HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
13-10-2014 door: Willem en Elisabeth Brouwers
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
Inhoud Introductie
3
Leeswijzer
3
Hoofdstuk 1 - ontwerpen in stappen
4
Hoofdstuk 2 - punten, lijnen, vlakken
7
Hoofdstuk 3 - opdracht
9
HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
2
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
Introductie In deze bundel treft u informatie aan over de workshop monumentaal Groen. In eerste instantie werd gevraagd om het geven van adviezen over aspecten als lijnvoering in oevers en paden, het gebruik van historisch plantmateriaal en de compositie van bomen in een ruimte. Vrij specifieke punten die misschien eerst een introductie behoeven. Om namelijk goede beslissingen te kunnen nemen over bovengenoemde elementen is onderzoek, visievorming en een ontwerp nodig. Deze bundel richt zich daarom in eerste instantie op het ontwerpen en vormgeven van buitenruimtes. Daarbij zullen diverse aspecten behandeld worden. Om ingrepen in een buitenruimte zoals een landgoed te doen is kennis van het gebied nodig en uitgebreid onderzoek. Dit geldt zeker voor landgoederen die door hun lange geschiedenis vaak een schat aan historische elementen bevatten. Ingrijpen doen we dan niet zomaar. Het vergt tijd om een landgoed te leren kennen. Daar spelen aspecten als kaartonderzoek, kennis van de verschillende tuinstijlen, maar ook gevoel voor vormen, lijnen en kleur een grote rol in. In deze bundel worden principes aangereikt om een buitenruimte vorm te geven en te kijken naar alle aspecten waar men rekening mee dient te houden. Leeswijzer In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de eerste vier stappen die nodig zijn bij het vormgeven en inrichten van een buitenruimte. Tijdens de workshop zullen deze fase behandeld verder toegelicht worden door middel van diverse praktijkvoorbeelden. In het tweede hoofdstuk zal ingegaan worden op de begrippen Punten, Lijnen, Vlakken. Daarbij zullen nog twee subthema’s beschreven worden. Te weten Kleuren en Texturen. In het derde hoofdstuk zal een kleine opdracht meegegeven worden die u tijdens de eerste workshopdag uitvoert.
HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
3
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
Hoofdstuk 1 Ontwerpen in stappen Een goed ontwerp komt nooit vanzelf. Het vergt soms maanden van onderzoek, analyse, schetsen en overleggen om tot een goed plan te komen. Daarom wordt het maken van een ontwerp altijd in stappen opgepakt. Te weten: inventarisatie, analyse, visievorming, het schetsontwerp, het voorlopig ontwerp, het definitief ontwerp, het technisch ontwerp, de besteksfase en tot slot de uitvoering. Elke fase is even belangrijk voor het ontwerpproces en de daadwerkelijke uitvoering van het plan. Om al deze stappen grondig te behandelen reikt voor een workshop te ver. In deze bundel worden de eerste vier fasen beschreven. Tijdens de eerste workshop zal met name gefocust worden op de eerste drie fasen. Inventarisatie Inventarisatie draait om de vraag: wat heb ik? De gemiddelde ontwerper of landschapsarchitect zal beginnen met een gebiedsbezoek. Ondanks nieuwe ontwikkelingen als Google Streetview is een gebiedsbezoek onontbeerlijk. De huidige situatie van het gebied moet eerst beleefd worden en dit kan alleen door er middenin te staan. Vaak wordt zo’n bezoek vastgelegd met foto’s. Om belangrijke elementen of aandachtspunten vast te leggen, maar ook om later op terug te vallen in het ontwerpproces. Vervolgens zal het gebied ook ‘van boven’ goed bekeken moeten worden. Zo worden luchtfoto’s en topografische kaarten gebruikt om de huidige situatie goed in beeld te krijgen en worden historische kaarten bestudeerd om de ontwikkeling van het gebied door de tijd heen uit te pluizen. Ook bodem-, legger-, hoogtekaarten en kaarten van bijvoorbeeld Natura 2000 en EHS zijn van groot belang om inzicht te krijgen in het gebied. Daarbij wordt nooit direct gefocust op het gebied zelf, maar zal de context altijd meegenomen worden. Uit de context kan vaak waardevolle informatie gehaald worden die ook van toepassing is op het plangebied zelf. Een ontwerp wat stevig ingebed is in de context is sterk en doorstaat de tand des tijds. Kaartonderzoek alleen is niet voldoende. In de inventarisatiefase zal altijd gesproken worden met de opdrachtgever, de beheerder en bewoners om een duidelijk beeld te krijgen van wensen en eisen die meegenomen moeten worden in het ontwerp. Om de afmeting van het plangebied goed in kaart te krijgen zal vaak een inmeting worden gedaan. Hierbij zullen niet alleen de grenzen, maar ook belangrijke structuren, objecten en bomen meegenomen worden. De inventarisatiefase richt zich dus met name op het verzamelen van informatie zonder dat er al iets uitgeselecteerd wordt. Analyse Eenmaal verzameld, zullen de kaarten bekeken worden om er achter te komen wat de typische kenmerken van het plangebied zijn. Zo wordt eerst een heldere probleemstelling geformuleerd uit de inventarisatie. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in functionele knelpunten en ruimtelijke knelpunten. Een voorbeeld van een functioneel knelpunt is ‘ het gebied heeft nauwelijks recreatieve waarde’. Een voorbeeld van een ruimtelijk knelpunt is: ‘de maat van het plein is te groot ten opzichte van de omringende bebouwing’ * In deze fase worden diverse analysekaarten gemaakt. Een veel gebruikte methode is het maken van een landschapstructuurkaart. Dit kan zowel voor een historische kaart, HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
4
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
een bodemkaart als een topografische kaart gelden. Een landschapstructuurkaart is een kaart waarin alleen de belangrijkste of meest kenmerkende elementen worden overgetekend. Dit wordt voor bebouwing, verbindingen (treinspoor en wegen), groen, water, verkaveling en bijzondere elementen gedaan. Zo ontstaat eigenlijk een kaart die de typologie van een gebied laat zien. De kaart is daarmee een conclusiekaart geworden. Hoofd- en bijzaken zijn gescheiden en het gebied is samengevat in een soort ‘blauwdruk.’ Naast de landschapstructuurkaart zijn er nog andere kaarten zoals het maken van een routingkaart die laat zijn welke verbindingen er zijn in het gebied. Ook wordt vaak gebruik gemaakt van een ruimte-massakaart. Hierbij wordt de massa (opgaand groen en bebouwing) vaak zwart gekleurd en worden alle ruimtes (grasvelden, pleinen, heidevelden en lage beplanting) aangegeven door een rode cirkelvormige pijl. Vaak worden ook zichtlijnen aangegeven door middel van pijlen. (bijvoorbeeld bij lanen) Een andere kaart die gemaakt kan worden is een functiekaart. Hierin wordt het plangebied opgedeeld in zones die elk een bepaalde functie hebben. Soms worden de functies in de legenda aangeduid met werkwoorden. Voorbeelden zijn: werken, wonen, wandelen, beleven, recreëren etc. Kortom, analyse richt zich op het ‘in de vingers’ krijgen van een gebied. Daarbij wordt vaak ook al gekeken naar wat de kwaliteiten en verbeterpunten van een gebied zijn. Er wordt dus een mening over het plangebied gevormd. De vraag: wat vind ik? is daarmee beantwoord.
*bron: ontwerpanalyse; op weg naar inspiratie
HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
5
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
Visie Deze stap richt zich op de vraag: waar wil ik naartoe? In deze fase wordt voor het eerst een voorstel gedaan om het gebied te verbeteren. Vaak is dit bewust nog niet heel concreet. Er wordt eerst een hoofdgedachte of concept geformuleerd. Dit concept zal vaak verduidelijkt worden door middel van beelden of een woord. Beelden worden vaak gepresenteerd in de vorm van een collage of moodboard. Ze geven de richting weer die de ontwerper of landschapsarchitect op wil. Vaak zijn de afbeeldingen niet helemaal precies van toepassing op het plangebied. Ze laten een sfeer of denkrichting voor het uiteindelijke ontwerp zien. Vaak wordt de visie in een presentatie of in een verslag naar de opdrachtgever gebruikt als eerste opstap naar het ontwerp. De landschapsarchitect of ontwerper wil dan bij de opdrachtgever toetsen of de gekozen hoofdgedachte aansluit bij de wensen van de opdrachtgever. Het schetsontwerp Waar een visie bewust ingaat op alleen een denkrichting, wordt in een schetsontwerp een eerste aanzet gedaan naar een plan voor de toekomst. De sfeer van het moodboard of de visie wordt verder uitgewerkt in een plattegrond. Daarvoor wordt ook wel het woord ‘model’ of ‘vlekkenplan’ gebruikt. De lijnen in dit ontwerp liggen nog niet vast, maar geven hoofdstructuren aan. Vaak worden meerdere lijnen over elkaar heen getekend om uiteindelijk de beste vorm te kiezen. Het woord zegt het al: de tekening is dus een schets en is de eerste vertaling van de visie. Vaak worden door een ontwerper of landschapsarchitect zelfs meerdere schetsen gemaakt om zich niet direct vast te pinnen op het eerste idee. Een andere reden is dat een opdrachtgever dan kan een keuze kan maken uit meerdere modellen.
bron: ontwerpanalyse; op weg naar inspiratie
HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
6
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
Hoofdstuk 2 De titel van deze worskhop is ‘Vormen, Lijnen en Kleuren.’ De vraag is of hiermee de essentie van een ontwerp genoemd is. Liever spreken we over Punten, Lijnen, Vlakken op grote schaal. Op kleiner schaalniveau kijken we naar Kleuren en Texturen. Meerdere lijnen vormen namelijk samen een vorm en die vorm is slechts een middel om iets te bereiken in een ontwerp. Een vlak geeft vaak ook een functie weer en heeft te maken met een ruimte of een bepaalde massa. Een punt heeft te maken met focus. In dit hoofdstuk zal op alle drie de begrippen kort worden ingegaan. Punten Punten zijn interessante plekken of objecten waar in een ontwerp op wordt gefocust. Punten geven bovendien oriëntatie aan een plan en een gebied. Niet voor niets kennen we de woorden verzamelpunt, vertrekpunt, oriëntatiepunt, focuspunt, gezichtspunt en attractiepunt. Een punt kan bijvoorbeeld een standbeeld op een landgoed zijn, dat in het verlengde van een laan geplaatst is waardoor men vanaf de laan een focuspunt heeft. Hoewel een punt op een plattegrond vaak maar klein is (soms slechts gemarkeerd met een stip of icoontje), speelt het een grote rol in het maken van een ontwerp. Punten geven een ontwerp richting en een landschapsarchitect of ontwerper zal er alles aan doen om zijn lijnenspel zo vorm te geven dat bijzondere punten in het plan versterkt of uitgelicht worden. Lijnen In het vorige hoofdstuk werd al aangegeven dat een schetsontwerp een zoektocht is naar de juiste vorm. Zo worden meerdere lijnen over elkaar heen getekend om uiteindelijk de beste lijn er uit te kiezen. Een lijn heeft in het vakgebied veelal te maken met zichtlijnen of routes. In een ontwerp kan bewust gekozen worden voor het benadrukken of terugbrengen van bepaalde zichtlijnen. Bij landgoederen heeft dit bijvoorbeeld te maken met het terugbrengen van oude structuren die in de loop ter tijd verloren zijn gegaan. Dan wordt een lijn opeens weer een oude laan die uitzicht biedt op het centraal gelegen landhuis. Of de lijn wordt gebruikt om het gebied optisch groter te doen lijken. Lijnen kunnen ook duidelijke grenzen zijn van bepaalde ruimtes. Een lijn kan een haag zijn die ervoor zorgt dat een bepaalde ruimte een besloten karakter krijgt. Als een lijn gebruikt wordt voor routing dan wordt dit bijvoorbeeld gedaan om een plangebied toegankelijker of functioneler te maken. Het uitzetten van een bepaald lijnenspel kan bijvoorbeeld het maken van een rondwandeling vergroten.
HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
7
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
Vlakken Bij vlakken denken we aan grote eenheden die veelal bestaan uit hetzelfde element. Men spreekt bijvoorbeeld over een bebouwingsvlak. Bij landgoederen denken we aan grote gazons, plantenborder, bospercelen of oude akkers die een vlak in het ontwerp zijn. Vaak worden deze vlakken weer begrensd door lijnen zoals bijvoorbeeld een watergang, hekwerk, pad of haag. Voor vlakken geldt dat ze zowel laag als opgaand kunnen zijn. In een plattegrond zal het beeld hetzelfde zijn. Als het gebied bijvoorbeeld in vogelvlucht beschouwd wordt, zal een opgaand vlak een heel andere sfeer oproepen dan wanneer men op maaiveldniveau staat. De ontwerper of landschapsarchitect is altijd op zoek naar het spel tussen open en gesloten. Kleuren Sommige landschapsarchitecten en ontwerpers menen dat kleur een bijrol speelt in het geheel. Toch kan een kleur bijdragen aan de beleving van een plangebied. Denk alleen al aan het verstrijken van de seizoenen waarbij de verkleuring van de bomen elk jaargetijde een andere sfeer oproept. Dit speelt bijvoorbeeld een grote rol op een landgoed. Ook in borders speelt kleur een essentiële rol. Felle kleuren achterin een plangebied kunnen de ruimte kleiner doen lijken. Lichte of koele kleuren juist ruimtelijk. Lichte kleuren ogen overdag misschien flets terwijl ze ‘s avonds juist in het oog springen. Texturen Op een kleiner schaalniveau zal ook textuur een belangrijke rol spelen. Beplantingsvlakken zullen namelijk niet alleen op kleur uitgekozen worden, maar ook op texturen. Kiest men voor een transparante plant met ijle blaadjes of wordt er gekozen voor een plant met bladeren van formaat? In bloeiwijzen kan gekozen worden voor typen als ‘schermbloemigen’, ‘aren’ of massieve bloemknoppen. Transparante planten of bloeiwijzen worden vaak gebruikt als ‘weefbloemen’ terwijl planten met imposant ogend blad een eyecatcher zijn in een border. Zelfs bij hagen spreekt men van geslotenheid of transparant omdat de bladtextuur van grote invloed is op de uitstraling van de haag. Bij beplantingsplannen kan bewust gekozen worden voor allemaal planten met dezelfde textuur waardoor de beplanting ‘ijler’ lijkt of juist voor een mix van texturen waardoor de plantenborder spannender wordt.
HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
8
CURSUSMATERIAAL | PUNTEN, LIJNEN, VLAKKEN
Hoofdstuk 3 Opdracht Deze opdracht doet u in groepjes van drie. In deze opdracht probeert u een antwoord op de volgende vraag te geven: Hoe kan de visuele verbinding tussen het privégebied en het openbare gebied van Landgoed Voorstonden versterkt worden? U formuleert voor het deelgebied een visie die u aan het eind van de workshop kort presenteert aan de rest van de groep. Om tot een visie te komen maakt u gebruik van de eerder geschreven stappen. • Inventarisatie: wat heb ik? • Analyse: wat vind ik? • Visie: waar wil ik naar toe? Voor de inventarisatie Bekijk het gebied grondig en maak een lijst van de aanwezige elementen. Welke elementen zijn heel kenmerkend? Voor de analyse Maak een functiekaart van het totale landgoed. Beschrijf daarbij in werkwoorden welke functies op het landgoed aanwezig zijn. Maak vervolgens een kaart waarop u laat zien wat volgens u ‘de’ Punten, Lijnen en Vlakken zijn in het gebied. Voor de visie en het schetsontwerp Formuleer een hoofdgedachte die duidelijk uw toekomstvisie voor het deelgebied verwoordt. Bedenk deze hoofdgedachte aan de hand van uw eerder gemaakte analyse en maak hierbij een vluchtige schets. Presenteer uw visie aan de rest van de groep en beschrijf goed waarom dit volgens u de beste denkrichting is.
HELICON BREED | WORKSCHOP MONUMENTAAL GROEN
9