O RGANISATIES ,ANDSCHAPSBEHEER :IJ STREVEN NAAR HET BEHOUD BEHEER EN ONTWIKKELING VAN EEN ECOLOGISCH CULTUURLANDSCHAP MET EEN STREEKEIGEN KARAKTER $E SPOREN DIE DE NATUUR EN DE MENS IN HET LANDSCHAP NALATEN MAKEN DAAR DEEL VAN UIT 6AN PINGORUtNES UIT DE IJSTIJD EN GRAFHEUVELS UIT DE PREHISTORIE TOT HOUTWALLEN KNOTBOMEN EN ZELFS DE BEGROEIDE VUILNIS HEUVELS VAN NU $IE NATUURLIJKE EN CULTURELE LANDSCHAPSELEMENTEN VERTELLEN VERHALEN OVER ONS LANDSCHAP ,ANDSCHAPSBEHEER LEERT ONS DIE VERHALEN LEZEN EN STIMULEERT DAARMEE HET BEHEER VAN LANDSCHAPSELEMENTEN ZODAT ZIJ OOK IN DE TOEKOMST EEN EIGEN PLAATS HEBBEN
(ANDLEIDING ,ANDSCHAP IN :ICHT
,ANDSCHAPSBEHEER .EDERLAND IS HET SAMENWERKINGSVERBAND VAN DE TWAALF PROVINCIALE
(ANDLEIDING ,ANDSCHAP IN :ICHT 3AMEN MET BEWONERS HUN LANDSCHAP WAARNEMEN BESCHRIJVEN EN WAARDEREN
7AT LEVERT HET WERKEN MET ,ANDSCHAP IN :ICHT VOOR U ALS PROFESSIONAL OF VRIJWILLIGER OP "EWUSTZIJN VAN BEWONERS OVER DE KENMERKEN VAN HUN EIGEN LANDSCHAP "ETROKKENHEID VAN BEWONERS BIJ LOKAAL LANDSCHAPSBELEID EN BEHEER "ESCHRIJVING VAN DOOR BEWONERS WAAR GENOMEN LANDSCHAPSKENMERKEN EN HUN MENING DAAROVER 6ERSLAG IN WOORD EN BEELD ALS BASIS VOOR VERDERE UITWERKING IN GEMEENTELIJK LANDSCHAPSBELEID EN RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN !CTIEPUNTENLIJST WAAR BEWONERS ZELF OF ANDERE PARTIJEN MEE AAN DE SLAG KUNNEN 4E GEBRUIKEN ALS AANVULLING OP KENNIS VAN LANDSCHAPSPECIALISTEN
Landschap in zicht! Dit is een uitgave van Landschapsbeheer Nederland 2010
Handleiding Landschap in Zicht!
Samen met bewoners hun landschap waarnemen, beschrijven en waarderen
INLEIDING Hoe mooi het in andere gebieden ook is, als je weer in je eigen omgeving komt, voel je meteen: ik ben thuis. Je herkent het omringende landschap uit duizenden en het voelt vertrouwd. Het specifieke karakter van jouw woonplaats wordt bepaald door de structuur ervan en de ligging in het landschap, maar ook door landschapselementen als oude paadjes, glooiing, weidsheid, de wind die altijd aanwezig is of bomenrijen in een open
Heeft u het landschap goed in zicht?
D
e Europese Landschapsconventie stelt dat burgers meer moeten parti ciperen in lokale planvorming. De rol van bewoners in bijvoorbeeld monumentenzorg of landschapontwikkeling, krijgt in toenemende mate aandacht in lokaal en nationaal beleid. Ook bewoners zelf voelen steeds meer de behoefte om in een vroeg stadium betrokken te worden bij ruim telijke ontwikkelingen. Plannen hebben meerwaarde als ze samen met bewoners tot stand komen, bijvoorbeeld bij een dorpsvisie, dorpsomgevingsplan of land schapsontwikkelingsplan. Thema’s als voorzieningen, sociale structuur, veiligheid, bebouwing en verkeer hebben meestal voldoende aandacht in dorpen, maar soms wordt vergeten dat ook het landschap essentieel is voor de leefbaarheid. Want waarom wonen de meeste mensen in een dorp? Landschap lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. Het is goed om in beeld te hebben welke landschapselementen je als dorp wilt behouden, versterken of misschien aanpassen. Met die kennis kun je als bewoners ook zelf een belangrijke rol spelen in het beleid en beheer van landschap; dat geldt zowel voor keuzes op het eigen erf als voor gezamenlijke inzet in de nabije omgeving.
landschap. Het kunnen allerlei kenmerken zijn die het uiterlijk van je leefomgeving bepalen. Zou het niet waardevol zijn om al die kenmerken helder op een rij te zetten, zodat bij ruimtelijke plannen goed beoordeeld kan
Landschap volgens de definitie in de Europese Landschapsconventie: “Landschap is een gebied zoals dat door mensen wordt waargenomen, waarvan het karakter wordt bepaald door natuurlijke en/of menselijke factoren en de interactie daartussen.”
worden of ze aansluiten bij de leefomgeving? Landschap in Zicht is een methode om samen met bewoners in acht stappen de kenmerken van hun landschap waar te nemen, te beschrijven en te waarderen. De uitkomsten zijn een goede basis voor verdere uitwerking in (gemeentelijk) beleid of als actiepuntenlijst waar ook de bewoners zelf mee aan de slag kunnen.
2
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer werkt in heel Nederland samen met burgers aan het beheer en daarmee aan het behoud van het landschap. Om meer gebruik te maken van de lokale kennis over het landschap, is de methode Landschap in Zicht ontwikkeld (geïnspireerd op de Europese ECOVAST-methode en de Engelse Landscape Character Assesment-methode). De methode is bedoeld voor professionals van overheden, groene- en maatschappelijke organisaties of vrijwilligersgroepen. De bewoners van dorpen kennen het karakter van hun landschap doorgaans heel goed, alleen vinden ze het lastig om dit te beschrijven. Het landschap is opgebouwd uit veel elementen. Welke bepalen dan het karakter? De methode Landschap in Zicht helpt bewoners om op een laagdrempelige manier de kenmerken van hun omgeving te benoemen. Stap voor stap noteren bewoners wat ze waarnemen en samen met professionals wordt daar structuur in aangebracht. Zo ontstaat een helder beeld van wat bewoners belangrijk vinden in het landschap. De mening over de benoemde kenmerken vor men een goede basis voor verdere uitwerking in (gemeentelijk) beleid of als concrete actiepuntenlijst waar de bewoners ook zelf mee aan de slag kunnen.
Landschapsbeheer Nederland
3
Onder de paraplu van het project ‘Thuis in Groen’ (zie korte introductie in deel A) is de methode Landschap in Zicht toegepast in pilots in Friesland (Bakkeveen), Limburg (Jabeek) en Noord-Holland (St. Maarten). Landschapsbeheer werkte daar bij samen met de Vereniging Kleine Kernen, Primo en de Koninklijke Nederland sche Heidemaatschappij. Op basis van de uitkomsten is de methode gaandeweg verder ontwikkeld en aangescherpt. In deel A: DE THEORIE beantwoorden we de belangrijkste vragen over Landschap in Zicht en brengen we de acht stappen van de methode heel concreet in beeld. De ervaringen in de drie pilotprojecten worden beschreven in deel B: DE PRAKTIJK op basis van interviews met betrokkenen. Als hun verhalen u inspireren om ook zelf met de methode aan de slag te gaan, dan is dit een praktische handleiding. Deel C helpt u met ondersteunende bijlagen. De methode Landschap in Zicht is tevens gratis digitaal verkrijgbaar op de website van Landschapsbeheer (www.landschapsbeheer.nl). Wij hopen met Landschap in Zicht bewoners meer invloed te geven op lokale beleidsprocessen in het landelijk gebied. Een sterkere betrokkenheid van bewo ners levert immers meer draagvlak en begrip op voor plannen. Bovendien is lokale kennis een waardevolle aanvulling op de deskundigheid van professionals. Ook worden waardering en inzet voor het landschap groter als bewoners zich bewust zijn van hun omgeving. Daarom is het de moeite waard om er met elkaar voor te zorgen dat het landschap goed in zicht is. Mirjam Koedoot en Wanne Roetemeijer Landschapsbeheer Nederland
INHOUD Heeft u het landschap goed in zicht?
3
DEEL A: DE THEORIE
7
Landschap in Zicht in vraag & antwoord Landschap in Zicht in 8 stappen Stap 1: de voorbereiding
Stap 2: enthousiasmeren deelnemers
19
20
Stap 5: benoemen landschapskenmerken
22
Stap 4: veldbezoek
Stap 6: werken met de landschapskenmerken Stap 7: terugkoppeling uitkomsten Stap 8: verslag in woord en beeld
21
24 27 27
Vervolgfase: van inventariseren wensen naar actiepunten
28
DEEL B: DE PRAKTIJK
31
Pilot Friesland
32
Praktijkervaringen in het landschap
31
Pilot Limburg
38
Bijlagen
49
Bijlage 2: De zeven lagen van het landschap
52
Pilot Noord-Holland
43
50
Bijlage 3: Checklist landschap
56
Colofon
60
Bijlage 4: Voorbeelden presenteren resultaten
Landschap in zicht!
17
18
Stap 3: voorbereiding veldbezoek
Bijlage 1: Waarnemen, waarderen en wensen
4
7
Landschapsbeheer Nederland
58
5
DEEL A : DE THEORIE
Landschap in Zicht in vraag & antwoord
D
e methode Landschap in Zicht helpt bewoners om de kenmerken van hun omgeving waar te nemen en vast te leggen. De uitkomsten helpen hen om meer invloed uit te oefenen op lokale beleidsprocessen in het stedelijke- en landelijk gebied. Hun mening wordt door Landschap in Zicht veel concreter. Dat biedt goede aanknopingspunten voor het formuleren en prioriteren van wensen over behoud en versterking van het landschap. Bent u benieuwd naar het hoe, wat en waarom van de methode? In dit deel een kennismaking in vraag & antwoord. Wat is het doel van de methode? Landschap in Zicht is in de eerste plaats bedoeld om mensen bewust(er) te maken van de kenmerken van het landschap waar ze in wonen. De methode zet bij bewo ners een proces van betrokkenheid in gang. De uitkomsten vormen bovendien een onderlegger voor het formuleren van wensen in ruimtelijke ontwikkelingen en het stellen van prioriteiten. Als bewoners kunnen benoemen wat de kenmerken van hun leefomgeving zijn, kunnen ze beter meedenken over ruimtelijke plannen. De methode draagt zo ook bij aan het verbeteren van draagvlak en begrip voor plan nen. De uitkomsten zijn een aanvulling op de bestaande kennis van experts. De methode geeft geen compleet overzicht van alle landschappelijke kenmerken van een gebied. Het is vooral een weergave van hoe bewoners het landschap waarnemen en waarderen. Dat betekent dat bepaalde landschappelijke kenmer ken soms over het hoofd zullen worden gezien, bijvoorbeeld omdat deze moeilijk zichtbaar zijn (archeologisch erfgoed). Het is daarom belangrijk om de methode te gebruiken als aanvulling op de bestaande kennis van experts over het landschap en niet als een vervanging ervan. Wat is de kracht van Landschap in Zicht? •• Geschikt voor mensen met weinig kennis van landschap. •• Bewoners gaan samen aan de slag. •• Maakt lokale kennis van landschap inzichtelijk. •• Door de laagdrempelige aanpak, worden bewoners bij het landschap betrokken. •• Duidelijk onderscheid tussen waarnemingen, essentie, waardering en wensen. •• Bewoners worden geholpen in het geven van input voor ruimtelijke plannen. •• Manier om bewoners bewust te maken van hun landschap. •• Kennis van bewoners over hun omgeving is een goede aanvulling op de landschappelijke kennis van experts. Wanneer is Landschap in Zicht bruikbaar? De methode is een manier om bewoners actief te betrekken bij hun landschap, zowel in beleidsprocessen als op uitvoeringsniveau. Landschap in Zicht kan dus op elk gewenst moment worden toegepast, al dan niet als onderdeel van lopende
6
Landschapsbeheer Nederland
7
projecten. Als de methode wordt gebruikt om draagvlak te creëren of om bewo ners te betrekken bij planvorming, dan is het wel zaak om dat in een vroeg stadium van het proces te doen. Landschap in Zicht is een waardevol hulpmiddel bij het maken van visies op het buitengebied, dorpsplannen, landschapsontwikkelingens plannen en uitvoeringsplannen. Ook voor educatieve doeleinden (bijvoorbeeld als onderdeel van een cursus op het gebied van natuur en landschap) kan de methode worden ingezet.
Gerrit-Jan van Herwaarden, Landschapsbeheer Nederland: “Bij het opstellen van gemeentelijke landschapsontwikkelingsplannen is betrokkenheid van de bewoners essentieel. Makkelijk gezegd, maar in de praktijk vaak lastig te realiseren. Deze handleiding is een prima handvat om samen met bewoners goed uitvoerbare plannen te maken. Een landschapsontwikkelingsplan wordt zo een levend document met zichtbare resultaten in het landschap. Voor de vernieuwde subsidieregeling voor de Landschapsontwikkelingsplannen in 2010 komt dit boekje op het juiste moment!”
Wat zijn de resultaten? De uitkomsten van de methode Landschap in Zicht worden mede bepaald door het doel, de aanpak en de input van de deelnemers. Maatwerk dus. In het algemeen gelden de volgende resultaten: •• Bewoners zijn zich bewuster van het landschap. •• Bewoners voelen zich sterker betrokken bij het landschap. •• Bewoners nemen zelf initiatief. •• Nieuwe doelgroepen zijn bereikt. •• Kennis van wat bewoners beeldbepalende en karakteristieke landschapselementen vinden. •• Bekend met de mening van bewoners over landschapskenmerken. Als Landschap in Zicht specifiek wordt ingezet in beleidsprocessen, dan heeft de methode de volgende resultaten: •• Ondersteuning bewoners bij het opstellen van een gemeenschappelijke visie op landschap. •• Meer draagvlak onder bewoners voor plannen of visies. •• Thema landschap wordt nadrukkelijker in planvorming ingebracht (bijvoorbeeld in Landschapsontwikkelingsplannen en Dorpomgevingsplannen). Welke actoren spelen een rol? Landschap in Zicht maakt onderscheid tussen verschillende actoren die elk een eigen rol hebben: initiatiefnemer, projectgroep, deelnemer en procesbegeleider. Ten eerste is er de initiatiefnemer. Dit kan in principe iedereen zijn, bijvoorbeeld een betrokken bewoner, dorpsbelang, lokale natuurorganisatie, heemkundekring, lokale overheid of een maatschappelijke organisatie als Landschapsbeheer. De initiatiefnemer wil graag aan de slag met de methode Landschap in Zicht en kijkt vervolgens welke mensen of partijen mee willen doen. Het is verstandig om een projectgroep op te richten die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de methode. De projectgroep wordt vaak gevormd door de initia tiefnemers en belanghebbenden in het proces. Denk bijvoorbeeld aan een afvaar diging van bewoners, terreineigenaar, lokale overheid of een belangengroep. Het verschilt per situatie welke mensen en partijen er uiteindelijk in een projectgroep zitten. De projectgroep draagt zorg voor het maken van een projectplan, het voorbereiden van het veldbezoek en de uitvoering van de overige stappen van de methode. In veel gevallen wordt de methode toegepast in een bestaand proces en bestaat er al een projectgroep. Verder zijn er de deelnemers. Dit zijn mensen die echt aan het werk gaan met de methode. Vaak zijn het bewoners van een gebied, maar dit hoeft niet perse. De deelnemers gaan op veldbezoek, doen de waarnemingen en geven aan wat zij zien als de essentie van het landschap. Ook geven zij hun mening over de benoemde
8
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
9
kenmerken. De inbreng van de deelnemers bepaalt de uiteindelijke resultaten van de methode. De deelnemers hoeven geen voorkennis te hebben over landschap. Iedereen die geïnteresseerd is in zijn of haar landschap kan meedoen. Tot slot is er de procesbegeleider. Deze persoon begeleidt de deelnemers bij de uitvoering van de methode. De procesbegeleider heeft vooral een belangrijke rol in het nemen van de stappen 1 t/m 7 uit het stappenplan van Landschap in Zicht. Belangrijk is dat de procesbegeleider goed op de hoogte is van de methode en in staat is om op een leuke manier een groep mensen te ondersteunen. Zowel een lid van de projectgroep of een extern persoon kan de procesbegeleiding op zich nemen. Welke deelnemers komen in aanmerking? In principe kan elke groep mensen aan de slag met de methode Landschap in Zicht. Vaak zijn de deelnemers een brede vertegenwoordiging van de lokale bevolking, maar er kan ook gekozen worden voor een hele specifieke doelgroep, zoals agrari ers, recreanten, jongeren, heemkundigen of de dorpsraad. De samenstelling van de doelgroep hangt af van het doel van het proces, dus denk daar vooraf goed over na. Uiteraard ben je ook afhankelijk van de belangstelling vanuit de betreffende gemeenschap. of per fiets voldoende kunnen bekijken in een dagdeel. Is het nodig om toch een groter gebied te onderzoeken, splits het veldbezoek dan in verschillende dagdelen of verdeel de groep deelnemers over het gebied. Hoe werkt de methode? Landschap in Zicht kent grofweg twee onderdelen: een veldbezoek en het verwer ken van alle waarnemingen. Zie de schematische weergave op pagina 12. In het stappenplan staat precies aangeven hoe de methode op onderdelen werkt.
10
Hoe bepaal je het werkgebied? De methode kan zowel in het landelijke als in het stedelijke gebied worden toege past. De begrenzing van het werkgebied kan bepaald worden door de deelnemers zelf. Vaak hebben bewoners zelf een duidelijk gevoel over welke delen wel en niet bij hun leefomgeving horen. De bestuurlijke grenzen (dorp, gemeente, provincie) of landschappelijke grenzen kunnen het werkgebied ook markeren, bijvoorbeeld omdat de methode wordt ingezet in een bestaand planproces. Uit praktisch oog punt is het aan te raden een overzichtelijk gebied te kiezen dat deelnemers te voet
De deelnemers gaan tijdens het veldbezoek in groepjes naar buiten om het land schap te bekijken. Daarbij noteren zij al hun waarnemingen: wat zij zien, horen en voelen. Dat kan zijn een sloot, een dijk, de wind of de geur van mest. Naast tastbare en zichtbare landschappelijke kenmerken, is er ook ruimte voor minder zichtbare waarnemingen, zoals associaties, herinneringen of verhalen. Als hulpmiddel kun nen deelnemers de checklist landschap (bijlage 3) gebruiken bij dit onderdeel van de methode. Na het veldbezoek worden alle waarnemingen van de deelnemers verzameld, met elkaar besproken en geordend. De deelnemers werken nu samen toe naar een overzicht met daarin de voor hen meest belangrijke waarnemingen. Dan benoemen ze de essentie van de kenmerken: welke zijn beeldbepalend, welke zijn karakteristiek? Ook geven zij aan welke landschapskenmerken zij waarderen, en welke niet. Deze gegevens worden op een rij gezet en teruggekoppeld aan de deelnemers en eventueel aangevuld.
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
11
Dit wordt verwerkt in een verslag dat als laatste stap van Landschap in Zicht gezien kan worden. In het stappenplan leest u meer over het vervolg. Hoe bepaal je de waarnemingspunten op het veldbezoek? De deelnemers krijgen een goede indruk van het landschap tijdens het veldbezoek. Op verschillende plekken kijken ze naar het landschap en noteren hun waarnemin gen. Het is handig om vooraf een wandel of fietsroute vast te leggen, zodat de deelnemers weten waar ze aan toe zijn. Afhankelijk van het doel kiest de project groep voor vaste waarnemingspunten of laat de deelnemers zelf locaties bepalen. Het is goed om bij die keuze te realiseren dat de aanpak effect heeft op het type waarnemingen en de spreiding.
Waarnemen Benoemen kenmerken Essentie kenmerken benoemen (beeldbepalend/karakteristiek)
stap 1 t/m 8 Landschap in Zicht
Waarderen kenmerken (positief/negatief) Terugkoppeling en verwerking resultaten in verslag Wensen en ideeën formuleren en prioriteren
Actiepunten formuleren
Aanbevelingen (bestaande) plannen
Vervolgfase
Uitwerking in beleidsvisies en uitvoering door overheden, maatschappelijk organisaties en bewoners
Figuur 1. Schematisch overzicht van de methode Landschap in Zicht
12
Landschap in zicht!
Hoeveel tijd kost het toepassen van Landschap in Zicht? De tijdsinvestering hangt af van de gekozen aanpak en de context waarin de methode wordt gebruikt. De deelnemers zijn circa twee dagen bezig met het uitvoeren van de methode. De begeleiders van het proces investeren tussen de vijf en zeven dagen. Hierin is de voorbereiding, de uitwerking en eventueel het vervolg van het proces meegerekend. Doorgaans worden niet alle stappen van de methode direct na elkaar genomen en beslaat de methode een tijdsspanne van enkele weken tot soms maanden (zie figuur 2 bladzijde 17). Het is handig om de onderdelen waar deelnemers bij betrokken zijn niet te ver uit elkaar te plannen. Waarom een scherp onderscheid tussen waarnemen, waarderen en wensen? Het is handig om bij gesprekken over landschappelijke ontwikkelingen een onder scheid te maken tussen wat bewoners waarnemen, wat zij vinden en wat zij graag zouden willen. Meningen en wensen kunnen op die manier een duidelijke plek krij gen in de discussie. Landschap in Zicht is in eerste instantie bedoeld om bewoners te helpen onder woorden te brengen wat zij waarnemen. Niet meer en niet minder. Door de input van een groep deelnemers te combineren en te structureren, ont staat een overzicht van karakteristieken van de omgeving zoals de bewoners het zien. Vervolgens geven de bewoners hun waardering aan deze karakteristieken: wat vinden we positief en minder positief? Tot slot kunnen bewoners wensen formuleren: wat willen we behouden, versterken of aanpassen in het landschap? Zie voor het onderscheid tussen waarnemen, waarderen en wensen bijlage 1. Aan het eind van het stappenplan staat bovendien een toelichting op de vervolgfase.
Landschapsbeheer Nederland
13
Wat is het verschil tussen beeldbepalende en karakteristieke kenmerken? De methode Landschap in Zicht gebruikt in stap 6 de begrippen ‘beeldbepalend’ en ‘karakteristiek’. De termen liggen in elkaars verlengde, maar hebben toch een andere inhoud: Beeldbepalend: Elementen of patronen die sterk zichtbaar zijn in het landschap. Denk bijvoorbeeld aan een groot object (watertoren, kerk, hoge flat, kasteel, hoge zendmast) of een element dat overal in het gebied voorkomt en dus een grote spreiding heeft (sloten, knotbomen). Karakteristiek: Elementen of patronen die bepalend zijn voor het landschap en onderscheidend zijn ten opzichte van andere plekken. Denk aan beeldbepalende elementen als een dijk, maar ook aan minder sterk aanwezige elementen, zoals een wegkruis, grafheuvel, landgoed, schaapskooi of een bunker. Vaak gaat het om elementen die bewoners het gevoel geven ‘thuis’ te zijn.
Landschap in Zicht schenkt veel aandacht aan de diverse elementen van het land schap gezien door de ogen van bewoners. De onderlinge samenhang van de ver schillende landschapselementen wordt niet specifiek uitgewerkt in deze methode. De methode Leesbaar Landschap een goede aanvulling op Landschap in Zicht om bewoners ook de verbanden in het landschap te tonen. Leesbaar Landschap is ontwikkeld door Studio voor Leesbaar Landschap, IVN en Landschapsbeheer. Deze methode is gratis en digitaal te verkrijgen via de webwinkel van Landschapsbeheer Nederland.
Landschap in Zicht en andere methoden De methode Landschap in Zicht is geïnspireerd op de methode ‘Landscape Identification’ van de Europese netwerkorganisatie ECOVAST en de methode ‘Landscape Character Assesment’ van het Engelse Landscape Character Network. Zie voor meer informatie over beide methoden de websites van deze organisaties. Naast Landschap in Zicht, zijn er natuurlijk ook andere methoden om bewoners te betrekken bij de omgeving. Het is goed denkbaar om methoden met elkaar te combineren of elementen uit bepaalde methoden te gebruiken.
14
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
15
Landschap in Zicht in 8 stappen
E
en goed begin is het halve werk en dat geldt zeker voor de methode Landschap in Zicht. Een doordachte voorbereiding is de basis van een resultaat waar u iets mee kunt. Het begint met een heldere aanleiding: wat is de (beleids matige) context en met welk doel wilt u de methode inzetten? We beschrijven in dit deel de acht stappen die nodig zijn voor de uitvoering van Landschap in Zicht. In het figuur hieronder ziet u een overzicht van deze stappen. De uitkomsten van de methode staan niet op zichzelf, ze zijn immers bedoeld als uitgangspunt voor een vervolgfase. Daarom bieden we ook daarvoor enkele handreikingen. Veel succes!
Stappen
Centraal aandachtspunt
Actie
STAP 1
De voorbereiding
STAP 2
Enthousiasmeren deelne mers
STAP 3
Voorbereiding veldbezoek
STAP 4
Het veldbezoek
STAP 5
Benoemen landschapsken merken
STAP 6
Werken met de vastgestel de landschapskenmerken
Oprichten projectorganisatie (o.a. maken projectplan en vaststellen doelen) Uitnodigen deelnemers, uitleg project en methode, bespre ken werkgebied en route veldbezoek Veldbezoek- begeleiders kie zen, route plannen, materialen verzamelen, begeleiders heb ben methode onder de knie, evt. teams verdelen, Deelnemers noteren land schappelijke waarnemingen tijdens veldbezoek Deelnemers benoemen de waarnemingen en creëren een lijst met landschapsken merken Kenmerken indelen in de zeven lagen van het land schap, essentie benoemen en waarderen (positief/negatief) Overzicht van en discussie over behaalde resultaten en vooruitblik verdere proces Verslag in woord en beeld van de resultaten Actie afhankelijk van eerder gestelde doelen
STAP 7
Terugkoppeling uitkomsten
STAP 8
Verslag in woord en beeld
Vervolg fase Totaal
Van inventariseren wensen naar actiepunten
Globale tijdsduur voor leden project organisatie 1 dag
Globale tijdsduur voor deelnemers
1 dagdeel 1 dag
1 dagdeel 1 uur
2 uur 1 dagdeel (+ 1 dagdeel voor bereiding) 1-2 dagen
1 dagdeel
Afhankelijk van context 5-7 dagen 2 dagen
Figuur 2. Overzicht van globale tijdsduur van methode Landschap in Zicht
16
Landschapsbeheer Nederland
17
Let erop dat alle leden van de projectgroep achter het projectplan staan. Het c reëren van draagvlak voor het landschap begint al in de eerste fase! Bepalen van werkgebied Er zijn verschillende mogelijkheden om de begrenzing van het werkgebied te bepa len. De keuze is afhankelijk van het doel en de betrokkenheid van de deelnemers. De eerste optie is dat de projectgroep zelf het werkgebied bepaalt (en eventueel ook de route van het veldbezoek). In dat geval kan op basis van de projectdoelen bewust worden gekozen voor grenzen en locaties in het landschap. Het is ook een optie om de deelnemers zelf het werkgebied en de route te laten bepalen (in stap 2).Het voordeel daarvan is dat er beter zicht komt op wat bewoners het meeste boeit in hun eigen omgeving. Kiezen voor een tussenvorm is natuurlijk ook een optie.
Stap 1: de voorbereiding
Het doel van stap 1 is om een projectorganisatie op te zetten met (vertegenwoor digers van) een of meerdere partijen. De projectorganisatie maakt een projectplan waarin de volgende vragen worden beantwoord: •• Wat is het vraagstuk? •• Waarom is het belangrijk om bewoners in dit proces te betrekken? •• Wat is de (beleidsmatige) context? •• Voor welke doelen wordt Landschap in Zicht ingezet? (gaat het bijvoorbeeld om draagvlak of gaan bewoners zelf een visie ontwikkelen?) •• Wat gebeurt er met de resultaten? •• Wie zitten er in de projectgroep en hoe is de rolverdeling? •• Welke deelnemers doen mee? •• Om welk (werk)gebied gaat het?
18
Stap 2: enthousiasmeren deelnemers
Het belangrijkste doel van stap 2 is om deelnemers te werven en enthousiast te maken om met de methode aan de slag te gaan. Ze krijgen goede uitleg over de context van het project, het doel van het project, de werkwijze en het werkge bied.
Het opzetten van de projectorganisatie Bij het opzetten van de projectorganisatie helpt het om alle partijen in het gebied goed op het netvlies te hebben. Wie spelen een rol in het landschap? Welke belan gengroepen zijn actief? Is er een dorpsbelang, of dorps- of wijkraad? Zijn er andere interessante verenigingen? Hoe zit het met ondernemers en recreanten? Benader vertegenwoordigers van bestaande groeperingen en stel een projectgroep in.
Uitnodigen Het bereiken van deelnemers voor de uitvoering kan via bestaande netwerken, zoals lokale verenigingen, buurt- of dorpscommissies, kerken, historische kringen, enzovoort. Ook kunnen bewoners huis-aan-huis benaderd worden of via de lokale media en websites. Maak bij de uitnodiging duidelijk hoe waardevol het is als men sen meedoen. En maak het aantrekkelijk! Bewoners willen hun tijd best steken in zaken die ook voor henzelf iets opleveren (plezier, sociale contacten, invloed op ontwikkelingen in de leefomgeving).
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
19
Uitleg deelnemers De ideale groepsomvang varieert tussen de vijftien en vijfentwintig mensen. Zijn er meer belangstellenden, splits de groep dan op. Leg de methode in grote lijnen uit, maar focus daarbij op de punten die voor de deelnemers voor dat moment van belang zijn. Zij willen vooral weten wat er van hen wordt verwacht, wat het doel is van de bijeenkomst(en) en wat er met de resultaten gebeurt. Vertel eerst iets over de context van de methode, zodat mensen wel weten welk doel het dient. Oefen eventueel een keer met het waarnemen van landschap met foto’s, dat maakt de methode concreter (zie bijlage 1). Bepalen werkgebied en route (optioneel) Als de projectgroep het bepalen van het werkgebied en/of de te bezoeken locaties op het veldbezoek aan de deelnemers overlaat, kan dat hier besproken worden. Tip: vraag deelnemers iets mee te nemen naar de bijeenkomst dat zij associëren met het landschap waar ze wonen. Dit breekt het ijs en zorgt voor een leuke opstap naar het thema.
Stap 3: voorbereiding veldbezoek
Een goede voorbereiding van het veldbezoek is belangrijk. Aandachtspunten bij deze stap zijn: •• Stel binnen de projectgroep vast wie het veldbezoek gaat begeleiden. Ga uit van minimaal twee begeleiders per twintig deelnemers. •• Oefen de methode als begeleider alvast, zo wordt het geven van instructies aan de deelnemers gemakkelijker. •• Denk alvast na over de groepsindeling van de deelnemers. Zorg voor een groepsindeling die aansluit bij het doel en de context van het proces. Ga uit van kleine teams, bijvoorbeeld tweetallen. •• Wanneer de route van het veldbezoek vooraf wordt bepaald: volg de route van te voren een keer. •• Ga uit van vijf tot zeven waarnemingspunten per veldbezoek (dan blijft de aandacht scherp), ook als deelnemers zelf de route bepalen. •• Zorg voor alle benodigde materialen: duidelijke kaarten (grootschalig, circa 1:10.000) met de route, checklist landschap (zie bijlage 3), schrijfgerei (potloden hebben voorkeur), blocnotes en eventueel camera’s (voor foto en/ of videoopnamen). •• Vraag de deelnemers zich voor te bereiden op de weersomstandigheden door passende kleding en schoeisel te dragen.
20
Landschap in zicht!
Stap 4: veldbezoek
Het veldbezoek staat centraal in de methode Landschap in Zicht. De deelnemers gaan hun omgeving in om vast te leggen wat ze zien, horen, ruiken en voelen. Het belangrijkste doel van deze stap is dat elk team terugkeert met een lijst waarnemingen van het landschap, in woord en beeld. Gemiddeld is een dagdeel voldoende voor het veldbezoek. Let bij de tijdsinvestering op een goede balans: het is de moeite waard om veel informatie te verzamelen, maar als het te lang duurt, vermindert de concentratie en daarmee de interesse en betrokkenheid. Uitleg veldbezoek Landschap in Zicht is door iedereen goed uit te voeren, dus ook door bewoners zonder landschapskennis. Toch is een goede uitleg van belang. Hoe beter de ken merken worden waargenomen en genoteerd, des te beter de resultaten verwerkt kunnen worden in latere stappen. Het is aan te bevelen om de uitleg in een bin nenruimte te doen en hier rustig de tijd voor te nemen (circa 1 uur). Bewoners kunnen dan ook de laatste vragen stellen. •• Leg de route en waarnemingspunten uit (tenzij gekozen is de bewoners deze zelf te laten bepalen). •• Verdeel de teams als dat nog niet gedaan is in stap 3. •• Bespreek het onderscheid tussen waarnemen, waarderen en wensen en oefen daar eventueel nog even mee (bijvoorbeeld met behulp van een foto, zie ook bijlage 1). Geef aan dat het niet alleen om ‘mooie’ kenmerken gaat, maar dat
Landschapsbeheer Nederland
21
geprobeerd wordt om een compleet beeld van het landschap te maken. Daar horen ook minder gewaardeerde kenmerken bij. •• Bespreek de checklist landschap (zie bijlage 3) en de manier waarop mensen hun waarnemingen noteren. Niet iedereen is gewend om analytisch landschap waar te nemen en dit te beschrijven. •• Deel alle benodigde materialen uit. •• Vertel wanneer de resultaten uitgewerkt worden. Het veldbezoek De teams gaan te voet of per fiets op pad en schrijven bij elk waarnemingspunt in korte bewoordingen hun waarnemingen op, eventueel voorzien van een foto of tekening. Als er besloten is om de waarnemingen meteen uit te werken, keren de deelnemers allen terug naar een centrale locatie.
Werkwijze De teams lezen om beurten hardop de waarnemingen voor die zij hebben geno teerd. Op welke plek zij deze waarneming hebben gedaan, is in deze fase niet rele vant. Het gaat om een algemeen beeld van het hele landschap. Om de aandacht centraal te houden, is het goed om de teams om beurten één waarneming te laten noemen. Zo voorkom je dat één team bijna alle waarnemingen noemt. •• Het voorlezende team schrijft elke benoemde waarneming op een aparte postit. Persoonlijke meningen worden weggelaten, zodat alleen het landschapskenmerk benoemd wordt. Voorbeeld: een ‘mooie holle weg’ wordt genoteerd als ‘holle weg’. •• Tijdens het voorlezen strepen de andere teams de al benoemde waar nemingen op hun eigen lijstje door, zodat zij alleen nieuwe waarnemingen opnoemen als het hun beurt is. •• Elk team heeft een stapeltje postits met één landschapskenmerk per postit. Tip: De procesbegeleider kan dit onderdeel als een echte quiz leiden, omdat het afstrepen sterk lijkt op bingo. Dit verhoogt de sfeer, het enthousiasme en de motivatie.
Na het veldbezoek is het zaak om alle waarnemingen om te zetten in een lijst met landschapskenmerken van het werkgebied. Het is bij dit onderdeel verstan dig om samen met alle deelnemers bij elkaar te komen in een binnenruimte met benodigde hulpmiddelen (flipover of groot scherm, eventueel computer, pennen en postits). Vaak voldoet een buurthuis prima . Het heeft de voorkeur om stap 5 meteen na het veldbezoek te doen, zodat de waarnemingen nog vers in het geheugen liggen. Om het groepsproces in goede banen te leiden, is de rol van procesbegeleider heel belangrijk in deze stap.
Aandachtspunten voor de procesbegeleider(s): •• Let tijdens het proces van voorlezen en noteren op de objectiviteit. Eventuele meningen (waarderingen) of discussies over wensen worden geparkeerd en eventueel later in het proces besproken. Een heldere scheiding tussen waarnemingen, waarderingen en wensen is noodzakelijk voor een bruikbaar resultaat. •• Let er op dat associaties en gevoelens een plek krijgen in het proces. Waarnemingen als ‘het is hier rustig’ of ‘het is hier landelijk’ zijn belangrijk. Ontdoe dergelijke waarnemingen wel van eventuele waardeoordelen, dus ‘het is hier veel te lawaaiig’ wordt ‘het is hier lawaaiig’ bijvoorbeeld. •• De kans is groot dat er een mix ontstaat tussen globale en meer gedetailleerde waarnemingen. Ook zijn er ongetwijfeld verschillen tussen bondige formuleringen en meer beschrijvende waarnemingen. Dat is geen probleem, als het maar om objectieve landschapskenmerken gaat (dus zonder oordeel). Ga geen (lange) discussies aan over afzonderlijke waarnemingen, geef hooguit een toelichting indien nodig. Uiteindelijk werk je toe naar een algemeen landschapsbeeld waarin sommige waarnemingen niet meer terug komen. •• Door het filteren van alle dubbele waarnemingen, werk je toe naar een samenvatting van landschapskenmerken. De input van de deelnemers gaat dus op in één beeld van het landschap. De waarnemingsplek is dan niet meer relevant. Later in het verslag kan eventueel een indeling naar subtypen landschap worden gemaakt.
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
Tip: Laat de helft van de teams de route linksom volgen en de andere helft rechtsom. Zo voorkom je dat bepaalde waarnemingspunten steeds als laatste worden bezocht. Door de groepen in omgekeerde richting te sturen, worden alle waarnemingspunten met een frisse blik bekeken.
Stap 5: benoemen landschapskenmerken
22
23
Stap 6: werken met de landschapskenmerken
Als de lijst met kenmerken van het omringende landschap klaar is, kan de groep meteen met deze gegevens aan het werk. Het doel van stap 6 is dat de deelnemers aangeven welke kenmerken zij het meest beeldbepalend en het meest karakteris tiek vinden, maar ook welke kenmerken ze positief of negatief waarderen. Voor het zover is, worden de kenmerken eerst ingedeeld in de zeven lagen van het land schap (zie bijlage 2). Benodigdheden bij deze stap: •• Zeven foto’s op A4 formaat die de lagen van het landschap symboliseren. •• of de zeven landschapslagen schematisch tekenen of op A0 formaat printen (zie DEEL C, bijlage 4). •• Voldoende stickers in vier verschillende kleuren. •• Pennen. •• Flip-over. Indelen waarnemingen Het is raadzaam om het indelen van de waarnemingen samen met alle deelnemers uit te voeren, zodat iedereen zich bewust wordt van de lagen van het landschap. Bekijk per kenmerk bij welke laag deze het beste thuis hoort. Deze procedure levert vaak discussie op, omdat sommige kenmerken bij meerdere lagen thuishoren of juist omdat een kenmerk nergens uitgesproken bij hoort. De procesbegeleider helpt mee om keuzes te maken. Het eindresultaat is een over zicht van de zeven landschapslagen waarop verspreid post-its met kenmerken zijn geplakt. Sommige lagen hebben veel kenmerken, andere weinig. Bij gebrek aan tijd kan de procesbegeleider eventueel tijdens een pauze de waar nemingen verdelen over de zeven landschapslagen (of dit door de deelnemers zelf laten doen). Essentie benoemen Welke landschapskenmerken zijn beeldbepalend en welke zijn karakteristiek? Alle deelnemers krijgen individueel de kans om hun ideeën hierover kenbaar te maken door het plakken van gekleurde stickers. Iedereen krijgt zestien stickers, bijvoor beeld acht gele en acht groene. Elke deelnemer plakt zijn gele stickers bij de ken merken die hij ervaart als beeldbepalend en de groene stickers bij de kenmerken die hij karakteristiek vindt. Hoe sterker een landschapskenmerk als beeldbepalend
24
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
25
of karakteristiek wordt ervaren, hoe meer stickers er bij komen. Deelnemers kun nen hun eigen stickers verspreiden, maar mogen ze in principe ook allemaal bij één kenmerk plakken. De kenmerken kunnen ook beeldbepalend én karakteristiek tegelijk zijn. Het resultaat laat in één oogopslag zien waar de accenten liggen. Tip: Leg vooraf goed uit wat het verschil is tussen beeldbepalend en karakteristiek. Waardering uitspreken Tot slot krijgen de deelnemers de kans om hun mening te geven over het omrin gende landschap. Wat waarderen ze als positief en wat waarderen ze als negatief? Alle deelnemers krijgen zes stickers, bijvoorbeeld drie rode voor negatieve beoor delingen en drie blauwe voor positieve beoordelingen. Net als bij het benoemen van de essentie bepalen ze individueel waar ze hun stickers plakken. De uitkomsten kunnen – indien dit aansluit bij de projectdoelen – een rol spelen bij het vaststellen van aanbevelingen. Tip: Bespreek in grote lijnen de uitkomsten en leg meteen – op korte termijn – een datum vast voor het terugkoppelen van de uitkomsten en het vervolg van het proces. Zo blijft de groep betrokken. Als de deelnemers voldoende tijd en energie hebben, kan stap 7 ook plaatsvinden op dezelfde dag.
Stap 7: terugkoppeling uitkomsten
Het belangrijkste doel van stap 7 is dat deelnemers goed weten hoe het proces verder gaat en wat er van hen wordt verwacht. Maar eerst is het zaak om het ontstane landschapsbeeld te bespreken: herkennen de deelnemers zich daar in? In deze stap staan de volgende punten centraal: •• Presenteer de resultaten van het veldbezoek door per landschapslaag aan te geven wat de meest beeldbepalende en karakteristieke kenmerken zijn én welke meer of minder positief worden beoordeeld. Loop als het ware als een nieuwkomer door het gebied: wat zie je en wat valt op? (zie voor voorbeelden: bijlage 4) •• De essentiële vraag is of deelnemers zich herkennen in het ontstane landschapsbeeld. Stel de uitkomsten zo nodig bij of vul ze aan. •• Vraag aan de deelnemers wat zij weten over het ontstaan van het landschap. Vaak zijn er een paar mensen die iets meer weten over de geschiedenis van het gebied. Deze kennis is een waardevolle aanvulling op de resultaten. •• Zoek een manier om een vervolg te geven aan het enthousiasme en de betrokkenheid van deelnemers die aansluit bij het doel van het proces. Bespreek de vervolgstappen met de deelnemers: welke rol zien zij voor zichzelf weggelegd? Willen de bewoners meehelpen met het maken van de rapportage (zie stap 8)? Willen ze bij het verdere proces betrokken blijven? Of concreet aan de slag om het landschap op te knappen? •• Maak alvast een nieuwe afspraak als deelnemers graag betrokken willen blijven.
Stap 8: verslag in woord en beeld
De resultaten van alle genomen stappen worden samengevat in een verslag in woord en beeld. De vorm voor dit landschapsverslag is afhankelijk van de context. Onderstaand een paar handreikingen: 1. Geef inzicht in de aanleiding, doel(en) en het doorlopen proces (inleiding rapport). 2. Vermeld de deelnemende organisaties, groepen en personen en de rolverdeling. 3. Beschrijf het landschap in woord en beeld op basis van de resultaten, bijvoorbeeld door per landschapslaag het gebied te beschrijven met behulp van de benoemde kenmerken (zie voor voorbeelden: bijlage 4). Werk met woorden, foto’s, video’s, tekeningen, schema’s of andere manieren om een helder beeld te schetsen. Eventueel aanvullende kennis van deelnemers over het gebied (bijvoorbeeld over de ontstaansgeschiedenis), kan hier worden toegevoegd. 4. Blik op de toekomst: zijn er plannen en ideeën voortgekomen uit het enthousiasme van de bewoners? Hoe worden de resultaten ingezet? Zijn er concrete stappen gezet op basis van betrokkenheid, bijvoorbeeld een vrijwilligersgroep voor landschapsonderhoud?
26
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
27
Belangrijk bij stap 8 is om de deelnemers bij de totstandkoming van het verslag te betrekken. Zij moeten zich herkennen in de uitkomsten, want het resultaat is gebaseerd op hun waarnemingen en meningen. Laat dus ruimte voor aanvullingen en verbeteringen in het verslag. Geef ook aan dat dit verslag een weerslag is van een proces met een groep bewoners en dat aanvullende kennis van landschaps deskundigen waardevol kan zijn. Verspreid de definitieve rapportage onder de deelnemers. Zorg in deze fase voor een heldere communicatie met alle partijen, waaronder de initiatiefnemers, deelnemers, projectgroep en eventueel andere betrokkenen.
Vervolgfase: van inventariseren wensen naar actiepunten
Inventariseren wensen De resultaten van Landschap in Zicht zijn een krachtige inspiratiebron voor het vormen van wensen. De bewoners hebben – wellicht meer dan ooit – nagedacht over hun omgeving en dat helpt hen om ideeën en plannen gerichter te formuleren en prioriteren. De uitkomst varieert van concrete uitvoeringsmaatregelen voor een deelgebied tot een visie op landschap. Als er een dorpsvisie is of komt, zijn de resultaten van de methode een goed uitgangspunt voor een groene paragraaf daarin. Beschouwen bestaande plannen Of je nu nieuwe plannen maakt of input geeft voor bestaande plannen en deze kritisch tegen het licht houdt, in alle gevallen vormen de uitkomsten van Landschap in Zicht een gouden kans om te onderbouwen waarom plannen volgens de deelnemende bewoners wel of niet logisch zijn. Dat is waardevol als het gaat om draagvlak creëren en het versoepelen van beslissingsprocessen. Sluiten de plan nen aan op wat bewoners belangrijk vinden in het landschap? Die vraag staat centraal bij het beschouwen van plannen en de uitkomsten van de methode zijn daarbij een belangrijke onderlegger. Actiepunten formuleren Het inventariseren van wensen en het beschouwen van nieuwe ideeën of bestaan de plannen kan leiden tot het opstellen van een landschapsvisie en/of tot een lijst van concrete actiepunten. Een visie vraagt uiteraard om meer input dan alleen de resultaten van Landschap in Zicht, maar de uitkomsten van de methode zijn een belangrijk startpunt. Het dorp of de wijk kan ook enthousiast gemaakt worden voor concrete maatregelen waar ze zelf een rol in spelen. Stel dat hoogstamboom gaarden karakteristiek blijken en hoog gewaardeerd worden door de bewoners, dan zijn het organiseren van een cursus onderhoud hoogstamboomgaard en/of aanplant van nieuwe hoogstambomen (door vrijwilligers) logische actiepunten op de lijst.
Landschap in Zicht is een methode die – naar wij hopen – een stimulans is voor de betrokkenheid van bewoners bij hun landschap. Als zij zich bewust zijn van de waarde van het landschap, is de kans groter dat zij zich ook inzetten voor het beheer en behoud ervan. Bijvoorbeeld doordat het landschap een duidelijke plek krijgt in lokale plannen en ontwikkelingen, of dat bewoners zich actief inzetten in het concreet onderhouden van landschap. Het toepassen van de methode is een goede aftrap, maar daarna begint een heel nieuw traject. Het resultaat van de methode is pas succesvol als deze wordt vertaald naar praktische vervolgstappen. Wij geven enkele suggesties:
28
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
29
DEEL B : DE PR AK TIJK
Praktijkervaringen in het landschap
B
etrokkenheid bij de eigen omgeving is voor veel bewoners belangrijk. Toch vragen overheden, beleidsmakers en deskundigen niet altijd naar de mening van burgers. Vaak zijn het professionals die aangeven wat het karakter van een landschap is en hoe dat behouden en verbeterd kan worden. Jammer, want de visie van bewoners op het landschap is een waardevolle aanvulling hierop. De methode Landschap in Zicht helpt bewoners in het maken van een gezamenlijk beeld van het landschap. Drie dorpen hebben binnen een pilotproject al geoefend: Bakkeveen (Friesland), Jabeek (Limburg) en Sint Maarten (Noord-Holland). In dit hoofdstuk vertellen betrokken partijen over hun ervaringen met het project Thuis in Groen, waarbinnen de methode Landschap in Zicht is toegepast. Thuis in Groen Landschapsbeheer wil graag bewoners actief betrekken bij hun landschap. Het project Thuis in Groen is één van de manieren waarop de organisatie daar invulling aan geeft. Centraal in het project staat toepassing van de methode Landschap in Zicht, een zelf ontwikkelde variant van de Europese ECOVAST methode en de Engelse Landscape Character Assessment-methode (LCA). Landschap in Zicht is een hulp voor bewoners bij het waarnemen van het landschap (zien, voelen, ruiken en horen). Het doel is bewoners zélf een beschrijving te laten maken van de karak teristieken van hun landschap. De uitkomsten vormen een basis voor bijvoorbeeld het opstellen van een landschapsvisie (al dan niet als onderdeel van een dorpvisie) en/of concrete actielijsten voor uitvoeringsprojecten.
30
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
31
Pilot Friesland
Waar: Projectleiding: Deelnemers: Hoe: Wanneer:
Bakkeveen Landschapsbeheer Friesland i.s.m. Doarpswurk 20 bewoners via Plaatselijk Belang fietsroute circa 20 km langs 10 inventarisatielocaties februari 2009
Projectleider Jan Piet de Boer:
‘Methode Landschap in Zicht is van deze tijd’
S
teeds meer dorpen zien de waarde van een dorpsvisie als onderligger voor ontwikkelingen. Items als nieuwbouw, voorzieningen, verkeer en leefbaarheid krijgen daarbij volop aandacht, terwijl een paragraaf over landschap vaak ontbreekt. Hechten bewoners geen waarde aan landschap? ‘Integendeel’, stelt projectleider Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer Friesland. ‘Maar vaak beschouwen mensen het landschap als vanzelfsprekend. De methode Landschap in Zicht helpt ons om dit thema op de kaart te zetten in de Friese dorpen.’ Het dorp Bakkeveen ligt middenin een bosrijk gebied met heide- en zandver stuivingen. Deze prachtige omgeving wordt beheerd door Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en It Fryske Gea. Gezien het feit dat de omringende natuur en landschappen veel toeristen trekken, zou je verwachten dat bewoners zich heel bewust zijn van hun omgeving. ‘Als je er middenin woont, wordt het blijkbaar toch gewoon’, zegt De Boer. ‘De reacties na de inventarisatiedag waren verrassend. Door het bewuste kijken naar de omgeving, waren hun ogen open gegaan. Opeens drong het besef door in wat voor mooi en gevarieerd landschap ze wonen. Prachtig om die reacties te horen. Natuurlijk wisten ze het wel, alleen door het uit te spreken en vast te leggen, werd het pas een thema.’ Actief meedenken Deelname aan de pilot Landschap in Zicht paste uitstekend in de ontwikkelingen binnen Bakkeveen. Het Plaatselijk Belang had wegens de groeiende behoefte aan een dorpsvisie contact gezocht met Doarpswurk1. Het bestuur besefte het belang van meedenken over wat wel en niet bij Bakkeveen past, omdat je anders als dorp steeds achter de ontwikkelingen aan loopt. ‘Het bestuur was meteen enthousiast over Landschap in Zicht’, vertelt Jaap Bijma van Doarpswurk. ‘Omdat natuur en landschap essentieel zijn voor Bakkeveen, leek het beschrijven van de karakteris tieken van het landschap een goede aanzet voor een dorpsvisie. Meestal komt dit thema pas later in beeld als we dorpsvisies opstellen en ligt het accent in eerste instantie op zaken als wonen, voorzieningen en verkeer. Het was dus wel bijzonder dat landschap dit keer een belangrijk uitgangspunt was.’ 1 Doarpswurk - de Friese Vereniging van Kleine Kernen - is een onafhankelijke organisatie die de leefbaarheid in dorpen stimuleert en actief ondersteunt bij het opstellen van dorpsvisies. Doarpswurk werkt daarbij onder andere samen met Landschapsbeheer Friesland
32
Landschap in zicht!
Gevarieerd team De bewoners bleken net zo enthousiast als het bestuur van Plaatselijk Belang. Al binnen één dag werd een team samengesteld met twintig deelnemers: een gevarieerde mix van onder andere ondernemers, agrariërs, jongeren in de leeftijd van 15-25 jaar, nieuwkomers (minder dan vijf jaar wonend in Bakkeveen), rasechte Bakkeveners (langer dan veertig jaar wonend in het dorp) en vertegenwoordigers van de historische vereniging en de natuur- en vogelwacht. ‘De volgende stap was het bepalen van een route’, vertelt De Boer. ‘Bij deze methode is objectiviteit belangrijk, dus we wilden de deelnemers niet teveel sturen. Toch vond het bestuur van Plaatselijk Belang het handig om juist te inventariseren op locaties waar in de toekomst mogelijk ruimtelijke ontwikkelingen spelen. En daar zit wat in, het doel was immers een groene paragraaf in de dorpsvisie. Dus vooraf zijn tien plekken geselecteerd waar het landschap ontwikkelingsgevoelig is. De deelnemers hebben vervolgens, opgesplitst in duo’s, bij alle locaties de karakteristieken genoteerd.’ Meest typerend Het inventariseren bleek één ding, het verwerken van de input iets heel anders. De Boer: ‘Deze methode levert een enorme hoeveelheid informatie op. Het vraagt een goede voorbereiding en een gestructureerde aanpak om dat goed te verwerken. Bovendien is het soms lastig om een niet-deskundige te begrijpen die het land schap in eigen bewoordingen beschrijft, maar daar leren wij als deskundigen ook weer van. Er kwam één landschapselement heel sterk naar voren: het patroon van de vaart met daarlangs bomen, de weg en bebouwing. Dat is later ook benoemd als het meest typerend voor het karakter van Bakkeveen.’ Sociale meerwaarde Volgens Bijma van Doarpswurk is de methode niet geheel waterdicht als het gaat om objectiviteit. ‘Dorpsbewoners die al langere tijd iets dwars zit, kunnen daarop proberen te sturen. Dat is te ondervangen met professionele procesbegeleiding. Ook is het belangrijk om met een representatief team dorpelingen te werken met allerlei verschillende achtergronden. De ruimte die de methodiek biedt, is tegelijk waardevol, omdat het bewoners echt de kans geeft om zelf hun landschap in beeld te brengen. En als Doarpswurk zijn wij vooral gecharmeerd van de sociale meer
Landschapsbeheer Nederland
33
waarde van de methode. Samen fietsen, foto’s maken, kijken en praten over het landschap zorgt voor verbinding. In Bakkeveen zagen we dat ook. Bewoners waren het eens over de karakteristieken van hun omgeving en kunnen van daaruit een lijn uitzetten. Een prachtig uitgangspunt voor een dorpsvisie. Ik zie de methode dus vooral als een snelle en leuke manier om burgers te betrekken bij hun leefom geving.’ Van deze tijd Jan Piet de Boer sluit daar op aan. ‘Het proces is belangrijker dan het resultaat. Landschap in Zicht is een toegankelijke manier om dorpsbewoners bewust te maken van het landschap en het belang van een groene omgeving duidelijk op de kaart te zetten. Als ze zelf input geven, voelen ze zich ook meer betrokken bij het landschap en dat is waardevol voor de toekomst. Wij zien het vooral als een inves tering en hopen dat later terug te zien in concreet landschapsbeheer. Dat begint met een duidelijk aanwezige paragraaf over dit thema in de dorpsvisie, want van daaruit kun je werken aan herstel, behoud en ontwikkeling van het landschap. De uitkomsten van de methode zijn een eerste aanzet tot een ‘landschappelijke onderligger’ bij ruimtelijke keuzes. Vanuit dat oogpunt zie ik zeker kansen voor de aanpak Landschap in Zicht. Het is een nieuwe manier van werken die past in deze tijd. Alleen een kleine groencommissie met lokale deskundigen laten vertellen hoe het moet, werkt niet meer. Laat een grote groep bewoners eerst zelf maar ontdek ken wat de meerwaarde van hun omgeving is en dat het belangrijk is die in stand te houden of te ontwikkelen.’
Praktische tips vanuit de Friese pilot: •• Bij de laatste inventarisatielocaties treedt verzadiging op. Om te voorkomen dat er van sommige plekken weinig gegevens zijn, is het slim om de deelnemers in tegengestelde richting te sturen, zodat alle locaties verhoudingsgewijs even goed aan bod komen. •• Laat deelnemers in steekwoorden de essentie opschrijven van wat ze zien. Dat voorkomt in de uitwerking een overload aan detailinformatie. •• Mensen moeten zo vrij mogelijk kijken, maar geef ze wel een basis mee: zonder welke landschappelijke elementen zou jouw omgeving niet meer typisch jouw omgeving zijn. •• Stel een gevarieerd team van deelnemers samen en zorg voor een goede mix, dan leren mensen elkaar kennen én kijken ze vanuit verschillende uitgangspunten naar het landschap. •• Het is eenvoudiger om de input van de bewoners op neutrale wijze te verwerken als de procesbegeleiders zelf niet actief meedoen aan het waarnemen in het veld. •• Zorg voor een gedegen voorbereiding en breng een heldere structuur aan in de verwerking van de gegevens. •• Blijf objectief in de verwerking van de input, dus noteer waarnemingen, geen waardeoordelen. Let ook op eventuele verborgen agenda’s van deelnemers.
Top 6 kenmerken Bakkeveen: 1. Patroon met de vaart, de bomen en de lintbebebouwing 2. Het sluiscomplex, inclusief sluiswachterswoning en standbeeld 3. Het bos 4. Leefgebied van vogels en andere dieren 5. Zichtbaarheid van recreatie en toerisme 6. Coulissenlandschap met houtwallen
34
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
35
veel te bieden hebben, wisten we wel. Alleen nu hebben we het expliciet benoemd. Dat geeft houvast bij het meedenken over ruimtelijke ontwikkelingen. Een actueel voorbeeld is het plan voor de bouw van een groot appartementencomplex op een centrale plaats in ons centrum. We hadden net met elkaar geconstateerd dat het patroon van de doorlopende vaart met daarnaast de weg, de bomen en de karak teristieke bebouwing het meest typerende van Bakkeveen is. Dat nieuwe complex zou daar totaal misstaan en we kunnen nu ook benoemen waarom.’ Beeld bijstellen Wat vond Sieswerda eigenlijk van de gebruikte methodiek? ‘Door tien vaste loca ties te kiezen, hebben we enigszins gestuurd, maar verder kregen de deelnemers alle vrijheid om het landschap op hun eigen manier te beschrijven. Dat vind ik heel goed. Je merkt dat elke deelnemer vanuit andere uitgangspunten redeneert en dat levert verrassende uitkomsten op. Een in mijn ogen gewoon mooie oude boom blijkt bij anderen thuis te horen in een historisch verhaal en weer een ander weet dat die boom een belangrijke rol heeft voor allerlei diersoorten. Al die inzich ten helpen om je beeld bij te stellen. De methode laat ook zien dat er bij leken veel lokale kennis is over het landschap. Combineer dat met de ondersteuning van landschapprofessionals en je krijgt synergie. En dat is precies wat er bij deze methode gebeurt.’ Plaatselijk Belang Bakkeveen:
‘Samen het karakter van je leefomgeving ontdekken’ De wens om een dorpsvisie op te stellen, was de aanleiding om mee te doen met de pilot Landschap in Zicht. ‘Bakkeveen ligt ingeklemd tussen natuur en landschap, dus dat is hier heel bepalend’, vertelt Johan Sieswerda, voorzitter van het Plaatselijk Belang. ‘De inventarisatie van dat landschap leek ons daarom een goede aanzet voor de dorpsvisie. En dat bleek het ook te zijn, want we hebben nu een helder beeld van wat “typisch Bakkeveen-stijl” is in onze omgeving vanuit het zicht van de bewoners.’ Sieswerda zelf was aangenaam verrast door de inventarisatiedag. ‘Een fietstocht langs verschillende locaties is een totaal andere ervaring dan praten over je omge ving in een zaaltje. We stonden echt middenin het landschap en we keken heel goed om ons heen. De omgeving is natuurlijk bekend, maar dit keer keken we heel bewust. En dan zie je opeens veel meer, hoorde ik van alle deelnemers. Het was ook goed om zo objectief mogelijk te kijken. Niet meteen roepen wat je vindt, maar gewoon constateren wat je nu eigenlijk ziet.’
Aan de dorpsvisie in Bakkeveen wordt nog gewerkt. De uitkomsten van de inventarisatiedag vormen de basis van een werkgroep landschap en groen.
Benoemen Het experiment is wat betreft de voorzitter goed geslaagd. ‘De sfeer was goed en we zijn tevreden met de uitkomsten van de inventarisatie. Dat we als Bakkeveen
36
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
37
Pilot Limburg
Waar: Jabeek Projectleiding: Stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen (IKL) i.s.m. de Vereniging Kleine Kernen Limburg (VKKL) Deelnemers: 20 bewoners (in reactie op huis-aan-huis verspreide uitnodiging) Hoe: 3 inventarisatieplekken naar keuze tijdens een wandeling van 1 uur Wanneer: maart 2009 Projectleider Jan Kluskens:
‘De methode zorgt voor een gezamenlijk uitgangspunt’
E
erlijk is eerlijk, hij vond de methode Landschap in Zicht in eerste instantie nogal omslachtig. ‘En tegelijk was ik heel nieuwsgierig, want wij zoeken altijd manieren om mensen te enthousiasmeren voor het landschap’, zegt Jan Kluskens, coördinator vrijwillig landschapsbeheer bij de stichting IKL. ‘Twee dingen zijn belangrijk als je dorpelingen actief wilt betrekken: iets dóen en plezier maken. Bij de methode Landschap in Zicht kwam ook papierwerk om de hoek, maar dat leverde wel wat op. De deelnemers hebben samen kenmerkende landschappelijke elementen vastgelegd.’ Bij gesprekken over het landschap tussen deskundigen en leken ontstaan volgens Kluskens vaak discussies door onbegrip en een verkeerde startpositie. ‘Het grote voordeel van de methode Landschap in Zicht is dat je een scheiding aanbrengt tus sen waarnemen en waarderen. Het gaat niet om wat mensen er van vinden, maar om wat ze zíen. Zo wordt het gemakkelijker om over de waarde van het landschap te praten vanuit dezelfde uitgangspunten. Daar zat wat mij betreft de winst van het project. Bovendien leg je een basis voor landschapsbeheer door een proces van bewustwording in gang te zetten. Dat kan op verschillende manieren en de methode Landschap in Zicht is daar één van.’ Landschapstop Deelname aan de pilot Landschap in Zicht deed zich voor op het moment dat Jabeek al over een budget beschikte voor het project Dorpen in het Groen. ‘We kijken daarbij heel concreet naar de wensen van het dorp en leveren maatwerk’, vertelt Kluskens. ‘De methode Landschap in Zicht leek een mooie manier om een gezamenlijk uitgangspunt te vinden bij het maken van keuzes. We hebben alle bewoners uitgenodigd voor een zogenoemde landschapstop. Na die bijeenkomst hebben twintig belangstellenden een team geformeerd voor de inventarisatiedag op 21 maart 2009. Je zag de bewoners “kansdenken”: ze willen graag betrokken zijn bij ontwikkelingen in hun dorp. En door met elkaar mee te doen aan die wandeling, was er een mooi startpunt.’
Dorpsbelangen Het samenbrengen van bewoners was ook één van de doelen van de VKKL 2, waar mee de Stichting IKL in dit pilotproject samenwerkte. ‘Een dorpsraad ontbreekt nog in Jabeek, daarom was dit voor ons een mooi moment om bewoners te interes seren voor een dorpsbelangengroep’, zegt Erik Brugman, die vanuit de VKKL bij de pilot was betrokken. ‘Daarnaast wilden we graag ervaring opdoen met Landschap in Zicht, omdat deze methode mogelijk ook interessant is voor andere interactieve processen binnen dorpen. De achterliggende gedachte sluit namelijk goed aan bij de werkwijze die wij volgen bij het samenstellen van dorpsontwikkelingsplannen. Overeenkomsten zijn het van onderop betrekken van bewoners en het analyseren van de huidige situatie. Wij vinden het bovendien belangrijk dat bewoners zélf actief bijdragen aan het ontwikkelen van ideeën en het realiseren van project voorstellen.’ Goede sfeer Zoals het een goede pilot betaamt, leverde het oefenen met de methode in Jabeek waardevolle informatie op over verbeterpunten in de uitvoering. Voor Kluskens kan het wat eenvoudiger. ‘Een heldere, bondige handleiding moet gebruikers helpen de goede richting te kiezen. Persoonlijk vond ik de voorbereiding nu vrij lastig met al het papierwerk, maar ik moet erbij zeggen dat ik ook geen man van methodes ben. Toch is het belangrijk om je de materie eerst eigen te maken, zodat je de bewoners goed kunt uitleggen wat de bedoeling is. Een doel formuleren is mooi, maar wij hebben ook het belang van een goede sfeer vooraf besproken. We willen graag dat mensen het leuk vinden en iets leren van zo’n activiteit, zonder dat het ingewikkeld wordt. Dat is de tip die ik wil meegeven bij toepassing van deze methode.’ 2 De Vereniging Kleine Kernen Limburg stimuleert de actieve rol en betrokkenheid van bewoners bij de leefbaarheid in hun dorp. Een middel hiervoor is de ontwikkeling van dorpsontwikkelingsplannen (DOP’s) waarin bewoners hun toekomstvisie en leefbaarheidsagenda opnemen. Het buitengebied en het landschap zijn belangrijke thema’s in deze DOP’s.
38
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
39
Concreet maken Brugman vond vooral de vertaalslag een aandachtspunt. ‘Zo’n inventarisatie is een goed begin, maar kijk uit dat je niet blijft hangen in het waarnemen en identifice ren. Als de karakteristieken eenmaal objectief zijn vastgesteld, is het belangrijk om te onderzoeken of je die punten moet handhaven, versterken of juist verwijderen. Want een prachtige oude kerk kan dominant zijn, maar dat geldt ook voor een grote grijze fabriek in het landschap. De volgende stap is het benoemen van de waarde van landschapselementen én het maken van concrete actieplannen. Wij denken dat bewoners daar tijd en ruimte voor nodig hebben. Neem het als des kundigen niet te snel uit handen; speel een subtiele rol en laat het initiatief bij het dorp zelf. En let er dan ook op dat het grootste deel van de dorpsbewoners zich herkent in de stappen. Voorkom dat het altijd dezelfde mensen zijn die vanuit een bepaalde drijfveer teveel een stempel drukken.’ Duitse windmolens De toegevoegde waarde van Landschap in Zicht zit volgens Brugman en Kluskens vooral in het betrekken van bewoners bij het landschap. ‘De uitkomsten op zich waren niet heel verrassend’, vindt Kluskens. ‘Wel kwamen dorpelingen met veel meer details. Opvallend was ook dat niemand de windmolens heeft genoteerd, terwijl ze toch op bepaalde punten duidelijk zichtbaar zijn. Omdat ze in Duitsland staan, tellen ze niet mee, zo verklaarden de deelnemers. We hebben de uitkomsten samengevat op één A4 en daar herkende de hele groep zich in. Natuur en land bouw scoren de hoogste punten, dus dat zegt wel iets over de rol die deze thema’s moeten spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Wat dat betreft zijn de resultaten van de methode een bruikbaar uitgangspunt bij het maken van keuzes.’ Meer tijd Door de combinatie van Landschap in Zicht met het project Dorpen in het groen, werd de bewoners meteen op 21 maart gevraagd om input en ideeën voor concrete projecten. ‘Achteraf bleek dat te snel’, stelt Kluskens. ‘Nu was er nauwelijks gele genheid om de ervaringen en uitkomsten te laten indalen.’ Brugman vult aan: ‘Het feit dat er al geld beschikbaar was voor projecten is enerzijds prachtig, omdat je dan meteen aan de slag kunt. Anderzijds mis je de slag dat bewoners samen ergens voor knokken. De inventarisatie was een begin, pas daarna komt het eigenlijke proces op gang. Dat er nu al concrete projecten in Jabeek lopen, levert waardering op bij dorpsbewoners, maar de eigen actieve rol is hierdoor minder sterk ontwik keld. Een stevige basis leggen voor structureel landschapsbeheer vraagt om wat meer tijd voor eigen initiatief van bewoners.’
40
Landschap in zicht!
Akkerbouwer Paul Lemans:
‘Compromissen sluiten blijft een uitdaging’ Hij is geboren en getogen in Jabeek en staat als akkerbouwer dicht bij het landschap. Paul Lemans gaf om die reden graag gehoor aan de oproep van Stichting IKL en de VKKL om op 21 maart mee te wandelen. In de methode Landschap in Zicht heeft hij zich niet echt verdiept, wel is hij blij met het initiatief om het landschap bij de dorpsbewoners op de kaart te zetten. ‘Voor mij is het landschap heel belangrijk. Ik leef er middenin en ik moet het van het land hebben in mijn werk. Juist daarom wil ik er respectvol mee omgaan en zo weinig mogelijk de omgeving kwetsen. Het evenwicht tussen natuur en boe renbedrijven is soms lastig. Als Natuurmonumenten een gebied opkoopt en de natuur haar gang laat gaan, kan het zijn dat wij akkerbouwers problemen krijgen met overwaaiend onkruid. En beschermers van het vliegend hert (een zeldzame inheemse kever die veel bij Jabeek voorkomt, red.) maken het ons soms moeilijk om met tractoren door het gebied te rijden. In gesprek blijven is daarom belangrijk. Begrip hebben voor elkaars doelen en compromissen sluiten. Dat blijft een uitda ging.’ Goed begin ‘De karakteristieken van het landschap hier zijn ons allemaal bekend. Toch was het goed om daar tijdens de wandeling weer eens echt naar te kijken. Persoonlijk heb ik geen nieuwe dingen gezien, maar sommige bewoners zijn zeker dingen opgevallen die ze anders nooit zagen. En het bewust kijken en opschrijven bracht ons met elkaar in gesprek. Over hoe het vroeger was, hoe het nu is en hoe het misschien zou moeten zijn. De grootste verandering voor mij is dat er veel meer bebouwing bij is gekomen en dat veel hoogstamboomgaarden zijn verdwenen. Om die reden plant ik op ons eigen erf weer bewust hoogstambomen, net als sommige andere bewoners. Een goed begin. Het is fijn dat het IKL ons daarbij ondersteunt, anders kwam het er niet van.’
41
Top 5 kenmerken Jabeek: •• Zicht op de kerk, dus open landschap •• Holle wegen die als groene kathedralen de weg naar Jabeek vormen •• Doodlopende wandelpaden tegen de Duitse grens •• Hoogstamboomgaarden, heggen en holle wegen •• De Quabeeksgrub (overkluisde beek die inmiddels ontkluisd is)
Pilot Noord-Holland
Waar: Sint Maarten Projectleiding: Landschap Noord-Holland i.s.m. PRIMO nh3 Deelnemers: 24 bewoners (opgave na presentatie project tijdens een informatieavond over wandelpaden) Hoe: wandelroute van circa 5 km langs 6 inventarisatielocaties Wanneer: najaar 2008 en voorjaar 2009 Projectleider Lidy Zeinstra:
‘Met uitkomsten op papier heb je houvast’
M
eedoen aan de pilot Landschap in Zicht was voor het NoordHollandse Sint Maarten een bewuste keuze, passend bij een actueel dorpsvernieuwingtraject. Het letterlijk (be)schouwen van hun woonplaats als onderdeel van het landschap, riep enthousiasme op bij de betrokken bewoners. ‘De methode is een prachtig startschot om mensen te betrekken bij hun leefomgeving’, stelt projectleider Lidy Zeinstra, coördinator vrijwilligerswerk bij Landschap Noord-Holland. ‘Maar de grootste kracht is dat de resultaten op papier worden vastgelegd. Dan kún je er iets mee.’
Praktische tips vanuit de Limburgse pilot: •• Bereid de praktische uitvoering goed voor en denk daarbij ook aan de sfeer. Het is belangrijk dat bewoners een leuke en leerzame ervaring hebben. •• Laat bewoners iets meenemen dat zij typerend vinden voor hun omgeving, dat breekt het ijs binnen de groep en sluit aan bij het thema. •• Zet in op een groep deelnemers met verschillende achtergronden en drijfveren. Voorkom dat bewoners denken dat het een ‘feestje van de politiek’ wordt. •• Houd in de uitwerking rekening met eventuele ‘gekleurde brillen’ van deel nemers. •• Zet na het observeren en afwegen ook de stap naar wensen, dromen en planontwikkeling. •• Blijf de betrokkenheid van de bewoners vasthouden. Laat het initiatief bij hen en speel als deskundigen een subtiele rol. •• Een draagvlakproces vraagt om tijd en ruimte. Maak hierover afspraken met de betrokken organisaties en subsidieverstrekkers.
42
Landschap in zicht!
Sint Maarten heeft een actieve dorpsraad die waarde hecht aan het ”levend hou den” van hun dorp. Op basis van de dorpsvisie – die enkele jaren geleden al werd gemaakt – wordt nu onder meer gewerkt aan de renovatie van het dorpshuis en de uitvoering van twee wandelroutes door en om het dorp. In dat kader stond de gemeente Harenkarspel welwillend tegenover het pilotproject Thuis in Groen met gebruik van de methode Landschap in Zicht, onder voorbehoud dat de uitkomsten niet automatisch tot nieuwe, kostbare projecten leiden. Ze lieten de methode daarom aansluiten op de lopende activiteiten. Na presentatie van de pilot tijdens een informatieavond over de wandelpaden, dienden zich vierentwintig betrokken bewoners aan als deelnemers. Trots op landschap ‘De grote belangstelling verbaast mij niet, want de keuze om in een dorp te wonen, is vaak nauw verbonden met het landschap’, vertelt PRIMO nh-adviseur Jaap de Knegt, die door zijn betrokkenheid bij dorpsvisies deelnam aan de pilot. ‘Bewoners zijn trots op hun dorp en daar heeft het landschap een belangrijke rol in. Wat mij betreft zou de methode Landschap in Zicht een vast onderdeel mogen zijn bij het 3 PRIMO nh is een onafhankelijke adviesorganisatie voor sociale vraagstukken die een bijdrage wil leveren aan de kwaliteit van samenleven. De vitalisering van het platteland is één van de thema’s, naast onder meer jeugd, vrijwillige inzet en mantelzorg, wijkontwikkeling, wonen-welzijn-zorg, huiselijk geweld en participatie.
Landschapsbeheer Nederland
43
opstellen van een dorpsvisie. In dit geval lag er al een dorpvisie, maar ook in Sint Maarten kunnen we de uitkomsten gebruiken om aanbevelingen te doen richting gemeente. De dorpsvisie richt zich vooral op zaken als voorzieningen, verkeer en veiligheid, terwijl de plaats van het dorp in het landschap ook heel essentieel is.’ Prioriteiten Voor Lidy Zeinstra sluit de methode goed aan bij de inzet van Landschapsbeheer om mensen actief bij hun leefomgeving te betrekken. ‘Door bewoners bewust te maken van hun landschap, gaan ze nadenken over de rol van dit landschap in hun leefomgeving. De uitkomsten helpen om prioriteiten te stellen: welke karakte ristieken kenmerken het dorp en omgeving en verdienen speciale aandacht? De inventarisatielocaties zijn vooraf bepaald op basis van één van de wandelroutes die in en om het dorp worden gecreëerd. We hebben de deelnemers gevraagd op zes specifieke plekken te noteren wat ze zagen. Het ging in dat stadium puur om het kijken, niet om het formuleren van meningen. Dat kwam later pas. Wij vonden het namelijk belangrijk om naast objectieve inventarisatie ook waarden toe te ken nen. De deelnemers konden dus later met stickers aangeven welke onderdelen zij het meest karakteristiek vonden en waar ze het meest blij of verdrietig van werden.’ Invloed seizoenen Bijzonder aan de pilot in Noord-Holland was overigens dat deze groep zowel in de winter als in het voorjaar een inventarisatie heeft gedaan. Zeinstra: ‘We waren benieuwd of de seizoenen invloed op de uitkomst hebben. In de basis was dat niet het geval: de typische karakteristieken verschilden niet toen we beide uitkomsten naast elkaar zetten. Dat zijn hier vooral de Westfriese Omringdijk, de kolenschu ren, de terpen, de weidsheid en de wind. Daar waren alle deelnemers het over eens. Wel zagen de bewoners van Sint Maarten meer details bij de tweede wandeling. Ook bleek de beleving van het landschap in het voorjaar anders dan in de winter, vooral in gevoelens en associaties. Het was geen wetenschappelijke pilot, dus we weten niet in hoeverre de volgorde winter-voorjaar daar invloed op had, of dat het in de zomer en het najaar weer anders zou zijn.’
44
Landschap in zicht!
Onderbouwen ‘Persoonlijk vond ik het mooi om te ervaren hoe dorpsbewoners de waardering voor landschappelijke elementen opnieuw beleefden tijdens de beide wandelingen’, vertelt De Knegt. ‘Door bewust te kijken, zie je ook de historie van het landschap en dat roept dierbare herinneringen op. Dus het samen kijken en praten zie ik als een belangrijk element van Landschap in Zicht. Bijkomend voordeel is dat de resul taten van de methode de mogelijkheid bieden om met onderbouwde voorstellen te komen voor behoud en aanpassing. Ik denk dat het een pré is om een begeleider te hebben met verstand van natuur en landschap (inclusief cultuurhistorie). Toch zou ik met een goede handleiding ook zelf wel aan de slag willen om de methode toe te passen bij dorpvisies’, zegt De Knegt. ‘Maar gezien de goede samenwerking tussen PRIMO nh en Landschap Noord-Holland bij deze pilot, verwacht ik dat er wel meer gezamenlijke projecten komen.’ Aanbevelingen Ook Zeinstra kijkt positief terug op de pilot. ‘Bovendien krijgt het een vervolg. Eind november zijn we weer met de bewoners om tafel gegaan. We hadden op basis van de uitkomsten van de methode al een checklist gemaakt van de zeven verschil lende landschapslagen en daarnaast een overzicht van meer dan honderd karakte ristieken. Nu zijn ook de eerste aanbevelingen geformuleerd om aan te bieden aan de gemeente, bijvoorbeeld het werken met natuurlijke groene erfafscheidingen. Particulieren kunnen daar zelf het voortouw in nemen, maar de gemeente kan dit op haar beurt stimuleren door het goede voorbeeld te geven bij nieuwbouw en openbare gelegenheden. Ook is besproken dat het dorp de historische lanen in de omgeving graag intact wil houden. Dus het begin is er. Wat mij betreft is de methode een interessant hulpmiddel voor de toekomst: je betrekt bewoners op een sociale manier bij hun leefomgeving én je hebt uitgangspunten op papier waar het dorp verder mee kan.’
Landschapsbeheer Nederland
45
Bewoner Kees Bakker:
‘Verhalen over landschap bewaren’ ‘Leefbaarheid is een groot aandachtspunt in Sint Maarten’, vertelt Kees Bakker, die sinds 1972 in het dorp woont. ‘Meedoen aan Landschap in Zicht paste precies in het plaatje van de huidige ontwikkelingen. De methode sprak mij ook persoonlijk aan, omdat ik jarenlang als landmeter buiten in het landschap heb gewerkt. Natuurlijk kennen we onze omgeving, maar Landschap in Zicht opende letterlijk onze ogen.’
Top 6 kenmerken Sint Maarten: 1. Westfriese Omringdijk 2. Karakteristieke boerderijen met erfbeplanting en koolschuren 3. Lintbebouwing huizen en aaneengesloten bomenrij 4. Terpen en wielen 5. Ruimte en wind 6. Uitzicht op duinen
Het inventariseren tijdens de wandelingen deed Bakker beseffen hoeveel er eigenlijk is veranderd in zijn omgeving. ‘Toch is de historie nog af te lezen aan veel elementen. Dat besef komt bovendrijven als je bewust gaat kijken en noteren wat je ziet. Het is belangrijk dat de verhalen over het landschap bewaard blijven. Dat kan bijvoorbeeld door verwijzingen te plaatsen bij bijzondere elementen die je tijdens wandelroutes tegenkomt. Niet iedereen hecht daar evenveel waarde aan, maar vanuit toeristisch oogpunt is het ook interessant. Het recreatieve belang van de Westfriese Omringdijk staat in ieder geval hoog in het vaandel. Men komt hier graag wandelen en fietsen en als we dat graag zo willen houden, is landschapsbe heer een belangrijk thema.’ Weidse uitzichten ‘Beide wandelingen waren een momentopname, maar het gaf ons als bewoners heel goed de gelegenheid om vast te stellen wat karakteristiek is en of we daar wel of niet blij mee zijn. Je ziet immers mooie dingen, maar je oog valt ook op minder fraaie ontwikkelingen. Ogenschijnlijke kleinigheden als lelijk hekwerk of hondenpoep kunnen storend werken. Ook overlast van verkeer heeft impact op de beleving van het landschap. Typisch Sint Maarten in positieve zin zijn voor mij de rust en de ruimte, de weidse uitzichten en de wind die hier bijna altijd waait. De historische zeedijk, de oude koolschuren en de wielen horen daar gewoon bij, net als de boerenbedrijven en de tuinderijen.’ Groen is méér Volgens Bakker kwamen sommige bewoners er pas tijdens de wandelingen achter dat ze vooral naar het omringende landschap gingen kijken. ‘Het project heet Thuis in Groen, dus enkele mensen dachten dat het alleen om plantsoenen en groenaan plant in het dorp ging. Door Landschap in Zicht hebben we ervaren dat groen veel verder gaat en dat het landschap dat ons omringt niet vanzelfsprekend is. Het is dus mooi dat we onze bevindingen mee kunnen nemen in de dorpsvernieuwing.’
46
Landschap in zicht!
Praktische tips vanuit de Noord-Hollandse pilot: •• Verwacht als deskundige geen verrassende uitkomsten. De karakteristieken zijn er al, maar het gaat er om dat bewoners ze in hun eigen woorden in kaart brengen. •• Stippel een aantrekkelijke wandeling uit en houd het bij circa zes kijklocaties om verzadiging bij de deelnemers te voorkomen. •• Kies interessante kijklocaties op basis van verspreiding over de route en een goede reikwijdte; er hoeft geen dekkend plan te komen, maar het is fijn als het zicht zo compleet mogelijk is. •• Houd rekening met de invloed van de seizoenen op de beleving van de deelnemers. In deze pilot bleek er geen verschil in uitkomst tussen winter en voorjaar, maar de associaties zijn wel anders. Bij het verwerken van de input is dat een aandachtspunt. •• Kijk naar je doelgroep. Een wandeling met jongeren kan andere input opleveren. •• Zorg voor een goede begeleiding en maak duidelijk dat het in eerste instantie alleen gaat om wat de deelnemers zíen. Pas als de karakteristieken objectief zijn vastgesteld, kun je bespreken wat men mooi of lelijk vindt en bepalen tot welke aanbevelingen dat leidt.
Landschapsbeheer Nederland
47
INLEIDING
Bijlagen Bijlage 1: Waarnemen, waarderen en wensen Bijlage 2: De zeven lagen van het landschap Bijlage 3: Checklist landschap Bijlage 4: Voorbeelden presenteren resultaten
48
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
49
Bijl age 1
Waarnemen, waarderen en wensen
L
andschap in Zicht is bedoeld om het landschap waar te nemen (zien, voelen, ruiken, horen, ervaren). Niet meer en niet minder. Door de waarnemingen van bewoners te combineren en te structureren, ontstaat een overzicht van landschapskenmerken van de omgeving. Die zijn vervolgens het uitgangspunt bij het waarderen (wat vinden we wel en niet positief) en het formuleren van wen sen (wat willen we behouden, versterken of aanpassen). Het is belangrijk om het waarnemen, waarderen en wensen duidelijk te onderscheiden. Waarnemen Bij Landschap in Zicht draait het om wat mensen waarnemen. De deelnemers noteren op verschillende plekken in het landschap hun waarnemingen door goed om zich heen te kijken. De manier waarop mensen dat doen, is persoonlijk. De checklist landschap (bijlage 3) geeft verschillende manieren van beschrijven aan. Ze zien bijvoorbeeld een rij bomen of een sloot. Of ze beschrijven het nauwkeuri ger: als een rij elzenbomen en een kromme sloot. De beschrijving ‘een rij elzenbo men langs een kromme sloot’ gaat nog een stap verder, want die vertelt ook iets over het landschappelijk patroon. Het is dus goed om vóór de veldexcursie met de deelnemers te oefenen in het waarnemen. Dat kan bijvoorbeeld door vooraf naar foto’s te kijken en mensen te laten benoemen wat ze waarnemen. De detaillering van waarnemen verschilt ook per persoon; let er daarom bij het structureren van waarnemingen op dat er één helder begrip wordt gevonden voor overlappende waarnemingen.
50
Waarderen Mensen hebben de neiging om hun mening te geven over wat ze waarnemen, vaak zelfs onbewust. Ze hebben over ‘die mooie boom’ of ‘die lelijke boerderij’. Bij het proces van waarnemen en het noteren van landschapskenmerken doet die mening er (nog)niet toe. Pas in de volgende fase van de methode kan het interes sant zijn om te bespreken hoe de bewoners het omringende landschap waarde ren. Wat ervaren ze als positief? En wat als negatief? De waarderingen kunnen allerlei achtergronden hebben. Zo vindt de één de duindoornstruik mooi wegens de oranje bessen, terwijl de ander die struik vooral positief waardeert omdat er in de herfst altijd veel vogels van eten. Het is ook mogelijk dat kenmerken zowel positief als negatief gewaardeerd worden. Denk aan een rotonde die veiligheid brengt (positief), maar waarvan de inrichting niet goed aansluit bij het landschap (negatief).
Wensen Na het proces van waarnemen, essentie bepalen en waarderen, is het een logi sche stap om wensen te formuleren. De bewustwording van het landschap en inzicht in het karakter van de omgeving, helpen bewoners om ideeën te genereren over ontwikkelingen. Mogelijk hebben ze al bestaande plannen en wensen, bij voorbeeld het camoufleren van een snelweg die als lelijk wordt ervaren. Maar het proces van Landschap in Zicht kan ook leiden tot nieuwe plannen en wensen, zoals het behouden en beheren van boomgaarden. Door het logische verband tussen waarnemen, essentie benoemen, waarderen en wensen, ontstaat er gemakkelijker draagvlak voor ontwikkelingen. De uitkomsten van de methode vormen immers een basis voor de ontwikkeling en het behoud van het landschap.
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
51
Bijl age 2
De zeven lagen van het landschap
I
n Landschap in Zicht wordt gewerkt met zeven ‘lagen’ van het landschap die sterk van elkaar afhankelijk zijn. Het onderscheiden van deze lagen helpt om de verschillende landschapskenmerken waar te nemen en aan te geven in welke mate die kenmerken bij dragen aan het karakter van het landschap. Ook helpt inzicht in de zeven lagen om aan te geven welke lagen van het landschap nu sterk bepalend zijn voor het karakter van het landschap. In de praktijk zal het niet altijd mogelijk zijn een landschapskenmerk aan één laag van het landschap toe te wijzen. Vaak is er overlap mogelijk. Dat is op zichzelf niet erg, het benadrukt zelfs de mate waarin landschappelijke kenmerken zijn verweven met elkaar. Doel is vooral om inzicht te krijgen in de grote lijnen. De checklist die is opgenomen in bijlage 3 helpt de deelnemers om zelf het land schap te analyseren op basis van de verschillende lagen. Onderstaand uitgebreide achtergrondinformatie van alle zeven lagen.
1. Gevoelens en associaties Het identificeren van het landschap is geen ‘koud proces’ waarbij alleen de visuele waarneming en de ratio een rol spelen. Het is juist een ‘warm proces’ dat gaat over plekken die leven en beleefd worden, waar mensen herinneringen hebben die emoties op kunnen roepen, waarbij je al je zintuigen inzet om het landschap te ervaren. In deze ‘laag van het landschap’ gaat het vooral om het beschrijven van de erva ring van het landschap. Daarbij ligt de nadruk op niet-visuele aspecten van het landschap. Het gaat er vooral om wat het landschap oproept. Zo kun je je op een bepaalde plek rust ervaren, of juist een gevoel van vrijheid. Op een andere plek voel je je misschien juist onveilig. Het landschap kan ook herinneringen oproepen. Dit kunnen persoonlijke herinneringen zijn (dit was mijn dierbaarste speelplekje als kind), of overleveringen van voorouders (mijn vader heeft hier nog gevochten in de oorlog). Of een plek is een collectieve ‘lieu de memoire’, er heeft een veldslag plaatsgevonden, of er is diep onder de grond een archeologische site. Ook herber gen landschappen mystieke plekken, bijvoorbeeld heide of oude eikenbomen. De gevoelens en associaties van mensen met het landschap of een landschaps element zijn van een niet te onderschatten grote betekenis voor het karakter van het landschap. De emoties die een landschap oproepen, zijn soms vastgelegd in cultuuruitingen als schilderijen, muziek of in gedichten. Door dit soort gevoelens en associaties te benoemen en te beschrijven krijgt het landschap een diepere, vaak persoonlijke, betekenis.
52
Landschap in zicht!
2. Andere door mens gebouwde elementen Als mensen over landschap spreken, dan hebben ze het vaak over oude kenmerken en hun samenhang met elkaar. Maar ook nieuwere elementen van de afgelopen eeuw behoren tot het landschap. Industrieterreinen, golfbanen, snelwegen en andere infrastructuur zijn op sommige plaatsen sterk bepalend voor het landschap, hoewel mensen ze vaak minder waarderen. Als deze kenmerken in de toekomst hun functie verliezen, wellicht worden ze dan meer gewaardeerd, net zoals wij nu genieten van historische kenmerken. 3. Elementen en patronen van huizen en nederzettingen In bijna elk landschap staan wel huizen en zijn dorpen en steden te vinden. Maar toch ziet elke streek er anders uit. In sommige streken betekende de komst van een kanaal economische ontwikkeling, waarna er aan de oevers een langgerekt dorp ontstond. Op andere plekken was het zo nat, dat alleen bewoning op de hogere (zandige) delen mogelijk was. Juist daar zijn dan de oudste huizen te vinden, ter wijl nieuwbouwwijken werden gebouwd na de ontwatering van naburige velden. Op de zandgronden was een open plek in een dorp vaak een brink, waar het vee werd ingeschaard. Ook zijn bouwstijlen van bijvoorbeeld boerderijen van streek tot streek verschillend. 4. Historische kenmerken Wie er oog voor heeft ziet in het landschap talloze kenmerken die verwijzen naar de lokale geschiedenis. Kloosters en kerken benadrukken op sommige plaatsen de religieuze geschiedenis van het land. Sommige archeologische kenmerken zoals grafheuvels en hunebedden verwijzen naar een prehistorisch landschap. Een oud stationnetje geeft aan dat daar vroeger een spoorlijn liep, wat weer de motor vormde voor de ontwikkeling van landhuizen in de 19e eeuw. Voor veel mensen zijn historische kenmerken een bepalend onderdeel van hun identificatie met het landschap. 5. Elementen en patronen van land- en bosbouw (niet gebouwen) Land- en bosbouw zijn sterk medebepalend voor het overgrote deel van ons land schap. Hoewel in de moderne landbouw de relatie tussen het soort landbouw en het landschap vervaagt, kun je er nog veel aan aflezen. In veenweidegebieden, doorsneden door rechte sloten, zijn grazende koeien nog steeds een kenmerkend beeld. In de kleigebieden zijn open akkerbouwlandschappen te zien, terwijl in de zandgebieden het gemengde bedrijf van vee en akkerbouw het landschap ken merkt. Maar ook op kleinere schaal laat de landbouw veel sporen na. Heggen en sloten accentueren vaak kavelgrenzen, poelen zijn of waren drinkplekken voor het vee. Boomgaarden zijn vaak te vinden nabij boerderijen, terwijl erfbeplanting de boerenhoeve omringt. De vormen van de percelen verraden vaak de ontstaans geschiedenis van het gebied, bijvoorbeeld als een kromme akker de loop van een oude rivier volgt.
Landschapsbeheer Nederland
53
6. Flora en fauna De aanwezige dieren en planten geven veel aanwijzingen over de aard van het landschap en maken daar zelf ook deel vanuit. Zie je broedende weidevogels, dan ben je waarschijnlijk in een agrarisch cultuurlandschap. Heide duidt meestal op een zandige bodem. Boerenzwaluwen zijn sterk verbonden aan boerenschuren, ringslangen aan water. Aan flora en fauna kun je ook vaak zien welk seizoen het is. Rode en bruine bladeren accenturen de herfst, terwijl bloeiende fruitbomen juist bij de lente horen. 7. Bodem, klimaat en water Hoewel bodem, water en klimaat als zevende laag wordt genoemd is het zeker niet de minst belangrijke. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het de belangrijkste laag is, in die zin dat het sterk medebepalend is voor de andere lagen van het landschap. Flora en fauna zijn vaak gebonden aan een bepaalde bodemsoort (bijvoorbeeld een den groeit graag op het zand, en niet op de natte klei), en ook landbouw is gebonden aan bodemsoorten. Er is een groot verschil tussen bijvoorbeeld de klei polders van onder andere Zeeland en Flevoland en de beboste Veluwe en tussen het Limburgse heuvelland en het veenweidegebied. Gesteenten Gesteenten komen in Nederland op slechts enkele plekken aan de oppervlakte. Slechts in Zuid-Limburg zijn ze mede bepalend voor de vorm van het landschap. Dat zie je terug in bijvoorbeeld steengroeven, maar ook in traditionele huizen die van natuursteen gemaakt zijn. In het buitenland zijn gesteenten vaak veel bepa lender voor het landschap, denk aan dramatische rotspartijen in gebergtes als de Alpen of de Pyreneeën. Landvormen (geomorfologie) Wind, water, ijs en zon bepalen in meer of mindere mate de natuurlijke vormen van het land. Zo zijn de stuwwallen van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug ont staan door de krachten die de IJskap in de voorlaatste IJstijd op Midden-Nederland uitoefende. Rivieren meanderen door het land en bepalen daarmee de vorm van het rivierdal. In West-Nederland vormen de duinen een opvallend heuvelachtig contrast ten opzichte van de uitgestrekte polderlandschappen. Het zien van deze geomorfologische kenmerken vergt soms wel een geoefend oog. Een zandige plek op een akker verraadt een oude rivierduin, een kromme sloot de oude loop van een ooit machtige rivier.
54
Landschap in zicht!
Bodem In sommige landschappen is de bodem vrijwel onzichtbaar vanwege begroeiing met bomen en bladeren (denk aan beukenbossen) of grondbedekkende vegeta tie. Op sommige andere plekken is de bodem vrij vatbaar voor regen en wind, bijvoorbeeld in duingebieden. Maar overal is de bodem een belangrijke factor in het landschap: haar dikte, vruchtbaarheid, vochthoudendheid en zuurgehalte zijn bepalend voor de aanwezige planten, bomen en dieren. Dennen verraden vaak een arme, zandige bodem, rijen knotwilgen accenturen een sloot in een veenweide landschap. Wie een boomleeuwerik hoort jubelen weet dat hij in de buurt is van heide en daarmee in het zandgebied. Je kunt dus meer weten over een landschap door kennis te hebben van de bodem. Water Nederland is een delta en daarom nauwelijks voor te stellen zonder water. Grote rivieren doorsnijden ons land en in het Westen en Noorden is het juist de zee die bepalend is voor het landschap. Op meer lokale schaal zijn het meren en (kronke lende) beken die het landschap structuur geven. In de Nederlandse geschiedenis zie je dat veel dorpen en steden floreerden dankzij het water dat goede han delsmogelijkheden bood. Langs de Veluwse beken werden talloze watermolens gebouwd, onder ander voor de productie van papier. Naast de verbindende kracht van water, heeft water ook barrière-eigenschappen. ‘Beneden of boven de grote rivieren’ is een begrip dat veel heeft betekend voor de identiteit van de bewoners; het is soms een culturele grens dat is terug te lezen in het landschap. Klimaat Ook klimaat is mede bepalend voor het (ervaren van) landschap. In kale polders waait het vaak erg hard, terwijl het bos juist beschutting biedt. ‘Even lekker uit waaien op het strand’ is een herkenbare landschapservaring. Maar ook fysiek geeft het klimaat vorm aan het landschap. Langs de kust groeien bomen en struiken mee in de richting van de wind. Duinen worden opgestoven, en de harde golfslag van het water slokt soms zelfs delen van het land op. In een ver verleden brachten de ijskappen uit Noord-Europa grote zwerfkeien met zich mee, die nu te herkennen zijn in de hunebedden. Ook de stuwwallen van o.a. de Veluwe en Utrechtse heu velrug ontstonden door de druk van de enorme ijsmassa’s, die daarmee de vorm van het land mede bepaalden.
Landschapsbeheer Nederland
55
Bijl age 3
Checklist landschap
W
aarnemen in het veld, hoe doe je dat? Iedereen neemt op zijn eigen manier het landschap waar. De één ziet veel details, de ander ziet vooral de grote lijnen. En dat is goed, want zo nemen we met z’n allen meer waar. Onderstaand wat tips om een goede start te maken bij het waarnemen. U hoeft bij het maken van aantekeningen in het veld nog geen indeling te maken. Onderstaande lijst is hooguit handig als checklist om de verschillende ‘lagen’ van het landschap waar te nemen. Bij noteren van uw waarnemingen kunt u ook gebruikmaken van onderstaande manieren van beschrijven. S o o r t e n wa a r n e m i n g e n (gebaseerd op de 7 lagen van het landschap, zie bijlage 2) 1 Gevoelens en associaties Heeft u een bepaald gevoel bij het landschap? Maakt het u blij, rustig, angstig, of anders? Of herinnert het u aan iets van vroeger, bijvoorbeeld een bepaalde gebeurtenis? 2 Andere door de mens gebouwde elementen Ziet u relatief moderne, door de mens gebouwde zaken? Denk bijvoorbeeld aan industrie, toeristische gelegenheden, golfbanen, maneges of infrastructuur.
7 Bodem, klimaat en water (reliëf, bodemsoort etc) Is het landschap heuvelachtig of vlak? En wat voor soort bodem is het? (klei, zand, etc.) Is er water te zien? Bijvoorbeeld een rivier, meer of beek? Waait het vaak, of is het juist beschut? M a n i e r va n b e s c h r i j v e n Hieronder staan drie manieren om het landschap te beschrijven. Door de vorm en patronen van de landschapskenmerken te benoemen, worden de beschrijvingen vollediger. •• Landschapskenmerken: ik zie een rij bomen, een huis, een sloot, een koe. •• Landschapskenmerken en hun vorm: ik zie een rechte rij bomen, een vierkant huis met een torentje, een kromme sloot, een koe met een groot wit vlak (lakenvelder koe). •• Patronen van landschapskenmerken: ik zie kromme sloten, omgeven door een rij knotwilgen. Ook zie ik vierkante boerderijen met vrijwel altijd een linde en andere erfbeplanting. Ik zie kale heuvels met op de steile hellingen bos.
3 Elementen en patronen van huizen en/of nederzettingen Ligt het dorp of de stad in een lijn in het landschap, of juist compact rond één centrum? Ziet u vooral bepaalde typen huizen, zoals boerderijen, rijtjeshuizen of flats? 4 Historische kenmerken Ziet u (resten van) historische gebouwen of archeologie? (bijvoorbeeld een ruïne, grafheuvels, forten, kastelen, kloosters , archeologische sites, etc.) 5 Elementen en patronen van land- en bosbouw (niet gebouwen) Wat voor soort landbouw ziet u? En ziet u vee? Welke gewassen worden verbouwd? Zijn er sloten te zien? Of juist veel prikkeldraad? Heggen of houtwallen misschien? Is er in de verkaveling een patroon te ontdekken? 6 Natuur (planten, dieren en hun leefgebieden) Zijn er planten, bomen en dieren te zien? En ziet u specifieke leefgebieden, zoals bepaalde typen vegetatie of bos?
56
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
57
Bijl age 4
Voorbeelden presenteren resultaten De projectorganisatie presenteert in stap 7 en stap 8 van het stappenplan de resultaten van wat de bewoners hebben waargenomen, de essentie van deze waarnemingen en hun mening over de kenmerken. De manier van presenteren hangt af van de context van de methode. Hieronder volgen enkele mogelijkheden. Dit zijn voorbeelden van een tamelijk zakelijke manier van presenteren, maar er zijn uiteraard ook allerlei creatieve oplossingen mogelijk, zoals werken met beel den, verhalend vertellen, of een combinatie hiervan. Overzicht lagen van het landschap en benoemde kenmerken Deze tabel geeft overzicht van welke kenmerken er per laag van het landschap benoemd zijn, ongeacht hoe vaak het kenmerk gescoord is door de bewoners. Naam van het landschap:
Gecombineerde tabel met lagen van het landschap en benoemde essentie en waardering van de landschapskenmerken Onderstaande tabel is een voorbeeld van hoe je een totaalbeeld kan geven van de lagen van het landschap, gecombineerd met de benoemde kenmerken die ten minste één keer gescoord zijn door de bewoners als beeldbepalend/karakteristiek/ positief/negatief. Naam van het landschap: Laag v/h landschap
Beeldbepalend
1. Gevoelens en associaties
Karakteristiek
Positief
Rust (16)
Rust (30)
2. Andere door de mens gebouwde elementen
Snelweg met geluidsscherm (22)
3. Elementen en patronen van huizen en/of nederzettingen
Kerk met hoge bomen (43)
Kerk met hoge bomen (4)
Kerk met hoge bomen (12)
4. Historische kenmerken
Landgoederen (25)
Landgoederen (32)
Landgoederen (28)
Overzicht benoemde essentie en waardering In dit overzicht leg je de kenmerken langs de schaal meest- minst genoemd als beeldbepalend/karakteristiek/positief/negatief, ongeacht de laag van het land schap.
5. Elementen en patronen van landen bosbouw
Koeien in de wei (10) koeien in de wei (3)
Koeien in de wei (4)
6. Natuur
Konijnen (25)
Voorbeeld uitslag van beeldbepalende kenmerken 1. Tel per waarneming/kenmerk het aantal stickers op dat de beeld bepalendheid aangeeft. 2. Maak een lijst met de waar nemingen/kenmerken op volgorde van het aantal stickers (zet de waarnemingen/kenmerken die geen stickers hebben gekregen onderaan).
7. Bodem, klimaat en water
Meertje met brede rietstroken (10)
Laag van het landschap: 1. Gevoelens en associaties
Rust, weidsheid, stank,
2. Andere door mens gebouwde elementen
Snelweg met geluidsscherm, golfbaan, grote televisietoren
3. Elementen en patronen van huizen en nederzettingen
Kerk met hoge bomen, rechte rij jaren ’50 woningen
Etc.
Waarneming
Aantal stickers
Kerk met hoge bomen
43
Landgoederen
25
Snelweg met geluidscherm
22
Koeien in de wei
10
Prikkeldraad
0
Meertje met brede rietstroken
0
Rust
0
Konijnen
0
Negatief
Snelweg met geluidsscherm (50) Kerk met hoge bomen (3)
Prikkeldraad (37)
Meertje met brede rietstroken (13)
(zeer hoog scorende elementen met vet) Achter elk element dat is gestickerd, staat het aantal stickers. Totaal aantal stickers bij Beeldbepalend: 90 Totaal aantal stickers bij Karakteristiek: 90 Totaal aantal stickers bij Positief: 87 Totaal aantal stickers bij Negatief: 90
n Meest genoemd als beeldbepalend q Minst genoemd als beeldbepalend
58
Landschap in zicht!
Landschapsbeheer Nederland
59
Colofon Uitgave Landschapsbeheer Nederland, april 2010 Inhoud Mirjam Koedoot, Wanne Roetemeijer Interviews en eindredactie Amber Boomsma (Tekstlabel) Fotografie Landschapsbeheer Nederland, Wanne Roetemeijer, Mirjam Koedoot, Paul Minkjan, Laurens Aaij, Pim Vijftigschild Ontwerp en vormgeving Pim Vijftigschild (Arnhem) Met dank aan: Koos Mirck (Landelijke Vereniging van Kleine Kernen), Monique Melchers en Marian Jager-Wöltgens (Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij), Jaap Bijma (Doarpswurk), Menno Stienstra (AOC Friesland), Jaap de Knegt (PRIMO Noord-Holland), Sjaak Sluiters en Erik Brugman (Vereniging van Kleine Kernen Limburg), Jan Piet de Boer (Landschapsbeheer Friesland), Lidy Zeinstra (Landschap Noord-Holland), Jan Kluskens en Gert- Jan van Elk (Stichting Instandhouding Kleine Landschappen Limburg), Henk Baas (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed), Dré van Marrewijk (Projectbureau Belvedere), Karina Hendriks (Studio voor Leesbaar Landschap), Patricia Braaksma (Wageningen University & Reserach), Krijn- Jan Provoost (Natuurmonumenten), Fred Tonneijck (Triple E), en alle deelnemende bewoners in de pilotdorpen Bakkeveen, Sint Maarten en Jabeek. Het project Thuis in Groen en de handleiding Landschap in Zicht zijn financieel mede mogelijk gemaakt door: Het ministerie van LNV, Projectbureau Belvedere, de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij en de Nationale Postcode Loterij.
60
Landschap in zicht!