het verhaal van karel en marloes
Karel en Marloes zijn op school. Het is een mooie dag. Vandaag gaan ze voor de eerste keer op schoolreisje. Dat wordt vast een spannend avontuur. Karel en Marloes pakken hun tas en lopen achter meester Frans aan naar de bus. Het is een hele grote, roze bus. Er is iets heel bijzonders met de bus. Het is een race bus. Hij heeft namelijk 4 grote uitlaten aan de achterkant en monsterjamwielen. Karel zegt tegen Marloes: “wat een gave bus, laten we er snel in gaan!” Ze gaan zitten in de bus en kijken hun ogen uit. Wat een grote racestoelen. De riemen klikken automatische om hen heen. Daarnaast zien ze overal speelgoed. “Dit wordt een gave reis”, zegt Marloes tegen Karel!
De grote roze bus, gemaakt door Bodhy, goudsbloem
Ze gaan met de bus naar de dierentuin die Artis heet. Maar opeens horen ze een vreemd geluid. O jeeee roept de buschauffeur: we hebben een lekke band. Gelukkig zijn ze vlakbij een speeltuin langs de snelweg, daar kan de bus stoppen. Dan gaat de buschauffeur een nieuwe band pakken uit de achterklep van de bus. Als de nieuwe band erom zit kunnen ze gelukkig verder met de bus op schoolreisje gaan. Opeens is er weer een vreemd geluid te horen. Nee he zegt de buschauffeur, nu is de motor kapot. Toen kwam er een auto langs die stopte, een paar kinderen konden erin om naar Artis te gaan. De buschauffeur belt een taxi om nog meer kinderen naar Artis te vervoeren. Eindelijk is iedereen in Artis aangekomen. Iedereen is blij dat ze er zijn na zoveel pech. Ze gingen als eerste bij de leeuwen kijken. Daarna gaan ze naar de apen kijken. Toen werd er omgeroepen dat de otters gevoerd werden en de hele klas ging ernaar kijken. En daarna gingen ze naar de olifanten kijken. Nu ze al deze dieren hadden bekeken was het gelukkig toch een heel leuk schoolreisje geworden.
De dierentuin getekend door Jill
Als ze uit de dierentuin gaan zien de kinderen dat de bus gerepareerd is. De bus kan zelfs vliegen! Karel en Marloes vliegen met de bus naar de maan. Ze gaan daar lekker picknicken. Daarna vliegen ze naar Duitsland. In de bus spelen Karel en Marloes een spelletje op de I-pad. In Duitsland gaan ze naar de mini-disco. Karel en Marloes dansen op de muziek van Mickey en Star – Tracking. Voordat Karel en Marloes naar de bergen gaan eten ze nog een lekker broodje Braadworst want van al dat dansen hadden ze honger gekregen. Ze gaan de bergen beklimmen met een touw en een zaklantaarn want het wordt al donker. Marloes en Karel slapen in een bos in een grot en ze droomden over de disco. Ook zagen ze de bliksem in het bos. De volgende ochtend wilden Karel en Marloes zich gaan wassen in een meertje.
Bij het meertje waren ze zich aan het wassen. Opeens kwamen ze een stier tegen. De stier vroeg: ‘Willen jullie mee naar Afrika?’. Karel en Marloes wisten de weg niet en vroegen aan de stier hoe hij wilde vertrekken. ‘Met de Grote-Reis-Bus’, antwoordde de stier. Zo gezegd, zo gedaan en Karel, Marloes en de stier stonden in Afrika. Maar in Afrika vonden ze het maar saai. ‘Dan gaan we wel naar Parijs!’, riep de stier. Eenmaal in Parijs aangekomen wilde Marloes toch iets spannends doen. Ze wilde kriebels in haar buik krijgen. Karel zat lang na te denken en opeens had hij een geniaal idee. ‘Kom we gaan van de Eifeltoren springen met een parachute!’, riep hij enthousiast. Dat vond Marloes een goed idee. Nadat ze van de Eifeltoren gesprongen waren, ging de stier naar huis. Waar gaan we nu toch naar toe, vroegen ze zich af. ‘AMERIKA!’, schreeuwde Karel. En zo vlogen ze met de Grote-Reis-Bus naar Amerika. Toen ze in Amerika geland waren, stond een Amerikaanse hond te wachten. Hij vroeg in het Engels: ‘Hello, who are you?’. Karel en Marloes gaven netjes antwoord. ‘En wie ben jij?’, vroeg Marloes. ‘I am Joep, the dogg!’, antwoordde de hond. De hond vroeg of dat ze mee naar de maan wilden. Dat wilden Karel en Marloes wel en zodoende gingen met een eigengemaakte raketlift naar de maan.
Een ruimtewezen
De meester wilde ook graag mee naar de maan. Karel en Marloes vonden dat leuk want de Meester maakte altijd grapjes. Toen ze op de maan aankwamen zagen ze ruimtewezens. Die ruimtewezens kwamen van een planeet die ook een grote bal was. Het was heel leuk want ze gingen basketballen met de meester en de ruimtewezens. De ruimtewezens konden heel goed basketballen want ze konden vliegen. Daarna gingen de meester, Joep, Karel en Marloes met een parachute heel zachtjes landen en vielen in hun zachte bedje.
Ze droomden dat ze op een onbewoond eiland waren. Daar hadden ze bijna geen voedsel. Toen klommen ze in de boom voor voedsel. Ze zagen een grote kokosnoot. Ze pakten de kokosnoot, maar vielen uit de boom en kwamen opeens in een grot terecht. In die grot lagen heel veel kokosnoten en bananen. Karel had honger en at heel veel op. Marloes zag water in de grot. Ze wilde erin zwemmen. Marloes en Karel doken in het water. Opeens schrokken ze, ze vielen naar beneden door een waterval. Daarna kwamen ze terecht in een boot. Daar zagen ze de meester weer. Hij zat in de boot en had heel veel goud en diamanten gevonden. Ze waren erg blij om de meester weer te zien! Samen met de meester varen ze weg naar een ander onbewoond eiland.
Ze kwamen aan op droomeiland. Dit is een eiland waar tijdens je slaap alle dromen uit komen. Marloes vroeg aan Karel heb jij een droom? Karel zegt ja, ik zou graag in een boekenwereld terecht willen komen en jij Marloes? Marloes wil graag in een droom terecht komen waar veel gezelligheid en liefde is. Ze bedachten dat ze eerst maar even naar de boekendroom moesten gaan. Toen ze daar aankwamen zagen ze boeken die leefden. Ze konden praten, springen, salto’s maken, leren. Sommige boeken waren in een groot bad. Door het water waren alle letters weg gewassen. Toen ze hier genoeg gezien hadden gingen ze naar de droom van Marloes. Daar zagen ze allemaal vliegende hartjes. Er klonk allemaal rock en rol muziek. Ze werden hier helemaal vrolijk van. Er waren ook vliegende hartjesauto’s waar ze een ritje in maakte. Er waren ook veel lieve dieren zoals olifanten, lekker eten met veel taart. Toen ze genoeg gedroomd hadden begonnen ze aan de terugweg naar huis.
Het zou een zeer lange weg terug worden, want ze waren heel ver weg. Gelukkig hadden ze een mini-raket, waarmee ze terug konden reizen. Op de terugweg dachten ze aan alles wat ze meegemaakt hadden. Ze dachten aan de race-bus, de leeuwen, de olifanten, Micky Mouse, Star Track, de discotheek, Afrika, Amerika, Parijs, Duitsland, in de ruimte met de ruimtewezens , vliegende hartjesauto’s en nog veel, veeeeeel meer. Na heel veel praten , vielen hun oogjes bijna dicht van vermoeidheid. Maar wie denkt dat dit het einde van een lange reis zou worden , heeft het helemaal mis, want plotseling hoorden ze in de cabine van de raket de telefoon rinkelen. Ze namen op en ze hoorden een stem, die ze nooit eerder gehoord hadden en die zei dat ze naar Spanje moesten bellen. Het nummer wat ze moesten intoetsen was 979204. Dat deden ze en weet je wat ze toen hoorden??????
Een boze enge mannenstem zei: “jullie moeten naar Spanje komen.” Wat zij niet wisten was dat die man een kannibaal was. Karel en Marloes Vertrouwden het toch niet helemaal. Want de man zei dat ze naar een kerkhof moesten komen. Toch gingen ze er wel naar toe. Ze pakten hun vliegende bus en vertrokken naar Spanje. Aangekomen op het kerkhof stapten ze angstig uit. Het was pikdonker, een uil vloog verschrikt op. Karel hoorde gekraak. Het waren de voetstappen van de kannibaal. De man had een hand met een haak. Hij sprong voor de kinderen en nam ze gevangen. Hij sloot ze op in een Kooi. Marloes en Karel waren erg bang. Het was donker en ze zagen botten op de grond liggen. “Laten we een plan maken. Ik heb gelukkig mijn Mobieltje in mijn schoen verstopt. Laten we meester Frans bellen,” fluisterde Marloes. Ze belden meester Frans. “Hallo met Frans.” “Meester we zijn gevangen en zitten in een kooi op het kerkhof in Spanje. Bij een hele enge man. Meester Frans sprong in zijn raket en vloog vliegensvlug naar Spanje. Daar zag hij de man met de haak Hij landde de raket boven op hem en bevrijdde Marloes en Karel. Met zijn drieën vlogen ze terug naar school. Daar stonden de ouders van de kinderen te wachten op het schoolplein. “En hoe was het schoolreisje?” De kinderen zeiden: “Te gek en best wel een klein beetje spannend. En meester Frans is onze held.” Thuis kregen de kinderen en meester Frans warme chocolademelk en koek.