H.Steynen/ K.DeBruyn 2008
2007-
1
Het wil niet altijd lukken Wat is een conflict volgens jou? ____________________________________ ____________________________________ ____________________________________ ____________________________________ Samen met de groep kwamen tot de volgende definitie __________________________________ ____________________________________ ____________________________________
Hoe kan ik provocatie afremmen?
AFREMMEN VAN AGRESSIE
Ideetjes van de andere groepsleden.
2
Reageren op grove spreektaal Schelden of grove spreektaal bemiddeling mag je nooit toelaten!
tijdens
een
Schrijf in de onderstaande kaders zoveel mogelijk scheldwoorden op. Als je klaar bent, geef je ze aan de lesgever. Het mag om ter grofst en ook in vreemde talen, maar dan wel graag met de vertaling erbij.
3
De 5 fasen van een bemiddelingsgesprek Stap 1 :
Het gesprek inleiden De conflictpartijen groeten en zichzelf voorstellen Verloop van het gesprek toelichten Vrijwilligheid beklemtonen, motivatie verklaren. Neutraliteit en vertrouwelijkheid van het gesprek beklemtonen. Gespreksregels toelichten
Stap 2:
Afspreken wie er begint Vraag aan iedere persoon om te vertellen wat er gebeurd is Herhalen, samenvatten en eventueel bijkomende vragen stellen
Stap 3:
Ik-boodschappen stimuleren Zich concentreren op noden, gevoelens en Interesses Communicatie bevorderen
Stap 4:
Samen zoeken naar oplossingen Mogelijke oplossingen verzamelen en opschrijven Voorstellen voorlezen Check-list voor deze voorstellen: is het voorstel realistisch, fair, efficiënt, verregaand genoeg
Stap 5:
Het contract Eventueel terugkommoment plannen Elkaar bedanken voor de samenwerking en afscheid nemen
4
Contract Conflictpartij A:
Conflictpartij B:
_______________
_______________
_______________
_______________
Bemiddelaars: _______________ _______________ Waarover ging het? * Meningsverschil * Pesten * Voorwerp afpakken * Voorwerp beschadigen * Belediging * Overtreding schoolreglement * Andere We hebben op _______________ aan een bemiddeling deelgenomen en het volgende vrijwillig aangenomen: __________________________________________________ __________________________________________________ __________________________________________________ __________________________________________________ __________________________________________________ We accepteren het contract. _______________ (conflictpartij A)
_______________ (conflictpartij B)
_______________ (bemiddelaar)
_______________ (bemiddelaar)
5
Communiceren kun je leren GOED CONTACT IS EEN VOORWAARDE VOOR GOEDE COMMUNICATIE,
en GOEDE COMMUNICATIE VERHOOGT DE KANS OP EFFECTIEF GEDRAG
Stel: Een leerling komt naar jullie voor een bemiddeling en vraagt er eentje aan. Hij denkt dat hij daardoor sowieso gelijk zal krijgen. Wat gebeurt er denk je als achteraf blijkt dat dit niet het geval is? Stel: Een leerling zorgt voortdurend voor problemen. Hij heeft al met alle peer mediators rond de tafel gezeten, behalve met jou. Jij begroet hem onbevooroordeeld. Hoe zal zijn reactie zijn? Goed contact is een basisvereiste voor een goede communicatie, en een goede communicatie is een basisvereiste om tot effectief gedrag ( dwz. met het gewenste resultaat) te komen.
CONTACT IS WEDERZIJDS EN VRIJWILLIG
Je kan moeilijk van een goed contact spreken als één van beide partijen het contact afwijst. Wanneer een partner het contact met je afwijst kan je hem daar moeilijk toe dwingen. Indien je er toch contact mee wil dan is de enige weg jezelf blijvend open te stellen voor contact! Daardoor vergroot je de kans dat er uiteindelijk toch contact tot stand komt…Indien je zelf de ‘deur dichtgooit’ verklein je de kans op contact. Let wel: soms gaat men er verkeerdelijk van uit dat men ‘goed contact’ heeft omdat de gesprekspartner niet tegenspreekt. Tegenspraak is echter een duidelijkere vorm van contact dan afwezigheid van reactie! Bij tegenspraak is het contact immers met zekerheid wederzijds.
Stel: Een van de partijen ligt totaal niet dwars, maar denkt ook niet constructief mee. Heb je hiermee dan contact? Waarom zeggen mensen soms hun mening niet?
6
Des te sneller je opmerkt of je iemand al dan niet echt mee hebt, vergroot de kans op slagen! Soms ga je om begrijpelijke redenen bepaalde mensen uit de weg of ga je contact met sommige leerlingen vermijden. Weet dat je hier niet kunt kiezen voor je wie wel of niet bemiddelt. Je moet leren openstaan voor iedereen. Soms moet je de eigen gevoelens al eens opzij zetten!
BIJ SLECHTE COMMUNICATIE NAAR DE SCHULDIGE ZOEKEN, HEEFT GEEN ENKELE ZIN ! ZOEKEN NAAR WAT ER FOUT LIEP WEL !
Een oude stelregel in de communicatie luidt als volgt:
Je kan NIET niet communiceren…
Hiermee wil men vooral aantonen dat we veel méér communiceren dan we vaak zelf vermoeden. Communicatie houdt zelfs niet eens in dat we zelf aanwezig moeten zijn… Ook de afwezigheid van iemand kan een boodschap inhouden.
Stel: Een van de partijen komt niet opdagen op het afgesproken bemiddelingsmoment. Wat gaan de aanwezigen zeggen of vermoeden? Ga eens na welke boodschappen er allemaal (als ontvanger van de boodschap) door je hoofd circuleren… In zekere zin kan je stellen dat dergelijke boodschap in één enkele richting verloopt, ze is lineair. Er gaat immers enkel een boodschap uit van een zender (de afwezige) naar de ontvanger (de wachtende). Van goede communicatie is er echter geen sprake, omdat de ontvanger iets anders in de boodschap kan verstaan zonder het te kunnen toetsen.
Van het ogenblik dat je gaat rondvragen of dat je de afwezige gaat opbellen om meer duidelijkheid te krijgen over de boodschap, ga je de boodschap checken. Je maakt de communicatie circulair. Zo kom je te weten wat er echt aan de hand is en zit je in de richting van goede of effectieve communicatie.
7
Dergelijke terugkoppeling, waarbij de gesprekspartner wordt bevraagd om na te gaan of de ontvangen boodschap wel overeenstemt met de verzonden boodschap, noemt men FEED-BACK
Waarom had die persoon bijvoorbeeld afwezig kunnen zijn? Stel: Een bemiddeling loopt helemaal niet zoals je verwacht had. Een van de partijen bleef maar dwarsliggen. Hoe ga je dan reageren? BELANGRIJKE ASPECTEN VAN CIRCULAIRE COMMUNICATIE
Referentiekaders verschillen ! Zowel de zender als de ontvanger hanteren elk hun referentiekader om de informatie te filteren: men selecteert, kleurt en interpreteert de informatie op grond van de eigen socialisatie (waarden en normen), ervaringen, karakter, angsten en gevoelens.
Neem nu b.v. het begrip ‘bemiddeling’. Voor wie helemaal niet van ruzie houdt en graag zaken uitpraat, klinkt het woord ‘bemiddeling’ als muziek in de oren.
8
Wie thuis nooit iets kan uitpraten, maar waarvan de ouders verkiezen om hun kinderen eens goed af te ranselen wanneer ze iets uitgespookt hebben, zal zo’n bemiddeling maar iets voor softies vinden. Die zal zeer waarschijnlijk liever de zaak even uitvechten dan uitpraten. Hij zal zo’n bemiddelingssessie weinig kans op slagen geven. Beide gaan ze het begrip ‘bemiddeling’ op hun eigen manier inkleuren.
Als je tot een goede ga je dus elkaars begrip moeten via feedback.
communicatie wil komen invulling van het aftasten of checken
Referentiekaders bevatten ook heel wat vanzelfsprekendheden. Wat voor jou volkomen normaal is of routine is geworden, kan voor de ander totaal onbegrijpelijk zijn. Hou er rekening mee dat je er heel wat bemiddelingen op je af kunnen komen. Maak nooit de fout door cases met elkaar te vergelijken en schakel nooit over op automatische piloot! Elke
bemiddeling is uniek!
GA ZO EERLIJK MOGELIJK OM MET JOUW WAARHEID
Waarheid is een begrip dat niet enkel op feiten slaat, maar ook op gevoelens. Stel dat je bvb ontgoocheld bent over een je collega peer mediator. Dan heb je ruwweg 4 mogelijkheden om te reageren: 1. Je kan je collega gaan beschuldigen. Dit is een agressieve manier van handelen, waarbij je de positie ‘aanval’ inneemt. Het feit dat jij het moeilijk hebt met zijn gedrag wordt in feite niet onder ogen gezien. Je gaat het verwijt enkel op je collega richten. Het wordt op hem of haar afgewenteld terwijl je jezelf buiten schot houdt. In voetbaltermen zou men stellen ‘Je speelt
de man, niet de bal’.
2. Je kan er niets van laten merken. Je reageert dan subassertief. Je kan dit tijdelijk doen om jezelf de tijd te gunnen om na te gaan hoe je op iets gaat reageren, doch de reactie op zichzelf lost niets op. Je blijft immers met de ontgoocheling zitten. Bovendien is er een reële kans dat de situatie toch eens losbarst, waarbij de
9
opgekropte gevoelens tot een groter conflict leiden. In voetbaltermen gesteld: “Je mist en raakt de bal niet”. 3. Je kan het tegenovergestelde laten merken. Zeggen dat je zijn manier van werken waardeert (terwijl dit niet het geval is!). Je reageert manipulatief. Je geeft bewust verkeerde feedback. Vaak doe je dit om iemand te ‘sparen’, maar op termijn is die collega hier niet mee gediend! Integendeel. Enerzijds ga je de collega aanmoedigen in het verkeerde gedrag, wat jou nog meer zal irriteren, en anderzijds zal die collega jou helemaal niet begrijpen wanneer je hem of haar in een later stadium terechtwijst of afstoot. Hij/zij zal zich dan bedrogen voelen. In voetbaltermen gesteld: “Je schopt tegen een blikje i.p.v. tegen de
bal. Je kunt er niet mee scoren.”
4. Je kan de collega gewoon meedelen dat jij je ontgoocheld voelt. Je vertoont assertief gedrag. Belangrijk is dat je de boodschap niet beschuldigend overbrengt! Dit doe je best door ik-boodschappen te formuleren. “Ik voel me ontgoocheld “ komt veel minder bedreigend over dan “Je ontgoochelt mij”… Uiteindelijk gaat het over jouw waarheid die dus ook heel wat gevoelens inhoudt. In voetbaltermen: “Je raakt de bal, je hebt kans op scoren.”
10
Lichaamstaal Lichaamstaal als oertaal
De oudste taal zijn de signalen die we uitzenden met ons lichaam. Deze ‘taal’ hebben we met de dieren gemeenzaam en hiermee kunnen we met de dieren ‘praten’. Deze communicatie wordt ondersteund door de geluidssterkte, de toon een de spraakmelodie.
Lichaamstaal is internationaal
Lichaamssignalen worden cultuuroverstijgend begrepen (op enkele uitzonderingen na).
Lichaamstaal is steeds aanwezig
In elke situatie zenden we signalen uit en reageren we ook op signalen van anderen. Ook de andere kant uitkijken, niets zeggen is communicatie.
Lichaamstaal is onbewust
De hoeveelheid van de signalen en de boodschappen die we ononderbroken uitzenden gebeurt onbewust. Het bewuste denken stuurt vooral de verbale communicatie. Een deel van de lichaamstaal kunnen we onder controle houden. Omgekeerd is het zo dat een bewust gekozen lichaamshouding eveneens op de stemming inwerkt.
Lichaamstaal verduidelijkt onderlinge verhoudingen
Terwijl we met woorden onderwerpen bespreken en onze denkwijze verwoorden, regelt de lichaamsuitdrukking de verhouding. Het bewust beschrijven van de lichaamstaal kan het begrijpen verduidelijken. Nabijheid en afstand, rolverdeling en macht, welbevinden, seksuele interesses, dit alles wordt door de lichaamshouding, door mimiek, gebaren en de toon van de stem uitgedrukt.
Lichaamstaal helpt begrijpen
Door opmerkzaam lichaamssignalen te observeren wordt het lichaam een belangrijke informatiebron van het onbewuste en het verborgene. Hoe beter we de lichaamstaal van onze communicatiepartner inschatten, hoe vollediger het beeld zal zijn wat voor meer duidelijkheid zal zorgen en begrip. Losse lichaamssignalen moeten in de context begrepen worden en kunnen niet afzonderlijk ‘vertaald’ worden. 11
Verleidingen, valkuilen van de bemiddelaar Te vermijden!!! • • • • • • • • • • • • • •
aandringen op een uitkomst de sterke spelen het beter weten eigen problemen op een ander projecteren (via empathie) bagatelliseren kalmeren door te troosten, te sussen uit ongeduld het probleem zelf oplossen voor de andere de verantwoordelijkheid overnemen … “als ik nu eens” voorbeelden geven, zelf voorstellen doen kritiek geven dreigen spotten interpreteren, analyseren, diagnosticeren uitvragen, verhoren, onderzoeken preken
In welke valkuil zou jij wel eens kunnen tuimelen?
Van deze bovenstaande valkuilen in mijn grootste … Mijn grootste valkuil staat hier niet, maar is wel … Hoe kan ik deze valkuilen ontlopen?
Voorbereiden van ‘Voorstelling van het project op school
12
Checklist voor een goede oplossing Is de oplossing • Fair? Beide conflictpartijen nemen een gelijk aandeel in de oplossing op zich, geen enkele partij wordt benadeeld. •
Een oplossing? Het probleem wordt werkelijk opgelost en niet enkel opgeschoven.
•
Passend? De oplossing brengt geen bijkomende problemen met zich (bv. te duur, iemand anders wordt benadeeld, te omslachtig)
•
Realistisch? De partijen zijn in staat de oplossing op eigen kracht uit te voeren.
•
Concreet? Iedereen weet wat hij/zij tot wanneer moet doen.
13
Voorbereiding van “Voorstelling van het project op school” Wat kunnen we doen om het bemiddelingsproject bekend te maken op school?
14
Extra’s Oefeningen ik-boodschappen Zet de omschrijvingen om in goede ik-boodschappen: Peter is op vakantie de ganse dag slecht gezind, en Myriam, zijn vriendin, weet niet waarom “Je mag gerust wel met mij babbelen, hoor. Ik heb namelijk helemaal geen zin om met zo’n zuurpruim de hele dag rond te trekken. Dan kunnen we even goed nu al naar huis rijden. Als je alleen maar met je vrienden bent, dan kan je de plezante wel uithangen, wat ben jij toch een komediant!” Een leerkracht heeft zijn directeur, die een belangrijke voordracht heeft, beloofd een kopie te maken. Een uur voor de voordracht is hij er nog niet aan begonnen. De directeur zegt:”Ik kan me niet voorstellen, dat je het in deze school tot iets gaat brengen. Zoveel geknoei kunnen we hier wel missen, hoor. Het is ongehoord! Binnen 10 minuten wil ik die kopie of je gaat wat beleven!!” Thomas lacht Anna uit voor haar poetswoede. “Amai, dat wordt maar erger en erger. Je laat je helemaal meeslepen door je poetswoede. Je lijkt al helemaal op die Tv-figuur Mr Proper.” Olivier tot zijn vrouw Martine: “Wat heb je nu weer gekocht? Ben je nu eindelijk gelukkig nu je zoveel geld hebt verbrast? Misschien kan je beter zelf gaan werken dan mijn bankkaart te plunderen.” Ontgiften Het ontgiften van negatief geladen boodschappen in neutrale of positieve uitspraken helpt de conflictpartijen, hetgeen wat gezegd wordt beter te kunnen aanhoren en aan te nemen. Het gaat hierbij niet over “schoonwassen, verdoezelen”, maar om filteren of respectievelijk ontgiften. De vaak hevige aspecten worden door de techniek van het spiegelen zichtbaar. Oefening: formuleer een versie waar het “gif”’ uit de zinnen weg is! •
Als je me nog eenmaal een lafaard noemt, dan kan je wat beleven!
• •
Dat behoort absoluut niet tot de bemiddeling!
•
15
•
(met een angstige stem)De grote jongens hebben me afgeperst. Als ik verder vertel dat er één van hen gestolen heeft, dan…
• •
(met verbitterde stem) Waarom zijn die altijd zo gemeen tegen mij?
• •
die wordt door de leerkracht voorgetrokken. Net goed, dat hij nu tegen de lamp is gelopen!
• •
Het is niet mijn probleem als Andreas thuis problemen krijgt omdat hij mijn jas gescheurd heeft. Ik moet een nieuwe jas en nog wel spoedig!
• •
(ironisch) Jaja, het is duidelijk. Daarmee heb jij natuurlijk niets te maken! Vraagtechnieken
Als we als bemiddelaar aan het begin van conflictbemiddeling staan, weten we in regel niets of weinig over het conflict. We hebben daarom behoefte aan vraagtechnieken die ons toestaan het conflict en de visies van de conflictpartijen te begrijpen. Begripvragen Vooral belangrijk in fase 2 en 3. Dienen om het conflict beter te bergrijpen. Open vragen (geen ja/neen- antwoord) zijn goed om een gesprek te openen, ze geven de verteller voldoende speelruimte om zijn visies te uiten.
Bv.”Vertel eens, wat is er juist gebeurd?” Schaalvragen Vooral belangrijk in fase 3. Hiermee bedoelen we vragen die je kan “meten”. Dit geeft de persoon de mogelijkheid om dingen te relativeren of alles in zijn juiste context te zetten.
Bv.”Hoe zwaar weegt dit voor jou?” Metaforische vragen Helpen het gesprek soms.
Bv.”Wat voor een beeld krijg je voor ogen, als..” Vragen om het gedrag nauwkeurig op te nemen Zeker in vastgelopen situaties die de tegenstanders in steeds hetzelfde straatje brengen, helpt het om het gedrag te preciseren.
Bv.”Waaraan merk je precies dat je medeleerling niet naar je wil luisteren?”
16
Circulaire vragen Helpen om de invalshoeken te verruimen. De mening van een derde persoon wordt gevraagd.
Bv.”Wat zou je trainer ervan zeggen, als je hem van dit voorval zou vertellen?” Vragen uit het perspectief van de tegenstander In een gevorderd gesprek is het mogelijk een bewuste uitwisseling van perspectief te eisen.
“Als je je verplaatst in je tegenstander, hoe zou hij dan op je voorstel reageren?” Toekomstvragen In fase 4 (oplossingsfase), zijn er vragen naar mogelijke oplossingen. Naast beslissingsvragen (met ja/neen-antwoord) die de voorgestelde oplossingen moeten verduidelijken, zijn ook toekomstvragen van nut:
Bv: “Met welk gevoel ga je dadelijk naar je klas terug?”
17
Eed van de peer mediators Ik wil werken als bemiddelaar op onze school en ben akkoord met de volgende regels: • •
•
•
•
Bemiddelaars zijn neutraal, ze blijven onpartijdig. Ze trachten om de gevoelens en wensen van beide partijen te begrijpen. Bemiddelaars doen de begeleiding (begeleiden het gehele proces). Dat betekent dat de verantwoordelijkheid voor de gespreksinhoud bij de partijen zelf ligt. De bemiddelaars zijn verantwoordelijk voor het verloop van het gesprek en de naleving van de regels. Zij geven hun eigen mening dus niet! Bemiddelaars zijn gebonden aan de zwijgplicht. Ze behandelen de inhoud van de bemiddelingssessie dus vertrouwelijk. Enkel de begeleidende leerkrachten vallen mee onder de vertrouwelijkheid. Anderen kunnen, indien nodig, enkel ingelicht worden over of er een sessie heeft plaatsgevonden en of men tot een overeenkomst is gekomen. Bemiddelaars werken vrijwillig. De bemiddelaars kunnen een sessie afbreken indien ze van mening zijn dat het geen zin meer heeft om verder te gaan. Dit kan gebeuren wanneer één partij zich systematisch niet aan de regels houdt, of niet bereid is voldoende open en eerlijk te zijn. Bemiddelaars werken oplossingsgericht. Ze werken niet naar één specifieke oplossing toe maar bevorderen het herstel en stimuleren de partijen om naar elkaar te luisteren en mogelijke oplossingen met elkaar te bespreken.
de leden van B.O.L.: “bemiddeling onder leerlingen”:
Peer Mediation Tijdens de krokusvakantie startte de opleiding van de “peer mediators” op onze school. Bij peer mediation zoeken leerlingen samen een oplossing voor een conflict, met hulp van twee leerlingen die optreden als bemiddelaars. Leerlingen die een conflict hebben met elkaar krijgen via peer mediation de kans hun problemen zelfstandig op te lossen. Zij kunnen zelf naar een bemiddelaar toe stappen, of daarnaar worden verwezen door hun klasgenoten of een volwassene op school. Vorig schooljaar volgden enkele leerkrachten een intensieve bijscholing op de Plantijnhogeschool, in samenwerking met Pax Christi Vlaanderen. Zij leerden daar hoe ze de bemiddelaars moeten opleiden. Na verdere voorbereiding en overleg met collega’s, leerlingen en directie kreeg het project stilaan meer vorm. De doelgroep voor de bemiddelaars werden de leerlingen van de tweede graad. Uit een groep van vrijwilligers werden uiteindelijk zestien leerlingen weerhouden. Met deze groep ging de cursus in de krokusvakantie (2008) van start. Na de paasvakantie zal het project door het leerlingenteam voorgesteld worden aan de leerlingen van de eerste graad. Dit zijn immers de leerlingen die daarna kunnen beroep doen op de bemiddelaars. Peer mediation biedt verschillende voordelen. •
•
Win-winsituatie: Conflicten horen bij het leven. Ze zijn eigen aan elke menselijke relatie. Er bestaat dus geen school zonder conflicten. Als een conflict geregeld wordt waarbij alle betrokkenen tevreden zijn met het resultaat, dan wint iedereen bij deze situatie: meer zelfvertrouwen in je mogelijkheden om een conflict op te lossen, sterkte en aanzien tegenover anderen, en misschien zelfs een nieuwe vriend of vriendin. Op deze manier biedt peer mediation de leerlingen een alternatieve, positieve manier om met ruzies en conflicten om te gaan. Tijdens de bemiddeling krijgen de conflictpartijen de kans om hun verhaal te doen en daadwerkelijk gehoord te worden. Tegelijk leren ze goed naar de ander te luisteren Als ze daarbij te weten komen dat de ander net zo met het conflict zit als zijzelf, dan is dat een grote opluchting. Het brengt een oplossing vaak al dichterbij. Positieve schoolsfeer: De bemiddelaars krijgen een training: ze leren hoe ze met conflicten kunnen omgaan. Daar hebben ze de rest van hun leven profijt van. De sfeer op scholen waar leerlingbemiddeling is ingevoerd gaat er merkbaar op vooruit. Via bemiddeling kunnen onvermijdelijke conflicten worden aangepakt voor ze uit de hand lopen.
• •
Tijdswinst: Leerkrachten, secretariaatsmedewerkers en opvoeders zijn minder tijd kwijt aan het oplossen van conflicten tussen leerlingen, omdat de meeste conflicten door bemiddelaars kunnen worden begeleid. Betrokkenheid en welbevinden: Doordat bij peer mediation leerlingen zelf ingeschakeld worden om conflicten te bemiddelen, hebben ze sterker het gevoel betrokken te zijn bij het hele schoolgebeuren. Er wordt immers vertrouwen gesteld in hun mogelijkheden om opbouwend met conflicten om te gaan. Deze vorm van participatie leidt tot meer welbevinden en bevordert de verbondenheid tussen de leerlingen.
Peer mediation blijkt te werken, omdat kinderen en jongeren de conflicten van hun leeftijdsgenoten beter begrijpen dan volwassenen: ze spreken elkaars taal, en begrijpen goed wat er in de ander omgaat. Peer mediation is voor leerlingen een manier om over hun problemen te praten zonder dat een volwassene een oordeel zal vellen. De bemiddelaars laten de leerlingen in hun waarde, en richten zich puur op het oplossen van het probleem. Ze zijn neutraal, en de gesprekken zijn vertrouwelijk. Wat een bemiddelaar vooral doet, is goed luisteren, en zorgen dat leerlingen met een conflict ook naar elkaar luisteren. Het spreekt voor zich dat je niet van de ene dag op de andere “bemiddelaar” kan worden. Het vergt een intensieve training. Daarbij wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van rollenspelen. Een bemiddelingsgesprek wordt opgesplitst in verschillende fasen. Er wordt getraind op luisteren, communicatie, assertiviteit, empathie, interpretatie van lichaamstaal enz. Na de 3 dagen in de krokusvakantie maakten onze bemiddelaars de volgende korte impressie:
Een duik in het onbekende, Leuke kennismaking, Toffe groep. Een beetje theorie, Schelden en rollenspelen, En ook wat snoep. Zware discussie over Evian en Spa, 3 dagen… het was ons wa! 5 fasen Stap voor stap, Iedereen deed het knap. We kijken uit naar de volgende keren, Om weer wat bemiddeling bij te leren!
Ook voor ons, de begeleiders, was het al een fijne ervaring om met zo’n toffe gemotiveerde jongeren te kunnen werken. Wij geloven in de sterkte van deze groep. Ook wij kijken uit naar meer! Hanne Stuyck Hilde Steynen Karin De Bruyn
Peer Mediation 2008
WAT IS B.O.L ??? Bemiddeling Onder Leerlingen
WAT DOEN WIJ ??? • Wij zijn bemiddelaars en wij zoeken mee naar een oplossing voor het conflict • Er zijn geen leerkrachten bij betrokken (enkel leerlingen onderling)
WAT IS EEN CONFLICT ??? • Conflicten zijn normaal en maken deel uit van het leven • Iedere mens heeft conflicten • Er is een conflict tussen twee of meerdere personen, wanneer ze tegengestelde belangen hebben en één van de partijen gekwetst wordt
WAT IS EEN CONFLICT ??? • Door te praten kunnen de partijen het conflict oplossen • Meestal kunnen de partijen zelf het conflict oplossen • Maar soms moet er een derde persoon hen daarbij helpen, dan kan je terecht bij een bemiddelaar
HOE KAN JE ONS HERKENNEN??? • Je kan ons herkennen: o aan onze T-shirts o aan ons logo
HOE MOET JE ONS CONTACTEREN? • Wij hebben een eigen lokaal • Via de tuin van het klooster kunnen jullie tijdens de middagpauze naar het B.O.L-lokaal komen • Daar moet je je aanmelden bij de bemiddelaars
HOE MOET JE ONS CONTACTEREN? • Jullie maken een afspraak (de twee conflictpartijen moeten aanwezig zijn) • De bemiddelaars noteren jullie afspraak in een boek • Op de afgesproken dag komen jullie naar het B.O.L-lokaal • Twee bemiddelaars zullen jullie proberen te helpen
WANNEER KAN JE BIJ ONS TERECHT? • Er zullen tijdens de middagpauze telkens twee bemiddelaars in het B.O.Llokaal aanwezig zijn om een afspraak te maken • Je kan bij ons terecht voor een bemiddeling of een afspraak op: o Maandag tussen 12.05u en 13.00u o Dinsdag tussen 12.05u en 13.00u o Donderdag tussen 12.05u en 13.00u
De bemiddelaars danken jullie voor jullie aandacht!