&
FINANCE
CONTROL
Financial accounting
AFM onderz oek naar Integ rated Repor t ing:
EEN GOED BEGIN, MAAR HET KAN NOG ZEKER BETER De IIRC kwam eerder dit jaar met een concept-raamwerk voor het verbeteren van de kwaliteit van de jaarverslaggeving. Integrated Reporting met voor de gebruiker relevante informatie is het toverwoord. Uit een nulmeting die de Autoriteit Financiële Markten uitvoerde onder beursgenoteerde ondernemingen blijkt dat Integrated Reporting nog lang niet ‘volwassen’ is. De auteurs gaan in op de criteria waaraan een jaarverslag moet voldoen om te kunnen spreken van werkelijk Integrated Reporting. D O O R M O H A M E D E L H A R C H A O U I E N F E R D Y VA N B E E S T
I
n april 2013 is een concept-raamwerk voor Integrated Reporting uitgebracht door de International Integrated Reporting Council (IIRC, 2013). (In dit artikel spreken we consequent over ‘Integrated Reporting’. Dit is analoog aan het gebruik van de term ‘geïntegreerde verslaggeving’, zoals gebruikt in het AFM-rapport.) Dit concept krijgt naar verwachting eind 2013 zijn definitieve vorm. Het doel is om de kwaliteit van de jaarverslaggeving te verbeteren door zowel het opnemen van financiële als niet-financiële informatie op een geïntegreerde manier. In dit artikel bespreken we de belangrijkste conclusies van het AFM-onderzoek (AFM, 2013a). De belangrijkste conclusie is dat beursgenoteerde ondernemingen al een eind op weg zijn met niet-financiële verslaggeving, maar voor echte Integrated Reporting moeten ze nog flinke stappen zetten om vooral de transparantie en onderbouwing te verbeteren. Dit artikel is niet alleen interessant voor financiële functionarissen van beursgenoteerde ondernemingen en beleggers die gebaat zijn bij meer informatieve rapportages, maar kan ook een bijdrage leveren aan de kwaliteit van rapportages van middelgrote en kleine ondernemingen. Inleiding Eerder schreef Van Beest al een artikel in F&C over de bijdrage van toezicht op de uiteindelijke kwaliteit van financiële verslaggeving (Van Beest, 2012). Dit artikel gaat over Integrated
30
|
Reporting. Kieft gaf in een ander artikel in dit tijdschrift een goed overzicht van de achtergrond ervan, maar hij gaf tegelijkertijd aan dat er weerstand kan zijn tegen meer volledige transparantie (Kieft, 2013). In het verleden werd de AFM weleens verweten te veel reactief te werken en alleen aan te geven wat niet goed gaat op het niveau van individuele verslaggevingsstandaarden. Met deze rapportage wil de AFM vooruitkijken en de resultaten tonen van een nulmeting voor Integrated Reporting. We bespreken eerst de aanleiding voor het onderzoek en geven daarna de nodige achtergrondinformatie. Aanleiding De aanleiding voor het themaonderzoek van de AFM is de ontwikkeling naar Integrated Reporting in de externe verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen en de wensen van gebruikers voor meer niet-financiële verslaggeving. Integrated Reporting is een vorm van jaarverslaggeving die ondernemingen in staat stelt om te communiceren over het verband tussen de strategie, governance, prestaties en vooruitzichten enerzijds en de sociale, economische en milieucontext waarin de onderneming opereert anderzijds. Kieft (2013) wijst op het discussierapport van de IIRC, waaruit blijkt dat Integrated Reporting focust op een compact verslag, primair gericht op investeerders, waarbij een overzicht wordt gegeven van het bedrijfsmodel en de waardecreatie op zowel financieel als niet-financieel gebied.
DECEMBER 2013
&
TY CO MP AR AB ILI
TY
VI
TI
EC
NN CO
GOVERNANCE
BUSINESS MODEL
STRATEGY AND RESOURCE ALLOCATION
ES PO NS IV
OPPORTUNITIES AND RISKS
EN ES S
ON TI MA OR
NF
I OF
ORGANIZATIONAL OVERVIEW AND EXTERNAL ENVIRONMENT
FUTURE OUTLOOK
ST AK E
SS NE TE LE MP CO
PERFORMANCE
HO LD ER R
D AN
DECEMBER 2013
STRATEGIC FOCUS AND FUTURE ORIENTATION
Y LIT BI LIA RE
De AFM beschouwt het goed voorbereid zijn op het proces van toekomstige veranderingen in corporate reporting als een onderdeel van het toezicht op de kapitaalmarkten. Ook ondersteunt ze het concept van Integrated Reporting, omdat dit een middel is voor ondernemingen om meer relevante informatie te verstrekken aan de beleggers en andere stakeholders. De AFM vindt Integrated Reporting een belangrijke ontwikkeling in de externe verslaggeving die ondernemingen in staat stelt waardecreatie te bewerkstelligen via de externe rapportage. Ze is van mening dat marktpartijen de leiding moeten nemen bij de verdere ontwikkeling en vormgeving ervan, waarbij de rol van toezichthouders in deze fase beperkt is tot het stimuleren van de ontwikkeling van geïntegreerde verslagen. Van handhaving kan pas sprake zijn als Integrated Reporting meer volwassen is. De resultaten van dit onderzoek worden door de AFM gezien als nulmeting, waarbij het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen
D
volwassen is
AN
als Integrated Reporting meer
IIRC Consultation Draft Het raamwerk van de IIRC benadrukt dat het een principlesbased visie is op Integrated Reporting. Dit is in lijn met de trend van cutting the clutter, waarbij de focus binnen een jaarverslag moet liggen op de kernwaarden van de organisatie en de belangrijkste facetten binnen het jaarverslag. Van belang is dat voor de gebruiker relevante informatie wordt opgenomen. Dit betekent niet altijd meer informatie opnemen, maar het gaat juist om betere informatie: beknopt en ondernemingsspecifiek. Het IIRC-raamwerk bespreekt welke vragen een integrated report zou moeten beantwoorden: ~ organizational overview and external environment: wat doet de organisatie en hoe gaat zij om met de omgeving waarbinnen ze opereert? ~ governance: hoe helpt de governancestructuur bij het creëren van waarde voor de organisatie? ~ opportunities and risks: wat zijn de specifieke kansen en risico’s voor het creëren van waarde op korte, middellange en lange termijn? ~ strategy and resource allocation: waar wil de organisatie naartoe en hoe denkt ze daar te komen? ~ businessmodel: wat is het businessmodel dat ondernemingen willen bereiken? ~ performance: in welke mate bereikt de organisatie haar ge-
CY
Van handhaving kan pas sprake zijn
in welke mate beursgenoteerde ondernemingen Integrated Reporting in hun huidige verslaggeving toepassen.
EN
Het waardecreërende vermogen van een onderneming wordt niet alleen bepaald door de netto activa op de balans, maar vooral ook door factoren die niet direct financieel meetbaar zijn, zoals de betrokkenheid van werknemers en de benutting van natuurlijke hulpbronnen. Integrated Reporting verschaft meer inzicht in de werkelijke waarde van een onderneming en de gevolgen van de uitvoering van de ondernemingsstrategie op korte, middellange en lange termijn. Integrated Reporting heeft als doel de transparantie in de verslaggeving te vergroten en gaat daarmee hand in hand met de strategische doelstelling van de AFM om financiële markten eerlijk en efficiënt te laten functioneren. Het is een relatief nieuw concept en is nog volop in beweging. De verwachting is dat deze vorm van verslaggeving voor beleggers en andere stakeholders zich de komende jaren gaat ontwikkelen tot de belangrijkste informatiebron over het reilen en zeilen van een onderneming. Het sluit daarmee zeer nadrukkelijk aan op de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit kan positief bijdragen aan het merk en de reputatie van de ondernemingen.
CONTROL
CO NS IST
FINANCE
MATERIALITY AND CONCISENESS
Figuur 1 Leidende principes en contentelementen
|
31
W W W. F I N A N C E - C O N T R O L . N L
&
FINANCE
CONTROL
stelde doelstellingen en wat is het effect op haar kapitaal? ~ future outlook: welke uitdagingen en onzekerheden kan de organisatie in de toekomst tegemoet zien en welk potentieel effect heeft dat op het businessmodel? Integrated Reporting gaat dus over een veel breder perspectief dan puur financiële verslaggeving. Het behelst een totale weergave van de verwachtingen van de organisatie, het verleden, het heden en de toekomst. De resources die hiervoor nodig zijn, worden in het IIRC-raamwerk schematisch weergegeven (IIRC, 2013, p. 13) (zie ook figuur 2). Naast het financiële kapitaal en het materiële kapitaal van de organisatie gaat het dus nadrukkelijk ook om het menselijk kapitaal. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen intellectual capital, waarbij het enerzijds draait om de kennis van de organisatie met in achtneming van patenten, licenties, enz. en anderzijds om human capital, waarbij het gaat om de competenties en het innovatief vermogen van het personeel van de organisatie. Ook hierbij wordt de organisatie, en daarmee samenhangend Integrated Reporting, veel breder gezien dan puur financieel. Vervolgens gaat het IIRC-raamwerk in op guiding principles en content elements voor Integrated Reporting. Deze elementen weerspiegelen de informatiecontent die volgens de IIRC opgenomen moet worden in een integrated report. Aangezien dit in het artikel van Kieft (2013) al is besproken, hier nog slechts een kort overzicht:
Manufactured capital Human capital
Intellectual capital Social and relationship capital
Natural capital
Figuur 2 Schematische weergave van benodigde middelen voor integrated reporting
~ consistency and comparability: er moet consistentie worden betracht door het hele rapport en daarnaast dient de informatie vergelijkbaar te zijn met andere organisaties. De content elements moeten vervolgens aansluiten bij de behoeften van de gebruikers van een integrated report om de eerder gestelde vragen te kunnen beantwoorden. De vijf leidende beginselen dienen dus in ieder geval in te gaan op het bedrijfsmodel, de organisatiecontext, de strategische doelstellingen, alsmede op de governance- en beloningsstructuur van de organisatie. De guiding principles en content elements zijn opgenomen in figuur 1.
Al met al is de AFM tevreden met de eerste poging voor het beschrijven van Integrated Reporting
Guiding principles: ~ strategic focus and future orientation: het verslag moet inzicht bieden in de strategische doelstellingen teneinde waarde te creëren; ~ connectivity of information: het verslag moet inzicht bieden in de verbanden tussen het bedrijfsmodel en de extern te gebruiken bronnen; ~ stakeholders responsiveness: het verslag moet aansluiten op de gerechtvaardigde informatiebehoeften van belanghebbenden; ~ materiality and conciseness: de geboden informatie moet kernachtig en materieel zijn ten aanzien van het proces van waardecreatie; ~ reliability and completeness: een integrated report moet alle materiële informatie, zowel positief als negatief, opnemen in het rapport;
32
Financial capital
|
Comment letter AFM De AFM heeft een comment letter (AFM, 2013b) geschreven naar aanleiding van de IIRC Consultation Draft. Ze geeft hierin aan positief te staan ten opzichte van het raamwerk, maar is soms kritisch over de toepasbaarheid en mogelijke effecten voor bijvoorbeeld vergelijkbaarheid van integrated reports: ‘The requirements of the Draft Framework are principlesbased. The AFM supports the principles-based approach, which will encourage companies to tell their individual and unique story of value creation. It also will help avoiding a “checking the box” mentality in applying Integrated Reporting. However, the AFM would like to point out that guiding principles might impose a risk that organizations present themselves in a favorable position by making a biased assessment of whether a matter is material, and possibly mislead stakeholder’s perceptions. Nonetheless, the AFM is of the opi-
DECEMBER 2013
&
FINANCE
nion that this first draft of the Draft Framework provides a solid starting point for integrated corporate reporting.’ Al met al is de AFM tevreden met de eerste poging voor het beschrijven van Integrated Reporting. Wel blijft ze waakzaam bij de toepassing van de verschillende onderdelen. Zo kunnen principles-based uitgangspunten voor materialiteit gebruikt
Bedrijven zijn erg voorzichtig met uitspraken over de toekomst worden om meer positieve dan negatieve componenten te bespreken, terwijl deze nu juist in evenwicht dienen te zijn. De brief, alsmede ook andere comment letters, kan worden teruggelezen op de site van de IIRC (www.theiirc.org). Resultaten AFM onderzoek: nulmeting Voor het themaonderzoek heeft de AFM de jaarverslagen over het boekjaar 2012 bekeken van 41 ondernemingen die in Nederland onder toezicht staan en waarvan de aandelen per 31 december 2012 tot de handel op Euronext Amsterdam zijn toegelaten. De ondernemingen zijn verdeeld over de AEX (11), AMX (10), ASCX (10) en de overige lokaal genoteerde ondernemingen (10). Het conceptraamwerk van de IIRC is als normenkader gehanteerd bij de uitvoering van het onderzoek. Daarnaast hebben we met acht stakeholders (gebruikers, verschaffers en controleurs) voorafgaand aan het onderzoek interviews afgenomen over Integrated Reporting. De input uit deze interviews is door de AFM gebruikt voor de inrichting van haar onderzoek. De rapportage van niet-financiële informatie kan aan kwaliteit winnen op het gebied van relevantie, beknoptheid, toegankelijkheid en samenhang. Veel ondernemingen zien het belang van het rapporteren over niet-financiële informatie in en zijn aan het experimenteren geslagen. Dit is zichtbaar in de verschillende vormen waarin nietfinanciële informatie wordt gerapporteerd. Vooral de AEX-ondernemingen nemen hierin het voortouw. Zoals we verder in dit artikel zullen zien, scoren de AEX-ondernemingen op alle kenmerken van Integrated Reporting beter dan de rest. De lokale ondernemingen (overige genoteerde bedrijven) scoren het laagst op deze onderdelen. AMX- en ASCX-ondernemingen scoren gemiddeld, echter met grote onderlinge verschillen. In het onderzoek is de AFM twee ondernemingen tegengekomen die een jaarverslag publiceren dat ze ‘integrated report’ noemen. Vijf andere ondernemingen benoemen dit niet expliciet, maar hun rapporten bevatten veel elementen die in het IIRC-raamwerk worden behandeld. De strategie, doelstellin-
DECEMBER 2013
CONTROL
gen, activiteiten, financiële en niet-financiële informatie, stakeholdersdialoog, risico’s en kansen en bestuursbeloning worden uitvoerig en in samenhang besproken. Daarnaast zien we dat deze ondernemingen het concept van integrated thinking omarmen, dat aan de basis ligt van Integrated Reporting. Met integrated thinking legt de onderneming een relatie tussen de strategie, economische context, milieu, sociale omgeving, risico’s en kansen. Dat heeft tot doel waarde te creëren op (middel)lange termijn. De ondernemingen die al ver zijn op het gebied van Integrated Reporting hebben alle een historie in het rapporteren van niet-financiële informatie en kunnen met recht voorlopers genoemd worden. Integrated Reporting is meer dan alleen het uitbrengen van een verslag met financiële én niet-financiële informatie. De AFM is in het onderzoek diverse ondernemingen tegengekomen die duurzaamheidsinformatie in de financiële verslaggeving hebben opgenomen en hierdoor aangeven een integrated report uitgebracht te hebben. Het zal duidelijk zijn dat dit niet is wat het concept beoogt. Ruim 20 procent van de ondernemingen publiceert een apart duurzaamheids- of MVO-verslag. Ongeveer de helft hiervan zijn ondernemingen uit de AEX. Het aantal ondernemingen uit de andere indexen is gelijkelijk verdeeld. Verder heeft de AFM geconstateerd dat ruim de helft van de ondernemingen onderdelen van de niet-financiële informatie opstelt op basis van de internationale standaard voor duurzaamheidsverslaggeving van het Global Reporting Initiative (GRI). Andere veelvoorkomende verwijzingen naar (inter) nationale normen zijn bijvoorbeeld de principes van het UN Global Compact, ISO 14001 Milieumanagement, het Green House Gas-protocol, de transparantiebenchmark van Econo-
De boodschap is ‘less is more’ in plaats van ‘more is better’ mische Zaken en de CO2-prestatieladder. De omvang van het directieverslag in relatie tot het jaarverslag verschilt per onderneming, maar is vaak relatief groot. In veel gevallen beslaat het directieverslag ongeveer de helft van de totale verslaggeving. Vooral de jaarverslagen van de AEX- en AMX-ondernemingen zijn omvangrijk, tot wel 400 pagina’s lang. De AFM heeft vastgesteld dat uitgebreide uiteenzettingen over de onderneming, de activiteiten, foto’s en herhaling van informatie en het soms integraal opnemen van het separaat gepubliceerde duurzaamheids- of MVO-verslag hier debet aan zijn. Dit soort zaken maken de jaarverslagen onnodig omvangrijk, ontoegankelijk en onoverzichtelijk. Beknoptheid, relevantie, leesbaarheid en samenhang zijn be-
|
33
W W W. F I N A N C E - C O N T R O L . N L
&
FINANCE
langrijke onderwerpen binnen Integrated Reporting. Het liefst willen de stakeholders die wij geïnterviewd hebben een beknopt verslag zien met alleen relevante informatie. De boodschap is less is more in plaats van de huidige situatie van more is better. Volgens het IIRC-raamwerk dient alleen materiële informatie gerapporteerd te worden: onderwerpen die echt belangrijk zijn voor de onderneming. Hiermee kan het rapport beknopt en overzichtelijk blijven. Een hulpmiddel om dit te realiseren is een materialiteitsanalyse die een onderneming opstelt in samenspraak met haar stakeholders. Ondernemingen moeten een vorm zien te vinden waarin ze enerzijds voldoen aan de wettelijke verplichtingen (directieverslag, jaarrekening en overige gegevens) die voornamelijk financieel georiënteerd zijn en anderzijds relevante, samenhangende en beknopte (niet-)financiële informatie rapporteren. Een kleine minderheid van de ondernemingen (15%) laat de niet-financiële informatie expliciet beoordelen door een accountant. In alle gevallen zijn de verklaringen afgegeven door een accountant van een Big 4-kantoor (KPMG, PWC, EY en Deloitte).
AEX-ondernemingen scoren op alle kenmerken van Integrated Reporting beter dan de rest De ondernemingen geven inzicht in missie, activiteiten en markten; informatie over verdienmodel en risicohouding kan beter. De AFM heeft gekeken in hoeverre informatie is gegeven over wat de onderneming doet en hoe zij waarde creëert en behoudt zowel op korte, middellange als lange termijn. Aspecten die daarbij zijn beoordeeld zijn de missie, inzicht in de activiteiten, markten, producten en diensten, verdienmodel, value drivers en houding tegenover risico’s en kansen. Vrijwel alle ondernemingen geven informatie over hun missie, inzicht in de activiteiten, markten, producten en diensten. Wat betreft het verdienmodel, value drivers en houding ten opzichte van de risico’s is dat met ruim 65 procent een stuk lager. Weinig ondernemingen geven de relatie weer tussen strategie, businessmodel en value drivers. De AEX-ondernemingen scoren op dit onderdeel het hoogst en de lokaal genoteerde ondernemingen het laagst. De overgrote meerderheid van de ondernemingen geeft een beschrijving van de strategie en strategie-uitvoering; het kwantificeren en doorvertalen naar kpi’s is een aandachtspunt.
34
|
CONTROL
De AFM heeft gekeken in hoeverre informatie is gegeven over wat de onderneming doet, waar ze naartoe wil en hoe zij dit wil gaan doen. Beleggers zijn erg geïnteresseerd in de strategie van de onderneming en de uitvoering ervan, waarmee ze in staat zijn de (langetermijn)waardecreatie te beoordelen. Ruim driekwart van de ondernemingen rapporteert doelstellingen en de gekozen strategie om deze te bereiken. Ook hier scoren de AEX-ondernemingen het best. Vrijwel alle AEX-ondernemingen geven een uiteenzetting over de strategische doelstellingen. Bij de andere beursgenoteerde ondernemingen is dat met circa 80 procent eveneens hoog. Minder dan de helft van alle ondernemingen kwantificeert de financiële doelstellingen en heeft deze doorvertaald naar kpi’s. Hier zijn de verschillen wel groot tussen de indexen. AEX-ondernemingen scoren het hoogst met ruim 80 procent en lokaal genoteerde ondernemingen het laagst met 30 procent. AMX en ASCX schommelen rond de 40 en 50 procent. Waar sprake is van kwantificering van strategische doelstellingen betreft het vrijwel altijd financiële doelstellingen. Hoewel de strategie over het algemeen duidelijk wordt beschreven, is het een gemiste kans dat het grootste deel van de ondernemingen de strategie niet doorvertaalt naar kpi’s die van waarde zijn voor de gebruikers. Met deze informatie zijn de gebruikers beter in staat om de prestaties van de ondernemingen te beoordelen. De AFM heeft geconstateerd dat het voor de gebruiker nog niet eenvoudig is om de verbanden te leggen tussen strategie, beleid en doelstellingen enerzijds en behaalde en verwachte prestaties anderzijds. Minder dan de helft van de ondernemingen vermeldt de prestaties afgezet tegen de doelstellingen. De gerapporteerde kengetallen zijn vaak algemeen van aard. Financiële kengetallen zijn veelal omzet, brutowinst, bedrijfsresultaat, EBIT(D)A, kosten, operationele kasstroom en solvabiliteit. Ten aanzien van milieu wordt bijvoorbeeld CO2-uitstoot, papierverbruik, energieverbruik, waterverbruik en afval gerapporteerd. Wat personeel betreft worden medewerkersbetrokkenheid en -tevredenheid, ziekteverzuim, opleiding en training en de verhouding man/vrouw gerapporteerd. Het aantal kengetallen dat wordt gerapporteerd verschilt per onderneming en varieert van één enkel kengetal tot meer dan tien. Hoewel ondernemingen al deze kengetallen rapporteren, is vaak niet duidelijk in hoeverre dit echt kpi’s zijn. Gebruikers willen inzicht hebben in de strategische kpi’s die de ondernemingsleiding hanteert bij het managen van de onderneming. Een kleine twee derde van de ondernemingen rapporteert de belangrijkste negatieve en positieve externe factoren die invloed hebben op de prestatie van de onderneming. De negatieve factoren worden iets vaker gerapporteerd dan de posi-
DECEMBER 2013
&
FINANCE
tieve. Ruim de helft van de ondernemingen geeft een visie op belangrijke economische, milieu- en sociale factoren. Alle ondernemingen rapporteren over governance en risico’s, maar informatie over ‘tone at the top’, cultuur, competenties en beloning van het management kan fors beter. Alle ondernemingen geven informatie over governance. Dit is niet verbazingwekkend omdat beursgenoteerde ondernemingen de corporategovernancecode moeten naleven. Vanwege het ‘pas-toe-of-leg-uitprincipe’ worden vaak standaardteksten gebruikt. De informatieve waarde van de governanceparagraaf is hierdoor beperkt en vormt een geïsoleerd onderdeel binnen het jaarverslag.
Weinig ondernemingen geven de relatie weer tussen strategie, businessmodel en value drivers Minder dan de helft van de ondernemingen geeft informatie over het strategisch beslissingsproces. Slechts 30 procent van de ondernemingen geeft informatie over de tone at the top en de cultuur binnen de onderneming. Ongeveer de helft van de ondernemingen geeft informatie over stakeholders. Deze informatie is vaak oppervlakkig en is niet meer dan de vermelding dat de onderneming in dialoog is met de diverse stakeholders. Inzicht in wie deze stakeholders zijn en de kwesties die met hen zijn besproken, ontbreekt vaak. Een klein deel van de ondernemingen geeft informatie waaruit gebruikers een mening kunnen vormen over de competenties van het management in relatie tot de activiteiten. Op dit onderdeel zijn nog belangrijke verbeteringen mogelijk door informatie te geven over een bredere managementlaag. Tevens kunnen ondernemingen inzicht geven in hoe de managers elkaar aanvullen en informatie geven waaruit blijkt dat dit het juiste managementteam is in de huidige ontwikkelingsfase van de onderneming. De informatie die gegeven wordt over de raad van bestuur en de raad van commissarissen, bestaat vaak uit niet meer dan een beknopte opsomming van (neven)functies. Ten aanzien van het beloningsbeleid van bestuurders is het vaak duidelijk dat de variabele beloning mede gebaseerd is op andere dan financiële criteria. Het is echter niet altijd duidelijk in hoeverre milieu en sociale maatstaven meetellen in de criteria. De transparantie over niet-financiële maatstaven in de beloning van het topmanagement is beperkt. Daarnaast heeft de commissie Corporate Governance (CommissieStreppel, 2013) gereflecteerd op de verslaggeving over remuneratie, waarbij deze als nodeloos complex werd bestempeld.
DECEMBER 2013
CONTROL
Vrijwel alle ondernemingen rapporteren over significante risico’s. Ruim 70 procent rapporteert ook over significante kansen. Hoe de risico’s zijn geïdentificeerd wordt eveneens door 70 procent uiteengezet. Ruim 80 procent van de ondernemingen rapporteert hoe risico’s worden gemonitord, inclusief de mitigerende maatregelen. De relatie tussen risico’s en het waardecreërend vermogen van de onderneming wordt slechts in enkele jaarverslagen gelegd. Geen van de ondernemingen geeft kwantitatieve informatie ter ondersteuning van de opgenomen risico’s. Ruim 30 procent maakt verder melding van significante wet- en regelgeving. Toekomstgerichte informatie is te algemeen en nauwelijks onderbouwd met externe bronnen. In haar onderzoek heeft de AFM verder gekeken in hoeverre de ondernemingen informatie geven over toekomstige kansen, onzekerheden en uitdagingen. Het gaat hier om informatie over de manier waarop de organisatie toekomstige uitdagingen gaat aanpakken en hoe zij omgaat met korte- en langetermijnverwachtingen, alsmede welke impact dit heeft op haar businessmodel en prestaties. Deze informatie is nuttig voor gebruikers om de business en de strategie van de onderneming om duurzame waardecreatie te realiseren beter te begrijpen. Meer dan de helft van de ondernemingen neemt toekomstgerichte informatie op. De focus ervan is echter primair gericht op het komende boekjaar in plaats van op de middellange en lange termijn. Bedrijven zijn erg voorzichtig met uitspraken over de toekomst. Ze vervallen veelal in economische algemeenheden en geven weinig ondernemingsspecifieke informatie. Slechts in enkele gevallen is de gegeven informatie onderbouwd met externe informatiebronnen. Een minderheid van de ondernemingen geeft concrete verwachtingen voor het komende jaar. Een ruime meerderheid geeft informatie over trends en markten. Slechts een klein deel geeft informatie over concurrenten. Ook op dit onderdeel kunnen de ondernemingen een grote verbeterslag maken door specifiekere informatie te geven over de toekomstige uitdagingen en hun aanpak daarvan. De indruk bestaat dat deze informatie intern aanwezig is, maar dat ondernemingen gereserveerd zijn in het delen van deze informatie via de jaarlijkse verslaggeving. Dit is in lijn met de eerdere conclusies van Kieft (2013). Wij hebben overigens van de geïnterviewde stakeholders begrepen dat deze informatie vaak wel op analistenbijeenkomsten en roadshows aanwezig is. Het zou een bijdrage leveren aan een eerlijke en transparante markt als deze informatie in het jaarverslag wordt opgenomen, zodat iedere stakeholder er kennis van kan nemen. De logica om het achter te houden in de verslaggeving ontgaat de AFM. Conclusie en follow-up Het doel van het IIRC-raamwerk is het verbeteren van de kwaliteit van de jaarverslaggeving door het opnemen van zo-
|
35
W W W. F I N A N C E - C O N T R O L . N L
&
FINANCE
wel financiële als niet-financiële informatie op een geïntegreerde manier. Op basis van het uitgevoerde themaonderzoek naar Integrated Reporting bij 41 beursgenoteerde ondernemingen komt de AFM tot de volgende conclusies: ~ De rapportage van niet-financiële informatie kan aan kwaliteit winnen op het vlak van relevantie, beknoptheid, toegankelijkheid en samenhang. ~ De ondernemingen geven inzicht in missie, activiteiten en markten; informatie over verdienmodel en risicohouding kan beter. ~ De overgrote meerderheid van de ondernemingen geeft een beschrijving van de strategie en strategie-uitvoering; het kwantificeren en doorvertalen naar kpi’s is echter een aandachtspunt. ~ Alle ondernemingen rapporteren over governance en risico’s; maar informatie over tone at the top, cultuur, competenties en beloning van het management kan fors beter. ~ Toekomstgerichte informatie is te algemeen en nauwelijks onderbouwd met externe bronnen.
Gebruikers willen inzicht hebben in de strategische kpi’s De AFM-agenda van 2014 vermeldt het volgende over Integrated Reporting: ‘De AFM bevordert de ontwikkeling naar een verslaggevingsysteem van geïntegreerde verslaggeving op de lange termijn. Hierbij geven ondernemingen zowel hun strategie als de financiële en niet-financiële prestaties geïntegreerd weer. Het huidige model van verslaggeving richt zich voornamelijk op slechts de financiële prestaties en positie. Dit model heeft beperkte mogelijkheden om te communiceren over
36
|
CONTROL
niet-financiële factoren, welke eveneens relevant zijn voor het behalen van de ondernemingsdoelstellingen en de waardeontwikkeling van een onderneming op langere termijn. Verder geeft een geïntegreerd verslag een beter inzicht in het risicoprofiel, de afhankelijkheden en de continuïteit in de bedrijfsvoering. Deze bredere focus en geïntegreerde verantwoording zal naar verwachting ook herkenbaar zijn in de wijze van aansturing van en prioritering binnen een onderneming.’ In haar volgende onderzoek, een t1-meting, blijft de AFM de focus en ontwikkeling van Integrated Reporting actief volgen en stimuleert ze ondernemingen om een geïntegreerd rapport te ontwikkelen. Literatuur ~ Autoriteit Financiële Markten (2013a). Beursgenoteerde ondernemingen en geïntegreerde verslaggeving, Themaonderzoek financiële verslaggeving 2013, www. afm.nl/~/media/Files/fin-verslag/2013/themaonderzoeken-fv/integrated-reporting.ashx. ~ Autoriteit Financiële Markten (2013b). AFM response to the Consultation Draft of the International
Framework, comment letter, www.theiirc.org/wp-content/uploads/2013/08/245_The-Netherlands-Authority-for-the-Financial-Markets.pdf. ~ Beest, F. van (2012). Cost benefit analysis: Toezicht heeft nut, Finance & Control, nr. 3, p. 12-15. ~ International Integrated Reporting Council (2013). Consultation Draft of the International Framework, Integrated Reporting, www.theiirc.org/wp-content/uploads/Consultation-Draft/Consultation-Draft-of-the-InternationalIRFramework.pdf. ~ Kieft, R. (2013). Integrated reporting, Menselijk en intellectueel kapitaal, Finance & Control, nr. 3, p. 36-40. ~ Streppel, J. (2013). Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Corporate Governance in beweging, https://docs.google.com/viewer?url=http://www. mccg.nl/download/?id%3D2199.
Dr. Ferdy van Beest is Senior Toezichthouder bij de AFM, alsmede Assistant Professor op de Nyenrode Business Universiteit. Mohamed El Harchaoui RA is Toezichthouder bij de AFM en is projectleider Integrated Reporting.
DECEMBER 2013