Laat ons onze pers versterken ET is een waarheid die door niemand meer betwist wordt : onder al de middelen is de pers datgeen waardoor de burgerij den meesten invloed op de arbeidersklasse uitoefent. Talrijk zijn de burgersbladen; overal zijn er en alle worden — hier wat meer dan elders — gelezen door werklieden die nog niet begrepen hebben dat ze dusdoende hun zaak benadeelen. En er zijn nochtans werkersbladen. Er zijn er zelfs een zeker aantal (Vlaamsche en Franr sche dag- en weekbladen), socialistische en syndikalistische bladen, die alhoewel ze zich reeds niet slecht voordoen, veel meer zouden kunnen ' doen, indien gansch de arbeidersklasse ze kocht. Doch, de arbeiders, of veeleer talrijke arbeiders, verkiezen 15 of 20 centiem voor het een of ander dagblad onzer tegenstrevers te betalen. Laat het ons zonder omwegen zeggen, ze kunnen nog geen onderscheid maken tusschen de voor hen verschijnende bladen, die hen in hun strijd tegen het kapitalisme steunen en verdedigen, en die geschapen door en voor de burgerij, en hen bestrijden. Ongetwijfeld werd deze vaststelling reeds sedert lang door de vooraanstaanden der vakorganisaties gedaan, en heeft men zich beijverd om de daaruit voortspruitende ongelegenheden te voorkomen. Het zou nochtans van belang zijn te weten in welke mate men er in gelukt is de arbeiders af te raden burgersbladen te koopen. Wat ons aangaat zijn wij er voor beducht. We denken niet dat men zeer schitterende uitslagen bekomen heeft, en dat voor de reden dat de middelen die aangewend werden ofwel zonder gevolg bleven, ofwel onvoldoende waren. Wat werd er gedaan ? Men heeft vastgesteld dat onze dagbladen door de arbeidersklasse niet genoeg gelezen werden. Eerst heeft men er over geklaagd, vervolgens heeft men zich, daar men zich rekenschap gaf dat. het klagen er niets kon aan veranderen, wat meer krachtdadiger aangesteld : mm heeft op-
H
roepen gedaan ten gunste onzer pers, men heeft de arbeidersklasse aangespoord ze te lezen, daar zi, alleen haar vertrouwen verdiende. 't Was goed, doch was het genoeg? Dergelijke oproepen leveren soms uitslagen op, doch op voorwaarde dat ze dikwijls herhaald worden. Nu, men weet dat zulks in 't algemeen niet het geval is. Men doet een oproep, een tweede, doet zelden een derde, en wanneer men het doet is er ireeds sedert de verschijning der twee eerste zulk lang tijdverloop, dat de uitwerking er van schier nietig is. Wat diende gedaan — misschien zullen de vooraanstaanden die dit lezen onzen wenk willen in overweging nemen — is een stelselmatige propaganda ten gunste der arbeiderspers inrichten. Deze propaganda zou voortdurend, zonder onderbreking dienen te geschieden; overal en bij elke gelegenheid : op de vakvereenigingsbijeenkomsten, in het vakvereenigingslokaal of aan den uitgang der werkhuizen. Voordrachtgevers zouden de rol der pers uiteenzetten en aantoonen welke steun deze voor de arbeidersbeweging is. Doch, dat zou nog niet genoeg zijn. Opdat deze propaganda uitslagen oplevere, zouden nummers van de bladen,die we in de arbeidersklasse willen verspreideiji, kosteloos aan de leden onzer organisaties die de vergaderingen bijwonen worden uitgedeeld. Meer nog : gedurende een zekeren tijd zou aan zekere leden kostelooze abonnementen uitgereikt worden. Misschien zouden zekere vakbonden zelfs een volledige hervorming, zooals de gezamenlijke inschrijving, kunnen onderzoeken. Dat zou geld kosten, 't is waar. Doch het zou goed geplaatst geld zijn, en de tijdelijke opoffering die onze groepeeringen zich zouden opleggen, zou, in elk geval, in groote mate vergoed worden door de menigvuldige voordeelen die zouden voortspruiten uit het feit dat de meer onderwezen en meer bewuste arbeiders ook ijveriger leden van hun vakbond zouden zijn en min voor ontmoediging vatbaar. ^ - ^ Dat zou de minst geestdriftigen / V S n moeten doen besluiten dien weg op t^^3v
350
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Het Bediendenpensioen i ANNEER in 1923, de toenmalige regeering besloot de algemeene pensioenwet van 1920 te herzien en een verplichtende bijdrage ten laste der arbeiders en der patroons vast te stellen, werd de vraag opgeworpen te weten, of het niet noodig was een bijzondere wet voor de beambten te stemmen, rekening houdend met het feit dat er een zeker aantal pensioenkassen bestaan, voor het meerendeel opgericht door de bedrijfshoofden om deze arbeiders beter onder de heerschappij des patroons te houden. De regeering antwoordde bevestigend en onze vakorganisatie was de zelfde meening toegedaan, met het doel, namelijk, een einde te stellen aan het bestaan der patroonskassen, die hinderpalen daarstellen voor de vakaktie, de verworven voordeden handhavend. In 1924 zag het regeeringsontwerp het licht en in het begin van 1925 werd het door de Kamer bestudeerd en besproken.
W
In welke voorwaarden geschiedden de studie en de bespreking van het regeeringsontwerp ? We moeten aanstippen dat zelden zulke belangrijke en ingewikkelde wet als de wet op het bediendenpensioen zoo weinig bestudeerd en zoo weinig aan de besprekingen van het Parlement onderworpen werd. Inderdaad, we waren dichtbij de wetgevende verkiezingen van 5 April en de Regeering wilde de'wet vóór dien datum gestemd zien. Nu, elke wijziging aangebracht aan een der in de wet ingeschreven beginselen, moest een grondig onderzoek in de kommissies, ja zelfs vanwege de aktuarissen van het Ministerie van Nijverheid en Arbeid voor gevolg hebben, en het werd onmogelijk er vóór de kiezingen mede gedaan te maken. Vóór en gedurende de parlementaire besprekingen, deelden de in den schoot van een groot aantal vereenigingen gegroepeerde beambten de verscheidenste meeningen over hetgeen de pensioenwet zijn moest, en zekere groepeeringen aanvaardden volkomen de voorziene schikkingen, als zijnde voldoende, of ten minste, als zijnde een eerste stap op den weg van het pensioen voor den beambte. In die voorwaarden had de regeering vrij spel, en terwijl de bediendenvereenigingen het bewijs leverden dat ze niet wisten wat ze wilden, keurde het Centraal Nijverheidskomiteit het regeeringsontwerp dat hun belangen diende, goed. Volgens de door meerdere tot verschillende politieke partijen behoorende afgevaardigden in het Parlement afgelegde verklaringen, werd de wet onvolmaakt en onvolledig erkend; doch, de kiezingen waren daar en ze werd, na enkele, betrekkelijk weinig belangrijke wijzigingen ondergaan te hebben, met een buitengewone spoed gestemd. Welke zijn onze belangrijkste tegenwerpingen ? Voor wat dezen aangaat die door de wet worden beheerscht, meenen wij dat de meestergasten, de werkhuisoversten en de techniekers met de beambten dienen gelijk gesteld, omdat de in de nijverheidsonder-
nemingen bestaande kassen in de meeste gevallen deze kategorieën arbeiders omvatten. Over dit punt gaan we niet langer uitweiden. Het volstaat aan te stippen dat we de zelfde eisch hebben gesteld ter gelegenheid der bespreking van de wet op het bediendenkontrakt en van het onderzoek van het ontwerp van herziening der organische wet op de werkrechtersraden. De stortingen worden in de volgende voorwaarden vastgesteld : Ten laste der bedienden, 3 t.h., indien de bezoldiging niet hooger is dan 6,000 frank 's jaars ; 5 t.h., indien de jaarlijksche bezoldiging 6,000 frank overtreft. Ten laste van de patroons : 5 t.h., in de beide genoemde gevallen. Deze stortingen zijn verschuldigd tot een beloop van maximum 15,000 frank, verhoogd met 500 fr. per kind beneden 16 jaar ten laste van den belanghebbende. Door bezoldiging wordt niet alleen de vaste wedde, doch al hetgeen de beambte ontvangt, verstaan. De eerste vaststelling die zich opdringt is dat deze stortingen een zeer zware last voor de beambten zullen daarstellen. We blijven voorstander van het algemeen kosteloos pensioen, op voorwaarde dat dit pensioen toereikend zij om de oude arbeiders in staat te stellen de laatste jaren van hun bestaan beveiligd tegen de ellende en de ontberingen te leven. In de huidige omstandigheden zijn we wel verplicht onze persoonlijke deelneming aan te nemen voor de vorming van een behoorlijke rente, doch we aanvaarden de door de wet voorziene verdeeling der lasten niet. De beambten begrijpen meer en meer dat het tot niets zou dienen al de voor de vorming eener behoorlijke rente noodige stortingen ten laste van den patroon * alleen te leggen, indien ze geen vakorganisatie bezitten die in staat is te beletten dat het totaal dezer stortingen van hun wedde afgehouden wordt. Alleen de kwestie der stortingen door de arbeiders inzake maatschappelijke verzekeringen zou, om ze ernstig te onderzoeken, een gansch artikel vereischen; we kunnen ons dat hier niet veroorlooven. We doen evenwel opmerken dat de door de wet voorziene stortingen een achteruitgang daarstellen op hetgeen in het meerendeel 'der vóór de wet opgerichte pensioenkassen bestond. Inderdaad, in schier al de gevallen stort de patroon een hoogere bijdrage dan de beambte, en sommige bedrijfshoofden, gaan zelfs zoover dat ze zelf al de noodige stortingen doen om een pensioen te vormen dat de twee derden der wedde van de beambte vertegenwoordigt. Nu, indien men de beambten, wier bezoldiging 6,000 frank niet overtreft, ter zijde laat, valt er op te merken, dat de wet de zelfde opoffering'vergt van den beambte als van den patroon. We zijn des te meer berechtigd te verklaren dat het een onrechtvaardigheid is, doordat de wetgever in de pensioenwet der mijnwerkers een verschillende tusschenkomst voorzien heeft (2 t.h. ten laste der werklieden, 3 t.h. ten laste der patroons). De ouderdom der inpensioentreding, die den belanghebbende toelaat van het maximumpensioen te genieten, is vastgesteld op 65 jaar. De beambte kan vroeger
DE BELGISCHE VAKBEWEGING in pensioen gaan, van af den ouderdom van 55 jaar, doch de rente ondergaat tuschen 55 en 65 jaar zulkdanige verminderingen, dat iedereen zich verplicht zal zien de uiterste ouderdomsgrens af te wachten. Wanneer de, door de aan het verzekeringslichaam toevertrouwde stortingen, verwezenlijkte rente op 65 jaar 3,820 frank bedraagt,vermindert ze op 2,210 fr. op 60 jaar en 1,350 frank op 55 jaar. Bovendien moet de belanghebbende den ouderdom \an 65 jaar afwachten om van de krachtens de algemcene wet verleende kostelooze Staatsuitkeeringen en -verhoogingen te genieten, en ziet de door het Toelagefonds voorziene uitkeeringen — wanneer hij er recht op heeft — bij sneden verminderingen ondergaan, zoodat het in de praktijk onmogelijk is vóór 65 jaai in pensioen te gaan, indien hij er door de omstandigheden niet toe verplicht wordt. Indien men de sterftetabel van de Lijfrentkas, officieel lichaam, raadpleegt, stelt men vast dat 36 t.h. van de bevolking den ouderdom van 65 jaar bereikt. Er zijn dus 64 t.h. der beambten die een aanzienlijke opoffering zullen doen om een pensioen te verwezenlijken waarvan ze niet zullen kunnen genieten. De normale ouderdom der inpensioentreding zou voor al de arbeiders op 60 jaar dienen vastgesteld. Voor de beambten, verleenen de patroonsksssen schier alle de rente op 60 jaar. De wet stelt dus ook in dit opzicht een achteruitgang daar. De vrouwelijke belanghebbenden genieten in de wet op het bediendenpensioen een gunstregiem; de ouderdom der inpensioentreding is voor de vrouwen op 60 jaar vastgesteld. Haar pensioen wordt er niet in de voorwaarden welke we voor de mannen komen aan te duiden door verminderd, omdat de vrouw geen weduwerente te vormen heeft. Dit voor de verleening van het pensioen ten gunste der vrouwen voorziene ouderdomsverschil wordt gebillijkt door het feit, dat het voor de vrouwelijke beambte na 45 of 50-jarigen ouderdom onmogelijk is een ambt te vinden. Dikwerf worden ze, alvorens dien ouderdom bereikt te hebben, uit elk ambt uitgesloten.
351
voorziet de wet geen verzekerd minimumpensioen voor den beambte, in ruiling van de hem opgelegde zware opofferingen. De storting van 72 frank in de Lijfrentkas heeft voor doel de beambten te laten genieten van de kostelooze Staatsuitkeeringen en verhoogingen, en van de door de beschikkingen der algemeene wet van 10 December 1924 voorziene rente van 720 frank. Alhoewel aan een bijzondere wet onderworpen, worden de beambten dus beheerscht door de algemeene wet. Het krachtens de wet op de bediendenpensioen verwezenlijkte pensioen is, evenals de uitkeeringen van het Toelagefonds, voor de toepassing der algemeene wet vrijgesteld. De tweede heffing, die van 25 t.h., is bestemd aan het Toelagefonds. Deze heffing zal van 1927 tot 1940, 25 t.h. bedragen, van 1941 tot 1955, 15 t.h., en na 1955, 10 t.h., op het geheel der stortingen. Het Toelagefonds beoogt het verleenen van : ' 1° Een bijgevoegde rente aan de beambten die, ingevolge hun ouderdom,door hun eigen stortingen geen toereikende rente zullen kunnen verwezenlijken ; 2° Een bijgevoegde weduwerente aan de echtgenooten der zelfde overleden belanghebbenden ; 3° Weezenuitkeeringen ; 4° Invaliditeitsuitkeeringen. Ziedaar, zal men zeggen, een schoon programma, een schoon werk, dat zal verwezenlijkt worden dank aan de saamhoorigheid van het beambtenkorps. In praktijk is het zoo schoon niet meer ; in feite zijn het slechts beloften,die op zeer weinig uitloopen. Eerstens is er op te merken dat dit fonds, dat 25 t.h. van het totaal der stortingen zal ontvangen, wat jaarlijks een som zal vertegenwoordigen die waarschijnlijk 25 tot 30 millioen zal beloopen, op zulkdanige wetenschappelijke grondslagen is opgericht, dat het geen minimum vaststelt, noch voor de bijgevoegde rente van den belanghebbende, noch voor de bijgevoegde weduwerente, noch voor de weezen-, noch voor de invaliditeitsuitkeeringen. De opstellers der wet hebben vooral belangrijke hulpbronnen willen scheppen en zooveel mogelijk het aantal genieters willen verminderen. Th. VAN DE PLAS.
Het raderwerk der wet. De stortingen worden verdeeld over de volgende met het vormen der rente belaste lichamen. ••••» Laat ons als voorbeeld nemen, een beambte wiens bezoldiging 800 frank per maand of 9,600 frank per jaar bedraagt. In dit geval zullen de stortingen dus 960 frank per Het Onderzoek der Syndikale Kommissie jaar bedragen. ii Op deze storting worden twee heffingen gedaan : E ontleding van het door de Syndikale Kommise l Een heffing van 72 frank die in de Lijfrentkas zal sie opgestelde verslag voortzettend, blijft ons gestort worden (24 frank voor de belanghebbenden nog enkele woorden te zeggen over den invloed van het mannelijk geslacht die min dan 18 jaar oud van den achturendag op den vrijen tijd der werklieden, zijn en voor de vrouwelijke beambten) ; op het beroepsonderwijs, op den arbeid na de dagtaak, 2° Een heffing van 25 t.h. op het totale bedrag der op het gezondheidswezen en op de gezondheid, en einstortingen, die in het Toelagefonds zal gestort wor- ; delijk op het familieleven der arbeiders. den, hetzij 240 frank. — In verband mèt den vrijen tijd die de achturendag Het overschot, hetzij 648 frank, zal toevertrouwd aan de werklieden verschaft, zou het overdreven zijn worden aan het of de door den patroon en den beambte te beweren dat al de loonarbeiders, zonder onderscheid, gekozen lichaam of lichamen. ze met hetzelfde nut gebruiken. Buiten het door de algemeene wet voorziene algeDoch, de arbeiders hebben recht op breede verzachmeen pensioen van 720 frank — bespottelijk djfer — tende omstandigheden. De wet is slechts sedert vier
Voor de Verdediging der Acht Uren
D
352
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
jaar in werking, en gedurende dit korte tijdperk, als het gaat om op te richten, lange tijdperk, wanneer men, zooals dat het geval is geweest, altijd een waakzaam oog moet in 't zeil houden, om een recht te verdedigen dat men hardnekkig betwist, is er misschien geen enkele organisatie die onbekommerd is geweest om door alle middelen, het zedelijk en verstandelijk peil der proletaren te verhoogen. Men mag dus zeggen, dat de vakorganisaties de ontvoogdingstaak, die de hervorming van 1921 haar heeft opgelegd, volkomen begrepen hebben. De vermaak-, reis-, turn-, voetbalkringen, enz., volledigen de pogingen gedaan voor de oprichting en de uitbreiding der Volkshoogescholen, der huishoudelijke en technische leergangen, der boekerijen, enz. In het Centrum, bij voorbeeld, waar vóór den oorlog slechts enkele zeldzame boekerijen waren, telde men er op 31 December 1923, 54, erkend door de Provinciale Kommissie van den Vrijen Tijd der Werklie den en dit getal is heden overtroffen. Uit de dokumenten van bovenvermelde Kommissie blijkt, dat de 54 boekerijen zich verdeelen over 33 plaatsen, dat ze 50,442 boekdeelen bezitten, en dat er 8,289 lezers waren, die gemiddeld 12 boekdeelen per jaar lazen! Uit Luik wordt medegedeeld dat de reizende boekerij der Kommissie van den Vrijen Tijd, in den loop van 1923, 44,510 boekdeelen gezonden heeft in 75 gemeenten. Voor 1924 werd dit cijfer overtroffen, daar 87 gemeenten van den dienst der leeningen genoten. Te Luik-stad werden in 1913 door de vijf bestaande gemeenteboekerijen 75,810 leeningen gedaan; in 1923 telde men er voor de zeven boekerijen (twee werden in 1923 opgericht), 134,400! Zelfde verschijnsel'voor de nijverheidsgemeente Seraing, waar het cijfer der leeningen in 1921, 5,760 was, en in 1923, 47,450, waarvan 17,500 van het Huis van den Vrijen Tijd. Bovendien bezat het Gewestelijk Komiteit voor Arbeidersopvoeding van Luik, in 1920, 20 boekerijen met 8,550 boekdeelen. In 1924, bezat het er 48, met 19,436 boekdeelen Is dat niet beteekenisvol en een goed voorteeken voor de ontwikkeling van het bevattingsvermogen onzer kameraden? Laat ons desaangaande vermelden hetgeen de heer Dispa, beheerder van den « Gymnase-Schouwburg » (Tooneel), aan een der bestuurders van de Federatie der Vakbonden van Luik zei : <( Sinds de werklieden over meer vrijen tijd beschikken, sinds ze het lezen met het bezoeken van den schouwburg kunnen doen samengaan, hebben zich hun graad van gemoedsbeweging en hun schoonheidssmaak versterkt; we vreezen heel wat meer de kritiek van hen die twee uren aan het bureel komen wachten om de beste plaats op het uilenkot te hebben, dan die van het opgesmukt publiek der benedenplaatsen. Onze spelers verkiezen, bij voorbeeld, op te treden in het Volkshuis te Seraing, waar het publiek, dat hoofdzakelijk uit werklieden bestaat, meer bevattingsvermogen heeft dan dat onzer groote gala's. » De landbouw en de kleine veeteelt vinden ook tal
van liefhebbers onder de werklieden. In talrijke gemeeten bestaan tegenwoordig tuinbouw- en vogelteeltkringen. Deze kringen richten niet alleen den gemeenschappelijken aankoop van goede teelzaden in, doch geven telken maande voordrachten over de wijze van grondbewerking, van snoeien der boomen, van verbetering van den landbouw, enz. — Maakt het beroepsonderwijs vooruitgang ? De olficieele statistieken —• welke we niet onder de hand hebben — zouden ons daarover kunnen inlichten. Doch de desbetreffend gestelde vraag luidde als volgt :
DE BELGISCHE VAKBEWEGING die men van het achturenregiem mag verwachten, in het dubbel opzicht der ongevallen en der ziekten. Het intensiever werk, de invoering van nieuwe loonstelsels en het gebrek aan beroepsvoorbereiding voor zekere kategorieën van arbeiders, zijn oorzaken die het aantal ongevallen kunnen vermeerderen. Anderzijds dient, voor de studie der ziektestatistieken rekening gehouden met den staat van uitputting geschapen door de vijf oorlogsjaren, met de aanzienlijke ontwikkeling der ziekenkassen en de voorbehoedende werking welke ze voeren door de versprei-v ding van gezondheids- en andere voorschriften, met de betere loonen die de werklieden in staat stellen zich in betere voorwaarden te voeden en te kleeden, doch ook dat zij, ten aanzien van de kosten der arbeidskrachten, in 't algemeen door de patroons minder toegelaten worden wanneer ze zich in de onmogelijkheid bevinden het maximum voort te brengen. Al deze faktoren oefenen in een verschillenden graad hun invloed uit op het aantal en den duur der ziekten en we hebben tot plicht de beginselen der goede gezondheid door al de middelen te bevorderen. — Welken invloed heeft de wet op het familieleven der arbeiders? Ziehier hoe het verslag der Syndikale Kommissie — het zal ons besluit zijn — deze vraag beantwoordt :
353
worden vervangen door leerrijke en aantrekkelijke avondstonden. Men leest, men bezoekt de boekerijen, en het familieleven wordt inniger, tot ieders vreugd en voldoening. » Joz. BONDAS. . -
» » • » »
•
Inrichting der Werkloosheidsverzekering Wijziging van het koninklijk besluit dd. 18 Februari 1924. Men zal zich herinneren dat in de vakorganisaties protest werd aangeteekend in verband met het bedrag der door het Nationaal Krisisfonds aan de werkloozen uitgekeerde vergoedingen. De protestaties waren gewettigd, wat we zonder moeite konden bewijzen door het werkelijk bedrag van den steun verleend wanneer het index slechts 365 bedroeg en dat verleend wanneer het index 520 punten overschreden had, te vergelijken. Kameraad Wauters heeft zulks begrepen, en hij komt dus een maatregel te nemen die al degenen die zich aan het lot der werkloozen — die slachtoffers van het wanordelijk kapitalistisch voortbrengingsregiem — bekommeren, genoegen zal doen. Ziehier den tekst van het koninklijk besluit dat komt te verschijnen: Gezien Onze besluiten dd. 7 Maart 1921, 8 Juni .1922 en 18 Februari 1924, betreffende de inrichting van de verzekering der werkloosheid; Overwegende dat het bedrag der thans bestaande vergoedingen werd vastgesteld wanneer het indexcijfer 365 was; dat dit voor de maand October 1925 tot 533 klom, en alzoo blijken gaf van een zeer gevoelige verhooging van de levensduurte ; Overwegende dat er met die waarnemingen dient rekening gehouden voor het herzien van de aan de werkloozen verleende vergoedingen; Op de voordracht van Onzen Minister van Nijverheid, Arbeid en Maatschappelijke Voorzorg, Wij hebben besloten en Wij besluiten: Artikel één. — Artikelen 21 en 22 van Ons koninklijk besluit dd. 18 Februari 1924 zijn als volgt gewijzigd : « Art. 21. — Het bedrag van de hoofdvergoedingen, door het Crisisfonds verleend, is hetzelfde als dat bij de statuten der werkloozenkas voorzien. Het mag nochtans niet hooger loopen dan: a) Vijf frank per dag voor de werklooze gezinshoofden, alsmede voor de ongehuwden, de kinderlooze weduwnaars of kinderlooze gedivorceerden, boven de vijf en^ twintig jaren; b) Vier frank 'per dag voor de werklooze ongehuwden, kinderlooze weduwnaars of kinderlooze gedivorceerden, beneden de vijf en twintig jaren; c) Vier frank per dag voor de werklooze gehuwden, die geen gezinshoofden zijn. Art. 22. — Bovendien wordt aan de gezinshoofden, die in nood verkeeren, in de gevallen voorzien bij artikelen 24, 25, 26 en 27, voor de echtgenoote, die zijn huishouden doet, een dagelijksche gezinsbijslag verleend van één frank vijftig, verhoogd met één frank per kind van minder dan 14 jaar, en per kind van meer dan 14 jaar en minder dan 16 jaar, dat een onderwijsgesticht of beroepschool bezoekt, of dat, wegens lichamelijke ongeschiktheid, niet kan werken. Het bestuurscollege van het Nationaal Crisisfonds wordt er toe gemachtigd de betèekenis der uitdrukking « gezinshoofd » te verruimen of te beperken in de mate, die het noodig mag achten om in belangwekkende toestanden te verhelpen. » Art. 2. — Onze Minister van Nijverheid, Arbeid en Maatschappelijke Voorzorg is belast tnet de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, den 30n November 1925.
354
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Socialistisch Sjndiyisme-M» Syndikalisme DE G R A P P E N M A K E R I J E N VAN " D E T I J D "
NDER de opstellers van het dagblad De Tijd is er een vermakelijke personage. Hij is vermakelijk omdat hij de kunst bezit den lachlust bij zijn publiek op te wekken, en tot zelfs zijn tegenstrevers doet hij, bij het lezen zijner artikels, wel eens lachen. Wanderer — aldus onderteekent onze vroolijke dagbladschrijver zijn artikels — heeft nogmaals blijken gegeven van zijn natuurlijken aanleg voor het koddige, in een artikel dat als antwoord moet dienen op de twee, onder den titel : « Over het Kristen Syndikaal Kongres », in de Belgische Vakbeweging (nrs 19 en 22, van 12 September en 24 Oktober 1925) verschenen artikels Onze tegenspreker (O! hoezeer) is niet tevreden en hij gelukt er ternauwernood in zijn ontevredenheid onder een stortvloed van grappenmakerijen te verbergen. Niet dat hij hetgeen we geschreven hebben betwist; toch niet, Wanderer stemt in met hetgeen we betreffende den aard der kristen vakorganisatie schreven : deze is antirevolutionnair en een vergelijking met onze organisatie, die den klassenstrijd erkent, is dus onmogelijk. Waarom maakt Wanderer zich dan kwaad? Heel eenvoudig : zonderling in alles, houdt Wanderer er niet van dat men over de kristene vakbeweging de waarheid zegge. Dat is begrijpelijk, vooral wanneer — zooals in onderhavig geval — er voor de kristene vakbeweging geen belang bij is om de door haar nagestreefde doeleinden te ontsluieren. Want, wat onbetwistbaar waar is, dat is, dat het kristen syndikaal begrip samengaat met de beginselen die den grondslag vormen van de kapitalistische maatschappij. Dienvolgens zijn de kristenen bewaarders, noch meer noch min dan de bewaarders welke ze beweren te bestrijden. Ze willen hervormingen verwezenlijken, zegt men ; ze willen ook op ekonomisch gebied wijzigingen aanbrengen die het verdrukkend karakter van den huidigen kapitalistischen vorm van den eigendom zullen doen verdwijnen. Dat zou, namelijk, het geval zijn" met de algemeene toepassing der aan de kristenen zoo. dierbare hervorming (?) van het arbeiders-aandeelhebberschap. Men weet waaruit deze hervorming bestaat : de arbeiders zijn mede-bezitters van het aandeelenkapitaal en zijn in den Beheerraad van het bedrijf vertegenwoordigd. Voor de kristenen is dat het middel bij uitstekendheid om de wrijvingen tusschen de tegenover eikaarstaande maatschappelijke klassen, eenerzijds de bemiddelde, de kapitalistische klasse, anderzijds de onbemiddelde, de proletarische klasse, te vermijden. Kortom, ze willen, onze kristene tegenstrevers, van dé werklieden verbondenen van de patroons maken. Deze theorie van « maatschappelijken vrede », stellen ze tegenover onze" syndikalistische klassenstrijdleer, en ze verklaren gaarne dat de klassentegenstellingen de uitslag zijn van misverstand, dat ze vreemd zijn aan het stelsel der priyaat-toeëgening der voortbrengings en ruilingsmiddelen, en door aller goeden
O
wil kunnen opgelost worden! Dienvolgens kan en moet het kapitalistisch stelsel, mits zekere schikkingen, voortbestaan. 't Is dat vooral wat ons van de kristenen onderscheidt. Wij, wij willen geenszins de klassen versmelten, doch ze afschaffen door de oorzaken die ze in 't leven riepen te doen verdwijnen. Deze oorzaken berusten alleenlijk — de ekonomische geschiedenis bewijst liet — in den persoonlijken vorm van den eigendom en in het recht — ditgene het gevolg zijnde van datgene — dat aan den enkeling verleend wordt zijn evennaaste uit te buiten, en daarom willen we een maatschappij vormen waar we, door de eigendom algemeen te maken, de bestanddeelen zelf, die heden de dienstbaarheid van het proletariaat aan het kapitalisme verzekeren, zullen hebben doen verdwijnen. Wanderer is er evenmin tevreden over, dat we over de oprechtheid der kristene syndikalisten hebben durven twijfelen. Dat is nochtans zeer natuurlijk. Voor hen die de kristene vakbeweging in de verschillende uitingen harer bedrijvigheid volgen, bestaat er geen twijfel dat ze grillig en veranderlijk is. Aldus geeft ze soms uiting aan gevoelens van verzoening die de platheid nabijkomen ; andere malen is ze twistziek, aanmatigend, en schijnt blijken te willen geven van onverzoenlijkheid. Ziet, bij voorbeeld, de houding der kristenen in de staking der Spoorlui. Men weet wat ze deden : ze schoten in den rug der stakers en waren een kostbare hulp voor de regeering. En wat deden ze in de laatste staking der Boekbewerkers? Wetens en willens speelden ze in de kaarten van het patronaat, ze stemden er in toe een kontrakt te onderteekenen dat, in zekere opzichten, een achteruitgang daarstelde op hetgeen vóór de staking bestond. Ze aanvaardden voorwaarden die door de overgroote meerderheid der boekbewerkers verworpen waren geworden — en welke dezen, ten andere, ondanks het verraad der kristenen, bepaaldelijk konden ontwijken. En welke houding namen de kristenen aan wanneer onze Centrale der Metaalbewerkers, na lange weken staking, er in gelukte het patronaat een loonovefeenkomst te ontrukken die, ten opzichte van den ekonomischen toestand,een ware overwinning voor de werklieden daarstelde? Ze protesteerden. Ze waren niet tevreden, omdat de werklieden, naar ze beweerden, niet ontvangen hadden wat ze begeerden! We zouden deze lijst onbeperkt kunnen verlengen, zoo talrijk zijn de feiten van dien aard. Al onze organisaties zijn, inderdaad, ten prooi geweest aan door de kristenen verwekte moeilijkheden en alle hebben zich te beklagen over de oneerlijke middelen waartoe deze laatste in hun strijd tegen de roode vakbonden hun toevlucht namen en nog nemen. Doch, waartoe dient het andere feiten op te sommen? Voor ons — dat Wanderer het niet kwalijk neme — staat de oorzaak vast : de kristene vakbonden zijn, op welk standpunt men zich ook plaatse, organisaties die geen vertrouwen verdienen en de arbeidersklasse moet ze uit al haar krachten voort bestrijden, P; VAN MALpEfrB,
DE BELGISCHE VAKBEWEGING "
Revolutionnaire Strijdkunde
O
MDAT we ons in de Belgische Vakbeweging van 7 November 1.1. veroorloofd hebben de doelmatigheid der vermeende revolutionnaire middelen der Fransche kommunisten en « unitairen » in twijfel trekken, hebben we af te rekenen met het orgaan der Belgische afdeeling van de Kommunistische Internationale. Het schijnt dat we niets kennen van de revolutionnaire strijdkunde — wat, alles wel overwogen, wel mogelijk is — en men geeft ons den raad ons bezig te houden met hetgeen de Paul-Boncour's en andere Jouhaüx's doen, die de regeering dienen welke tegen Marokko oorlog voert. Hoe flauw is deze wijze van pennestrijd voeren! Daar is een politieke partij — de Fransche Kommunistische Partij — en een vakorganisatie — de Unitaire C. G. T. — die besluiten een algemeene staking op touw te zetten. Voorzichtige lieden waarschuwen haar, men voorspiegelt haar het onmogelijke van dergelijke taak, zelfs kommunisten verzetten zich tegen die waanzinnige onderneming. Doch ze hebben een doel, ze hebben dit middel noodig om haar demagogische propaganda te voeden en ze volharden dus in haar «dwaling». De «algemeene werkstaking » breekt uit, doch het ordewoord werd • slechts gevolgd door een deel, een zeer klein deel der arbeidersklasse, 't Is de mislukking. Doch dat is van geen beteekenis, de kommunistische pers kraait triomf: de staking was ontzagwekkend, het ordewoord werd schier overal gevolgd, dat de regeering maar oppasse. — En wanneer we dat «revolutionnaire» schouwspel aanklagen, wordt ons geantwoord: « Houd u bezig met zaken die u aangaan. » Ons bezig houden met zaken die ons aangaan? Goed. Doch de algemeene staking, of wat er • den naam van draagt, die door de Fransche kommunisten -gewilde en op touw gezette staking, die een zekere mislukking tegemoet ging, zou bij ons niet enkele overwegingen mogen opwekken, we zouden er, alleenlijk omdat de uitslag der staking rampspoedig was en tegen onze richtingstegenstrevers uitviel, niet zekere lessen mogen uit afleiden en de oorzaken ontsluieren welke de neerlaag der werklieden na zich sleepten? Komaan! Men meent ons in verlegenheid te brengen door Paul-Boncour en Jouhaux te vermelden. Deze twee voormannen hebben in de onderhavige zaak niets te zien, en het is van geen belang te weten of ze de Fransche regeeringspolitiek steunen of niet, of ze zich ja of neen bij zekere door de kommunisten tegen den oorlog aangewende akties aansluiten. Wat besproken wordt is de uitslag der zoogezegde « algemeene » staking. Nu, in dit opzicht, handhaven we alles wat we in ons eerste artikel geschreven hebben. Bovendien hadden we, toen we de meening lieten kennen van Raoul Verfeuil, evengoed die van het Wiïiletin communiste kunnen vermelden. We hebben het toen niet gedaan, omdat we de lastige drommels dié tiet lot in handen hebben van hetgeen overblijft van de Fransche Kommunistische Partij en U.C.G.T. ^iejt,|>uitenmate te bezwaren. Doch beden bestaat er
355 1
,1
gBBBBBBggaggMl
geen reden meer opdat we datgene wat dit blad in zijn nummer van 23 Oktober 1.1. in verband met de staking schreef, niet onder het oog onzer lezers zouden brengen: « In een beroemd geworden schrift leerden Marx en Engels: « Speelt nooit met den opstand. » De revolutionnairen die eenige ervaring hebben van de werkersbeweging mogen op hun beurt, met andere redenen zeggen : « Speelt niet met de staking. » Al de lessen der arbeidersgeschiedenis miskennend, komen de leiders der Kommunistische Partij zich te veroorloven « met de staking te spelen ». Ze hebben een algemeenen werkstilstand « besloten », waarvan de verantwoordelijke vooraanstaanden der verlichte arbeidersklasse op voorhand wisten dat hij een mislukking te gemoet ging. En hij is mislukt. Geen poging der schuldigen om het te verbergen zal hun voordeelig zijn. Wanneer de feiten zich aan aller oogen vertoonen, bestaat er geen kans om ze te vermommen. Verwaande beweringen zullen de door al de kommunisten evenals door al onze tegenstrevers gedane vaststellingen niet vernietigen. De volksopruiers die de Kommunistische Partij ietwat meer in de achting der arbeiders komen te doen dalen, meen en er goed van af te komen door te beweren dat, gezien de burgerpers van mislukking spreekt, de plicht der kommunisten is zich tegen die bewering te stellen. Aldus zouden we gelijk hebben in alle omstandigheden en wat er ook gebeure. Sprak de burgerpers van den vooruitgang van het kommunisme om drukking uit te oefenen op de regeering, dan zouden we « bekennen », sprak men van onze onbeduidendheid, dan zouden we het tegendeel staande houden... Doch, ziehier waarmede, hopen we, al de kommunisten zullen akkoord gaan. De Parijski Vestnik, Russisch kommunistisch dagblad dat de Parijs verschijnt, waarvan niemand de sympathie en de strekking zal durven verdenken, stelt in deze bewoordingen de uitslagen der staking vast. (Nr 134, van 13 Oktober) : « In weerwil van de door de inrichting der werkstaking genomen beslissing van algemeene staking, werd de arbeid schier nergens, behalve onbeduidende uitzonderingen, onderbroken. » De arbeid was normaal in de « Métropolitain ». in groote fabrieken, zooals jRe^iault, Citroen en andere, was slechts een onbeduidend deel der werklui afwezig. » Ongeveer gelijkaardige inlichtingen worden gegeven over de Parijsche omstreken en de nijverheidscentra der provincie. » De schuldigen mogen zich nu bestreven om de ontevredenheid der werklieden af te wenden door eens te meer de oppositie, die zoo klaarziend was om hen tijdig tegen de gevaren van hun politiek te waarschuwen, aan te klagen, ze zullen er nog meer het vertrouwen door verbeuren. Feiten zijn feiten. Alle bewuste vooraanstaanden van Frankrijk en van de Internationale moeten ze kennen. Het Bulletin Communiste die het noodzakelijk acht aan het proletariaat de waarheid te zeggen, zullen de inlichtingen opnemen, die van een goede bron herkomen : van de makkers die in de staking hun plicht gedaan hebben. Eens te meer hebben de laatkomers van het vermeende «leninisme» van 1925 de. arbeidersklasse ge^Ctiaad en zich Jegens de. burgerij verdienstelijk
356
DE BELGISCHE
gemaakt. Eens te meer kent de slecht voorgelichte arbeidersvoorwacht een tegenspoed. Doch betere dagen zullen aanbreken, dagen van zege, wanneer de proletariërsvooraanstaanden de heden in eere gehouden methodes en taktiek, die slechts tot neerlagen leiden, zullen opgeven. Het Bulletin Communiste is niet zachtmoedig voor de strijdkundigen der Fransche Kommunistische Partij. Het is onverbiddelijk voor de ((schuldigen », die, zooals het schrijft, « zich jegens de burgerij verdienstelijk hebben gemaakt ». Een getuigenis die de kommunisten moeilijk zullen wraken, doch waarvan ze, naar* gewoonte, de draagkracht zullen verminderen door de opstellers van het Bulletin Communiste voor « tegenrevolutionnairen » uit te schelden. P. V. M.
Laat ons" De Wilde Roos" steunen
H
ET is niet de eerste maal dat we onze lezers over het bewonderenswaardig werk, dat den naam draagt van De Wilde Roos, onderhouden. We hebben reeds al het goede dat we er van denken gezegd, en hebben, als besluit, aangedrongen opdat de vakorganisaties het niet alleen haar aandacht, doch ook haar doelmatigste hulp schenken. We moeten echter op het onderworp terug komen, want het schijnt dat men nog niet doordrongen is van deze waarheid, dat het Uitgevershuis De Wilde Roos, om te leven en zich te ontwikkelen, aller hulp noodig heeft. En het dient erkend, in dit opzicht blijft er veel te doen over. Eerstens is er een feit dat onze aandacht moet trekken, dat is dat het aantal leden onzer organisaties die op de volksbrochuren der Wilde Roos inschrijven, slechts zeer langzaam stijgt. In dit opzicht blijft er een groote krachtsinspanning te doen én door de vooraanstaanden én door de syndikale groepeeringen. Deze laatste vooral hebben er belang bij dat hun leden lezen, veel lezen. Waarom spannen ze zich dan ook niet in om, desnoods mits een geldelijke opoffering, het grootst mogelijk aantal harer leden op bedoelde brochuren te abonneeren. Er zijn organisaties die zulks voor haar bestuurleden gedaan hebben, anderen hebben het tot haar vertrouwensmannen uitgebreid, doch dat is niet voldoende. Ze zouden meer kunnen doen. Deze,eerstens, die de kostelooze inschrijving tot haar bestuurleden beperken zouden ze tot haar vertrouwensmannen kunnen uitbreiden, en alle zouden bij de massa harer aangeslotenen een stelselmatige en aanhoudende propaganda ten gunste der inschrijving op de volksbrochuren der Wilde Roos moeten voeren, Het zijn niet de middelen die ontbreken. Daar zijn de algemeene vergaderingen, de vergaderingen der beroepsafdeelingen, de werkhuisvergaderingen, waar de syndikale propagandist zeer gemakkelijk, in enkele woorden, het werk kan kenschetsen dat het voorwerp dezer regelen uitmaakt, kan aandringen opdat de werklieden in alle zaken hun onderricht kunnen volledigen door het lezen zijner brochuren en zelfs zijner boeken. Desnoods — het zou misschien nuttig zijn — zou men op deze -vergaderingen en bijeenkomsten soms kostelooze uitdeelingen kunnen doen van zekere Uitgaven van de Wilde Roos. Daar hebben we ook de beroepsorganen, de omzendbrieven, bijeenroeplngs-
brieven. Kortom, men kan, indien men wil, een zeer vruchtbare propaganda voeren, door zich te dien einde van al de mogelijke middelen te bedienen, die de bestuurders onzer vakbonden zouden kiezen rekening houdend met de verschillende aan haar organisatie eigen omstandigheden. Dat men niet zegge dat de arbeiders tegenover zulke propaganda onverschillig zouden blijven. Natuurlijk zouden allen niet terstond overtuigd zijn, doch een zeker aantal dergenen die men zou bereiken — vooral dezen die de vergaderingen bijwonen en gewoonlijk het meest belang inboezemen — zouden voor de zaak gewonnen zijn en met behulp van dezen zouden de anderen allengskens volgen. Men zou ook kunnen tegenwerpen dat dergelijke propaganda opofferingen van tijd en geld zouden vergen. Jawel. De propagandisten zouden er wat tijd en de organisaties wat geld aan besteden. Doch zou het verloren tijd en geld zijn ? Neen, niet waar ? Dat men overdenke dat hetgeen een der bestanddeelen der syndikale macht uitmaakt is,de zedelijke en intellektueele waarde harer aangeslotenen. Onderwezen, op syndikaal en sociaal gebied opgevoed, blijven de arbeiders, welke ook de moeilijkheden en de tegenslagen wezen, de vakorganisatie getrouw. Indien ze, integendeel, van geen ideaal doordrongen zijn, indien ze gesyndikeerd zijn uit gewinzucht ofwel « omdat Paul of Jaak het zijn », keeren ze de organisatie bij de eerste gelegenheid den rug toe. We zouden dat met talrijke voorbeelden kunnen omkleeden. We gaan het niet doen omdat het door al onze vooraanstaanden gekende toestanden zijn. Deze waarheid hebben we, ten andere, slechts herinnerd om te toonen dat, benevens de voordeelen die de lezing der boeken en der brochuren van de Wilde Roos aan de arbeiders zou schenken, ze nog dat voordeel zouden hebben bij te dragen tot de vastheid van het ledental onzer organisaties en, daardoor, de vakaktie vruchtbaarder te maken. ^** Doch de Wilde Roos moet nog op een andere wijze geholpen worden, want indien het waar is dat het aantal inschrijvers op haar volksbrochuren stijgt, en dat men van haar meer boeken koopt, is het nochtans niet genoeg. Men moet ook op haar aandeelen inschrijven, haar het kapitaal verstrekken dat het noodig heeft om de onderneming groot te maken en aan al de vereischten van een uitgevershuis en van een moderne boekerij te kunnen beantwoorden. Het huidig kapitaal der Wilde Roos is 400,000 frank, 't Is niet genoeg, ze heeft meer noodig. Organisaties en vooraanstaanden hebben dit kapitaal van 400,000 frank geleverd. We weten niet of er onder de organisaties geen zijn die het cijfer harer inschrijving zouden kunnen vermeerderen. We denken wel ja, en we doen op haar beroep opdat ze het gebaar doen dat we van haar verwachten. Wat de bijzonderen aangaat, zijn ze voorzeker talrijk, degenen die zouden kunnen inschrijven, al ware het slechts voor één aandeel. Dat men van beide zijden een inspanning doe. Het gaat om een heerlijk werk, een werk dat voor de georganiseerde arbeidersklasse zeer nuttig is. Laat het ons helpen. Dat in al onze organisaties het vraagstuk van de ondersteuning der Wilde Roos op de dagorde der vergaderingen gebracht worde. Dat men haar doe kennen en doe bloeien. Leve de « Wilde Roos ». P. V. M.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De Internationale Vakbeweging Internationale Beroepssekretariaten KONGRES VAN HET INTERNATIONAAL VERBOND DER STEENDRUKKERS EN AANVERWANTE VAKKEN. Dit kongres had op 7 en 8 Augustus te Keulen plaats, doch het was slechts in het Oktobernummer van het « Bulletin », het orgaan van de Internationale der Steendrukkers, dat een bondig verslag over hetzelve verschenen is. Elf landen waren er door 22 afgevaardigden vertegenwoordigd. Het Internationaal Sekretariaat der Boekdrukkers had er zijn sekretaris, kameraad Verdan, wiens overlijden sindsdien gemeld is geworden, afgevaardigd. Op de dagorde van dit kongres kwam o.a. het vraagstuk der offset voor. Voor de oningewijden betéekent de uitdrukking offset, een nieuwe drukmachien. Op het recht om deze machienen te bedienen wordt eenerzijds door de steendrukkers, anderzijds door de boekdrukkers aanspraak gemaakt. Zulks heeft reeds niet weinig tusschengevallen teweeggebracht, wat, in den grond, te betreuren is, gezien beide kategoriën arbeiders bij een overeenkomst zouden te winnen hebben. We kunnen over de besprekingen die op het kongres plaats hadden niet in bijzonderheden treden; dat zou, ten andere onze lezers geen belang inboezemen. Laat er ons alleen nadruk op leggen dat wijlen kameraad Verdan, zonder bijval ten andere, de stelling der boekdrukkers trachtte te verdedigen. Ziehier het desbetreffend door het kongres aangenomen besluit: Het op 7 en 8 Augustus 1925 te Keulen gehouden kongres van het Internationaal Verbond der Steendrukkers, verklaart: 1° Dat het zijn op het Internationaal Kongres van Luzern in 1923 gestemde resolutie betreffende de technische ontwikkeling der grafische nijverheid handhaaft, en dat het de door zijn Uitvoerend Bestuur op het Internationaal Kongres der Boekdrukkers van Hamburg in 1924 aangeboden resolutie, voor wat aangaat het recht op de offset-machien, goedkeurt; 2° Dat het de op dit laatste kongres door onze ambtsgenooten boekdrukkers genomen beslissing betreurt, en de houding goedkeurt van zijn Uitvoerend Bestuur voor wat betreft de in Maart 1925 te Bern ontworpen gemeenschappelijke vergadering der twee Uitvoerende Besturen; 3° Dat het Uitvoerend Bestuur van de Internationale der Steendrukkers gemachtigd is op elk oogenblik met het Internationaal Sekretariaat der Boekdrukkers een overeenkomst op te zoeken, in zoover ook de door ons Uitvoerend Bestuur te Hamburg genomen besluit, de offset-machien als steendrukwerkwijze erkennend, geplaatst onder de bevoegdheid der organisaties van die nijverheid, en met de verplichting voor de arbeiders van andere beroepen die ze uitoefenen tot de organisatie der steendrukkers over te gaan, als grondslag der besprekingen wordt aangenomen. Het kongres had zich o.m. bezig te houden met het geschil der boekbewerkers van België, waarin 85 t.h. der georganiseerde steendrukkers van dit land betrokken waren. Er werd besloten de stakende makkers te steunen bij middel van een buitengewone bijdrage van 0.50 mark per week, en zulks gedurende 5 weken. Besluit dat de Internationale der Steendrukkers tot eere strekt.
357
Frankrijk DE VOORUITGANG DER C. G. T. Het Algemeen Arbeidsverbond (C. G. T.) gaat vooruit. Het heeft, zooals men weet, een geduchte krisis doorgemaakt. De scheuring had het een aanzienlijk deel van zijn ledental ontnomen, en zijn invloed op de arbeidersklasse die het daags na den oorlog tot den strijd had opgeroepen, was verminderd, schier vernietigd geworden. Doch, het heeft al de wederwaardigheden het hoofd geboden. In de zelfde mate als zijn tegenstrevers hun aanvallen vermenigvuldigen, toonde het zich vastberadener. Nooit heeft het zich voor de ukazen der kommuhisten willen buigen ; dezen waren er aan voor hun noodeloos gezwets en op geen oogenblik werden hun (< revolutionnaire » orde woorden gevolgd door de massa die ze, ten andere, ontmoedigd, ja zelfs gedemoraliseerd hadden. De C.G.T. heeft gelukkiglijk de moeilijkheden overwonnen. Stilaan, langzamerhand heeft ze het vertrouwen der arbeiders herwonnen, en dezen komen, inderdaad, tot haar terug, scheppen opnieuw moed. Het ledental der Bondssyndikaten stijgt en, wat een aanmoedigend teeken is, gansche organisaties sluiten zich aan bij het lichaam dat Jouhaux met zijn medewerkers bestuurt. Vóór enkelen tijd sloot zich het Nationaal Syndikaat der Onderwijzers en Onderwijzeressen bij de C. G. T. aan. De aansluiting werd besloten op het Kongres dat deze organisatie, die dichtbij 80,000 leden sterk is, in de maand Juli 1.1. hield. 180 stemmen spraken zich voor en 6 tegen de aansluiting uit, er waren 4 onthoudingen. Lebaillif, die over het vraagstuk der aansluiting verslag uitbracht, sprak een levendig toegejuichte rede uit. Ziehier wat hij o.a. verklaarde : « We gaan in de C.G.T. de werkersorganisaties vervoegen xlie sedert jaren voor de verbetering van het lot der arbeidersklasse gestreden hebben. We gaan van het beroepsraam tot het syndikalistisch raam overgaan. Laat ons geen kwaad spreken van de beroepsorganisatie. Ze vormt den grondslag van het syndikalisnie. De verdediging der stoffelijke en zedelijke belangen blijft de eerste plaats onder onze syndikale bekohimeringen bekleeden. 't Is het beroepsbelang dat de toenadering der arbeiders op syndikaal gebied daarstelt : 't is de band, 't is de stof die de arbeidende massa's vereenigt. Doch, wanneer hun onmiddellijke gemeenschappelijke belangen hen bijeengebracht heeft, duurt het niet lang of de mannen van een zelfde beroep geven zich rekenschap dat deze belangen ook die zijn Van een naburige, van al de andere beroepsvereenigingèn ; dat de zelfde regelen, dat de zelfde feiten,dat de zelfde maatschappelijke voorwaarden den stoffelijken en zedelijken toestand van al de arbeiders beïnvloeden. Deze gedachte v a n e e n a a n a i d e arbeiders gemeenschappelijk belang, deze gedachte eener klasse wïër armen en geest door een andere klasse benuttigd, uitgebuit worden, moest de arbeiders aller beroepen tot de gedachte van het Verbond leiden. » Een andere ambtenaarsorganisatie, die der agenten van het Beheer en het Enregistrement der Seine,hëèft insgelijks sedert November 1.1. besloten zich bij èfe C.G.T.-aan te sluiten. Dit zijn twee voorbeelden van hetgeen we hooger schreven. Ja, de C.G.T. herwint het verloren terrein,
358
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
in weerwil van de kommuistische aanvallen die voortgezet worden, en het oogenblik is misschien niet zeer verwijderd waarop ze er zich zal mogen op beroemen de eenige vakorganisatie te zijn die de verzuchtingen der Fransche arbeidersklasse vertegenwoordigt en dezer belangen verdedigt. + •«.»
De Belgische Vakbeweging Syndikalo Kommissie van België - Nationaal Verbond der Federaties van Socialistische Ziekenkassen WERKLIEDEN I
D
E nieuwe wetgeving op de pensioenen treedt op 1 Januari 1926 in werking. De patroon zal elke maand drie frank van uw loon afhouden en hij zal 3 frank aan die som toevoegen. Voor de jongelieden beneden 18 jaar en de arbeidsters zal de bijdrage 1 frank, en de bijdrage Van den patroon ook 1 frank beloopen. Gij zult niets meer bekomen dan onder het regiem der wet Wauters op de kostelooze pensioenen, daar het maximum pensioen nog op 720 frank is vastgesteld. Meer nog, er zal een bijgevoegde bijdrage dienen gestort opdat de echtgenoote op een pensioen van 720 frank kunne rekenen. Wel is waar verleent de wet een pensioen aan de weduwe in geval van vroegtijdig overlijden van den echtgenoot. Doch, het zal 120 en enkele franken bedragen gedurende de eerste jaren, en er zal vijftien jaar moeten gewacht worden alvorens een weduwe recht heeft op een pensioen van 360 frank 's jaars! Eén der redenen van het socialistisch sukses bij de kiezingen van 5 April, was juist de ontoereikendheid der wet. De arbeiders zijn ter stembus gegaan met den vasten wil een belangrijk aantal vertegenwoordigers naar het Parlement te zenden die de herziening der wet in den zin van gerechtigheid en grootmoedigheid zouden eischen. De ministerieele verklaring heeft beloofd met den wensch der arbeiders rekening te houden, en van heden, af wordt in het Ministerie van Nijverheid en Arbeid een wetsontwerp voorbereid dat, het storten der bijdrage handhavend, voor uitslag zal hebben het pensioen heel wat boven 720 frank te doen stijgen en aan de weduwen onmiddellijk 360 frank te verzekeren, en niet over vijftien jaar. Nu, ingevolge het ordewoord van het Centraal Nijverheidskomiteit leveren tal van patroons zich op dit oogenblik over aan een maneuver dat de reaktionnaire kamerleden in staat zou stellen te beweren dat de werklieden de herziening der wet niet vragen, dat zij er integendeel mede tevreden zijn. De wet zegt dat de lijfrentkaarten eens per jaar aan de werklieden zullen ter hand gesteld worden, opdat zij haar door tusschenkomst van de kas hunner keus aan de Algemeene Lijfrentkas laten geworden. Op dit oogenblik sporen de patroons hun werklieden aan zich bij een patroonskas aan te sluiten en ze beloven aan hen die zullen aanvaarden bijzondere gunsten : een kleine rentetoeslag voor de weduwen, of uitkeeringen gedurende enkele weken in geval van ziekte, of andere voordeelen. WERKLIEDEN,
LAAT U DOOR DERGELIJK MANEUVER NIET MISLEIDEN! MEN BÉÖÖGT EEN DUBBEL ÖOEL :
r U van uw klasseorganisaties verwijderen, en ook,morgen,een beslissende aanval der patroons tegen de sedert den wapenstilstand veroverde hervormingen mogelijk maken; 2° De burgerparlementsleden in staat stellen te verklaren dat gij niet wenscht dat de wet herzien worde, gezien gij de socialistische en vakvereenigingsmutuaiiteiten den rug toe keert om u bij de patroonsmutualiteiten aan te sluiten. Er dient, daarentegen, met de Syndikale Kommissie en het Nationaal Verbond der Federaties van Socialistische Ziekenkassen vastgesteld, dat de meesters der nijverheid over veel geld beschikken, wanneer het gaat om de arbeidersbeweging te vernietigen. Indien de patroons zooveel geld uit te geven hebben om de arbeiders naar den staat van slavernij van eertijds terug te voeren, zult gij dit geld gedurende enkelen tijd weigeren, doch wanneer de herziening der wet eerstdaags in het Parlement zal besproken worden, zullen uw vertegenwoordigers in dit lichaam eischen dat den patroons een bijgevoegde bijdrage worde opgelegd. Tot slot van rekening moeten wij de nijverheidsmagnaten bedanken omdat zij ons het bewijs leveren dat ze in staat zijn meer te betalen dan hetgeen de bestaande wet van hen vereischt. WERKLIEDEN, 1 ^
Wat moet gij doen? U onmiddellijk naar het lokaal van uw socialistische en syndikale ziekenkas begeven en u voor het ouderdomspensioen laten inschrijven. Maak er u niet bezorgd om indien de patroons u reeds welkdanig stuk hebben doen teekènen. Al hetgeen ze vóór 31 December gedaan hebben of zullen doen heeft geen enkele waarde! In Januari zullen ze de definitieve kaart, de eenige die telt, moeten invullen. Op dat oogenblik zult gij, na de inlichtingen betreffende uw burgerlijken stand gegeven te hebben, de volgende korte verklaring doen. Ik maak deel uit van een M u t u a i i t e i t I
Deze verklaring zal voldoende zijn opdat de patroon telken jare gehouden zij u uw lijfrentkaart terug te geven. Gij zult ze aan uw socialistische en syndikale. mutualiteit afleveren. De Syndikale Kommissie van België. Het Nationaal Verbond der Federaties van Socialistische Ziekenkassen. x
Beambten en Werklieden der Openbare Diensten vereenigen zich Het is reeds eenigen tijd geleden dat de beambten der Openbare besturen, die voorheen van het Algemeen Bediendensyndikaat deel uitmaakten, zich bij de Centrale der Openbare Diensten hebben aangesloten. De gebeurtenis is onopgemerkt voorbijgegaan en nochtans is ze niet van belang ontbloot. Ze is niet van belang ontbloot omdat ze de eenheid tusschen de geestes- en de handarbeiders daarstelt. Te lang zijn ze onbekenden gebleven,niet begrijpend dat ze ten zelfden titel door hun patroons worden uitgebuit. Ze hebben eindelijk begrepen. Vervolgens versterkt de samensmelting der beambten van de openbare besturen en der werklidèn van de openbare diensten de syndikale macht. Voorzeker zijn de gesyndikeerdë beambten der openbare besturen niet zeer talrijk, vergeleken met de massa georganiseerde
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
359
L'Etincelle, orgaan der Centrale van het Socialistisch Onderwijzend Personeel, komt te verschijnen, bondig weergeven. Alhoewel kort, is het .verslag belangrijk, en dat in meerdere opzichten. Het handelt over de bedrijvigheid der organisatie ten gunste van het onderwijzend personeel, herinnert aan de op het laatste kongres der Centrale genomen beslissingen, geeft aanwijzingen betreffende het ledental, maakt melding van de vraagstukken van inwendige orde en herinnert als besluit aan de taak die nog te volbrengen is. Eerstens een woord over het ledental. Ditzelve houdt stand, beter zelfs : het verhoogt, wat niet weinig verheugend is indien men zich wel wil herinneren dat er onder de onderwijzers, alhoewel tot de kategorie der' geestesarbeiders behoorend, nog velen zijn bij wie de klein-burgeriijke vooroordeelen vast geankerd blijven. Ze zijn onwillig tegenover de syndikale propaganda, en daar de Centrale van het Onderwijzend Personeel haar socialistisch karakter niet verbergt, zijn het in 't algemeen slechts zij die het beginsel van den klassenstrijd aannemen en oprecht syndikalist zijn, welke er zich bij aansluiten. Men mag dus beschouwen dat het feit dat het ledental van 2,652 leden in Oktober 1924 tot 2,963 leden in September 1925 gestegen is, voor de Centrale van het Onderwijzend Personeel een sukses daarstelt, dat des te merkwaardiger is, doordat het tijdvak waarover het verslag loopt door de aanvallen der reaktie gekenmerkt werd, aanvallen die, alhoewel vooral de handarbeiders beoogend, niettemin zekeren terugslag op de geestesrichting der geestesarbeiders moesten hebben. Dat de getalsterkte der Centrale van het O. P. er niet onder geleden heeft is een klaarblijkelijk bewijs dat deze op de hoogte harer taak is. Over haar bedrijvigheid zou een lang kapittel kunnen geschreven worden. Laat er ons echter toe beperken te vermelden dat het bekende vraagstuk der perekwatie haar aandacht gaande maakt, evenals — zooals we hooger zeggen — al de vraagstukken die, van dichtbij of van ver, van belang zijn voor haar leden. De Centrale van het Socialistisch Onderwijzend Personeel steunde het wetsontwerp Melckmans, ontwerp dat door de Middenafdeeling van de Kamer der Volksvertegenwoordigers verworpen werd. Dit belette onze makkers onderwijzers niet een schoonen, een krachtdadigen veldtocht te voeren, die, zonder het verraad der onzijdige (?) en Rristene groepeeringen uitstekende uitslagen hadde kunnen opleveren. (( De werking voor de perekwatie — lezen we in het verslag — heeft bewezen dat de Centrale den weg van den klassenstrijd betreedt, omdat het met de wedewerking aller in de S. K. aangesloten organisaties gegroepeerde arbeiders van de Openbare Diensten, is, dat ze alles in 't werk heeft gesteld, ten einde den stoffelijken toestand, van hen die door de Staats-, provincie- en gemeentebesturen bezoldigd worden, te verbeteren, en omdat het is door rekening te houden met een door de Internationale der Arbeiders van het OnIn onze organisaties derwijs aangenomen beginsel : « Het werkelijk loon DE CENTRALE VAN HET SOCIALISTISCH van den vredestrijd », dat ze « het voorstel Melck-, ONDERWIJZEND PERSONEEL IN 1924-1925 mans » heeft opgesteld. » Op 27, 28 en 29 December a.s. zal te Brussel het De aan het verraad der verantwoordelijke leiders jaarlïjksch Kongres der Centrale van het Socialistisch van de «onzijdige » en kristene beroepsgroepeeringen Onderwijzend Personeel gehouden worden. Op de dag- te wijten mislukking, mag de Centrale niet ontmoediorde van dit Kongres komen punten voor van groot gen. Het kongres moet het teeken zijn van een nieuwe belang, zooals : a) het zedelijk verslag; b) de herin- werking en het moet dat ditmaal de door de arbeiders richting van het normaal onderwijs; c) het Rustoord. van het onderwijs op touw gezette aanval onweerstaanHeden gaan we het zedelijk verslag, zooals het in baar zij en dat de zege onzer eisenen eindelijk aan 4e
handarbeiders. Doch niets zegt dat hun aantal niet zal stijgen, en 't is in elk geval zeker dat, nu ze van een machtige vakorganisatie deel uitmaken, ze de hoop mogen koesteren hun aktie te ontwikkelen om hun nog niet georganiseerde makkers uit hun onverschilligheid te trekken. 't Is de meening van kameraad Creton, hun sekretaris, die in De Arbeider in Openbare Diensten schrijft : « De aankomelingen, kameraden arbeiders, zijn in verhouding tot de massa slechts een handvol. De daad welke ze daarstellen is niet volledig ingegeven door idealisme en, als zoodanig, weerspiegelt ze niet eene edelmoedige en dikwijls onbezonnen daad. Integendeel, ze hebben de stellige overtuiging dat ze, door zich bij u te voegen, niet alleenlijk de door hun aangekleefde maatschappelijke theorieën toepassen maar insgelijks onderschrijven aan een noodzakelijk en verstandig initiatief welke door de omstandigheden wordt opgedrongen en welke hare uiting zal vinden in een merkelijke versterking der syndikale aktie en tevens in eene diepe uitbreiding van den geest van naastenliefde tusschen arbeiders die hunne hoop op dezelfde aktie vestigen. » En anderzijds schrijft kameraad Uytroever in het zelfde orgaan : « Doch, het volstaat niet de samensmelting te hebben verwezenlijkt, het komt er nu op aan de onvereenigden te treffen door eene krachtdadige propaganda, door eene onophoudende aktie. Dit is de taak van morgen en alle arbeiders en bedienden zullen ze volbrengen met de overtuiging het algemeen belang te dienen door steeds en nog de gemeenschappelijke organisatie te versterken. » En Uytroever, die in 't groot ziet, — wat we hem niet als een verwijt aanrekenen —, voegt er bij : « En zelfs dat volstaat niet Al de arbeiders, van al de openbare Staats-, provincie- en gemeentediensten alsook die der verpachte openbare diensten moeten blok vormen! Die eenheid moet verwezenlijkt worden omdat het zoo ligt in de logische orde van de evolutie der arbeidersorganisatie ; omdat daar het wapen ligt waarmede het proletariaat der openbare diensten zich kan verdedigen, en gansch de arbeidende klasse er anderzijds belang bij heeft, door den aanzienlijken steun welke zulkdanig blok bijbrengt in haren strijd tot volledige vrijmaking. » Hier, in de Belgische Vakbeweging, zijn we gelukkig vast te stellen dat de Centrale der Openbare Diensten haar krachtsinspanningen richt in den zin eener volledige samentrekking aller groepen van hand- en geestesarbeiders in de verschillende openbare diensten. Deze pogingen hebben reeds gelukkige uitslagen opgeleverd, waarover we het genoegen zullen hebben onze lezers eerstdaags te onderhouden.
360
DE BELGISCHE VAKBEWEGING moeten of zouden moeten aangewend worden om er de verwezenlijking van te bespoedigen. In verband daarmede past het te vermelden, dat de afgevaardigden niet volledig met de door het Uitvoerend Bestuur aangeboden dagorde voldaan waren. Ze vonden haar niet krachtdadig genoeg en ontoereikend voor wat de middelen aangaat die ze voorstelde te gebruiken. Dat was namelijk de meening van een afgevaardigde van Luik die verklaarde dat « indien de patroons op 9 December niet geantwoord hebben, dit op 10 December de algemeene staking moet voor gevolg hebben. » Het kongres is zoo ver niet gegaan. Doch, na de bespreking, heeft het toch wijzigingen aan de door het U. B. aangeboden dagorde aangebracht door er de door Brabant voorgestelde bijvoeging aan toe te voegen, welke luidt als volgt: « Besluit dat, eens dezen datum verstreken, het personeel alle Zondagen zal staken totdat het voldoening bekomen heeft. » De gestemde dagorde is zeer lang en we mogen er niet aan denken ze hier weer te geven. Ze stelt vast dat de achturenhervorming gesaboteerd wordt, dat de maatschappijen weigeren « samen te werken met de vertegenwoordigers van het personeel voor de oprichting van een zelfstandige pensioen- en invaliditeitskas », dat de aan het personeel der Buurtspoorwegen betaalde loonen ontoereikend zijn, enz. Vraagt vervolgens:
opvoeders een, hun hooge maatschappelijke zending waardig loon verzekere. De Centrale van het S. O. P. heeft zich ook met de in het onderwijs aan te brengen hervormingen beziggehouden. Daartoe heeft ze verschillende verslagen bestudeerd, handelend over : de bewaarscholen, het lager onderwijs, het middelbaar onderwijs, het hooger onderwijs, onzijdige of klasseopvoeding, de vorming van het maatschappelijk gevoelen, enz. Anderzijds nam ze deel aan de werkzaamheden van het Gemengd Komiteit tegen den oorlog, waarin de Socialistische Jonge Wachten, de Oud-Strijders en de Vrouwenbonden zetelen, en was eveneens vertegenwoordigd in het Bestuur van het Nationaal Verbond van Zedelijke Opvoeding. Een hoofdstuk van het verslag is gewijd aan de onafgebroken internationale betrekkingen. Behalve dat de Centrale aanwezig was op de kongressen van de Internationale der Arbeiders van het Onderwijs — aan wier werkzaamheden ze een bedrijvig deel nam —, heeft ze een uitnoodiging van het Al-Russisch Verbond der Arbeiders van het Onderwijs gunstig beantwoord. Dertien harer leden begaven zich naar Rusland.Meerderen bestreefden zich — zegt het verslag — bij hun terugkeer, door openbare op niet openbare voordrachten, door de pers, enz., om aan de arbeiders aller kategorieën rekenschap te geven van hetgeen ze in Sowjet Rusland gezien en geleerd hadden. » Laat ons, om te eindigen, nog aanstippen dat onze makkers onderwijzers, na eerstens gevraagd te hebben dat het vraagstuk der tucht opnieuw door een kongres der S. K. zou onderzocht worden, doch geen voldoening bekomen hebbend, besloten hebben de motie „ Mertens toe te passen. De financieele toestand der Centrale van het S.O.P. is verbeterd. Van dien kant bestaat geen bezorgdheid, zooals de penningmeester met een onverdoken voldoening doet opmerken. We zijn er even verheugd om.
Dat de minimaloonen van het personeel der buurtspoorwegen niet lager meer wezen dan die der bedienden van de Staatsspoorwegen van dezelfde kategorie ; Dat een op de weduwen en weezen overgaand ouderdoms- en invaliditeitspensioen aan het personeel der in vergunning uitgebate verkeersmiddelen verzekerd worde, door de oprichting eener kas gevoed door de stortingen der uitbaters en van het personeel; Dat een enkele kommissie voor gansch het personeel der in vergunning uitgebate verkeersmiddelen bestaande uit vertegenwoordigers van de uitbaters en van het personeel in gelijk aantal, voorgezeten door een regeeringsafgevaardigde, samengesteld worde, ten einde een statuut voor het personeel op te maken.
x
De Kongressen TRAMWAYMEN De Belgische Centrale van het Personeel der Tramways en Buurtspoorwegen heeft op 22 November een zeer belangrijk kongres gehouden waar maatregelen genomen werden die den vasten wil van de tramwaymen te kennen geven te strijden om hun eisenen te zien inwilligen. De zitting, die door kameraad Van Ballaer voorgezeten werd, werd bijgewoond door 46 afgevaardigden, samen 12,765 leden vertegenwoordigend. In een toegejuichte rede heeft de voorzitter de taak van het kongres uiteengezet en de eischen van het personeel der trams en buurtspoorwegen opgesomd. De syndikale erkenning, de volledige toepassing van den achturendag, het pensioen, behooren tot de hoofdeischen der tramwaymen. Het is van belang dat het kongres desbetreffend maatregelen neme — heeft, in korte woorden, de voorzitter gezegd —, en dat de beslissingen die zullen genomen worden, door allen worden toegepast. Het zijn de eischen op zich zelf niet die de afgevaardigden, welke na Van Ballaer het.woord namen, besproken hebben. Over deze eischen bestaat in de Centrale der Tramwaymen eenstemmigheid. Doch hetgeen ze onderzocht hebben zijn de middelen welke
En de dagorde eindigde aldus: Doet beroep op den goeden wil der uitbaters van tramways, buurtspoorwegen en autobussen, opdat zij vóór 9 December een beslissing nemen die de oplossing der eischen van het personeel door een overeenkomst tusschen de twee partijen in een redelijk tijdverloop, mogelijk zou maken; Besluit dat, eens deze datum verstreken, het personeel alle Zondagen zal staken, totdat het voldoening bekomen heeft; Beveelt dat deze dagorde overgemaakt worde aan al de uitbaters van in vergunning uitgebate verkeersmiddelen, aan den heer Eersten-Minister, en aan de heeren ministers van Arbeid, van Landbouw en van Spoorwegen; Geeft het U. B, der Belgische Centrale van het Personeel der Tramways, Buurtspoorwegen en Autobussen de opdracht, al de maatregelen te treffen welke de toestand zou vereischen. Het kongres werd eveneens bijgewoond door de kameraden De Vlaemynck en Pierre Alben, wederzijds de Syndikale Kommissie en de Federatie der Vakbonden van Brussel vertegenwoordigend. _
_
»
—
—
—
—
—
—
.
—
,
•
.
••
-
.
'
"
18011. - Sun. druk. Lucifer, Kaj>eUemarkt, 8. Erusse». Bestuurder: Vanden Bosch.
' " ' •
•
Ffi
•Ufc.,—«..r.
aj.
DE
Belgische Vakbeweging Officieel Orgaan der Syndikale Kommissie van België
SYNO»C/>U| otBCLCtQüC]
•k
tC•A
feI4FM* »^^B
•k
JAAR 1 9 2 5
ARCHIEF B.S.P. 6EMI-EEI10 BRUSSEL SAMENWERKENDE DRUKKERIJ Kspallediarkt, 8 iQa5
LUCIFER
..*
Inhoudstabel 1925 Bladz.
Editorialen Manifesten. . . . . . . . 89,113,209, Over héLafgeloopen jaar De bekrachtiging der Overeenkomsten . . . De strijd voor de acht uren De werkloozenonderstand . . . . . . . . De afwijkingen op de achturenwet De inzet dër aanstaande kiezingen . . . . . Roode kiezingen . '".*•> De patroonsreaktie Op, voor de propaganda . . De buitenlandsche werkkrachten in België . . De Internationale Konferentie van den Arbeid . Op tegen de reaktie der patroons Het aanstaande Syndikaal Kongres Het XXIV6 Syndikaal Kongres De arbeiderssolidariteit En het arbeiderstoezicht , Een angstwekkend vraagstuk (met erratum op bladzijde 282) . . . . . . . . . . . De vakbonden en de jongeren Wat de arbeiders van de Regeering verwachten. De bekrachtiging der Achturen-0vereenkomst. Fascisme ., . . . . . . Dé syndikale eenheid . . Laat ons onze pers versterken . . . , . . .
358 1 13 29 45 57 73 101 125 141 153 165 177 189 225 241 253 265 281 297 313 325 337 349
Algemeene, Ekonomische en Sociale Kwesties De stijgende levensduurte (P. Van Maldere) 2 Over het Kongres van sociale huishoudkunde te Buenos^Ayres . . . . . . . . . . . 9 De levensduurte. — Haar oorzaken (P. Van Maldere) . . . . . . . . . . . . . 1 9 Het arbeiderstoezicht en zijn uitwerksels . 21, 34 Het index-number op 15 December 1924 . . . 28 Dé tolpolïtiek (Joz. Bondas) 32 De levensduurte. — Haar bestrijding (P. Van Maldere) • . 37 De Gezinstoeslagkassen in België (P. V. M.). 47 De Belgisch-Duitsche handelsbetrekkingen . . 53 De levensduurte . . . 340,280,246,92,64, 56 De Ambtelijke Werkbeurzen (]QZ. Bondas) . . 6 0 De Arbeidersjeugd en de Arbeidersbeweging . 61 Het stenografisch verslag der-Syndikale Week van Gent . . . . . . . . ; . . . 72 Het vraagstuk der ontwapening (P. V. M.) . . 74 De kiezingen en de arbeidersbelangen (P. Van Maldere) . . . . . . . . . . . . 75 De Politieke; Strijd (Ed. De Vlaemynck). . . 76k Het Protocol van Genéve en de Ontwapening . 77 Een Nationale Kommissie der Nijverheidsvoortbrenging . . . . . . . . . . . . 88 Tucht en Gezag (Joz. Bondas) . . . . . . - 90 Tegen den nachtarbeid in de bakkerijen . ..'•' . 91 De Werkloosheid . . . . . . . . . . \ 140 Dje; Beroepszieken (Joz, Bondas) , , f %' r HZ
Bladz.
Zonderlinge Tegenstellingen . . . . . 147, De werkloosheid in de boeknijverheid . . . . . De Jeugdorganisaiies. — De Jonge Wachten (P. Van Maldere) De XLe Verjaring der Belgische Werkliedenpartïj (E. D. V.) . . . De Hoogere Arbeidersschool (L. Delsinne) . . Arbeiderstoezicht. — De resolutie van 17 Februari 1924 (Ed. De Vlaemynck). . . . De Samenwerking der Jonge Wachten met de Vakbonden (P. Van Maldere) Voor de Oplossing der Arbeidsgeschillen (Joz. Bondas) Vrijhandel en Beschermingspolitiek . . . Aanwerving en Plaatsing van de Vreemde Arbeiders " De Nijverheidsdemokratie (Joz. Bondas) . . . Van Praag tot Bern (Corn. Mertens) . . . . De Samenwerking en de Afschaffing van den Nachtarbeid (P. V. M.) . Het Arbeiderstoezicht (E. D. V.) De getuigenis van een kommunist . . . . . Het Bediendenpensioen . . . . . . . . Laat ons « De Wilde Roos » steunen . . . .
156 148 182 183 191 193 195 226 229 230 242 282 284 315 344 350 356
Het Teknisch Onderwijs Een wetsontwerp over de regeling van het leerlingschap in Zweden . . . . . . . . . Het beroepsonderricht in Tsjeko-Slowakije . . Kroniek van het Teknisch Onderwijs (Marius Renard) De beroepsvoorlichting in Duitschland . . . . De nieuwe Wet (Marius Renard) . . . . . Verschillende Berichten (Marius Renard) . . Het Internationaal Kongres va^i het Technische Onderwijs (L. Delsinne) . i . . . . 214,
82 82 118 118 184 184 232
Achturendag Achturendag en Voortbrenging (P, V. M.) . . 7 De 48rurenweek. — Haar invloed op de nijverheidsvóortbrenging . . . . . . . . . .-.' 49 In den Hoogeren Arbeidsraad. — De afwijkingen op de Achturenwet 62 De Achturenwet. — Uitspraak-van het Verbrekingshof ..... . . . . . • , ? . - . • • 148 Heeft de Achturendag aan de Handèlsbedrijvighejd van België geschaad? (P. V. M.) . . . 154 De Achturenwet voor het Vërbrekingshof (Joz. Bondas) ~ . . . . . . . . . . . . 178 Frankrijk en de bekrachtiging der Overeenkomst ...' van Washington . . . . . . . • . =. • 245 De vooruitgang der achturenhervorming in de Vereenigde Staten . . . . . . . . . 245 De bekrachtiging der Overeenkomst van Washington betreffende den Achturendag (Joz. Bondas) . . .. . . . . . • . •' * 299
— Il Bladz.
De voortbrenging en den achturendag (M. Fikenne) 326 De nieuwe aanval tegen de achturenwet. — Het verslag van het Werkgeversonderzoek (Joz. Bondas) 327 Voor de verdediging der acht uren. — Het onderzoek der Syndikale Kommissie (Joz. Bondas) 338, 351 De bekrachtiging der 8-urenovereenkomst. — De memorie van toelichting van het wetsontwerp Wauters-Vandervelde 342
Bladz.
Centrum Antwerpen Brugge Charleroi Bergen Namen
137, 263 149 151 151, 264 152 262
In onze organisaties :
In verband met de 20e verjaring van den Antwerpschen Havenarbeidersbond . . . . . De Centrale der Voeding en de Overeenkomst over de afschaffing van den nachtarbeid in de Belgische Vakbeweging broodbakkerijen De Antwerpsche Diamantbewerkersbond en de SYNDIKALE KOMMISSIE : strijd tegen de. tering Bureelvergaderingen . . 43, 54, 68, 85, 293, 321 De Centrale der Mijnwerkers en het EenheidsHet a.s. Syndikaal Kongres 54 front De Acht Uren op de Buurtspoorwegen . . . 54 De Centrale der Metaalbewerkers heeft in 1924 De Werkloosheidsvergoeding 54 leden gewonnen Afbakening der syndikale grenzen 54 De Centrale der Kasseiers in 1924 Koninklijk Besluit op de Werkbeurzen . . . . 54 De Centrale der Metaalbewerkers tegen de loonsHet werkloosheidsvraagstuk 68 verminderinpen e De 40 verjaring der B. W. P 68 De Belgische Boekdrukkersbond in 1924-25. . De syndikale grensgeschillen 68 Een bedrijvige vakorganisatie Het vraagstuk der pensioenen voor het persoDe bedrijvigheid der Centrale van het Boek neel der vakorganisaties 85 in 1924 Een beperkt kongres over het trekken der arbeiDe Centrale der Steenbewerkers in 1924 . . ders 321 De bedrijvigheid der Algemeene Centrale van Oprichting van een Bestendig Bureel voor de Bouw, Ameublement en Gemengde Vakken Jeugd 321 in 1924 Internationale Saamhoorigheid 321 De bedrijvigheid van het Algemeen BediendenDe artikels van gezel Bertrand 321 syndtkaat . Syndikale Week . . . 321 De Belgische Centrale van het Personeel der Ondersteuning der stakers in de ijzernijverheid . 321 Tramways en Buurtspoorwegen in 1924 . . Internationale Overeenkomst nopens de acht De XXVe verjaring van „de Belgische Federatie uren 321 der Artist-Muzikanten Wetsontwerp op de arbeidersvakanties . . . 321 Ontwerp van oprichting eener nieuwe Centrale De Socialistische' Textielcentrale heeft in 1924 Gemeenschappelijke vergadering der Bureelen leden gewonnen van de S. K. en der B. W. P 293 Het jaarverslag van het Nationaal Syndikaat van Vergaderingen van het N, K. . . 12, 44, 122, 185 het Departement van Geldwezen De internationale syndikale eenheid . . . . 44 Nog een syndikale verjaring Een propaganda werking 122 Het Nationaal Syndikaat van het Burgerlijk PerHet besluit over de syndikale tucht 122 soneel van het Ministerie van LandsverdediAfbakening der syndikale grenzen 123 ging in 1924 . . . . . . . . . . . De propaganda 185 De Centrale der Kleeding in 1924 . . . 261, e XL verjaring der B. W. P 185 De A. D. B. (L. Van Berckelaer) . . . . . Het aanstaande Syndikaal Kongres 185 Het Belgisch Verbond der Artiest-Muzikanten De syndikale eenheid 186 in 1924 De konflikten 186 50e verjaring van de Gentsche Socialistische Algemeene vergaderingen van den A. R. der Vlasbewerkersvereeniging (K. Hannick) . . B. W. P. en van het N, K. der S. K. . 293, 321 De Centrale der Metaalbewerkers en het loonvraagstuk Verklaring van de Brouckère 321 De resolutie Mertens 322 Beambten en werklieden der Openbare Diensten vereenigen zich De Centrale van het Soc. Onderwijzend PersoALGEMEENE BEWEGING : neel in 1924-25 De bedrijvigheid der Federaties van Vakbonden van : De Belgische vakbeweging : . . . öö Zi^id- en Midden West-Vlaanderen 55,97, 324 Naar de samentrekking der organisaties die glas Luik . . . . . . . 71 Doornik . . . . bewerkers groepeeren (Joz. Bondas) . 71, 324 Een grooten strijd uitgesteld (J. Bondas). Verviers . . . . . . 87 De propaganda in de Kleeding . . . Turnhout . . . . . . . 99 De leonkwestie in de Houtnijverheid . . . Gfent . . . . 112 Het syndikaal onderzoek over 1924 . . . . Selzaete . . , , ; , 124 Leuven . ._,.:-..5;.*. Naar de oplossing der syndikale grensgeschil Oostende . . . . len... door aller goeden wil (J. Bondas) .> .', 1 3 7
26 69 70 70 96 111 123 176 187 188 204 205 206 221 221 222 223 246 295 309 276 323 278 333 359 359
3
ie
m 27 39 46
Bladz.
Over de Centrale der Glasbewerkers . . . . De hernieuwing van het kollektief kontrakt in de Boeknijverheid Een te bestudeeren gedachte (L. Delattre) . . Dé stakingen en uitsluitingen in België in 1924 . De betrekkingen tusschen de samenwerkingen en de vakbonden (Joz. Bondas) Patroonsdreigingen in de Kolennijverheid . . Een belangrijke uitspraak van den werkrechtersraad van Nijvel (J. Bondas) Het vraagstuk der loonen in de mijnen. — Een manifest van de Centrale der Mijnwerkers . In de Metaalnijverheid. — Twee belangrijke geschillen in 't vooruitzicht De Metaalbewerkers verdedigen zich (P.V.M.). De toestand in de Metaalnijverheid Een in Pelsnijverheid te verwachten geschil . . Ontwerp van oprichting eener nieuwe Centrale. De inrichting van den Weerstand der Arbeiders (P. Van Maldere) 227, Het konflikt in de Metaalnijverheid (P.V.M.) . De staking in het Boek De vakorganisatie en de koöperatieven (Joz. Bondas) Een oproep der S. K. ten gunste der stakers van de Metaalnijverheid en het Boek Einde van het konflikt in den Machienbouw . . De weerstand der arbeiders (E. Gryson). . . Einde der staking in de Boeknijverheid (P. Van Maldere) De samentrekking heeft een nieuwen stap vooruit gedaan. — De Centrale der Textielarbeiders (Joz. Bondas) Het konflikt in de Boeknijverheden (H. Berckmans) 295, Een meening over de organisatie van het Personeel der Koöperatieven (A. Demoulin) . . . De vakorganisatie en de koöperatieven. — Enkele ophelderingen (Joz. Bondas) . . . . De vakorganisatie en de koöperatieven (A. Demoulin) De solidariteit ter gelegenheid van het konflikt in de Boeknijverheid . . Het vraagstuk der afbakening van de syndikale grenzen en het personeel der Koöperatieven (W. Derix) . , . .
68 86 91 95
116 136 162 175 186 186 221 244 249 250 255 260 260 266 275
Frankrijk :, Een belangrijke zitting van het Bestuur der C. G. T De Syndikale Eenheid . . . . \ . . . . De sociale verzekeringen . . . . . . . . De buitenlandsche arbeidskrachten De mislukking der algemeene 24-urenstaking in Frankrijk (P. V. M.) Revolutionnaire strijdkunde De vooruitgang der C. G. T
106 106 107 107 317 355 357
Groot-Brittanje : De financieele toestand der vakbonden verbetert. De deelneming in de winst in Engeland (P. V. M.) Het deelgenootschap in de winst in Engeland (M. Fikenne) Het deelgenootschap in de winst in Engeland — Antwoord (P. V. M.)
108 247 288 288
Hongarië : De strijd der Patroonsvereenigingen tejgfc de Arbeidersorganisaties . . . . .*'•;•*•. tM De Vakbeweging in Hongarië (P. V. M.) . . . 237
286 Italië : 308 301
De tegenwoordige richting van het Italiaanse^ vakverbond . . . . . . . ....... .
De vakbeweging 329 332
Denemarken :
306
Kanada : De arbeidsgeschillen . . . . . . -• ., . 120 De statistiek der konflikten van 1901 tot 1924 . 121 De werkloosheid 121
340
De arbeidsvoorwaarden der kinderen in de tapijtfabrieken te Peking . 185 De onlusten in China (J. W. Brown) . . . . 2Ö2
9£
Japan :
314
China :
Luxemburg : Het arbeiderstoezicht. — Bestuit van 8 Mei 1925 betreffende de instelling van arbeidersafvaardigingen in de nijverheidsondernemingen . . 169 De vakbeweging 291 Mexiko : De vakbonden tegen de kommunistische partij. 135 Het vakverbond en de stakingen . . . . . . 162
115 133 174 220 331
•>'";' Düitschland: De vakbonden: en hét hiët-oritruiraen Kèulsche gebied . . . . . . . v Dë kollektieve overeenkomsten . . . Een vergadering van hét Hoofdbestuur r #uitsch vakverbond . . . . . . •
Bladz.
De kristene vakbonden 109 De beroepsvoorlichting in Düitschland . . . 118 Een onderzoek van het Duitsch vakverbond over den arbeidsduur 134 De Duitsche vakbeweging (P. Henry) . . . . 270 De Werkloosheidsverzekering in Düitschland . 283
104 112
Internationale Vakbeweging
De Deensche werkgevers tegen het Internationaal Bureel van den Arbeid . . . . . . . De strijd der vakbonden . . . . . . . . Einde van het konflikt De arbeiderssolidajiteit ut de stakingen . . . Die Federatie der ongeschoolde arbeiders verlaat de S. K. . . . . . . . "V . . . . .
-
Nederland ; De arbeidsgeschillen ïn 1923 De stakingen en uitsluitingen in 1924 . Ledental der vakorganisaties '. . . . -
Nederlandsen Indië : . '
De vakbeweging . van hét . . . 84 I . • 84 vtobèè . ; w 108
Noorwegen:
.
.
109 . . v 'M£ . . . :34& f
ü, V r
.••;.'. •'•'.•• :-^zi>ï^mm?iM$3: .,.:-^..v',.;;;^. '*,.n. '';;.
Hét ledental der vakbonden . '.. . . . . > . :i2 Eén konferentie met de v a k b o n d w r t è ^ ^ N ^ gers de$ Nóorderlanden . . '. v *. "T-a,^i*':h;^;53^.::*;
IV — Bladz.
Oostenrijk : De vakbonden
332
Palestina : De arbeidersbeweging {f. W.-Swwiï) . . . . 184 Rusland : Het ledental der vakbonden. — De loonen . . Syndikale vraagstukken De vakbonden en de voorstellen van wijzigingen aan het arbeidswëtboek . De syndikale aktie der onderwijzers. — Hun arbeidsvoorwaarden De werkloosheid De opbrengst en het loon der mijnwerkers . . De financies der vakvereenigmgen Nog het werkloosheidsvraagstuk . . . '. . Spanje :
41 41 84 121 161 170 172 258
De « klassenstrijd «-vakbonden . maken vooruitgang 108 Een bijeenkomst van het algemeen arbeidersverbond 248 Tsjeko-Slowakije : De stakingen en uitsluitingen in 1923 . . . . Arbeidersopvoeding In de vakbeweging Vereenigde Staten van Amerika : De opvolger van Gompers Het 44e Kongres van de « American Federation of Labor » De vooruitgang van het syndikalisme . ... De vrouwen in de vakbonden . De vakvereenigingen en de kiezingen . . . . De organisatie der negers De negers ontvoogden zich Yoego-Slavië : Een enkele Syndikale Kommissie
53 53 344 24 40 109 173 248 274 307 346
Zweden ; Het ledental der vakvereenigingen . . . . . 173 De syndikale samentrekking . . . : . . . 320 Zwitserland : Het syndikaal programma voor 1925 . . . . De vakbeweging in 1924 .
220 290
Internationale vak- en arbeidersbeweging : Gemeenschappelijke aktie der havenarbeiders van de Noordzeehavens . . 170 Een pan-pacifleke Vredeskonferentie . . . 305
Syndikale Eenheid Hond de internationale syndikale eenheid . . 10 Het'I. V. V. en de Russische vakbonden (Corn. Mertens) ..,.. . . . . . . 30 De syndikale eenheid en het I. V. V. . . . . 48 £fó" Internationale der Glasbewerkers en de syndikale eenheid 52 De vakbeweging en hare eenheid (Corn. Mertens/. .. .. . .. • . . . . . . # • oo Internationale eenheid (Corn. Mertens) . . . 102 ü^y^lkaie, eenheid in Frankrijk . . . .106
Bladz.
Internationale eenheidspogingen (Corn. Mertens) .114 Het vraagstuk der internationale syndikale eenheid. — De Anglo-Russische overeenkomst (Corn. Mertens) 127 Gemeenschappelijke verklaring over de internationale eenheid 128 Amsterdam-Londen-Moskou (J. Oudegeest) . . 157 Het standpunt der Russische vakbonden . . . 159 De internationale syndikale eenheid (J. Oudegeest) 219 De strijd voor het eenheidsfront (J. Oudegeest). 271 Tomsky en Losowsky . 289 In verband met een interview (P. V. M.) . . . 318
Kongressen Nationale Kongressen : XXÏVeKongres der Syndikale Kommissie . . . 210 Bedienden . 87, 208 Boek .334 Bouw, Ameublement en- G. V 2tf7 Mijnwerkers 86, 138 Oude Mijnwerkers 96 Onderwijzend Personeel 27 Nationaal Syndikaat van het Burgerlijk Personeel van het Ministerie van Landverdediging . 296 N, S. van het Ministerie van Geldwezen . . . 240 S. P. T. T. Z 139 Spoorlui van den Nord-Belge . . . . . . 251 Steenbewerkers . 208, 239 Textielbewerkers . . . . . . . v. . . . 252 Tramwaymen . . . 224, 360 Voeding 96 Gewestelijke Kongressen : Federatie van Vakbonden van Charleroi . . '. | { $ Vakcentrale van Verviers . . . . . . . . 304 Internationale konferenties, vergaderingen en kongressen : Vergadering Bureelen I. V. V. en S. W, I. 23, 303 Een belangrijke vergadering; van het Bestuur van de Internationale Federatie der Metaalbewerkers . 24 In de Internationale der Steenbewerkers . . . 25 Een Internationale Konferentie der Metaalbewerkers . 94 Het Bestuur van de Internationale der Voeding heeft het Russisch vraagstuk besproken . . 110 Een Internationaal Kongres der Bakkersgasten . 110 De VII* Internationale Konferentie van den ArbeidJCom. Merten$ . . . . . . .. 190 Konventies, aanbejBfUingen en resoluties gestemd op de VII6 Internationale Konferentie van den Arbeid # . . . . . . . . . . 196 Een kon&rentie der Aziatische arbeiders . 204 Het Intern. Kongres der Schilderssasten en de samensmelting met de Bouwwerklieden . 236 Qpvhet Internationaal Kongres der Houtbewerkers 238 Internationaal Kongres der Tramwaymen . . . 272 Internationaal Kongres der Tabakbewerkers . . 27S Wèreldkongres der Bakkersgasten . . . . . 274 Internationaal Kongres der Hoedenmakers . . 319 Internationaal Kongres der Leder- en Huidenbewerkers, . .. ., .. *. . ; ,.;• é. . , .iu^46
Bladt.
International Kongres der Bedienden en Techniekers 347 Internationaal Kongres der Voedingsarbeiders . 348 Internationaal Kongres der Steendrukkers . . 357 Nationale Kongressen in het buitenland : Het Italiaansch Syndikaai Kongres (C. Mertens) 4 e f Het 44 Kongres van de « Americari Federation of Labor » 40 Het Kongres der C. G. T. (Joz. Bondas) . 258, 267 Het Duitsch Syndikaai Kongres (Gorn. Mertens) 268 Het Noorweegsch Syndikaai Kongres . . . . 275 Een Syndikaai Kongres in Luxemburg (Corn. Mertens) 287 Het Syndikaai Kongres in Kanada 345
Internationaal Arbeidsbureel De aanstaande Internationale Konferentie van den Arbeid 81 Naar de bekrachtiging der Overeenkomsten . . 81 Met het oog op de VIP Internationale Konferentie van den Arbeid : De arbeidsongevallen ter Konferentie van Genève (Joz. Bondas) . . . 130 De afschaffing van den nachtarbeid in de broodbakkerijen (P. Van Maldere) 132 De wekelijkscjie 24-urenwerkstilstand in de glasblazerijen met wanovens (L. Gris) . . . . 144 Gelijkheid van behandeling van de vreemde en eigen arbeiders slachtoffers van werkongevallen (Julia Léonet) '156 e VII Zittijd van de Intern. Konfer. van den Arbeid. — Vragenlijst en antwoorden betreffende het herstel der werkongevallen . . . 145 Het Internationaal Bureel van den Arbeid en het Trekken der Arbeiders (Louis Varlez) 166, 179 e De VII Internationale Konferentie van den Arbeid : Konventies, aanbevelingen en resoluties gestemd op de VIIe I. K. van den A. . . . 196
Internationaal Vakverbond Vergaderingen Bureelen I.V.V. en S.W.I. 23, Bureelvergaderingen . . . . 64, 93, 272, Vergadering van den Algemeenen Raad . . . Vergadering Anti-Oorlogskomiteit Vergadering met de Beroepssekretarissen . . Een vergadering van het Internationaal Arbeidstersvakvereenigingskomiteit . . . . . . .
303 303 64 304 304 330
• • *
De syndikale eenheid in het I. V. V
48
Blad*.
Het L V. V» en de Arbeidersopvoeding . . . 49 Metaaltrust en Handelsverdragen 68 Het I. V; V. en de Internationale betrekkingen. 83 Manifest van het I. V. V. voor Een-Mei 1925 . 119
Internationale Beroepssekretariaten In de Internationale Federatie der Hoedenmakers 51 De Internationale der Glasbewerkers en de Syndikale Eenheid . . . * 52 Het Internationaal Verbond der Voeding en de strijd tegen het nachtwerk in de broodbakkerijen 119 Het jaarverslag van de Internationale Federatie der Steendrukkers 305 e XXV verjaring van het Internationaal Verbond der Hoedenmakers 319
Kristene Vakbeweging Het aanstaande Internationaal Kristen Syndikaai Kongres 53 Het aanstande Kongres der Kristene Vakbonden. 54 De Kristene werkgevers organiseeren zich . . 54 Over het Kristen Syndikaai Kongres (P. Van Maldere) 254, 298 Het Kristen Syndikaai Kongres . . . . . . 266 Socialistisch syndikalisme. — Kristen syndikalisme 354
Necrologie Samuel Gompers (Corn. Mertens) Crawford (C. M.) Ole O. Léan (C. M.) Fred Bramley (Corn. Mertens) Merrheim-Greulich
14 103 104 301 328
Sociale wetgeving (nationale en internationale) De bescherming der vreemde arbeiders. — Een ontwerp van Overeenkomst tusschen Frankrijk en België . . , . 42, 63 Een niéuw koninklijk besluit op de Werkbeurzen 56 De wet op het pensioen der bedienden . . . .333 Wet van 10 Maart 1900 .336 Over de uit het arbeidskontrakt voortspruitende verplichtingen (J. Lombaerts) 342 Inrichting der Werkloosheidsverzekering. —, Wijziging van het koninklijk besluit dd. 18 Februari 1924 . 353