Operatie aan een hernia in de onderrug
OPERATIE AAN EEN HERNIA IN DE ONDERRUG U wordt binnenkort voor een herniaoperatie in de onderrug opgenomen in het Kennemer Gasthuis. Opname in een ziekenhuis roept ongetwijfeld veel vragen op. Om uw verblijf op onze afdeling zo goed mogelijk te laten zijn, geven wij in deze folder informatie over het vooronderzoek, de voorbereiding op de operatie, de narcose, de operatie, het verdere verblijf, het ontslag en de nazorg. Eerst vertellen wij wat een hernia precies is. De informatie in deze folder is algemeen van aard. Heeft u na het lezen hiervan nog vragen, stelt u ze dan gerust. Voor alle medische vragen kunt u zich het best wenden tot uw behandelend arts. De overige vragen kunt u aan de verpleegkundige of de fysiotherapeut stellen. Een hernia De lage rug of het onderste gedeelte van de wervelkolom bestaat gewoonlijk uit vijf lendenwervels en het heiligbeen. De punt van het heiligbeen wordt de stuit of de staartwervel genoemd. Tussen de lendenwervels onderling en ook tussen de onderste lendenwervel en het heiligbeen bevinden zich tussenwervelschijven. Een ander woord voor tussenwervelschijf is discus. De discus bestaat uit een stevig (bindweefsel) omhulsel met daarin een zachte elastische kern. Als het omhulsel verzwakt of zelfs scheurt, kan de inhoud van de tussenwervelschijf uitpuilen. Deze uitpuiling heet HNP (hernia nuclei pulposi) of kortweg een hernia. Een hernia kan op een of meerdere zenuwen drukken en klachten veroorzaken. De meeste herniapatiënten voelen een uitstralende pijn, die meestal via de bil langs de achterzijde van het been trekt, soms zelfs tot in de tenen. Vaak is er ook sprake van rugpijn, maar lang niet altijd. Bij een sterke afklemming van de zenuw, bijvoorbeeld door een zeer grote hernia, kunnen uitvalsverschijnselen ontstaan zoals gevoelsstoornissen, verlammingsverschijnselen in het been of problemen met urineren of met de ontlasting. 1
De uitstralende pijn in het been kan ook door andere rugafwijkingen veroorzaakt worden. Zo kan slijtage van de lendenwervels ‘hernia-achtige’ klachten veroorzaken. In deze situatie is het zenuwwortelkanaal zodanig vernauwd dat de zenuw bekneld kan raken. Uw behandelend arts kan u vertellen wat in uw geval de oorzaak van uw klachten is. De operatie Bij een herniaoperatie worden de uitstulping (de hernia) en een deel van de discus weggenomen. Eventueel kunnen ook enkele botrichels worden verwijderd om meer ruimte vrij te maken rond de zenuwwortel. De operatie duurt in het algemeen 45 minuten. Mogelijke complicaties Complicaties zijn niet gewenste gebeurtenissen die na iedere operatieve ingreep kunnen optreden. Bij een herniaoperatie is de kans op complicaties minder dan 5%. Bij een goede algemene gezondheidstoestand is dat risico kleiner en bij een minder goede gezondheidstoestand groter dan 5%. Mogelijke complicaties na een herniaoperatie zijn onder andere: - Verstopping van een bloedvat (trombose), met name in het been en soms in de longen. - Infectie van de wond. In zeldzame gevallen kan dit leiden tot abcesvorming. - Lekkage van ruggenmergvocht met een kans op hersenvliesontsteking. - Nabloeding in het operatiegebied. - Zenuwuitval in het been met bepaalde verlammingsverschijnselen in een bepaalde spier. - Ontsteking van een tussenwervelschijf. - Blaas- en darmfunctiestoornissen. Voor de operatie Bij uw behandelend neuroloog heeft u al een aantal onderzoeken ondergaan zoals een CT-scan of een MRIscan. Deze waren nodig om de oorzaak van uw klachten te kunnen vaststellen. Om de operatie te kunnen uitvoeren is er soms nog aanvullend onderzoek nodig, 2
bijvoorbeeld een hartfilmpje, een röntgenfoto van de rug of een longfoto, dit wordt dan voor de opname gedaan. U heeft van de behandelend arts een norgolax gekregen. Het is de bedoeling dat u deze gebruikt als u de dag voor de operatie nog geen ontlasting heeft gehad. U kunt deze dan zelf de avond voor opname rectaal toedienen. Op de operatiedag mag u thuis ‘s ochtends nog een licht ontbijt nemen, bestaande uit een beschuitje en een glas drinken. Hierna mag u niets meer eten of drinken. In verband met de narcose is het niet toegestaan om op de dag voor en van de operatie te roken. Op de operatiedag zal de zaalarts van de afdeling neurologie een algemeen lichamelijk onderzoek verrichten en een opnamegesprek met u voeren. Als u nog medische vragen heeft, kunt u die dan stellen. Voor overige vragen kunt u terecht bij de verpleegkundige. Zij zal ook een opnamegesprek met u voeren. De verpleegkundige inspecteert uw rug. Zo nodig wordt uw rug geschoren. U krijgt van haar ook een injectie ter voorkoming van trombose. Deze injecties krijgt u dagelijks gedurende de opname. Soms schrijft de anesthesioloog een rustgevende tablet voor, deze krijgt u dan ongeveer een uur voor de operatie. Ongeveer een uur voor de operatie wordt u gevraagd het gekregen operatiehemd aan te trekken en een eigen schone onderbroek. Houd er rekening mee dat er tijdens de operatie jodiumvlekken op de onderbroek kunnen komen, u kunt ook een éénmalige onderbroek van de verpleegkundige krijgen. Ook adviseren wij u om voordat u uw medicijnen krijgt nog even naar het toilet te gaan, zodat u na inname rustig kan blijven liggen. De verpleegkundigen brengen u op het afgesproken tijdstip naar de operatieafdeling. Daar wordt u ontvangen door de anesthesiemedewerker. Deze verzorgt de voorbereidingen voor de narcose en brengt u naar de operatiekamer. Daar brengt de anesthesioloog u onder narcose.
3
Na de operatie Vanuit de operatiekamer wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Hier worden regelmatig uw pols en uw bloeddruk gecontroleerd. De anesthesioloog beoordeelt of u weer naar de afdeling teruggebracht mag worden. Ook op de afdeling worden regelmatig uw temperatuur, pols en bloeddruk gecontroleerd. Na de operatie heeft u een infuus en een wonddrain. Een wonddrain is een slangetje dat vanuit de wond het wondvocht afvoert naar een vacuumflesje. Het infuus en de drain worden meestal de dag na operatie weer verwijderd. De eerste vier uur na de operatie mag u alleen wat water drinken. Als dit geen problemen oplevert, kunt u hierna ook wat anders drinken en ’s avonds wat eten. Als gevolg van de narcose kan het eten tijdelijk anders smaken dan normaal. Ook kunt u misselijk worden, bespreek dit dan met de verpleegkundige zij kan u hier medicijnen tegen geven. Omdat het lichaam zich moet kunnen herstellen van de narcose, is het niet toegestaan om op de operatiedag te roken. Op de dag van de operatie ligt u in bed. De eerste vier uur op uw rug en daarna wisselend in zij- of rugligging. U dient in ieder geval iedere drie uur van houding te veranderen. De verpleegkundigen zullen u helpen totdat u zich zelf kunt omdraaien. Het bewegen van de rug gaat aanvankelijk niet makkelijk en doet soms pijn. Een krampgevoel in beide benen komt vaak voor. U kunt daar op verzoek pijnstillers tegen krijgen. Deze ongemakken zullen geleidelijk verminderen. Ook kunt u af en toe nog uitstralende pijn in het been hebben. Deze pijn, kramp of stijfheid verdwijnt meestal na enkele weken. De operatiewond wordt over het algemeen gehecht met oplosbare hechtingen; deze hoeven niet verwijderd te worden. Fysiotherapie De dag na de operatie helpt de fysiotherapeut u bij het uit bed komen. Deze neemt met u een aantal houdingsen bewegingstechnieken door, bijvoorbeeld hoe u het 4
makkelijkst uit bed kunt komen. De resterende opname dagen zal hij u dagelijks begeleiden bij het verder uitbreiden van activiteiten. De fysiotherapeut geeft u ook bewegingsadviezen voor de eerste periode na ontslag. Onder het kopje ‘ Weer thuis’ staat een aantal algemene richtlijnen en adviezen voor u op een rijtje. Naar huis Als alles naar wens verloopt, kunt u drie tot zeven dagen na de operatie naar huis. Er is medisch gezien geen bezwaar tegen vervoer naar huis met de auto. Bij ontslag krijgt u een afspraak bij de neurochirurg voor poliklinische controle na ongeveer zes weken. Dan zal ook met u besproken worden of u uw normale bezigheden kunt hervatten. Uw huisarts wordt door de specialist schriftelijk geïnformeerd. Thuiszorg De eerste zes weken na ontslag mag u slechts beperkt bukken en tillen. Als u denkt dat dit in uw geval thuis problemen zal opleveren, kunt u een beroep doen op de thuiszorg. Thuiszorg biedt hulp bij de verzorging van uw huishouden. Dat kan zowel huishoudelijke hulp als persoonlijke verzorging betekenen, zoals hulp bij wassen en aankleden of bijvoorbeeld de verzorging van uw kinderen. Wat thuiszorg voor u inhoudt, hangt af van uw situatie. Thuiszorg is aanvullend, er zal altijd eerst gekeken worden naar de mogelijke hulp van de mensen uit uw omgeving. Als u denkt behoefte te hebben aan thuiszorg is het verstandig om ruim vóór uw opname contact op te nemen met het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Zij bespreken met u uw wensen en de mogelijkheden van de thuiszorg. Eventueel kunt u ook tijdens de opname nog thuiszorg aanvragen, dit is echter niet aan te bevelen, aangezien er voor thuiszorg vaak een wachtlijst bestaat. Weer thuis U zult zich bij alles wat u doet moeten afvragen: "Hoe doe ik dit zonder mijn rug te veel te belasten?" Dit ver5
eist op zich geen andere manier van leven, maar u zult wel meer rekening moeten houden met de omgeving. In het kort komen de adviezen op het volgende neer. 1. In de herstelperiode is het belangrijker dan ooit om de signalen van uw lichaam serieus te nemen. In de eerste vier tot zes weken is pijn in uw rug een goede graadmeter voor wat u wél kunt en wanneer u te veel van uw lichaam vraagt. 2. Neem de eerste vier tot zes weken regelmatig rust door te gaan liggen. Wissel activiteiten en houding af. 3. Voer uw algemene conditie stapsgewijs op door wandelen of fietsen op een hometrainer. 4. Blijf niet langere tijd in dezelfde houding voorover gebogen of gedraaid zitten. Het is goed om uw houding regelmatig te wisselen. 5. Seks hoeft niet gemeden te worden. Vermijd wel houdingen die niet prettig aanvoelen. Zitten Zitten is belastend voor de rug. Houd daarom een goede zithouding aan. Dat is het makkelijkst op een stoel met een hoge, licht achterover hellende rugleuning en met steun in de lendenen. De stoel moet hoog genoeg zijn om recht te kunnen zitten met de voeten bij de grond. Probeer ontspannen te zitten zonder onderuit te zakken. Houd de rug iets hol als u zit en ondersteun de rugholte met een kussen. Ga regelmatig even lopen. Blijf in de eerste vier tot zes weken niet langer dan één uur achter elkaar zitten. Vervoer 1. Autorijden Meerijden is geen bezwaar. Laat wel regelmatig even een stop inlassen om de benen te strekken. Zelf rijden, wordt geadviseerd na minimaal twee weken, mits de klachten het toelaten. Denk er wel aan dat u een noodstop moet kunnen maken. Als er bij u sprake is van een verlamming, dan mag u alleen zelf autorijden na uitdrukkelijke toestemming van uw specialist. Instappen in de auto vereist een aparte techniek. 6
Verlicht de druk op uw rug en steun zoveel mogelijk op uw armen terwijl u recht naar achter gaat zitten. U zit dan als het ware zijwaarts op de stoel, met uw benen buitenboord. Draai daarna uw romp en benen als één geheel naar binnen, houd hierbij uw benen tegen elkaar. 2. Openbaar vervoer Na ongeveer twee weken kunt u ook weer met het openbaar vervoer reizen, uiteraard afhankelijk van uw klachten en de lengte van de rit. 3. Fietsen Laat de fiets de eerste twee weken nog even staan. Gebruik van de hometrainer is wel toegestaan. Als u weer begint met fietsen, kunt u het beste gaan als het windstil weer is en zoveel mogelijk gebruik maken van asfaltwegen. Een lage instap (damesfiets) kan prettig zijn. Sport Balsporten gaan vaak gepaard met plotselinge en onverwachte bewegingen. Vermijd in ieder geval de eerste zes maanden het spelen op uw topniveau. Loopsporten leveren minder problemen op door de regelmatige, symmetrische bewegingen waarmee deze gepaard gaan. Vraag aan de arts bij de eerste controle wanneer u hiermee kunt beginnen. Zwemmen is toegestaan, indien mogelijk in warm water. Wissel borst- en rugslag regelmatig af. Tillen Til geen dingen op voordat u met uw fysiotherapeut de juiste techniek heeft doorgenomen. Zeker nú komt het aan op verstandig tillen. Algemene aandachtspunten bij bukken en tillen: 1. Til rustig, ga door de knieën. 2. Til de last zo dicht mogelijk bij het lichaam. 3. Til niet boven schouderhoogte. 4. Vermijd een voorovergebogen houding van de romp. 5. Vermijd draaien en zijwaarts buigen van de romp. 6. Til met twee handen.
7
Huishouden Let met name bij het huishouden op uw houding. Vermijd bezigheden waarbij u voorover komt te staan of in een langdurig slechte houding staat, bijvoorbeeld bij stofzuigen, afwassen of bedden opmaken. Vermijd in alle gevallen situaties waarbij u een plotselinge beweging moet maken. Werk Tot de eerste poliklinische controle bij de neurochirurg mag u niet werken. Bij die controle overlegt u met de specialist (en eventueel uw bedrijfsarts) wanneer en hoe u weer aan het werk kunt gaan. Wij hopen in deze folder te hebben duidelijk gemaakt wat u van uw opname kunt verwachten. Mocht u na het lezen ervan nog vragen hebben, dan horen wij dat graag van u. Wij wensen u van harte beterschap. Het telefoonnnummer van de polkliniek neurologie is (023) 545 3110.
8
www.kg.nl
Locatie noord Vondelweg 999 Haarlem Locatie zuid Boerhaavelaan 22 Haarlem Postadres Postbus 417 2000 AK Haarlem Telefoon: (023) 545 35 45 e-mail:
[email protected]
1026570-04-2006