Het Achtvoudig Pad Als we de geschiedenis van het boeddhisme nagaan zien we, school na school, traditie na traditie, dat voortdurend opnieuw verwezen wordt naar de Vier Edele Waarheden en vooral naar het Edele Achtvoudige Pad. Toen Boeddha uit zijn diepe meditatie kwam kon hij spontaan in zichzelf de absolute waarheid zien die ten grondslag ligt aan al wat bestaat. Maar de Boeddha zag het niet alleen, hij kon het ook later voor andere mensen zo begrijpelijk formuleren dat zij het tot de dag van vandaag kunnen benutten en volgen. Deze exacte formuleringen maken de leer van de Boeddha juist ook zo aantrekkelijk voor talloze mensen, maar velen blijven helaas in de verklaringen steken. Wat de Boeddha in zijn verlichting beleefde noemde hij toen de Vier Edele Waarheden. Zij vormen de as waar omheen de gehele leer als een wiel wentelt. 1.De eerste Edele Waarheid is de waarheid van dukkha: leven is lijden. Niets wereldlijks kan werkelijk bevredigen. Dukkha betekent ook dat de voortdurende beweging voor ons wrijving bewerkstelligt. Deze wrijving, ontstaan door een beweging van de geest of het lichaam, roept in ons steeds het gevoel op niet werkelijk tot rust gekomen te zijn. 2.De tweede Edele Waarheid is de waarheid van de oorzaak van het lijden. De enige reden waarom we nooit werkelijk tevreden zijn wordt door de tweede Edele Waarheid aangegeven. Wij hebben namelijk voortdurend begeerte in ons.
3.De derde Edele Waarheid is de waarheid van het beëindigen van het lijden. Er is dus een mogelijkheid om het lijden volkomen kwijt te raken, dus een toestand te bereiken waarin het niet bestaat. Om dit te kunnen nagaan moeten we ons eerst bezighouden met de vierde Edele Waarheid, namelijk de weg. 4.De vierde Edele Waarheid is de waarheid van de weg, die leidt naar het beëindigen van het lijden. En die laatste waarheid is niets minder dan het Edele Achtvoudige Pad. Men kan het pad ook vergelijken met een landkaart waarop alle stations precies staan aangegeven. Het Edele Achtvoudige Pad wordt zo genoemd omdat het acht treden, acht stappen, omvat. Ook wordt het Achtvoudig Pad soms vergeleken met een ladder met acht sporten, alsof er een ontwikkeling mogelijk is door beurtelings elke discipline te beoefenen. Dat is een misleidend idee, daar de Boeddha benadrukte dat progressie gemaakt wordt door elk aspect van het Pad te beoefenen in harmonie met een ander aspect. Het Achtvoudig Pad bestaat uit de volgende acht treden die gegroepeerd zijn in de drie aspecten van de boeddhistische praktijk: - wijsheid (prajna) - ethisch gedrag (silo) - mentale discipline (sarnadhi) Onder wijsheid vallen de eerste twee treden: 1 De juiste zienswijze (samma ditthi) 2 Het juiste denken (samma sankappa)
Onder ethisch gedrag vallen de treden drie t/m vijf: 3 Het juiste spreken (samma vaca) 4 Het juiste handelen (samma camrnanta) 5 Het juiste levensonderhoud (samma ajiva)
Onder mentale discipline vallen de treden zes t/m acht: 6 De juiste inspanning (sarnma vayama) 7 De juiste waakzaamheid (samma sati) 8 De juiste concentratie (sarnma samadhi) Het is uitermate belangrijk om de onderlinge verbanden tussen deze categorieën te begrijpen. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk te erkennen dat ethisch gedrag absoluut noodzakelijk is om wijsheid te bereiken en dat we zonder mentale discipline de capaciteit missen voor ethisch gedrag. Daarom kunnen ook mededogen en wijsheid, de kenmerken van de Boeddha of Verlichte, niet afzonderlijk worden behaald. Denk nu even na over het eerste van de drie aspecten, de wijsheid. In eerste instantie ziet men dat wijsheid bestaat uit de eerste twee factoren : de juiste zienswijze en het juiste denken. Denkt men nu verder na dan moet men uiteindelijk tot de conclusie komen dat het aspect wijsheid alleen maar kan bestaan in afhankelijkheid van de twee andere aspecten met al zijn factoren, namelijk het ethische gedrag en de mentale discipline. Nu volgt een korte uitleg van de acht treden van het Achtvoudige Pad.
De eerste trede van het Achtvoudige Pad is de juiste zienswijze. Met juiste zienswijze wordt bedoeld een einde te maken aan de egoïstische manier van leven om alles te bezien vanuit ons eigen standpunt. Volgens Boeddha houdt het hebben van een mening over iets in dat de realiteit wordt bevroren, dat we de wereld in gedachten proberen te vangen. Een mening lijkt namelijk op een momentopname, of het stilzetten en bevriezen van wat er op een bepaald moment gebeurt of gebeurd is. Maar wat Boeddha met de juiste zienswijze bedoelt heeft hier niets mee te maken. Hij bedoelde met 'juist zien' jezelf niet vastleggen in een speciale zienswijze, wat betekent dat je niet gevangen zit in ideeën, concepten, overtuigingen of veronderstellingen. Het zien van een Boeddha is het zien hoe de dingen werkelijk zijn. Het zijn niet de details van het leven die bij elkaar opgeteld tot de juiste zienswijze leiden. Het is alleen de waarneming van totaliteit van het leven als een voortdurend in beweging zijnd geheel die tot het juiste zien leidt. Daarom is het juiste zien alomvattend en kan het nooit in strijd zijn met andere zienswijzen. De tweede trede van het Pad is het juiste denken. Dit wordt ook wel de juiste motivatie of het juiste besluit genoemd. Juist denken leert ons de ‘drie kwalen van de geest' te vermijden, namelijk hebzucht, wrok en boosaardigheid. De drie kwalen maken van de menselijke geest een wrokkige geest, een geest die kwaad en onverdraagzaam wordt als hij niet krijgt waarop hij denkt recht te hebben. Dit leidt dan weer tot het overgaan tot verkeerde motivaties, besluiten en handelingen. Door ons van deze 'drie kwalen van de geest' te ontdoen, krijgen wij een onbaatzuchtige, edelmoedige en royale geest, zoals de geest van Boeddha zelf. De derde trede van het Pad is het juiste spreken. Juist spreken is: altijd het gepaste woord in de mond hebben. De meest voor de hand liggende vorm van juist spreken is niet liegen. Behalve morele gronden om niet te liegen is er ook een aantal praktische redenen om waarachtig te zijn. Het doel van het Achtvoudige Pad is ervoor te zorgen dat je geest niet in verwarring raakt, zodat je al je aandacht op het huidige moment kunt richten.
Door het verkondigen van leugens raakt je geest steeds meer in verwarring. Je moet je dan voortdurend herinneren wat je tegen wie gezegd hebt. De problemen stapelen zich op en het zal steeds moeilijker worden om tot ontwaken te komen. Een tweede aspect van het juiste spreken is het niet gebruiken van grove en beledigende taal. Het is onnodig. Een ander punt van het juiste spreken is het afzien van geroddel en opschepperij. Het is wel duidelijk dat geroddel, achterklap en wilde verhalen niet bevorderlijk zijn voor het ontwaken. De vierde trede van het Pad is het juiste handelen. Juist handelen wil zeggen: handelen dat voortvloeit uit een niet geconditioneerde geest. Dit betekent: niet de dingen doen die andere levende en voelende wezens kwaad berokken. Hierdoor wordt een vredig en harmonieus gedrag bevorderd. De vijfde trede van het Pad is het juiste levensonderhoud. Het juiste levensonderhoud betekent dat wij ons voorzien in alle levensbehoeften, voedsel, kleding en huisvesting. Dit betekent dat we onze kost op een eerlijke manier verdienen door anderen niet te benadelen. De zesde trede van het Pad is de juiste inspanning. Juiste inspanning is het proberen voortdurend en volledig in het hier en nu te leven, waardoor we vrijwillig afstand doen van onze geconditioneerde geest, de gefragmenteerde mentaliteit en het dualistisch denken en zo de geest weer heel en gezond maken. De zevende trede van het Pad is de juiste waakzaamheid of de juiste aandacht. Zonder de juiste waakzaamheid is het voor ons onmogelijk om opkomende gedachten te kunnen beoordelen op heilzaam of onheilzaam. Het is daarom van belang dat we steeds, of zo veel mogelijk, weten wat we werkelijk doen met ons lichaam, wat de inhoud van onze gedachten is, wat we voelen en hoe we reageren. Zonder waakzaamheid is het moeilijk, zeg maar rustig onmogelijk, om concentratie of helder inzicht te verkrijgen.
De achtste trede van het Pad is de juiste concentratie. Het is de laatste stap op het Achtvoudige Pad en betekent een zich volledig verdiepen; dus volledige, ononderbroken concentratie. Door voorbereidende oefeningen te praktiseren leert men de geest beetje bij beetje kennen. Eerst ziet men zijn beweeglijkheid en springerigheid, waardoor hij moeilijk te beteugelen valt. Het is een toestand waarbij de gedachten als wolken op de achtergrond komen en gaan. Uiteindelijk bereikt men door de juiste inspanning, de juiste waakzaamheid en de juiste concentratie de uiteindelijke diepte –meditatie. Pas dan kan de geest rust en vrede vinden en wordt hij in staat gesteld het inzicht te verkrijgen dat niets anders in de wereld hem dit geluk kan bieden en hij gaat niet meer naar het wereldlijke op zoek. Want om het Pad werkelijk tot het einde toe te gaan, moet je ophouden - als je de illusie doorzien hebt - naar wereldlijk geluk te zoeken. Neem de waarheden van het Achtvoudige Pad niet op gezag van een ander aan, maar pas ze toe in je eigen leven en onderzoek zelf of ze wel of niet bevorderlijk zijn voor je ontwaken. Houd altijd voor ogen dat de Boeddha-dharma over zien gaat en niets met geloof te maken heeft.