-test-
KEF LS50
Theo Wubbolts
Every inch British Na de introductie vorig jaar van de ‘Blade’ als begin van het jubileumjaar – de Kent Engineering& Foundry is opgericht in 1961 – wordt met de ‘LS50’ deze heuglijke gebeurtenis afgesloten. den, terwijl een weekloon voor een modale werknemer op vijftig gulden lag (sic). Voor een langspeelplaat – elpee of LP – moest je van dit loon bijna de helft op de toonbank van de platenzaak leggen. Voor wat dat audio-vak betreft heb ik nog eens wat gebladerd in een ‘HiFi Year Book’ uit 1958. Weliswaar niet precies het oprichtingsjaar van KEF, maar het schetst een beetje het beeld van die tijd. Versterkers waren er in alle vormen en maten – uiteraard allemaal in buizentechniek – en sommige hadden een zeer industrieel uiterlijk. Vergeet niet dat stereo voor
H
et is goed – en zeker tijdens zo’n moment als dit – om even stil te staan bij waar de jubilaris dan ‘vandaan’ komt. Oprichter van KEF Raymond Cooke (19251995) betrad in 1961 als fabrikant van luidsprekers het pad van de audio. Na enkele jaren het vak geleerd te hebben bij Wharfedale en de BBC, besloot hij als afgestudeerd ingenieur voor zichzelf te beginnen. Op zich een herkenbaar patroon: na je studie eerst de fijne kneepjes onder de knie proberen te krijgen, vervolgens een netwerk opbouwen en dan zelfstandig verder. Met een missie natuurlijk!
Perspectief In 1961 luisterde ik bijvoorbeeld nog naar een Philips radiomeubel, dat thuis als ‘pronkjuweel’ in de kamer stond. Je weet het wellicht nog wel: links de pick-up met kristalelement onder de gepolitoerde klep en rechts achter het schuifdeurtje de radio. Het geheel stond op ranke notenhouten poten… en doet het nog steeds prima. Toentertijd kostte dat zeshonderd gul-
42 hvt - juli 2012
in de huiskamer vooral voortkwam uit de PA (+ = Public Address), oftewel zaalversterking. Merken? Armstrong, Chapman, HMV, General Electric, Goodsell (what’s in a name?), Lowther, QUAD, Rogers, Tannoy en Verdik (zie Goodsell ). En luidsprekers? Dan kom je veelal dezelfde namen tegen, maar ook roemruchte merken als bijvoorbeeld Goodmans en Philips voor de zelfbouw en vele andere – ook voor kant-enklare modellen. Opvallend is dat in vergelijking met nu, er in de bouw van sommige modellen niets nieuws onder de zon is… Dubbelconus bij Goodmans, Lowther, Philips, Plessey (ja, die was je even kwijt hè?) en Tannoy, hoornontwerpen van Goodmans (de ‘Midax’) of Westrex en de ribbon-tweeter van Kelly. En wat deed Raymond Cooke in de begintijd van KEF met al die kennis? Hij ontwierp vanzelfsprekend modellen – te beginnen natuurlijk met de K1-series – maar trok bovendien zeer getalenteerde jonge engineers aan. Eén daarvan was Laurie Fincham (nu Senior VP van Audio Research en Development bij THX Ltd in Californië) die decennialang medeverantwoordelijk was voor succesvolle ontwerpen als de Cresta, de 104AB, de RR105 (het eerste ontwerp met voor de drie
units separate behuizingen) en uiteindelijk ook voor de Uni-Q-technologie, welke op de markt werd gebracht in 1988 in het model C35.
C35 Die C35 werd een eclatant succes. Ten eerste door de prijsstelling, die relatief laag was – ik meen rond de Hfl. 350 per stuk – en ten tweede vanwege de techniek. Je moet je voorstellen dat met de komst van neodymium als magneetmateriaal de magneet van de tweeter ‘pak ‘m beet’ tien keer kleiner gemaakt kon worden met dezelfde krachtige werking. Hierdoor kon de tweeter in het hart van de woofer gemonteerd worden om zodoende tot één afstraalpatroon te kunnen komen, zonder dat dit hinder ging ondervinden van de woofer. Vergelijk het met het gooien van een kiezel (tweeter) en een baksteen (woofer) in een vijver. De golfpatronen die worden veroorzaakt door beide stenen, raken en beïnvloeden elkaar (interferentie heet dat met een duur woord, oftewel vrij vertaald: vervorming). In een conventionele luidsprekeropstelling van tweeter boven de woofer gebeurt precies hetzelfde, alleen zien we het niet… Met deze Uni-Q deed derhalve de puntbron zijn intrede in de conventionele luidsprekerbouw: uniek! En in vrijwel alle modellen van KEF zou deze techniek te vinden zijn, tot op de dag van vandaag.
inclusief het lichtbollend voorfront en de ietwat uitstekende aansluitingen voor de luidsprekerkabels. De uitvoering is zwart, met een decente vermelding aan de bovenzijde van de merknaam in mat ingelegd en de modelaanduiding LS50 boven en ‘50th Anniversary Model’ onder op de rand van de Uni-Q driver. De voornoemde binnenhuisarchitect zou met de markante kleurstelling, een goud/koperkleurige luidsprekerconus, rekening moeten houden, evenals de interieurverzorger met de plumeau voor het hoogglans pianolak.
De Uni-Q-driver bestaat uit een 25 mm aluminium tweeter met ‘Tangerine waveguide’ – voor de broodnodige spreiding – in het hart van een 130 mm mid/bass-driver met aluminium/ magnesium-legering conus. De conusrand is speciaal gevormd om ‘breakup’ – =weerkaatsing en andere ongewenste bewegingen – te vermijden. Tot slot: de luidsprekerterminals zijn enkelvoudig uitgevoerd, sorry cableboys, en dat roept dan ook geen vragen op en geeft een duidelijk antwoord. Voor de verdere specificaties verwijs ik naar het kader.
rendement moeilijk aan te sturen luidspreker, maar áls er een krachtige stroom aangeboden wordt, is het muziek maken geblazen dat het een lieve lust heeft…
LS50 interieur Sedert jaar en dag staan bij KEF de meest geavanceerde computers in het laboratorium ten dienste van de techniek en daarmee uiteindelijk de muziek. Zo ook bij het ontwerp van de LS50. Met precisiemetingen bij het scannen van de bewegingspatronen van de woofer en tweeter,
is het afstraalgedrag volledig onder controle gebracht. Ook de modernste 3D-technologieën zijn ingezet om de LS50 tot een ‘must-have’ te maken. Speciale viscose materialen tussen de verschillende onderdelen als de wanden en de chassisophanging werden toegepast om de demping optimaal te krijgen, om er voor te zorgen dat de weergave van het middengebied schoon is en de laagweergave snel en krachtig. Ook de reflexpoort aan de achterzijde ontsnapte niet aan de aandacht van de technici. Je voelt het
LS3/5A
LS50 exterieur Terug bij het doel van deze test. De LS50 is als min of meer opvolger van de LS3/5A (of de versie van Raymond Cooke himself de RR101) een monitor. Hûh? Ja, je mag ‘m plaatsen in de boekenkast als je binnenhuisarchitect het in zijn bestemmingsplan heeft staan, maar los opstellen in de vrije ruimte op een stevig statief geniet de voorkeur. En met de afmetingen zit het meer dan snor, want in hoogte maal breedte maal diepte zijn de buitenmaten 302x200x278 mm,
Deze luidspreker werd in 1976/77 ontworpen voor gebruik in de geluidswagen(s) van de BBC, met als belangrijke doelstelling het zuiver weergeven van de vrouwelijke stem. Een soort positieve discriminatie avant la lettre – en dat toen al. KEF werd gevraagd deze te produceren, maar anekdotisch, werd Raymond Cooke gek van de steeds maar weer voorgestelde wijzigingen van de heren technici. Een eigenschap van techneuten: het nooit goed (genoeg) vinden. Wel zijn andere merken met het ontwerp er vandoor gegaan, tot op de dag van vandaag, veelal ook om marketingtechnische redenen, maar KEF leverde altijd de units, zijnde T27 en B110. KEF bracht zelf destijds dit ontwerp op de markt onder de typeaanduiding RR101. Een vanwege het lage
hvt - juli 2012 43
-test-
KEF LS50 bij zulke mooie luidsprekers is alleen het beste goed genoeg, en twee: ik moet er naar kunnen luisteren en van genieten. Wat betreft het eerste criterium is mijn collectie toereikend om er een tiental te kunnen selecteren, en voor het tweede criterium weet ik me in het gezelschap van niemand minder dan de dirigent Nicolaus Harnoncourt die onlangs in een interview in de krant naar aanleiding van zijn uitvoering van de Missa Solemnis in het Concertgebouw op de vraag Wat misschien meespeelt is de opvatting dat pop gelijkwaardig is aan klassiek? zei: “Ook ik ben fel tegen een kunstmatig onderscheid tussen amusementsmuziek en kunstmuziek: in essentie bestaan alleen goede en slechte muziek.” (uit NRC Cultureel Supplement van 19 april 2012 in een interview met Mischa Spel).
Dat gaat naar Amsterdam toe
niet alleen als je je hand er instopt, maar je ziet het ook aan de elliptische vorm en de verfijnde afwerking. En dat allemaal om de bas te dienen (zie foto’s).
En dan? Uitpakken natuurlijk, want bovenstaande vloeide uit mijn pen zonder ook nog maar een noot muziek gehoord te hebben. Hoewel dit niet helemaal waar is, want tijdens de High End in München heb ik ze in aanwezigheid van buitenlandse collega’s tijdens de persconferentie natuurlijk wel beluisterd. Johan Coorg demonstreerde ze traditiegetrouw, terwijl hoofd
van de ontwerpafdeling uit Maidstone, Mark Dodd, was overgekomen om een en ander toe te lichten, onder goedkeurend en toeziend oog van het topmanagement uit China (GP Acoustics is sedert 1992 eigenaar van KEF en Celestion). Bij me thuis mochten ze plaats nemen op de stands, vlak voor de elektrostaten, en werden van muziek voorzien uit de Philips 963SA-speler en gevoed door de 66-set van Quad. Het wordt met mijn muziekkeuze bijna eentonig hoor ik je al zeggen: klassiek zeker… Nou mooi dat niet alleen. Mijn ‘stapeltje’ omvatte naast dit genre ook pop en jazz, en dat met slechts twee criteria. Eén: het moet perfect zijn opgenomen, want
Maar als HVT-lezer weet je inmiddels wel zo’n beetje waar het naar toe gaat of op uit draait als ik eenmaal losbarst met muziek. En om critici gerust te stellen: die oude set speelt weliswaar nog steeds prima – het is en blijft natuurlijk mijn referentie – maar op uitnodiging van Rick Oldersom van Hifi Solutions toog ik gewapend met het stapeltje CD’s én de set LS50 naar de Muiderstraat om er eens een heel andere kijk op te kunnen krijgen. Rick had in zijn luisterkamer voor me een mooie set elektronica van Exposure klaar staan; zelfs tweeledig (én tweedelig) en daar kom ik later op terug. Eenmaal aangesloten viel ook bij de collega’s van Rick de onderkin op de adamsappel. “Oh, dat klinkt niet verkeerd…” om maar eens een (Amsterdams) understatement te citeren.
Exposure De net geen duizend Euro kostende ‘2010S2’ CD-speler heeft als DAC een 24-bit resolutie en zorgvuldig ontworpen circuits. Achter de solide aluminium voorplaat met dimbaar display, is door Exposure met veel zorg de elektronica ontwikkeld om tot het hoogst mogelijk haalbare resultaat te komen. De mannen van Hifi Soltions zeggen dan ook: “Onbekend maakt onbemind, maar in het geval van Exposure zeer onterecht. Het is een heel mooi merk.” De ‘2010S2’ geïntegreerde versterker, met twee keer 75 watt in 8 ohm – komt mooi uit voor de LS50 met nominaal 8 ohm – heeft een 200VA toroïdale trafo en volgt de ontwerpeisen die gesteld werden aan de CD-speler: degelijk, robuust en een ‘good feeling’ gevend. Kost ook één Euro onder de duizend. De afmetingen van beide apparaten zijn bijna gelijk – zie kader – en ogen gemaakt voor (bijna) de eeuwigheid.
44 hvt - juli 2012
De bekabeling werd door Rick geselecteerd, zijnde afkomstig van Phantom Cable en afkomstig van importeur Analogue Audio Products. Ik verneem daar in een later stadium graag meer over, want deze test maakte me wel zeer nieuwsgierig!
1010S2
Al gauw kwam het gesprek op de vuistregel qua besteding van de gelden voor de samenstelling van een stereoset. Volgens Hifi Solutions moet je voor de versterker evenveel uitgeven als voor één luidspreker. Maar in dit geval gaat dat niet op, want de LS50 kost als paartje evenveel als de versterker… In zoverre zou de ‘1010S2’ versterker van Exposure met een prijs van € 699, die later ook aangesloten werd, dichter in de buurt komen van voornoemde vuistregel. Indachtig de uitspraak van de mannen van GP Acoustics “Wie jarig is trakteert” zou voor de gebruikte materialen de LS50 minstens op een achthonderd Euro gecalculeerd moeten worden, er zit namelijk nagenoeg dezelfde Uni-Q in als in de Blade, maar is de teller bij vijfhonderd Euro blijven staan. Mij leek de totaalsom van wat er vóór mij stond te spelen meer van belang, namelijk wat kost het nu wat daar staat? Welgeteld iets meer dan € 3.500. Rick kon namelijk niet precies zeggen wat de interlink en de luidsprekerkabels zouden gaan kosten omdat nog niet bekend was wat en wanneer de importeur dit wereldkundig zou maken. By the way: wisseling met het vijfvoudige in prijs aan lps-kabel leverde een duidelijk waarneembare verslechtering van het ‘plaatje’ op (sic).
Luisteren
2010S2
Nee, eerst koffie met (zelf meegebracht ) gebak, want Hifi Solutions verbouwt – lees breidt uit – en het zonnetje scheen volop en wat kan er dan nog fout gaan? Thuis had ik al uitvoerig naar de door Chris Weeda afgeleverde nieuwe CD van Toots Thielemans ‘Toots 90’ (Challenge CHR70167) geluisterd en moet bekennen, dat het hier aan de Muiderstraat niet minder klonk. Om met Harnoncourt te spreken, vallend in de categorie goede muziek en, buiten discussie, fantastisch opgenomen! Een ‘must have’ zou ik zeggen.
2010S2
hvt - juli 2012 45
-techniek-test-
KEF LS50
Verder kwam ik natuurlijk met m’n ultieme piano-CD, ‘Rian de Waal speelt Schubert’ op de proppen (zie www.valthermondrecordings. com). Deze opname is inmiddels erkend door een groot aantal collega’s aan wie ik het liet horen op de High End in München als dé piano-CD. In hoogte, breedte en diepte stáát er gewoon een prachtige Steinway als een fantoom voor je, die als je je ogen sluit bijna aanraakbaar wordt. De elektronica is in volle harmonie met de luidsprekers, een muzikaal-creatief koppel vormend en geeft de piano vleugels. De heren van Hifi Solutions konden dit bevestigen en hebben inmiddels de (SA-)CD in het muziekprogramma opgenomen. Je zou je haast afvragen of die hoofdredacteur
46 hvt - juli 2012
van HVT nog wel ‘werkt’, of dat ie alleen maar feest, want toegegeven, het is toch geweldig als je dit ‘werk’ mag noemen en dan naar zulke muziek luisteren? Nou, ter geruststelling zit ik wel een kleine drieduizend woorden uit m’n appeltje te tikken en kost me dat niet alleen hoofdbrekens, maar ook de nodige uren… Rick’s muzikale smaak ligt deels gelijk, maar reikt op jazz en blues ten opzichte van mij een mijltje of zo verder. Zijn CD Muddy Waters ‘folk singer’ (CHD-12027, op het label MCA/Chess) verdwijnt in de CD-speler. Gevolgd door het album ‘Living dub Vol.4’ van Burning Spear op het label M10 en dan ‘The Great Summit’ met Duke Ellington en Louis Armstrong in ‘Mood Indigo’ (Blue Note, Roulette Jazz) of later de ‘key to the highway’ op Jan Akkermans ‘Puccini’s Café’ aan Rick de uitspraak ontlokkend: “Geboren hier aan het Waterlooplein, moeten we trots op zijn.” Het wordt allemaal te veel om op te noemen. Af en toe roepen we de collega’s van Hifi Solutions er even bij om mee te genieten, want daartoe zet deze set aan!
…Later op terug Ook de Exposure ‘1010S2’ wordt nog even aangesloten. Doordat er een kleiner vermogen in zit, maar ook geen phono-trapje, was het mooi om te constateren dat ook deze 50-watter zeer goed in staat is om de LS50-en aan te sturen. Dat scheelt 300 Euro waardoor er met wat passen en meten de drieduizend-eurogrens net wel of niet wordt overschreden: astonishing, surprising en zo. Rick en zijn mannen laten het graag horen. Of het een, of het ander… maar de KEF LS50 wordt in een kleine oplage geproduceerd tot eind 2012. Dan is het over-and-out.
KEF LS50 Type: Gevoeligheid: Frequentiebereik: Frequentieweergave: Wisselfrequentie: Aanbevolen versterker: Maximale druk: Impedantie: Afmetingen: Gewicht: Prijs: Uitvoering: Voor meer informatie:
tweeweg basreflex 85dB (2,83V/1m) 47Hz-45kHz (-6dB) 79Hz-28kHz (+/-3dB) 2,2kHz 25 tot 100 watt 106dB 8 ohm (nom. / 3,2 min.) 302x200x278 mm (hxbxd) 7,2 kg € 499 per stuk zwart pianolak www.kef.nl
Exposure 2010S2 CD-speler Afmetingen: 90x440x300 mm (hxbxd) Gewicht: 5 kg Prijs: € 999 2010S2 geïntegreerde versterker Afmetingen: 90x440x310 mm (hxbxd) Gewicht: 7 kg Prijs: € 999 1010S2 geïntegreerde versterker Afmetingen: 90x440x300 mm (hxbxd) Gewicht: 5 kg Prijs: € 699 Voor meer informatie: www.exposurehifi.com / www.tophifi.nl
Verkrijgbaar bij:
Hifi Solutions Muiderstraat 13-17 1011 PZ Amsterdam telefoon 020 623 2183 www.hifisolutions.nl