FYSIOTHERAPIE
Herstellen na operatie aan een vernauwing of hernia in de onderrug ADVIES
Herstellen na een operatie aan een vernauwing of hernia in de onderrug U wordt geopereerd aan een hernia en/of wervelkanaalvernauwing in de onderrug. Na de operatie kost het enige tijd voordat u volledig hersteld bent. Hoe lang dit duurt is voor iedereen anders. Verschillende factoren, zoals uw leeftijd, lichamelijke conditie en eventuele eerdere operaties aan uw wervelkolom, spelen hierbij een rol. Het is belangrijk om, vooral in de eerste 6 weken, extra goed te letten op uw houding en de bewegingen die u maakt. In deze folder leest u waar u op moet letten bij verschillende activiteiten. Daarnaast onderzoekt hij/zij hoe u op dat moment lichamelijk functioneert. De fysiotherapeut kan u op basis hiervan een advies op maat geven. Wij raden u aan uw partner, een familielid of een goede kennis mee te nemen naar deze afspraak. Na afloop kunt u dan thuis samen bespreken wat u eventueel nog voor de operatie moet regelen.
Voor de operatie Wij adviseren u om deze folder al voor uw operatie aandachtig door te lezen. Zo bent u goed voorbereid en weet u wat u kunt verwachten. Wilt u graag in een persoonlijk gesprek uitleg over de herstelperiode na uw operatie? Dan kunt u zelf een afspraak maken met een van onze fysiotherapeuten. U vindt het telefoonnummer achter in deze folder. Het kan ook zijn dat de neurochirurg u voor de operatie doorverwijst voor een afspraak met een van de fysiotherapeuten in ons ziekenhuis.
De kosten voor deze afspraak vallen onder reguliere fysiotherapie. Bent u niet aanvullend verzekerd voor fysiotherapie? Dan ontvangt u daarvoor een rekening.
Vragen?
De fysiotherapeut geeft u informatie over het traject na de operatie, geeft u instructies en vertelt u over de leefregels waar u zich na de ingreep aan moet houden.
Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan gerust contact op met de poli Fysiotherapie. 1
• het geven van adviezen en • beantwoorden van uw vragen. In principe krijgt u geen oefeningen mee voor uw rug.
In overleg met uw specialist of uw fysiotherapeut kunt u de aanwijzingen meer toespitsen op uw persoonlijke situatie. U vindt het telefoonnummer van de poli achter in deze folder.
Naar huis Op dag 2 wordt in overleg met uw behandelend arts bepaald wanneer u naar huis kunt. Of u naar huis mag is afhankelijk van hoe uw wond herstelt, hoe goed u zelfstandig kunt lopen en traplopen en uzelf kunt wassen en aankleden. Als dit goed gaat, mag u in de loop van de dag naar huis. U krijgt van uw arts een machtiging voor fysiotherapie en een overdracht mee. Zo kunt u bij een fysiotherapeut bij u in de buurt verdergaan met uw therapie. In het begin kan de fysiotherapeut voor de therapie bij u thuis langskomen. Het is echter het beste om voor de therapie naar de fysiotherapiepraktijk te gaan. Daar zijn alle faciliteiten om te oefenen namelijk beter dan bij u thuis.
Wij wensen u een spoedig herstel toe.
Na de operatie Dag 1 De fysiotherapeut komt de dag na de operatie bij u langs om de uitvoering van algemene bewegingen met u door te nemen. Hij legt bijvoorbeeld uit hoe u zich kunt draaien en verplaatsen in bed en hoe u het beste in en uit bed kunt komen. Ook kijkt de fysiotherapeut hoeveel kracht u hebt, hoe het staat met het gevoel in uw benen en de stabiliteit van uw lichaam. Om uw kracht en stabiliteit te beoordelen zal hij u onder andere vragen te staan, een stukje te lopen en op één been te gaan staan. U maakt met de fysiotherapeut afspraken over de activiteiten die u zelfstandig mag uitvoeren. De verpleegkundigen weten van deze afspraken en kunnen u de rest van de dag hierbij begeleiden.
Hulpmiddelen Meestal gaat u zonder hulpmiddelen naar huis. Als u toch een hulpmiddel nodig hebt, dan adviseert de fysiotherapeut u daarin.
Dag 2
Pijn
De fysiotherapeut kijkt naar uw houding en naar hoe u loopt (looppatroon). Als het bewegen gaat zoals verwacht, mag u zelfstandig op uw kamer en de afdeling lopen. Als het nodig is oefent u onder begeleiding van de fysiotherapeut met traplopen.
Na de operatie kunt u pijn hebben. Dit kan worden veroorzaakt door: • wondpijn: deze pijn wordt veroorzaakt door de wond die tijdens de operatie is ontstaan; • pijn vanuit de spieren en gewrichten; • zenuwpijn: door de hernia of de wervelkanaalvernauwing heeft er lange tijd druk op de zenuw gestaan. De hernia of vernauwing is weliswaar behandeld, maar de zenuw is nog geïrriteerd.
De nadruk van de behandeling door de fysiotherapeut ligt op: • het kunnen uitvoeren van dagelijkse activiteiten; 2
Door lopen en oefenen kan de zenuw weer opspelen en dezelfde klachten geven als voor de operatie. De klachten zullen wel minder hevig zijn, dan voor de operatie. Ze kunnen ook de tweede of derde dag na de operatie optreden, omdat u dan meer gaat doen.
Activiteiten
Pijnklachten na de operatie zijn niet ongewoon. Vaak voelt u zelf aan of u spierpijn of zenuwpijn hebt. Spierpijn is niet direct een reden om het rustiger aan te doen. Dit gaat vanzelf weer over. Bij zenuwpijn is het goed om voldoende rust te nemen, om de zenuw de gelegenheid te geven zich te herstellen.
Uit bed komen / in bed gaan liggen
In de herstelperiode na de operatie is het belangrijk dat u bij uw activiteiten extra goed op uw houding let. Hieronder vertellen we u waar u bij een aantal dagelijkse activiteiten op moet letten.
Als u in bed ligt en uit bed wilt komen, kunt u het beste de volgende stappen volgen: • U ligt op ligt op uw rug. U trekt een been op totdat uw knie gebogen is (zie afbeelding 1a op de volgende bladzijde). Wilt u aan de linkerkant van uw bed uitstappen dan trekt u uw rechterbeen op, stapt u aan de rechter zijde uit dan trekt u uw linkerbeen op. • U gaat in zijligging liggen; de gebogen knie steekt dan iets over de rand van het bed (zie afbeelding 1b). • U spant uw buikspieren aan, houdt uw knieën en voeten tegen elkaar en buigt uw knieën tot ongeveer 90 graden. • U legt uw voeten over der rand van het bed en drukt u met behulp van uw armen op. • Terwijl u met uw romp omhoog komt, laat u tegelijkertijd beide onderbenen langs het bed zakken (zie afbeelding 1c). Voer de bewegingen vloeiend en rustig uit. Zorg ervoor, dat de rug niet draait en dat de schouders en het bekken in één lijn blijven.
Vaak is zitten erg belastend voor uw rug. We raden u daarom aan om lopen, liggen en zitten regelmatig af te wisselen.
Gevoel Het kan zijn dat u het dove gevoel in uw benen na de operatie meer voelt dan daarvoor. Doordat uw pijn niet meer overheerst, valt het dove gevoel meer op.
Spierkracht Na de operatie nemen de uitvalsverschijnselen vaak af. Dit is helaas niet altijd het geval.
Wanneer u weer gaat liggen voert u de bewegingen in de omgekeerde volgorde uit.
Bekijk ook het mobilisatieschema op pagina 9 en 10 over het opbouwen van uw activiteiten en het nemen van rust tijdens uw herstel.
3
Activiteit: van zit naar stand Als u zit en wilt gaan staan, dan kunt u hiervoor de volgende stappen volgen: • Zet beide voeten op de grond. Eventueel kunt u uw sterkste been naar achteren plaatsen en het andere been wat naar voren. • Zet uw handen op uw bovenbenen (zie afbeelding 2) en breng uw schouders naar voren. • Buig in de heupen, houdt de rug recht en ga staan.
1a. U ligt op uw rug.
Zit u op een stoel met armleuningen? Dan kunt u bij het opstaan gebruikmaken van de armleuningen.
1b. U gaat in zijligging liggen.
1c. De romp komt omhoog, de benen gaan omlaag.
2. Van zit naar stand.
4
Zitten Zitten is belastend. Houd bij zitten rekening met het volgende: • De stoel waar u op zit moet hoog genoeg zijn. U moet recht kunnen zitten met uw voeten op de grond (zie afbeelding 3b). • Probeer ontspannen te zitten met uw billen achter in de stoel en uw rug tegen de rugleuning. Let op dat u niet onderuitgezakt zit (zie afbeelding 3a). Dat is het makkelijkst op een stoel met een hoge, licht achterover hellende rugleuning met voldoende steun in de onderrug. • Zit de eerste 6 weken na de operatie maximaal 15 minuten achterelkaar. Ga regelmatig even staan of lopen (3 minuten staan of lopen).
3b. Goed
Aan- en uitkleden Het belangrijkste als u zich aan- of uitkleed, is dat u uw rug rechthoudt. Maak zo min mogelijk draaibewegingen met uw bovenlichaam. Als voorbeeld gebruiken we het aan- en uittrekken van uw schoenen. Ga bij het aan- en uitrekken van uw schoenen zitten. Wilt u uw linkerschoen aan- of uittrekken? Plaats uw linkervoet dan op uw rechterknie (zie afbeelding 4b). Zo hoeft u niet te bukken en kunt u er gemakkelijk bij.
Na 6 weken mag u al wat langer zitten. We adviseren u om maximaal twee uur achter elkaar te zitten. Hebt u een beroep waarbij u veel zit? Dan is een goede, op uw maat ingestelde werkplek wenselijk. Vraag advies aan de bedrijfsarts of de fysiotherapeut. Hieronder ziet u welke zithouding juist is en welke niet.
3a. Fout
4a. Fout 5
5a. Fout 4b. Goed
Met de auto: instappen en zitten In de auto stappen gaat makkelijker als u hierbij ook uw armen gebruikt. Bij het instappen kunt u het beste de volgende stappen volgen: • U gaat met uw rug naar de auto staan. • Steek uw armen naar achteren uit voor steun en ga op de autostoel zitten (zie afbeelding 5b). U zit dan zijwaarts op de autostoel met uw benen buiten de auto. • Draai daarna op uw billen richting de auto en zet uw benen een voor een in de auto (zie afbeelding 5c). Tip: leg voordat u gaat zitten een vuilniszak op de zitting van de autostoel. Zo gaat het draaien makkelijker.
5b. Zoek steun met uw armen
De eerste 6 weken na de operatie kunt u de rugleuning het beste laag plaatsen, zodat u meer ligt dan zit (zie afbeelding 5d). Hierdoor komt er minder druk op uw rug.
5c. Draai richting de auto.
5d. U ‘ligt’ in de auto.
6
Sporten
Algemene adviezen voor de eerste 6 weken
De eerste 6 weken mag u niet sporten. Als u voor de operatie aan sport deed en een goede conditie had, zult u merken dat uw conditie behoorlijk is verminderd. U moet dus eerst uw conditie verbeteren, voordat u weer deelneemt aan een eventuele training. Dit kunt u thuis bijvoorbeeld doen door te wandelen. Als u dit 20 minuten kunt volhouden, dan kunt u gaan joggen. Zorg voor goede schokabsorberende schoenen. Voer uw tempo bij het joggen geleidelijk op, totdat u goed kunt hardlopen. Langzamerhand kunt u weer beginnen met de training van uw sport. Wees vooral zeer voorzichtig bij contactsporten, zoals voetbal of judo.
In uw herstelperiode is het belangrijker dan ooit om de signalen van uw lichaam serieus te nemen. Het is normaal om de eerste weken wondpijn te hebben. Daarnaast kunt u na de operatie nog klachten hebben. Hoelang het duurt voordat deze wegtrekken, is afhankelijk van hoelang u voor uw operatie al klachten had en hoe ernstig deze waren. Hieronder geven we aan wat u de eerste 6 weken kunt doen om uw herstel te bevorderen en wat u in deze periode nog niet mag doen.
Wel doen:
Seksualiteit
• Rusten. Om uw rug goed te laten herstellen moet u voldoende rust nemen. U geeft uw rug rust door te liggen. Las, verdeeld over de dag, voldoende rustmomenten in. We adviseren u om maximaal 15 minuten achterelkaar te zitten. In het mobilisatieschema achter in deze folder leest u hoe u uw activiteiten in de weken na de operatie kunt opbouwen. • Conditie rustig opbouwen. U kunt uw conditie stapsgewijs opbouwen door te wandelen of maximaal 15 minuten te fietsen op een hometrainer. Omdat u bij het fietsen op de hometrainer zit, en zitten belastend is voor uw rug, kunt u dit beter niet langer dan 15 minuten achterelkaar doen. • Voorzichtig bewegen. Voorzichtig bewegen is goed voor het herstel. Wees daarom niet bang om te bewegen. Angst om te bewegen kan leiden tot gespannen rugspieren, waardoor uw klachten toenemen. Beweeg uw rug
Bij seks gelden dezelfde adviezen als bij andere activiteiten en hoeft niet gemeden te worden.
Fysiotherapie thuis We adviseren u om thuis verder te gaan met fysiotherapie. De eerste 6 weken ligt de nadruk op het herstel van uw wond en het weer oppakken van dagelijkse activiteiten. Vanaf de zesde week na de operatie is uw rug voldoende hersteld om ook zwaardere activiteiten aan te kunnen. U mag dan rustig aan beginnen met krachttraining, werken en sporten. Het is goed om na de eerste 6 weken onder begeleiding van de fysiotherapeut verder te werken aan het opbouwen van uw conditie, bewegingen en activiteiten. De therapeut kan u hierbij adviseren.
7
minuten achterelkaar te zitten. • Werken. U mag tot uw de controle bij de neurochirurg, 6 weken na de operatie, niet werken. • Zwaar tillen. U mag maximaal 1 tot 2 kg verplaatsen. Til niets dat zwaarder is. • Stofzuigen, bedden opmaken of ander zwaar huishoudelijk werk. • Zwemmen en andere sporten. Tot uw eerste controle mag u niet zwemmen of sporten beoefenen. • Met het openbaar vervoer reizen. Het plotselinge optrekken en remmen van de bus of tram kan ervoor zorgen dat u onverwachte bewegingen maakt met uw rug.
rustig en gecontroleerd. In het mobilisatieschema achter in de folder leest u wat u in uw herstelperiode mag doen • Afwisselen. Het is goed om uw activiteiten en houding regelmatig af te wisselen.
Niet doen: • Zelf autorijden of fietsen. Ook adviseren we u om zo min mogelijk met iemand mee te rijden in de auto. Dit kan namelijk zorgen voor onverwachte bewegingen, bijvoorbeeld door verkeersdrempels of plotseling remmen. • Lang achterelkaar zitten. Dit is erg zwaar voor uw rug. De eerste 6 weken adviseren we u om niet langer dan 15
Ruimte voor aantekeningen ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________________________________________________________________________
8
Wanneer neemt u contact met ons op?
Mobilisatieschema
Hebt u klachten, nemen deze toe en worden uw klachten niet minder als u het rustiger aan doet? Neem dan contact met uw behandelend fysiotherapeut. U vindt het telefoonnummer van onze poli Fysiotherapie achter in deze folder.
Na de operatie mag u wel bewegen, maar moet u ook voldoende rusten. In het mobilisatieschema (mobilisatie = weer gaan bewegen) op pagina 10 geven we aan hoeveel u na de operatie mag bewegen, welke activiteiten u daarbij mag doen en hoe lang u moet rusten. Houd bij het lezen van het schema rekening met het volgende: • Adviseren we in het schema om te ‘rusten’? Dan bedoelen we hiermee ‘liggen’. Het beste is om dan op bed plat op uw rug te gaan liggen met één kussen onder uw hoofd (gebruik er niet meer dan één). Zo ontlast u uw rug het meeste. Ga niet zitten om te rusten; zitten is namelijk juist erg belastend voor uw rug. We adviseren om tijdens uw herstel iedere dag maximaal 15 minuten achterelkaar te zitten. • Het aantal minuten of uren dat in het schema staat, is het maximale aantal minuten dat u actief mag zijn. Het is de bedoeling dat u uw activiteiten steeds verder uitbreidt. Hoe snel u dit doet, is afhankelijk van uw klachten. Luister hierbij goed naar uw lichaam. Krijgt u meer pijnklachten? Dan is dat een teken dat u het wat rustiger aan moet doen. Bijvoorbeeld door minder lang actief te zijn of te kiezen voor een activiteit die minder zwaar is. Het kan ook zijn dat het helpt om uw rustmomenten beter te verdelen over de dag. • In het schema staan algemene adviezen. De fysiotherapeut die u behandelt kan het schema op uw persoonlijke situatie aanpassen.
Wij wensen u veel succes met uw herstel.
9
Tijd
Verdeling activiteiten/rusten Aanbevolen activiteiten
1e week
30 minuten lichte activiteiten Activiteiten in huis: lopen, zitten, staan. Veel afwisseling in activiteiten. per uur. Verder rusten.
2e week
40 minuten activiteiten per uur. Verder rusten.
Start met korte afstanden lopen buitenshuis. Dit de komende dagen rustig uitbreiden. Verder zie bovenstaande activiteiten.
3e week
60 minuten activiteiten per 1,5 uur. Verder rusten.
Tijdsduur van activiteiten rustig uitbreiden.
4e week
70 min. activiteiten per 1,5 uur. Verder rusten.
5e week
100 min. activiteiten per 2 uur. Verder rusten.
6e week
In principe kunt u alle bewegingen weer 3 uur achterelkaar activiteiten. Houd 3 tot 4 keer per dag maken. Blijf wel op de juiste manier be20 tot 40 minuten rust. wegen, zoals u hebt geoefend met de fysiotherapeut.
7e/8e week
Per 4 uur ongeveer 20 tot 30 minuten rusten.
U mag starten met fietsen, autorijden en gebruik van openbaar vervoer. Doe dit wel altijd in overleg met de neurochirurg. Probeer licht te tillen volgens de juiste tilmethode. Mag u fietsen? Begin dan met korte afstanden op een vlakke weg zonder hobbels.
9e/10e week
Per 4 uur ongeveer 15 minuten rusten.
Tijdsduur en zwaarte van bovenstaande activiteiten rustig uitbreiden.
11e/12e week
Rust nemen naar behoefte.
In principe zijn alle activiteiten weer mogelijk. Bouw nieuwe activiteiten (zoals werk en sport) weer rustig op in duur en zwaarte. Gebruik tips die u aangeleerd zijn door de fysiotherapeut in uw dagelijkse leven.
10
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00
Fysiotherapie 088 - 320 77 50
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
FYS 97/06-’16
Dit is een uitgave van het St. Antonius Ziekenhuis