Blauw hoofdstuk 1
1. wat niet verzwegen wil
is het begin. schrijven, herinneren uit een archief van beelden, geheugen als selectie van materiaal op zolder. hiermee gezegd dat het archief waar het individu vanaf het begin een selectie uit kan maken om kenbaar te zijn voor een ander al bestond voordat het leven daar was uitgangspunt wat verder niet ter discussie zal staan tenzij zwaarwegende argumenten of gebeurtenissen daarom vragen. April, wrede mond, broedt seringen op dor land, kneedt herinneringen vol verlangen, wekt grijze wortels met blauwe regen, diep groen
Op vleugels van liefde loopt Stanislav door de stad. De binnenstad, wild west van banken, winkels, saloons, handelsposten, regenten, dagbladen, chaotisch verkeer van auto's en bussen, markt- en winkelwezen. Ieder zijn winkel, prekend voor eigen parochie, verkopen als missie, van goed of dienst, van idee of beeld. Zachte mengeling van voertuigen, mensen en muziek. Hij volgt de klanken en tekens. Als uit een dicht woud van bomen en struiken komt het op hem af. Golven driftig verlangen worden door dit decor omgezet in vormen en beelden. Herinneringen aan verloren paradijzen worden concrete verlangens. Verleden zet toekomst naar haar hand. Lopen en kijken, fototoestel in de binnenzak. Hij noemt het tochten van zingeving. Geen idee waar het hem zal brengen. Soms volgen woorden de beelden die bij hem opkomen. Om vast te leggen met zijn camera. De beelden die hij ziet krijgen hun betekenis door de beweging van zijn lichaam. In het landschap van de stad, op deze hoek, in die steeg, dat huis en die
!1
Blauw hoofdstuk 1
café’s ziet hij tijd verglijden in herinnering. Een fantasie, een mooi of een pijnlijk mooi beeld. De stad, spiegel van steen en glas. Zon blinkt in zinken goten. Winkelruiten weerkaatsen voorbijgangers. Één geworden met etalagepoppen en uitgestalde waar. Meeuwen zijn ver landinwaarts de stad binnengedrongen. Schreeuwen boven de markt hun honger uit. Storten zich krijsend op het visafval dat tussen de marktkramen terecht is gekomen. De zee is dichtbij, veilig achter duin en dijk. Stad gebouwd op zand en palen, straten en pleinen geplaveid met oude keien en nieuw asfalt. Aan het eind van de heuvelrug staat de eeuwen geleden gebouwde toren op het hoogste punt in dit landschap. Vandaaruit gaat het verkeer alleen nog maar naar beneden. Niet zoveel, slechts vier meter maar als hij er tegenop loopt voelt hij het in zijn kuiten. Gehuld in een wolk van gedachten stapt Stanislav Gombrovic café 'De Witte Prins' binnen. In zijn hoofd danst een versregel, eerst een beeld ... dan een woord ... ogen ontmoeten elkaar ... hoe kan ik nu verdriet voelen .... alles klopt met haar. De beelden, elk gesproken woord, heftige ongeremde lichamen, gewetenloze passie. Geen grenzen anders dan twee lichamen die elkaar beroeren. Als reggae en blues, ritme en melancholie. De ontroering van een vrijpartij die zo intiem is geweest, de beelden, de woorden, haar blik. Een krachtige, van verleden doortrokken emotie geeft richting aan, soms is de mengeling van weemoed en kracht niet van zijn gezicht te lezen. Wat kijk je somber. Verschil tussen binnen en buitenkant, zo doet hij dat ook in zijn werk, in de uitwerking ontstaat de vorm. Er is een tijd van ontdekken en van objectiveren, van vinden en rechtvaardigen, van chaos en structuur, van verliefdheid en houden van, van inhoud en vorm. Van het vertalen van het één in het ander, hij noemt zich vertaler. Dat is het werk waar hij het geld mee verdient om in zijn levensonderhoud te voorzien, zijn etage en werkplaats in de binnenstad van betaald. Direct na zijn binnenkomst ziet hij haar al zitten. Ze heeft een comfortabele leren bank achter in het café tegen de muur uitgekozen. Ze zit een tijdschrift te lezen. Achter haar rug hangen aan een eikenhouten lambrisering vele, grote olieverfschilderijen van naakte, nogal gezette figuren in liederlijke houding tot aan het hoge gipsen plafond waar het canvas beeldenrijk in frescovorm wordt voortgezet. Wat maakt haar voor hem zo aantrekkelijk vraagt hij zich af. Hij verzint bij haar fysieke verschijning een vrouw met levenservaring en een vorm van wijsheid die vaak bij jongere vrouwen niet aanwezig is. Ze is niet veel ouder dan hijzelf is, achter in de veertig. De combinatie van sluimerende, willige seksualiteit en wijsheid gebaseerd op ervaring oefent blijkbaar een bijna fatale aantrekkingskracht op hem. Dezelfde uitwerking hebben de foto’s die hij zojuist van etalages van modezaken heeft gemaakt. Zouden er veel vrouwen zijn die nadenken over de invloed die ontwerpers en etaleurs van lingerie hebben op de manier waarop mannen
!2
Blauw hoofdstuk 1
naar hen kijken? Zouden ze zich van deze blik die hen wordt opgedrongen bewust zijn, ermee spelen in hun hoofd wanneer ze in de spiegel kijken? Wanneer ze proberen in de publieke ruimte indruk op een man te maken, op straat, op het werk of in uitgaansgelegenheden? Natuurlijk zal dat het geval zijn, maar lang niet altijd bewust. Voor het beeld is het lichaam als was. Terwijl hij naar haar toeloopt komt ook een groep jonge toneelspelers 'De Witte Prins' binnenvallen. Het café is van oudsher trefpunt voor toneelliefhebbers omdat het in de buurt van de schouwburg gevestigd is. Het is geen groot etablissement, op de kleine houten tafels liggen nog een soort perzische tapijtjes, in het midden staat een grote leestafel met kranten en tijdschriften. Enkele beeldend kunstenaars hebben er hun stamcafé van gemaakt en voor het overige is het een komen en gaan van journalisten, universiteitsmedewerkers, leraren, gezondheidswerkers en andere hele of halve intellectuelen. 'Een van de dingen waar we ons gehele leven vurig naar verlangen, ons doet zuchten en grommen en zoete melancholieën doet ondergaan van allerlei soort, is de herinnering aan een soort verloren paradijs dat mogelijk is ervaren in de baarmoeder en alleen teruggevonden kan worden, hoewel we het haten om toe te geven, in de dood. Maar wie wil er nu sterven?' declameert Lucka. Het is tekst uit het stuk dat ze die avond hebben gespeeld. Experimenteel, Amerikaans, een collage van teksten geplukt uit 'Who is afraid of Virginia Woolf', experimentele dichters en schrijvers van de zogenoemde 'beat-generation’, songteksten uit folk- en popmuziek. Lucka heeft deze keer niet meegespeeld maar ze zal wel een verslag voor de krant schrijven. Ze verdient naast haar werk op de universiteit af en toe wat bij als free-lance theater recensent bij regionale en landelijke dagbladen. 'Als het over dood of leven, over zwart-wit denken, over racisme, sexisme of populisme gaat dan denk ik vaak', zegt Desmond tegen Lucka, 'aan een regel uit een nummer van de Zuid-Afrikaanse reggaezanger Lucky Dube die zingt over de relatie tussen blanken en negers: als jij mij aankijkt zie je zwart, als ik jou aankijk zie ik wit. Het klinkt simpel maar het geeft voor mij de essentie weer van het bestaan van de vele vooroordelen die het contact tussen mensen in de weg staan. Vooroordelen en verwachtingen die samenhangen met de behoefte van het individu om de eigen identiteit te laten bepalen door wat hij zelf niet is. De uitverkoren tegenspeler doet en denkt in dat geval altijd het tegenovergestelde van wat ik goed vind want dat is de reden waarom ik hem in het leven heb geroepen. Wees zuinig op je haat alsof het liefde is zei een vriend eens tegen me. Zoek je vijanden met zorg uit.' *
!3
Blauw hoofdstuk 1
welke herinnering wortelt tak op klei van mensen zoon, zo intens sprakeloos op gebroken beelden brandt de zon meedogenloos zonder schaduw, krakeel of stromend water.
Anna lijkt de blik die Stanislav op haar werpt te hebben gevoeld. Ze draait haar hoofd in zijn richting en hun ogen ontmoeten elkaar. Hij heeft zin om naar haar toe te gaan. Hij realiseert zich dat hij naar haar kijkt door een waas van beelden opgebouwd uit verlangen in heden en verleden. Zo kijkt zij waarschijnlijk ook naar hem. Niet alleen wil hij graag in dat beeld passen om haar te kunnen beminnen, andersom wil zij dat ook. Wanneer deze beelden overeen komen zullen gedachten en lichamen samenvloeien en wanneer gelijke beelden één verhaal vormen, zullen zij dat in werkelijkheid ook een tijd lang doen. Dat is wat hij over verliefd worden en verliefd zijn tot nu toe heeft bedacht. Behalve dat deze beelden voorgevormd zijn door bestaande culturele patronen, zijn ze vooral ook individueel geladen en daarom verschillen ze inhoudelijk vaak veel van elkaar hoewel ze oppervlakkig bekeken gelijk zijn. Verloren in een dergelijke film weet hij uit ervaring dat dit toneel van verlangen geen geheel is van beelden maar een relatie tussen twee personen door bemiddeling van identieke beelden getekend met een verschillende techniek en op een andere ondergrond. Maar verlangens die gerealiseerd worden onder deze deken van schijn behouden de concreetheid van de gevoelde lichamelijkheid die niet in rook kan opgaan. Dat weet hij ook. Dat zijn de fysieke tekens die de één in het lichaam van de ander achter laat. Tekens die verwijzen naar een verlangen, naar wat eens was en die de pijn van het afscheid belichamen, die weemoed en verloren paradijzen vertegenwoordigen en oproepen. In die stemming wandelde hij zojuist ook door de stad. Hij kijkt naar de verwrongen en doorleefde lichamen van de beelden die boven haar hoofd zijn geschilderd. 'Liefde, de relatie tussen man en vrouw, als een orwelliaans drama opgevoerd, is waar ik aan denk' zegt Desmond. Desmond werkt als tekstschrijver en grafisch ontwerper bij een reclamebureau, in zijn vrije tijd doet hij veel aan toneel. 'In een totalitaire wereld worden twee mensen verliefd en ervaren het verlangen naar vrijheid die deze relatie bij hen beide oproept. De omgeving waarin zij hun relatie vorm geven en in stand houden, staat haaks op de vrijheid en individualiteit die ze in elkaars armen ervaren. De propaganda zegt vrijheid en bedoelt dwang, individu betekent robot, vrede oorlog en
!4
Blauw hoofdstuk 1
wat nu eens vriend wordt genoemd is even later de vijand. De hoeksteen van de samenleving is een blok aan het been en werken en zelfontplooiing is in werkelijkheid dwangarbeid. Het gevecht tegen dit spektakel gaat steeds meer hun onderlinge en intieme relatie beïnvloeden en het zal dramatisch gesproken uiteindelijk leiden tot de vernietiging ervan.' Jannah Richardson luistert naar het gesprek tussen Lucka en Desmond. Ze is geboren in Londen en komt uit een gezin met een Indiase vader en Engelse moeder. Ze maakt indruk als een bescheiden en mooi meisje die zich het liefst op de achtergrond houdt om rustig te kunnen toekijken. Dat maakt haar mysterieus en aantrekkelijk maar ze is moeilijk te benaderen en die houding koestert ze. Ze wil niet opvallen en daar heeft ze goede redenen voor. Jannah heeft geschiedenis en journalistiek gestudeerd en werkt als redactrice bij een weekblad. Naast haar is Leon gaan zitten. Een mooie jongen met een atletisch lichaam dat hij te danken heeft aan zijn werk in een sportschool. 'Wat is toch die ondefinieerbare aantrekkingskracht van Jannah voor mij, droomt hij terwijl hij naar haar kijkt. Ik kan het niet helpen. Mijn blik gaat van haar ogen via een schuchtere blik op haar rode lippen naar haar boezem. Daar aangekomen wil ik blijven maar ik besef dat die blik moet wachten. Tot het moment van rust in witte stilte van extase. Als dat moment ooit komt. Ik durf toch langer naar haar mond te kijken. Ik kan ook niet anders want waar ik nu met mijn ogen ben kan ik niet blijven. Mijn blik moet wel weer omhoog gaan. Dan besef ik wat me zo aantrekt in haar. Ze zoent waarschijnlijk verschrikkelijk lekker. En dat niet alleen. Ze weet van ophouden en opnieuw beginnen. De fasering van de lust als hoogste vorm van beschaving. Zij is de vormgeefster van mijn lust. Haar uitstraling is de belichaming van mijn verlangens. Zij zal mij de taal leren die ik nodig heb maar ze zal het niet weten. Maar dat dan juist weer wel. Ook als zij vanaf nu alleen maar in mijn fantasie zal blijven bestaan. Juist dan zal zij die functie voor mij hebben.' 'Is deze plaats vrij?' hoort hij zichzelf zeggen. Ze knikt instemmend en kijkt hem even onderzoekend aan. Hij schuift zijn lichaam tussen de cafétafel en de bank aan de muur. Bij haar gekomen geeft hij haar een zoen op de mond die ze zonder enige aarzeling beantwoord. 'Dag lieve Anna' zegt hij terwijl hij naast haar op de bank gaat zitten. 'Het was mooi met je gisteravond en vannacht. Ik heb er van genoten. Het leek alsof ik je van vroeger van de universiteit kende maar bij nader inzien bleek ik me vergist te hebben. Maar dat doet er nu ook niet meer toe. Jij viel me op in het publiek terwijl ik mijn verhaal vertelde gisteren.' Terwijl hij dit zegt probeert hij aan de nieuwe omgeving waarin hij nu verkeert te wennen. Tegenover hem strekt zich een brede tapkast met daarachter een spiegel en de bekende rij drankflessen. Tussen cognacflessen van diverse
!5
Blauw hoofdstuk 1
merken ontwaart hij gedeeltes van zijn eigen gezicht. Kan slechter, zoals ze dat in sommige streken van het land zeggen. Een belangrijke bevestiging van zijn uiterlijk in een situatie als deze. Het café is redelijk druk bevolkt. De gemiddelde leeftijd is tussen de dertig en veertig jaar oud, goed geklede en geconserveerde mannen en vrouwen. Aan de bar twee vrienden in druk gesprek gewikkeld, aan een tafel in de hoek achterin bij de toiletten probeert de groep van vijf toneelspelers een plaats te vinden en in het midden van het café zitten drie vrouwen met grote, papieren tassen van modezaken die ze naast zich hebben uitgestald. 'Met mij is alles goed, ik ben verheugd je weer te zien' zegt hij om haar gerust te stellen. 'Met mij is ook alles goed' zegt Anna 'het genoegen is wederzijds. Ik heb er wel al weer een halve werkdag op zitten en ben dus wat minder met ons avontuur van gisteren bezig geweest dan jij misschien. Maar lichamelijk verkeer ik in een prettige roes kan ik wel zeggen'. Ze haalt hem uit zijn dromerige stemming. Het is weer even wennen na de vorige avond en nacht. Veel stappen hebben ze overgeslagen, er waren weinig inleidende manoevres nodig om tot elkaar te komen. Nu is er de confrontatie na de euforie maar hij voelt zich zelden verlegen wanneer de lichamelijkheid eenmaal totaal is geweest. Integendeel, meestal voelt hij zich dan pas in zijn element bij de andere sekse. Dat is in het verleden wel eens anders geweest maar die tijd ligt achter hem. Dat is de verdienste van verschillende intieme relaties met vrouwen die hij achter de rug heeft. *
!6
Blauw hoofdstuk 1
in de tuin plukten je ogen een bloem zo zoet als in sprookjes de hyacintogige fee dat doet armen vol edel, nat haar, sprakeloos en blind onwetend in hart van licht en stilte, als een kind.
'Ik herkende je gedachtengang bij de lezing' zegt Anna, 'dat was denk ik het begin van de aantrekkingskracht die je op mij uitoefende. Het lijkt er op dat je het logische bouwwerk dat je je in je leven als eerst hebt eigen gemaakt en dat je heeft geholpen om de wereld beter te begrijpen tot kader hebt verheven om bijna alles te verklaren. Het drukt een verlangen uit naar het herstellen van een verloren eenheid, tenminste dat herken ik erin. Wat me opvalt is dat je daarbij vooral gericht bent op het specifieke belang van lichamelijk en seksueel contact tussen beide geslachten. De liefde, de versmelting van twee lichamen, de taal en de identiteit, het idee dat er zoiets als een ziel bestaat los van de ander. Het metafysische van de liefde dat jij het sociale of culturele noemt terwijl anderen daar juist een meer religieuze dimensie aan zouden hebben gegeven. Dat is toch waar je lezing over ging gisteren? Tijdens en na de receptie hebben we daar inhoud aan gegeven en dat vind ik achteraf wel een vermakelijk idee. Jij wil verliefdheid uitkleden tot het romantisch sprookje dat het is. Dat is ons dan wonderwel gelukt en het is bovendien op die manier aanmerkelijk minder zwaar geworden dan jouw verhaal waarschijnlijk op de meeste aanwezigen is over gekomen. Een mythe die het ontstaan, de opkomst en de ondergang van onze samenleving heeft begeleid. Een individualisme heeft gepropageerd dat tot nu toe enkel en alleen ten gunste van de instandhouding van een systeem van uitbuiting en vervreemding heeft gefunctioneerd. Niet alleen maatschappelijke verhoudingen heeft mogelijk gemaakt maar deze ook heeft geperverteerd en vernietigd. Ga er maar aan staan beste luistervrienden. Dan hebben we de liefdesroman in laat-kapitalistische tijd op het ritme van de dialectiek van gebruikswaarde en ruilwaarde toch mooi een concrete gestalte gegeven' besluit ze bijna sarcastisch terwijl ze hem toch ook liefdevol kopieert. 'Ik vond je lezing interressant' zegt ze, 'ik maak er dan wel een grap over maar dat is omdat het thema me op het lijf geschreven is. Ik ben zelf met een script en een soort detective bezig, dat is misschien wat eenvoudiger.' Ze lacht er enigszins mysterieus bij maar doet dat wel precies op de goede toon. Alsof ze alles begrepen heeft en al wat verder is in de materie dan dat hij dat is. Hij kent die houding als verveelde wijsneuzigheid gebaseerd op een zeer beperkte belangstelling voor hetgeen onderwerp van gesprek lijkt terwijl het met name de eigen egocentrische persoonlijkheid is die
!7
Blauw hoofdstuk 1
vervolgens tot in het vervelends toe moet worden bevredigd in het gesprek dat volgt. Maar dat geldt niet voor haar, zij is een bijzondere vrouw, dat is duidelijk. Ze neemt hem echt volkomen serieus. Stephanie hoort ook bij de toneelgroep die na de repetitie het café is binnengekomen. Ze is een mooie, lange, blonde jonge vrouw van begin dertig. Als je haar vraagt hoe het met haar gaat, zegt ze dat het goed met haar gaat. Het gaat bijna altijd goed met haar want dat is wat ze vindt dat ze moet zeggen. Maar vaak blijkt ze helemaal niet zo gelukkig te zijn als ze zich wel wil voordoen. Ze heeft een hekel aan mensen die altijd negatief zijn of klagen en ze vertelt graag over haar toneelactiviteiten. Ze acteert en doet ook de regie van toneelstukken. Soms heeft ze een deel van het script zelf geschreven of bewerkt. Eigenlijk is ze altijd gehaast, heeft een andere afspraak waar op haar gewacht wordt en ze is altijd met heel veel dingen tegelijk bezig. Alles wat ze heeft beloofd om te doen doet ze onder grote tijdsdruk. Ze maakt op toneel een nerveuze indruk en het lijkt alsof ze er eigenlijk niet wil staan. Ze verliest niet de controle maar paradoxaler wijze loopt het haar toch dikwijls uit de hand. Alleen de aandachtige toeschouwer heeft dat in de gaten, de grote meerderheid zegt dat het een geslaagde voorstelling was en dat ze mooi heeft gespeeld. Dat geeft haar voldoening en bevestiging. Toch blijft er altijd bij haar een gevoel van tekort schieten achter. Daar heeft ze het liever niet over en ze denkt er het liefst ook niet te lang over na. Het zou haar maar neerslachtig maken en dat verbergt ze liever. "Moralisme is zo ongeveer het laatste wat wij nog van toneel moeten verwachten' zegt ze. 'Het doet onrecht aan hen die destijds die teksten schreven en beluisterden wanneer we die eeuwen later aan een moreel oordeel zouden willen onderwerpen. Laten we liever kijken naar wat er cultureel of ideologisch gesproken werkelijk aan de hand was en is. De overgang van een cultuur die grotendeels in mythes en religie leeft naar een tijd gedomineerd door wetenschap en techniek. Wanneer middeleeuwse moralisten het toneel van het maatschappelijk leven betreden, de volkstaal spreken in plaats van kerkelijk latijn, dan is dat eigenlijk nog belangrijker dan de inhoud van hun teksten. Vanuit ons bevoorrecht perspectief kan die inhoud belachelijk gering en schuchter lijken maar het zijn altijd de marginale geluiden die een nieuwe tijd aankondigen. Voor de zoveelste keer zijn we dan de ondankbare erfgenamen van wat ooit met moeite tegenover een muur van stilte werd bevochten. Ik zou met veel plezier en toewijding tot de marginalen van onze tijd willen behoren. Kunnen we niet eens praten over ons volgende project' zegt ze na deze inleiding vervolgens. Ze wil blijkbaar van onderwerp veranderen, niet filosoferen maar doen. 'Ik wil wel een aanzet geven met het vertellen van een verhaal uit de oudheid dat me geschikt lijkt. Dan hebben we een thema of raamwerk om van gedachten te kunnen wisselen.' De anderen
!8
Blauw hoofdstuk 1
aan tafel knikken instemmend en ze vervolgt met een verhaal uit de Griekse mythologie waar ze de laatste weken vaak aan moest denken wanneer ze met een nieuw project voor de toneelgroep bezig was. Ze draagt het voor alsof ze aan kinderen een sprookje vertelt. Anna bekijkt Stanislav aandachtig en vervolgt dan haar commentaar op zijn lezing. 'Het doet me denken aan de verlangens die bij een man opgeroepen worden wanneer hij verleid wordt door een aantrekkelijke vrouw. Hij kan van haar leren om de gevoelens die ze bij hem oproept te vertalen in woorden waardoor hij zich bewust wordt van zijn verlangens. Daar hoeft ze zelf niet actief aan mee te werken. Vaak zal dan blijken dat ze zijn verlangen niet is maar het witte doek waarop hij zijn fantasieën projecteert. Hij verlangt naar haar maar weet niet waar hij naar verlangt. Zo lang hij dat niet weet is zij slechts het object dat hij gelijk stelt aan zijn verlangens. Maar ze is voor hem niet de persoon die ze in werkelijkheid is. Door dat te erkennen kan hij haar en zichzelf leren kennen. Dan wordt een relatie tussen twee zombies een relatie tussen twee gelijkwaardige zelfstandige personen. Dit proces heb ik zelf al vaak meegemaakt in veel van mijn verhoudingen. Zelfs zo vaak dat ik er eerlijk gezegd nu een beetje moe van begin te worden. Je voelt je een object terwijl je moet doen alsof je een aanbeden, uniek en enig persoon bent. Dat ben je ook op dat moment voor die man maar dat unieke en enige subject is toch altijd alleen maar de projectie van het eenzame verlangen van het kind of de puber. Wat moet ik daar in godsnaam mee. Nu heb ik het over dit verschijnsel bij mannen maar voor vrouwen geldt uiteraard een zelfde mechanisme. Laten we de vraag dan ook maar eenvoudig en concreet houden. Wat is een vrouw voor jou meer dan een paar mooie benen, borsten en billen, een lekkere kut en een warm lijf in je bed zodat je je niet altijd alleen hoeft te voelen? Alle romantiek en fantasieën die daarom heen worden geweven hebben we nu wel gehad op onze leeftijd.' Stanislav had niet verwacht dat ze het gesprek deze wending zou geven. Het lijkt er op dat ze weet waar ze het over heeft. En dat niet alleen. Het lijkt erop dat ze zelfs beter weet waar hij het over heeft dan dat hij dat zelf weet. Het is een eigenaardig gevoel om zo bekeken, om zo geobjectiveerd te worden. Dat kan alleen iemand die èn goed kan luisteren èn tegelijkertijd kan denken op een parallel ander niveau. Hij kent ook mensen die weliswaar in een gesprek bereid zijn om zijn verhaal te volgen maar er vervolgens in een reactie een nogal banale interpretatie van blijken te hanteren. Met name het belang van het lichamelijke, seksuele contact en de aanraking wordt dan uitvergroot en min of meer als zijn persoonlijke hobby of vertekening opgevoerd. Hij heeft zich die vraag zelf ook vaak genoeg gesteld en deze keer is ze niet verpakt in onderdrukte woede of
!9
Blauw hoofdstuk 1
cynisme van de vragenstelster maar volgt het geheel de lijn van hun eerste gesprekken over zijn lezing en de ervaring die ze de afgelopen nacht met elkaar hebben opgedaan. 'Ik heb die fantasieën nodig om mijn liefde betekenis en inhoud te geven. Om te voelen en te kunnen dromen, om me gelukkig te voelen en opgewonden te raken. Om de euforie van verliefdheid te beleven, de waanzin van de idealisering van een ander persoon. Een verheerlijking die bijna even religieus aandoet als de verering van de heilige maagd. Die hele romantiek is zo bepalend voor de grenzeloosheid van het lichamelijk contact. De versmelting van twee lichamen, de vereniging van de twee zielen die dan plaatsvindt. Het is alsof de gehele samenleving van deze momenten van vereenzelviging aan elkaar hangt en er tegelijkertijd ook door bedreigd wordt. In de vorm van de valse romantische banaliteit van geloof en spektakel of beter gezegd, van het geloof in dit spektakel.' Hij merkt dat ze enigszins verrast is door zijn antwoord. Met name de functie van de illusie in de liefde. Zoals ook religie dat in een samenleving als geheel heeft. Het geloof in iets dat niet bestaat in die vorm maar er slechts een beschrijving van is. Een nuttige beschrijving die mensen bij elkaar brengt en een identiteit geeft. Zoals een rechts liberale Engelse politica eens opmerkte 'er is niet zoiets als een samenleving' is de werkelijkheid daarentegen 'er is niet zoiets als een individu'. Het is een kwestie van uitgangspunt en dat is een kwestie van de tijd waarin je leeft. *
!10
Blauw hoofdstuk 1
heer van de situatie, de man met de drie dubbele staf, het wiel, de eenogige handelaar, het onbeschreven blad, voor haar verboden te aanschouwen, uit vrees voor verdrinkingsnood massa’s mensen in cirkels, dwalend rond verbijsterend leegte, dood.
'Ik zal je precies vertellen hoe het scenario van mijn script in elkaar zit. Dan zal blijken dat we ongeveer met dezelfde themaas bezig zijn.' zegt Anna. 'Maar dan moet je even wat dichter bij me op de bank komen zitten. Dan kun je meekijken in mijn aantekeningen.' Hij schuift aan de lange kant van de tafel een stukje op in haar richting. 'Misschien kunnen we elkaar op ideeën brengen. Zoveel verschilt mijn verhaal niet van jouw romantische liefde in tijden van waar en spektakel. Het eerste toneel vertoont een diogenesachtig randfiguur die wat er gaat volgen aan het publiek vertelt. Misschien wel uit zijn donkere ton of uit het grote zwarte gat van heelal en geschiedenis komt de stem: We hebben alle goden vermoord, wat nu? Het tweede toneel geeft de situatie van de mens weer in drie dimensies. Allereerst onder een sterrenhemel. Hemelse lichamen als personen en het individu als ster aan het firmament. Succesvolle architecten van geloofsartikelen met kosmische omvang ontwerpen de ene die de kosmos heeft geschapen en tegelijk ook de intieme vriend van elk mens is. Een god die niet ophoudt de zachtmoedige, stralende tweelingbroer van het eenzame individu te zijn. Ook niet als hij als de ultieme kosmische geweldenaar op de keizerstroon van het gehele ondermaanse bestaan heeft plaatsgenomen.' 'Huilen naar de maan doet de eenzame wolf wanneer hij voelt hoe klein hij is vanaf de maan bekeken', declameert Stanislav terwijl hij zich op haar toneel waant. 'Hoe relatief is zijn bestaan vanuit dit standpunt bezien. Hij realiseert zich dat zoals de maan om de aarde draait de aarde zich rond de zon beweegt. In een duister heelal. Maar niet het geloof in een godheid stileert en cultiveert vandaag het driftleven van de mensheid op deze planeet. Het zijn de eisen die de economie stelt aan de arbeid en de consumptie van de waren die zij produceert. En zoals de Fransen in 1789 schoon genoeg kregen van hun aristocratische uitzuigers, de Oosteuropeanen twee honderd jaar later afrekenden met de valse idealen van de dictatuur van het bureaucratisch communisme, zo heeft dit wolfje genoeg van bankiers en managers die vanuit hun sterk bewapende paradijzen overal ter wereld de meest vreselijke vernielingen aanrichten aan mens en natuur. Hij ziet dat de werkelijkheid overal op het tegenovergestelde van individuele vrijheid en democratie uitdraait. Met dat wolfje voel ik me verwant' zegt Stanislav. 'Een beetje gemeen, een
!11
Blauw hoofdstuk 1
beetje sluw en op zoek naar een vorm om me in vast te bijten en bij te dragen aan verandering.' 'Ik denk, Stanislav ' zegt Anna 'dat de veranderbaarheid van de wereld gelegen is in haar tegenstrijdigheid. In dingen, mensen, gebeurtenissen zit iets dat hen maakt tot wat ze zijn maar tegelijk ook tot iets wat ze niet zijn. Identiteit wordt bepaald door nietidentiteit om zo te zeggen. Maar mensen ontwikkelen zich en blijven niet dezelfde. Ze veranderen tot ze niet meer te herkennen zijn en soms veranderen ze zelfs in hun tegendeel. Neem bijvoorbeeld een fysiek aantrekklijke vrouw. Alles wat door haar omgeving aan verlangens en wensen op haar wordt geprojecteerd moet ze tot één persoon zien om te vormen. Dat moet ze doen om met haar omgeving om te kunnen gaan, om gezien en begrepen te worden op een manier die bij haar past. Daarbij zal ze concessies moeten doen en zich moeten aanpassen wil ze niet uitgestoten of genegeerd worden. Wij kneden op die manier soms personages die geen thuis of rust kunnen vinden binnen dit geheel van verwachtingen. Ze wordt ouder en wat een treurspel dreigt te worden krijgt tegen wil en dank de vorm van een komedie.'
'Welke conclusies moeten we voor ons eigen toneel trekken uit wat we allemaal vinden van de maatschappij om ons heen en de rol van de roman, het toneel en de film daarin' vraagt Desmond aan Lucka. 'Ik zou zeggen een combinatie van wat je zelf, of eigenlijk wat Stephanie eerder eens naar aanleiding van jou opmerkingen, voorstelde als thema, namelijk 'lust en liefde', zegt ze. 'De toneelspeler als een Houdini en clown, gewapend met lef, lust en inzicht. Hij probeert zich bewust te worden van de bedrading van het bestaan zodat hij als een waar individu van het moment kan genieten. Elke toneelspeler zet zijn personage neer als knooppunt in het lijnenspel dat tussen de personages bestaat en dit lijnenspel wordt aan het publiek vertoont. Alle lust wil eeuwigheid en dit lijnenspel is de vorm die het aanneemt. Die vorm heeft eeuwigheidswaarde, de tijdelijkheid van het lichaam op toneel als eeuwige menselijke vorm, de vergoddelijking van het individu en zijn verlangens. Daar denk ik steeds aan als ik me met schrijven en toneel bezig houdt. Dat beschouw ik als mijn werk en als ik die geketende clown mag spelen ben ik gelukkig. Maar als ze me maar wel serieus nemen en niet over mij of over mijn lichaam maar over wat ik voorstel willen praten.' 'Al wat direct wordt geleefd, heeft zich in een voorstelling verwijderd en verzelfstandigd. Dan hebben we het theater zoals ik het op het toneel wil zetten', zegt Stephanie. 'Maar waar het theater ooit bedoeld is om te amuseren en te beschaven heeft het moderne spektakel vooral de functie om te compenseren wat niet geleefd wordt of niet geleefd zal worden. De armzalige inhoud van het commerciële spektakel kan met
!12
Blauw hoofdstuk 1
eenvoudige theatrale middelen worden omgevormd tot veel meer beschaving dan de beschikbare middelen nu voortbrengen. Uit onze rol vallen is het doel, absurd toneel misschien het middel. Ik weet nog niet wat het moet gaan worden maar dat maakt het wel spannend.' De barkeeper van De Witte Prins zet de muziek wat harder. Het begint steeds drukker te worden in het etablissement. Buurtbewoners en ook hotel- en pensiongasten komen uit hun holen om te kijken of er nog wat te beleven valt wat later op de avond: liefde in de stad, hangt in de lucht, overal kom je het tegen, is het vlucht om het onbereikbaar zoet te proeven overal, in overvloed, niet meer hoeven. tussen beider verlangen ongezien onbereikbaar, je kunt het niet raken, maar mogelijk wel beroeren misschien. het pijnlijk weg zien drijven om de hoek, tragedie van het leven, dat gevoel is zoek, als schoonheid en waarheid niet meer bestaan mocht uit deze pijn toch een lied ontstaan dan is het verlangen een ideaal waar te maken niet tevergeefs geweest, toekomstige illusies zullen ieder weer anders raken.
'De tegenstelling tussen eigenheid en imitatie die tegelijk even hard wordt ontkend als bevestigd, is kenmerk en motor van de moderne samenleving' zegt Anna. 'Ontkend wordt het door de individuele vrijheid te benadrukken, door de verantwoordelijkheid voor het eigen leven en de noodzaak keuzes te moeten maken centraal te stellen. Bevestigd wordt het in de politiek van overheden en spectaculaire waren, bij de productie en beeldvorming van leiders, helden en idolen die moeten verenigen en verkopen.' 'Ook het commerciële succes van de interactieve en communicatieve media speelt hierbij een belangrijke rol', voegt Stanislav eraan toe. 'De fabricage van miljarden
!13
Blauw hoofdstuk 1
verslindende schijnwerelden die door de massa's geconsumeerd en nagevolgd moeten worden. Het individu kan zo worden waargenomen, gelokaliseerd en geïdentificeerd. Met het teloor gaan van de direct maatschappelijke contacten en het anoniem worden van de massa neemt de behoefte om het individu in kaart te kunnen brengen op basis van een aantal specifieke kenmerken enorm toe. De technische mogelijkheden maken het mogelijk om op basis van de verzamelde informatie van het gebruikersgedrag nauwkeurige profielen van individuen op te stellen om die vervolgens te gebruiken om hen te bestoken met reclame voor producten die hun veronderstelde behoeften en verlangens kunnen bevredigen. Op momenten dat ze zich er vaak zelf nog in het geheel niet van bewust zijn deze behoeftes en verlangens te hebben of binnenkort te zullen krijgen. In scheuren van verlies bloeien abstracte bloemen op een bodem, vochtig van tranen en zaad, op de rotsen van oneindig vergezicht naar nergens en elders, waar hoop en liefde begrip kweken voor wat echt het geval is of dat zou kunnen zijn.' 'De aanspraak op eeuwigheid', zegt Anna 'vertegenwoordigt algemeen menselijke trekken en wetten van de samenleving die met de dood van het individu niet verloren gaan en die met de geboorte van het individu hem in een vorm kneden die bij deze eeuwige wetten past. Er zijn veel mensen die denken dat ze het eeuwige leven hebben ook al beseffen ze dat zelf niet. In mijn script zegt één van de personages dan ook: Waar is god ? Ik zal het jullie vertellen! We hebben hem gedood, jullie en ik! Wij allen zijn zijn moordenaars! Hoe kunnen wij onszelf troosten, moordenaars aller moordenaars? Deze gek is de eerste, wakkere persoon die zich over de situatie op aarde geen illusies meer wil maken. Het is iets nieuws in de geschiedenis, de kennis wil meer zijn dan een middel. Deze dubbel gek geworden Socrates stelt de vraag hoe de mens overleeft nadat de voorwaarden waaronder hij nu leeft zullen zijn opgeheven. Wat kan kunst of wetenschap bijdragen om de te overwinnen en fatale zwaktes van elkaar te onderscheiden. Wat kan ze doen wanneer onze immuniteit bedreigd wordt door zwaktes waarvan het nog onduidelijk is of het nu zwaktes of juist belangrijke krachten zijn.’ *
!14
Blauw hoofdstuk 1
toortslicht op bezweet gelaat, waar ijzige stilte in tuinen staat, wanhoop versteent in een schreeuw, tranen gevangen in paleis, lente trilt aan over verre bergen, brullend als een leeuw.
Leon kijkt Jannah even aan terwijl ze zo voor zich uit staart. De fractie van een seconde dat ik haar van opzij aankijk is genoeg om haar profiel en haar rondingen met mijn blik aan te raken, realiseert hij zich. Dat is één van de redenen waarom ik ook het openbaar vervoer bijna nooit vervelend vind. Ieder beeld vertelt een verhaal. Hoe je beweegt, kom op, we gaan de stad in, meisje, je ziet er goed uit, hoe je beweegt, wees nu niet zo verlegen, stap in het licht, zodat iedereen je kan zien, hoe je beweegt. De fantasie achter de blik en de blik die op het lichaam valt. Waar Leon vaak gecast wordt als de hedonistische mooie jongen waar veel vrouwen voor vallen, speelt Jannah tot nu toe meestal de onbereikbare vrouw waarop mannen geneigd zijn hun verlangens te projecteren. Leon werkt als sportleraar in een fitnesscentrum en wordt soms gevraagd als stand-in of stuntman bij filmopnames. Leon vertelt Jannah over de zeven schilderijen van Picasso, Monet, Gauguin, van Gogh en Freud die afgelopen nacht uit een bekend museum zijn gestolen. 'Waarom willen inbrekers deze onverkoopbare schilderijen toch eigenlijk roven' vraagt Jannah, die zich meestal zoveel mogelijk op de achtergrond houdt. 'Om geld van een verzekeraar los te krijgen toch ?' ' Een kunstroof met de bedoeling een grote verzekeringsmaatschappij geld afhandig te maken vindt ik wel een romantische actie' zegt Leon. 'Maar het is pas echt romantisch wanneer de dief het schilderij zou hebben gestolen om het in zijn eigen huis op te hangen. Om er helemaal alleen naar te kijken, om er als enige op de wereld van te kunnen genieten' vindt Jannah. ' Zeker met een gordijntje ervoor dat dicht gaat als hij uitgekeken is. Als hij echt genoten heeft voegt' Leon er een beetje spottend aan toe. 'Een vorm van monogamie maar dan met een schilderij. Zoals het bekende schilderij l’Origine du monde van Gustave Courbet dat nu in het Musée d’Orsay in Parijs hangt.' Terwijl Leon en Jannah de diefstal van de schilderijen bespreken, heeft Desmond inmiddels een fles rode wijn voor de drie dames en bier voor Leon en zichzelf bestelt. Het vijftal begeeft zich naar de tafel halverwege hun stamcafé waar ze meestal zitten na afloop van een voorstelling die ze hebben gespeeld.
!15
Blauw hoofdstuk 1
Jannah begint zo langzamerhand de eigenschap om mannenblikken te verzamelen te haten en ze probeert uit alle macht om daarmee te breken. Ze schrijft aan een vriendje waarmee ze kort geleden de relatie heeft verbroken: 'ik kom erachter dat we eigenlijk heel veel op elkaar lijken. Alleen jij bent zachter. En dat voor een man. Je hebt me verteld en laten zien dat waar je ook gaat of staat de publieke ruimte overal contact zoekt met de lege ruimte van het verlangen. Thuis op straat, terwijl de afstand tussen het naakte individu en de voorbijganger steeds groter en onpersoonlijker wordt. De waarheid van het verlangen gaat s'morgens als een jonge maagd de straat op en komt in het holst van de nacht als de leugen van het romantisch spektakel, afgewerkt en platgeneukt, weer thuis. De op straat verbeelde hartstochten kunnen alleen nog met behulp van abstracties thuiskomen. Jij bent je daar van bewust, ik minder. Maar nu wel, hoewel onze relatie niet meer te herstellen is.' 'Kijk', zegt Jannah tegen Leon, 'dit is spectaculair, de laatste nummers van de Veronica’s. Heb ik net gekregen. Ze gaan het in de 'Outcast' spelen. Op zich een heel verhaal. We zouden het bij wijze van spreken zo kunnen gebruiken. Dit is hun setlist morgenavond: untouched / hook me up / this is how it feels / this love / i can't stay away / take me on the floor / i don't wanna wait / popular / revenge is sweeter (than you ever were) / someone wake me up / all i have / in another live / goodbye to you / change the world / 4ever / everything i'm not.
'Deze vorm van zelfkwelling en geseling treft niet alleen de spelers maar ook en even hard de toeschouwers' gaat Anna verder. 'Er moeten offers gebracht worden, verlangens geloochend en verloochend. We moeten gehoorzaamheid en discipline beloven aan het hogere. Dat wordt aan de sterrenhemel geprojecteerd. Niemand begrijpt dat dit zo moet maar iedereen neemt aan dat het bestaat en nodig is. De behoefte om te geloven in de goede bedoelingen van de boven hen gestelden is zo oud als de mensheid. Geloven geeft rust en doet berusten in hetgeen onvermijdelijk en onbeheersbaar is. Het houdt de samenleving bij elkaar en geeft hoop voor de toekomst. En als dat niet hier op aarde is dan toch zeker in het hiernamaals. Er is een haast niet te verzadigen vraag naar op de markt. Al was het maar omdat het aanbod eigenlijk nooit helemaal bevredigt.' 'Bij het schrijven van een verhaal komt het erop neer een abstract gegeven zoals je dat net hebt geformuleerd, om te zetten in een op het dagelijks leven lijkende ervaring, reageert Stanislav. 'Ik heb gemerkt dat woorden in feite ook handelingen zijn, zowel voor jezelf als voor een ander. Woorden zweven als havikken, meeuwen, mussen, arenden, vinken en mezen boven nog niet verwoorde gevoelens en ervaringen en pikken uit de mestvaalt van het verleden de op dat moment verteerbare brokken. Met woorden
!16
Blauw hoofdstuk 1
kun je aanraken zoals je dat met je handen kunt doen. In die zin zijn het handelingen. Abstracties geven richting aan die handeling, ze raken het denken maar niet het gevoel of de ervaring. Ze geven het speelveld aan waarbinnen mensen die het begrijpen hun verhaal kunnen vertellen. Abstracties zijn constructies. De steigers die weggehaald worden als de fundering van het gebouw gelegd is en de muren zijn opgetrokken.' ' Als ik jou hoor lijkt het erop dat er een grote afstand in het verleden is ontstaan tussen jouw denken in abstracte modellen en structuren en je eigen ervaring.' zegt Anna. 'Een chaos van ervaringen en gevoelens zwemmen in een bad van abstracties en raken soms kant nog wal maar je houdt de hoop dat je er toch eens de goede woorden voor zal kunnen vinden. Theorievorming is een zoektocht naar een concrete verwoording, de reproductie van de werkelijkheid in woorden met een logische samenhang. Het is een belangrijke kracht, toegegeven, zo zie ik het zelf ook maar het is tegelijk ook een zwakte. Het is de zwakte van de wetenschap ten opzichte van de kunst.' 'Hoe was het mogelijk dat ze dit zo goed kon verwoorden? Was het een algemeen gegeven, had ze er zelf ervaring mee opgedaan of was ze mogelijk al heel lang met eenzelfde worsteling als hij bezig.' dacht Stanislav. 'Een lotsbestemming die hij eens als volgt had verwoord: In de hemel is het zicht helder, gekluisterd door het heilige vuur van de handel en opgezadeld met meer dan één blik ben ik je verlangen niet, maar mooier dan de werkelijkheid en ook gelukkiger, want elke dag speel ik russische roulette in mijn hoofd, 21 zwart en 21 rood.' Ze was regelmatig en lang aan het woord geweest. Hij heeft aandachtig naar haar geluisterd en had gezien hoe ze daarvan genoot. Een verhaal wat er toe doet vertellen. Te kijken hoe het publiek, hij in dit geval, erop zou reageren. Ze is compleet onder controle en dat verbaast hem eigenlijk nog meer dan de inhoud van haar verhaal. Alsof dit contact met een wildvreemde voor haar de gewoonste zaak van de wereld is. Het verwart en fascineert hem ook. Er zijn wel meer mensen die op het werk of in een café tegen hem beginnen te praten over hun zorgen en problemen. Deze ontmoeting voelt echter ongekend anders. Alsof ze in parallelle werelden dezelfde op elkaar aansluitende gedachten aan het uitwisselen zijn. Als cultuurobjecten in de gedaante van twee subjecten in fysieke dialoog. Niet dat het eigenlijke fysieke lichaam er nu specifiek toe doet of dat hij haar kan ruiken. De klank van haar stem is mooi, herkenbaar en vertrouwd. Het gevoel kan niet anders dan wederzijds zijn. Kwestie van ervaring. 'Mensen voelen wanneer er naar hen gekeken wordt,' zegt Jannah. 'Ik voel soms, als ik me er bewust van ben bekeken te worden, naar welk lichaamsdeel er van mij gekeken wordt. Naar mijn borsten, billen, benen, kruis, mond of ogen. De blik is een vorm van aanraking, het woord is een vorm van aanraking. Het is als een gebaar of handeling. De
!17
Blauw hoofdstuk 1
aanraking van de ene mens door de ander, de aanraking die een sensatie of gevoel in een ander lichaam kan bewerkstelligen. Kijken en spreken is aanraken. Dat kan veel vormen aannemen. Directe lichamelijke aanraking is het meest concrete. Vrijen en neuken daarvan het meest totale en intieme voor het merendeel van de mensen. Wanneer achter het aanraken de behoefte aan contact en eenwording of versmelting ligt dan kan het in mijn ogen niet anders dan dat dit verlangen ook gepaard gaat met de angst voor verlies. En niet alleen de angst voor verlies van de ander maar ook voor verlies van wat het zelf genoemd wordt. Mensen kunnen doodsbang zijn voor het contact met de ander en er toch vurig naar verlangen.' 'In de wereldliteratuur wordt wel gezegd dat Franz Kafka daar een bekend voorbeeld van is' zegt Stephanie. 'Angst voor de dood en het verlangen om te leven lijken een spanningsveld in de menselijke psyche. Ik vind dat daarom voor ons toneel ook een belangrijk thema. Dat is het natuurlijk altijd al geweest maar in het kader van onze eigen relaties zouden we het dit keer concreter kunnen maken op toneel. We hebben tenslotte allemaal genoeg ervaring opgedaan op dit gebied, voegt ze er veelbetekend aan toe. Ze wil alvast een voorschot nemen op de bekentenissen en verhalen waarvan ze verwacht dat komen gaan. In welke vorm dan ook.' Het zijn momenten waarop bij Stanislav alles ongefilterd en vol betekenis binnen komt. Denkramen als in de loop der tijd afgezette aardlagen, van wortels doortrokken, bevruchten elkaar wederzijds. Bij tijd en wijle kruipen nieuwe inzichten als slangen uit hun oude vel. Nieuwe vormen vernietigen oude en gaan de confrontatie met het zonlicht aan. Aan het licht komen als een misdaad. De misdaad van de passie van het lichaam en de dorst van de geest. Er is geen ontkomen aan. Alle lust wil eeuwigheid. Van een ander lichaam houden is eigen liefde, verliefdheid als de projectie van het zelf. Je gaat van iemand houden en ontdekt dat het een ander is. Je wilt gaan houden van een ander zoals je van jezelf houdt. Een bijzonder lastige opgave, zeker voor mensen die eigenlijk niet van zichzelf kunnen houden. Houden van gaat over in hoeveel je voor me betekent. Ik houd van je omdat je zoveel tekens in me hebt achtergelaten. Omdat ik zoveel met je heb meegemaakt. De geschiedenis bindt ons. Achteraf gezien ben je goed bevallen. Voor altijd tot de dood ons scheidt en het leven ons bindt. Ongeveer zoals het bij de meeste beginnende verliefdheden gaat. Hij kan het scenario wel dromen maar dit belemmert hem niet om voor haar open te staan want dat zou zonde zijn. *
!18