Huiswerkbeleid
Versie: november 2013
1
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is huiswerk? ................................................................................................................. 3 Doelstellingen huiswerk ...................................................................................................... 3 Doorlopende leerlijn ........................................................................................................... 3 Rol leerkracht ...................................................................................................................... 6 Rol ouder ............................................................................................................................. 7 Rol kind/leerling ................................................................................................................. 7
2
1. Wat is huiswerk? Met huiswerk wordt bedoeld ‘een door de leerkracht aan de leerling toegeschreven mondelinge/geschreven individuele of groepstaak, die buiten de schooltijd gemaakt wordt met als doel voorbereid te zijn op nieuw leermateriaal of versterken, uitbreiden, oefenen of voltooien van onlangs geleerd materiaal’ (Cooper, 2008).
2. Doelstellingen huiswerk Het personeel van de Eben-Haëzerschool heeft de opvatting dat huiswerk een belangrijk onderdeel is van het onderwijs en van het leren ‘leren’ van onze leerlingen en het toenemen van de leerprestatie. Huiswerk is een werkvorm om bepaalde doelstellingen te bereiken. Deze doelstellingen zijn: 1. Huiswerk dient als brug tussen school en huis De school biedt de ouder* dankzij huiswerk de kans om zich te betrekken bij het schoolgebeuren. De ouders wordt immers op de hoogte gebracht van wat er geleerd wordt en hoe dit leren gebeurt. Ook kan men zien wat een leerling aankan, waarmee een signaal wordt afgegeven van het kunnen van het kind. Als de ouder betrokken is bij het huiswerk en interesse toont in het te leren of te maken huiswerk, wordt de leerling gemotiveerd. Hierdoor komt het kind tot leervordering. *genoemd wordt ouder, maar hiermee worden de ouders/verzorgers bedoeld. 2. Huiswerk zorgt voor plichtsbewustzijn Huiswerk dient er ook voor te zorgen dat er bij het kind een plichtsbewustzijn groeit. Noem het ook een werkhouding, een verantwoordelijkheidsgevoel of gewoon zelfdiscipline. Deze levenshouding is lang niet alleen van belang bij het leren of studeren. Ze is van fundamenteel belang om het ergens te brengen op welk vlak dan ook. 3. Huiswerk vergroot de zelfstandigheid De groei van het kind om zelfstandige ‘leerders’ en werkers te worden is ook belangrijk voor het maken en leren van het huiswerk. De leerling moet leren werken, verwerken, oefenen, verbeteren, opzoeken, voorbereiden, memoriseren, studeren, plannen, enz. Ook het leren omgaan met moderne media en documentatiemateriaal kan hierbij van pas komen. 4. Huiswerk dienst als uitbreiding van de leertijd Een laatste belangrijke doelstelling die we betrachten via het huiswerk is een uitbreiding van de leertijd om verder inoefenen en automatiseren mogelijk te maken. Het inoefenen, herhalen of zelfs verdiepen van (basis-) leerstof die in de groep werd verworven, moet ons inziens ook thuis – of in een andere buitenschoolse context - kunnen plaatsvinden.
3. Doorlopende leerlijn De ‘leerlijn’ bewaakt de gelijkmatige opbouw van het huiswerk door alle groepen heen en 3
moet hevige sprongen of grote hiaten in de groei van het zelfstandig werken en leren voorkomen. Richtinggevend is de gedachte dat we van elk leerling een gelijkwaardige inspanning verwachten op het vlak van huiswerk. De huiswerktaken van de leerlingen kunnen daardoor onderling verschillen. Naast een ‘basis’ taak voor iedereen kunnen ‘extra’ taken voorzien worden voor de bollebozen of keuzetaken voor de liefhebbers. De leerkracht besteedt de nodige zorg aan het kiezen van hoeveelheid huiswerktaken. Naar mate de leerlingen ouder worden stijgt de hoeveelheid, moeten ze zelf de leerstof verwerken en komt de verantwoordelijkheid meer en meer op hun eigen schouders te liggen, ook naar planning toe. De leerkracht neemt de tijd voor het opgeven van huiswerk. Ook hier is er een opbouw merkbaar: hoe ouder de leerling wordt, des te korter de ‘fase van opgave’ en des te groter de verantwoordelijkheid van de leerling zelf wordt. Waar in de leerkracht in de middenbouw de leerling herinnert aan het voorbereiden van een toets, moet de leerling van de bovenbouw zelf hun leerstof spreiden. De agenda is vanaf daarom in groep 7/8 een zeer belangrijk werkinstrument. Gezien het bovenstaande hanteert de Eben-Haëzerschool de volgende opbouw in de duur en frequentie van het huiswerk per leerjaar. Leerjaar Groep 3 Groep 4 Groep 5/6 Groep 7/8
Tijdspanne 10 minuten per dag 15 minuten per dag 20 minuten per dag 30 minuten per dag
Frequentie per week 1-3 taken 1-3 taken 2-4 taken 3-6 taken
Het leren van lessen verdient specifieke aandacht. Het is pas vanaf groep 3 dat onze leerlingen hun eerste ‘lesjes’ te leren krijgen. De geleidelijke opbouw en intensieve begeleiding van de leerkracht(en) is hierbij van belang. Hieronder staat de doorlopende leerlijn schematisch weergegeven. Groep 3 Groep 4 Groep 5
De lesjes worden met de leerlingen reeds ingeoefend in de groep. Een toets wordt minimum één week op voorhand aangekondigd. De leerkracht herinnert er de leerlingen dagelijks aan. Lessen van rekenen en spelling kunnen geoefend worden: gemaakte oefeningen opnieuw maken en controleren. De lesjes worden met de leerlingen reeds ingeoefend in de groep. De leerlingen leren kernwoorden markeren De leerlingen leren toetsvragen op te stellen De leerlingen moeten dingen kennen (memoriseren) en ook dingen kunnen. De leerkracht geeft voortoetsen De toets wordt minimum één week op voorhand aangekondigd. De leerkracht herinnert er de leerlingen dagelijks aan. Alle schriftelijk werk van de leerlingen worden nauwgezet gecorrigeerd door de leerkracht. 4
Groep 6
Groep 7
Groep 8
De doelstellingen van het vorige leerjaar groeien naar: minder tot geen inoefening in de klas zelf kernwoorden markeren zelf vragen leren zoeken en oplossen Bijkomende aspecten : leren samenvatten leren schematiseren memoriseren a.d.h.v. kernwoorden De leerkracht peilt ook naar inzicht: conclusies trekken, gegevens combineren, enz. Zelf leren bijhouden wanneer er een toets komt. De leerlingen moeten dingen kennen en ook dingen kunnen. De leerkracht geeft voortoetsen. De leerlingen moeten komen tot een eigen manier van studeren door de hulpmiddelen die werden aangereikt in vorige leerjaren te gaan uitbouwen. De leerlingen moeten zelf uitmaken wat moet worden geoefend of gestudeerd. Schriftelijke voorbereidingen moeten worden voorgelegd. De leerkracht kondigt een toets ongeveer één week van te voren aan. De leerstof wordt aangeduid met de leerlingen en op het schoolbord geschreven. Leerlingen schrijven onder begeleiding van de leerkracht het huiswerk in hun agenda. De leerkracht maakt een onderscheid tussen ‘lezen’, ‘kennen’ en ‘kunnen’. De leerlingen plannen hun inspanningen. De leerlingen moeten komen tot een eigen manier van studeren. De leerlingen moeten zelf uitmaken wat moet worden geoefend of gestudeerd. Schriftelijke voorbereidingen moeten worden voorgelegd. De leerkracht kondigt een toets ongeveer één week van te voren aan. De leerstof wordt aangeduid met de leerlingen en op het schoolbord geschreven. Leerlingen schrijven het huiswerk in de hun agenda. De leerkracht maakt een onderscheid tussen ‘lezen’, ‘kennen’ en ‘kunnen’. De leerlingen moeten hun inspanningen zorgvuldig plannen. Er wordt bewust gewerkt naar de eigenheid van de middelbare school toe.
In groep 5 houden de leerlingen allemaal één spreekbeurt. Vanaf groep 6 gaan leerlingen van de Eben-Haëzerschool minimaal één spreekbeurt en één werkstuk per schooljaar maken, waarbij er huiswerktaken worden opgegeven. Hierbij krijgen leerlingen beoordelingsbladen mee naar huis, waarop staat aangegeven wat er van de leerlingen verwacht wordt. Voorbeelden hiervan zijn hieronder weergegeven: 5
4. Rol leerkracht De rol van de leerkracht is: 1. Huiswerkbegeleiding: De leerkracht dient het omgaan met het huiswerk aan te leren, te begeleiden en met het kind te evalueren. 2. Juiste keuze huiswerk: De leerkracht geeft zinvolle huiswerkopdrachten op. Daarvoor wordt gekozen uit basisstof, herhalingsstof, verrijkingsstof of keuzestof. Ook wordt er gevarieerd in werkvormen, leermiddelen en technieken. 3. Ouder erbij betrekken: Het huiswerk is een taak voor het kind en voor de leerkracht die de taak opgeeft. De ouders dienen hier door de leerkracht bij betrokken te worden.
6
4. Oplossen huiswerkprobleem: Bij huiswerkproblemen dient de leerkracht in overleg met de ouders naar een oplossing te zoeken. 5. Graadmeter schoolsucces: De leerkracht ziet de manier waarop de leerling met huiswerk omgaat als een goede voorspeller van het schoolsucces op het voortgezet onderwijs.
5. Rol ouder Het personeel van de Eben-Haëzerschool ziet de ouders als pedagogische partner, die wil bijdragen aan een goed verloop van het ontwikkelings- en leerproces van zijn kind. De rol van de ouder is: 1. Betrokkenheid: De ouder toont interesse in hun kind voor wat het op school heeft gedaan en geleerd. Zij zien en waarderen de inspanningen van hun kind. Ook motiveren zij hun kind. Bekijk of overhoor het huiswerk. 2. Regelmaat: De ouder bieden hun kind regelmaat door op ongeveer dezelfde tijden met huiswerk bezig te zijn. De ouder zorgt ervoor dat het kind niet aan één stuk doorwerkt. Na een half uur huiswerk doen kan bijvoorbeeld een pauze van tien minuten gehouden worden. 3. Geschikte en rustige plaats: De ouders bieden hun kind een geschikte en rustige plaats om het huiswerk te doen. 4. Netheid en orde: Ouders letten op netheid en orde bij het kind. Zij zorgen ervoor dat het huiswerkmateriaal met zorg behandeld wordt. Dit kan door een opbergplek voor het huiswerk of een opgeruimde schooltas. Stel eventueel een werkschema en tijdsplanning op. 5. De juiste hulp: De school verwacht niet van de ouders dat ze zelf ‘les’ geven. Tegenstrijdigheden tussen wat de leerkracht zegt en ouders zeggen, kan het kind in moeilijkheden brengen. De ouder geeft het kind geen extra taken. Het kind is zelf verantwoordelijk voor het huiswerk en daarom maakt de ouder nooit zelf het huiswerk. 6. Signaleren: Als de ouder merkt dat het kind problemen heeft om een bepaalde taak op te lossen of om een les te leren of te maken, wordt dat bij de leerkracht gemeld.
6. Rol kind/leerling De rol van de leerling is: 1. Begrijpen: De leerling zorgt ervoor dat hij/zij na schooltijd nog begrijpt wat de bedoeling is van het opgegeven huiswerk. 2. Netheid en orde: De leerling behandelt het huiswerkmateriaal met zorg. Dit kan door een opbergplek voor het huiswerk of een opgeruimde schooltas. Bovenbouwleerlingen stellen eventueel een werkschema en tijdsplanning op. 3. Regelmaat: De leerling doet zijn/haar huiswerk op ongeveer dezelfde tijden. 4. Geschikte en rustige plaats: De leerling maakt gebruik van een geschikte en rustige plaats om het huiswerk te doen. 5. Hulp vragen: Als de leerling iets niet begrijpt kan hij/zij hulp vragen.
7