discus hernia operatie aan de wervelkolom
Geachte heer/mevrouw U komt naar ons ziekenhuis voor een operatie aan de rug. Deze keuze hebt u gemaakt in overleg met uw arts. Wij verwachten u aan het onthaal van campus loofstraat …….…..….dag ….../…..../……… om …..….uur. Deze folder bevat praktische informatie over de voorbereiding op de operatie, de ingreep zelf en de verzorging achteraf. Aansluitend volgen enkele raadgevingen voor de nazorg thuis. Voor aanvullende informatie over een opname in az groeninge is een onthaalbrochure beschikbaar aan het onthaal. Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan gerust aan uw arts of aan de verpleegkundige. Wij wensen u een aangenaam verblijf en een vlot herstel toe.
Doel van de ingreep Deze operatie wordt uitgevoerd bij patiënten met een discus hernia aan de lendenwervels. De wervelkolom bestaat uit hals-, borst- en lendenwervels. Tussen de wervels zit telkens een tussenwervelschijf of discus. Een discus is een stevig omhulsel met daarin een elastische, vervormbare kern, die voor grote veerkracht zorgt. Als het omhulsel een zwakke plek vertoont, kan de kern uitpuilen. Dit kan zelfs leiden tot een scheurtje in het omhulsel waardoor stukjes van de kern buiten de discus komen te liggen. Een uitpuiling, met of zonder scheur, noemen we een discus hernia. Door druk op de zenuwwortels in het ruggenmergkanaal ontstaat de typische, uitstralende pijn in één of beide benen of het zenuwwortelkanaal. Als de zachte behandelingsmethoden (rust, medicatie, oefentherapie) niet leiden tot voldoende verbetering van de klachten, is een operatie noodzakelijk. Tijdens de heelkundige ingreep wordt het uitstulpende gedeelte van de kern weggenomen. Het ziekenhuisverblijf voor deze ingreep duurt gemiddeld drie tot vijf dagen.
Voorbereiding op de ingreep Om de operatie en de narcose veilig te laten verlopen, krijgt u vooraf een preoperatieve vragenlijst mee naar huis. Gelieve deze lijst zo zorgvuldig mogelijk in te vullen en mee te brengen op het moment van uw opname. Neem voor uw vertrek thuis een bad of een douche, want na de operatie is dit een tweetal weken niet mogelijk. Indien u medicatie inneemt, brengt u die mee naar het ziekenhuis. Neemt u daarenboven bloedverdunnende medicatie, dan moet u dit melden aan de arts. Mogelijk vervangt hij deze medicatie tijdelijk door inspuitingen of moet u de medicatie een achttal dagen voor de ingreep stoppen.
Na uw inschrijving aan het onthaal begeleidt een verpleegkundige u naar de kamer. Tijdens een opnamegesprek geeft de verpleegkundige informatie over de kamer, de afdeling en over uw persoonlijke voorbereiding op de ingreep. Zo krijgt u onder meer een klein lavement om het laatste deel van de darm te ledigen en verwijdert de verpleegkundige eventuele donshaartjes op uw rug. In uw verpleegdossier staan een aantal onmisbare gegevens voor een veilige behandeling en een vlot verblijf: bestaande allergie (met roodheid, jeuk, huiduitslag) op geneesmiddelen, voedingsmiddelen, kleefpleisters, rubberen handschoenen ... medicatiegebruik andere aandoeningen zoals hart- of longaandoeningen, suikerziekte ... vroegere operaties … Als u een verwijsbrief, radiografieën of andere resultaten van onderzoeken bij hebt, kan u die aan de verpleegkundige afgeven. Onderging u nog geen onderzoeken, dan laat uw arts zo nodig nog een bloedonderzoek, een longfoto en een elektrocardiogram uitvoeren. Op de vooravond van de ingreep maakt u kennis met de anesthesist (de verdovingsarts). Hij kan u een licht slaapmiddel voorschrijven. Vanaf middernacht mag u niet meer eten, drinken en roken. De dag van de ingreep kan u zich ’s morgens opfrissen. Bril, tandprothese, lenzen ... bewaart u in het nachtkastje. Juwelen, geld of andere waardevolle voorwerpen geeft u best terug mee naar huis. Het is moeilijk te zeggen wanneer de ingreep precies plaatsheeft. Voor het vertrek naar de operatiekamer moet u een operatiehemd en mogelijk ook antiflebitiskousen aantrekken. U wordt in uw bed naar de operatiekamer begeleid. Wenst uw familie meer informatie, dan kunnen zij terecht bij een verpleegkundige van de afdeling. Zij kunnen een kaartje krijgen met de bezoekuren en het telefoonnummer van de ontwaakruimte.
De verdoving – het ontwaken In de operatiezaal brengt de anesthesist u in slaap. Wanneer u straks wakker wordt, is de ingreep achter de rug. Na de operatie kan u bekomen in de ontwaakruimte. Wellicht voelt u zich nog wat suf en slaperig van de verdoving, maar na een paar uur kan u terug naar de kamer.
Uw verblijf na de ingreep Een verpleegkundige volgt uw toestand nauwlettend op. Voelt u pijn of ander ongemak, aarzel dan niet om dit te melden. Het is uiterst belangrijk dat u tot zes uur na de ingreep op uw rug blijft liggen. Daarna helpt de verpleegkundige u om te draaien in een beweging die voor u het minst pijnlijk is. Om misselijkheid te voorkomen, mag u vandaag nog niet eten. Vanaf acht tot tien uur na de ingreep mag u water drinken. De ochtend na de ingreep mag u opnieuw eten. De verpleegkundige helpt u in een halfzittende houding. Voor een goede circulatie in de benen doet u er goed aan voorzichtig met benen en voeten te bewegen. Voor het draaien mag u hulp vragen. Ook bij uw ochtendtoilet krijgt u de nodige hulp in bed. Plassen doet u vandaag nog in het urinaal of op de bedpan. Vanaf de tweede dag na de operatie mag u voor het eerst opstaan onder begeleiding van een verpleegkundige. Soms, mits toestemming van de arts, mag dat al eens wat vroeger. De verpleegkundige leert u technieken aan om op een rugsparende manier uit bed te komen: van liggen naar zitten en van zitten naar staan. Voor het opzitten gebruikt u een aangepaste stoel. Wissel regelmatig van houding zonder bruusk te bewegen. Vermijd langdurig opzitten en ga regelmatig liggen. Liggen mag op de rug of op de zij met een kussen als ondersteuning in de rug.
De arts komt dagelijks bij u langs op de kamer. Hij bespreekt de resultaten met u en neemt de nodige tijd om uitleg te geven. Hebt u vragen over verzekeringspapieren, attesten voor arbeidsongeschiktheid, medicatievoorschrift ... dan kan u die stellen. Noteer uw vragen eventueel op voorhand achterin deze folder. Beetje bij beetje herwint u uw zelfstandigheid. U kan echter altijd blijven rekenen op de hulp van de verpleegkundigen.
Voorbereiding van het ontslag De arts beslist samen met u wanneer u het ziekenhuis kan verlaten. Dit is gemiddeld na drie tot vijf dagen. Wil u een beroep doen op gezinshulp of thuisverpleging, hebt u een ziekenhuisbed nodig of wenst u verder te genezen in een hersteloord, dan meldt u dit best meteen bij de opname. Zo kan de sociale dienst al de nodige stappen zetten. Het wondverband wordt net voor uw vertrek nog eens vervangen en mag dan blijven zitten tot de hechtingen verwijderd zijn. Uw huisarts ontvangt een verslag van de ingreep. Hij verwijdert de hechtingen na acht tot tien dagen en volgt uw herstel verder op. Vier tot zes weken na de ingreep komt u op controle bij de behandelende arts. Deze afspraak krijgt u bij het ontslag op een kaartje mee.
Raadgevingen voor thuis Lichaamsbeweging: Beperk uw activiteiten gedurende een drietal weken tot licht huishoudelijk werk. Bouw uw inspanningen geleidelijk aan op; maak regelmatig een korte, ontspannen wandeling. Verander regelmatig van houding. Vermijd langdurig zitten en staan. Vermijd voorover buigen of draaien: u kan beter hurken. Vermijd het heffen en/of dragen van zware lasten. Vermijd de eerste weken onnodige autoritten, als chauffeur en als passagier. Fietsen op de hometrainer mag vanaf de tweede week dat u thuis bent. Gebruik de trap in beperkte mate. Voor u opnieuw begint te sporten (ook buiten fietsen), vraagt u best raad bij uw eerstvolgende controle. Hechtingen: Het wondverband mag dicht blijven. Laat de hechtingen verwijderen door uw huisarts na acht tot tien dagen. Bad en douche: Na het verwijderen van de hechtingen wacht u nog twee dagen om te douchen en een week om te baden. Medicatie: Pijnstiller: Andere: Neem contact op met uw (huis)arts in geval van: Hebt u vragen of maakt u zich ongerust, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw (huis)arts. Nuttige telefoonnummers vindt u op de achterzijde van deze folder.
Uw vragen, notities
dienst neurochirurgie campus loofstraat Loofstraat 43, 8500 Kortrijk dr. G. Celen secretariaat: 056 63 34 00 Verpleegafdeling neurochirurgie 2A t. 056 63 24 60
vzw az groeninge zetel: President Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk t. 056 63 63 63 | f. 056 63 63 69 www.azgroeninge.be vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4, 8500 Kortrijk doc. 33129 - juni 2011 ziekenhuis internationaal erkend door JCI voor veilige zorg en kwaliteit: www.azgroeninge.be/kwaliteit