Jaargang 23, juni 2015
Iedereen doet ertoe. Voorheen Trajekt-info Eten met Manus p. 6+7
Beursberichten: Beursvloer als broedplaats van maatschappelijke initiatieven p. 7
Van Maastrichter bodem p. 9
In dit nummer: Voorwoord p. 2 | vervolg Geen cent te makken p. 2+3 | Vredelievend op de vuist gaan in Eijsden p. 4 | Elkaar ontmoeten in de huiskamer p. 5 | Samen genieten van een betaalbaar driegangenmenu p. 6+7 | Beursberichten p. 7 | Zelfsturing ‘hot’ in het Heuvelland p. 8 | Van Maastrichter bodem p. 9 | 25 jaar Kindervakantiewerk p. 9 | Etcetera p. 10+11 | Digitale sociale marktplaats in de lucht p. 12 | Speelpan p. 12 | Colofon p. 12
Geen cent te makken
Leven onder het bestaansminimum
“Tijdig ingrijpen als er schulden dreigen te ontstaan, dat voorkomt een hoop ellende.”
Ondanks de aantrekkende economie is er nog steeds een grote groep mensen die dagelijks met armoede geconfronteerd wordt. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau waren dat er vorig jaar in Nederland ruim 1,2 miljoen - 10% van de Nederlandse huishoudens - waaronder rond de 400.000 kinderen. Hoe is het om in armoede te moeten leven en hoe kan dit maatschappelijke vraagstuk worden aangepakt? Twee ervaringsdeskundigen, een beleidsmaker en een professional geven hun visie. Zij is ervaringsdeskundige bij uitstek: Estelle Eestermans (48) weet wat het inhoudt om van heel weinig geld rond te komen. Lange tijd was ze werkzaam in de logistiek in diverse bedrijven in Maastricht, maar na meerdere burn-outs kwam zij in 2004 gedeeltelijk en in 2007 geheel in de WAO terecht. Qua inkomen zit Eestermans net boven de bijstandsnorm, waardoor ze veel compenserende regelingen misloopt. Met een vergoeding die ze ontvangt van een van haar vrijwilligerswerkzaamheden kan ze nét het hoofd boven water houden.
Actief aan de slag rond armoede
Estelle Eestermans
Eestermans besloot niet bij de pakken neer te gaan zitten, van de nood een deugd te maken en de strijd aan te gaan tegen armoede. “Door de crisis komen steeds meer mensen in de problemen of in een uitkeringssituatie terecht. Het armoedebeleid moet verbeteren en innoveren. Om oplossingen te bedenken die het probleem aanpakken, zijn we met een aantal ervaringsdeskundigen (mensen die zelf met armoede te maken hebben) een werkgroep gestart: ‘Samen uit de Armoede’.” Deze werkgroep was de drijvende kracht achter het stadspleidooi ‘Armoede, geloof in eigen kracht’, dat op 22 februari plaatsvond in Wittevrouwenveld te Maastricht. Rond de 65 mensen bezochten de bijeenkomst, waaronder ook veel ambtenaren, beleidsmakers en hulpverleners. Eestermans: “Ervaringsdeskundigen kregen de kans om hun verhalen, ervaringen en oplossingen te presenteren aan burgers, politici en bestuurders. Er kwamen onderwerpen aan de orde als het experimenteren met een basisinkomen en het bevorderen van ondernemerschap als antwoord op armoede.” Ook Eestermans zelf maakte van de gelegenheid gebruik en lanceerde tijdens het pleidooi haar stokpaardje, namelijk ruilhandel met gesloten beurs, met gebruik van lokale valuta. Al vanaf 2013 is zij bezig met het uitwerken van dit idee, dat volgens haar veel potentie heeft. “Als de groep gebruikers groot genoeg is, kunnen er punten worden verdiend door iets voor iemand te doen. Met de verdiende punten kunnen dan weer andere zaken of goederen betaald worden.” De werkgroep ‘Samen uit de armoede’ groeit gestaag en heeft al een aardig netwerk opgebouwd, vertelt Eestermans. “Een aantal organisaties kijkt mee en geeft advies. Ook willen we gaan samenwerken met het MMO: het Maastrichts Minima Overleg; dat is de adviescommissie van de gemeente. Dan kunnen we ook van hun contacten gebruik gaan maken en onze invloed uitbreiden.” Het realiseren van ideeën en initiatieven om de leefomstandigheden van mensen te verbeteren kost natuurlijk geld. Via projecten als Stadsgoud van Stichting Elisabeth Strouven probeert Eestermans subsidie los te krijgen. “Soms lukt dat, maar lang niet altijd.”
Hoog armoedecijfer Maastricht Verantwoordelijk wethouder te Maastricht, André Willems van de Seniorenpartij (o.a. sociale zaken, armoedebeleid) weet nog goed hoe hij op een pijnlijke manier met de urgentie van armoede geconfronteerd werd. “Enige tijd geleden was ik op werkbezoek bij een lagere school. Daar hoorde ik van een onderwijskracht dat het geen uitzondering is dat kinderen die in de overblijfgroep zitten, geen eten bij zich hebben; simpelweg omdat de ouders daar geen geld voor hebben. Dat drukte mij meteen met mijn neus op de feiten.” En die feiten liegen er niet om, weet hij. “In 2014 leefden er in Maastricht ongeveer 2.500 kinderen in armoede, op een groep van in totaal 8.800 armlastige Maastrichtenaren.” Vervolg op pagina 2+3
»
Wethouder André Willems
Geen cent te makken
»
Voorwoord
De kracht van het kleine Al bladerend door dit zomernummer van ons infobulletin ‘Iedereen doet ertoe.’ zal het u ongetwijfeld opvallen: in deze uitgave besteden we veel aandacht aan kleinschalige projecten die op buurt- en/of dorpsniveau worden uitgevoerd. Met in de hoofdrol: vrijwilligers, veelal buurt- of dorpsbewoners, die met hart en ziel aan deze initiatieven verknocht zijn en een grote rol spelen in de uitvoering ervan. Om enkele succesvolle voorbeelden te noemen, die verderop in ons blad aan de orde komen: de boksworkshop in Eijsden; de buurtgroentetuin in Mariaberg; ‘Eten met Manus’ in Wittevrouwenveld en de Huiskamer voor ouderen in Cadier en Keer. Allemaal kleine maar fijne projecten, die veel toegevoegde waarde hebben voor de leefbaarheid in buurten en dorpskernen.
Het armoedecijfer in Maastricht ligt hoger dan de landelijke cijfers. “Zo’n twee procent hoger,” stelt Willems. Een slechte score. Wat zijn de oorzaken hiervan? “De economische crisis werkt in Maastricht, in vergelijking met de rest van het land, langer door. Ook zijn er hier relatief veel ongeschoolde arbeiders. Het werk van deze groep is verdwenen en dient zich ook niet meer aan. Denk aan de vergane glorie van Sphinx, Mosa, Sappi,” zegt hij. “Daarnaast – maar dat geldt ook buiten Maastricht – zijn er veel nieuwe groepen mensen die in de armoede terecht komen, zoals ZZP-ers die niet genoeg inkomsten genereren. En vergeet het afbouwen van het sociale zekerheidstelsel niet. Dat speelt ook een grote rol. Alle vangnetten zijn wegbezuinigd.”
Alvast een fijne zomer toegewenst! Anne Buskes Directeur/bestuurder
2
naar het omgaan met de financiële nood. In schrijnende gevallen kunnen we mensen aanmelden bij de Voedselbank of het Gouwe Duuske, of we schrijven een fonds aan. Ook is er de Fietsbank. Ouders met kinderen kunnen – via ons als intermediair – aankloppen bij het Jeugdsportfonds, Stichting Leergeld en het Jeugdcultuurfonds. Voor hulp bij het ordenen van papieren is er het Klapperproject,” aldus Knibbeler.
“Om een voorbeeld te noemen: mijn schoenen zijn versleten, maar geld om een nieuw paar te kopen heb ik niet.” Dat het ondernemen hem in het bloed zit, blijkt uit het feit dat hij het niet kan laten zijn zoon, ook ondernemer, regelmatig met raad en daad bij te staan.
Hoge toppen, diepe dalen
Hoe ziet zijn leven er nu uit? “Ik doe veel vrijwilligerswerk. Zo werk ik bij een stichting die zich bezighoudt met metingen van het plasticgehalte in rivieren. Bij een buiteneducatiecentrum laat ik kinderen ervaren hoe het leven er uitzag in de oertijd. Daarnaast solliciteer ik natuurlijk af en toe, als er vacatures zijn.” Wel heeft deze laatste periode hem rust gebracht, concludeert hij. “Ik werkte veel en verloor mij erin, er was weinig plek voor andere zaken. Nu ben ik dichter bij mijzelf gekomen, en zoek ik bezigheden die mij meer in balans brengen, zoals mindfulness en yoga.”
Dat langdurig in de bijstand zitten ingrijpend is, daar kan *Geert Brouwers (53 jaar oud) over meepraten. Al sinds 2011 is hij werkloos en als gevolg daarvan aangewezen op een uitkering van de Sociale Dienst.
Armoede hoog op de agenda De gemeente Maastricht heeft armoedebestrijding hoog op de agenda staan en beschikt over goede wettelijke regelingen die mensen, indien nodig, bijstaan. Willems: “Naast bijstandsuitkeringen, die iedereen die er recht op heeft gewoon ontvangt, is er de bijzondere bijstand: een financiële tegemoetkoming voor huishoudens met een minimuminkomen. In 2014 en 2015 zijn de aanvragen voor de bijzondere bijstand flink gestegen. De cijfers van de eerste drie maanden van 2015 zijn per saldo al hoger dan 2014.” En er zijn de materiële regelgevingen. Een mooie regeling vindt Willems het Jeugdsportfonds. “Dat biedt kinderen uit gezinnen met een lager inkomen de kans om te sporten. We zijn in 2012 met een budget van 25.000 euro gestart, in 2014 was er 45.000 euro beschikbaar. Nu maken 370 kinderen gebruik van deze regeling.” Toch is de gemeente in 2015 gestart met het herijken van haar armoedebeleid door een, zo zegt Willems, “vernieuwend, meer innovatief beleid te ontwikkelen, met minder aandacht voor de financiële aspecten, en meer nadruk op de onderliggende oorzaken. Wij gaan ons in het bijzonder richten op vroegsignalering en preventie op het gebied van schulden en schuldsanering.”
Het lijkt alsof Trajekt geen rol van betekenis speelt bij deze projecten. Immers: medewerkers zijn lang niet altijd bij de uitvoering aanwezig, de vrijwilligers verrichten het merendeel van het werk. Maar het is niet wat het lijkt. Want achter de schermen is het ‘onzichtbare’ Trajekt er wel degelijk. Hoe? Als onmisbare schakel in het mogelijk maken van initiatieven die opborrelen uit buurten en kernen. Als verbinder. Als ondersteuner. Als faciliterende partij die het regel- en coördinatiewerk voor haar rekening neemt. Als ‘problem shooter’ en achterwacht. En als bewaker van de continuïteit. Net deze kleinschalige en overzichtelijke projecten maken een krachtig welzijnswerk mogelijk, met wortels die verankerd zijn in buurt of dorp. Immers - hierbij citeer ik uit een oude songtekst van Saskia en Serge: ‘Het zijn de kleine dingen die het doen’. Oftewel, dát is de kracht van het kleine…
“Langdurig in de bijstand zitten is heel ingrijpend en heeft een grote impact op je leven.”
Geen cent te makken
Wat is de armoedegrens? De armoedegrens ligt bij het Sociaal Cultureel Planbureau op 1060 euro per maand voor een alleenstaande. Voor een paar met een kind is dat 1.770 euro en voor een eenoudergezin met één kind ligt dat criterium op 1.410 euro. De bedragen zijn volgens het SCP gebaseerd op wat iemand nodig heeft om aan de maatschappij mee te doen en om in de primaire levensbehoeften te kunnen voorzien.
Als voorbeeld noemt hij een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau waaruit blijkt dat mensen die in financiële nood verkeren zich gemiddeld genomen pas melden na vier jaar. “Tegen die tijd hebben ze schulden bij gemiddeld 14 schuldeisers, en is het eigenlijk te laat,” concludeert hij. “Schaamte om met hun problemen naar buiten te treden is de belangrijkste oorzaak hiervan. Tijdig ingrijpen als er schulden dreigen te ontstaan, dat voorkomt een hoop ellende.”
Maatschappij steeds complexer Dat kan Els Knibbeler, cliëntadviseur bij het Wijkservicepunt in Centre Manjefiek Malberg, alleen maar beamen. Zij komt heel geregeld mensen tegen die langdurig onder het bestaansminimum leven en in de schulden raken. De oorzaken zijn divers. Zo noemt ook zij de financiële crisis. “Mensen raken hun baan kwijt, hebben te maken met wisselende inkomsten en verrekeningen met de Sociale Dienst of het UWV. Dat zijn lastige en bureaucratische situaties. Het nakomen van de vaste financiële verplichtingen, zoals huur en energiekosten, wordt dan een groot probleem. Mensen hebben vaak geen financiële reserves meer.” Daar komt bij dat de maatschappij steeds complexer wordt, constateert Knibbeler. “Neem nu de digitale wereld: die is voor veel burgers zo ingewikkeld dat hij niet meer aansluit op hun reële leefwereld. Vaak weten ze de weg niet meer in de aanzwellende stroom van regelgeving op het gebied van zorg- en huurtoeslag, belastingen en uitkeringen.” Dat geldt vooral voor de regelgeving van de Belastingdienst, benadrukt ze. “Die is complex, en brengt veel mensen in de problemen: zij kunnen onvoldoende de gevolgen overzien van hun doen en laten. Ook worden er fouten gemaakt – van beide kanten, zowel door de Belastingdienst als door de burgers. De vorderingen worden door de Belastingdienst verrekend met het huidig recht van mensen op toeslagen, waarmee het leefgeld van deze burgers, die toch al weinig te besteden hebben, onder water komt te staan. Deze problemen werken door naar andere leefgebieden. Als het water ze aan de lippen staat, komen ze o.a. bij de wijkservicepunten terecht om advies en ondersteuning te vragen.”
Geen buffer meer Langdurig in de bijstand zitten is heel ingrijpend en heeft een grote impact op je leven. Knibbeler: “Het betekent dat mensen geen reserves meer hebben om onverwachte tegenvallers op te vangen; er is geen buffer. Als dan bijvoorbeeld de wasmachine kapot gaat, is dat een ramp.” Gelukkig zijn er een aantal voorzieningen en regelingen waar het Wijkservicepunt gebruik van kan maken. “Vrijwel altijd vragen we de Kredietbank mee te kijken
“Mijn schoenen zijn versleten, maar geld om een nieuw paar te kopen heb ik niet.” Toch kan hij terugblikken op een carrière die lange tijd vlekkeloos en veelbelovend verliep. Van origine is Brouwers kunstenaar en eerstegraads leraar handvaardigheid, een sector waar de banen in de jaren tachtig – toen hij afstudeerde – niet voor het oprapen lagen. Daarom oriënteerde hij zich breder, en na enkele vervolgstudies vervulde Brouwers uiteenlopende functies in het bedrijfsleven, zoals communicatie- en marketingstrateeg, bedrijfsanalist, beleidsadviseur en coach/trainer. Ook stond hij aan de wieg van diverse goedlopende bedrijven op het gebied van marketing advies, reclame, ICT en grafische ontwerpen. Aan die succesvolle carrière kwam echter abrupt een eind. “Door de financiële crisis in 2008 kwam mijn toenmalige bedrijf, een communicatie advies bureau, in zwaar weer terecht. De financiële reserves van mijn bureau verdwenen als sneeuw voor de zon. Het resulteerde uiteindelijk in een faillissement.” Toen Brouwers ook in zijn privéleven de wind tegen kreeg – zijn huwelijk liep na 30 jaar op de klippen – waren de druiven zuur. “Door de scheiding was ik gedwongen mijn huis te verkopen. Niet gemakkelijk, ook de huizenmarkt was in elkaar gestort. Met als gevolg dat ik na verkoop met een flinke restschuld zat. Mijn spaargeld was al snel opgesoupeerd.” Brouwers verruilde zijn mooie huis in een landelijke omgeving voor een flatje drie hoog in een Maastrichtse wijk en kwam uiteindelijk in de bijstand terecht. Ondanks talrijke initiatieven is het hem nog niet gelukt om een nieuwe baan te vinden. Hij heeft het niet breed en het kost hem moeite de eindjes aan elkaar te knopen.
men, zoals het sociale zekerheidsstelsel, werken niet meer. Tegelijkertijd blijft de werkloosheid hoog en stijgt de armoede.” Om te concluderen: “Er moet gezocht worden naar nieuwe wegen om mensen perspectief te bieden. In dat kader heb ik toegezegd een onderzoek op te starten naar het basisinkomen.”
Meer rust
Armoedeconferenties Naast werkloosheid, ziekte en scheiding, zijn schulden en een zware hypotheeklast de belangrijkste oorzaken van armoede. Maar vaak is het een combinatie van factoren. Het oplossen van dit vraagstuk is te complex om alleen op het bordje van de gemeente te leggen, vindt wethouder Willems. Een samenwerking met ervaringsdeskundigen en diverse betrokken maatschappelijke partners is volgens hem onontbeerlijk. Hij heeft dan ook het initiatief genomen tot het organiseren van zogeheten armoedeconferenties, die in februari en in april hebben plaatsgevonden. “Er zijn genoeg burgers, professionele organisaties en liefdadigheidsinstellingen met initiatieven die hierin een verbindende rol kunnen spelen. Met gebundelde krachten kunnen wij invulling geven aan een effectief gemeentelijk armoedebeleid,” zo luidt de overtuiging van Willems.
Basisinkomen als middel tegen armoede Het uitbetalen van een basisinkomen in plaats van een bijstandsuitkering is een van de oplossingen die steeds vaker gehoor vindt onder gemeenten in Nederland. Ook tijdens de stadspleidooien en armoedeconferenties die dit jaar in Maastricht plaatsvonden, stond dit onderwerp hoog op de agenda. De verwachting is dat mensen met een basisinkomen eerder en meer gaan werken omdat er geen korting op hun uitkering dreigt. Gevolg is dat deze groep dan minder snel in armoede geraakt. Wageningen is een van de gemeenten die op het punt staat te gaan experimenteren met deze aanpak, waarbij 300 langdurige bijstandsgerechtigden drie jaar lang maandelijks ongeveer 1.100 euro krijgen. Alle andere steun van de gemeente vervalt dan, evenals de sollicitatieplicht. In de gemeente Maastricht is het onderwerp basisinkomen nog niet aan de orde geweest in het college, zegt Willems. Maar het laat niet meer lang op zich wachten. “Het is duidelijk is dat we leven in een tijd van zeer ingrijpende veranderingen. Bestaande syste-
Wat zijn de risicogroepen? Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat eenoudergezinnen, bijstandsontvangers en alleenstaanden onder de 65 jaar in Nederland een grote kans op ernstige armoede hebben. De armoede uit zich onder meer in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs.
*Gefingeerde naam.
Stadspleidooi ‘Armoede, geloof in eigen kracht’ in februari te Wittevrouwenveld
Jongeren bewust maken van risico’s schulden Een van de instrumenten die de gemeente Maastricht gaat inzetten om jongeren inzicht te geven in de schuldenproblematiek, is het uit België afkomstige stadsspel ‘NoCredit, GameOver!’ Meer informatie over dit vernieuwende en preventieve project, mede uitgevoerd door Trajekt, is te vinden op pagina 10.
3
Elkaar ontmoeten in de huiskamer
“Fijn om er eens uit te zijn” Ze schieten als paddenstoelen uit de grond, zowel in Maastricht als in het Heuvelland: huiskamers waar ouderen samenkomen om buurtgenoten te ontmoeten en mee te doen aan (re)creatieve activiteiten. Mogelijk gemaakt dankzij de inzet van toegewijde vrijwilligers. In de kern Cadier en Keer in de gemeente Eijsden-Margraten heeft de huiskamer een wel heel speciale plek: hij is gevestigd in een klaslokaal in het hart van de basisschool de Keerkring. Dis Paulussen tijdens de boksworkshop
Vredelievend op de vuist gaan bij de boksworkshop Eijsden Door boksen beter in je vel zitten Een keer in de week stroomt de grote gymzaal van de Brede School in Eijsden-Margraten helemaal vol met een in sportief tenue gestoken gezelschap; een mix van kinderen, mannen en vrouwen, in leeftijd variërend van 10 tot 55 jaar. Even later staan ze gezamenlijk te zweten en te zwoegen tijdens de warming-up, in opperste concentratie. Het is donderdagavond half acht, tijd voor de drukbezochte boksworkshop onder leiding van trainer Dis Paulussen.
Tussen de bedrijven door heeft hij wel even tijd voor een kort interview; zijn zoon, tevens assistent, kan de training een half uurtje overnemen. Vrijwilliger Dis Paulussen praat graag en met passie over zijn uit de hand gelopen hobby, boksen. Overdag is hij werkzaam als operator in een bedrijf in Eijsden, maar in de avonduren kan hij zijn hart ophalen door als trainer groepen te onderwijzen in de finesses van de bokssport. Boksen heeft hem veel gebracht, zegt hij. “Het heeft me gevormd. Je wordt er zelfverzekerder van en meer gedisciplineerd.” Daarbij is het een van de beste en meest complete trainingen die er zijn. “Boksen verbetert je conditie, motoriek, kracht, snelheid en reactievermogen, en heeft een positief effect op je focus en concentratievermogen,” aldus Paulussen. Zijn doel is om mensen op een leuke manier met elkaar te laten boksen. Ook wil hij de positieve aspecten van de bokssport bij een breder publiek bekend maken. “Er leeft een vertekend beeld van de bokssport. Dat komt voornamelijk door incidenten veroorzaakt door agressieve kickboksers, die breed worden uitgemeten in de pers. Dat levert veel negatieve publiciteit op. Ik probeer te bewijzen dat boksen als sport leuk kan zijn, gezond en laagdrempelig.”
Een gezellige sfeer Dat lukt hem wonderwel. De belangstelling voor de workshop is groot. “Vorig jaar april zijn we begonnen met een pilot. Aanvankelijk was deze boksworkshop alleen bedoeld voor kinderen, maar de doelgroep heeft zich verbreed. Dat ging spelenderwijs: ouders die hun kinderen kwamen brengen, wilden graag meedoen. Van het een kwam het ander, en nu bezoekt een mix van jong en oud de trainingen, in leeftijd variërend van 10 tot 55 jaar. Het leuke van zo’n gemengde groep is: ze leren van elkaar,” vertelt Paulussen. De workshop is nu een doorlopende activiteit, die uiteindelijk op zelfstandige basis zal moeten gaan draaien. De lessen duren anderhalf uur. Iedere training verloopt volgens een vast stramien.
4
Paulussen: “De lessen beginnen met een uitbreide warming up en een technische training. Daarna kan het samen boksen beginnen. Geleidelijk wil ik dit onderdeel uitbouwen tot echt spelboksen. Ter afsluiting is er een conditie krachttraining.” Veiligheid staat voorop, stelt hij. “Er zijn een aantal vaste regels waar niet van afgeweken mag worden: zo is bijvoorbeeld slaan op het hoofd verboden.” Ook houdt Paulussen nauwgezet rekening met ieder zijn niveau. Maar bovenal vindt hij het belangrijk dat er een gezellige sfeer heerst. Hij krijgt leuke reacties. “Laatst kwamen ouders mij bedanken. Hun zoon met ADHD was onhandelbaar. Na het volgen van de bokstrainingen was hij een stuk rustiger en geconcentreerder. ‘Ze hadden hun oude zoon weer terug’, zo zeiden ze.” De trainingen vormen ook een aanvulling en verrijking op het werk van de jongerenwerkers van Trajekt, Lonneke Paulissen en Tobias Vermin. “Jongeren zijn hier niet alleen met boksen bezig, maar leren ook veel over bijvoorbeeld grenzen stellen en samenwerken. In de groep, die grotendeels bestaat uit jongeren, zitten ook kinderen en volwassenen. Juist dat levert een vrij unieke mix op, die goed werkt. Mede door de manier van lesgeven van Dis is er een relaxte sfeer,” constateert Paulissen tevreden. Bijkomend voordeel: “In Eijsden zelf zijn er verbindingen ontstaan tussen groepjes jeugd en tussen volwassenen en kinderen die elkaar van te voren niet kenden.” De jongerenwerkers gebruiken de boksworkshop om jongeren naar toe te leiden, maar ook als vindplaats. Daarnaast ondersteunen ze de gang van zaken rond de boksworkshop op afstand en houden ze de vinger aan de pols.
Zelfverzekerder, weerbaarder en sterker De twee jonge deelnemers van de boksworkshop Anouk en Milan zijn bereid hun training eventjes te onderbreken om kort iets te vertellen over hun hobby.
Anouk (15) vernam via facebook dat er in haar dorp iedere week bokstrainingen plaatsvinden. “Daar werd vermeld dat het een leuke en gezellige activiteit is.” Vanaf juni 2014 is ze wekelijks hier te vinden. “Ik moest een sport kiezen en boksen leek me wel stoer. Een nicht van mij die ook meedoet had altijd leuke verhalen,” vertelt ze. ” Het bevalt haar goed: ze leert elke week wel iets nieuws. En, ook niet onbelangrijk: het is een sport waar je ook in het dagelijks leven iets aan hebt, vindt ze. “Bang voel ik me bijna nooit meer. Ik kan mij nu immers goed verdedigen. Daardoor is mijn zelfvertrouwen gegroeid. Door het boksen voel ik mij veel sterker,” Milan (15) hoorde van de jongerenwerkers over het bestaan van de boksworkshop. Sinds drie maanden is hij een trouwe bezoeker. “Heel leuk vind ik dat we veel leren over de techniek van het boksen. Door deze sport voel me zelfverzekerder en weerbaarder, en heb ik veel meer discipline.”
Uit de hand gelopen hobby Paulussen’s liefde voor boksen stamt uit vroegere tijden. Toen deed hij fanatiek aan wedstrijdboksen. Een tijd lang deed hij weinig of niets meer aan deze sport, totdat zijn zoon Kevin ook besmet raakte met het boksvirus. “Door zijn toedoen – Kevin begon als amateurbokser – ben ik weer helemaal verslingerd geraakt aan deze sport. Sinds 2008 ben ik zijn vaste trainer.” Maar daar bleef het niet bij. Paulussen wilde het graag professioneel aanpakken. Reden dat hij besloot de opleiding tot trainer/coach te gaan volgen bij de Nederlandse Boksbond. Met goed gevolg rondde hij deze opleiding vijf jaar geleden af. Behalve op de Brede School in Eijsden geeft Paulussen bokstrainingen op de middelbare scholen Stella Maris en Porta Mosana en in de Maastrichtse wijken Nazareth en Heugemerveld. Ook vriendengroepen schakelen hem in voor een training en af en toe is er zelfs een vrijgezellenavond waar ze hem vragen voor een boksles. Nu is hij bezig met het opzetten van een eigen boksschool in Eijsden. “Tja, het is een beetje uit de hand gelopen,” zegt hij lachend. Om even later, wanneer het interview is afgerond, snel terug te keren naar de naar de volle gymzaal, waar hij de training weer overneemt van zoon Kevin.
Op de foto: vlnr de vrijwilligers Annelies Weijers en Bep Schackman en bezoekster mevrouw Bemer-Gorissen in de huiskamer te Cadier en Keer
Ondersteuning door de opbouwwerker
Hoewel het op het eerste gezicht ietwat vreemd lijkt, een huiskamer voor ouderen in een basisschool, is het bij nader inzien een combinatie die kansen biedt, merkt vrijwilliger Annelies Weijers op. “Onlangs hebben we een activiteit gedaan die jong en oud op een leuke manier met elkaar in contact heeft gebracht. De kinderen hebben in de keuken van de school pannenkoeken gebakken voor de ouderen. Die vielen heel goed in de smaak, en het ijs was gebroken.”
Enthousiast vrijwilligersteam Sinds december 2014 heeft de huiskamer van Cadier en Keer haar deuren geopend. De officiële opening heeft nog niet plaatsgevonden. Dat gebeurt pas als voorzieningen zoals de keuken en de toiletten zijn aangepast en up to date gemaakt, vertelt Annelies. Iedere woensdagmiddag (en vanaf 13 april een 2e groep op maandag) bezoeken rond de 25 ouderen, in leeftijd variërend van 75 tot 90 jaar, deze voorziening om er een aangename middag door te brengen met dorpsgenoten. Voor sommigen is dit het enige uitje in de week. Een team vrijwilligers runt de huiskamer met veel plezier. Annelies: “De groep bestaat uit zes vrouwen uit het dorp, die allen graag iets voor anderen willen betekenen. We doen alles samen: koffie zetten, de ruimte gezellig aankleden, lekkere hapjes maken, een leuk programma bedenken. Ieder heeft een eigen specialiteit, waardoor we elkaar goed aanvullen. Zo heeft een vrijwilliger de menukaarten gemaakt voor een etentje dat vanmiddag plaatsvindt. Zij kookt straks
een heerlijke maaltijd voor ons. Weer een ander kan goed schilderen en heeft de schilderijen die hier ophangen gemaakt.”
Meer behoefte aan dagbesteding De opkomst van de huiskamers voor ouderen staat niet op zichzelf, vertelt Annelies. “Het is een direct gevolg van de nieuwe zorgregels van de overheid. Mensen worden geacht zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Dit houdt in dat er meer behoefte is aan een dagbesteding.” Het kost niet veel moeite de ouderen een gezellige middag te bezorgen. “Het elkaar ontmoeten is voor velen al voldoende. Een praatje maken en nieuwtjes uitwisselen is natuurlijk het belangrijkste. Ouderen die daar behoefte aan hebben kunnen kienen, spelletjes doen, handenarbeid of kaarten. Er zijn zelfs vier mannen die hier onlangs een kaartclub hebben opgericht.” Mevrouw Bemer-Gorissen, een struise dame van 83 en al vanaf 1938 woonachtig in Cadier en Keer, wil graag toelichten waarom ze een van de trouwe bezoekers is van de huiskamer, zeker als ze – zoals vanmiddag – op haar praatstoel zit. “Het is heel fijn om er eens uit te zijn, even in een andere omgeving, en lekker samen te kletsen,” lacht ze. Te bespreken onderwerpen zijn er genoeg. “Behalve over alles wat er speelt in het dorp, vertellen we elkaar heel geregeld sterke verhalen over vroeger. Interessante oorlogsverhalen zijn favoriet.” Zij komt iedere week naar de huiskamer, samen met haar man. Zij zijn nog mobiel en ondernemen veel. “Ik ben heel tevreden met mijn leven, kan doen wat ik graag wil doen en voel mij bevoorrecht,” zegt ze.
Het vrijwilligersteam zit regelmatig rond de tafel met de opbouwwerker van Trajekt, Bob van Bergen. Annelies: “Dan worden de bijeenkomsten van de huiskamer geëvalueerd en stellen we de nieuwe programma’s samen. We proberen iedere week iets anders te doen.” De opbouwwerker zorgt ervoor dat in iedere huiskamer een sterk team vrijwilligers staat, en ondersteunt vervolgens het proces om te komen tot een goed draaiende ouderenvoorziening. Tijdens de oprichtingsfase van een nieuwe huiskamer is de rol van Trajekt intensief, zegt Bob. “Dan ben ik als opbouwwerker nauw betrokken bij het formeren en coachen van een werkgroep, die aan de basis staat van het opzetten van een goede huiskamer. Zo’n werkgroep bestaat uit rond de vijf tot zeven buurtbewoners. Daarbij is het belangrijk dat er een aantal sleutelfuncties aanwezig zijn: een coördinator, penningmeester, secretaris, een aanspreekpunt voor de vrijwilligers en een coördinator voor de gasten. Naast de werkgroep is het essentieel dat er voldoende vrijwilligers uit de gemeenschap betrokken worden bij de uitvoering.” Ook vormt Bob de schakel tussen deze werkgroepen en de Stichting Vrijwillige Hulpdiensten EijsdenMargraten. “Alle huiskamers in Cadier en Keer, Eijsden, Sint Geertruid, Gronsveld en Margraten vallen organisatorisch onder de Stichting Vrijwillige Hulpdiensten Eijsden-Margraten, met als voorzitter Jean Dumolin, voormalig wethouder welzijn van deze gemeente. Dit overkoepelend bestuur begeleidt de processen die moeten leiden tot het vormen van goedlopende huiskamers.” Het streven is dat op termijn iedere kern in de gemeente Eijsden-Margraten over een eigen huiskamer beschikt. En het gaat de goede kant uit. In Cadier en Keer, Eijsden, Sint Geertruid en Margraten is dat al het geval. De huiskamer van Gronsveld is in ontwikkeling.
5
Samen genieten van een betaalbaar driegangenmenu ‘Eten met Manus’ maakt het waar Ed Soulier (3e van links)
Lood Verhulst (2e van links)
Nancy Schaminee (links)
Het ligt in het hart van buurt, is kleinschalig en laagdrempelig. En voorziet heel duidelijk in een behoefte. ‘Eten met Manus’ serveert een keer per week een smakelijke, verantwoorde maaltijd voor inwoners van de Maastrichtse wijk Wittevrouwenveld en omgeving, tegen de zeer schappelijke prijs van zeven euro*. Rond de vijftig buurtbewoners schuiven wekelijks aan en laten zich de opgediende gerechten goed smaken.
Een vrijdagmiddag in maart, rond 18.00 uur. Het is volle bak bij ‘Eten met Manus’. In de grote, sfeervol aangeklede zaal van het Trefcentrum in Wittevrouwenveld zitten de bezoekers aan grote langwerpige tafels. Voordat de maaltijd van start gaat heet gastheer Marcel Tonnaer, geflankeerd door de ploeg vrijwilligers, alle bezoekers van harte welkom. Daarna vertelt kok Lood Verhulst het gezelschap wat op het menu staat. Vanavond staat het eten geheel in het teken van de oosterse keuken. Aansluitend gaan de vrijwilligers rond met de borden soep, de eerste gang van het menu, en kan het eetfestijn beginnen.
Opvolger Resto VanHarte Marcel Tonnaer, voorzitter van het Buurtplatform Wittevrouwenveld, heeft zich, samen met het buurtplatform en welzijnsorganisatieTrajekt sterk gemaakt voor de realisatie van ‘Eten met Manus’. “Om te voorkomen dat er na het vertrek van Resto VanHarte een leemte viel, zijn we in oktober 2014 al begonnen met het maken van plannen voor een opvolger,” vertelt hij. Een van de eerste stappen was het zorgdragen voor de benodigde financiën. “Omdat we zelf de benodigde gelden niet bij elkaar kregen, hebben we hulp gevraagd en gekregen van Trajekt bij het aanvragen van subsidie bij de gemeente. Deze is grotendeels toegekend voor het jaar 2015, voor 2016 moeten we weer een nieuwe aanvraag indienen.” Om het kostenplaatje dekkend te maken, moesten er ook sponsors geworven worden. “Het gaat dan voornamelijk om bedrijven uit de buurt. De Jumbo in Wittevrouwenveld heeft al toegezegd ingrediënten voor onze maaltijden te willen leveren tegen gereduceerde prijs. Met een andere partij ben ik nog in overleg.” Vervolgens werd de keuken- en serveercrew samengesteld. “De kok die we op het oog hadden, Lood Verhulst, was al werkzaam bij de voorganger van Manus. Hij is als ZZP-er gecontracteerd voor acht uur per week. Voor de verdere invulling van de crew konden we gedeeltelijk nog putten uit de ploeg die voor Resto VanHarte actief was,” aldus Marcel. Op vrijdag 28 november vorig jaar vond het eerste proefetentje plaats van ‘Eten met Manus’, samen met het voltallige buurtplatform. In december volgde een sfeervol kerstdiner met alles erop en eraan, waarbij 80 gasten aanschoven die een onvergetelijke avond hadden. Beide etentjes werden overigens gefinancierd met gelden van het Buurtplatform Wittevrouwenveld.
Maatschappelijke functie ‘Eten met Manus’ heeft meer om het lijf dan alleen het bieden van een betaalbare maaltijd, het vervult ook een belangrijke maatschappelijke functie in de buurt. Marcel: “Ons doel is het samenbrengen van mensen die het leuk vinden om elkaar te ontmoeten, samen te eten en een praatje te maken. Daartoe biedt deze eetvoorziening
6
volop gelegenheid. Mensen verheugen zich op de vrijdagavond, voor sommigen vormt dit het hoogtepunt van de week.” De meeste bezoekers – alleenstaanden, ouderen en echtparen uit de buurt – komen iedere week terug. Buurtbewoonster Nancy Schaminee zit gezellig te praten en van haar eten te genieten. “Op een enkele vrijdag na ben ik hier wekelijks te vinden,” vertelt ze. “Het is hier gezellig. Ik geniet van de sfeer, van nieuwe ontmoetingen en luister naar verhalen van de mensen. En niet te vergeten…het eten smaakt heerlijk!”
Kookcrew Dat laatste is voor een groot deel te danken aan de inspanningen van de kookcrew, verantwoordelijk voor de samenstelling van het menu en het bereiden van de maaltijd. Kok Lood Verhulst is de drijvende kracht: hij stuurt het team aan, doet de inkopen en zorgt dat de ‘Eten met Manus-avonden’ goed verlopen. Ook voert hij regelmatig overleg met Marcel Tonnaer over de vrijwilligers, de algemene gang van zaken en de financiën. Verhulst vindt het fantastisch werk: “Je werkt met mensen en dat is altijd uitdagend.” Ook wil hij, als inwoner van Wittevrouwenveld, zijn wijk promoten en de sociale cohesie bevorderen. Een andere kok is de vrijwilliger Ed Soulier, die als beroepskok in diverse keukens in het Maastrichtse bekendheid genoot. Vanwege gezondheidsproblemen was hij gedwongen te stoppen met zijn werkzaamheden. Hij kan het koken echter niet laten en heeft zich bij Eten met Manus gemeld om een keer per week zijn oude beroep uit te oefenen. “Ik leef echt op als ik hier op vrijdag mijn gang kan gaan,” zegt hij. Tineke Christians, voorheen geregeld te gast in Resto VanHarte, is persoonlijk door Verhulst benaderd om mee te draaien in het kookteam vanwege haar werkervaring in grote keukens. “Na twee jaar werkloos te zijn, was ik al geruime tijd op zoek naar vrijwilligerswerk.” Het bevalt haar goed. “Ik vind het leuk om te koken en contact te hebben met mensen. Ook is het fijn om onderdeel te zijn van dit team, het is een fijne groep mensen. Dit werk is voor mij echt een uitje.” Naast het kookteam is er een roulerend team van tien vrijwilligers, die de tafels dekken, de maaltijden serveren, afruimen en afwassen. Deze groep begint later op de middag en wordt ook aangestuurd door Verhulst. Zomaar aanschuiven aan tafel bij Manus is niet mogelijk. Eens per maand wordt het maandmenu van ‘Eten met Manus’ (digitaal) rondgestuurd. Geïnteresseerden kunnen daar wekelijks op intekenen via de mail of per telefoon. Tegen half 9 is het eten verorberd en zijn de laatste nieuwtjes uitgewisseld. Tevreden keren de bezoekers huiswaarts. Maar voor de vrijwilligers is er nog genoeg werk aan de winkel, zoals tafels afruimen, afwassen en de zaal weer op orde brengen. Om na afloop samen nog even na te praten bij een welverdiende borrel.
Maatschappelijke Beursvloer Maastricht
*Mensen met een minimum inkomen kunnen mee-eten tegen de gereduceerde prijs van vier euro.
Beursberichten Beursvloer als broedplaats van maatschappelijke initiatieven. Dit keer: een match tussen Intratuin Maastricht en het jongerenproject Kamers met Kansen.
Jongeren van Kamers met Kansen en Intratuin Maastricht bewijzen elkaar wederzijds een dienst Op de beursvloer liepen zij elkaar tegen het lijf: Mark Smeets, directeur van Intratuin Maastricht en een aantal jongeren van Kamers met Kansen, een project dat begeleiding biedt aan jeugd met problemen thuis, op school of op het werk “Ik vond Kamers met Kansen meteen een heel mooi project waar ik graag iets voor wilde betekenen,” zegt Smeets. Een match was snel gemaakt. “Wij leverden een tuinhuisje voor hun tuinproject, en als tegenprestatie zijn de jongeren van Kamers met Kansen, samen met buurtbewoners, drie ochtenden in het tuincentrum komen helpen.”
In het voorjaar is het altijd een topdrukte bij Intratuin Maastricht. Iedere dag is er veel aanvoer van nieuwe planten, die allemaal een plekje moeten krijgen in de grote winkel. Via een match op de beursvloer kreeg Intratuin echter ondersteuning uit onverwachte hoek: jongeren van het project ‘Kamers met Kansen’ boden samen met buurtbewoners een helpende hand bij het uitvoeren van deze werkzaamheden. Als wederdienst doneerde Intratuin een tuinhuisje, bestemd voor de jongeren en buurtbewoners die een moestuintje beheren in de tuin van Kamers met Kansen.
Een match met een win-win situatie voor beide partijen: Kamers met Kansen is heel blij met het tuinhuisje, dat door de buurtbewoners wordt gebruikt om alle tuingereedschappen in op te bergen. De jongeren hebben de kans gehad een dosis werkervaring op te doen bij een groot retailbedrijf. Intratuin daarentegen heeft zich kunnen profileren als maatschappelijk betrokken ondernemer, hetgeen veel positieve PR opleverde. De volgende Maatschappelijke Beursvloer Maastricht vindt plaats op dinsdagmiddag 20 oktober. Tijdens een Maatschappelijke Beursvloer worden met gesloten beurs deals gesloten tussen maatschappelijke organisaties en bedrijven. Vrijwilligersorganisaties kunnen hierdoor menskracht, middelen en materialen ontvangen waarvoor geen geld is; bedrijven kunnen zich van hun maatschappelijke kant laten zien en mogen na deelname het certificaat Maatschappelijk Betrokken Ondernemer voeren. Meer informatie? Kijk op www.beursvloermaastricht.nl
7
Carolien Kuypers en Roman Karia in de buurtgroentetuin
Van Maastrichter bodem:
Huub in de Braekt en kunstenaar Jo van Aken
Een echte buurtgroentetuin in Mariaberg Het is helemaal van deze tijd: mensen die met hun handen in de aarde wroeten en zelf aan de slag gaan in hun eigen moestuin. Want wat is nu lekkerder en gezonder dan onbespoten groenten, fruit en kruiden van eigen teelt? Met ‘Van Hollandse Bodem’ in het achterhoofd, een programma rond moestuinen, ging de Buurtbrök in Mariaberg op zoek naar buurtbewoners met groene vingers. Dat leverde een zestal vrijwilligers op, die vol enthousiasme aan het werk gingen in de eerste echte buurtgroentetuin die Mariaberg rijk is.
Maaltijden bereiden met de eigen teelt
Zelfsturing ‘hot’ in het Heuvelland Mobiliseren burgerkracht werpt vruchten af Het is niet te missen voor automobilisten die de rotonde aan de Rasberg in Berg en Terblijt passeren: in het midden van dit kruispunt bevindt zich een opvallend kunstwerk, opgebouwd uit vier roestkleurige ringen van cortenstaal. En het is nog historisch verantwoord ook. Op de ringen zijn platen aangebracht met daarop afgebeeld de kenmerken van de cultuurgeschiedenis van de vier oude kernen van het huidige Berg en Terblijt: Berg, Geulhem, Vilt en Terblijt. Deze creatie is een mooi eindresultaat van zelfsturing, een proces dat burgers de kans geeft zelf met ideeën te komen om hun eigen leefomgeving vorm te geven.
Ideeën bloeien op
Zelfsturing zit in de lift. In veel dorpen en kernen in het Heuvelland zijn in de afgelopen jaren tal van ideeën van bewoners tot wasdom gekomen. Met zoveel succes dat het de interesse van de gemeente Maastricht gewekt heeft. Frans Keulen kan er enthousiast over vertellen. Als opbouwwerker heeft hij aan de wieg gestaan van dit burgerinitiatief. Op veel plekken is het dankzij zijn ondersteuning in de praktijk gebracht. “Maastricht wil binnenkort ook starten met zelfsturing. Als proef gaan twee buurten ermee aan de slag,” vertelt hij.
In de Braekt is goed op de hoogte van alles wat er speelt in zijn dorp. 22 jaar lang was hij voorzitter van de dorpsraad in Berg, totdat hij zes jaar geleden het bijltje erbij neergooide “om anderen een kans te geven.” Om vervolgens te constateren dat er niets meer van de grond kwam in zijn dorp. Via de gemeente kwam hij in aanraking met het proces zelfsturing. In de Braekt: “De gemeente gaf ruimte aan de kernen om een aantal kernoverleggen op te richten volgens het principe van Zelfsturende Vitale Gemeenschappen. Berg en Terblijt was een van de eerste dorpen die hiermee aan de slag wilde gaan.” Hij kon het niet laten en bezocht de eerste bijeenkomsten van het nieuwe kernoverleg. “In een kernoverleg zitten vertegenwoordigers van het dorp, die samen met de bewoners op zoek gaan naar oplossingen van problemen en buurtprojecten uitvoeren,” legt hij uit. In het kernoverleg van Berg en Terblijt moest nog een bestuur en een voorzitter gekozen worden. Het uiteindelijke resultaat is dat In de Braekt nu voorzitter is van dit kernoverleg. “En langzaam bloeien de ideeën in het dorp weer op,” zegt hij tevreden.
Gebruik maken van 17.000 knappe koppen
Kernoverleg aan de slag
Terug naar Berg en Terblijt. Daar is Remy Meijers als wethouder verantwoordelijk voor het proces rond zelfsturing, dat gefaciliteerd wordt door de gemeente. “Ik kijk puur toe of de structurele kaders van de gemeenteraad goed worden opgevolgd, langs de beleidslijnen die zijn uitgezet.” Een bureau Burgerkracht, opgericht door Meijers, moet het proces zelfsturing stimuleren. “Een ambtenaar vervult de functie van interne coördinator: hij zorgt dat alle disciplines bij elkaar komen. De externe coördinator, in de persoon van opbouwwerker Frans Keulen, is zowel onze ogen als onze oren in het dorp.” De kracht van zelfsturing is volgens Meijers “dat de energie en ideeën van mensen uit de dorpen en kernen tot ontbolstering komen. Als je dat voldoende faciliteert en ondersteunt kun je zaken bereiken die je als gemeente nooit zelf zou kunnen presteren.” Mensen hebben het gevoel dat ze zelf de regie voeren over hun eigen buurt, verduidelijkt hij. Ze krijgen de kans om ideeën te ontwikkelen en te verwezenlijken. Of, zoals hij het met een kwinkslag zegt: “Er zitten 100 knappe koppen op het gemeentehuis, maar er zitten ook nog 17.000 knappe koppen erbuiten, in het dorp. Het zou stom zijn om daar geen gebruik van te maken.” Huub in de Braekt vult aan: “Het kunstwerk op de Rasberg is een prachtig voorbeeld van wat zelfsturing kan opleveren voor een dorp. Daar horen ook valkuilen bij en er zijn natuurlijk ook genoeg beren op de weg. Niets gaat zonder slag of stoot.”
Een van de vele ideeën die inmiddels ten uitvoer zijn gebracht, is het kunstwerk op de rotonde Rasberg. “Om de doorstroming van het verkeer op de Rijksweg ter hoogte van de Rasberg te bevorderen, heeft de Provincie Limburg een rotonde laten bouwen. In het midden van de rotonde wilde de Provincie een kunstwerk plaatsen. Geld om dit te bekostigen was er niet. Het kernoverleg werd benaderd door de Kunst en Cultuurraad Valkenburg a/d Geul voor inbreng over een kunstobject. De eerste bijeenkomst van dit overleg leverde drie uitstekende ideeën op,” vertelt In de Braekt. Het kernoverleg organiseerde een aantal openbare bijeenkomsten waar deze voorstellen werden getoond op tekeningen en met foto’s. Het voorstel dat uiteindelijk werd verkozen, werd uitgewerkt tot een concreet plan. In de Braekt: “Daarmee gingen de verschillende partijen – de verantwoordelijke instanties en de bewoners – vervolgens aan de slag. Na het goedkeuren van de offerte, kreeg kunstenaar Jo van Aken de opdracht het voorstel van het Kernoverleg verder uit te werken.” De kosten van het kunstwerk lagen rond de 20.000 euro. Dankzij sponsoring, stimuleringsgelden en een bijdrage van zowel de Raad van Kunst en Cultuur als van de Provincie was de financiering rond. “Omdat ieder zijn eigen bijdrage heeft geleverd, is dit project door de gemeenschap gerealiseerd voor een fractie van de werkelijke kosten en is er dus veel geld bespaard. Het gaat er om gebruik te maken van de kennis en kunde die in een dorp aanwezig is,” weet Keulen. “En het mooie is: alle dorpsbewoners zijn enthousiast over het eindresultaat. Het proces zelfsturing is hier echt omarmd door de gemeenschap,” aldus In de Braekt.
Een gezamenlijk interview met de diverse betrokkenen rond dit project: Huub in de Braekt, buurtbewoner Berg en Terblijt, Remy Meijers, wethouder Financiën en Burgerpartipatie van de gemeente Valkenburg a/d Geul en Frans Keulen, opbouwwerker van Trajekt. Het gesprek vindt plaats rond de keukentafel ten huize van In de Braekt.
8
Roman Karia is van Georgische afkomst en al 20 jaar woonachtig in Nederland. Sinds korte tijd is hij werkloos. Bij de pakken neerzitten past niet bij hem, vandaar dat Roman zich aanmeldde als vrijwilliger bij de Buurtbrök. “Ik wil graag iets terugdoen voor de Nederlandse samenleving, thuiszitten is niets voor mij,” zegt hij. Hij is een van de zes vrijwilligers die zich inzetten voor de buurtgroentetuin van de Buurtbrök, gelegen op het terrein van de Tuindersvereniging aan de Beelsnijdersdreef te Mariaberg. De Buurtbrök heeft daar in april een volkstuintje kunnen bemachtigen, vertelt Carolien Kuypers, projectmedewerker van de Buurtbrök in Mariaberg. “De vrijwilligers liepen al langer met het idee rond van een eigen moestuin. Toevallig kwam er toen net een perceel vrij bij de Tuindersvereniging. Wij hebben ons aangemeld en kregen een stuk grond toegewezen van 100 vierkante meter. Twee vrijwilligers met groene vingers waren bereid de kar te trekken. Al snel groeide de groep tuinders uit tot zes personen.” Vervolgens ging de tuinploeg aan de slag: Carolien: “We hebben aarde besteld en kiezelstenen. Met behulp van WeHelpen.nl is alles vervoerd naar de tuinen. Heel leuk was het om te zaaien: aardappelen, uien, verschillende slasoorten, bloemkool, paprika’s, tomaten, aardbeien en verschillende kruiden zoals peterselie, dille en koriander.”
Bijna iedere dag zijn de vrijwilligers wel een uurtje te vinden in de buurgroentetuin. Roman: “We kijken of de planten water nodig hebben of halen onkruid weg. Het is fijn om buiten in de natuur bezig te zijn.” Hij wacht vol spanning totdat geoogst kan worden. De groenten en kruiden van eigen teelt krijgen een goede bestemming. “Daarmee ga ik lekkere, gezonde maaltijden bereiden in de Buurtbrök. Alles is biologisch en onbespoten.” Koken, dat doet hij graag. Met veel liefde bereidt hij, samen met een andere vrijwilliger, twee keer in de week een warme maaltijd voor buurtbewoners, af en toe met een Georgisch tintje. “Meestal maak ik traditionele, Hollandse gerechten: gewoon groente, vlees en aardappelen met jus. Soms probeer ik een Georgisch recept uit. En bij sommige gerechten, zoals bijvoorbeeld gehaktballetjes, voeg ik kruiden toe uit mijn vaderland.” De geoogste producten die niet in de maaltijden van de Buurtbrök gebruikt worden, vinden hun weg in de buurt. “Vrijwilligers en buurtbewoners zijn er blij mee. Niets wordt weggegooid,” benadrukt Carolien. Over de samenwerking met de tuindersvereniging is Carolien tevreden. “Een keer per maand vindt er centraal onderhoud plaats op het gehele terrein. De vereniging verwacht dan dat alle huurders van de tuintjes komen helpen met onderhoudswerkzaamheden. Natuurlijk zijn onze vrijwilligers van de buurtgroentetuin dan ook van de partij.”
Na 25 jaar nog steeds met hart en ziel betrokken bij het Kindervakantiewerk 25 jaar lang vervulde vrijwilliger Peter Habets de functie kasbeheerder (voorheen penningmeester) bij het Kindervakantiewerk in de wijken Heer en Scharn te Maastricht. Tijd voor een bloemetje en een interview.
Karin Rutten (Trajekt) bevestigt de zilveren vrijwilligersspeld
Vrijwilliger Peter Habets
Het bloemetje ontving Peter tijdens zijn jubileumfeest op 23 april jl. in het Scoutinggebouw van Heer, omringd door zijn vrouw en collega-vrijwilligers van het Kindervakantiewerk. Zijn vrijwilligersloopbaan begon in 1990, of zoals hij het zelf zegt, “ik rolde er als het ware in. Mijn vrouw was al vrijwilliger bij het Kindervakantiewerk en mijn zoon deed mee aan de activiteiten.” Daarbij stond de vacature hem op het lijf geschreven. “Het Kindervakantiewerk in Heer/Scharn had een penningmeester nodig. Ik, als docent economische vakken was daar natuurlijk de aangewezen persoon voor... Nee zeggen was geen optie.” Uiteraard spraken de werkzaamheden hem aan: “Zowel het penningmeesterschap als het organiseren van activiteiten vond ik geweldig leuk om te doen. En nog steeds overigens. Ook nu, als ‘opa op leeftijd’.”
Niets dan lof
De verhouding met Trajekt in de afgelopen 25 jaren was oké, zegt Peter. “Ik heb de samenwerking altijd als erg prettig ervaren, zeker met beroepskrachten zoals Sandra Smeitink en Petra Debets. Ik heb me vooral door deze ondersteuners altijd gewaardeerd gevoeld. Niets dan lof.” Dat geldt ook voor de samenwerking binnen het wijkteam van het Kindervakantiewerk. “Deze verliep prima. Dat moet ook wel, anders doe je dit niet zoveel jaren met plezier.” In de loop der tijd is het kindervakantiewerk natuurlijk wel flink veranderd, stelt Peter. “Andere interesses van de kinderen, een ander type kinderen. Maar ik ben daarin gewoon meegegroeid, wellicht ook door mijn beroep.” Wat betreft de deelname van de kinderen aan de activiteiten constateert hij helaas een afname. “Jammer, maar dat zijn maatschappelijke ontwikkelingen, die houd je niet tegen en kun je moeilijk sturen.” Ondanks deze ontwikkelingen beklijft het plezier in het werk. “Het blijft prachtig om je voor deze kinderen in te zetten en leuke, soms leerzame activiteiten te organiseren en hen daarbij te begeleiden,” aldus Peter.
7 9
Juni 2015
Nieuws – activiteiten – projecten – trainingen – cursussen –
E TCetera
Nieuws – activiteiten – activiteiten –
Game-coaches laten jeugd Maastricht bewegen Binnenkort start Trajekt met een nieuwe reeks trainingen voor jongeren die worden opgeleid tot sportcoaches. Onder de naam ‘game-coaches’ gaan zij als vrijwilliger aan de slag met de jeugd in de Maastrichtse wijken.
NoCredit, GameOver! Jongeren spelenderwijs bewust maken van risico’s schulden Voorkomen is beter dan genezen. Met deze spreuk in het achterhoofd besloot de gemeente Maastricht werk te maken van een preventieve aanpak van de schuldenproblematiek rondom jongeren. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat 42 procent van de 18-plussers één of meer schulden of betalingsachterstanden heeft.* Een van de instrumenten die de gemeente in samenwerking met Trajekt gaat inzetten om deze jeugdige doelgroep inzicht te geven in dit vraagstuk, is de succesvolle, uit België afkomstige methodiek NoCredit, GameOver!
Het spel NoCredit, GameOver! is een interactief stadsspel voor de leeftijdsgroep 17 tot en met 19 jaar, met het doel de spelers in beweging te brengen rond een sociaal relevant thema, namelijk schulden. Het programma wordt aangepast aan het niveau en de opleiding van de deelnemers, zodat ieder in staat is aan het spel mee te doen. De jongeren leren op speelse wijze om problemen gerelateerd aan schulden te herkennen, te voorkomen én op te lossen. Juist in deze leeftijdsfase, waarin veel veranderingen plaatsvinden, is het goed om deze groep preventief voor te lichten over de valkuilen van deze problematiek. De afdeling Armoede en schuldhulpverlening van de gemeente Maastricht vindt het uit preventief oogpunt belangrijk om specifiek aandacht te geven aan deze groep jeugdigen.
Leerlingen gaan in maximaal vier uur tijd hard aan de slag rondom dit thema. De startlocatie van NoCredit, GameOver! is Stay Okay aan de Maasboulevard te Maastricht. Aan de hand van digitale media dienen de jongeren zich een weg te banen door de stad. Ondertussen moeten ze proberen om de schulden van hun spelpersonage op te lossen. Tijdens de nabespreking wordt zowel hun gedrag als hun beslissingen geëvalueerd, zodat de deelnemers ook van elkaar leren. De gemeente Maastricht en Trajekt willen graag in het nieuwe schooljaar starten met dit spel. Om alle VO-scholen en andere betrokkenen te informeren over het spel en zoveel mogelijk leerlingen te bereiken was er op 20 mei op het Werkplein in Maastricht een informatiebijeenkomst rond NoCredit, GameOver!.
Besproken werd het inplannen van het event door de diverse scholen, de afstemming en zowel de mogelijkheden als de bezwaren van de scholen om aan het spel mee te doen.
De volgende organisaties hebben hun medewerking verleend aan NoCredit, GameOver!: Kredietbank Limburg, Trajekt, Sociale Zaken, Stichting Leergeld, Leeuwenborgh, Podium 24, Humanitas, Ramona Batta (Gerechtsdeurwaarder en Bewindvoerder) en het Centre Céramique.
Meer aandachtig en bewust leven en anders omgaan met stress en pijn. Dat is het doel van Mindfulness, een training die de laatste tijd zeer aan populariteit wint. In de gemeente Eijsden-Margraten verzorgde Trajekt in het voorjaar een training mindfulness, met succes.
Oefenen in meditatietechnieken In principe kan iedereen meedoen aan deze training, tenzij er ernstige psychiatrische problemen zijn. Van de deelnemers wordt wel verwacht dat ze thuis oefenen met de diverse meditatietechnieken. Dit ‘huiswerk’ is het belangrijkste onderdeel van de training. Drie kwartier tot één uur per dag oefenen is een vereiste. Als dit niet mogelijk is, is het niet zinvol om met deze training te beginnen. Tijdens de bijeenkomsten evalueren de deelnemers hoe de oefeningen thuis zijn verlopen en worden ervaringen uitgewisseld met andere groepsleden. De nadruk ligt daarbij op het oefenen, het is immers geen praatgroep.
10
In de Brede School in Eijsden is net een cursus Mindfulness afgerond. De groep bestond uit AMW-cliënten (voornamelijk mensen met psychosociale problemen en stress gerelateerde klachten) die bij het algemeen maatschappelijk werk van Trajekt in behandeling waren of op de wachtlijst stonden. De acht (inmiddels afgeronde) sessies van de eerste cyclus Mindfulness hebben plaatsgevonden op de donderdagen, van 14.00 tot 16.30 uur in de Brede school ‘Op de Cour’ aan de Kramsvogel 42 te Eijsden. Deze bijeenkomsten waren kosteloos. Voor een volgende training zullen de deelnemers een geringe eigen bijdrage moeten betalen. Dit omdat de locatie de Brede School niet meer beschikbaar is en er een geschikte groepswerkruimte gehuurd moet worden. Er kunnen maximaal tien personen deelnemen. De training is toegankelijk voor zowel mannen als vrouwen.
Voor meer informatie: kijk op www.mindfulness-trainingen.nl of neem contact op met Suus Simons of Sandra Vinken, T 043 – 409 15 24 /
[email protected] of
[email protected]
De Mindfulness-trainers: Sandra Vinken en Suus Simons
Er is plaats voor 15 jongeren, die de opleiding Leider Sportieve Recreatie, niveau 2 (LSR-2 cursus) gaan volgen. Iedere deelnemer krijgt eerst een intake gesprek. Daarna wordt bekeken of de desbetreffende jongere mag deelnemen. Hoewel deze opleiding bedoeld is voor jeugd vanaf 16 jaar, mogen 14- en 15-jarigen ook deelnemen. Zij ontvangen hun certificaat wanneer ze de leeftijd bereiken van 16 jaar. Het doel van de LSR-opleiding is het opdoen van kennis en vaardigheden, waardoor deelnemers op een verantwoorde, eigentijdse en stimulerende wijze leiding kunnen geven aan de jongere jeugd in de wijk. Tijdens de opleiding wordt met behulp diverse werkvormen ingegaan op zaken als methodiek, didactiek, sport- en spelvormen, materialenkennis en het organiseren van kleine en grotere (recreatieve) activiteiten en evenementen. De deelnemers zijn ongeveer een jaar bezig met deze cursus. Al tijdens de opleiding gaan de game-coaches met de jeugdwerkers in de buurt aan de slag bij het ontwikkelen van sport- en spelactiviteiten. In tegenstelling tot andere jaren worden er geen vergoedingen meer uitgekeerd.
The International Award for Young People Als extra bevat deze cursus een aantal bijeenkomsten en opdrachten die verbonden zijn aan The International Award for Young People, een internationaal programma waarmee jongeren in de hele wereld het beste uit zichzelf halen en leren hun grenzen verleggen Maar liefst 140 landen doen mee. Het programma, dat grotendeels bestaat uit buitensportactiviteiten, focust op het vergroten van een aantal basisvaardigheden. Plannen en organiseren, sociale vaardigheden, verantwoordelijkheidsgevoel, maar ook zelfvertrouwen en maatschappelijk bewustzijn staan centraal. De award wordt uitgereikt aan die jongeren die aan de eisen van het programma hebben voldaan.
Meer informatie is te verkrijgen bij Dennis Herben (E
[email protected]) of Sjef Zwackhalen (E
[email protected])
*Deze Informatie is afkomstig van het onderzoeksrapport Jongeren & Geld van het Nibud.
Door Mindfulness bewuster in het dagelijks leven staan In het jachtige bestaan van alledag leven mensen vaak op de automatische piloot, zonder zich te realiseren wat ze doen en met welke reden. Een groot gedeelte van het leven wordt onbewust bepaald door ingesleten gewoonten en vaste patronen. Mindfulness wil dit stramien doorbreken. Door middel van het trainen van vaardigheden, waarin door diverse meditaties en oefeningen de ‘aandachtsspier’ getraind wordt, leert Mindfulness mensen zich bewust te worden van deze automatische reactiepatronen. Ze leren hoe ze vanaf een afstand kunnen kijken naar een bepaalde situatie. Met als resultaat dat het besef doordringt dat iedereen – in veel situaties – de vrijheid heeft om een bewuste en afgewogen keuze te maken. De grondlegger van de Mindfulness, Jon Kabat Zinn, definieert Mindfulness als volgt: ‘Mindfulness is aandacht geven met drie specifieke karakteristieken: gerichte aandacht, aan het moment van nu, zonder te oordelen.’
Een groep jongeren vanaf 14 jaar gaat komend schooljaar beginnen als game-coach in de eigen wijk. Ze organiseren vrijwillig diverse sport- of bewegingsactiviteiten voor de jeugd, met ondersteuning van de jeugdwerkers. Sport is een perfect middel om jeugd samen te brengen. Door jongeren in te zetten als game-coach kunnen zij de kinderen en tieners aanzetten tot meer bewegen. Bovendien krijgen de game-coaches al doende handvatten aangereikt waardoor hun talent zich verder kan ontplooien. Met hun voorbeeldgedrag vormen zij de sleutel tot het beïnvloeden van de jongere jeugd.
Nationale Sportweek krachtig instrument voor het promoten van sport Van 18 tot en met 25 april was het sporten geblazen voor de jeugd in veel Nederlandse gemeenten. De Nationale Sportweek, een landelijk evenement dat een week lang sporten in de spotlights zet, vond voor de twaalfde keer plaats. Het evenement werd georganiseerd door NOC*NSF. De jeugd van de gemeente Gulpen-Wittem deed er vol overgave aan mee. De Sportweek is in de loop van de tijd uitgegroeid tot een sporthappening met landelijke dekking. Ruim 200 van de 393 gemeenten zien de Nationale Sportweek als een krachtig platform om mensen te laten genieten van sport. Ook de gemeente Gulpen-Wittem ziet het belang van sportpromotie in en is hiervoor in actie gekomen. In samenwerking met Go Active Be Creative zijn er drie sportdagen georganiseerd voor de groepen 3 tot en met 8. Alle acht basisscholen van deze gemeente deden hieraan mee. Door samen te werken met 15 verenigingen, sportaanbieders, sportbonden, vrijwilligers en maatschappelijke stagiaires hebben ruim 750 kinderen een gevarieerd aanbod voorgeschoteld gekregen. Ook werden er weer een aantal nieuwe sporten gepresenteerd die goed in de smaak vielen bij de kinderen. Er waren veel enthousiaste reacties van de verenigingen. “Het is de ideale manier om je tak van sport te promoten en alle kinderen hiervoor enthousiast te maken. Je kunt nu laten zien dat sporten niet alleen gezond is, maar dat het ook vooral leuk is om met anderen samen te doen,” klonk het. De combinatie met groepen van andere scholen viel goed in de smaak. Maar ook het prachtige weer heeft natuurlijk zijn steentje hieraan bijgedragen aan een succesvol verloop van de week. Go Active Be Creative kijkt al uit naar de Nationale Sportweek 2016, en wil zeer zeker weer van de partij zijn. De deelnemende kinderen, leerkrachten en ouders maakten bij de afsluiting van dit sportieve evenement door luid gejuich kenbaar dat ze genoten hadden van deze Nationale Sportweek. Vanaf deze plek wil de organisatie alle partners bedanken voor hun tomeloze inzet gedurende deze week. Zonder deze samenwerking was het organiseren van deze sportweek niet mogelijk geweest!
11
Digitale sociale marktplaats in de lucht Opsteker voor actief burgerschap
Colofon Redactieadres
Sinds kort beschikt Maastricht over een website die vrijwilligersvacatures, talenten, trainingen, cursussen, goederen, diensten en hulpvragen verbindt: www.maastrichtdoet.nl, een initiatief van de gemeente Maastricht. Iedereen kan als burger, bedrijf of (vrijwilligers-)organisatie reageren of zelf een aanbod doen. De lancering van deze veelbelovende website vond plaats op 11 maart 2015 in de Muziekgieterij in de Boschstraat te Maastricht. www.maastrichtdoet.nl sluit naadloos aan op de nieuwe ontwikkelingen in de samenleving, waar burgerkracht een centrale rol speelt. “Het is een perfect instrument om actief burgerschap te bevorderen”, zegt projectmanager Inge Elzer van Trajekt. Samen met haar collega’s Germaine van Elewoud en Pep Peperkamp is zij betrokken bij de inhoudelijke ontwikkeling van deze site. Het ontwerpbureau Kracht 12 heeft het ontwerp van de website gemaakt en verzorgt de technische ondersteuning. Elzer: “De site is overzichtelijk en gemakkelijk in het gebruik. Iedereen kan ermee werken, zowel burgers en professionals als (vrijwilligers)organisaties, bedrijven en instellingen. Mensen kunnen zelf met ideeën en initiatieven komen en een oproep plaatsen op Maastrichtdoet.nl. Daarbij zijn de lijnen kort: iemand die reageert op bijvoorbeeld een vrijwilligersvacature, kan rechtstreeks contact leggen met de aanbieder.“ www.maastrichtdoet.nl is hét hulpmiddel om vraag en aanbod aan elkaar te koppelen en een manier om informatie en kennis te delen en aan te bieden. “Maar het allerbelangrijkste blijft natuurlijk het elkaar ontmoeten, ‘live’ met elkaar in gesprek gaan over een idee, maatschappelijk initiatief of gewoon over iets dat je bezig houdt in de stad,” benadrukt Elzer.
Postbus 312, 6200 AH Maastricht T 043 - 763 00 00 E
[email protected] Redactiecommissie
Petra Debets | opbouwwerk Peer Haemers | facilitair Suzanne Horbach | jeugdwerk Anja Kickken | communicatie Riëlle Schols | assistant to Kees Smit | opbouwwerk Eindredactie
Anja Kickken Fotografie
Richard Stark (wethouder Willems) Pol Beckers (Nationale Sportweek) Kracht 12 (Maastricht doet) Vincent van den Bergh (WeHelpen.nl) Trajekt Vormgeving
ARTs Now design bNo, Nathalie Arts Lancering website Maastricht Doet met gastspreker, trendwatcher Adjiedj Bakas
Helpen en geholpen worden
Drukwerk
Andi Druk, Maastricht-Airport Meer informatie over Trajekt
W www.trajekt.nl Tw @trajekt_welzijn Fb www.facebook.com/www.trajetk.nl
www.wehelpen.nl Op de homepage van Maastrichtdoet staat ook de site www.wehelpen.nl/maastricht vermeld. Dit digitale platform richt zich specifiek op (kortdurende) informele hulp. Vraag en aanbod kunnen digitaal gematcht worden, op buurtniveau. Ook biedt de site de mogelijkheid een hulpnetwerk aan te maken. Dit is handig als meerdere mensen samen voor iemand zorgen. Met een hulpnetwerk kunnen hulpbieders gezamenlijk een agenda beheren, een logboek bijhouden en notities delen. Wehelpen.nl is gratis en voor iedereen toegankelijk. Na het aanmaken van een account kan binnen een paar klikken een hulpvraag worden ingediend of hulp worden aangeboden. Op donderdag 2 april was er een echte WeHelpen Matchdag Maastricht. Het team van WeHelpen Maastricht ging, samen met wethouder welzijn Jack Gerats, aan de slag met het inlossen van openstaande hulpvragen die burgers op www.wehelpen.nl/ maastricht geplaatst hadden. En met succes, getuige de foto’s...
QR twitter
QR facebook
Volop speelplezier in de Speelpan in Malpertuis in Maastricht
Iedereen doet ertoe.
Sinds januari is er, naast in Wittevrouwenveld, ook een Speelpan in Malpertuis. Het is dé centrale plek in de buurt waar ontmoeting, speelplezier en opvoedondersteuning centraal staan. Hier komt alles samen onder één dak: spelen, speelgoed, kinderen en ouders. Door speelgoed in te zamelen krijgen kinderen de kans om Wat heeft de Speelpan allemaal te bieden? Er is SamenSpelen, een onbezorgd te kunnen spelen met goed speel- en spelmateriaal. gezinsprogramma voor extra spel- en ontwikkelingsstimulering Inzet vrijwilligers van het jonge kind. Het programma, voornamelijk uitgevoerd door vrijwilligers, geeft ouders tips bij het spelen, maar ze kunnen hier Veel activiteiten in de Speelpan worden door vrijwilligers georganiook terecht voor vragen over ontwikkeling, opvoeding en voor seerd en uitgevoerd. De speelgoedbank, de speel-o-theek en Sainformatie over spel en spelen. Ook zijn er twee keer per week menSpelen vullen elkaar goed aan en zijn een perfecte combinatie vrije speelinloopmiddagen in de Speelpan. Dan kan er door ouders om samen onder te brengen op één locatie. Ouders en andere met jonge kinderen naar hartenlust worden gespeeld met de vele opvoeders, kinderen, vrijwilligers en professionals kunnen elkaar aanwezige spelmaterialen. gemakkelijk en op een laagdrempelige manier ontmoeten. En er is de Speelgoedbank, ‘de Hoelahoep’, met als doel het doorDe Speelpan ligt aan het Sproetepad 20 in Maastricht. geven van goed herbruikbaar speelgoed aan kinderen van ouders Meer informatie? Neem dan contact op Trajekt die het hard nodig hebben, maar dit zelf niet meer kunnen betalen.
en verschijnt 4 keer per jaar.
Centre Manjefiek Malberg T 043 – 763 00 30
is een uitgave van welzijnsorganisatie Trajekt Het blad wordt in een oplage van 2500 exemplaren verspreid onder medewerkers, vrijwilligers en relaties van Trajekt.
12