SCHOOL 150 jaar VOO
ONDERWIJS VAN DE TOEKOMST DE OVERDREVEN BETEKENIS AAN TECHNOLOGIE
<
DE ACTIEVE LEERLINGENRAAD LEER LUISTEREN, OVERLEGGEN EN AFSPRAKEN MAKEN
<
INGE VD HEUL
HUISWERK CONTROLEREN OF JE KIND ZIJN GANG LATEN GAAN?
nummer 1 - maart 2016
Het magazine van de Vereniging Openbaar Onderwijs
Kom naar MR-start bij u in de buurt 21 maart 21 maart 21 maart 21 maart 22 maart 6 april 7 april 7 april 7 april 7 april 11 april 11 april 14 april 18 april 18 april 19 april 19 april 21 april
Middelburg Nijmegen Tilburg Den Haag Purmerend Den Helder Dordrecht Emmen Den Bosch Sittard Geleen Breda Veenendaal Zaandam Maastricht Hoorn Roosendaal Leiden Enschede
Vereniging Openbaar Onderwijs
HELPDESK VOO 036 711 6178 |
[email protected] op schooldagen tussen 10.00 en 13.00 uur
gratis en deskundig Meer dan 1500 MR-leden uit zowel de personeels- als oudergeleding nemen jaarlijks deel aan MR-Start.
Vriendinnen Yasmine, Nynke en Mascha delen hun verwonderingen, ervaringen en zorgen over opvoeding en onderwijs. Onze School leest met hun chatgroep mee.
NYNKE Pfff. Ik dacht dat pesten een probleem was, maar wat doe je als je kind juist té populair is? Iris moet thuis steeds huilen dat iedereen met haar 'in de rij wil' en dat ze niet weet wie ze moet kiezen.
MASCHA Oei. En ze wil natuurlijk niemand teleurstellen. Arme Iris. Wat vindt de leerkracht?
www.voo.nl/scholing
Lid van Vereniging Openbaar Onderwijs • Gratis Helpdesk 036 711 6178 • 4 keer per jaar magazine Onze School • Advies over medezeggenschap, fusie, krimp, overblijven, ouderbetrokkenheid en schoolprofilering • 15% korting op cursussen en uitgaven
—— Editorial ——
BEELD Eric Muijderman
—— Ondertussen ——
Vereniging Openbaar Onderwijs
Goede redenen om VOO-lid te zijn Omdat het openbaar onderwijs u veel waard is. En zodat de VOO kan blijven opkomen voor de belangen van ouders en leerkrachten. De VOO helpt haar leden met deskundig en onpartijdig advies bij onder meer medezeggenschap, fusies, mediation, ouderavonden, teamtrainingen, overblijven en schoolprofilering. Het lidmaatschap is er voor individuele leden, de MR, ouderraad, GMR, OPR, scholen en schoolbesturen. Meer informatie? www.voo.nl/lidworden
YASMINE Wat een apart probleem, inderdaad! Misschien moet je haar ’s morgens knoflook te eten geven? Nee, zonder gekkigheid: bij Raf op school geven ze sociale weerbaarheidstrainingen. Dat is goed voor leerlingen die het moeilijk vinden hun grenzen aan te geven.
MASCHA Je hebt misschien zelf ook met haar nagedacht over hoe ze ermee om kan gaan?
NYNKE Ja, ze kwam zelf met het idee dat steeds een jongen met een meisje in de rij moet staan, dan kunnen de meisjes niet boos worden. Ik vond het wel slim. Maar het probleem gaat verder dan de rij, dus ik heb de juffen ook gevraagd er extra op te letten.
Yasmine Mascha is beis psycholeidsmeloog en dewerker moeder en moevan der van Sem (12) Raf (6) en Yael (6)
Nynke is zzp’er en moeder van Saar (10), Iris (7) en Anne (3)
Wat te vertellen De Vereniging Openbaar Onderwijs bestaat dit jaar 150 jaar, onafhankelijk sinds 1866, en sindsdien verdediger van openbaar onderwijs en voorvechter van emancipatie en democratisering in het Nederlandse onderwijs. Bij een jubileum past het ook om terug te kijken. Boos over de ‘agitatiekoorts tegen het openbaar onderwijs door al te vurige predikanten’ stonden schoolopzieners Frederik van Beijma thoe Kingma en Philip van Blom in Leeuwarden aan de wieg van de Vereniging Volksonderwijs, nu de Vereniging Openbaar Onderwijs. Hun juridische kennis en politieke netwerk kwamen goed van pas bij de strijd tegen ‘de miskenning en verdachtmaking die de openbare school moet ondervinden’. Voorzitter Van Beijma bestookte de StatenGeneraal direct met verhalen over de ‘onvoldoende toestand’ van de volksscholen. Voor het Nederlands Onderwijzers Genootschap, een van de voorgangers van de AOb, reden Van Beijma te benoemen tot lid van verdienste. Maar de vereniging beperkte zich in haar idealen al snel niet meer tot de verdediging van openbare scholen en werd een verzamelplaats van voorstanders voor structurele verbeteringen van het onderwijs. Een van de eerste onrechten waar Volksonderwijs zich druk om maakte, was de ongelijkheid tussen jongens en meisjes. In 1871 drong de vereniging er bij Thorbecke, minister van Binnenlandse Zaken, op aan dat ook meisjes naar de nieuwe Rijks Hoogere Burgerschool mochten. Die was het daar wel mee eens: ‘In elk geval behoort te worden onderzocht of er bedenking wezen zou ook meisjes tegelijk met de knapen aan het onderwijs te laten deelnemen.’ Een soort toezegging die we ook
tegenwoordig van bewindslieden wel horen. Toch openden niet veel later de eerste hbs’en hun deuren voor meisjes. Speerpunt was ook de invoering van de Leerplichtwet in 1900 waarvoor volgens minister Hendrik Goeman Borgesius de vereniging ‘zoo krachtig heeft gestreden door indiening en verdediging van de leerplichtwet’. Een stuk dichter bij onze tijd staat de invoering van de wettelijke medezeggenschap van ouders en leerkrachten en in het voortgezet onderwijs ook van leerlingen, waarbij de VOO een belangrijke rol speelde. Een vereniging die anderhalve eeuw bestaat heeft wat te vertellen. In Onze School willen we dat graag aan u laten zien. Want wie denkt dat de uitdagingen voor het hedendaagse onderwijs zich beperken tot het omarmen van tablets of het uitventen van goed in de markt liggende schoolconcepten, heeft het mis. Moeilijke vraagstukken van vandaag gaan over de tegenstellingen die kinderen met verschillende achtergronden op school moeten overbruggen, over gelijke kansen op goed onderwijs en het bespreekbaar maken van lastige onderwerpen zoals radicale denkbeelden over religie of homoseksualiteit. Het onderwijs moet meer dan ooit op zoek naar de verbinding tussen individuen en bijdragen aan het versterken van onze samenleving. Openbare scholen kunnen dankzij hun vrije geest en open karakter een voortrekkersrol vervullen. U kunt daarbij op de inzet en hulp van de VOO rekenen.
Michiel Jongewaard Hoofdredacteur
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
03
—— Inhoud ——
—— Nieuws ——
08 20
VEILIGHEIDSMONITOR:
2016 METING
Scholen kunnen in 2016 weer meedoen aan de veiligheidsmonitor die door het ministerie van OCW wordt bekostigd. De monitor geeft uw schoolleiding inzicht in het gevoel van veiligheid dat leerlingen, personeel, schoolleiding en ouders hebben op school. Het gaat daarbij zowel om fysieke plekken in en rondom school, maar ook over pestgedrag en de bekendheid met een vertrouwenspersoon. Deelname is gratis en duurt tot eind april 2016. Op www. itsvemo.nl vindt u meer informatie.
16 08
Onderwijs van de toekomst
16
Meer ruimte voor nieuwe scholen
20
Huiswerkcontrole of te veel bemoeienis
en verder
03 Editorial 03 Ondertussen 05 Nieuws 06 Onze school De Noorderschool 11 Column Tjitske Siderius (SP) 12 Medezeggenschap & Casus 14 VOO-congres 18 Leerlingenraad Leren luisteren 23 Overblijf-helpdesk 25 Lesideeën 26 Vraag en Antwoord 27 Column Bas Huijbers 28 Welles/Nietes —— Colofon —— Onze School Onze School is het magazine van de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO), voor ouders, leerkrachten, schoolleiders en schoolbestuurders en verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van 6.000 exemplaren. Het is de opvolger van School!. Jaargang 150 #1 maart 2016 ISSN: 2467-9828
04
Hoofdredacteur Michiel Jongewaard Art direction Judith Schoffelen Redactie Flora Breemer Janny Arends Jan de Vos Rein van Dijk Medewerkers Marieke Buijs Bas Huijbers Marijn Jongewaard Mieke Meesen
Doeke van Nuil (Cover) Tjitske Siderius Martine Sprangers Druk Mullervisual, Amsterdam Uitgave Vereniging Openbaar Onderwijs www.voo.nl Advertenties Recent Amsterdam, dhr. R. Aronds,
[email protected], 020 330 8998
Abonnementen Abonnementsprijs € 26,50 (Jaar, 4 nummers). Een schoolabonnement (10 extra exemplaren) kost € 75,- per jaar. Prijs voor meer exemplaren op aanvraag: 036 533 1500 of
[email protected]. Leden van VOO krijgen het magazine gratis toegestuurd. Informatie over lidmaatschap: www.voo.nl/leden. Opzeggen Natuurlijk vinden wij het
jammer als u opzegt, maar het kan gebeuren dat u uw lidmaatschap wil beëindigen. Dat kan uitsluitend schriftelijk aan VOO, postbus 60182, 1320 AE, Almere, voor 1 december. Vermeld daarbij uw lidmaatschapsnummer. Het volgende nummer verschijnt in mei 2016
Conferentie Openbaar onderwijs verbindt De Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) organiseert in samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en VOS/ABB de conferentie ‘Openbaar onderwijs verbindt’. De conferentie vindt plaats in de School!Week 2016, op woensdagmiddag 23 maart in Arnhem. Meer informatie is te vinden op www.openbaaronderwijs.nu.
SP wil kleinere klassen
De groepsgrootte in het primair onderwijs is sinds 2013 ongeveer gelijk gebleven. Toch pleit de SP voor kleinere klassen. In 2015 telt meer dan de helft van de groepen tussen de 19 en 26 leerlingen, blijkt uit gegevens van het ministerie. Net als in 2014 is minder dan 6 procent van de groepen groter dan 30 leerlingenis het gemiddelde nergens hoger dan 30 leerlingen. Tweede Kamerlid Tjitske Siderius (SP) wil een wettelijke klassenverkleining en een maximale ‘leraar-leerlingratio’ van 29 die uiteindelijk daalt tot 23. Daarvoor moet 600 miljoen euro worden uitgetrokken. De VOO juicht investeren in het primaire proces toe, maar vindt dat een maximale leraar-leerlingratio scholen te veel beknot in hun keuzevrijheid. Bovendien is in het wetenschappelijk debat een veelvoorkomende opvatting: ‘class size matters, but teacher effectiveness matters more.’ Meer lezen? www. voo.nl/dossier/onderwijsbeleid/klassengrootte
Een derde basisscholen geeft enkelvoudig schooladvies Zo'n 30 procent van de basischolen geeft op verzoek van het voortgezet onderwijs groep 8-leerlingen uitsluitend een enkelvoudig schooladvies, zegt de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS). Eerder bleek uit een peiling van de VOO onder 500 ouders en leerkrachten dat de meeste VO-scholen geen genoegen nemen met het schooladvies en aanvullende toetsgegevens vragen.
MR-hulp BIJ FUSIE-
EFFECTRAPPORTAgE Als medezeggenschapsraad beoordeelt u de fusie-effectrapportage (FER) voor uw school. Wilt u dat wij met u meelezen en een advies geven over de FER? U krijgt van een VOO-adviseur een gedegen analyse en advies. Neem voor meer informatie contact op met de Helpdesk via 036 711 6178 of
[email protected].
Meer dan
2.000 vragen aan helpdesk
In 2015 kreeg de helpdesk van de Vereniging Openbaar Onderwijs meer dan 2.000 vragen van leden. De meeste vragen kwamen telefonisch binnen via het speciale telefoonnummer 036 7116178. Via het e-mailadres
[email protected] kwamen rond de 500 vragen binnen. Verreweg de meeste vragen van MR' en, schoolleiders en bestuurders gaan over medezeggenschap. Vaak was er onduidelijkheid of onenigheid over bijvoorbeeld de gevolgen van de nieuwe CAO, verandering van schooltijden, fusie, samenwerking tussen de MR en schoolleiding en een nieuw statuut of reglement. Meer informatie over de helpdesk en de voordelen van uw lidmaatschap vindt u op pagina 26.
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
05
—— Onze school ——
TEKST Marijn Jongewaard BEELD Martine Sprangers
DESIGN IN DE POLDER Deze keer:
OBS NOORDERSCHOOL in Oostzaan
lid van de VOO sinds 1990
Hij kijkt schuin omhoog naar de directrice en onderwijzer. Een aai over zijn bol is goed voor een wens. Daar hoeven zij niet lang over na te denken: een nieuw schoolgebouw. Maar Järnpojke is slechts een ijzeren beeldje. En deze studiereis in Zweden gaat om het onderwijssysteem. Maar ook de kwaliteit van de huisvesting is opvallend hoog. Dus gaan de gedachten uit naar huis: De Noorderschool in Oostzaan. Sinds 1885 is dit de enige voorziening in De Haal, het noordelijke deel van het dorp. Nostalgie is er niet. Die vervliegt in de holle klanken van de lokalen, door de muffe lucht van de gang en toiletten. De ‘Haalberen’ verdienen meer. Maar er komt minder. Prognoses tonen een dalend leerlingenaantal ondanks een nieuwe woonwijk op steenworp afstand. Ook zouden kleinere scholen vaak slechter presteren, waardoor verplaatsing en zelfs opheffing ter sprake komen. De naastgelegen ambtswoning, die zou toekomen aan de school, komt op de particuliere markt. De Haal ontwaakt Het is allemaal net even te veel voor de buurt. Ouders bezoeken raadsvergaderingen en zorgen voor petities, krantenartikelen en demonstraties. De oude ambtswoning wordt zelfs ‘gekraakt’, in overleg met de gemeente. De burgemeester vraagt een wensenlijst op te stellen. Die is snel geschreven, maar minder makkelijk getekend. Dus wordt advies gevraagd. Doorbraak Hoewel het portfolio van Piet Boon wereldomvattend is, heeft de beroemde ontwerper nog nooit een school
ontworpen. Dat lijkt hem leuk. Zo ontstaat de eerste echte ontwerptekening. Het resultaat is opmerkelijk: behalve de voltallige gemeenteraad schuiven nu ook bouwbedrijven en projectinrichters aan tafel. Nu komt het er toch echt van: lokalen van zeventig vierkante meter, een gymzaal met oprolbare scheidingswand, een speeltuin met de leukste speeltoestellen, Chromebooks, wifi en een hypermodern klimaatsysteem. Opgeleefd Er is lucht, licht en ruimte. De sfeer is volledig opgeleefd, zegt directeur Careline van der Lippe. ‘De kinderen zijn vrolijker en kunnen overal rustig werken. De kinderopvang werkt beter en er zijn hier schaakpartijen, djembé-lessen en basketbaltrainingen. Wij voelen ons rijk. Eindelijk hebben wij ons onderwijspaleis.’ Terugblik Ook Piet Boon is opgetogen. ‘We mogen trots zijn. Ik rijd hier elke ochtend langs, dat geeft een enorm goed gevoel.’ ‘Maar er is wel een luxeprobleem, Piet. We kunnen geen nieuwe leerlingen meer kwijt.’ zegt Van der Lippe. Een oud idee herleeft: ‘Of we moeten toch nog die lege kavel hiernaast pakken?’ Van der Lippe: ‘Geen gek idee.’ Boon: ‘Ik ben er klaar voor!’ Uit de kast verschijnt zijn nieuwste ontwerp. Het is een aanbouw die opnieuw klasse en ambitie uitstraalt. Zou het een tweede keer lukken? In Zweden staart Järnpojke nog altijd met een ijzeren blik naar de hemel.
Ook met uw school in Onze School? Stuur een mail naar
[email protected]
06
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
07
—— Onderwijsvernieuwing ——
TEKST Michiel Jongewaard BEELD Doeke van Nuil
De Latijnse school, de Kleine Ondernemers, de school voor bewegend leren of toch de atheïstische school: het is slechts een kleine greep uit de ideeën die werden ingestuurd na de oproep voor nieuwe schoolconcepten in Amsterdam.
Deze ideeënwedstrijd is een van de voorbeelden van de vernieuwingsdrang die het onderwijs overspoelt. Onder aanvoering van het ministerie van Onderwijs ontwikkelt zich een nationale zoektocht naar het onderwijs van de toekomst. In het Platform Onderwijs 2033 hebben beleidsmakers, ouders, onderwijsvernieuwers en politici besproken hoe het onderwijs er moet gaan uitzien. Dat resulteerde in een veelbesproken advies waarin de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en de technologische revolutie centraal staan. Staatssecretaris Sander Dekker presenteerde ongeveer gelijktijdig een wetsvoorstel dat het voor toekomstige initiatiefnemers makkelijker moet maken om hun nieuwe schoolidee te verwezenlijken onder de noemer ‘meer ruimte voor nieuwe scholen’. Over de mogelijkheid dat dit ten koste zou kunnen gaan van bestaande scholen, is Dekker in de Volkskrant glashelder: ‘De komst van een nieuwe school kan er op termijn voor zorgen dat een andere school er een punt achter
Onderwijs kan zich beter kan toeleggen op dingen die altijd nodig blijven 08
De toekomst van het onderwijs begint nu moet zetten.' En in Amsterdam organiseerde de gemeente een prijsvraag voor nieuwe scholen en zijn er inmiddels vier initiatieven geselecteerd die verder mogen worden uitgewerkt. Maar er is kritiek. Op de inhoud van de adviezen en op de werkelijke noodzaak van die onderwijsvernieuwingen en nieuwe scholen. Want is de onderwijskwaliteit hier wel echt bij gebaat? Zijn deze losstaande initiatieven niet te veel gericht op de toch al goed presterende leerlingen en is vernieuwing niet een continu en vanzelfsprekend proces dat op veel scholen al ruimhartig plaatsvindt? Opiniemakers, onderwijsorganisaties en experts maken zich zorgen. En niet ten onrechte, zegt de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) erbij. Want in hoeverre leidt die toekomstsdiscussie af van de huidige uitdagingen waar veel scholen en docenten voor staan? Volkskrantcolumniste Aleid Truijens zegt daarover: ‘Onderwijs kan zich beter toeleggen op dingen die altijd nodig blijven dan telkens hijgend achter veranderingen aan te hollen’. Volgens hoogleraar onderwijsbestuur Edith Hooge ‘richt de huidige zoektocht naar het onderwijs van de toekomst zich te eenzijdig op het individuele en op hoe informatietechnologische ontwikkelingen die focus zouden kunnen versterken.’ Zij vergelijkt de obsessie voor nieuwe technologie (tablets en smartphones) in het onderwijs met ‘hoe mensen aan het einde van de 19e eeuw verrast waren door de snelheid van treinen en beducht waren voor de gezondheid van het vee in de weiden waar de treinen langs raasden met zo’n veertig kilometer per uur’. Concluderend mist Hooge ‘een visie op de ontwikkeling van het collectieve en het gemeenschappelijke’.
VOO-Congres Op woensdag 13 april vindt in Almere het VOO-congres 'De toekomst van ons onderwijs begint nu!’ plaats. We blikken terug op 150 jaar Vereniging Openbaar Onderwijs en volgen met experts uit politiek, wetenschap en praktijk het huidige debat over ‘het onderwijs van de toekomst’. Na de plenaire discussie kunt u deelnemen aan verschillende workshops. Het expertpanel bestaat uit vertegenwoordigers van Platform 2032, uit de wetenschap, politiek en onderwijspraktijk. Meer informatie over het congres en hoe u zich kunt aanmelden, leest u op pagina 14. Voor leden van de VOO is deelname gratis.
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
09
—— Onderwijsvernieuwing ——
—— Column ——
TJITSKE SIDERIUS
Nadenken over toekomst onderwijs is een vorm van escapisme Edith Hooge is hoogleraar onderwijsbestuur aan TIAS, de business School van Tilburg University en Technische Universiteit Eindhoven. In een lezenswaardige column analyseert zij ‘de zoektocht naar de toekomst van het onderwijs’: ‘Zou de manier waarop wordt nagedacht over het onderwijs van de toekomst ook een vorm van escapisme zijn? In plaats van de weerbarstige en pijnlijke onderwijsvraagstukken van vandaag ter hand nemen, dromen we liever over de toekomst. Want goed onderwijs realiseren in het hier en het nu is al moeilijk genoeg. Want lukt het ons het aantal leerlingen dat als functioneel analfabeet het onderwijs verlaat terug te dringen? Biedt ons onderwijs genoeg eerlijke kansen voor immigrantenkinderen van de tweede en derde generatie? Mag of moet in school worden gesproken over beladen onderwerpen zoals homoseksualiteit, radicale islam, antisemitisme, enzovoorts? Hoe gaan we om met dorpen in krimpgebieden waar de laatste school verdwijnt? Welk antwoord hebben we voor ouders van ‘thuiszitters’ die tussen de talloze wallen en schepen van onderwijs, zorg en hulpverlening vallen?’ Lees verder op goo.gl/zA4BOc.
10
In hoeverre het onderwijs van de toekomst moet afwijken van nu is de vraag. Want kennisoverdracht en sociale vorming zijn nauwelijks te onderschatten kerntaken die bovendien tijdloos zijn. Zeker in het openbaar onderwijs, dat ‘de veelzijdige ontwikkeling van kinderen voorstaat en hen bovendien moet voorbereiden op de verschillende levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden die leven in de Nederlandse samenleving’, zoals de VOO in haar doelstellingen heeft bechreven. Nieuwe lesmethodes en de opkomst van nieuwe technologieën veranderen aan die kernopdrachten maar weinig. Zorgen dus over de overdreven betekenis die wordt gegeven aan nieuwe technologieën en die ten grondslag lijkt te liggen aan prijsvragen en wetsvoorstellen. Bovendien zijn er veel scholen en besturen die de ideeën al op uiteenlopende manieren in de praktijk brengen. En met mooie resultaten. Openbare basisschool Laterna Magica op het Amsterdamse IJburg - en een van de winnaars van de Amsterdamse ideeënwedstrijd - is daar een goed voorbeeld van. Er zijn geen traditionele klassen maar heterogene stamgroepen en elk kind heeft een persoonlijk ontwikkelplan. De school is 50 weken per jaar open van ’s ochtends vroeg tot etenstijd en er is een volledig geïntegreerde opvang buiten de schooltijden. Alle leerlingen bouwen een persoonlijk portfolio op, waarmee de leerkracht en de ouders de voortgang online kunnen inzien. Daarin worden ook de resultaten opgenomen van de Citotoetsen die twee keer per jaar worden afgenomen. Kinderen kunnen er niet blijven zitten. De leerkrachten zijn niet alleen uitvoerders, maar ook ‘ontwerpers en onderzoekers’, van wie naast veel kennis ook wordt verwacht dat zij eigen lessen ontwerpen. En daar wringt natuurlijk de schoen. Want alle iPads ten spijt; zonder goede docent geen kwaliteit. Laat staan onderwijs van de toekomst.
Populair: excellentie De zoektocht naar het onderwijs van de toekomst is natuurlijk de pabo’s niet ontgaan. De gedachte dat vernieuwing vanuit de leerkrachten en scholen zelf moet komen, wordt daar terecht omarmd. Die sleutelpositie biedt kansen, maar vereist tegelijkertijd dat de studenten zich daarvan bewust zijn én dat zij over de juiste kennis en vaardigheden beschikken. Excellente leerkrachten dus. Niet voor niets zijn er al verschillende universitaire pabo’s ontstaan, waar studenten naast hun lesbevoegd-
heid ook de bachelor onderwijskunde of pedagogiek behalen. Tijdens de iPabo Collegetour, die door een aantal studenten van de universitaire pabo van de VU in samenwerking met de iPabo wordt georganiseerd, krijgen ze de gelegenheid om een aantal kenners het hemd van het lijf te vragen. Ilja Klink bijvoorbeeld, oprichter van het Hyperion Lyceum in Amsterdam, een school ‘voor vwo+’, veelgeroemd onderwijsvernieuwer en inmiddels directeur van de Nederlandse School (dNS), een nieuwe opleiding waar docenten in het voorgezet onderwijs zich kunnen ontwikkelen tot ‘meester-docenten’. Klink komt gezeten achter een tafeltje wat ongeduldig over, in haar antwoorden dwingt ze de studenten tot zelfreflectie. Een aarzelende opmerking van een student die zich afvraagt of ze straks op school wel voldoende ruimte krijgt voor haar eigen ideeën, beantwoordt ze met: ‘Dan vraag je dat toch gewoon, ga er op af.’ Ook Annette van Valkengoed, directeur van Laterna Magica, zegt onomwonden dat zij veel van haar leerkrachten verwacht. ‘Wij vragen een hoog kennisniveau en leerkrachten die echt kunnen inspelen op de individuele behoefte van kinderen. Je kunt hen gerust excellente leerkrachten noemen.’ Toch lijkt onderwijsvernieuwer Klink zich bewust van haar bevoorrechte positie. ‘Kortgeleden was ik in New York. Daar ontmoette ik iemand in the Bronx, een wijk met oneindig veel problemen: geweld, onveiligheid, armoede. Deze leerkracht zorgt er in zijn eentje voor dat die kinderen tussen alle problemen door eventjes een paar uur gewoon kind kunnen zijn op school. Zie dat maar eens te doen onder die omstandigheden. Het verschil kunnen maken, dat is waarom je leerkracht bent geworden.’ Klink bedoelt maar te zeggen: zonder een veilige omgeving, thuis én op school, is leren bijna onbegonnen werk. En de VOO voegt daar nog iets aan toe. In het onderwijs van de toekomst moeten alle kinderen kunnen rekenen op een goede leerkracht, wordt het je gegund om jezelf te zijn en leer je dat ook anderen te gunnen.
Wij vragen leerkrachten met een hoog kennisniveau
Meer ruimte, minder stress en meer lucht
Op mijn wetsvoorstel voor kleinere klassen in het basisonderwijs kwam een lawine van reacties van leerkrachten, begeleiders, schooldirecteuren en ouders. De wet krijgt veel steun; maar liefst 90 procent staat positief tegenover kleinere klassen. De vele reacties laten een waaier zien van de problemen waar docenten dagelijks voor staan. De administratieve rompslomp en de berg bureaucratie maakt docenten horendol. Onderwijzers zijn ondertussen bijna verworden tot administratief medewerkers. Een bezoek bij een kleine basisschool waarbij de directeur aan de hand van het schoolplan met maar liefst 50 bijlagen liet zien dat het onderwijs ten onder gaat aan de controledrift van dit kabinet.
Tjitske Siderius (34) is woordvoerder onderwijs en kinderopvang voor de SP in de Tweede Kamer.
De invoering van het passend onderwijs en de geboorte van de samenwerkingsverbanden maakt de ravage alleen maar erger. Het passend onderwijs is overhaast en ondoordacht ingevoerd. Het idee erachter klinkt sympathiek: alle kinderen samen naar school, met of zon-
der beperking. Alleen in hoge uitzondering is er nog speciaal onderwijs beschikbaar. In de praktijk vergt het een ongelooflijke inspanning van het onderwijzend personeel. Naast het feit dat reguliere scholen expertise in moeten laten vliegen, worden leerkrachten gedwongen hun aandacht te verdelen over zeer verschillende leerlingen. Nu is differentiëren onderdeel van het leraarberoep, maar er zit wel een grens aan wat je van iemand kunt vragen. Grote klassen zijn nog enigszins hanteerbaar wanneer het een homogene groep betreft. Als daar steeds meer zorgleerlingen bijkomen, worden de niveauverschillen steeds groter. In een kleine klas is dat uitvoerbaar, in een grote klas wordt het op een gegeven moment onwerkbaar. Veel schooldirecteuren delen onze opvatting. Er zijn goede voorbeelden van hoe hiermee om te gaan. Sommigen proberen de groepen zo klein mogelijk te houden, anderen zorgen voor meer handen in de klas. Schoolleiders doen wat ze kunnen, maar helaas zijn zij met handen en voeten gebonden aan de kaders vanuit Den Haag. Dat houdt niet over, zoals bekend, zeker niet als het gaat om het budget. In combinatie met grote klassen komt passend onderwijs neer op knellend onderwijs. Daarom willen wij minder leerlingen per klas. Het zal onmiddellijk leiden tot meer ruimte, minder stress en meer lucht. Het vergt investeringen, maar de SP is zonder meer bereid om die te doen. Goed onderwijs kost geld, daarvan zijn wij ons bewust. Investeren is beter dan de luchtfietserij van Sander Dekker. Deze staatssecretaris krijgt het al drie jaar voor elkaar om het onderwijs te tarten met holle retoriek. Zonder noemenswaardige investeringen ratelt hij door over toetsen, prestaties, excellentie en passend onderwijs. Dekker is een belediging voor leraren die elke dag keihard werken aan goed onderwijs. Het wordt hoog tijd voor een bewindspersoon die leraren wel respecteert.
Er is een grens aan wat je van iemand kunt vragen ONZE SCHOOL #1 maart 2016
11
—— Medezeggenschap ——
TEKST Rein van Dijk
Goede redenen om elkaar vaker te ontmoeten Het overleg tussen de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de raad van toezicht van het bevoegd gezag vindt zeker eens per jaar plaats, maar er zijn goede redenen om elkaar vaker te spreken: bijvoorbeeld over financiën of dalende leerlingenaantallen.
Zowel de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad GMR) als de raad van toezicht hebben een directe relatie met het bestuur van de stichting. Over die relatie kunnen beide partijen elkaar informeren. Zo kan de raad van toezicht als werkgever van de bestuurder de informatie van de GMR gebruiken voor zijn evaluatie over het functioneren van het bestuur. Een van de zaken die je als GMR kunt bespreken met de raad van toezicht is de financiële situatie van de stichting en daaraan gekoppelde maatregelen. De GMR adviseert over de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid, terwijl de raad van toezicht instemming geeft aan de begroting die een uitwerking is van de voornemens voor het komende jaar. In dat licht is het logisch dat de GMR en de raad van toezicht over deze zaken van gedachten wisselen.
12
Toelatingsbeleid In het voortgezet onderwijs is met name het toelatingsbeleid een onderwerp dat beide partijen aangaat. Bij een grote toestroom van leerlingen en de daaraan gekoppelde selectie zal scherp gekeken worden naar de betekenis ervan voor de toegankelijkheid van de school. Ook de huisvestingsvraag is uiteraard direct verbonden aan het vraagstuk van toelating. In veel gebieden is sprake van dalende leerlingenaantallen en krimp van het aantal scholen als gevolg daarvan. De GMR krijgt te maken met spreidingsplannen die het aantal scholen reguleren en regelmatig de voorbode zijn van een of meer fusies tussen scholen. Deze thematiek leent zich uitstekend voor een uitwisseling van gedachten tussen GMR en raad van toezicht. Wat ook steeds belangrijker wordt op scholen is veiligheid. Pestbeleid, toegangspoortjes, wel of niet toegankelijke vluchtroutes: Het zijn allemaal zaken waarmee ouders, personeelsleden en directies van scholen te maken hebben. Het veiligheidsbeleid is dus een zaak van de GMR, omdat de algemeen geldende maatregelen van het beleid voor alle scholen van kracht zijn. Uiteraard kunnen er ook specifieke onderwerpen aan de orde komen die op een bepaalde school of in een organisatie spelen. Die zullen dan niet structureel op de agenda staan, maar alleen wanneer er aanleiding toe is.
Casus: niet ingestemd met formatieplan Op een scholengemeenschap met ruim 2000 leerlingen wilde de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad niet instemmen met het formatieplan 2015-2016. De docenten vonden dat er bij de toewijzing van formatie ten onrechte wordt uitgegaan van 36 lesweken, terwijl er 39 weken zijn ingepland. Toch oordeelt de Landelijke Commissie voor Geschillen anders. Aanleiding voor het geschil is dat de personeelsgeleding van de MR heeft laten weten niet in te stemmen met het door het bevoegd gezag voorgelegde formatieplan. Het schoolbestuur blijft echter bij het besluit om het formatieplan vast te stellen en meldt daarom een geschil aan bij de Landelijke Commissie voor Geschillen (WMS). De personeelsgeleding voert aan dat uit de jaarplanner voor het schooljaar 2015-2016 blijkt dat er sprake is van 39 lesweken. In deze 39 weken wordt ook echt lesgegeven. Bij de formatietoedeling aan de school is het schoolbestuur echter uitgegaan van 36 lesweken, waardoor de school bijna 9 fte docentenformatie te weinig krijgt. Volgens het personeel heeft dit negatieve gevolgen voor de werkdruk en voor de werkgelegenheid. Uit de definities van het taakbeleid blijkt dat een uur surveillance tijdens toetsweken wordt beschouwd als een lesuur. In deze toetsweken maken de docenten ongeveer evenveel uren als tijdens de andere werkweken, zodat de toetsweken volledig moeten meetellen bij de berekening van de formatie. Het schoolbestuur rekent zichzelf rijk door enkele weken niet mee te tellen als lesweken, aldus de personeelsgeleding (PMR). Het is niet de bedoeling om via deze weg het taakbeleid te wijzigen. De PMR heeft in eerdere jaren al aangegeven dat wat haar betreft de berekeningen in het formatieplan niet kloppen. Daar heeft het bevoegd gezag niets mee gedaan. Daarom stelt de PMR in redelijkheid
instemming aan het voorgestelde formatieplan te kunnen onthouden.
Taakbeleid Het bevoegd gezag is het er niet mee eens. Het formatieplan wordt al jaren volgens hetzelfde systeem vastgesteld. Daarbij spelen financiële randvoorwaarden een belangrijke rol. In de ogen van het schoolbestuur grijpt de PMR het verzoek om in te stemmen met het formatieplan aan om een discussie over het taakbeleid te voeren. Dat blijkt volgens het bevoegd gezag ook uit de verwijzing door de PMR naar een procedure bij de Bezwarencommissie CAO VO. Voorts voert de PMR ten onrechte aan dat bij de berekening van de omvang van de formatie moet worden uitgegaan van meer dan 36 weken. De jaarplanner omvat weliswaar meer dan 36 weken, maar dat zijn niet allemaal lesweken die volledig zijn ingevuld met lesactiviteiten. Het rooster bevat lesvrije dagen, werkweken, studiedagen, buitenlandse reizen, toets- en examenweken, sportdagen en rapportvergaderingen. In de weken waarin deze activiteiten vallen, is het voor de meeste docenten niet eens mogelijk om te komen aan 25 lesuren, het maximum aantal lesuren per week volgens het taakbeleid. Er zijn wel enkele docenten die gemiddeld meer dan 25 lessen per week geven, maar dat is niet een toepassing van het taakbeleid of het gevolg van te weinig formatie, maar van individuele afspraken met deze docenten. Een dergelijke afwijking van het maximaal aantal te geven lessen laat de cao vo toe.
schoolplanner 2015-2016 laat zien dat er in meer weken lessen worden toebedeeld dan waarop het formatieplan is gebaseerd. De commissie kan niet vaststellen of in het formatieplan de grenzen van het taakbeleid worden overschreden. Onweersproken is dat het bevoegd gezag de formatie al jarenlang volgens hetzelfde systeem en op basis van dezelfde uitgangspunten toebedeelt. Uitgaande van ongewijzigd taakbeleid heeft de PMR daarom naar het oordeel van de commissie niet in redelijkheid haar instemming aan het formatieplan kunnen onthouden. Onduidelijkheid over het taakbeleid dient in het overleg tussen het bevoegd gezag en de PMR over dat onderwerp aan de orde te worden gesteld. De commissie geeft partijen in overweging om in het taakbeleid een duidelijke en sluitende omschrijving van de lessentaak van de docenten op te nemen. Dit kan meningsverschillen zoals in dit geschil voorkomen.
Uitspraak De commissie vindt dat de PMR het onthouden van instemming aan het formatieplan heeft gebaseerd op een argument dat niet het voorgestelde formatieplan betreft, maar het op de school geldende taakbeleid. Daarom is de commissie van oordeel dat de PMR niet in redelijkheid instemming aan het voorgenomen besluit van het bevoegd gezag tot vaststelling van het formatieplan 2015-2016 heeft kunnen onthouden. Daarom kan het bevoegd gezag het voorgenomen besluit omzetten in een definitief besluit.
Wat vindt de LCG?
Meer weten?
Een van de bouwstenen van het formatiebeleid is het taakbeleid. Uit het taakbeleid moet namelijk af te leiden zijn hoeveel docenten een school nodig heeft om de voor enig schooljaar geplande werkzaamheden te verrichten. In het taakbeleid van de school is opgenomen dat een (fulltime) docent per week maximaal 25 lessen van 50 minuten geeft, gemeten over minimaal 36 lesweken in een schooljaar van 40 weken. Volgens de commissie is ' gesteld noch gebleken dat het taakbeleid op dit onderdeel in de afgelopen jaren gewijzigd is.' Een van de uitgangpunten is dat de omvang van de docentenformatie wordt vastgesteld op basis van 36 lesweken in een schooljaar. De PMR heeft instemming aan het formatieplan onthouden omdat de
Onderwijsgeschillen.nl > uitspraak 107013 - 15.13
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
13
—— VOO-congres 2016 ——
—— Nieuwkomers ——
Onderwijscongres
De toekomst van ons onderwijs begint nu! woensdag 13 april in Almere
U kunt als VOO-lid gratis deelnemen
Discussieer mee met het Expertpanel Dit jaar is er veel aandacht voor “toekomstgericht onderwijs”. Het advies van Platform 2032 hierover heeft de discussie aangewakkerd. De VOO voegt aan de discussie haar kernwaarden ontmoeting en actieve pluriformiteit toe. Wij zijn erg benieuwd naar uw mening en nodigen u uit om met het expertpanel mee te praten over het onderwijs van nu en in hoeverre dat moet verschillen van het onderwijs van de toekomst. Het panel bestaat uit vertegenwoordigers van Platform 2032, de wetenschap, politiek, onderwijspraktijk en opinie, waaronder Volkskrantcolumniste Aleid Truijens.
Workshops Na de plenaire discussie kunt u in twee rondes deelnemen aan interactieve workshops rond actuele thema’s burgerschapsvorming en medezeggenschap. 1. Burgerschapsvorming op school; 2. Mensenrechteneducatie en openbaar onderwijs: een sterke combinatie; 3. Filosoferen met kinderen; 4. Aan de slag met de leerlingenraad; 5. Naleving van kinderrechten in het Nederlandse onderwijs; 6. Nieuwe ontwikkelingen in de medezeggenschap; 7. Medezeggenschap: contact met de achterban; 8. Passend onderwijs en medezeggenschap.
Algemene Ledenvergadering Als VOO-lid kunt u voorafgaand aan het Congres deelnemen aan de Algemene Ledenvergadering. Deze vindt plaats van 10.00 tot 10.50 uur. Bij het inschrijven voor het congres kunt u aangeven dat u ook deelneemt aan de ALV. De stukken ontvangt u dan twee weken voor het congres.
150 jaar Vereniging Openbaar Onderwijs 14
Hulp bij onderwijs aan vluchtelingenkinderen
Inschrijven Het congres vindt plaats in Places (Almere) van 11.00 tot 15.30 uur. De locatie is met auto en OV uitstekend te bereiken. U kunt zich aanmelden op www.voo.nl/congres. Daar vindt u ook meer informatie over de locatie en de verschillende workshops.
Scholen die onderwijs geven aan kinderen van vluchtelingen krijgen niet alleen te maken met nieuwe kinderen, maar ook met kinderen die andere behoeften hebben. Om leerkrachten daarbij te helpen is er een nieuwe brochure gemaakt.
TEKST Michiel Jongewaard BEELD Stocksy
Kinderen van vluchtelingen zijn extra kwetsbaar omdat zij nog geen Nederlands spreken en vaak getuige zijn geweest van geweld of traumatiserende situaties. Dat vraagt van leerkrachten extra aandacht om hen te begeleiden en een veilig gevoel te geven. Het Schoolleidersregister PO heeft daarom een digitale brochure gemaakt waarin adviezen en praktijkvoorbeelden staan.
Adviezen De brochure ‘Nieuwe kinderen, nieuwe kennis’ biedt schoolleiders en hun teamleden 'handvatten om het onderwijs aan vluchtelingenkinderen vorm te geven'. De opvang van deze snel groeiende groep van vaak getraumatiseerde kinderen vraagt veel van het organisatietalent van de schoolleider. Ter inspiratie komen in de brochure collega-schoolleiders aan het woord over door hen gevonden oplossingen. Naast praktijkvoorbeelden
geeft de publicatie een beeld van waar vluchtelingen tegenaan lopen in het Nederlandse onderwijs. Ook zijn er tips over het communiceren met ouders die nog geen Nederlands spreken.
Extra klassen Alle kinderen tot en met 18 jaar hebben in Nederland recht op onderwijs. Dat betekent dat vluctelingenkinderen vrijwel direct naar school gaan. In vorig nummer van Onze School stond een artikel over obs Het Vogelnest, waar de leerkrachten veel ervaring hebben met nieuwkomers. Deze school start binnenkort al met een tweede nieuwkomersklas.
Meer informatie Bovenstaande tekst is gedeeltelijk overgenomen van passendonderwijs.nl. De brochure kunt u vinden op www.schoolleidersregisterpo.nl.
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
15
—— Opinie & debat ——
Als het aan staatssecretaris Sander Dekker ligt, wordt het makkelijker om nieuwe scholen te stichten. Daarmee maakt de liberale bewindspersoon de weg vrij voor nog meer segregatie en ongelijkheid in het onderwijs. Bovendien wordt door elke schoolstichter met een verschillende opvatting een eigen school te geven, het onbegrip voor verschillen in opvatting niet weggenomen. Daarmee komt een van de kerntaken van scholen, een bijdrage te leveren aan integratie, in gevaar.
Meer ruimte voor nieuwe scholen 16
Vreedzame samenleving TEKST Michiel Jongewaard BEELD Stocksy
Een nieuwe school stichten is in Nederland lastig. Dekker noemt als voorbeeld de iPadscholen: 'Daar is veel animo voor, maar Maurice de Hond komt er maar moeilijk tussen omdat een iPad geen levensbeschouwing is. Hij moet dus op zoek naar bestaande scholen die met hem samen willen werken. Dat is vreemd. Waarom zou hij - als hij zelf een volledig nieuwe school wil beginnen - minder kansrijk zijn dan iemand die een evangelische school wil stichten?’ Maar dat is waar het volgens de Vereniging Openbaar Onderwijs misgaat. Dekker lost met zijn wetsvoorstel ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ het versnipperde (verzuilde) onderwijs niet op. Sterker, hij zet de deur open voor nog meer richtingen naast de 19 al bestaande richtingen in het bijzonder onderwijs. Iedereen met een goed idee wordt in feite uitgenodigd een nieuwe school te starten. Dat dit marktwerking in het onderwijs uitlokt, ontkent de staatssecretaris hartgrondig. Maar in hetzelfde interview zegt hij het geen probleem te vinden als bestaande scholen misschien in gevaar komen door de opkomst van nieuwe goed in de markt gezette scholen. Een veeg teken. Het devies van de staatssecretaris lijkt te zijn: Ieder zijn eigen school. Dat is waar het openbaar onderwijs zich juist mee onderscheidt: de ontmoetingsschool bij uitstek.
Meer weten over de reactie van de VOO op het wetsvoorstel? Ga naar http://goo.gl/1CRWHv
Reacties op het wetsvoorstel Per definitie openbaar Ik zou als vader van twee middelbare scholieren die van een gewoon goede openbare basisschool hebben genoten, willen zeggen: stop de chaos die staatssecretaris Dekker van plan is te gaan aanrichten ('School stichten wordt makkelijker'). Vrijgeven van diverse initiatieven voor nieuwe vormen van onderwijs gaat nooit de kwaliteit verbeteren. Noch is het een garantie voor ontzuiling. Wel is het een garantie voor versnippering van het schoolsysteem. Dekker wil het onderwijs zuiveren van verzuiling. Ontzuilen doe je door scholen per definitie openbaar te maken. Kwaliteit krijg je door naast het handhaven en scherp houden van kwalitatieve normen voldoende budget voor leerkrachten en docenten beschikbaar te stellen. Vrijheid creëren is om de hete brei heen draaien, door het maar weer aan de marktwerking over te laten. En wat gaat er straks gebeuren met bestaande scholen(gemeenschappen) die deels leeglopen. Wat een potentiële geldverspilling. We zitten niet te wachten op chaos en versnippering, maar juist op vereenvoudiging en versterking van het bestaande onderwijs. Stop staatssecretaris Dekker! D. Peters, Dieren, brief van de dag, geplaatst in de Volkskrant
Elitescholen Met het 'opengooien van de onderwijsmarkt' zet Dekker ook de deur open voor nieuwe elitescholen. Dat zijn scholen die bij de poort handig selecteren zodat alleen leerlingen met hoge citoscores of rijke ouders binnenkomen. Scholen met een hoge ouderbijdrage waar je tegen extra betaling ook nog bijles en andere vormen van steun kunt kopen. Scholen die de krenten uit de pap vissen en andere scholen opzadelen met de probleemleerlingen. Laten we een beetje zuinig zijn op ons onderwijs, want daar werken veel mensen met een missie. Het gaat om de leerlingen, niet om de winst. Stop staatssecretaris Dekker! Kees Hooyman, Utrecht, geplaatst in de Volkskrant
Een fantastische brief van de dag: 'Dekker, blijf van onze scholen af!' Als vader van drie afgestudeerde kinderen en echtgenoot van een onderwijzeres in het openbaar onderwijs zeg ik ook: stop de ongebreidelde vernieuwing, bestaande verzuiling en marktwerking in het onderwijs. Als we echt werk willen maken van een vreedzame samenleving waar kinderen van alle levensbeschouwelijke achtergronden veilig met elkaar en ook van elkaar kunnen leren, zouden we werk moeten maken van het afschaffen van het verzuilde onderwijs. Dat lijkt me in het licht van de huidige vluchtelingencrisis en integratieproblemen van groot belang. In een versterkt Algemeen Openbaar Onderwijs (AOO) voeren we als vak 'kennis van levensbeschouwelijke stromingen en filosofie' in. Wim Hijnen, Culemborg, geplaatst in de Volkskrant
Gevolgen ‘scholenplan’ Dekker nog onduidelijk Het is nog onduidelijk wat de gevolgen zijn voor gemeenten als het voorstel van Dekker om het oprichten van nieuwe scholen makkelijker te maken, wordt aangenomen. Gemeenten moeten, als een verzoek tot oprichting van een school is gehonoreerd, zorgen voor huisvesting en voor een eerste inrichting in de vorm van meubilair en lespakket. Daar staat geen compensatie via het Gemeentefonds tegenover. Veel is voor gemeenten nog onzeker. Zo zijn de gevolgen voor krimpgebieden, waar scholen nu leeglopen, niet duidelijk. Ook blijft het gissen hoe duurzaam nieuwe initiatieven zijn; als gemeenten gaan investeren in huisvesting, willen ze graag zekerheid over het bestaansrecht op de langere termijn. Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
17
—— Leerlingenraden ——
LEERLINGENRAAD ZORGT ZORGT VOOR VOOR ACTIEVE LEERLINgEN TEKST Flora Breemer
Riekje uit groep acht van de Kralingsche School wil graag in de leerlingenraad om beter naar anderen te leren luisteren. Bram uit groep vijf roept uit: ‘Eigenlijk is de leerlingenraad een soort Tweede Kamer van de school!'. Zijn klasgenootje Ellenoor vraagt zich vertwijfeld af wat ze voor taak kan vervullen in de leerlingenraad, ‘omdat ze nog een beetje klein is.’
18
Steeds meer basisscholen hebben een leerlingenraad. Slim, want daarmee doe je de school een hoop goeds. Leerlingen in de leerlingenraad en daarbuiten ervaren democratische besluitvormingsprocessen van dichtbij. Daarbij leren ze allerlei vaardigheden zoals je mening uiten, naar elkaar luisteren, je in een ander verplaatsen, overleggen, een achterban vertegenwoordigen, besluiten nemen, plannen en afspraken maken. Maar niet alleen de leerlingen in de leerlingenraad zelf leren ervan: een goed opgezette leerlingenraad laat de andere leerlingen ook meeprofiteren van de ervaringen. Alle leerlingen ervaren door een al dan niet gekozen vertegenwoordiger hoe besluiten tot stand komen. Zo krijgen veel onderdelen van burgerschapsonderwijs een concrete plek op school. Bovndien kunnen de verfrissende ideeën van leerlingen van grote waarde zijn voor team, schoolleiding en de medezeggenschapsraad. Maar bovenal zorgt een leerlingenraad voor actieve leerlingen die zich betrokken voelen bij de school. En dat uit zich zowel in de leerprestaties als het welbevinden van de leerlingen.
TAKEN & VORMEN Zoals bij alle onderwijsactiviteiten is het ook voor de leerlingenraad belangrijk bij aanvang een helder doel te hebben. Het kan daarbij handig zijn om de mogelijke taken en vormen van de leerlingenraad te beschrijven. De VOO onderscheidt drie typen leerlingenraden:
» de activiteitencommissie » de klankbordgroep » actieve vertegenwoordigers
Een leerlingenraad die als activiteitencommissie fungeert, komt het meest in het voortgezet onderwijs voor: de klankbord- en vertegenwoordigingsfunctie is daar immers belegd bij de leerlinggeleding van de medezeggenschapsraad. Deze leerlingenraad heeft vaak een eigen budget en organiseert daarvan activiteiten zoals bijvoorbeeld feesten, culturele avonden, uitjes of sporttoernooien. Voor leerlingen in het basisonderwijs kan het organiseren van activiteiten een
grote verantwoordelijkheid zijn. Zij hebben meer begeleiding vanuit het team nodig. Een leerlingenraad die activiteiten organiseert is erg zichtbaar in de school. Vaardigheden die bij deze leerlingenraad een belangrijke rol spelen, zijn het beheren van een budget, een planning maken en contact leggen met anderen, ook buiten de school. Een leerlingenraad die vooral als klankbordgroep wordt ingezet, reageert op vragen en (beleids-) voorstellen vanuit de school, vaak de directie. De inzichten van de leerlingen kunnen een waardevolle toevoeging zijn op die van de medezeggenschapsraad en helpen om schoolbeleid te legitimeren naar alle leerlingen toe. Goed contact met de achterban (de andere leerlingen) is belangrijk voor dit type leerlingenraad. Zij leren zo andermans belangen te behartigen, daarbij geholpen door leerkrachten. Als dit goed loopt, is de leerlingenraad zichtbaar en herkenbaar voor de school en ervaren alle leerlingen hoe besluiten tot stand komen en hoe zij kunnen worden beïnvloed.
functie als de klankbordgroep, maar is daarin ook proactief. Zij gaan zelf op zoek naar onderwerpen waar zij de directie of de medezeggenschapsraad proactief over kunnen benaderen. Hiervoor hebben zij actief contact met hun achterban, bijvoorbeeld via enquêtes of een ideeënbus. Ook hier is het belangrijk dat de leerkrachten dit contact faciliteren zodat de leerlingenraad zichtbaar is. Als er voor deze leerlingenraad verkiezingen plaatsvinden, kunnen de leerlingen actief campagne voeren.
TRAINING LEERLINGENRAAD
Uiteraard komen combinaties van deze drie varianten voor, waarbij de leerlingen zowel proactief als reactief hun achterban vertegenwoordigen en activiteiten organiseren. Het is wel belangrijk dat het van tevoren voor iedereen duidelijk is wat het doel en de functie van de leerlingenraad is en welke taken daaruit voortvloeien. Dit vraagt een sterke begeleiding die veiligheid en kaders biedt, inspireert en vertrouwen geeft. En dat is nu precies zoals alle begeleiding in het onderwijs bedoeld is.
Lessen over democratie op school en in de wereld en kinderrechten horen ook bij het aanbod. De trainer van de VOO overlegt van tevoren met de leerlingenraad of de begeleider wat er aan aan bod moet komen. Ook kan aan de begeleider van de leerlingenraad advies worden gegeven over de vorm en werkwijze voor een (nieuwe) leerlingenraad.
De VOO helpt leerlingenraden in het primair onderwijs met een op maat workshop. Daarin kunnen allerlei onderwerpen aan bod komen, zoals vergaderen, brainstormen, discussiëren en debatteren, contact met de achterban, een werkplan maken, een enquête houden, verkiezingen organiseren, een reglement opstellen, activiteiten organiseren, reportages maken voor de schoolkrant of verslaglegging.
Meer informatie? U kunt contact opnemen via 036 5331500 of
[email protected].
Een leerlingenraad die optreedt als actieve groep vertegenwoordigers heeft dezelfde
Verantwoordelijkheid
Basisschool SamSam: Moestuin
De toename van het aantal leerlingenraden in het primair onderwijs past bij de tendens om kinderen mee te laten praten en hun mening te waarderen. Dat is een goede ontwikkeling mits goed ingezet. We moeten kinderen wel serieus nemen. Dat is meer dan ergens een kindertekening bij plakken en zeggen dat je kinderen ook hebt betrokken. We moeten kinderen daarnaast ook leren dat hun mening belangrijk is, maar dat het niet stopt bij het geven van je mening. Want er hoort een verantwoordelijkheid bij die mening. Juist het overleggen en rekening houden met elkaars mening en gevoelens moeten we veelvuldig oefenen. Ook moeten we duidelijk afbakenen waar we leerlingen bij betrekken. Leerlingen, hoe jong ook, kunnen heel goed meepraten over belangrijke zaken zoals het primaire proces. Maar ze kunnen niet alles overzien. Hou de gespreksonderwerpen daarom dicht bij de kinderen om frustraties te voorkomen. Bied de leerlingenraad overzichtelijke en afgebakende kwesties om over mee te praten en kies samen onderwerpen die binnen hun bereik liggen.
De kinderen in de leerlingenraad van basisschool SamSam in Elst kozen na een door de VOO begeleide brainstormronde bijvoorbeeld zelf waar ze mee aan de slag wilden gaan. Nu zijn ze druk verwikkeld in het maken van plannen voor een moestuin op het schoolplein. Vol enthousiasme verdelen ze de taken: ‘Mijn vader heeft een vriend die bij een tuincentrum werkt: daar kunnen we misschien goedkoop aarde halen!’; ‘Ik wil wel lege flessen ophalen om geld in te zamelen!’; ‘Wij hebben nog van die bloempotten die we niet gebruiken!’ ‘We moeten wel lekker fruit zaaien!’ Directeur Maarten Jurgens komt binnen en bekijkt het geheel geamuseerd. Dan stelt hij een vraag: ‘Weten jullie wanneer het oogsttijd is voor de meeste groente- en fruitsoorten?’. Het valt stil. ‘Ehhhh, in de zomervakantie?’, klinkt het zachtjes.
BIJ EEN MENING HEBBEN HOORT OOK VERANTWOORDELIJKHEID
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
19
—— Wetenschap ——
TEKST Marieke Buijs BEELD Mieke Meesen
Aandacht of te veel bemoeienis
Dagelijks controleren of het huiswerk al af is, of je kind juist z'n eigen gang laten gaan? Wat werkt als het gaat om ouderbetrokkenheid bij school? Onderwijskundige Inge van der Heul zoekt het uit tijdens haar promotieonderzoek.
Inge van der Heul (33) schiet in de lach als ze bij zichzelf te rade gaat waarom ze al drie jaar lang één of twee dagen per week besteedt aan het uitpluizen van de effecten van ouderbetrokkenheid. Het brengt haar terug naar haar eigen schooltijd. Ze herinnert zich hoe haar vader en moeder de tijd namen om haar te overhoren voor een proefwerk, dat ze vrij kreeg van corvee tijdens toetsweken en dat er altijd een ouder thuis was als ze uit school kwam, zodat ze bij een kop thee aan de keukentafel de schooldag kon bespreken. 'Dat zijn fijne herinneringen en ik heb het idee dat mij dat enorm heeft geholpen in mijn ontwikkeling.' Enigszins beschroomd vervolgt ze, 'Had iedereen maar zulke ouders, denk ik wel eens.' Maar voordat ze een campagne optuigt om alle ouders aan het overhoren te krijgen, wil Van der Heul eerst in kaart brengen of haar persoonlijke ervaring strookt met de realiteit. Is ouderbetrokkenheid inderdaad goed voor de ontwikkeling van kinderen? En is iedere vorm van betrokkenheid goed? Of hangt het af van de manier waarop? Dat zijn vragen die de onderwijskundige probeert te beantwoorden tijdens haar promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. En daarom bezoekt ze basis- en middelbare scholen in het hele
20
land om de betrokkenheid van een paar honderd ouders te meten en te kijken of die betrokkenheid samenhangt met de prestaties en het welbevinden van hun kinderen. Ouderbetrokkenheid kent vele verschijningsvormen, benadrukt Van der Heul. 'Waar het om gaat, is of je als ouder iets meekrijgt van het onderwijs van jouw kind.' Door naar school te gaan en rond te kijken in de klas, naar een ouderavond te komen, lid te worden van de medezeggenschapsraad of uitstapjes of overblijf te begeleiden. Maar ook thuis kunnen ouders betrokken zijn bij het schoolleven van hun kind. Door te vragen naar de ervaringen van de schooldag, te helpen een toets voor te bereiden of hun kind mee te nemen naar een museum als voorbereiding op een spreekbeurt. En dan zijn er nog indirecte vormen van betrokkenheid, het creëren van een rustige huiswerkplek, het zorgen voor voldoende slaap en grenzen stellen aan het aantal hobby's, zodat er rust, tijd en energie is voor schoolwerk.
Ouderles Uit de - veelal buitenlandse - wetenschappelijke literatuur blijkt dat ouderbetrokkenheid door de bank genomen positief uitwerkt op de school-
Inge van der Heul werkt bij het ministerie van Onderwijs en doet aan de Rijksuniversiteit Groningen promotieonderzoek naar de invloed van ouderbetrokkenheid op de schoolse ontwikkeling van kinderen in het primair en voortgezet onderwijs. Scholen die meewerken aan het onderzoek krijgen inzicht in de behoeftes en betrokkenheid van ouders bij de school.
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
21
—— Wetenschap ——
—— Overblijf-helpdesk ——
Teamtraining: Communiceren met ouders; hoe pak je dat aan? Uw school en de ouders hebben elkaar nodig, want u heeft hetzelfde doel: dat het goed gaat met het kind. Door verschillende verwachtingen loopt de communicatie tussen ouders en school soms niet zoals het zou kunnen. Sommige leerkrachten vinden het lastig om de communicatie met ouders goed vorm te geven. In deze training van één dagdeel wordt onder leiding van een VOO-trainer dieper ingegaan op de communicatie met ouders, zowel vanuit het
carrière van een kind. Maar wetenschappers zijn het niet overal over eens, huiswerkhulp en druk op schoolprestaties zijn omstreden. 'Hulp bij het huiswerk kan verkeerd uitpakken als ouders er zelf bijvoorbeeld een achterhaalde staartdeelmethode op na houden en die hun kind proberen aan te leren.' Bij prestatiedruk lijkt de dosis cruciaal. Enige aanmoediging werkt stimulerend, maar als de lat te hoog komt te liggen, kan het kinderen juist belemmeren. Tot zover de literatuur. Van der Heul wil met haar studie uitgebreid in kaart brengen hoe het in Nederland in de praktijk werkt. Is ouderbetrokkenheid van belang voor het kind? En zo ja, hoe? Is een kopje thee en luisterend oor het belangrijkst? Of werkt hulp bij huiswerk het best? En wat zijn belemmeringen voor ouders om zich met het schoolbestaan van hun kroost te bemoeien? Hebben ze geen tijd, moeite met de taal of andere dingen aan hun hoofd? Of weten ze niet hoe ze hun kind het best kunnen bijstaan? Van der Heul: 'Antwoord op die vragen biedt handvatten om ouderbetrokkenheid te stimuleren.' Als bijvoorbeeld blijkt dat hulp bij het huiswerk belangrijk is, kunnen scholen ouders uitnodigen voor een ouderles huiswerkhulp. 'Daarin kan de docent ouders op weg helpen hun kind zo goed mogelijk te begeleiden bij het huiswerk. Dat is zeker van belang als veel ouders aangeven onzeker te zijn over hoe ze hun kind bij schoolwerk kunnen helpen.'
Onze school stapt over naar een continurooster. De middagpauze is dan zo kort dat kinderen allemaal op school blijven. Ik ben bang dat ik als leerkracht dan helemaal geen pauze meer heb. Hoe kunnen we de tussenschoolse opvang zo regelen dat het fijn is voor kinderen en voor leerkrachten?
perspectief van de leerkracht, als van de ouder. Resultaat is een besproken aanpak die als basis kan dienen voor uw eigen communicatieplan. U kunt contact opnemen met de VOO: 036 5331500 of
[email protected]. De VOO verzorgt inmiddels 20 gerichte trainingen voor schoolteams. Leden van de VOO krijgen 15 procent korting op deze training. Kijk voor het gehele aanbod op www.voo.nl/scholing.
derzoek, doordat ze inzicht krijgen in de mate van en beweegredenen voor ouderbetrokkenheid. Soms blijkt dat ouders weinig betrokken zijn doordat ze geen tijd of energie hebben, andere zorgen hebben of zich niet willen bemoeien met wat zij als verantwoordelijkheid van de school beschouwen. Inzicht daarin kan scholen helpen om bij te sturen.' Soms blijken eenvoudige misverstanden de verklaring voor gebrekkige betrokkenheid. 'Een van de scholen die ik bezocht, vond zichzelf erg actief in het betrekken van ouders, via nieuwsbrieven of oproepjes op het prikbord. Maar de ouders gaven aan zelden tot nooit uitgenodigd te worden om een bijdrage te leveren. Terugkoppeling van die discrepantie was zinvol, blijkbaar kwam de boodschap van de school niet aan. Nu worden de ouders persoonlijk aan gesproken.'
Het verschilt per school hoe de tussenschoolse opvang (TSO) wordt geregeld bij een continurooster. De organisatie van de TSO moet wel onderdeel zijn van het besluit over het continurooster. Leerkrachten moeten goed opletten dat hun pauze niet onder druk komt te staan door het continurooster. In de Arbeidstijdenwet en in de cao is hierover het volgende afgesproken: iedere werknemer die langer dan 5,5 uur werkt, heeft recht op minimaal 30 minuten pauze. In de cao is afgesproken dat die pauze plaatsvindt tussen 10.00 en 14.00 uur. De pauze mag na instemming door de P(G)MR worden gesplitst in twee keer een kwartier.
Ontbijt
Wetenschappers zijn het niet overal over eens: huiswerkhulp en druk op schoolprestaties zijn omstreden Prikbord Zonder de uiteindelijke onderzoeksresultaten af te wachten koppelt Van der Heul haar deelbevindingen meteen terug aan deelnemende scholen. 'Er wordt veel van scholen gevraagd, dus ik wil dat ze meteen profijt hebben van deelname aan mijn on-
22
Voorbeelden van hoe het helemaal misgaat bij kinderen als de ouders het laten afweten, is Van der Heul niet tegengekomen. 'Uiteindelijk zijn alle ouders tot op zekere hoogte geïnteresseerd in school, omdat die een belangrijke rol speelt in het leven van hun kind.' Wel weet ze dat kinderen die bijvoorbeeld zonder ontbijt naar school komen of waar in een klein huis met veel broertjes en zusjes geen ruimte is om zich terug te trekken, het moeilijker hebben. 'Onder die omstandigheden is het moeilijk om je op je schoolwerk te concentreren.' Ook keek de promovenda raar op van ouders die op vakantie gingen tijdens de examenweek van hun kind. 'Dus stond het kind er alleen voor in die belangrijke en spannende week, die ouderlijke keuze verbaasde me.' Over twee tot drie jaar hoopt Van der Heul het onderzoek af te ronden en wereldkundig te maken hoe ouders het best kunnen helpen bij het onderwijs van hun kinderen en hoe scholen ouders daartoe kunnen uitnodigen en stimuleren. 'Uiteindelijk gun ik ieder kind dat het zo geholpen wordt het beste uit zichzelf te halen.'
Onderzoek op school Wilt u met uw school deelnemen aan het onderzoek naar ouderbetrokkenheid? Stuur dan voor 31 maart een e-mail naar i.l.van.der.
[email protected].
×
Pauze voor de leerlingen betekent werktijd voor de leerkracht als deze in de klas of op het plein toezicht moet houden. Daarom laten sommige scholen het toezicht over aan bijvoorbeeld ondersteunend personeel, zodat de leerkrachten kunnen pauzeren. Niet op elke school is er genoeg personeel zonder eigen klas om dit zo te regelen. Deze scholen werken met vrijwilligers (overblijfouders) of maken een rooster waarbij leerkrachten elkaar per toerbeurt afwisselen voor de pleinwacht van samengevoegde groepen kinderen.
Ik ben gevraagd om vrijwilliger te zijn voor de overblijf op de school van mijn kinderen. Volgens de directeur heb ik daar helemaal geen diploma voor nodig. Klopt dat? Nee. In artikel 45 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) staat: 'het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat met ingang van 1 augustus 2011 ten minste de helft van degenen die met het toezicht op de leerlingen worden belast, een scholing heeft gevolgd op het gebied van het overblijven.' Het is dus goed om na te gaan wie van de vrijwilligers scholing heeft gevolgd. Als dit niet meer dan de helft is, of als u behoefte heeft aan scholing, kunt u dit aanvragen bij het bevoegd gezag (de directeur of het bestuur). Zij zijn dan volgens de wet verplicht om scholing te organiseren.
Trainingen tussenschoolse opvang
Ik ben coördinator van de TSO op de school waar mijn kinderen vroeger zaten. Ik merk dat het voor veel vrijwilligers een zware taak is om te zorgen dat alles rustig en gezellig verloopt tijdens de middagpauze. Maar ik kan maar op één plek tegelijk zijn. Wat kan ik doen om hen te ondersteunen? TSO-medewerker zijn vraagt veel en is een grote verantwoordelijkheid. Een TSO-medewerker heeft te maken met een groep leerlingen tijdens de pauze: het meest vrije moment van de dag. Dat kan soms voor lastige situaties zorgen die niet zo snel voorkomen op de meer gestructureerde momenten zoals tijdens de les. Bovendien heeft de TSO-medewerker een andere relatie met de leerlingen dan een leerkracht. Het is belangrijk dat de TSO-medewerkers zich hiervan bewust zijn. Wanneer zij weten welke elementen de situatie lastig maken, kunnen zij hieraan werken. Het is dan prettig als de TSO-medewerkers af en toe tijd met elkaar te nemen voor overleg of scholing. Als coördinator kunt u dit faciliteren. U steunt elkaar door de lastige momenten bespreekbaar te maken en mogelijke oplossingen met elkaar te onderzoeken en te delen.
De Vereniging Openbaar Onderwijs heeft een uitgebreid aanbod aan trainingen voor overblijfmedewerkers en coördinatoren. Meer weten? Kijk op www.voo.nl/scholing of bel 036 5331500.
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
23
—— Lesideeën ——
TEKST Flora Breemer BEELD iStock
Ik ben welkom Van 21 tot en met 24 maart is het de week van het openbaar onderwijs. Overal in het land laten openbare scholen onder het motto ‘Ik ben welkom’ aan hun omgeving zien waar het openbaar onderwijs voor staat. Doet uw school ook mee?
Kernwaarden
In de week van het openbaar onderwijs staan altijd de zes kernwaarden van het openbaar onderwijs centraal. Deze houden in dat openbare scholen openstaan voor alle kinderen en leerkrachten, ongeacht sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond, geslacht of geaardheid (kernwaarden 1 en 2); de openbare school leert kinderen van jongs af aan respect te hebben voor elkaars mening of overtuiging en er wordt actief aandacht besteed aan de overeenkomsten en verschillen tussen kinderen, zonder voorkeur voor één bepaalde opvatting (kernwaarden 3 en 4); de openbare school is van en voor de samenleving en betrekt leerlingen ouders en personeel actief bij de besluitvorming (kernwaarde 5), en de openbare school besteedt aandacht aan levensbeschouwing (kernwaarde 6).
Meer informatie?
Op www.openbaaronderwijs.nu staan meer activiteiten, promotieen lesmateriaal van collega-organisaties voor de week van het openbaar onderwijs. U vindt er ook de speciaal voor de campagneweek gemaakte animatiefilm ‘Wij zijn een openbare school’, die u ook op uw eigen website kunt plaatsen.
24
Workshops van de VOO
In de week van het openbaar onderwijs kunnen leden van de VOO gratis workshops over de kernwaarden van het openbaar onderwijs aanvragen. Er zijn workshops over de kernwaarden als geheel en workshops die zich toespitsen op één van de kernwaarden:
» Workshop kernwaarden: ga
met het team in gesprek over de kernwaarden van het openbaar onderwijs en hoe die zijn ingebed in de school;
» Workshop leerlingparticipatie: een training voor de leerlingenraad;
» Workshop medezeggen-
schap: een training voor de MR;
» Workshop samenwerking:
een bijeenkomst over openbaar onderwijs in krimpregio’s;
» Workshop van en voor de
samenleving: gastles voor schoolkrantredacties in het VO. Vraag de workshop aan via www.voo.nl/weekvan hetopenbaaronderwijs. Wees er snel bij, want er is beperkt plaats.
Actieplein
Op de site wwww.openbaaronderwijs.nu is op het actieplein te zien welke activiteiten andere openbare scholen ontplooien in de campagneweek. Van open dagen en openbare lessen voor ouders, feestelijke projectafsluitingen tot de pannenkoekendag van obs de Tweemaster in Barendrecht: laat u inspireren door de activiteiten van de vele scholen en zet uw school ook op de kaart!
Animatiefilm 'Wij zijn een openbare school'
‘Dit is onze school. Wij willen dat uw kind zich hier goed voelt. Want de kinderen op onze school moeten veel leren. Ontdekken wat ze interessant vinden. Waar ze goed in zijn. En waar ze in geloven. Wij zijn een openbare school. Je mag bij ons jezelf zijn en zeggen wat je vindt. Wat je gelooft. Dat mag elk kind en elke leerkracht, want daardoor leren we van elkaar. We komen erachter dat we veel op elkaar lijken, maar soms ook verschillen. We leren om samen te werken en om respect voor elkaar te hebben. Onze school staat midden in de samenleving en gaat uit van de normen en waarden ván die samenleving. Zo krijgt ieder kind bij ons de kans om zich te ontwikkelen. Om kansen te grijpen en om een gelukkig kind te zijn. Wij willen op onze school dat elk kind weet: ik ben welkom.’ U kunt de film downloaden op www.vimeo.com/123394406.
ONZE SCHOOL #1 maart 2016
25
Locatieleider in de GMR? Een lid van onze gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) is benoemd tot locatieleider van een van onze scholen. Zij is weliswaar geen directeur, maar maakt wel deel uit van het directieberaad. Zolang er maar een scheiding bestaat tussen haar controlerende en sturende taken hebben wij geen principiële bezwaren, maar we vragen ons toch af deze situatie wenselijk is. De Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) ontraadt het P(G) MR-lidmaatschap van locatieleiders. De Wet medezeggenschap op scholen (WMS) geeft in artikel 3 lid 7 aan dat ‘geen lid van de medezeggenschapsraad kunnen zijn degenen die deel uitmaken van het bevoegd gezag’. De vraag is dus of het PGMR-lid als zodanig kan worden beschouwd. Een locatieleider heeft vaak taken in de managementlijn van het bestuur via de directie. Op grond van het managementstatuut kunt u vaststellen of uw locatieleider taken en verantwoordelijkheden heeft die hem kenmerken als ‘deel uitmakend van het bevoegd gezag’. Wanneer dat zo is, kan de locatieleider geen deel (meer) uitmaken van de GMR. Vaak wordt de locatieleider beschouwd als leidinggevende van het personeel, wat bijvoorbeeld tot uiting komt bij het houden van functioneringsgesprekken. Deze aansturing van het personeel staat volgens de VOO een GMR-lidmaatschap in de weg.
Risicoinventarisatie & -evaluatie Onze school zou dit jaar een risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) moeten uitvoeren. Omdat er volgend najaar een verbouwing zal plaatsvinden heeft onze directie aangegeven de RI&E pas daarna te laten doen. Wel worden nu de genoemde verbeterpunten uit 2014 nagelopen. Als MR-lid begrijp ik de redenering, maar ik vraag mij af in hoeverre uitstel mogelijk juridische gevolgen heeft voor de MR wanneer er onverhoopt een incident zou plaatsvinden. Zijn wij juridisch aansprakelijk? Nee, de rol van de MR op school is om mee te denken en mee te praten over beleidsplannen en daarover advies uit te brengen of er al dan niet mee in te stemmen. Een MR is nooit verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid, dat is een taak van de schooldirecteur. U kunt naar aanleiding van een bespreking over dit onderwerp met de directie in uw verslaglegging benadrukken dat de MR wél betrokken is, maar geen verantwoordelijkheid draagt. Op die manier maakt u ook aan uw achterban duidelijk dat de verantwoordelijkheid niet bij de MR rust.
De VOO helpdesk Informatie en advies 036 711 6178
[email protected] Elke schooldag tussen 10.00 en 13.00 uur
26
—— Column ——
BEELD Eric Muijderman
—— Vraag en Antwoord ——
BAS HUIJBERS
Nieuwe eindtoets Het bestuur van onze school heeft in de MR-vergadering aangegeven dit schooljaar een proef te willen doen met een andere eindtoets in groep 8. Naast de Citoeindtoets zal ook de IEPeindtoets worden gedaan. Als dit bevalt, zal volgend jaar alleen deze nieuwe toets worden afgenomen. Hebben wij hierover als MR iets te zeggen?
Nouhaila
Ja, de keuze voor een (eind) toets wordt immers opgenomen in het schoolplan. Als er aan de eindtoets iets verandert, leidt dit tot een wijziging van het schoolplan en op grond van artikel 10b (vaststelling of wijziging van het schoolplan dan wel het leerplan of de onderwijs- en examenregeling) van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) heeft de MR hier een instemmingsbevoegdheid.
Met al uw vragen kunt u als VOO-lid (school, ouderraad, MR, GMR of individueel lid) terecht bij de Helpdesk. Onze adviseurs beantwoorden uw vragen en denken met u mee. Meestal kunnen wij uw vraag meteen beantwoorden. Soms vereist een antwoord of oplossing meer tijd. Dan kunt u gebruikmaken van de Servicekaart, waarmee de VOO-adviseur in overleg met u direct de noodzakelijke stappen zet om tot een oplossing te komen.
Bas Huijbers (40) is vader van drie kinderen en docent maatschappijwetenschappen op het IJburg College in Amsterdam. Daar begeleidt hij ook startende docenten. Bas schrijft een vaste column in Onze School, waarin hij ons meeneemt in zijn praktijk en zijn overpeinzingen over het onderwijs. Meer Bas? Bekijk ook zijn blog op bashuijbers. blogspot.nl
Naast docent ben ik ook mentor van een vierde klas. Je weet wel, zo’n klas met wiskundenerds, gamers, meisjes uit Noord die soms zelf met een Canta naar school komen, stoere meiden die alles net anders doen, alto’s, poppetjes, telefoonverslaafden, stillen, adhd-ers, voetballertjes, scooterboys, kletskopjes en ook drie terroristen. En over deze laatste groep wil ik het even hebben. Eigenlijk zijn het drie heel lieve en heel verschillende moslimmeiden. Maar zo noem ik ze liefkozend. Ik vroeg laatst terloops of ze zich aangevallen voelden door mijn benaming. ‘Nee’, was het antwoord met een vette lach: ‘Helemaal niet, we kennen je toch?’. Met de relatie tussen mij en deze meiden zit het goed, zelfs zo goed dat ik langs het randje kan scheren. Nu was Nouhaila, een van de drie meiden, maandag niet op school en dinsdagochtend te laat. De dag begon met een mentorhalfuurtje. Nadat ik een aantal mededelingen had gedaan, kwam Nouhaila de klas binnen met een hoofddoek om. Voor het eerst. In het onderwijs reageer je vaak op intuïtie, meestal omdat een dergelijke situatie zich nog niet eerder heeft voorgedaan en je geen tijd hebt om eens lekker te gaan reflecteren en een actieplan op te stellen. Nee, reflecteren doe je achteraf door het er met je collega’s over te hebben of door er bijvoorbeeld een column over te schrijven. Ik reageerde dus intuïtief.
Met de ogen een beetje naar beneden gericht glipte Nouhaila het lokaal binnen. Ik zag haar en riep meteen uit: ‘Nouhaila, wat zie jij er goed uit! Wat staat die hoofddoek je goed, stoer zeg!’ Ze richtte zich op, straalde en ging met een grote glimlach zitten. En ik ging gewoon verder met mijn mededelingen alsof dit dagelijks gebeurt. Natuurlijk kwam heel kort de gedachte bij me op dat ze misschien niet vrijwillig een hoofddoek is gaan dragen. Maar dat weet ik niet en ik hoef er niks van te zeggen, want ik werk op een openbare school. De hoofddoek is denk ik een nieuw onderdeel van haar identiteit. Daar komt nog bij dat ik haar wel een beetje ken. Ze zou juist het tegenovergestelde doen als haar omgeving een hoofddoek zou verplichten. Hierin lijkt ze wel een beetje op haar docent… Nog steeds ben ik tevreden met mijn reactie: ik besloot haar te prijzen en het er verder niet over te hebben. Dit deed haar zelfvertrouwen goed. Ik heb haar bovendien deze column nog even laten lezen en ik mag het van haar met haar echte naam plaatsen.
Ze zou juist het tegenovergestelde doen als haar omgeving een hoofddoek zou verplichten ONZE SCHOOL #1 maart 2016
27
—— Welles/Nietes —— Elk nummer van Onze School vragen wij leerlingen naar hun mening. Deze keer geven kinderen van scholengemeenschap Nelson Mandela in Purmerend antwoord op de vraag:
Hoe bevalt jouw iPad op school?
Roxanne – 14 jaar
Ik heb de verkeerde gekregen. Eerst had ik een 2, maar ik moest een 1 hebben. De iPad is van tafel gevallen. Maar na een reset deed hij het weer. Het is wel fijn dat dit kan, want heel vaak gaat het mis. Het gebeurt bijna elke dag wel dat er eentje valt.
Charell – 12 jaar
Hij valt wel de hele tijd. En meestal breekt de standaard. Ik huur hem. Als ik slaag, mag ik hem houden, want dan heb je hem afbetaald. Dat is wel handig, anders moet je hem zelf kopen en wordt hij ook niet gemaakt. We moeten wel de hoes erom houden van mevrouw de Vries, anders hebben we geen garantie.
Samiralen – 12 jaar
Laylah – 12 jaar
Ik vind het echt veel handiger dan schoolboeken. Ik heb een Air2. We doen alles op de iPad. Haast alle lessen gaan via een paar apps. Voor geschiedenis is er een aparte. Voor aardrijkskunde heb je ‘Schooltas’ en voor de rest ‘Studiekit’. We schrijven nog wel alles in schriften.
Fabio – 14 jaar
Iets anders doen dan huiswerk op de iPad? Nee, dat kan niet. Dat doen wij niet hoor. Dat is verboden. Echt onmogelijk.
Fatima – 14 jaar
Ja, de hoesjes van de iPads zijn echt vrij waardeloos. Maar toch vind ik het veel leuker en handiger om met een iPad te werken.
28
Ramon – 13 jaar
We hebben wel eens Grand Theft Auto erop gehad, maar dat is er weer afgehaald. ‘Snowboarding Fourth Phase’ is nu de vetste app. Volgens mij kunnen de leraren wel zien wat je gedaan hebt, dus je moet het niet te gek maken.
Julian – 13 jaar
Dit is ‘Flappy Bird’. Onze iPads zijn laatst nog gerefresht. Daardoor waren alle spellen gewist. Of ik had een backup moeten maken, maar dat heb ik niet gedaan. Al m’n highscores kwijt. Moest ik weer opnieuw beginnen.
Oh jawel, die kabel breekt heel vaak. Bij mij ook. En meestal breekt de standaard. En het klepje laat veel te snel los. De meeste leerlingen trekken ze er gewoon vanaf. Hahaha!
Hajar – 13 jaar
Het is wel kwetsbaar. Alles is er al af. En dit poortje ging stuk bij mij. Die is voor de oortjes. Dan heb je geen geluid meer en moet je naar ICT.
Chiara – 12 jaar
Je hebt wel eens hulp nodig. Dan ga je naar ICT en krijg je vervanging. Soms kan het meteen opgelost worden en anders zetten ze je naam op een lijst neer, dan roepen ze je later uit de les om hem op te halen.