revue die zo kersterig is, dat op je bovenlip een snor van dennennaalden oprijst! Dat je onder je oksels spontaan engelenhaar spruit! Dat je partner gekke gezichten kan trekken in de spiegelende zilverglans van je kerstbillen! De pers over de eerste Mike & Thomas Kerstrevue: “Helden in het scheppen van theaterchaos.” (Volkskrant) “Absurde, slimme, taalkundige nonsens... subliem verbaal vuurwerk...virtuoos spel op toetsen en snaren.” (Dagblad vh Noorden)
drieënzestig
www.gersmagazine.nl