Handreiking voor beroepingswerk in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt Inleiding Het ambt van predikant is een roeping van God. Het uitbrengen, aannemen of afwijzen van een beroep dient daarom overeenkomstig Gods Woord, op geestelijke wijze, biddend en zoekend naar de leiding van de Here, te geschieden. Deze visie op het ambt van predikant en het beroepingswerk wordt in deze handreiking verondersteld. Overeenkomstig artikel 5 en 6 van de Kerkorde worden predikanten onder aanroeping van de Here door de kerkenraad en diakenen, met medewerking van de gemeente en met inachtneming van de plaatselijk vastgestelde regeling, tot het ambt geroepen. De kerkenraad, samengesteld uit wettig gekozen ouderlingen en diakenen, geeft samen met de predikant(en) leiding aan de gemeente. In een tijd, waarin de kerk wellicht kan neigen naar een meer bedrijfsmatige manier van denken en zo aan het eigene van kerk en ambt voorbij kan gaan, is het goed om de relatie tussen kerkenraad en predikant helder te benoemen. Als deze onderlinge relatie duidelijk is zal het beroepingswerk op een inzichtelijke manier kunnen verlopen. Nadat een predikant beroepen is, is het zijn taak om de gemeente trouw voor te gaan in de gebeden en bediening van het Woord en de sacramenten (art. 16 KO). Tijdens het beroepingswerk zijn verschillende partijen betrokken en zijn diverse taken te verrichten. Het is belangrijk om gedurende de beroepingsperiode: goede onderlinge afspraken te maken over verdeling en uitvoering van taken; duidelijk vast te leggen wie waarvoor verantwoordelijk is; en/of schriftelijke/mondelinge verantwoording aflegt; het volle vertrouwen te geven aan personen c.q. commissies die voorbereidende werkzaamheden verrichten; alle betrokken partijen tijdig en van correcte informatie te voorzien; alsook voldoende tijd en aandacht te geven om inbreng te geven; het tijdspad goed te bewaken; helder, tijdig en correct te communiceren; draagvlak te hebben bij de gemeente voor de beroepingsprocedure en de keuzes die hierin worden gemaakt. De rol- en taakverdeling van betrokken partijen wordt onder punt 1.2. beschreven. In deze handreiking voor beroepingswerk wordt een stappenplan voor kerkenraden en beroepingscommissies gegeven. Het is een richtlijn in algemene zin, plaatselijk kan er van afgeweken worden. De in het stappenplan genoemde documenten worden, voor zover ze voorhanden zijn, in de bijlagen opgenomen. De handreiking voor beroepingswerk is een groeimodel. Mocht deze aanleiding geven tot vragen en/of opmerkingen, dan kunt u contact opnemen met het Steunpunt Kerkenwerk, te bereiken via e-mail op
[email protected] , via website op www.steunpuntkerkenwerk.nl en telefonisch via nummer 038-4270455.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
1
STAPPENPLAN VOOR HET BEROEPINGSWERK INHOUDSOPGAVE
BLZ
Samenvatting van het stappenplan beroepingswerk
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8. 1.9. 1.10.
Voorbereiding Vacature Rol- en taakverdeling, informatie en communicatie Voorbereidingsfase / tijdspad / financiële- en organisatorische zaken Inschakeling consulent Profiel kerkelijke gemeente Informatie burgerlijke gemeente Profiel te beroepen predikant Samenstelling beroepingscommissie Benoeming leden beroepingscommissie Kosten beroepingswerk
8 8 8 10 11 11 12 12 13 14 14
2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7.
Werkwijze beroepingscommissie Zorgvuldigheid geheimhouding en selectiecriteria Keuze werkwijze selectieprocedure Voorselectie / opstellen groslijst Voortgezette selectie / benoeming en taak hoorcommissie Eindselectie / het inwinnen van referenties Advies aan kerkenraad Beëindigen contact predikanten
15 15 16 17 18 20 21 21
3.
22
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7.
Keuze voor predikant, uitbrengen van beroep, beslissing van predikant, goedkeuring en bevestiging Beroepingsvergadering Uitbrengen van beroep Beroepingsbrief met bijlagen Bedenktijd en beslissingstermijn Berichten over beroepingswerk Goedkeuring van het beroep Bevestiging
4. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Introductie en begeleiding nieuwe predikant Kennismaking met de kerkenraad en gemeente Verantwoordelijkheid voor de introductie Onderdelen introductieprogramma Begeleiding na intrede
26 26 26 26 26
5.
Evaluatie
28
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
4
22 23 23 24 24 25 25
2
6.
Bijlagen
29
Als bijlagen treft u een aantal documenten aan die gebruikt kunnen worden. De genoemde documenten zijn voorbeelden die u desgewenst aan uw eigen situatie kunt aanpassen. 1. 1a. 1b. 1c.
Beroepingscommissie Taakomschrijving beroepingscommissie Werkwijze beroepingscommissie Regeling beroepingswerk plaatselijke gemeente
30 30 32 33
2. 2a. 2b. 2c.
Profielschets van de gemeente Een omschrijving van de inhoud Voorbeeld van een gemeenteprofiel Enquête voorbereiding beroepingswerk
34 34 35 36
3. 3a. 3b. 3c.
Profielschets van de predikant Het beroepsprofiel van Predikantenvereniging CGMV Een omschrijving van de inhoud Twee voorbeelden van urenoverzichten voor de predikant (per week en per jaar)
45 45 46 47
4. Contact met de kandidaat 4a. Brief aan kandidaat (bij advertentie) 4b. Gesprekken met de kandidaat: - Algemene opmerkingen - Voorbeelden specifieke aandachtspunten/vragen
50 50 51
5. Horen van de kandidaat /gesprek met de kandidaat 5a. Algemene opmerkingen 5b. Twee voorbeelden van verslaglegging en beoordeling, de zogenaamde hoorlijsten 5c. Leidraad voor gesprek met gemeenteleden 5d. Leidraad voor gesprek met predikant
53 53 54
6.
Materiële regelingen predikanten
65
7.
Akte van ontslag
66
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
59 62
3
SAMENVATTING STAPPENPLAN VOOR HET BEROEPINGSWERK Let wel: er volgt nu een verkorte samenvatting van de handreiking beroepingswerk. Een uitgebreidere versie volgt na deze samenvatting.
1.
VOORBEREIDING
1.1.
Vacature De brede kerkenraad zal, als besloten wordt over te gaan tot het beroepen van een predikant, de gemeente hiervan op de hoogte stellen. Overeenkomstig artikel 5 en 6 KO worden predikanten door de brede kerkenraad met medewerking van de gemeente en met in achtneming van de plaatselijk vastgestelde regeling tot hun ambt geroepen.
1.2.
Rol- en taakverdeling, informatie en communicatie De rol- en taakverdeling van de diverse partijen wordt beschreven. Informatie en communicatie zijn belangrijke sleutelwoorden om het proces goed te laten verlopen.
1.3.
Voorbereidingsfase / financieel/organisatorische zaken / tijdspad De brede kerkenraad delegeert taken aan commissies. De te volgen procedure(s), activiteiten en het te volgen tijdspad worden vastgelegd en gecommuniceerd met de gemeente. Er wordt iemand aangewezen om alle procedures te bewaken en tijdig op te (laten) volgen. Een aantal vragen betreffende financiële- en organisatorische aangelegenheden dienen te worden beantwoord alvorens tot het uitbrengen van een beroep kan worden overgegaan. Voor financiële zaken alsook de gebruikersovereenkomst pastorie wordt verwezen naar de materiële regeling predikanten 2010.
1.4.
Inschakeling consulent Volgens art. 5 KO wordt in kerken zonder predikant in actieve dienst beroepen met advies van de consulent die door de classis aangewezen is. De consulent is aanwezig bij vergaderingen van moderamen en brede kerkenraad en heeft een adviserende stem.
1.5.
Profiel kerkelijke gemeente Indien er nog geen profiel van de gemeente is wordt in samenspraak met de gemeente en onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad een profielschets opgesteld. Aan de hand hiervan kan getoetst worden of een predikant bij de gemeente past. Na bespreking en vaststelling door de kerkenraad wordt het definitieve profiel aan de gemeente bekend gemaakt.
1.6.
Informatie burgerlijke gemeente Bij de gemeente kunnen gegevens opgevraagd worden (b.v. over huizen, scholen etc. ) die voor het beroepingswerk nuttig kunnen zijn.
1.7.
Profiel van te beroepen predikant Onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad wordt een profielschets van de predikant gemaakt. Na bespreking en goedkeuring door de kerkenraad wordt dit profiel aan de gemeente bekend gemaakt. N.b.: om een objectief beeld te verkrijgen kan het zinvol zijn om de consulent om advies te vragen.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
4
1.8.
Samenstelling beroepingscommissie De kerkenraad stelt de beroepingscommissie samen. Deel hieraan nemen leden van de brede kerkenraad, de begeleidingscommissie alsook gemeenteleden.
1.9.
Benoeming leden beroepingscommissie De kerkenraad benoemd de leden van de beroepingscommissie, de leden maken kennis met elkaar en bepalen hun werkwijze.
1.10. Kosten beroepingswerk Reiskosten en onkosten t.b.v. het beroepingswerk zijn voor rekening van de gemeente die een beroep uit gaat brengen. 2.
WERKWIJZE BEROEPINGSCOMMISSIE
2.1.
Zorgvuldigheid geheimhouding en selectiecriteria Afspraken voor geheimhouding worden vooraf gemaakt, selectiecriteria worden vastgesteld.
2.2.
Keuze werkwijze selectieprocedure Er kunnen vier keuzes gemaakt worden bij het benaderen van predikanten: het verzamelen van opgaven bij de gemeenteleden, het inwinnen van namen bij het Steunpunt Kerkenwerk, het plaatsen van een advertentie en het benaderen van (een aantal geselecteerde) predikanten via mail of brief.
2.3.
Voorselectie / opstellen groslijst Namen van mogelijk te beroepen predikanten worden, vergezeld van vooraf vastgestelde criteria, op een groslijst geplaatst. Elk lid van het moderamen / de brede kerkenraad ontvangt onder geheimhouding een exemplaar. Zij bepalen vervolgens het aantal potentiële kandidaten alsook de volgorde van benadering.
2.4.
Voortgezette selectie / benoeming en taak hoorcommissie De beroepingscommissie stelt een hoorcommissie voor aan de brede kerkenraad. De kerkenraad benoemd de hoorcommissie. Zij hebben tot taak zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de te beroepen predikant. Dit doen zij door middel van “horen en spreken”. De reeds opgestelde aandachtspuntenlijst kan leidraad zijn. De hoorcommissie rapporteert aan de beroepingscommissie.
2.5.
Eindselectie / het inwinnen van referenties Door de beroepingscommissie worden referenties ingewonnen. Wanneer de keuze voor een te beroepen kandidaat is gemaakt, wordt door de commissie contact opgenomen met de vraag of deze predikant ook daadwerkelijk met deze gemeente verder wil gaan. Er wordt slechts dan contact opgenomen met de volgende kandidaat op de groslijst, als de gecontacteerde predikant voldoende bedenktijd heeft gehad en duidelijk kan beargumenteren waarom hij niet in kan gaan op het uitgebrachte beroep.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
5
2.6.
Advies aan kerkenraad Na een keuze te hebben bepaald wordt door de beroepingscommissie zowel schriftelijk als mondeling advies gegeven aan de brede kerkenraad. De brede kerkenraad zal het advies bestuderen en een preek beluisteren. Daarna stelt de kerkenraad bij stemming vast of de betreffende predikant ter beroeping aan de gemeente wordt voorgedragen.
2.7.
Beëindigen contact predikanten De beroepingscommissie zal, als de procedure geen doorgang vindt, de betreffende predikant informeren. Alle bescheiden van de betreffende predikant worden vernietigd.
3.
UITBRENGEN VAN BEROEP, BESLISSING, AANSTELLING EN BEVESTIGING
3.1.
Beroepingsvergadering De brede kerkenraad roept de gemeente bijeen in een zogeheten beroepingsvergadering. Daar wordt verantwoording afgelegd van de werkzaamheden zoals deze in de afgelopen periode hebben plaatsgevonden en wordt de predikant beroepen als een ruime meerderheid van de aanwezige gemeenteleden voor het gestelde beroep hebben gestemd. Er kan ruimte en tijd worden geboden om formele bezwaren in te dienen. Eén en ander afhankelijk van de plaatselijk opgestelde regeling(en). De goedkeuring van de gemeente is verkregen als de naam van de te beroepen predikant op twee achtereenvolgende zondagen in de kerk is afgekondigd en er geen wettig bezwaar is ingebracht.
3.2.
Uitbrengen van beroep Als er gekozen wordt een stemming te houden brengt de brede kerkenraad na stemming het beroep aan de predikant uit. Een eventuele termijn van een gehanteerde bezwaarprocedure kan hierbij in acht worden genomen. Eén en ander afhankelijk van de plaatselijke regelingen(en).
3.3.
Beroepsbrief met bijlagen Een beroep wordt schriftelijk, echter bij voorkeur door persoonlijke overhandiging van de betreffende brief, uitgebracht. Bij de brief worden de materiële regelingen overlegd alsmede verdere relevante stukken. In overleg met de predikant worden afspraken gemaakt over kennismaking met de brede kerkenraad.
3.4.
Bedenktijd en beslissingstermijn Voor het overwegen van het beroep is het redelijke een termijn van drie tot zes weken te hanteren. Binnen deze periode kan de beroepen predikant voldoende informatie verzamelen om een verantwoorde keuze te maken.
3.5.
Berichten over beroepingswerk Als een beroep wordt aangenomen dienen diverse instanties hiervan door de kerkenraad op de hoogte te worden gebracht. Deze instanties worden nader genoemd.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
6
3.6.
Goedkeuring van het beroep Alvorens een predikant een beroep aanneemt dient hij de classis waar hij werkzaam is op de hoogte te stellen en akten van ontslag in te dienen.
3.7.
Bevestiging Nadat goedkeuring door de classis van de roepende gemeente is verkregen kan bevestiging in de eredienst volgens het formulier voor de bevestiging van Dienaren des Woords plaatsvinden.
4.
INTRODUCTIE EN BEGELEIDING NIEUWE PREDIKANT
4.1.
Kennismaking met de kerkenraad en gemeente De beroepen predikant gaat, als dit in een eerder stadium nog niet is gedaan, kennis maken met de brede kerkenraad en de gemeente.
4.2.
Verantwoordelijkheid voor de introductie Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van brede kerkenraad en predikant om een goed introductieprogramma te maken. Een goede introductie kan een eerste aanzet zijn tot het welslagen van het functioneren van de predikant binnen de gemeente.
4.3.
Onderdelen introductieprogramma Het introductieprogramma kent meerdere onderdelen die doorlopen worden. Deze onderdelen worden in de uitgebreide versie van het stappenplan nader gespecificeerd.
4.4.
Begeleiding na intrede Na intrede van de predikant is het van groot belang om hem goed te begeleiden. Hiertoe kan een begeleidingscommissie worden ingesteld. Deze commissie is onder andere verantwoordelijk voor het voeren van een jaarlijks functioneringsgesprek, maar kan ook als klankbord en vertrouwenspersoon optreden. De begeleidingscommissie begeleidt en ondersteunt de predikant vanaf het moment dat hij aantreedt in de gemeente tot en met zijn vertrek uit de gemeente. Meer informatie over de begeleidingscommissie is te vinden onder www.steunpuntkerkenwerk.nl/kerkelijkpersoneelsbeleid/predikanten/begeleidingscommissie
5.
EVALUATIE Nadat het beroepingswerk is beëindigd vindt een evaluatie plaats. Positieve en negatieve zaken worden besproken. Er wordt een evaluatierapport opgesteld en aangeboden aan de brede kerkenraad alsook de consulent. Na behandeling van het rapport in de kerkenraad heeft dit zeker zijn waarde niet verloren. Het kan een belangrijke betekenis krijgen voor het werk van toekomstige beroepingscommissies.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
7
“UITGEBREIDE” VERSIE VAN HET STAPPENPLAN HANDREIKING VOOR BEROEPINGSWERK 1.
VOORBEREIDING
1.1. Vacature Wanneer een vacature ontstaat komt de kerkenraad voor de vraag te staan of deze al dan niet vervuld dient te worden. Bij een positieve beantwoording zal de kerkenraad de beslissing om over te gaan tot het beroepen van een predikant meedelen aan de gemeente en wordt een begin gemaakt met het nemen van stappen in de beroepingsprocedure. Afhankelijk van de wijze waarop de vacature is ontstaan en de tijd die nodig is om een predikant te beroepen is het goed om tijd voor bezinning te nemen. Tijd om na te denken over wie we als gemeente zijn, wat we willen, hoe we dit denken te bereiken en welk “type” predikant we daarvoor nodig hebben. In deze bezinningstijd kan het nuttig zijn anderen dan de leden van de kerkenraad mee te laten denken en mee te laten adviseren. Ook is het mogelijk om tijdens deze periode gaven die binnen de gemeente zijn te benutten en voor een tijdelijke voorziening te kiezen, bijvoorbeeld ondersteuning van de consulent, van ouderlingen en/of een kerkelijk werker. Gedurende de bezinningsperiode, waar voldoende ruimte dient te zijn voor de “geestelijke” benadering die geschonken dient te worden aan de invulling van het ambt, dient er ook aandacht te zijn voor de “menselijke” kant, d.w.z. dat de beroepingsfase ook bij uitstek het moment is om te verkennen of de potentiële kandidaat en de gemeente goed bij elkaar passen. Dit vraagt van zowel de gemeente als de predikant dat zij een zo zuiver mogelijk beeld van zichzelf en elkaar vormen tijdens de beroepingsfase. Alleen dan kan een beroep zo weloverwogen mogelijk in geloof en gebed uitgebracht en al dan niet aangenomen worden. Deze in de sfeer van de Bijbelse wijsheid liggende benadering kan latere onvrede en problemen over en weer voorkomen. Het is dus belangrijk om voldoende tijd te nemen om de verschillende zaken goed op een rij te zetten en gezamenlijk een verantwoorde beslissing te nemen. Een kerkenraad hoeft dit allemaal niet alleen te doen. Een aantal taken kan worden gedelegeerd aan commissies, die omschreven taken zelfstandig kunnen verrichten en terug rapporteren aan de brede kerkenraad die de eindverantwoordelijkheid draagt. Daarnaast is het gebruikelijk dat een beroepende gemeente zich laat bijstaan door de in de regio aangewezen consulent als adviseur bij het gehele beroepingsproces. Tevens kunt u zich terzijde laten staan c.q. laten adviseren door het in oprichting zijnde Mobiliteitsbureau van het Steunpunt Kerkenwerk, te bereiken via
[email protected] of telefoonnummer 038-4270455. 1.2. Rol- en taakverdeling, informatie en communicatie Er zijn diverse partijen betrokken bij het beroepingsproces en zij hebben verschillende taken. Hieronder volgt een beschrijven van partijen en taken. Afhankelijk van de plaatselijke situatie kan hiervan afgeweken worden. Brede kerkenraad: eindverantwoordelijk voor het profiel van de gemeente, het profiel van de predikant, de financiële middelen, het samenstellen en benoemen van commissies, de te volgen procedure, bewaking van het tijdspad, het uitbrengen van een beroep, introductie van de predikant, de begeleiding na
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
8
intrede, tijdige en correctie informatie en communicatie aan classis, moderamen, gemeente, commissies, te beroepen predikant, Steunpunt Kerkenwerk en media. Moderamen of dagelijks bestuur: verantwoordelijk voor de voorbereiding van de door de kerkenraad te nemen besluiten welke dienen te worden uitgevoerd. Classis: verleent goedkeuring aan kerkenraden bij het beroepen van een predikant en aan de predikant alvorens deze een nieuwe gemeente gaat dienen, wijst consulent aan. Consulent: gebruikelijk is dat deze als adviseur wordt aangetrokken. In kerken zonder predikant in actieve dienst zal hij het beroepingswerk en de procedures bewaken. Heeft in vergaderingen van de kerkenraad en het moderamen een adviserende stem. Predikant: zich goed (laten) informeren over de gemeente en de inhoud van taken binnen de gemeente die een beroep op hem wil uitbrengen, preken en kennismaken bij de vacante gemeente, goedkeuring aan de classis vragen door middel van het tonen van een goede attestatie inzake leer en leven, wettige akten van ontslag overleggen van de kerk en de classis waar gediend is en verantwoordelijkheid nemen voor begeleiding na intrede. Gemeente: actief deelnemen aan het beroepingswerk. Dit kan door middel van het meedenken over een profiel van de gemeente, een profiel van de predikant, nadenken over/opgeven van namen van te beroepen predikanten, deelnemen aan een commissie, bezoek aan eredienst waar te beroepen predikant voorgaat, deelnemen aan de stemming voor het uitbrengen van een beroep. Voorbereidingscommissie: kan een deel van de voorbereiding van het beroepingswerk overnemen van de brede kerkenraad. Te denken valt aan het opstellen van het profiel van de gemeente en van de predikant, het opstellen van de te volgen procedure en het opstellen van en lijst met aandachtspunten. Afhankelijk van de situatie kan deze taak door een voorbereidingscommissie en/of een beroepingscommissie uitgevoerd worden. Wij raden aan met een beroepingscommissie te werken om zoveel mogelijk kennis binnen eenzelfde groep te houden wat de uitvoering van het door te lopen traject vergemakkelijkt. Beroepingscommissie: verantwoordelijk voor het werk dat in opdracht van de brede kerkenraad is verkregen. Dat kan zijn het meewerken aan het opstellen van een profiel van de gemeente en een profiel van de predikant, het opstellen van een lijst met aandachtspunten, het kiezen van de werkwijze waarop de selectie gaat plaatsvinden, de voorselectie, het voorstellen van een hoorcommissie aan de brede kerkenraad, het inwinnen van referenties, advies uitbrengen en rapporteren aan de brede kerkenraad, de gemeente informeren tijdens de beroepingsvergadering, het begeleiden bij de introductie en het evalueren van het hele beroepingsproces. Hoorcommissie: het voeren van gesprekken met de predikant, het luisteren naar een of meer preken, het uitbrengen van advies aan de brede kerkenraad en/of de beroepingscommissie. Begeleidingscommissie: neemt deel aan beroepingscommissie en hoorcommissie, ondersteunt en begeleidt predikant na intrede gedurende de gehele periode tijdens welke de predikant binnen de gemeente werkzaam is. Steunpunt Kerkenwerk: adviseert en ondersteunt kerkenraden bij het proces beroepingswerk en kan indien gewenst een groslijst op alfabet aanleveren.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
9
1.3.
Voorbereidingsfase / tijdspad / financiële- en organisatorische zaken
Voorbereiding en tijdspad Het opmaken van een profielschets van de gemeente, het opmaken van een profielschets voor de te beroepen predikant, het benoemen van commissies , het omschrijven van taken en verantwoordelijkheden etc. etc. behoren tot de eindverantwoordelijkheid van de brede kerkenraad. Echter, de voltallige kerkenraad hoeft hier niet bij betrokken te zijn. Het is wellicht beter een aantal taken te delegeren c.q. daarvoor een kleine commissie, een voorbereidingscommissie, te benoemen die regelmatig overlegt en afstemt met de kerkenraad. Afhankelijk van de plaatselijke mogelijkheden en omstandigheden kan overwogen worden een deel van de voorbereiding te laten verzorgen door de voltallige beroepingscommissie. Deze commissie zal dan vooraf worden samengesteld en (een afvaardiging hiervan) brengt regelmatig rapport uit aan de kerkenraad. De brede kerkenraad neemt een beslissing over de keuze of en zo ja, welke commissie voor welke activiteiten benoemd zal worden. Om het beroepingsproces organisatorisch goed in beeld te hebben en te bewaken is het goed om de te volgen procedure(s) uit te werken, op schrift te stellen en data te koppelen aan elke activiteit die uitgevoerd moet worden. Het tijdspad wordt gecommuniceerd met alle betrokken partijen zodat een ieder weet op welk moment welke activiteit verricht dient te zijn en zo de terugkoppeling aan de brede kerkenraad en/of beroepingscommissie op adequate wijze kan geschieden. Het is zinnig iemand aan te wijzen die het hele proces c.q. alle procedures bewaakt en toezicht houdt op tijdige naleving hiervan. Een lijst van aandachtspunten, welke belangrijk zijn bij het beroepingwerk, wordt door de voorbereidings- c.q. beroepingscommissie samengesteld zodat het proces helder en gestructureerd kan verlopen. Financiële- en organisatorische zaken Bij het ontstaan van een vacature dienen de volgende vragen te worden gesteld c.q. dient aan de volgende punten aandacht te worden besteed: a) Zijn er voldoende financiële middelen voor volledige bezetting? Is een fulltime predikant gewenst of is het mogelijk een predikant in deeltijd aan te trekken? Welke mogelijke alternatieven zijn denkbaar en uitvoerbaar? Is het wenselijk en/of noodzakelijk de classis hierbij te betrekken? Hierbij verwijzen wij naar art. 11 KO, waarin vermeld staat dat de kerkenraad namens de gemeente verplicht is haar predikant naar behoren te onderhouden. b) Kan er tijdens de vacante periode gerekend worden op ondersteuning van de consulent, van collega-predikanten en/of ouderlingen? c) Zijn er, als het gaat om samen met een andere gemeente uit te brengen beroep, deugdelijke afspraken gemaakt over onder andere verdeling van de kosten, nu en in de toekomst? d) Een predikant wordt beroepen voor onbepaalde tijd. Wanneer een predikant eenmaal geroepen is volgens art. 5 KO heeft hij zich daarbij voor het leven aan de kerkelijke dienst verbonden. Dit houdt ook in dat hij zijn ambt niet mag neerleggen en slechts ontheven kan worden en overgaan naar een andere levensstaat als daar gewichtige redenen toe zijn (art. 15 KO). e) Volgens artikel 12 KO mag een predikant geen benoeming aannemen waarbij hij zich geheel gaat wijden aan een bijzondere taak, zoals die van het leger- of ziekenhuispredikant, tenzij hij verbonden blijft aan een kerk. De verhouding
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
10
waarin de predikant tot de betrokken kerk staat, dient geregeld te worden onder goedkeuring van de classis. f) Elke predikant ontvangt een traktement. In de materiële regelingen predikanten , zie www.steunpuntkerkenwerk.nl/kerkelijkpersoneelsbeleid/predikanten/materiele-regelingen staan alle op de predikant van toepassing zijnde regelingen vermeld. g) Het is gebruikelijk dat een predikant binnen de grenzen van de gemeente woont tenzij er gegronde redenen zijn om daarvan af te wijken. De gemeente is gehouden de predikant een passende ambtswoning aan te bieden en de predikant is verplicht deze te aanvaarden. Regelingen omtrent huisvesting en uitzonderingen hierop zijn uitvoerig beschreven in artikel VI van de materiële regelingen predikanten (zie bijlagen). Het is belangrijk dit punt vroegtijdig in het beroepingswerk aan de orde te stellen. h) In het kader van een verwacht tekort aan predikanten is het noodzakelijk het regionaal besef bij kerken onder de aandacht te brengen c.q. te stimuleren. Concreet houdt dit in dat er een beroep wordt gedaan om meer samen te werken. Dit kan zijn dat een gemeente met één of meer predikant(en) bereid is om haar predikant(en) uit te lenen, er meegewerkt wordt aan projecten in andere gemeenten, kerken in de classis bijgestaan worden, taken binnen een deputaatschap of uitvoerings- en/of organisatorische taken binnen het kerkverband opgenomen kunnen worden, een senior predikant een jongere predikant begeleidt, er meegewerkt wordt aan het laten werken van predikanten in deeltijd etc. etc. Alhoewel er een afname te zien is in het aantal predikanten, is er een toename in het aantal kerkelijk werkers. Deze kunnen op bepaalde taakgebieden een belangrijke rol vervullen, echter zijn niet in staat en gerechtigd het volledige takenpakket van de predikant op zich te nemen. Ook hiermee dient binnen regionaal verband rekening te worden gehouden. 1.4. Inschakeling consulent Volgens de Kerkorde artikel 5: “roeping tot de dienst des Woords” zal in kerken zonder predikant in actieve dienst beroepen worden met advies van de consulent die door de classis aangewezen is. De consulent begeleidt dan het beroepingswerk, bewaakt de procedure en heeft in vergaderingen van kerkenraad en moderamen een adviserende stem. De consulent dient de kerkordelijke regels en procedures te kennen. Bovendien kan hij optreden als klankbord voor de predikant met wie de beroepingscommissie in contact is. 1.5. Profiel kerkelijke gemeente Om de te beroepen predikant een juist beeld te geven van de vacante gemeente zal de gemeente zich vooraf, onder verantwoordelijkheid van de brede kerkenraad, eerst een realistisch zelfbeeld dienen te vormen. Wie zijn wij, waar staan we voor, wat is onze visie en missie, wat zijn onze mogelijkheden en beperkingen, hoe is onze gemeente samengesteld, welke specifieke behoeften, problemen en uitdagingen zijn er, waarop willen wij in het bijzonder de accenten leggen, zijn er onderwerpen, vragen die besproken en beschreven kunnen worden. Het vormen van een zo objectief mogelijk zelfbeeld is goed voor de gemeente zelf alsook voor de te beroepen predikant. Een goed onderbouwd profiel van de gemeente kan hem helpen bij het maken van een keuze en een weloverwogen besluit. Concreet zal in het profiel van de gemeente aan de volgende punten aandacht gegeven worden: a) Plaatselijke (kerk)geschiedenis;
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
11
b) Samenstelling van de gemeente naar b.v. doop-, belijdende- en gastleden, alleengaanden en gezinnen, randkerkelijke leden, cultuur en sociale structuur; c) Organisatie en invulling van het kerkelijk werk met de volgende aandachtsvelden: Omvang gemeente, ontwikkeling ledental, geografische spreiding leden, samenstelling naar leeftijd en sexe, beroepsmatige samenstelling; Cultuur: open of gesloten cultuur, naar binnen of naar buiten gericht, behoudend of vernieuwingsgezind, onderlinge verhoudingen los of sterk; Geestelijke ligging: qua binding aan de belijdenis, qua liturgie e.d. klassiek gereformeerd of meer evangelisch/charismatisch, samenwerking andere kerken ter plaatse, etc.; Visie op en beleid inzake toekomst van de gemeente ; Kerkenraad: samenstelling en interne organisatie; Eredienst: inrichting; Catechese, vorming en toerusting; Pastoraat; Diaconaat; Kringen: heeft de gemeente kringen en/of bestaat ze uit kringen; Zending en hulpverlening; Maatschappelijke betrokkenheid; Missionaire activiteiten; Kinderwerk / Jeugdwerk / Ouderenwerk; Financiële en beheerszaken; Taakverdeling tussen predikanten en/of kerkelijk werkers (indien van toepassing); Taakverdeling tussen kerkenraad en predikant (met name bij deeltijdfuncties); interkerkelijke samenwerking. Indien aanwezig wordt het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan bij dit profiel gevoegd. In dit beleidsplan kan aangegeven worden welke prioriteiten er zijn/worden gesteld, welke nog niet bereikte doelen nagestreefd worden, voor welke problemen en/of ontwikkelingen de gemeente zich geplaatst ziet en overige belangrijke aspecten. Per onderdeel van het profiel kan worden aangegeven hoe de ontwikkeling zich verhoudt tot het beschrevene in het beleidsplan en welke specifieke moeilijkheden en mogelijkheden zich hierbij voordoen. Enkele voorbeelden van gemeenteprofielen zijn toegevoegd in de bijlagen. Ook is een enquête voorbereiding beroepingswerk toegevoegd, welke gebruikt kan worden om de wensen van de gemeente in kaart te brengen. 1.6. Informatie burgerlijke gemeente Gegevens en documentatie van de burgerlijke gemeente zullen doorgaans beschikbaar worden gesteld door de afdeling voorlichting van de gemeente, eventueel aangevuld door de plaatselijke of regionale VVV. Hieruit wordt gekozen wat voor het beroepingswerk van belang is. Voor gezinnen is uiteraard de keuze in school-/studieaanbod belangrijk. Vanuit missionair oogpunt is het goed te weten of en welke de mogelijk demografische ontwikkelingen zijn. Mogelijke plannen van de gemeente om nieuwe woningen te bouwen kunnen dan belangrijk zijn. 1.7. Profiel te beroepen predikant Nadat het profiel van de gemeente is beschreven komt er duidelijkheid over het profiel van de predikant. Het opstellen van een profiel voor de te beroepen predikant geschiedt ook onder verantwoordelijkheid van de brede kerkenraad. De
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
12
profielschets van de predikant dient een afgeleide te zijn van de profielschets van de gemeente. Het is verstandig dit profiel niet te verfijnd op te stellen omdat het gevaar anders groot is dat de beroepingscommissie er niet in zal slagen een predikant te vinden die hieraan beantwoordt en die bereid en in staat is in deze gemeente te werken. Voorkomen moet worden dat er “een schaap met vijf poten” wordt gezocht. Het is belangrijk om het profiel toe te spitsen op de prioriteiten voor de komende jaren en op basis hiervan een predikant te zoeken. In elk geval bevat deze profielschets de volgende elementen: a) Een verwijzing naar het gemeenteprofiel c.q. een beknopte typering van de gemeente: wie zijn we, wat is ons doel en wat willen we de komende jaren bereiken (visie en missie); b) Welke speciale kennis, deskundigheden en vaardigheden hiertoe vereist worden; c) Of, hoeveel en welke ervaring vereist is; d) Welke persoonskenmerken op prijs worden gesteld; e) Of werken in teamverband voorondersteld wordt; f) Zijn plaats binnen het organigram en de samenwerking hierbinnen met andere (beroeps)krachten; g) Verdere typerende zaken voor de betreffende predikant. Er dient een duidelijk afgebakend takenpakket opgesteld te worden met helderheid over wie precies welke taken binnen het teamverband verricht. Leeftijd is geen garantie voor goed of beter functioneren. Bovendien dient de schijn van leeftijdsdiscriminatie te worden vermeden. Het gaat bij het zoeken van een predikant niet om de vraag hoe een predikant moet zijn maar wat er van hem verwacht kan worden. Het is zeer waardevol de gemeente mee te laten denken in het ontwikkelen van een profiel voor de gewenste predikant waarbij niet aan eigen belang maar aan het belang van de gemeente in haar volle omvang wordt gedacht. Enkele voorbeelden van predikantsprofielen zijn toegevoegd in de bijlagen. Het Beroepsprofiel van de predikantenvereniging CGMV is leidraad binnen de GKv. Hieraan wordt elke predikant geacht te voldoen. Afwijkingen hierop kunnen helder verwoord worden aangegeven. De overige profielen zijn binnen onze kerken opgesteld en kunnen u wellicht als voorbeeld dienen. 1.8. Samenstelling beroepingscommissie Bij de samenstelling van een beroepingscommissie zal een evenwicht gevonden dienen te worden tussen enerzijds een zo breed mogelijke vertegenwoordiging waarin de gemeente zich herkent en anderzijds een formatie die slagvaardig kan handelen en optreden. De onder punt 1.5.c genoemde opsomming kan een hulpmiddel bij de samenstelling zijn. Een maximale grootte is moeilijk aan te geven, echter het is raadzaam om op te nemen in de beroepingscommissie: a) minimaal één kerkenraadslid; b) minimaal één lid van de begeleidingscommissie (zie hiervoor de bijlagen); c) één of meer gemeenteleden. In een gemeente met wijkgemeenten wijst ook de kerkenraad uit haar midden een lid voor de commissie aan. Afhankelijk van de omvang van de gemeente, de vertegenwoordiging van specifieke groepen en de taakverdeling binnen de commissie kan hierin een keuze worden gemaakt. Uiteraard zal de beroepingscommissie achter de hoofdlijnen van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan, het opgestelde profiel van de gemeente en het profiel van de gewenste predikant staan. Om een goede
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
13
werksituatie te bewerkstelligen is het zinvol de beroepingscommissie vooraf op een informele manier met elkaar kennis te laten maken. Zij zijn immers “gezichtsbepalend” voor de te beroepen predikant en daarom is het goed dat zij na een persoonlijke kennismaking hun gezamenlijke lijn bepalen. Ten slotte is het zeer aan te bevelen leden aan de beroepingscommissie deel te laten nemen die beroepshalve of in professionele zin ervaring hebben in het voeren van gesprekken en het beoordelen van mensen. Voorbeeld documenten van de taak en de werkwijze van de beroepingscommissie zijn toegevoegd in de bijlagen. 1.9. Benoeming leden beroepingscommissie Leden van de beroepingscommissie worden door de kerkenraad benoemd. De kerkenraad bepaalt ook de randvoorwaarden waarbinnen de opdracht voor het werven van een nieuwe predikant valt. Het is zinvol reeds in het eerste stadium de procedure en de werkwijze van de beroepingscommissie te bespreken. Bijvoorbeeld: hoe stellen we een groslijst op, schakelen we het mobiliteitsbureau van het Steunpunt Kerkenwerk hierbij in, is het plaatsen van een advertentie een reële mogelijkheid, welke afspraken worden gemaakt over communicatie met de kerkenraad etc. etc. 1.10. Kosten beroepingswerk De gemeente vergoedt de reiskosten die een predikant maakt als hij uitgenodigd wordt voor een gesprek. Dit geldt tevens voor de te maken onkosten van de leden van de beroepingscommissie.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
14
2.
WERKWIJZE BEROEPINGSCOMMISSIE
2.1. Zorgvuldigheid, geheimhouding en selectiecriteria In de eerste bijeenkomst van de beroepingscommissie zal aan alle leden duidelijk moeten worden gemaakt dat het in beroepingswerk niet alleen gaat om het belang van de gemeente, maar ook om het belang van de predikant. Dit eist van de leden zorgvuldigheid in de omgang van zowel persoonlijke als zakelijke informatie. Tot een zorgvuldige werkwijze behoort ook dat kandidaten waarmee een gesprek wordt/is gevoerd op de hoogte worden gehouden over de voortgang. De beroepingscommissie werkt volgens een op te stellen regeling beroepingswerk voor de plaatselijke gemeente. Dit om het beroepingsproces organisatorisch goed in beeld te hebben en te nemen stappen goed te bewaken en te communiceren. Geadviseerd wordt iemand aan te wijzen als woordvoerder van de beroepingscommissie. Gemeenteleden kunnen met vragen bij hem/haar terecht. Tevens wordt een contactpersoon voor de te beroepen predikant aangewezen. Er zullen duidelijke afspraken gemaakt dienen te worden over geheimhouding van en vertrouwelijke omgang met informatie. Tijdens de gesprekken met potentiële predikanten kan vertrouwelijke informatie op tafel komen. Het is daarom noodzakelijk om bij de benoeming van de beroepingscommissie de leden strikte geheimhouding op te leggen. Zowel naar kerkenraad, gemeenteleden en derden moet voorkomen worden dat informatie (voortijdig) uitlekt. Het is ook goed afspraken te maken over vermenigvuldiging, verspreiding, teruggave en vernietiging van schriftelijke informatie. De beroepingscommissie zal in haar eerste vergadering de werkmethode vaststellen: eerst “horen” in een kerkdienst en aansluitend een gesprek of later in de week een gesprek. Een andere mogelijkheid is eerst een gesprek te voeren en vervolgens te “horen”. Bij het horen in twee of meerdere groepen dienen afspraken gemaakt te worden over wat in de gesprekken, wanneer en door wie aan de orde wordt gesteld (dit om doublures te voorkomen). De door de beroepingscommissie toe te passen selectiecriteria zullen voor een deel af te leiden zijn uit de profielschets, het beleidsplan en de financiële mogelijkheden. Secundaire aspecten bij het beroepen waarover ook nagedacht dient te worden: alleenstaand of gehuwd: is het verwachtingspatroon van een gemeente(lid) dat vraagt om een gehuwde predikant wel juist? Rol van de echtgenote binnen de gemeente: is er ruimte voor een eigen leven/eigen werkkring? Lichamelijke beperking: is het lichamelijk gehandicapt of beperkt zijn echt wel een beletsel voor een goede taakvervulling? Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid: is het mogelijk een oplossing te vinden voor de aanvullende arbeidstijd bijvoorbeeld door inschakeling van een kerkelijk werker? In de bespreking zullen dan twee vragen centraal staan: 1) Zijn de omstandigheden en is het geestelijke klimaat in de gemeente zodanig dat een predikant, bij wie één of meer van deze aspecten aan de orde is, met vrucht kan arbeiden? 2) Hoe zal de desbetreffende predikant zijn functioneren zien in het licht van zijn persoonlijke (leef) situatie? Als al deze vragen zijn gesteld en besproken kan verantwoord een beroep worden uitgebracht.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
15
2.2. Keuze werkwijze selectieprocedure Opmerking: afhankelijk van de gekozen werkwijze of combinatie hiervan kan het nodig zijn af te wijken van de volgorde van de hierna gekozen procedure. Dit mag echter nooit ten koste gaan van de zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid. Om te kunnen selecteren zal de beroepingscommissie moeten beschikken over namen van mogelijk te beroepen predikanten. Daarvoor bestaan verschillende werkwijzen: 2.2.1. Het verzamelen van opgaven van de gemeente: het is van belang de gemeenteleden in de gelegenheid te stellen namen aan de kerkenraad op te geven van door hen geschikte kandidaten. Deze opgaven zullen voorzien zijn van een motivering of argumentatie en de naam van degene die de opgave doet. Een oproep hiertoe kan gebeuren via de kansel, een brief, mail of een artikel in het kerkblad waarin tevens de samenstelling van de beroepingscommissie en het door de kerkenraad vastgestelde profiel van de te beroepen predikant bekend is/wordt gemaakt. 2.2.2. Het inwinnen van informatie c.q. een advies groslijst van predikanten: dit kan gebeuren bij het mobiliteitsbureau v/h Steunpunt Kerkenwerk via
[email protected] of via telefoonnummer 038-4270455. Advies wordt in de regel uitgebracht als de gemeente over een groslijst beschikt. Voor het uitbrengen van een goed advies dient het mobiliteitsbureau bij voorkeur over de profielschets van de predikant en het beleidsplan en/of een profielschets van de gemeente te beschikken. NB: het advies bestaat uit een lijst van namen van predikanten op alfabetische volgorde die zich beroepbaar hebben gesteld en in het profiel lijken te passen. Beroepbaar voor het mobiliteitsbureau zijn ook alle predikanten die zich voor een periode van minimaal vijf jaar aan een gemeente ten dienste hebben gesteld. 2.2.3. Het plaatsen van een advertentie: er kan besloten worden tot het plaatsen van een advertentie. Het werven van een predikant middels een advertentie en daarbij behorende “sollicitatieprocedure” is een manier van werven die in opkomst is maar waar ook, zowel door gemeenteleden alsook door predikanten, bezwaar tegen wordt ingebracht. Het is zeer aan te bevelen de gemeente vooraf in te lichten over de wijze waarop en waarom op deze wijze een beroep wordt uitgebracht. Bezwaren tegen deze gang van zaken dienen respectvol te worden behandeld. Wanneer besloten wordt een advertentie te plaatsen dient er rekening mee gehouden te worden dat de kerkenraad geen werknemer beroept in een arbeidsrelatie. Er is geen werknemer/werkgever relatie, de kerkenraad beroept een predikant. Een predikant is niet in dienst van een gemeente maar staat ten dienste van de gemeente. Hij is niet ondergeschikt aan de kerkenraad of aan de gemeente. Er is dus ook geen sprake van een in het bedrijfsleven gangbare sollicitatieprocedure. In de manier waarop een gesprek met de te beroepen predikant worden gevoerd zal hiermee rekening dienen te worden gehouden. Bij het plaatsen van een advertentie zijn de volgende aandachtspunten belangrijk: - woordkeuze, vermeden moet worden dat er ook maar enige schijn van een werknemer/werkgever relatie wordt gewekt (dus reageren i.p.v. solliciteren), - inhoud en opmaak alsook keuze van de media.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
16
Het is ook mogelijk een advertentie te plaatsen met als doel alleen de vacature bekend te maken en te wijzen op de manier waarop gereageerd kan worden. 2.2.4. Het laten uitgaan van een mail(ing): aan de hand van vastgestelde criteria worden predikanten schriftelijk benaderd via een schrijven of via e-mail. Een profielschets van de gemeente alsook van de predikant is dan bijgevoegd. Informatie over namen, adres en overige info kan worden verkregen via www.gkvhandboek.nl . 2.3. Voorselectie / opstellen groslijst De beroepingscommissie heeft nu op één of meerdere manieren een groslijst van te beroepen predikanten kunnen samenstellen. Op deze groslijst worden de volgende gegevens vermeld: 1) naam en leeftijd van de predikant; 2) de duur van zijn verblijf in de huidige gemeente; 3) het aantal gemeenten dat hij heeft gediend; 4) het aantal malen dat hij is aanbevolen; 5) eventueel overige relevante gegevens. Elk lid van de brede kerkenraad ontvangt een exemplaar van deze lijst. De brede kerkenraad kan na onderbouwde argumentatie namen aan deze lijst toevoegen en stelt uit deze lijst een groslijst samen met daarop de namen van predikanten die voor een uit te brengen beroep in aanmerking komen. De brede kerkenraad bespreekt de op de groslijst vermelde predikanten en kiest hieruit zo mogelijk zes namen. De namen van deze predikanten worden op een keuzelijst geplaatst. De namen van de gekozen predikanten worden niet aan de gemeente bekend gemaakt. Beroepbaar zijn die predikanten die zich voor een periode van minimaal vijf jaar aan een gemeente ten dienste hebben gesteld en beroepbare predikanten volgens artikel 8 kerkorde (predikanten zonder theologische opleiding/proponenten) en artikel 9 kerkorde (voorgangers die sinds kort lid van één der kerken zijn). Om de doorstroming van predikanten bevorderen kan het mobiliteitsbureau ook namen noemen van predikanten die te kennen hebben gegeven toe te zijn aan een nieuwe gemeente of van standplaats te wisselen. Hierna worden de predikanten van de keuzelijst in volgorde van het verkregen aantal stemmen door de beroepingscommissie benaderd teneinde de bereidheid vast te stellen of zij een hoorcommissie willen ontvangen. Het is verspilling van tijd en moeite om een predikant te beroepen waarvan bekend is dat er factoren zijn die maken dat het niet te verwachten valt dat hij het beroep kan overwegen c.q. zou kunnen aannemen. Echter, voordat de predikant een afwijzende beslissing neemt, dient hij zich er wel heel goed van te vergewissen of dit wel de weg van de Here is en of dit niet een weg is waaraan hij in eerste instantie zelf niet zou denken. Een oriënterend gesprek kan bij de predikant een zelfreflectie teweeg brengen die een goede uitwerking zou kunnen hebben op zijn functioneren, al dan niet in een andere gemeente. Het verdient daarom aanbeveling dat er, in plaats van een telefoongesprek, een oriënterende ontmoeting wordt afgesproken en dat daarna in onderling overleg wordt beslist of het contact wel dan niet zal worden voortgezet. Daarbij moet wel vermeld worden dat dit nog een voorselectie betreft. Een volgende predikant zal niet eerder worden benaderd dan nadat de vorige predikant van de keuzelijst 1) geen hoorcommissie wil ontvangen; 2) niet aan de gemeente ter verkiezing wordt voorgedragen;
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
17
3) in de verkiezingsvergadering niet het vereiste meerderheidspercentage volgens de plaatselijke regeling heeft behaald; 4) het uitgebrachte beroep niet heeft aangenomen. In deze fase is het ook zinvol de predikant die men op het oog heeft informatie te zenden zoals in hoofdstuk 1 onder punt 1.5., 1.6. en 1.7. vermeld. Indien een lid van de beroepingscommissie één van de potentiële kandidaten persoonlijk kent dient hij/zij zich, omwille van objectiviteit en professionaliteit - voor zover het de contacten met die kandidaat betreft – terug te trekken. 2.4. Voortgezette selectie / benoeming en taak hoorcommissie Bij de voortgezette selectie komen gesprekken met de predikant en het bezoeken van erediensten aan de orde. De begeleidingscommissie doet de brede kerkenraad nu een voorstel om een hoorcommissie te vormen. Afhankelijk van de plaatselijke situatie wordt een nieuwe commissie gevormd bestaande uit enkele leden van de brede kerkenraad, een lid van de begeleidingscommissie en enkele gemeenteleden. Afhankelijk van de situatie kan het ook zo zijn dat deze taak aan een deel van de begeleidingscommissie wordt gegeven. De kerkenraad benoemd de leden van de hoorcommissie. Na de voorselectie vindt in de regel het “horen” van een predikant plaats. Het is raadzaam vooraf contact met de predikant op te nemen. Als het een verre reis betreft kan het zinvol zijn het horen te combineren met een gesprek met de potentiële predikant. Het ambt van predikant omvat immers veel meer dan het verzorgen van een kerkdienst. Ook kan eerst een gesprek met de predikant gevoerd worden alvorens te gaan “horen”. Afhankelijk van de wensen van de predikant kan hierin een beslissing worden genomen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met eventuele onrust in de gemeente van de betreffende predikant, dit moet zoveel mogelijk worden voorkomen. 1) Het gesprek De kennismaking met een potentiële kandidaat en zijn eventuele partner kan in een gesprek breder en dieper zijn dan het “horen”. Het zal op dusdanige wijze worden ingericht dat alle relevante informatie verkregen wordt welke nodig is voor het weloverwogen nemen van een beslissing met het oog op het eventueel verantwoord uitbrengen van een beroep. Uitgangspunt bij de gesprekken is het zelfbeeld van de gemeente en het profiel van de te beroepen predikant. Matchen die twee? Worden dezelfde prioriteiten gesteld , leven dezelfde verwachtingen? Omdat de predikant binnen de gemeente een uiterst belangrijke functie heeft, is de commissie gerechtigd zowel breed als diep door te vragen. Waar staat de te beroepen predikant theologisch, hoe gaat hij om met verschillen, met spanningen en conflicten, met werkdruk, kritiek, hoe zijn de gezinsomstandigheden, wat ziet hij zelf als zijn sterke en minder sterke kanten, is hij een teamspeler etc. etc. Het vragen dient op gepaste en respectvolle wijze te gebeuren, de predikant kan natuurlijk zelf zijn grenzen aangeven. De commissie dient ook gevoelig te zijn voor wat zich op het non-verbale vlak afspeelt. Het gaat er hier niet om bepaalde beperkingen of kwetsbaarheden bloot te leggen. Waar het wel om gaat is dat er helderheid ontstaat over zowel iemands mogelijkheden als beperkingen alsook sterke en minder sterke kanten, zodat een eventueel beroep niet op een ideaalbeeld wordt uitgebracht maar op de persoon zoals de hoorcommissie die in alle concreetheid heeft leren kennen. Het voordeel van een dergelijk open gesprek is ook dat in een voorkomend geval later concrete maatregelen kunnen worden getroffen om de predikant te ontlasten van taken die niet bij hem passen of minder afgaan,
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
18
waardoor hij zich beter zal kunnen inzetten voor die taken die beter of goed bij hem passen. Predikanten en commissieleden hebben zo samen al wat kunnen aftasten: zien ze mogelijkheden samen verder op te trekken of concluderen ze dat ze dit niet moeten doen en waarop is deze conclusie dan gebaseerd? Er kunnen afspraken worden gemaakt over de bedenktijd die men elkaar wil gunnen. Wordt na een dergelijk gesprek een dienst bijgewoond, dan is de commissie beter voorbereid. Van “hoorders” worden zij deelnemers. Bovendien is het luisteren anders als de betreffende predikant enigszins bekend is. Er pleit nogal wat voor om het gesprek eerst te voeren. Voor het gesprek geldt hetzelfde als voor het “horen”. Probeer zoveel mogelijk te objectiveren. Maak van tevoren een lijst van te bespreken punten en/of gebruik de reeds opgemaakte lijst van aandachtspunten zoals onder punt 1.3. vermeld en opgesteld en spreek af wie wat aan de orde stelt. Met het oog op de rapportage aan de begeleidingscommissie /brede kerkenraad is dit van belang. Zorg dat ook de predikant voldoende tijd en ruimte krijgt om zijn vragen aan de orde te stellen. 2) Het horen Bij het horen en beoordelen van de meegemaakte eredienst is het van belang mede gelet op rapportage aan de beroepingscommissie en een gelijkwaardige beoordeling van de predikanten - het gehoorde en beleefde zoveel mogelijk te objectiveren. Hierbij dient men zich bewust te zijn van de beperkingen van het eigen oordeel. Dat kan bijvoorbeeld door het noteren van de orde van dienst met de gezongen liederen en de gelezen Bijbelgedeelten. Ook is het goed aandacht te hebben voor de sfeer in de dienst, de omgang van de predikant met zijn gemeenteleden, de persoonlijke betrokkenheid bij de gemeente etc.. Vervolgens kunnen de verschillende aspecten worden onderscheiden en persoonlijk worden beoordeeld met behulp van de vooraf geformuleerde checklist (zie bijlagen). Wanneer een dienst wordt bijgewoond zal de kerkenraad van de vacante gemeente de kerkenraad van de te beroepen predikant hiervan op de hoogte stellen. De hoorcommissie dient zich bij het bijwonen van een dienst te realiseren dat dit een voor hen een onbekende omgeving is. Onbekend is onder welke omstandigheden de eredienst plaatsvindt en onbekend is op welke gemeente de preek gericht is. Soms wil een predikant liturgisch of dogmatisch een wat andere koers varen maar is dit niet mogelijk binnen de betreffende gemeente. Daar dient oog en oor voor te zijn. Nadat de commissieleden “gehoord” hebben, wordt verslag uitgebracht aan de voltallige beroepingscommissie en wordt een aanbeveling gedaan of de contacten met deze predikant worden voortgezet. Zo ja, dan kunnen de andere leden van de beroepingscommissie deze kandidaat ook gaan horen. Het verdient geen aanbeveling om predikanten aan wie nog geen beroep is uitgebracht alvast voor te laten gaan c.q. “op beroep” te laten gaan in de eredienst van de gemeente die overweegt een beroep uit te brengen. Bij kandidaten of beroepbare predikanten die nog geen “eigen” gemeente dienen is dit wel mogelijk. De voornaamste bezwaren tegen het “op beroep” voorgaan in de eredienst zijn: a) de gemeente vormt zich een oordeel op grond van één dienst; dit oordeel kan afwijken van dat van de beroepingscommissie die oordeelt op grond van bredere informatie;
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
19
b) bij het “op beroep”voorgaan in de eredienst ontstaan snel verwachtingen of worden toezeggingen gedaan die later misschien niet kunnen worden waargemaakt; c) het kan de predikant belemmeren in de vrijheid van de verkondiging van het Woord en de gemeente in het “onbevangen” deelnemen aan de eredienst. 2.5. Eindselectie / het inwinnen van referenties In deze laatste fase wordt geadviseerd referenties in te winnen over de overgebleven in aanmerking komende kandidaat. Voor het inwinnen van referenties worden de volgende richtlijnen geadviseerd. Het inwinnen van referenties Het is verstandig om als beroepingscommissie bijtijds een vragenlijst of een brief te ontwerpen die gebruikt kan worden om referenties te vragen over de betrokken kandidaat. Zaken die aan de orde kunnen komen zijn: wijze van voorgaan in de eredienst, pastorale attitude, kunnen omgaan met verschillende stromingen, relationele vaardigheden, relativerend vermogen, kunnen delegeren en het eigen werk goed indelen, hoe reageert betrokkene op spanningen en conflicten, bezit betrokkenen vaardigheden om conflicten te hanteren, is hij in staat tot het geven van leiding, is hij geïnteresseerd in contact met ouderen, en met jongeren, hebben zich wel eens problemen rond de predikant voorgedaan, van welke aard, etc. etc. De gestelde vragen relateren aan de profielschets en zijn gegroepeerd rond thema’s als pastoraat, leidinggeven etc. Het is verstandig af te sluiten met de vraag of er nog contact gezocht mag worden als daar aanleiding toe is. Referenten Drie referenten zijn als regel voldoende. Te denken valt aan een lid van de kerkenraad, een prominent lid van de gemeente en een lid van een commissie. Bijvoorbeeld: is jongerenwerk belangrijk in de nieuwe gemeente, neem dan contact op met een jongerenwerker of een lid van een voor de jongeren aanwezige commissie als deze aanwezig is. Naaste collega’s, vrienden of familieleden geven als regel te subjectieve inlichtingen. Bedenk dat er in sommige gevallen een te positief beeld wordt gegeven bijvoorbeeld als men het niet betreurt als de predikant vertrekt. Referenten mogen alleen geraadpleegd worden als de kandidaat predikant daarvoor toestemming heeft gegeven. Geeft de predikant hiervoor geen toestemming, vraag dan door naar de reden hiervan. Gaat het om referenties van een kandidaat volgens art. 8 KO of predikant die zich sinds kort gevoegd heeft bij de gemeente volgens art. 9 KO, dan kunnen deze ingewonnen worden bij de kerkelijke hoogleraren, stagebegeleider of bij iemand anders uit het circuit van de kandidaat predikant. Het verwerken van referenties Het is aan te bevelen de verkregen referenties pas ter tafel te brengen als er in de beroepingscommissie tot een zekere afronding is gekomen zodat er geen beïnvloeding vooraf plaats kan vinden. Sluiten de referenties aan bij het positieve oordeel van de beroepingscommissie dan hoeft er geen nader contact meer te worden gezocht. Blijven er bepaalde vragen liggen, dan kan er opnieuw een gesprek met de kandidaat predikant plaatsvinden. De beroepingscommissie zal dan goed dienen te verwoorden wat men nu nog precies wil weten. Als er meer dan één kandidaat predikant wordt gecontacteerd geeft dat mogelijkheden om de antwoorden te vergelijken en eventueel op deze wijze nog nadere
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
20
informatie over cruciale punten te verkrijgen. Dit kan soms verkeerde voordrachten voorkomen. Afleg van verkregen referenties Het is goed om af te spreken wat er gebeurt met alle gegevens die verkregen zijn. Dit om te voorkomen dat er oneigenlijk gebruik van gemaakt zou worden. Het is daarom aan te bevelen aan het eind van de procedure alle ingewonnen informatie te vernietigen. Wanneer de beroepingscommissie tot de keuze van een kandidaat komt is het aan te raden hem te bellen met de vraag of zijn interesse in een beroep zodanig is - ofwel dat de predikant zich dusdanig geroepen voelt - dat de commissie het zich kan veroorloven alleen met hem verder te gaan. Voordelen van een dergelijke vraagstelling zijn dat de predikant weet dat hij de enige kandidaat is en de beroepingscommissie weet met een echt geïnteresseerde/geroepen voelende kandidaat te komen. Bij de eindselectie dient in die situaties, waarbij sprake is van een gemeente met meer dan één predikant, ruimte geboden te worden voor een gesprek met de toekomstige collega’s. Niet om de selectie over te doen maar om te bezien of een vruchtbare samenwerking mogelijk is. Als er sprake is van meerdere predikanten is het zinvol naast de vraag “wat kunnen deze kandidaat en een gemeente voor elkaar betekenen” expliciet de vraag stellen “wat kunnen deze kandidaat en zijn toekomstige collega’s voor elkaar en voor deze gemeente betekenen?
2.6. Advies aan kerkenraad De beroepingscommissie brengt schriftelijk verslag uit van haar bevindingen bij de scriba van de brede kerkenraad en mondeling aan de brede kerkenraad, aangevuld met een advies voor het al dan niet voordragen aan de gemeente om de bezochte predikant te beroepen. De brede kerkenraad bespreekt de schriftelijke- en mondelinge verslagen alsook het advies, beluistert een preek van de bezochte predikant en stelt bij schriftelijke stemming vast of de predikant aan de gemeente ter verkiezing zal worden voorgedragen. De predikant zal aan de gemeente worden voorgesteld als (het volgende is afhankelijk van de opgestelde plaatselijke regeling maar kan als leidraad dienen) minimaal tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen voor is en minimaal 75% van de aanwezige kerkenraadsleden aan de stemming hebben meegedaan. In dezelfde vergadering wordt het rapport voor de gemeente, alsmede plaats en tijd voor de beroepingsvergadering (= gemeentevergadering) vastgesteld. De keuze van de brede kerenraad voor de predikant wordt door de beroepingscommissie aan de te beroepen predikant bekendgemaakt. 2.7. Beëindiging contact predikanten Ook al waren de contacten summier, het behoort tot een goede manier van (kerkelijk) omgaan met elkaar dat de beroepingscommissie de predikant tijdig schriftelijk en/of mondeling op de hoogte stelt als besloten wordt om niet verder met hem te gaan. Kan de reden voor afwijzing niet in een brief vermeld worden, dan wordt aangegeven dat de predikant in de gelegenheid worden gesteld hier telefonisch naar te kunnen informeren. Het is van belang dat de beroepingscommissie alle bescheiden van predikanten waarmee niet verder wordt gegaan terugneemt van de commissieleden en vernietigd. Gemaakte reiskosten van de predikant worden vergoed door de beroepende gemeente.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
21
3. KEUZE VOOR PREDIKANT, UITBRENGEN VAN BEROEP, BESLISSING VAN PREDIKANT, GOEDKEURING EN BEVESTIGING 3.1. Beroepingsvergadering De naam van de voorgedragen predikant wordt door de kerkenraad, minimaal één week voor de te houden beroepingsvergadering, via een afkondiging in de kerk en/of, afhankelijk van de plaatselijke gewoonte, in het (digitale) kerkblad aan de gemeente bekend gemaakt. Tevens wordt bekend gemaakt wanneer, waar en op welke tijdstip de beroepingsvergadering gehouden zal worden. Ook wordt bekendgemaakt dat stemgerechtigde leden die verhinderd zijn de beroepingsvergadering bij te wonen, via een ondertekend schrijven of via een email hun stem kenbaar maken aan de scriba van de kerkenraad van de brede kerkenraad. Om de gemeenteleden zich goed te laten voorbereiden wordt meegedeeld waar en hoe via internet een preek van de voorgedragen predikant kan worden beluisterd. Op de beroepingsvergadering kan ook een mogelijkheid geboden worden een preek van de voorgedragen predikant te beluisteren. De beroepingsvergadering is een vergadering van de brede kerkenraad met de gemeente. De kerkenraad legt aan de gemeente de naam van de voorgedragen predikant voor. Voordat de verkiezing wordt gehouden kan het programma van de avond er als volgt uitzien: het doen van een beknopt verslag van de beroepingscommissie, waarbij de vertrouwelijkheid van gegevens van niet voorgedragen predikanten gegarandeerd moet blijven; het verstrekken van informatie over de voorgedragen predikant door de kerkenraad, de begeleidingscommissie of beiden; het beantwoorden van vragen over het werk van de beroepingscommissie en over de te beroepen predikant; de kerkenraad geeft een uitleg over de te volgen procedures die noodzakelijk zijn om tot het daadwerkelijk uitbrengen van het beroep te komen. Over het voorstel om de voor voorgedragen predikant te beroepen wordt schriftelijk gestemd door zich voor of tegen het uitbrengen van het voorgestelde beroep te verklaren. Stemgerechtigde leden zijn belijdende leden die niet onder censuur staan. De voorzitter zal na beëindiging van de schriftelijke stemming vragen of er formele bezwaren zijn. Als het mogelijk is zal de brede kerkenraad met de indiener(s) van de bezwaren onmiddellijk deze bezwaren zal behandelen. Ook is denkbaar dat (als er geen tegenstemmers zijn) na de stemming een bedenktijd van bijvoorbeeld twee weken wordt ingelast. In deze periode kunnen gemeenteleden hun bezwaren tegen het beroep gemotiveerd kenbaar maken bij de kerkenraad, die vervolgens met hen in gesprek gaat. Daarbij kan duidelijk worden hoe zwaarwegend de bezwaren zijn en hoe groot de bereidheid is om alsnog met het meerderheidsbesluit in te stemmen. Als er geen bezwaren zijn ingediend of zijn afgewezen, zal de predikant door de brede kerkenraad worden beroepen als (het volgende is afhankelijk van de opgestelde plaatselijke regeling maar kan als leidraad dienen) minimaal tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen voor is en minimaal 75% van de aanwezige gemeenteleden aan de stemming heeft deelgenomen.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
22
Het is ook mogelijk om de stemming op de gemeentevergadering te schrappen uit het beroepingsproces. Die stemming wordt verbonden met de medewerking van de gemeente, zoals daar nu in de kerkorde over gesproken wordt, en is van daaruit in alle plaatselijke regelingen opgenomen. Echter, het staat iedere gemeente vrij de plaatselijke regeling zo te wijzigen dat er geen stemming (met vóór zoveel procent) meer in is opgenomen. Gesteld kan worden dat de medewerking van de gemeente voldoende plaats gevonden heeft in het opgeven van predikantsnamen, het mede opstellen van een profiel van de gemeente en de te beroepen predikant, en in het toepassen van dat profiel op kandidaten door de beroepingscommissie. Wanneer de kerkenraad op advies van de beroepingscommissie een beroep wil uitbrengen is het voldoende dat te melden volgens de 'geen-gegrond-bezwaarroute': wanneer vanuit de gemeente geen gegronde bezwaren worden ingebracht zal de kerkenraad op die en die datum een beroep uitbrengen op ds x. De parallel bij het benoemen van andere ambtsdragers wijst hier ook op. Bij ouderlingen en diakenen krijgt de medewerking van de gemeente vorm in het noemen van namen en in een eventuele verkiezing uit meer dan één geschikte kandidaat (een gemeente- of ambtsdragersprofiel is daarbij onnodig). Die verkiezing kan bij enkelvoudige kandidaatstelling ook wegblijven, zonder dat de kerkenraad dan bij de benoeming de gemeente moet peilen voor voldoende steun. De stemming bij beroep komt historisch voort uit een complete parallel hiervan: vroeger werd niet beroepen op enkelvoudige voordracht, maar op een meervoudige voordracht van twee of drie predikanten die allemaal geschikt geacht werden. Nu er standaard alleen nog maar op enkelvoudige voordracht wordt beroepen kan de stemming in de gemeentevergadering achterwege blijven. Zoals hierboven genoemd werd er vroeger op meervoudige voordracht een predikant beroepen. Deze methode wordt weliswaar zelden of niet meer toegepast maar kan ook nog steeds gehanteerd worden. Uiteraard zal de gemeenten dan tot stemming moeten overgaan. Bij het beroepen van een predikant is volgens art. 6 KO goedkeuring van de classis vereist. De te beroepen predikant zal de classis een goede attestatie inzake leer en leven tonen. Als een predikant niet wordt beroepen, zal hij hiervan na de beroepingsvergadering op de hoogte worden gesteld door een lid van de kerkenraad. In een gemeente met wijkgemeenten wordt over de kandidaatstelling besloten in een gezamenlijke vergadering van de wijkkerkenraad met de algemene kerkenraad. Beide kerkenraden dienen met de kandidaatstelling in te stemmen. 3.2. Uitbrengen van beroep Direct na de stemming brengt de brede kerkenraad het beroep uit. Als er een bezwarentermijn wordt gehanteerd van twee weken, wordt deze periode in acht genomen. In een gemeente met wijkgemeenten gebeurt dit door de wijkkerkenraad en in een combinatiegemeente door de kerkenraden gezamenlijk. 3.3. Beroepsbrief met bijlagen Het beroepen van een predikant geschiedt door middel van een beroepsbrief met bijlagen. De beroepsbrief is een bijlage van de materiële regelingen predikanten welke in het hoofdstuk Bijlagen onder punt 6. is opgenomen. In de vergadering van de brede kerkenraad die na sluiting van de beroepingsvergadering wordt
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
23
gehouden, wordt de beroepsbrief gelezen en vervolgens getekend door de preses en de scriba of hun wettige vervangers. Het is gebruikelijk de consulent mee te laten ondertekenen. Dit om aan te geven dat de beroepingsprocedure volgens de regels van de kerkorde is verlopen. In de materiële regelingen predikanten wordt onder art. I.6 bepaald dat de predikant niet in een arbeidsrechtelijke verhouding tot de kerkenraad of de gemeente staat, maar dat hij als dienaar des Woords een geestelijk ambt bekleedt d.w.z. een eigen ambtelijke verantwoordelijkheid binnen de kerkenraad heeft. Concreet betekent dit dat met betrekking tot de arbeidsverhouding van de predikant geen sprake is van een dienstbetrekking in de zin van het burgerlijk recht of het Burgerlijk Wetboek. Het uitgebrachte beroep wordt de beroepen predikant zo spoedig meegedeeld. De beroepsbrief met bijlagen kan aangetekend per post worden verzonden maar zal in de meeste gevallen persoonlijk aan de predikant worden overhandigd door een delegatie van de brede kerkenraad. De predikant tekent voor ontvangst van de brief of neemt de brief in ontvangst, waarbij de ontvangstdatum geldt als het begin van de termijn van drie tot zes weken waarbinnen de predikant moet beslissen op het uitgebrachte beroep. In overleg met de te beroepen predikant wordt alvast een dag afgesproken waarop hij met de brede kerkenraad en de gemeente kennis kan maken. De vereiste goedkeuring van de gemeenteleden is verkregen, wanneer de naam van de te beroepen predikant op twee achtereenvolgende zondagen in de kerk is afgekondigd en er geen wettig bezwaar is ingebracht (art. 6 KO). 3.4. Bedenktijd, beslissing en beslissingstermijn Voor het nemen van een beslissing op een beroep is het fatsoenlijk een termijn van drie tot zes weken te hanteren. Deze periode kan gebruikt worden om de beroepen predikant kennis te laten maken met de gemeente en de manier waarop deze functioneert. De bedoeling is dat de beroepen predikant voldoende informatie verzamelt om een goed beeld van gemeente en taken te krijgen om zo een verantwoorde keuze te kunnen maken. Het kan zinvol zijn om hem kennis te laten maken met de gehele kerkenraad. Het verdient aanbeveling van dit gesprek een verslag te maken. Zouden bij dat gesprek alsnog aarzelingen ontstaan over de geschiktheid van de beroepen predikant, dan dient hem dat meegedeeld te worden voordat hij een beslissing neemt. Het komt helaas met enige regelmaat voor dat de interne roeping van de predikant en de externe roeping vanuit de gemeente niet samenvallen. Als een beroepen predikant geen (interne) roeping voelt en ziet om het ambt in deze gemeente te aanvaarden, zal de procedure om een predikant te beroepen deels of geheel opnieuw opgestart worden. Afhankelijk van de argumentatie van deze predikant kan het hele proces opnieuw bezien worden. Zijn de procedures goed gevolgd, dienen er wellicht aanpassingen te worden gedaan aan het gemeenteprofiel en het profiel van de predikant etc.. Ook in het beroepingswerk komen we teleurstellingen tegen waar we op gepaste en respectvolle wijze mee om dienen te gaan. 3.5. Berichten over beroepingswerk Het verdient aanbeveling het uitbrengen van een beroep op een predikant, het aannemen of bedanken door te geven aan het Mobiliteitsbureau van het Steunpunt Kerkenwerk,
[email protected].
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
24
-
Vereniging Samenwerking Emeritering (VSE), de Predikantenvereniging, het Nederlands Dagblad.
3.6. Goedkeuring van het beroep Het aannemen van een beroep geschiedt in de regel schriftelijk. Op de eerste zondag nadat de beroepen predikant zijn besluit heeft meegedeeld, zal dit besluit door de brede kerkenraad aan de gemeente via afkondiging in de kerk en via het (digitale) kerkblad worden bekendgemaakt. Met de predikant wordt een datum van bevestiging overeengekomen. Deze datum wordt door de kerkenraad van de roepende gemeente meegedeeld aan de kerkenraad van de beroepen predikant. Bij het afspreken van de datum dient de beroepende gemeente de predikant en de gemeente die nu vacant achter blijft alle steun te geven die redelijkerwijs nodig is om het werk doorgang te laten vinden. Wanneer een predikant een beroep naar een andere kerk heeft aangenomen, mag deze hem volgens art. 7 KO niet als haar predikant aanvaarden voordat hij wettige akten van ontslag heeft overlegd van de kerk en de classis waar hij gediend heeft. Er zijn twee akten van ontslag: die van de kerkenraad en die van de classis. Op de akte van ontslag wordt de datum vermeld waarop de predikant van zijn dienst aan de gemeente resp. in de classis zal worden ontslagen. Het ontslag vindt plaats aan het einde van de dag voor de overeengekomen bevestigingsdatum. De rechtspositie van de predikant bij de ene gemeente sluit zo naadloos aan bij de rechtspositie van de nieuwe gemeente. Een voorbeeld van een akte van ontslag is te vinden in de bijlagen. De datum van bevestiging is bepalend voor het moment waarop de predikant aan zijn nieuwe gemeente wordt verbonden. De predikant zal in de loop van de maand bevestigd worden. Wanneer de bevestiging door bijzondere omstandigheden geen doorgang kan vinden (bijvoorbeeld door ziekte van de predikant) gaat toch op de overeengekomen bevestigingsdatum de verbintenis tussen predikant en gemeente in. 3.7. Bevestiging Nadat de goedkeuring door het breed moderamen van de classicale vergadering is afgegeven kan de predikant bevestigd worden in de nieuwe gemeente. Deze bevestiging vindt in de regel plaats binnen drie maanden na het aanvaarden van het beroep. De bevestiging zal plaatsvinden in een eredienst waarbij het volgens artikel 6 KO vastgestelde formulier, het formulier voor de bevestiging van Dienaren des Woords, gebruikt dient te worden. Het is gebruikelijk om bij deze intrededienst uit te nodigen: een afvaardiging van de burgerlijke gemeente; een afvaardiging van de classis; de consulent; andere kerkgenootschappen uit de directe omgeving. Artikel 5 KO is van toepassing voor predikanten die voor het eerst worden beroepen.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
25
4.
INTRODUCTIE EN BEGELEIDING VAN DE NIEUWE PREDIKANT
4.1. Kennismaking Afhankelijk van de werkwijze van de beroepingscommissie en de wensen van de beroepen predikant kan het moment waarop een eerste kennismaking met kerkenraad en gemeente plaatsvindt verschillen. Soms gebeurt dit voorafgaand aan het formele uitbrengen van het beroep, soms in de periode dat de predikant het beroep in overweging heeft. Als de predikant het beroep aanneemt, is met deze kennismakingsbijeenkomst de introductiefase in zekere zin al begonnen. Uiteraard zal de predikant tevoren via het beroepingswerk al over veel informatie beschikken. 4.2. Verantwoordelijkheid voor de introductie De verantwoordelijkheid voor de introductie van de predikant is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van kerkenraad en beroepen predikant. Ook hier geldt weer dat dit niet hoeft te gebeuren door de gehele kerkenraad. Deze taak kan heel goed worden uitgevoerd door een kleine commissie. Vanzelfsprekend zullen daaraan één of twee leden van de beroepingscommissie en/of begeleidingscommissie deelnemen. In hun werk hebben zij immers al een zekere band en vertrouwensrelatie met de nieuwe predikant gekregen. Bovendien zullen zij een goed inzicht hebben gekregen in de toekomstige taak van de predikant. 4.3. Onderdelen introductieprogramma In overleg met de predikant wordt door de commissie een introductieprogramma opstellen. De volgende punten kunnen hier aan de orde komen: ontmoeting met de gemeente; ontmoeting met de plaatselijke collega predikanten en pastores; samenstelling van een informatiepakket zodat de predikant zich kan inlezen; contacten met kerkelijk/christelijk verenigingsleven; bemiddeling bij het zoeken van woonruimte indien niet aanwezig; assistentie bij het bepalen van de schoolkeuze; wegwijs maken in de plaatselijk/regionaal kerkelijke wereld; wegwijs maken in het plaatselijk/regionaal/sociaal/maatschappelijk gebied; klankbord voor de predikant en, indien van toepassing, voor de overige bewoners; beginnende predikanten met raad en daad terzijde staan bij de eerste, vaak onzekere schreden op de weg van het ambt. 4.4. Begeleiding na intrede Al maakt de predikant deel uit van de kerkenraad en is hij lid van de gemeente, hij verkeert toch vaak in een wat geïsoleerde positie. Het is daarom verstandig dat de begeleidingscommissie haar taak om de predikant te ondersteunen en begeleiden vanaf de aanvang van zijn ambt tot en met vertrek direct oppakt. Omdat één of meer leden van begeleidingscommissie al hebben deelgenomen aan de beroepingscommissie, is er wellicht al een band ontstaan en kan hier verdieping aan worden gegeven. Met begeleiden en ondersteunen wordt niet bedoeld een soort supervisie of wekelijks begeleidingsgesprek. Evenmin moet het in de plaats treden van de voor beginnende predikanten verplicht mentoraat. Zo ook niet voor de mogelijkheid voor predikanten om 1 x per 4 jaar een supervisietraject te volgen. Met begeleiding en ondersteuning wordt in dit verband bedoeld het scheppen van de mogelijkheid voor de predikant om in een vertrouwde omgeving en vertrouwelijke
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
26
sfeer te praten over zaken waar hij in de werk- en leefsituatie tegenaan loopt c.q. gelopen is en die zich niet direct lenen voor bespreking in het bredere verband van de kerkenraad of het overleg met collega-predikanten. Omgekeerd kan de begeleidingscommissie zelf ook punten inbrengen voor gesprekken met de predikant. Deze begeleiding kan zeer zinvol werken gedurende de gehele ambtsperiode van de predikant in de betreffende gemeente. Het is van belang dat regelmatig, bij voorkeur minimaal één maal per jaar, wordt nagegaan of en zo ja in hoeverre de gemaakte afspraken moeten worden aangepast. Tevens is het van belang de gemeente op de hoogte te houden van de ontwikkelen d.w.z. dat de gemaakte afspraken regelmatig (bijvoorbeeld aan het begin van elk seizoen) aan de gemeente bekend te maken. Na een zorgvuldig beroepingsproces is het zinvol de volgende zaken regelmatig plaats te laten vinden: 1) het jaarlijks voeren van een functioneringsgesprek met de predikant. Dit gesprek wordt door (een afvaardiging van) de begeleidingscommissie (indien aanwezig) met de predikant gevoerd. In dit gesprek worden alle materiële en immateriële zaken besproken die de predikant aangaan. Afspraken worden vastgelegd en nagekomen. Een formulier functioneringsgesprek is te vinden als bijlage bij de materiële regelingen en via www.steunpuntkerkenwerk.nl/kerkelijkpersoneelsbeleid/predikanten/functioneren-predikanten/ 2) het stimuleren van de predikant door hem regelmatig in de gelegenheid te stellen bij- en nascholing te volgen naast het reguliere studieverlof (zie materiële regelingen hoofdstuk IV Persoonlijke ontwikkeling en studieverlof); 3) kerkenraadsleden regelmatig een extern scholingstraject laten volgen; 4) bij gerezen spanningen of bij een dreigend conflict in een zo vroeg mogelijk stadium externe advisering en/of hulp te zoeken. Informatie hierover kan verkregen worden bij het Steunpunt Kerkenwerk,
[email protected] of tel. nr. 038-4270455.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
27
5. EVALUATIE Het beroepingswerk zal niet altijd zo soepel verlopen als hiervoor omschreven. Zonder twijfel zullen er ook teleurstellende ervaringen opgedaan worden. Dat kan gebeuren als een geschikt geachte predikant het beroep niet in overweging wil nemen; een predikant niet altijd door alle leden van de beroepingscommissie geschikt wordt geacht; op een advertentie weinig tot geen reactie komt; de gemeente kritisch tegenover de te beroepen predikant staat, etc. Misschien ontdekt de commissie wel dat ze zelf fouten heeft gemaakt. Dat kan ontmoedigend zijn, maar hopelijk zijn er overwegend positieve ervaringen en hebben er plezierige gebeurtenissen plaatsgevonden. Het is daarom goed als de beroepingscommissie, na afsluiting van de procedure, de gevolgde werkwijze nog eens kritisch bekijkt en met elkaar doorspreekt. Deze evaluatie kan worden vastgelegd in een eindverslag dat kan dienen als rapportage aan de kerkenraad. Na behandeling van het rapport in de kerkenraad heeft dit zeker zijn waarde niet verloren. Het kan een belangrijke betekenis krijgen voor het werk van toekomstige beroepingscommissies. Omdat de beroepingscommissie tijdens het beroepingswerk in verschillende gemeenten kan komen, ontmoet ze verschillende tradities en gewoonten. Soms zijn er zaken bij die als inspiratie kunnen dienen voor kerkenraad, liturgiecommissie en/of welke commissie in de eigen gemeente dan ook. Ideeën als impulsen voor vernieuwing en verbetering van het kerkelijk leven ter plaatse. Het is een goede suggestie deze te verzamelen en gezamenlijk met het evaluatieverslag van het beroepingswerk aan de kerkenraad aan te bieden.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
28
6. BIJLAGEN Werkmateriaal voor het beroepingswerk van predikanten Als bijlagen treft u een aantal voorbeeld documenten aan die u, in aanvulling op het gestelde in de “Handreiking voor beroepingswerk in de GKv”, kunt gebruiken. De genoemde documenten zijn voorbeelden die u desgewenst aan uw eigen situatie kunt aanpassen. Pagina 1. 1a. 1b. 1c.
Beroepingscommissie Taakomschrijving beroepingscommissie Werkwijze beroepingscommissie Regeling beroepingswerk plaatselijke gemeente
30 30 32 33
2. 2a. 2b. 2c.
Profielschets van de gemeente Een omschrijving van de inhoud Voorbeeld van een gemeenteprofiel Enquête voorbereiding beroepingswerk
34 34 35 36
3. 3a. 3b. 3c.
Profielschets van de predikant Het beroepsprofiel van Predikantenvereniging CGMV Een omschrijving van de inhoud Twee voorbeelden van urenoverzichten voor de predikant (per week en per jaar)
45 45 46 47
4. 4a. 4b.
Contact met de kandidaat Brief aan kandidaat (bij advertentie) Gesprekken met de kandidaat: - Algemene opmerkingen - Voorbeelden specifieke aandachtspunten/vragen
50 50 51
5. 5a. 5b.
53 53 54
5c. 5d.
Horen van de kandidaat / gesprek met de kandidaat Algemene opmerkingen Twee voorbeelden van verslaglegging en beoordeling, de zogenaamde hoorlijsten Leidraad van gesprek met gemeenteleden Leidraad voor gesprek met predikant
6.
Materiële regelingen
65
7.
Akte van ontslag
66
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
59 62
29
BIJLAGE 1. BEROEPINGSCOMMISSIE Bijlage 1a. Taakomschrijving van de beroepingscommissie (Handreiking beroepingscommissie artikel 1.8. en 1.9.) Algemeen De commissie wordt benoemd door en werkt onder verantwoordelijkheid van de brede kerkenraad en dient in ieder geval te bestaan uit: minimaal één kerkenraadslid minimaal één lid uit de begeleidingscommissie één of meer gemeenteleden. De kerkenraad zal potentiële leden het aanzienlijke tijdsbeslag voorafgaand aan hun benoeming duidelijk kenbaar maken. De taak van de beroepingscommissie bestaat uit het (zelfstandig) organiseren van het beroepingswerk, het verrichten van onderzoek en het verstrekken van advies aan de kerkenraad voor het vervullen van de predikantsvacature in de gemeente. De beroepingscommissie is verantwoordelijk voor het werk dat in opdracht van de brede kerkenraad wordt verkregen c.q. door de brede kerkenraad aan de beroepingscommissie wordt gedelegeerd. Concreet kunnen dit de volgende taken zijn: het meewerken aan het opstellen van een profiel van de gemeente en een profiel van de predikant, het opstellen van een lijst met aandachtspunten welke nodig zijn om het beroepingswerk correct te laten geschieden, het kiezen van de werkwijze waarop de selectie gaat plaatsvinden, de voorselectie, het voorstellen van een hoorcommissie aan de brede kerkenraad, het inwinnen van referenties, advies uitbrengen en rapporteren aan de brede kerkenraad, de gemeente informeren tijdens de beroepingsvergadering, het begeleiden bij de introductie en het evalueren van het hele beroepingsproces. Als doelstelling wordt gehanteerd, dat de beoogde predikant zoveel mogelijk voldoet aan de opgestelde profielschets van de te beroepen predikant. Specifiek Op de werkzaamheden van de beroepingscommissie zijn de volgende richtlijnen/regels van toepassing: De commissie stelt de onderlinge taken van haar leden vast. Er wordt een hoorcommissie gevormd (indien gewenst en mogelijk kunnen dit er ook twee zijn). Deze bestaat uit leden van de beroepingscommissie waaronder zeker één lid van de begeleidingscommissie. Een hoorcommissie bestaat bij voorkeur uit minimaal vier personen. Bij twee hoorcommissies: wanneer één van de beide groepen meent een geschikte kandidaat te hebben gevonden, zal de andere groep voor een “second opinion” een kerkdienst bijwonen waarin de betreffende kandidaat voorgaat. Er zal bij een positieve uitkomst van het horen een vervolggesprek met de predikant worden geregeld. De beroepingscommissie rapporteert regelmatig (minimaal maandelijks) aan de kerkenraad over de voortgang en consulteert zo nodig tussentijds het moderamen.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
30
Bij het uitbrengen van een advies over een beroep aan de kerkenraad zal naar eenstemmigheid worden gestreefd. Indien dit niet mogelijk is, zal aan de kerkenraad informatie worden verstrekt over de stemverhouding en de motivatie. De beroepingscommissie maakt afspraken over geheimhouding van en vertrouwelijke omgang met verkregen informatie (o.a. afleggen van brieven, verkrijgen van referenties etc.). Onkosten worden vergoed volgens gemaakte afspraken (km kosten, treinkosten, verblijfskosten).
Vastgesteld door de kerkenraad d.d……..
Handtekening(en)
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
31
BIJLAGE 1. BEROEPINGSCOMMISSIE Bijlage 1b.
Werkwijze van de beroepingscommissie
(Handreiking beroepingscommissie artikel 2)
Tijdens de eerste vergadering worden er een voorzitter en secretaris benoemd. Het verdient aanbeveling ook tegelijk een tweede (vervangende) voorzitter en secretaris te benoemen. Vergader wekelijks op een afgesproken vast tijdstip. Ten behoeve van de continuïteit is dit noodzakelijk. Besteed aandacht aan de voorbereiding. Verwezen wordt naar hetgeen beschreven is in de handleiding voor beroepingswerk onder punt 2.1. Stel een informatiepakket samen. Dit dient in elk geval te bevatten een profielschets van de te beroepen predikant, een profielschets van de kerkelijke gemeente, een beleidsplan en een overzicht van de te volgen procedure. Tevens enige informatie over de burgerlijke gemeente, de pastorie, alsmede een recent kerkblad en een verwijzing naar de website van de gemeente. Streef naar unanimiteit en maak afspraken over hoe te handelen bij een niet unaniem advies aan de kerkenraad (b.v. “bij gerede twijfel niet verder gaan met betrokkene”). Benoem voor de kandidaten een vast aanspreekpunt uit de commissie. Het meest praktisch is de secretaris. Bij een afwijzing wordt aan het begin van het gesprek gemeld dat de bevindingen subjectief zijn en slechts gelden voor deze situatie. Degene die dit (telefoon)-gesprek voert dient zich hierop goed voor te bereiden. Tot slot van de procedure wordt een rapportage voorzien van een toelichting ten behoeve van de kerkenraad opgesteld. Over de voortgang van het beroepingswerk wordt regelmatig verslag gedaan aan de gemeente.
Samenvattend: Trek tijd uit voor teambuilding binnen de commissie. Stel een goede procedure op. Leg niet teveel contacten tegelijk. Zorg voor goede informatieverstrekking: binnen de commissie, aan de kandidaat, de kerkenraad en de gemeente. Laat de procedure niet te lang duren. Streef naar unanimiteit. Geen informatie te vroeg naar buiten brengen (vertrouwelijkheid). Ga zorgvuldig met vertrouwelijke informatie om.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
32
BIJLAGE 1. BEROEPINGSCOMMISSIE Bijlage 1c. Regeling beroepingswerk plaatselijke gemeente (Handreiking beroepingscommissie artikel 2) Om het beroepingsproces organisatorisch goed in beeld te hebben en te bewaken is het goed om de te volgen procedure(s) uit te werken, op schrift te stellen en data te koppelen aan elke activiteit die uitgevoerd moet worden. Het tijdspad wordt gecommuniceerd met alle betrokken partijen zodat een ieder weet op welk moment welke activiteit verricht dient te zijn en zo de terugkoppeling aan de brede kerkenraad en/of beroepingscommissie op adequate wijze kan geschieden. Het is aan te bevelen iemand aan te wijzen die het hele proces c.q. alle procedures bewaakt en toezicht houdt op tijdige naleving hiervan. Een voorbeelddocument van een regeling beroepingswerk in een plaatselijke gemeente is op te vragen via
[email protected] of 038-4270455.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
33
BIJLAGE 2. PROFIELSCHETS VAN DE GEMEENTE Bijlage 2a. Omschrijving van de inhoud (Handreiking beroepingswerk artikel 1.5.)
Hierna worden een aantal aspecten weergegeven die kunnen behoren tot de inhoud van een profielschets voor de gemeente. Algemeen Het gemeenteleven krijgt onder andere gestalte in de volgende kernelementen: Eredienst Pastoraat Vorming en toerusting Organisatie en beleid Deze elementen worden in het onderstaande hoofdstuk nader uitgewerkt. Het verdient aanbeveling de schets te beginnen met een korte inzage in de burgerlijke gemeente. Wijd daarna een enkel woord aan de geschiedenis van de gemeente. Geef vervolgens een beschrijving van de eigen gemeente (bv “ligging”, profiel, mate van betrokkenheid diverse categorieën gemeenteleden). Daarna van de kerkelijke situatie ter plaatse indien van toepassing in de context van een bredere kerkelijke samenstelling (kerkenraad, andere wijkgemeenten, samenwerking, overige kerkgenootschappen). Tot slot gevolgd door een beschrijving van het kerkgebouw, eventuele nevenruimten, alsmede van de pastorie. Tip: wijs ook (indien aanwezig) op de website van de gemeente. Specifiek Eredienst: - Orde van de dienst, wijze van uitvoering, door het jaar heen, inclusief eventuele kinderclubs - Diensten elders (bv. verzorgingshuizen, ziekenhuizen) Pastoraat: - Aantal leden van de gemeente en samenstelling en leeftijdsopbouw - Inhoud - Werkwijze Vorming en toerusting: - Diaconaat, binnenlands diaconaat en werelddiaconaat, algemene maatschappelijke betrokkenheid - Catechese - Jeugdwerk - Oecumene (relatie met andere kerken in de omgeving) - Kringwerk en overige activiteiten bv. gemeentedag - Kerkopbouw en missionair werk - Kerkblad Organisatie en beleid: - Beleidsplan - Kerkenraad (samenstelling en werkwijze) - Kerkbeheer (inhoud en werkwijze) - Samenwerking in kerkelijk en/of ander verband
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
34
BIJLAGE 2. PROFIELSCHETS VAN DE GEMEENTE Bijlage 2b. Voorbeeld van een gemeenteprofiel (Handreiking beroepingswerk artikel 1.5.) Bij het opstellen van een gemeenteprofiel kan het Steunpunt Kerkenwerk (SKW) u behulpzaam zijn. Het is ook mogelijk een voorbeeld van een gemeenteprofiel te ontvangen. U kunt een verzoek hiertoe richten aan
[email protected] of telefonisch contact opnemen via 038-4270455.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
35
BIJLAGE 2: PROFIELSCHETS VAN DE GEMEENTE Bijlage 2c. Enquête voorbereiding beroepingswerk Vooraf nog een opmerking over het invullen van de enquête: Er staat steeds een aantal vakjes aangegeven waarin je jouw antwoord kunt geven. Kruis alsjeblieft bij elke vraag één vakje aan, behalve als erbij staat dat je meer vakjes aan mag kruisen. Twijfel je tussen twee vakjes, kruis ze dan niet allebei aan, maar kies dat vakje dat het meest van toepassing is. Als je dat wilt kun je in de toelichting je antwoord uitleggen of nuanceren. Heb je niet voldoende ruimte voor je toelichting, dan kun je op een los vel verder schrijven.
Deel 1 - Boven Erediensten 1.
Hoe graag ga jij naar de kerk?
2.
Hoe vaak bezoek jij de erediensten?
Met tegenzin
heel graag
(Bijna) nooit Af en toe 1x per week 2x per week
Wil je dit toelichten?
3.
De diensten zijn ook te volgen via Internet of kerkradio. Hoe vaak maak jij gebruik van die mogelijkheid? (Bijna) nooit Af en toe 1x per week 2x per week Wil je dit toelichten?
4.
Voel jij je betrokken bij de erediensten? Wil je dit toelichten?
5.
Word je in je geloof versterkt door het bezoeken van de eredienst?
Helemaal niet
Nooit
heel betrokken
Altijd
Wil je dit toelichten?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
36
Hoe beoordeel jij de volgende onderdelen van de eredienst? 6.
Eerbied
Negatief
Positief
7.
Muzikale begeleiding
Negatief
Positief
8.
Aandacht voor de kinderen/jeugd
Negatief
Positief
9.
Gebruik beamer
Negatief
Positief
10. Liedkeus
Negatief
Positief
11. Tekstkeus
Negatief
Positief
12. Preek
Negatief
Positief
13. (Voorbede)gebed
Negatief
Positief
14. Collectedoelen
Negatief
Positief
Negatief
Positief
Wil je dit toelichten?
15. Hoe beoordeel jij de themadiensten, te weten de gastendiensten? Wil je dit toelichten?
16. Als je de diensten anders zou kunnen inrichten, wat zou er dan anders zijn?
De gemeente(leden) en onze God 17. In hoeverre vind je dat we als gemeente Christus centraal stellen? Volgen wij Hem als gemeente?
Helemaal niet
Helemaal
Wil je dit toelichten?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
37
18. Zie je in onze gemeente groei naar Christus toe?
Helemaal niet
Helemaal
Helemaal niet
Helemaal
Helemaal niet
Helemaal
Wil je dit toelichten?
19. In hoeverre stel je zelf in je leven Christus centraal? Volg je Hem? Wil je dit toelichten?
20. Merk je in je eigen leven groei naar Christus toe? Wil je dit toelichten?
21. Ervaar je Gods leiding in je leven?
Nooit
Heel vaak
22. Persoonlijke Bijbelstudie
Nooit
Meerdere keren per dag
23. Bijbellezen aan tafel
Nooit
Meerdere keren per dag
24. Persoonlijk gebed
Nooit
Meerdere keren per dag
25. Gebed met huisgenoten (indien van toepassing)
Nooit
Meerdere keren per dag
26. Anders, nl. _____________________________
Nooit
Meerdere keren per dag
Wil je dit toelichten?
Hoe werk je persoonlijk aan je relatie met God?
Wil je dit toelichten?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
38
Deel 2 – Binnen Betrokkenheid 27. In hoeverre zijn we als gemeente op elkaar betrokken?
Helemaal niet
Heel betrokken
Helemaal niet
Helemaal
Wil je dit toelichten?
28. In hoeverre voel je je thuis in de gemeente? Wil je dit toelichten?
29. Met hoeveel van de gemeenteleden heb je weleens contact?
Vrijwel niemand
Vrijwel iedereen
Wil je dit toelichten?
30. Hoe actief vind je de gemeente in het omzien naar elkaar?
Heel passief
Heel actief
Wil je dit toelichten?
31. In hoeverre ben je zelf actief in het omzien naar andere gemeenteleden?
Heel passief
Heel actief
Wil je dit toelichten?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
39
32. In hoeverre wordt er door anderen naar jou omgezien?
Ze zien me niet staan
Ik krijg veel aandacht
Wil je dit toelichten?
33. Hoe belangrijk vind je het dat er door gemeenteleden naar elkaar wordt omgezien?
Helemaal niet belangrijk
Heel belangrijk
Wil je dit toelichten?
Inzet en gaven Welke van de volgende kerkelijke activiteiten doe je aan mee? En hoe vaak? 34. Geen 35. Bijbelstudiegroep/Vereniging
Nooit
altijd
36. Ringbijeenkomsten
Nooit
altijd
37. Koffiedrinken bij gastgezinnen
Nooit
altijd
38. Koffiedrinken na de kerkdienst
Nooit
altijd
39. Gemeentedag
Nooit
altijd
40. Kinderbijbelclub
Nooit
altijd
41. Evangelisatie acties
Nooit
altijd
42. Organiseren van andere activiteit
Nooit
altijd
43. Anders, nl. ______________________________
Nooit
altijd
Nooit
Heel vaak
Wil je dit toelichten?
44. Wordt er in de gemeente gebruik gemaakt van jouw gaven? Wil je dit toelichten?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
40
45. Worden jouw gaven opgemerkt in de gemeente?
Nooit
Heel vaak
Nooit
Heel vaak
Wil je dit toelichten?
46. Heb je zelf wel eens aangeboden je gaven in de gemeente in te zetten? Wil je dit toelichten?
47. Vindt je dat er genoeg georganiseerd wordt in de gemeente? Te veel
te weinig
Wil je dit toelichten?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
41
Deel III – Buiten 48. In hoeverre zijn we als gemeente gericht op mensen van buiten onze gemeente?
Helemaal niet
Heel veel
Wil je dit toelichten?
Moeten we ons meer richten op de mensen van buiten onze gemeente door: 49. Gastvrijheid
Niet mee eens
mee eens
50. Dienstbaarheid/hulpvaardigheid
Niet mee eens
mee eens
51. Evangelisatie acties
Niet mee eens
mee eens
52. Website van de kerk
Niet mee eens
mee eens
Wil je dit toelichten?
53. Ben je zelf gericht op mensen om je heen die God nog niet kennen?
Helemaal niet
Heel veel
Wil je dit toelichten?
Praat je weleens over jouw geloof met ongelovigen? 54. Vrienden
Nooit
Heel vaak
55. Buren
Nooit
Heel vaak
56. Collega’s
Nooit
Heel vaak
57. Kennissen
Nooit
Heel vaak
58. Familieleden
Nooit
Heel vaak
59. Anderen
Nooit
Heel vaak
Wil je dit toelichten?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
42
Deel IV – Predikant 60. Hieronder volgt een lijst met eigenschappen die een predikant kan hebben. Kruis aan welke drie eigenschappen je het belangrijkst vindt voor onze nieuwe predikant. Let op: niet meer dan 3 eigenschappen aankruisen! Goed kunnen preken Aandacht voor de jeugd Aandacht voor de kinderen Aandacht voor de ouderen Aandacht voor de gemeenteleden aan de rand Aandacht voor de zieken Pastoraal sterk Goed in organiseren Ervaring met kleine groepen Geestelijk leider Sterk in gemeenteopbouw Visie voor evangelisatie Goede catecheet/onderwijzer Bruggenbouwer ___________________________________________________ ___________________________________________________ ___________________________________________________ Wil je dit toelichten?
61. Wil je namen opgeven van predikanten die je geschikt vindt voor onze gemeente, en wil je toelichten waarom je deze personen geschikt vindt? (Als je na het inleveren van deze enquête nog (andere) namen bedenkt, geef die dan gerust aan ons door!)
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
43
Deel V – Achtergrondinformatie 62. Ik ben: Vrouw Man 63. Wat is je leeftijd? 12 - 16 jaar 17 – 20 jaar 21 – 25 jaar 26 – 30 jaar 31 – 45 jaar 46 – 60 jaar 60+ 64. Welk van de volgende categorieën is het meest op jou van toepassing? Scholier Student Werkzoekend Actief in het arbeidsproces Huisvrouw/man Ge(pre)pensioneerd 65. Gezinssamenstelling? alleenstaand/weduwe/weduwnaar echtpaar zonder (thuiswonende) kinderen echtpaar met maximaal 2 thuiswonende kinderen echtpaar met meer dan 2 thuiswonende kinderen anders 66. Hoe lang ben je al lid of gastlid van onze gemeente? Minder dan 2 jaar 2-5 jaar 6-10 jaar 11-15 jaar Langer dan 15 jaar 67. Ik ben nu: Gastlid Lid 68. Ik ben: Dooplid Belijdend lid 69. Heb je nog een opmerking over de enquête, of wil je naar aanleiding van deze enquête nog iets kwijt?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
44
BIJLAGE 3. PROFIELSCHETS VAN DE PREDIKANT Bijlage 3a. Het Beroepsprofiel van Predikantenvereniging CGMV (Handreiking beroepingswerk artikel 1.7.) Bij het opstellen van de profielschets van de predikant adviseren wij alleen die aspecten uit het “beroepsprofiel van Predikantenvereniging CGMV” te selecteren, die van wezenlijk belang zijn voor het gewenste profiel van de te beroepen predikant en voor de betreffende gemeente. Het beroepsprofiel kunt u downloaden via: http://www.steunpuntkerkenwerk.nl/kerkelijkpersoneelsbeleid/predikanten/beroepsprofiel/ Bij het opstellen van een profielschets voor de predikant kan het Steunpunt Kerkenwerk (SKW) u behulpzaam zijn. Het is ook mogelijk een voorbeeld van een profielschets te ontvangen. U kunt een verzoek hiertoe richten aan
[email protected] of telefonisch contact opnemen via 038-4270455.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
45
BIJLAGE 3. PROFIELSCHETS VAN DE PREDIKANT Bijlage 3b. Een omschrijving van de inhoud (Handleiding beroepingswerk artikel 1.7.) Hierna worden een aantal aspecten weergegeven die kunnen behoren tot de inhoud van een profielschets voor een predikant. Bij het opstellen hiervan adviseren wij alleen die aspecten te selecteren, die van wezenlijk belang zijn voor het gewenste profiel van de predikant en voor de betreffende gemeente. Algemeen Tot de kerntaken van de predikant behoren in ieder geval: Eredienst Pastoraat Vorming en toerusting Organisatie en beleid Wat vraagt een gemeente van een predikant aan specifieke bijdragen, eigenschappen, competenties en persoonskenmerken in dit verband. Bijvoorbeeld: hoe kan de predikant omgaan met positieve en negatieve kritiek en hoe weet hij deze vruchtbaar te maken. Het beleidsplan van de gemeente is richtinggevend voor de vervulling van de vacature van de predikant. Wat zijn de prioriteiten voor de eerstkomende jaren? Waar u het hierboven gestelde als voorwaarden respectievelijk uitgangspunten kunt beschouwen voor de inhoud van de profielschets, is het onderstaande meer bedoeld als nadere invulling daarvan, dient het “slechts” als voorbeeld. Specifiek Eredienst: Bijbelse prediking en vertaling daarvan naar het dagelijks leven Aandacht voor het veelal pluriforme karakter van de gemeente Gevoel voor traditie, maar ook voor kerk en mensen van vandaag Jezus Christus belijden, ook in het persoonlijk geloof Pastoraat: Trouw betrachten Feeling hebben voor wat er in de gemeente leeft Vorming en Toerusting: Aandacht voor jeugd en jonge gezinnen Aandacht voor ouderen Missionaire instelling Diaconaat/maatschappelijke relevantie kerk in de samenleving praktiseren Oecumene (relatie met andere kerken in de gemeente/omgeving) Kadervorming Organisatie en beleid: Teamgeest Samenbindende kwaliteiten, bruggenbouwer Leiderschapskwaliteiten Communicatief Kunnen omgaan met lof en kritiek
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
46
BIJLAGE 3. PROFIELSCHETS VAN DE PREDIKANT Bijlage 3c. Aantal door predikant gewerkte uren per werkgebied / per week Takenpakket predikant Onderstaande tijdsverdeling is een globale aanduiding en kan per predikant verschillen. Preekwerk 4 uur exegese 4 uur achtergrondstudie 4 uur uitzetten lijnen, denkwerk, grove versie schrijven 3 uur verfijnen en afronden, liturgie samenstellen 1 uur voorgaan Totaal: 16 uur Pastoraat 1 uur voorbereiding en verslaglegging 1 uur bezoek Catechese 2 uur voorbereiding 1 uur les Kerkverband 2 uur werk in deputaatschappen, regionale werkzaamheden, consulentenwerk, classicale -en/of synodale taken, schrijven van artikelen voor landelijke bladen Deskundigheidsbevordering 4 uur lezen kerkbladen/tijdschriften, literatuur, bijhouden samenlevingsvraagstukken (van belang voor actuele prediking en pastoraat) Specifiek binnen plaatselijk 2 uur diverse projecten (ondersteuning commissiewerkzaamheden, overleg over feestdagen of met organisten, gemeenteopbouw vraagstukken, visie en beleidszaken, etc.) Kerkenraadswerk 1 uur voorbereiding 1 uur vergaderen Administratieve zaken 4 uur e-mailverkeer en post, computerbeheer, boekhouden, archivering Werk buiten de gemeente (indien van toepassing) Evangelisatie(projecten), activiteiten in samenwerking met andere plaatselijke kerken, activiteiten in samenwerking met de burgerlijke gemeente, activiteiten in of voor zusterkerken
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
47
Samenvatting Uitgaande van 2 groepen catechese en 5 huisbezoeken per week kom je op 44 uur p/week in een week zonder kerkenraadsvergadering en 50 uur in een week met een kerkenraadsvergadering. Er is hierbij geen rekening gehouden met een tweede (ruil)dienst, super- en intervisietrajecten, collegiale overlegstructuren, werkzaamheden buiten de gemeente etc., maar er wordt steeds meer bepleit dit ook 4 uur p/week ruimte te geven. Dit model is een uitgifte van het (voormalig) Centrum Dienstverlening Gereformeerde Kerken.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
48
BIJLAGE 3. PROFIELSCHETS VAN DE PREDIKANT Bijlage 3c. Aantal door predikant gewerkte uren per werkgebied / per jaar De werkzaamheden in dit model zijn onderverdeeld in vijf werkgebieden. U kunt de indeling aanpassen naar uw eigen omstandigheden. Aantal uren per jaar 1. Eredienst 1.1. ….. Kerkdiensten x …. uren (voorbereiding + houden preek) 1.2. Overleg met team erediensten, kinderclubs etc. 1.3. Preekbeurten, bijzondere diensten e.d.
…….. …….. ……..
2. Pastoraat 2.1. Pastoraat inclusief crisispastoraat 2.2. Huwelijksdiensten inclusief voorbereiding 2.3. Rouwdiensten inclusief rouwpastoraat 2.4. Overleg met ouderlingen en pastorale medewerk(st)ers
…….. …….. …….. ……..
3. Catechese, vorming en toerusting 3.1. …..Werkweken x …..uren catechisatie 3.2. …..Werkweken x ….. uren kringwerk 3.3. Overig vormings- en toerustingswerk 3.4. Schoolcatechese 3.5. Overleg kerk en school
…….. …….. …….. …….. ……..
4. Studie 4.1. … Uren per jaar
……..
5. Vergaderingen, administratie en overige werkzaamheden 5.1. Kerkenraad inclusief moderamen 5.2. Gemeenteavonden 5.3. Classicale vergaderingen (als afgevaardigde van de kerkenraad) 5.4. Bijeenkomsten plaatselijke kerken/predikanten 5.5. Kerkblad 5.6. Administratie en postafhandeling 5.7. Overige zoals: …………………………. …………………………. …………………………. TOTAAL AANTAL UREN
…….. …….. …….. …….. …….. …….. …….. …….. …….. …….. ====
Aldus vastgesteld in de kerkenraadsvergadering van d.d.
………………………
Preses
Scriba
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
49
BIJLAGE 4. CONTACT MET DE KANDIDAAT Bijlage 4a. Brief aan de kandidaat
(Handreiking beroepingswerk artikel 2.2.3.) Onderstaand een mogelijk voorbeeld dat gebruikt kan worden nadat er door een predikant op een advertentie is gereageerd. Betreft: vacature predikant Geachte kandidaat, In het vervolg op uw reactie op de door ons geplaatste advertentie/onze benadering zenden wij u als bijlage een informatiepakket toe. Tevens informeren wij u onderstaand puntsgewijze over de door ons te hanteren procedure bij het verdere beroepingswerk. Uitgangspunt daarbij is dat wij ons als beroepingscommissie uitsluitend richten op die kandidaten, die in hoge mate voldoen aan de door onze kerkenraad vastgestelde profielschets.
Over één a twee weken bellen wij u om uw reactie te vernemen; Bij een positieve reactie uwerzijds maken wij een afspraak voor een eerste gesprek; In dat gesprek bepalen we tevens een datum/data om u te gaan “horen” in één of meerdere diensten waarin u voorgaat; Als wij vervolgens besluiten de procedure daarna niet voort te zetten wordt dit zo spoedig mogelijk, onder opgave van redenen, telefonisch meegedeeld. In het andere geval maken wij met u een vervolg afspraak voor een gesprek direct aansluitend aan een dienst waarin u bent voorgegaan en wij u wederom gehoord hebben; Bedoeld gesprek zal plaatsvinden op een door u aan te geven locatie. Het gesprek zal naar ons idee maximaal anderhalf uur duren; Hierna volgt voor ons een tweede beslismoment. U wordt zo spoedig mogelijk over de uitkomst daarvan telefonisch geïnformeerd. In dit telefoongesprek zullen wij kenbaar maken wat onze overwegingen zijn om wel dan wel niet met u door te gaan; Indien wij met u door willen gaan in de procedure en u daarin eveneens geïnteresseerd bent, wordt u op de lijst van voor ons geschikte kandidaten geplaatst; Na verloop van tijd wordt door onze commissie uit de lijst van geschikte kandidaten een keuze gemaakt en een enkelvoudige voordracht aan de kerkenraad gedaan. Deze keuze wordt bij voorkeur op basis van unanimiteit gemaakt; U wordt vervolgens direct na de besluitvorming van de kerkenraad geïnformeerd over de uitkomst.
Met een hartelijke broedergroet, Namens de beroepingscommissie van de kerkenraad van de gemeente te ……………..………………………………, secretaris Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
50
BIJLAGE 4. CONTACT MET DE KANDIDAAT Bijlage 4b. Gesprekken met de kandidaat (Handreiking beroepingswerk artikel 2.4.1)
-
Algemene opmerkingen Aandachtspunten en/of vragen.
Algemene opmerkingen: Geef van te voren aan met hoeveel personen u zult komen. Spreek van de voren de duur van het gesprek af (maximaal anderhalf uur,direct na afloop van de dienst of iets later). Meld eveneens van te voren dat er aantekeningen worden gemaakt en wie het verslag ontvangt. Kies vooraf een gespreksleider uit uw midden. Spreek af wie de aantekeningen maakt. In ieder geval in een eerste gesprek de “top tien” vragen aan de orde stellen (zie hieronder, gemarkeerd met een *). Vragen die al zijn beantwoord in bijvoorbeeld een brief of cv kunnen achterwege worden gelaten. Stel van te voren een aandachtspunten/vragenlijst op en probeer die aan te houden. Verdere procedure kort memoreren. Na het laatste gesprek de eindconclusie met aanbeveling opstellen. Aandachtspunten en/of vragen: Gemeente Wat spreekt u aan in onze gemeente? * Wat vindt u van de ontvangen informatie? Heeft u hierover vragen? Hoe denkt u te gaan werken in onze gemeente? Hoe staat u tegenover samenwerking met andere collega’s binnen en buiten onze gemeente alsook met andere kerken? * Wat heeft u nodig om constructief en plezierig te werken? Heeft u affiniteit met een bepaalde leeftijdsgroep in het bijzonder? Inhoudelijk Wat was uw motief om predikant te worden? Welke aspecten van het predikantswerk zijn voor u belangrijk? * Wat is uw visie op gemeenteopbouw, hoe bent u daarmee bezig in uw huidige gemeente? * Hoe ervaart u op dit moment uw predikantschap? Wat is het doel van uw predikantschap? * Hoe staat u tegenover eigentijdse samenlevingsvormen? Wat is uw betrokkenheid bij maatschappelijke kwesties in binnen- en buitenland? Wat is de rol van de kerk/de gemeente hierin? Heeft u culturele belangstelling (muziek etc.)? Pastoraal Hoe geeft u inhoud aan het pastoraat? * Wat vindt u van de pastorale zorg voor de diverse doelgroepen zoals momenteel in onze gemeente geregeld?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
51
Prediking Welke waarde hecht u aan de liturgische vormgeving, waaraan geeft u zelf de voorkeur? * Werkt u met een leesrooster? Wordt de gemeente betrokken bij de vormgeving van de eredienst en zo ja, hoe? Persoonlijk Beschikt u naar eigen oordeel over goede contactuele eigenschappen? Wat zijn uw sterke respectievelijk zwakke punten of goede punten en punten die verder ontwikkeld moeten worden? Eventueel vertellen wat de sterke/zwakke punten van de vacante gemeente zijn? * Op welke wijze communiceert u uw werkzaamheden met de kerkenraad? Op welke wijze schept u ruimte voor gerichte studie? Wat heeft u nodig om in een gemeente constructief en plezierig te werken? * Hoe bewaakt u de balans tussen werktijd en vrije tijd? * Afsluiting Indien u vragen heeft naar aanleiding van het gesprek kunt u contact opnemen met de secretaris van de beroepingscommissie of een ander daarvoor aangewezen lid. Indien wij nog vragen hebben kunnen wij dan met u contact opnemen. Informatie geven over het verdere verloop van de procedure.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
52
BIJLAGE 5. HOREN VAN DE KANDIDAAT EN AANSLUITEND GESPREK Bijlage 5.
Algemene opmerkingen
(Handreiking beroepingswerk artikel 2.4.2)
5a. Algemene opmerkingen 5b. Twee voorbeelden van specifieke aandachtspunten/vragen
5a. Algemene opmerkingen Een hoorcommissie bestaat alleen uit leden van de beroepingscommissie. Gebruik een zogenaamde “hoorlijst” bevattende de aandachtspunten waarop te letten bij het beluisteren van de predikant tijdens een dienst (zie formats hieronder). Dit bevordert eenduidigheid bij de afweging. Tijdens het horen worden geen notities noch opnamen gemaakt. Completeer zo spoedig mogelijk na het bezoek de “hoorlijst”. Stel van te voren een gespreksprocedure vast. Bepaal wie welke vragen voor zijn/haar rekening neemt. Bepaal een “top 10” vragenlijst voor het eerste gesprek, alsmede vragen voor een vervolggesprek (zie onderstaande format). Herhalingen worden daardoor voorkomen. Wellicht is het raadzaam dat een tweede persoon in de gaten houdt of een vraag voldoende en duidelijk is beantwoord. Evalueer het gesprek na afloop zo spoedig mogelijk. Bij een positieve evaluatie worden met de kandidaat afspraken gemaakt over het eventueel benaderen van referenties. Referenten mogen alleen geraadpleegd worden als de kandidaat daartoe toestemming heeft verleend. De hoorcommissie gaat na de dienst niet met gemeenteleden in gesprek over de predikant. De hoorcommissie stelt zich terughoudend op tijdens contacten met gemeenteleden. 5b. Voorbeelden specifieke aandachtspunten/vragen Hierna volgen twee voorbeelden van verslaglegging en afweging, de zogenaamde hoorlijsten.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
53
Voorbeeld 1 Hoorlijst Pastoraal Heeft aandacht voor de hele gemeente (bv in de gebeden) Spreekt diverse leeftijdsgroepen aan met name jongeren Weet gevoelige zaken goed te verwoorden Heeft een bewogen en betrokken uitstraling Denkt in gebed en prediking aan actualiteit
Ja
Nee
Opmerkingen
Prediking praktisch Maakt in de preek verrassende toespelingen Geeft aansprekende voorbeelden Speelt in op actualiteit Maakt zaken concreet Geeft handvatten voor het dagelijks leven Komt tot de kern Houdt de aandacht vast (lengte van de preek) Is gemakkelijk te begrijpen (taalgebruik) Heeft een duidelijke en begrijpelijke lijn in het verhaal Heeft een passende inleiding op de kinderclub (S)preekt voornamelijk uit het hoofd en het hart Preekt uitdagend/prikkelend, is charismatisch Voel je je aangesproken?
Uitlegkundig Blijft bij de tekst Plaatst tekst in het juiste
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
54
verband Geeft exegetisch verantwoorde en duidelijke uitleg Is de boodschap helder? Is de boodschap authentiek (oorspronkelijk)? Is de boodschap eigentijds? Stelt de predikant zelf ook vragen?
Liturgisch Brengt eenheid en lijn in het geheel van de eredienst Heeft een verantwoorde liedkeuze Heeft een aansprekende liturgische vormgeving
Diversen Leidt rustig en beheerst Komt echt en eerlijk over, is zichzelf Is goed te verstaan en heeft een prettige stem Gemeente is aandachtig Voor, tijdens en na de dienst heeft predikant contact met de gemeente Predikant heeft aandacht voor de kinderclub(s) Er is sprake van een plezierige sfeer
Overige opmerkingen
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
55
Eindoordeel van de hoorcommissie (n.a.v. hoorlijst voorbeeld 1) Namen van de leden van de hoorcommissie
Naam van de predikant Plaats waar is gehoord Datum waarop is gehoord
Overwegend positief
JA
NEE
JA
NEE
Aandachtspunten
Zeer positieve punten
Aandachtspunten voor de volgende keer luisteren
Doorgaan Reden om niet door te gaan
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
56
Voorbeeld 2 Hoorlijst Evaluatie “hoorbezoek” Predikant………….……................................... Plaats…………….…………………………........
Datum……………………………
Beoordeling aspecten: (hieronder omcirkelen van 1 t/m 10)
Algemeen: Presentatie, uitstraling,
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Verstaanbaarheid, intonatie taalgebruik
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Aansluiting schriftlezing – verkondiging
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gemeente betrokken bij dienst
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
In hoeverre gericht op jeugd
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Verkondiging: Inhoud, cognitief, rationeel, er iets van opsteken
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Emotie, iets aan de preek beleven
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Relationeel: “het ging over mij…”
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Actualiteit
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Liederen: Aansluiting liederen met schriftlezing/verkondiging
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Keuze liederen Aantal psalmen:…..
Aantal uit andere bundels:…….
Aantal gezangen:……
Uit welke andere bundels werden liederen gekozen? 1…………………………. 2…………………………. 3…………………………. Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
57
Tijdsduur: Verkondiging: ca…… minuten, zingen/lofprijzing: ca…… minuten, gehele dienst: ca…... minuten
Algemene opmerkingen: …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
Totaal oordeel geschiktheid:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
58
BIJLAGE 5. HOREN VAN DE KANDIDAAT EN AANSLUITEND GESPREK 5c. Leidraad voor gesprek met bij voorkeur een kerkenraadslid (dit is een voorbeeld, voor elke gemeente kunnen andere vragen van toepassing zijn) Naam predikant: Kerkenraadservaring gemeentelid: Bijzonderheden: Gezinssamenstelling: Algemene opmerkingen: Van te voren aangeven met hoeveel personen je komt; Maximale duur van het gesprek = 1 uur; Meld van te voren dat er aantekeningen worden gemaakt en wie het verslag ontvangt; Bepaal vooraf wie gespreksleider is; Spreek af wie de aantekeningen maakt; Houd u aan de aandachtspunten/vragenlijst.
Aandachtspunten en/of vragen: Eredienst Wat waardeert u in de preken van de predikant? Zijn de preken direct /duidelijk? Zijn de preken actueel? Zijn de preken opbouwend? Straalt de predikant enthousiasme uit? Weet de predikant u ( de gehele preek) te boeien? Hoe lang duurt doorgaans de preek? Hebt u iets aan de preken in het dagelijks leven? Heeft uw predikant in de gebeden aandacht voor actuele gebeurtenissen in de gemeente en maatschappij? Hoe gaat uw predikant om met veranderingen in de liturgie?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
59
Gemeente Doet uw predikant iets voor/met de jeugd? Hoe geeft hij catechisatie? Kan de predikant goed onderricht geven? Wat vind de jeugd van de catechisatie? Doet uw predikant – buiten de catechese – nog iets anders voor of met de jeugd? Geeft uw predikant leiding aan, of stimuleert hij onderwijs aan belijdende leden? Hoe gaat uw predikant om met problemen binnen de gemeente? Hoe zijn de pastorale bezoeken van uw predikant? Leiding Kan uw predikant – als hij dat doet -een (kerkelijke) vergadering of kerkenraad goed leiden? Kan uw predikant afgesproken beleid bewaken en stimuleren? Is uw predikant een voortrekker of neemt hij een meer afwachtende houding aan? Neemt de predikant zelf initiatief of niet? Kan uw predikant goed luisteren? Hoe gaat uw predikant met kritiek om? Hoe gaat uwe predikant met stress om? Hoe is uw predikant in de omgang? Zou u uw predikant willen/kunnen missen? Wat zijn de sterke punten van uw predikant? Wat zijn de zwakke punten van uw predikant?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
60
Overige punten van toepassing op de betreffende gemeente …………………………………….. …………………………………….. ……………………….…………….
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
61
BIJLAGE 5. HOREN VAN DE KANDIDAAT EN AANSLUITEND GESPREK 5d. Leidraad voor gesprek met predikant (dit is een voorbeeld, voor elke gemeente kunnen andere vragen van toepassing zijn) Naam predikant: Naam echtgenote: Adres: Geboortedatum: Gezinssamenstelling: Hoe lang in huidige gemeente?: Hoe lang in vorige gemeente(n)?: Algemene opmerkingen: Van te voren aangeven met hoeveel personen je komt; Maximale duur van het gesprek = 1.5 uur; Meld van te voren dat er aantekeningen worden gemaakt en wie het verslag ontvangt; Bepaal vooraf wie gespreksleider is; Spreek af wie de aantekeningen maakt; In ieder geval in een eerste gesprek de “top tien” vragen aan de orde stellen (zie hieronder, gemarkeerd met een *); Houd u aan de aandachtspunten/vragenlijst: Verder procedure kort memoreren/informatie geven over het verdere verloop van de procedure; Na het laatste gesprek de eindconclusie met aanbeveling opstellen
Aandachtspunten en/of vragen: Eredienst Lukt het u om in de preken, naast de exegese, ook steeds de toepassing voor vandaag voor de kerkleden goed te verwoorden? Waar legt u het zwaartepunt, bij de exegese of de toepassing? In hoeverre houdt u in liturgie en preken rekening met de belevingswereld van de luisteraars? Spreekt u de jeugd nog in het bijzonder aan? In hoeverre neemt u in de preken en liturgie de hedendaagse omstandigheden mee (samenleving, maatschappij, maar ook van de kerk(leden)? In welke mate gebruikt u hulpmiddelen bij de preek, maakt u bijvoorbeeld vaak gebruik van een beamerpresentatie? Hoe vaak preekt u nu per zondag / Hoeveel preken maakt u per week? Waar gaat uw voorkeur naar uit: catechismuspreken of vrije stof? Preekt u series / thema’s/ preken gekoppeld aan basisschoolprojecten? Kost het maken van een preek u moeite en hoeveel tijd kost dit gemiddeld?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
62
Communicatie Kost het leggen van contacten en het onderhouden daarvan u moeite? Vindt u zichzelf meer een teamwerker of meer een solist? Wat vindt u van u zelf sterke punten (en wat zwak) op het gebied van communicatie? In hoeverre vindt u het belangrijk u in te leven in de situatie van een ander? Bewaakt u daarbij ook afstand? Hebt u goed contact met de jeugd? Doet u – buiten de catechisatie om – nog iets anders voor of met de jeugd? Ervaart u weleens problemen met de jeugd (of andere specifieke groepen binnen de gemeente) en hoe gaat u daarmee om? Persoonlijk Wat was het belangrijkste aspect van uw roeping tot predikant? Ligt u wel eens wakker van problemen binnen of buiten de gemeente of van de problemen van kerkleden? Gaat uw voorkeur uit naar een dorp of stad(gemeente)? In hoeverre doet u mee aan activiteiten binnen en buiten de gemeente? Hoe maakt u daarin keuzen? Vindt u het (erg) vervelend wanneer kerkleden ongevraagd bij u aankloppen? Bent u op de hoogte van de hedendaagse mentaliteit of de levensstijl van de jeugd? In elke gemeente is er verscheidenheid. Hoe gaat u daarmee om? Hoe bewaakt u de grens tussen werk en vrije tijd/privé? Welke typering vindt u het beste bij u passen: planner of relativeerder, organisator of stimulator, verantwoordelijk of loslaten? Leiding Wordt bij vergaderingen, waaraan u leiding geeft, de agenda gevolgd en de planning gehaald? Vindt u het erg als men opmerkingen of vragen heeft, die buiten de agenda vallen? Hoe gaat u daarmee om? Welke rol vindt u dat het beste bij u past, die van leider of die van coach? Welke persoonlijke kwaliteit(en) past/passen het beste bij u: bruggenbouwer, analist, taakgericht of ambitieus? Hoe bent u anderen tot voorbeeld? Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
63
Overig Hoe kijkt u aan tegen evangelisatie en welke rol zie u daarin voor u zelf weggelegd? Wat vindt u van de ontwikkelingen in Gereformeerd Nederland? Ziet u kansen of meer bedreigingen/zorgpunten? Welk vakblad waarop u geabonneerd bent, spreekt u het meeste aan? Waarom? Wat zou u graag gerealiseerd zien in uw gemeenten/binnen onze kerken? Heeft bepaalde specialismen, bijv. kerkrecht, zending, jeugdwerk, liturgie, o.i.d.? Waarin bent u afgestudeerd? Hebt u nog andere functies of commissies voor kerk of maatschappij? Zijn er nog zaken die niet genoemd zijn en waarmee mogelijk rekening gehouden moet worden bij een beroep of functioneren in de gemeente? Afsluiting Wanneer u vragen heeft naar aanleiding van het gesprek kunt u contact opnemen met de contactpersoon van de beroepingscommissie. Indien wij nog vragen hebben kunnen wij dan met u contact opnemen?
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
64
BIJLAGE 6. MATERIËLE REGELINGEN PREDIKANTEN Inhoud materiële regelingen predikanten In de materiële regelingen predikanten staan alle regelingen voor predikanten vermeld. In de materiële regelingen treft u de volgende onderwerpen aan: traktementen vergoedingen vakantie en vrije zondagen persoonlijke ontwikkeling en studieverlof arbeidsongeschiktheid en emeritering de pastorie model beroepsbrief bijlage bij beroepsbrief bijlage gebruikersovereenkomst pastorie bijlage formulier functioneringsgesprek bijlage formulier bevestiging preekbeurt bijlage uitkeringsreglement VSE bijlage opdrachtformulering werkgroep houdbaarheid emeritaatvoorziening De materiële regeling predikanten is te vinden onder www.steunpuntkerkenwerk.nl/kerkelijk-personeelsbeleid/predikanten/materieleregelingen.
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
65
BIJLAGE 7. AKTE VAN ONTSLAG Hieronder volgt een voorbeeld akte van ontslag, zoals door de kerkenraad opgesteld kan worden voor de predikant als hij de gemeente verlaat om in een andere gemeente te gaan dienen. AKTE van ONTSLAG De kerkenraad met diakenen van de Gereformeerde Kerk te ………………… heeft kennisgenomen van de mededeling van de weleerwaarde heer ds. …………………… die sedert d.d. ……………………. bij hem dienaar van het Woord van God is, dat hij het beroep heeft aangenomen, dat de Gereformeerde Kerk te ………………. op hem heeft uitgebracht. Hij heeft in zijn vergadering van d.d. ………………….. besloten: 1. ds. ………….., voornoemd, van zijn verbintenis aan de Gereformeerde Kerk te ………….. op de meest eervolle wijze te ontslaan met ingang van zondag, 2. d.d. ……………., te 00.00 uur, zijnde de datum, waarop hij zich ten volle aan de kerk van ……………… zal verbinden; 3. aangaande ds. ……………………. voornoemd te verklaren, dat hij heel de tijd van werkzaamheid bij de kerk te …………….. trouw en ijverig in zijn dienstwerk, christelijk en godvrezend in zijn belijdenis en in zijn levenswandel zonder aanstoot te geven en onbesproken in het midden van de gemeente heeft verkeerd; 4. aan ds. ………………. voornoemd, van dit ontslag en van deze verklaring een akte te verlenen in tweevoud, opdat deze stukken hem volgens de artikelen 6 en 7 van de kerkorde bij de Gereformeerde Kerk te ………………….. en bij de eerstvolgende classis ……………… mogen dienen als wettige akte van ontslag van de kerk te ……………. en als goede attestatie inzake leer en leven; en 5. ds. ……………., voornoemd, bij zijn aanstaand vertrek aan de Here en zijn genade op te dragen, met oprechte dankbetuiging voor de trouwe arbeid, die hij .... jaar bij deze kerk heeft verricht en die hier in dankbare herinnering zal verblijven en met de hartelijke bede, dat de Here de vrucht van die arbeid zal bestendigen en hem in de kerk te …………………. , waar hij thans gaat dienen, ook tot zegen van velen zal doen werkzaam zijn. De kerkenraad met diakenen, Preses,
Scriba,
Naam:
Naam:
Datum: ………………
Handreiking beroepingswerk in de GKv - Steunpunt Kerkenwerk – september 2013
66