2012 Haalbaarheidstudie CO2-neutrale scholen gemeente Enschede
Adviseur:
Raymond Moelard
Bedrijf:
Enerdeco BV
Adres:
Zuiderspoorstraat 11-13
Plaats:
Enschede
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 3 2. Werkwijze ............................................................................................................................................ 4 3. Nulmeting ............................................................................................................................................ 5 3.1 Energetische kwaliteit van de gebouwen...................................................................................... 5 3.2 Energieverbruik ............................................................................................................................. 7 3.3 Ventilatievoorzieningen in de scholen .......................................................................................... 8 4. Onderzochte maatregelen................................................................................................................... 9 5. Maatregelpakketten .......................................................................................................................... 11 5.1 Uitgangspunten ........................................................................................................................... 11 5.2 Onderzochte maatregelpakketten .............................................................................................. 12 5.2.1 Energieneutraal .................................................................................................................... 12 5.2.2. Maatregelpakketten met lager ambitieniveau (aansluiting met huisvestingsplan) ........... 14 6. Kosten en baten................................................................................................................................. 15 7. Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................................ 17 8. Financiering ....................................................................................................................................... 19 Bijlage 1: Nota Nieuwe Energie voor Enschede .................................................................................... 20 Bijlage 2: Integraal Huisvestings Plan Binnenklimaat en duurzaamheid .............................................. 21 Bijlage 3: Energieverbruik en energiescore individuele scholen ........................................................... 22 Bijlage 4: Energetische kwaliteit scholen per schoolbestuur ................................................................ 24 Bijlage 5: Omschrijving verbetermaatregelen ....................................................................................... 26 Bijlage 6: Programma van eisen Frisse scholen ..................................................................................... 34 Bijalge 7: Kosten en baten maatregelpakketten per schoolbestuur ..................................................... 35
Enerdeco BV
2
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
1. Inleiding Eind 2009 werd door de gemeenteraad van Enschede de langetermijnvisie “Nieuwe Energie voor Enschede” vastgesteld. Hierin is een specifieke doelstelling opgenomen voor basisscholen: klimaatneutraal in 2020 (zie bijlage 1). Op basis van het aantal m2 bvo van alle basisscholen (100.444 m2) is aan de hand van beschikbare kengetallen over het energiegebruik een inschatting gemaakt van het totale energiegebruik en omgerekend naar CO2-emissie. In totaal bedraagt voor alle basisscholen de CO2-emissie 3.247 ton. Doelstelling van klimaatneutraliteit is om deze emissie naar nul te brengen. Die ambitie heeft zich o.a. vertaald naar het Integraal Huisvestingsplan waarin aandacht is voor duurzaamheid van schoolgebouwen (bijlage 2). Klimaat is veel breder dan alleen energie of CO2, dit raakt ook aan binnenmilieu en aan duurzaamheid in de breedte. Daarom wordt gesproken over energieneutraal. Een basisschool is energieneutraal wanneer over een jaar gemeten het fossiele energiegebruik (en de daaraan gerelateerde CO2-emissies) binnen haar gebouw nul is. Er wordt dus niet meer energie gebruikt dan er vanuit duurzame bronnen aan het systeem wordt toegeleverd. De grenzen van energieneutrale gebouwen beperken zich bij voorkeur tot het gebouw en de directe omgeving. Het streven is dan om door het ontwerp van het gebouw en door de interactie van het gebouw met de omgeving, gebouwen te realiseren en te beheren met een zeer efficiënte duurzame energiehuishouding, waarvan het energiegebruik (over een jaar genomen) op nul uitkomt of zelfs energie oplevert. Het is belangrijk om bij energieneutraal altijd de bredere duurzaamheidscontext in de gaten te houden: het streven naar een energieneutraal gebouw moet geen andere nadelige effecten met zich meebrengen zoals bijvoorbeeld achteruitgang in binnenmilieu of toepassing van niet duurzame materialen. Voordat we de basisscholen energiecentraal kunnen maken, is het van belang te weten wat de huidige CO2 uitstoot en het huidige energieverbruik is. Met andere woorden, we moeten uitzoeken wat de nulmeting is van elk afzonderlijk schoolgebouw. In dit document wordt de nulsituatie van de scholen vastgelegd en worden diverse maatregelpakketten met kosten en baten gepresenteerd, welke mogelijk zijn om de doelstelling van energieneutrale scholen te behalen.
Enerdeco BV
3
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
2. Werkwijze Voor het vaststellen van de huidige situatie is de volgende aanpak gehanteerd: 1) Scholen, welke op korte termijn afgestoten worden, zijn in kaart gebracht en worden niet meegenomen in deze studie. 2) Voor alle scholen zijn een aantal essentiële parameters verzameld, zoals vierkante meters oppervlak, type ketel, wel of geen isolatie etc., die betrekking hebben de energetische kwaliteit van scholen. Daarvoor maken we gebruik van: - De reeds gemaakte adviezen voor de scholen in Enschede - Inspectie van overige scholen Voor het vaststellen van de kosten en baten is de volgende aanpak gehanteerd: 3) Op basis van 5 referentie scholen in Enschede en de ervaringen van Enerdeco zijn kostenkengetallen en besparingskengetallen bepaald. Deze kengetallen worden vervolgens gehanteerd bij alle scholen. De vijf referentiescholen zijn: De Toermalijn, Koningin Beatrixschool, De Prinseschool (locatie Prinsestraat 10), De Spinakker (locatie Poolmansweg) en de Eschmarke. 4) Er worden maatregelpakketten samengesteld, waarbij als uitgangspunt wordt gehanteerd dat al deze maatregelen op scholen worden toegepast, tenzij de maatregel of een gelijkwaardig alternatief reeds is toegepast.
Enerdeco BV
4
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
3. Nulmeting Om te kunnen beoordelen of een gebouw (-cluster) veel of weinig energie verbruikt zijn er een tweetal mogelijkheden, te weten: 1. Beoordelen van een gebouw op basis van gebouw en installatie eigenschappen. Gebruikersafhankelijke zaken als gebruikstijden spelen geen rol. 2. Vergelijken van het jaarlijkse energieverbruik met branche gemiddelden. In het kader van de nulmeting is zowel de energetische kwaliteit in kaart gebracht als het daadwerkelijke energieverbruik.
3.1 Energetische kwaliteit van de gebouwen De energetische kwaliteit van de scholen is voor de thema’s isolatie (dak, gevel, vloer en glas), verlichting en verwarming in kaart gebracht. Op individueel schoolniveau is bijvoorbeeld bepaald welk glasoppervlak [in m2] voorzien is van welk type beglazing of welke warmte opwekkers worden toegepast. Op basis hiervan is bepaald of de scholen “Slecht”, “Gemiddeld” of “Goed scoren. Een slechte score betekent in de praktijk ook vaak een hoog energieverbruik. Veelal wordt daarbij voldaan aan de volgende eigenschappen. Tabel 3.1: Beoordelingsgrondslag energetische kwaliteit Isolatie Slecht Gemiddeld Goed
Ongeïsoleerd en enkelglas (veelal bouwjaar < 1980) Matig geïsoleerd met enkel of dubbelglas (veelal bouwjaar 1980-1990) Rc > 2,5 en minimaal dubbelglas (veelal bouwjaar > 1990)
Verlichting
Verwarming
Conventionele TLverlichting Hoogfrequente TLverlichting Hoogfrequente TLverlichting met daglicht of aanwezigheiddetectie
slechter dan HR107-ketel HR107-ketel Warmtepomp of stadsverwarming
In de onderstaande grafiek wordt weergegeven hoeveel procent van de scholen een specifieke beoordeling hebben op de thema’s isolatie, verlichting en verwarming. In bijlage 4 wordt per schoolbestuur een grafiek weergegeven. Grafiek 3.1: Beoordeling energetische kwaliteit isolatie, verlichting en verwarming basisscholen Enschede
Enerdeco BV
5
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Uit de grafiek kan men afleiden dat de meeste scholen geïsoleerd zijn, maar dat in ongeveer 48% de isolatiegraad matig is. Het verbeteren van de isolatiegraad bij deze scholen zal hoge kosten met zich meebrengen en de energiebesparing zal in verhouding met de investering gering zijn (terugverdientijd van 20 jaar (daken) tot 50 jaar(gevels)). In de helft van de scholen wordt voornamelijk nog gebruik gemaakt van conventionele TLverlichting. Met energiezuinige hoogfrequente TL-verlichting met aanwezigheiddetectie en/of daglichtregeling kan ongeveer 30% bespaard worden op het energieverbruik. Bij de overige scholen is met name aanwezigheiddetectie een optie. De meeste scholen zijn voorzien van maximaal rendement HR-ketels. Energetische verbetering is daar slechts mogelijk door voor (semi) duurzame opties te kiezen, zoals warmtepompen en pelletkachels). Ranglijst Om een ranglijst op te kunnen stellen hebben de scholen per energetisch aspect punten toegekend gekregen. Een energiezuinige school heeft daarbij meer punten dan een energie verspillende school. De ranglijst en de uitgangspunten voor de toekenning van de punten is te vinden in bijlage 3. Tevens zijn er punten toegekend ter beoordeling van de ventilatievoorzieningen.
Enerdeco BV
6
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
3.2 Energieverbruik Van de meeste scholen in Enschede is het energieverbruik bekend. Op basis hiervan is het totale energieverbruik per schoolbestuur in kaart gebracht. Deze wordt in de onderstaande tabel weergegeven. Tabel 3.2: Jaarlijks energieverbruik 68 basisscholen Enschede per schoolbestuur m3 aardgas (equivalent)
Elektra [kWh]
BVO [m2]
m3/m2
kWh/m2
Consent
416.717
1.151.524
45.290
9,2
25,4
SKOE
254.970
648.898
31.561
8,1
20,6
VCO
132.212
224.700
10.448
12,7
21,5
19.800
34.000
1.080
18,3
31,5
Sirium (Al Ummah) ESV
19.000
26.500
1.400
13,6
18,9
VGPO
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Vrijeschool
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
10
23
Landelijk gemiddelde
Het totale energieverbruik van de 68 onderzochte scholen wordt weergegeven in de onderstaande grafiek. Hierbij is een inschatting gemaakt van het energieverbruik bij de scholen waar het energieverbruik van onbekend is. De som van de verbruiken in de voorgaande grafiek is dan ook anders dan de weergegeven verbruiken in de onderstaande grafiek. Tabel 3.3: Jaarlijks totale energieverbruik 68 basisscholen Enschede m3 aardgas (equivalent*)
877.518
Elektra [kWh]
2.175.963
BVO [m2]
93.724
m3/m2
kWh/m2
9,4
23,2
* Een aantal scholen zijn aangesloten op stadsverwarming. Het warmteverbruik is omgerekend naar aardgasverbruik
Het energieverbruik bij de 68 scholen leidt tot een jaarlijkse CO2-uitstoot van 2793,58 ton. Uit de tabellen kan men opmaken, dat het elektriciteitsverbruik op het landelijk gemiddelde ligt en dat het gasverbruik iets lager is dan gemiddeld. Met name bij St. SKOE is het verbruik lager dan gemiddeld (19%).
Enerdeco BV
7
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
3.3 Ventilatievoorzieningen in de scholen Landelijk voldeed in 2009 80% van de schoolgebouwen niet aan de huidige luchtkwaliteitsnormen in leslokalen. Wel voldoen deze gebouwen over het algemeen aan de destijds geldende bouwbesluit eisen. Ook in Enschede voldoet het merendeel van de schoolgebouwen nog niet aan de huidige kwaliteitseisen. In de afgelopen jaren zijn er onder andere in het kader van de stimuleringsregeling “Frisse scholen” al wel reeds vele scholen verbeterd, zodat ze voldoen aan frisse scholen klasse B of C. In het kader van dit onderzoek zijn van alle betrokken scholen de ventilatievoorzieningen per lokaal in kaart gebracht. Daaruit valt indicatief het volgende af te leiden. Tabel 3.4: Kwaliteitsniveau m.b.t. aanwezige ventilatievoorzieningen in lokalen Ruim onvoldoende ventilatie voorzieningen Onvoldoende ventilatie voorzieningen Voldoende ventilatie voorzieningen conform bouwbesluit 2003 Ventilatie voorzieningen conform Frisse scholen klasse B
Aantal lokalen 250 167 72 208
Percentage 36% 24% 10% 30%
Op basis van de bovenstaande getallen kan men stellen dat in ongeveer 60% van de lokalen de hygiënische grenswaarde van 1200 ppm CO2 structureel tijdens het stookseizoen (oktober t/m maart) wordt overschreden. Er zijn aanwijzingen dat al direct boven de waarde van de 1200 ppm a-specifieke gezondheidsklachten significant toenemen (TNO 1993). Naast geurhinder vormen oogirritaties, hoofdpijn en meer dan normale vermoeidheid de typische klachten die veelal gerelateerd zijn aan CO2-concentraties, ofschoon in feite CO2 op zich niet het primaire agens is. Indien de kooldioxideconcentratie te hoog is, zal de ventilatie ook te kort schieten om geurstoffen en andere gasvormige verontreinigingen te verwijderen. Buiten het stookseizoen kunnen voldoende ramen open, waardoor buiten het stookseizoen veelal wel aan de normen kan worden voldaan. De leerkrachten moeten de ventilatievoorzieningen dan wel gebruiken. Dit is in de praktijk echter onvoldoende het geval. De aanbevolen grenswaarde van 1000 ppm CO2 wordt zeker in 70% van de scholen niet behaald.
Enerdeco BV
8
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
4. Onderzochte maatregelen De gemeente Enschede en de schoolbesturen hebben als ambitieniveau het realiseren van energieneutrale scholen en scholen voor wat betreft de luchtkwaliteit op het Frisse scholen niveau klasse B. Energieneutraal wil zeggen dat de scholen door hun energieverbruik geen CO2 uitstoten. Frisse scholen klasse B is een ambitieniveau voorkomend uit een door Het Agentschap NL opgestelde richtlijn (in de vorm van een programma van eisen) voor basisscholen. Dit Programma van Eisen gaat in op vijf concrete thema’s die belangrijk zijn voor een Frisse School: energiezuinigheid, luchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort. Voor ieder thema zijn ambitieniveaus vastgesteld; van basisniveau klasse C (acceptabel), naar klasse B (goed) en klasse A (zeer goed). Daaraan zijn (prestatie)eisen gekoppeld. Klasse C op deze kaart is het basisambitieniveau; gebaseerd op geldende wet- en regelgeving, zoals het bouwbesluit. De eisen zijn zo geformuleerd dat alle eisen die bij C staan ook voor B en A gelden, tenzij daar een zwaardere eis is opgenomen. Frisse scholen Klasse B voor het onderdeel luchtkwaliteit wil o.a. zeggen dat de CO2concentratie in de groepsruimten (in de ademzone) tijdens gebruikstijd maximaal 950 ppm is. Normaliter is dan per persoon een ventilatie van 8,5 dm3/sec per persoon benodigd. Om de scholen naar een energieneutraal en “Frisse scholen” niveau B te brengen zijn diverse verbetermaatregelen mogelijk. In de onderstaande tabel worden de overwogen maatregelen weergegeven met een indicatie van gemiddelde investering en terugverdientijd op basis van aanschafprijs. In bijlage 5 worden de maatregelen nader toegelicht. De kosten- en besparingskengetallen zijn gebaseerd op basis van praktijkervaringen van Enerdeco en een zestal scholen in Enschede, welke als referentie hebben gediend en gedetailleerder zijn bekeken. Tabel 4.1: Kosten- en besparingskengetallen energetische verbetermaatregelen Maatregel
Investering [euro]
Per eenheid
4000 40 30
gebouw m2 m2
30
Besparing per jaar
Terugverdientijd [jaar]
kWh
m3
euro
per
10%
15% 2,5 12
1,35 6,47
m2 m2
3,3 29,7 4,6
m2
2,8
1,51
m2
19,9
40
m2
13
7,01
m2
5,7
40
m2
3,2
1,73
m2
23,2
55
m2
8
4,31
m2
12,7
Isoleren hellende daken op matig geïsoleerde daken (Rc 5 watt/m2.K) Isoleren ongeïsoleerde gevel aan binnenzijde (Rc 3 watt/m2.K)
55
m2
4
2,16
m2
25,5
75
m2
9
4,85
m2
15,5
Isoleren matig geïsoleerde gevel aan binnenzijde (Rc 3,5 watt/m2.K)
75
m2
2,5
1,35
m2
55,6
HR++ glas in bestaande kozijnen met enkelglas HR++ glas in bestaande kozijnen met dubbelglas HR++ glas in nieuwe kozijnen ipv enkel glas HR++ glas in nieuwe kozijnen ipv dubbel glas Tripple glas in nieuwe kozijnen ipv enkel glas Tripple glas in nieuwe kozijnen ipv dubbel glas HF-verlichting met daglichtregeling aanwezigheiddetectie toiletten (met TL-lampen)
160 140 500 500 600 600 30,4 250
m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 toiletgroep
17 6 17 10 20 10 -0,19
9,17 3,24 9,17 5,39 10,79 5,39 0,44 30,87
m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2 toilet
17,5 43,3 54,5 92,7 55,6 111,3 69,0 8,1
Gebouwbeheersysteem met afstandsuitlezing Isoleren vloeren (Rc 3 watt/m2.K) Isoleren platte daken op ongeïsoleerd dak (Rc 3 watt/m2.K)(excl. dakbedekking) Isoleren platte daken op matig geïsoleerd dak (excl. dakbedekking) (Rc 3 watt/m2.K) Isoleren platte daken op ongeïsoleerd dak (Rc 5 watt/m2.K) (excl dakbedekking) Isoleren platte daken(rc op0,39) matig geïsoleerd dak (excl dakbedekking) (Rc 5 watt/m2.K) Isoleren hellende daken op ongeïsoleerde daken (Rc 5 watt/m2.K)
Enerdeco BV
3,38 191,3
9
Haalbaarheidsstudie
Maatregel
Energieneutrale scholen Enschede
Investering [euro]
Per eenheid
200 8.500 13
lokaal lokaal m2 BVO
67,5 -3,86 8,82 lokaal 22,7 -3,6 0,77 -0,17 m2 n.v.t. Afhankelijk van huidige opwekker (0-15%)
warmtepomp met LTS systeem
90
m2 BVO
Afhankelijk van huidige opwekker (COP 3,5)
Zonnecellen
350
m2 paneel
TRV's + frequentegeregelde pompen
125
Houtpelletketel
20
stuk radiatoren m2 BVO
Afhankelijk van huidige opwekker
m2 BVO
Afhankelijk van huidige opwekker (COP 4)
Aanwezigheiddetectie lokalen CO2 gestuurde mechanische ventilatie met WTW HR107 ketel
warmtepomp met LTS systeem + Jaga
Besparing per jaar kWh
110
m3
euro
17,76
per
Terugverdientijd [jaar]
m2 paneel
19,7
10-20%
Het is niet altijd relevant om de terugverdientijd te baseren op basis van de aanschafprijs, omdat er sprake is van natuurlijke vervanging en er slechts sprake is van een meerprijs ten opzichte van een energetisch slechter alternatief. Om de scholen minimaal op “Frisse scholen” niveau B te krijgen is het noodzakelijk een ventilatiesysteem toe te passen. Als uitgangspunt wordt gehanteerd een energiezuinig ventilatieconcept met hoogrendement warmteterugwinning of een systeem, waarbij warmte middels een warmtepomp wordt teruggewonnen. Indien de scholen op grote schaal elektriciteit gaan opwekken met zonnecellen zullen zij op zonnige dagen elektriciteit aan het elektriciteitsnet leveren en op momenten dat de zon niet schijnt energie uit het elektriciteitsnet ontrekken. Binnen de wettelijke kaders dienen hier afspraken/contacten met leveranciers over gemaakt te worden. De uiteindelijke besparing in kosten is afhankelijk van de gemaakte prijsafspraken. Als uitgangspunt is aangehouden dat de kostenbesparing per kWh gelijk is aan de huidige kosten per kWh.
Enerdeco BV
10
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
5. Maatregelpakketten 5.1 Uitgangspunten Diverse maatregelen kunnen op een school toegepast worden om te voldoen aan specifieke ambitieniveaus. Als uitgangspunt wordt in de basis het ambitieniveau “Energieneutraal” en “Frisse scholen niveau” minimaal B gehanteerd. In de praktijk wordt bij het ambitieniveau “Energieneutraal” op veel aspecten het “Frisse scholen niveau” A behaald. In bijlage 6 wordt de beoordeling conform “Frisse scholen” nader toegelicht. De implementatie van maatregelen uit een maatregelpakket kan gelijktijdig of uitgespreid over een langere periode plaats vinden. Het samenstellen van maatregelpakketten zal in de praktijk van diverse factoren afhangen, zoals: Terugverdientijd van maatregelen Noodzakelijke of onmogelijke combinaties van maatregelen Samenhang met natuurlijke vervangingsmomenten Exploitatie van de school (onderhoud en energie) Inpassing in het gebouw (uitstraling en toepasbaarheid) Vandalisme gevoeligheid Enerdeco heeft diverse maatregelpakketten samengesteld. Een tweetal op basis van het ambitieniveau energieneutraal en een aantal pakketten met een lager ambitieniveau. Bij het samenstellen van de maatregelpakketten kan de Trias Energetica gehanteerd worden. De Trias Energetica is een drie-stappen-plan bedoeld voor bedrijven, huishoudens, overheden, om stap voor stap klimaatneutraal te worden. De stappen worden opeenvolgend genomen, zodanig dat eerst zoveel mogelijk maatregelen uit stap 1 worden genomen. Kan dit niet meer verantwoord gedaan worden, dan zoveel mogelijk maatregelen uit stap 2 en tenslotte een eventuele restvraag met stap 3: Stap 1. Beperk het energieverbruik door beperking van de vraag (goed isoleren) Stap 2. Gebruik duurzame energiebronnen (bodemwarmte, zonne-energie, wind, etc.) Stap 3. Gebruik eindige energiebronnen efficiënt (hoog rendement). Bij stap 1 is een belangrijke vraag wanneer iets nog verantwoord gedaan kan worden. Exacte uitgangspunten kunnen hierbij niet gehanteerd worden. Bij het samenstellingen van de pakketten worden de volgende uitgangspunten aangehouden: Wat is gezien de combinatie van maatregelen noodzakelijk. Zo vraagt de toepassing van een warmtepomp om een laagtemperatuursysteem, waarbij in veel gevallen tevens een goede isolatiegraad gewenst is. Indien de terugverdientijd van een maatregel uit stap 2 of 3 significant lager is dan een maatregel uit stap 1 en er zijn geen bijkomende comfortvoordelen dan de betreffende maatregel uit stap 1 niet toepassen.
Enerdeco BV
11
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
5.2 Onderzochte maatregelpakketten 5.2.1 Energieneutraal Wil men een energieneutrale school realiseren dan dient zowel het elektriciteitsverbruik als het warmtegebruik energieneutraal opgewekt te worden. Elektriciteitsverbruik Wil men een “Energieneutraal” en een “Frisse scholen” niveau minimaal B behalen dan is het noodzakelijk om elektriciteit met wind of zon op te wekken. Voor een basisschool is wind op locatie van de scholen echter geen optie. Zonne-energie kan op de scholen middels zonnepanelen eenvoudig gerealiseerd worden. Het beschikbare dakoppervlak is groot. Warmtegebruik Duurzame warmteopwekking kan doormiddel van Stadsverwarming op biomassa Elektrische warmtepompen, waarbij de elektriciteit duurzaam wordt opgewekt. Pelletketels Indien er op een school reeds sprake is van stadsverwarming worden de overige maatregelen voor de betreffende school niet overwogen. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat de stadsverwarming duurzaam wordt opgewekt. In de praktijk zal dit nu nog niet volledig aan de orde zijn, maar in overleg met de energieleverancier kan warmte in de toekomst wellicht volledig duurzaam worden geleverd. Hierbij wordt restwarmte ook als duurzaam beschouwd. Op dit moment worden vele stadsverwarmingsnetten ook deels nog van warmte voorzien middels grote cv-ketels. Op deze wijze is geen sprake van duurzame opwekking en is het rendement zelfs nog lager dan het gebruik van lokaal opgestelde ketels. Aanvullend onderzoek om de situatie in Enschede in kaart te brengen is wenselijk. Bij de scholen waar nog geen sprake is van stadsverwarming kan een elektrische warmtepomp in combinatie met een laagtemperatuursysteem toegepast worden. In de meeste scholen is nog geen sprake van een laagtemperatuursysteem. Naast de warmtepomp zal dan ook nog een aanzienlijke investering noodzakelijk zijn om een laagtemperatuur warmteafgifte systeem te realiseren. Aanvullend zullen met name scholen met slechte isolatiegraad ook bouwkundig (o.a. vloerisolatie) verbeterd moeten worden om het comfort op een gewenst niveau te brengen. Een alternatief is het toepassen van een pelletketel. In verhouding met een warmtepomp is de maatregel eenvoudiger te realiseren en zijn geen aanvullende bouwkundige werkzaamheden noodzakelijk. Een uitzondering hierop is het realiseren van een ruimte voor opslag en buffer (cvwater). Is er geen ruimte beschikbaar dan dient een technische ruimte in of buiten het gebouw gerealiseerd te worden.
Enerdeco BV
12
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Energieneutrale pakketten De volgende energieneutrale maatregelpakketten zijn samengesteld. Tabel 5.1: Samenstelling maatregelpakketten om te komen tot CO2-neutraal Pakket 1: Warmtepomp en maximale isolatie
Pakket 2: Warmtepomp en isoleren van slechts de slechte of niet geïsoleerde delen
Pakket 3: Pelletketel en goede isolatie
Pakket 4: Pelletketel en isoleren tot acceptabel niveau
Gebouwbeheersysteem met afstandsuitlezing
√
√
√
√
Isoleren vloeren (Rc 3 watt/m2.K)
√
√
√
-
-
-
-
√
-
-
-
√
√
√
√
-
√
-
√
-
√
√
√
√
√
√
√
-
Isoleren ongeïsoleerde gevel (Rc 3 watt/m2.K)
√
√
√
√
Isoleren matig geïsoleerde gevel (Rc 3,5 watt/m2.K)
√
-
√
-
HR++ glas in bestaande kozijnen met enkelglas
-
-
-
-
HR++ glas in bestaande kozijnen met dubbelglas
-
-
√
-
HR++ glas in nieuwe kozijnen ipv enkel glas
-
-
√
√
HR++ glas in nieuwe kozijnen ipv dubbel glas
-
-
-
-
Tripple glas in nieuwe kozijnen ipv enkel glas
√
√
-
-
Tripple glas in nieuwe kozijnen ipv dubbel glas
√
-
-
-
HF-verlichting met daglichtregeling
√
√
√
√
aanwezigheiddetectie toiletten
√
√
√
√
aanwezigheiddetectie lokalen
√
√
√
√
CO2 gestuurde mechanische ventilatie met WTW (capaciteit o.b.v. Frisse scholen klasse B)
√
√
√
√
HR107 ketel
-
-
-
-
warmtepomp met LTS systeem
√
√
-
-
Zonnecellen
√
√
√
√
TRV's + frequente geregelde pompen
√
√
√
√
Pelletketel
-
-
√
√
€ 28.031.965
€ 23.666.143
€ 19.562.333
€ 15.001.853
23.008
26.683
16.986
16.986
Isoleren platte daken op ongeïsoleerd dak (Rc 3 watt/m2.K) Isoleren platte daken op matig geïsoleerd dak (excl dakbedekking) (Rc 3 watt/m2.K) Isoleren platte daken op ongeïsoleerd dak (Rc 5 watt/m2.K) Isoleren platte daken op matig geïsoleerd dak (Rc 5 watt/m2.K) Isoleren hellende daken op ongeïsoleerde daken (Rc 5 watt/m2.K) Isoleren hellende daken op matig geïsoleerde daken (Rc 5 watt/m2.K)
Investering m2 zonnepaneel benodigd voor dekking volledige elektriciteitsverbruik
De investeringen zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat de maatregelen binnen een pakket bij alle scholen (indien van toepassing) worden uitgevoerd. In de praktijk zal het zo zijn dat afhankelijk van de wensen de ene school een pakket selecteert en de andere school een ander pakket of een andere combinatie aan maatregelen. Enerdeco BV
13
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
5.2.2. Maatregelpakketten met lager ambitieniveau (aansluiting met huisvestingsplan) In de periode tot 2020 zullen de schoolbesturen op basis van hun huidige huisvestingsplan de scholen reeds energetisch verbeteren. Zo zullen oude ketels vervangen worden door hoogrendement ketels en zal enkelglas vervangen worden door hoogrendement glas. Deze maatregelen worden in pakket 5 aangevuld met het verbeteren van isolatiegraad, verlichting en verwarming naar acceptabel niveau, een ventilatiesysteem en het toepassen van een gebouwbeheersysteem, welke op afstand beheert wordt.
In pakket 6 worden de maatregelen uitgebreid met het toepassen van zonnepanelen ter dekking van het volledige elektriciteitsverbruik en wordt het ventilatiesysteem buiten beschouwing gelaten. Tabel 5.2: Samenstelling alternatieve maatregelpakketten
Gebouwbeheersysteem met afstandsuitlezing Isoleren vloeren (Rc 3
watt/m2.K)
Pakket 5: Verbeteren isolatie, verlichting en verwarming naar acceptabel niveau + ventilatie naar klasse B
Pakket 6: Verbeteren isolatie, verlichting en verwarming naar acceptabel niveau + zonnepanelen
√
√
-
-
Isoleren platte daken op ongeïsoleerd dak (Rc 3 watt/m2.K) Isoleren platte daken op matig geïsoleerd dak (Rc 3 watt/m2.K)
√
√
√
√
Isoleren platte daken op ongeïsoleerd dak (Rc 5 watt/m2.K) Isoleren platte daken op matig geïsoleerd dak (Rc 5 watt/m2.K)
-
-
-
-
Isoleren hellende daken op ongeïsoleerde daken (Rc 5 watt/m 2.K)
√
√
Isoleren hellende daken op matig geïsoleerde daken (Rc 5 watt/m 2.K)
-
-
√
√
Isoleren ongeïsoleerde gevel (Rc 3
watt/m2.K)
Isoleren matig geïsoleerde gevel (Rc 3,5
watt/m2.K)
-
-
HR++ glas in bestaande kozijnen met enkelglas
-
-
HR++ glas in bestaande kozijnen met dubbelglas
-
-
HR++ glas in nieuwe kozijnen ipv enkel glas
√
√
HR++ glas in nieuwe kozijnen ipv dubbel glas
-
-
Tripple glas in nieuwe kozijnen ipv enkel glas
-
-
Tripple glas in nieuwe kozijnen ipv dubbel glas
-
-
HF-verlichting met daglichtregeling
√
√
aanwezigheiddetectie toiletten
√
√
aanwezigheiddetectie lokalen
√
√
CO2 gestuurde mechanische ventilatie met WTW (capaciteit o.b.v. Frisse scholen klasse B) HR107 ketel
√
-
√
√
warmtepomp met LTS systeem
-
-
Zonnecellen
-
√
TRV's + frequente geregelde pompen
√
√
Pelletketel Investering m2 zonnepaneel benodigd voor dekking volledige elektriciteitsverbruik
Enerdeco BV
-
-
€ 7.888.655
€ 9.570.768
0
16.075
14
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
6. Kosten en baten Investering Een deel van de noodzakelijke investering is reeds begroot. De begrote kosten zijn uit de meerjarenonderhoudsplannen van de schoolbesturen gehaald. Aangenomen wordt dat er een financiering gevonden moet worden voor de noodzakelijke investering minus de reeds begrote kosten. De terugverdientijd van de maatregelen zouden op deze natuurlijke vervangingsmomenten gebaseerd moeten worden op basis van de meerprijs ten opzichte van het energetisch slechter alternatief welke nu in de begroting is opgenomen. Zo kan men van een pakket aan maatregelen een terugverdientijd berekenen op basis van de aanschafprijs minus de begrote kosten. Onderhoudskosten Het toepassen van een ventilatiesysteem zal extra onderhoudskosten met zich meebrengen. Deze onderhoudskosten zijn niet meegenomen in de kosten en baten. Per school is de verwachting dat de onderhoudskosten met 1000-1500 euro per jaar zullen stijgen. Indien we ervan uit gaan dat nog 46 scholen van een ventilatiesysteem moeten worden voorzien, zullen de aanvullende kosten ongeveer 60.000,- euro per jaar bedragen. Verlaging energielasten Naar verloop van tijd kan een deel van de investering terugverdient worden door de lagere energiekosten. Op basis van de huidige energiekosten en een stijging van de energiekosten met 4% is de besparing over een periode van 10 jaar bepaald. Een periode van 10 jaar is aangehouden omdat veronderstelt wordt dat de scholen maatregelen, welke zich binnen tien jaar terugverdienen zelf kunnen bekostigen. Wel is dan waarschijnlijk voorfinanciering door een derde partij noodzakelijk. Bij de 68 scholen zal op basis van deze uitgangspunten over een periode van 10 jaar 9.600.00,- euro (incl. BTW) worden bespaard indien de scholen energieneutraal worden uitgevoerd. De huidig aangehouden energiekosten (inclusief BTW en energiebelastuing) zijn: aardgas: 54,9 eurocent / m3 elektriciteit: 16,1 eurocent / kWh Overige Baten Naast verlaging van de energielasten zullen de volgende voordelen (baten) worden gerealiseerd: • een waardeverbetering en verhoging van de huisvestingskwaliteit van het gebouw; • de realisatie van een prettiger leerklimaat voor leerlingen, ouders en onderwijzend personeel met als gevolg ook betere leerprestaties en een minder hoog ziekteverzuim; • een verlenging van de levensduur van het gebouw; • een imago- of identiteitsverbetering van de school. De in hoofdstuk 5 samengestelde maatregelpakketten hebben energiebesparing tot gevolg. Een deel van de investering wordt dan ook terugverdiend door een lagere energierekening. Kostenverlaging als gevolg van een beter comfort (minder ziekteverzuim) wordt niet gekwantificeerd. Er is naar mening van Enerdeco nog onvoldoende bewezen dat er sprake zal zijn van een significant lager ziekteverzuim. Tevens is het moeilijk om vast te stellen welke besparing hier dan mee gemoeid gaat. Duidelijk mag zijn dat verbetering van de scholen een positieve bijdrage zal leveren. Als uitgangspunt dient daarbij wel een in de basis goed concept op de juiste wijze geïmplementeerd te worden. Bij verkeerde installatie kan een ventilatiesysteem bijvoorbeeld de comfortbeleving verslechteren in plaats van verbeteren. Bij de comfortbeleving spelen dan aspecten een rol als: geluid, tocht, droge lucht, enz. Enerdeco BV
15
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Op basis van bovenstaande uitgangspunten zijn de kosten en baten van diverse maatregelpakketten doorgerekend. De resultaten worden in onderstaande tabel weergegeven. De resultaten van de eerste 6 maatregelpakketten worden per schoolbestuur in bijlage 7 weergegeven. Tabel 6.1: Kosten- en baten diverse maatregelpakketten Pakketsamenstelling
Investering
besparing Gas
CO2-neutraal Pakket 1: Warmtepomp en maximale isolatie Pakket 2: Warmtepomp en isoleren van slechts de slechte of niet geïsoleerde delen Pakket 3: Pelletketel en goede isolatie Pakket 4: Pelletketel en isoleren tot acceptabel niveau Alternatieve maatregelpakketten Pakket 5: Verbeteren isolatie, verlichting en verwarming naar acceptabel niveau + ventilatie naar klasse B Pakket 6: Verbeteren isolatie, verlichting en verwarming naar acceptabel niveau + zonnepanelen Pakket 7:pakket 1 minus warmtepompen met HR107 ketels Pakket 8: Pakket 2 minus HR++ glas ipv dubbel en minus zonnecellen
Electra
Kosten
CO2 [kg]
CO2
m2 zonnepaneel benodigd
Terugverdientijd Inv. / besp.
minus reeds begrote kosten*
Onrendabele top** [euro]
Onrendabel top (minus begroot*) [euro]
€ 28.031.965
100%
100%
€ 789.049
2.676.516
100%
23.008
35,5
30,6
€ 18.431.978
€ 14.542.734
€ 23.666.143
100%
100%
€ 775.793
2.632.764
100%
26.683
30,5
25,5
€ 14.227.431
€ 10.338.187
€ 19.562.333
100%
100%
€ 787.476
2.671.325
100%
16.986
24,8
19,9
€ 9.981.482
€ 6.092.238
€ 15.001.853
100%
100%
€ 777.394
2.638.048
100%
16.986
19,3
14,3
€ 5.543.666
€ 1.654.423
€ 7.888.655
44%
15%
€ 251.500
840.306
31%
0
31,4
15,9
€ 4.828.773
€ 939.530
€ 9.570.768
40%
100%
€ 533.021
1.831.464
66%
16.075
18,0
10,7
€ 3.085.749
-€ 803.494
€ 18.394.143
64%
100%
€ 642.703
2.193.483
80%
16.986
28,6
22,6
€ 10.574.675
€ 6.685.431
€ 10.068.688
56%
15%
€ 306.842
1.022.971
38%
0
32,8
20,1
€ 6.335.481
€ 2.446.237
* In de Meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) hebben de scholen reeds kosten opgenomen voor verbeteringen, welke tevens opgenomen zijn in de maatregelpakketten. Aangenomen is dat 75% van de begrote kosten voor dergelijke verbeteringen op dezelfde scholen plaats vindt als de geselecteerde scholen. De overige 25% wordt bijvoorbeeld besteed aan bijvoorbeeld nieuwe dakbedekking op een reeds goed geïsoleerd dak of het vervangen van een oude hoogrendementsketel door een nieuwe hoogrendementsketel. Dit wordt niet als een energetische verbetermaatregel beschouwd. ** De onrendabele top betreft het deel van de investering, welke door energiebesparing niet binnen 10 jaar wordt terugverdiend. Als uitgangspunt wordt een energiekosten stijging gehanteerd van 4%.
Enerdeco BV
16
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
7. Conclusies en aanbevelingen De scholen kunnen op diverse wijze (met verschillende maatregelen) energieneutraal en fris uitgevoerd worden. De definitieve keuze van de maatregelen op een individuele school zal afhangen van omstandigheden, welke nog niet geheel te overzien zijn. Zo zal bijvoorbeeld bij de ene school gekozen worden voor een warmtepomp en bij de andere school voor een pelletketel. Mechanische ventilatie met warmteterugwinning Om te voldoen aan Frisse scholen klasse B dient een mechanisch ventilatiesysteem geplaatst te worden op iedere school. Er zijn diverse systemen en technieken beschikbaar. Het toepassen van een ventilatiesysteem verhoogt het energieverbruik. Het elektriciteitsverbruik stijgt door het verbruik van de ventilatoren en de warmtebehoefte stijgt door de grotere hoeveelheden buitenlucht welke opgewarmd dient te worden. In een energieneutraal concept wordt aanbevolen om de ventilatiesystemen te voorzien van hoogrendement warmteterugwinning en vraaggestuurde ventilatie. Het meerverbruik wordt hierdoor geminimaliseerd. Gebouwbeheersysteem Aanbevolen wordt om een gebouwbeheersysteem (GBS), welke op afstand beheert wordt standaard onder deel te laten zijn van ieder pakket van maatregelen, welke men op een individuele school toepast. Middels het GBS kan energieverspilling in kaart worden gebracht en kunnen de instellingen in de klimaatregeling geoptimaliseerd worden. Met een relatief geringe investering kan op deze wijze aanzienlijk bespaard worden op het energieverbruik. Indien de elektriciteit, warmte- en/of gasmeter gekoppeld wordt aan het GBS systeem kan realtime het energieverbruik bijgehouden worden door alle betrokkenen. Zo kan de huismeester op een school direct zien of er ’s nachts, in het weekend of in de vakanties sprake is geweest van energieverspilling. Zowel de gasmeter als de elektriciteitsmeters dienen op iedere school vervangen te worden door “slimme”meters. Verwacht wordt dat de slimme elektriciteitsmeters kostenneutraal geplaatst kunnen worden, omdat men nu reeds de reeds verouderde meters huurt en de meters vervangen kunnen worden tegen gelijkwaardige huurkosten. De kosten voor het vervangen van de gasmeters kan men deels terugverdienen door op verschillende scholen daar waar mogelijk een kleinere gasmeter te plaatsen. Een kleinere meter leidt tot lagere kosten. Op vele scholen zijn de gasmeters te groot uitgevoerd, omdat de noodzakelijke ketel capaciteit door reeds uitgevoerde energiebesparende maatregelen is teruggebracht. Isolatie In het kader van het Energieneutraal uitvoeren van de basisscholen in Enschede, adviseert Enerdeco niet om alle scholen maximaal te isoleren, omdat de kosten niet opwegen tegen de baten (energiebesparing en comfortverbetering). Dit betekent dat reeds matig geïsoleerde scholen met uitzondering van het dak en de enkele beglazing niet verbeterd worden. Zijn gebouwdelen nog niet geïsoleerd dan wordt aanbevolen om de isolatiegraad te verbeteren conform de huidige stand der techniek of beter.
Enerdeco BV
17
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Verlichting Het elektriciteitsverbruik van verlichting kan geminimaliseerd worden door de meest efficiënte techniek toe te passen in combinatie van slim schakelen van de verlichting met behulp van aanwezigheiddetectie en daglichtregeling. Het vervangen van de armaturen wordt aanbevolen op natuurlijke momenten. In de praktijk wordt bij vervanging reeds gekozen voor energiezuinige hoogfrequente TL-verlichting, maar vaak niet voor daglichtregeling en/of aanwezigheiddetectie. LED verlichting is op het moment nog niet efficiënter dan hoogfrequente TL-verlichting. Warmteopwekking Bij energieneutrale scholen kan in de warmtebehoefte worden voorzien door toepassing van een warmtepomp of een pelletketel. Indien als uitgangspunt wordt gehanteerd dat 50% van de scholen uitgevoerd worden met warmtepompen en 50% van de scholen met pelletketels zal de noodzakelijke investering ongeveer 19 miljoen euro bedragen om de scholen CO2 neutraal en minimaal conform “Frisse scholen” niveau B uit te voeren. Alle scholen met warmtepompen uitvoeren zal de kosten met 4 miljoen doen stijgen. Alles met pelletketels uitvoeren zal de kosten met 4 miljoen doen dalen. Pelletketels worden nog niet op grote schaal in schoolgebouwen toegepast. Aanbevolen wordt een haalbaarheidstudie uit te voeren naar het gebruik van pelletketels op de basisscholen in Enschede. De volgende zaken dienen daarbij minimaal aan de orde te komen: Wat zijn de exacte kosten en in hoeverre zijn bouwkundige ingrepen noodzakelijk Wat is de verwachte prijsontwikkeling van de pellets in relatie tot de gaskosten In welke mate kan hinder verwacht worden door de emissie via de rookgassen Welke grondstoffen kan en wil men toepassen voor de productie van de pellets Wat is de verwachte levensduur van een pelletketel in relatie tot de levensduur van een aardgas gestookte ketel en een warmtepomp Wat zijn de verwachte onderhoudskosten
Enerdeco BV
18
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
8. Financiering Maatregelpakketten of een deel ervan worden als rendabel beschouwd als deze zich binnen 10 jaar terugverdienen. Hierbij wordt ervan uit gegaan dat een schoolbestuur in deze maatregelen zou willen investeren. Het is waarschijnlijk dat voor dit deel van de investering wel een overbruggingskrediet (Revolving Fund) (met lage rente) noodzakelijk is. De schoolbesturen kunnen een deel van de investering reeds dekken vanuit de onderhoudsbegroting, waarin voor de periode tot 2020 reeds verbetermaatregelen in zijn opgenomen. Rekening houdend met de investering van een maatregelpakket, de energiebesparing gedurende 10 jaar en de reeds begrote kosten kan men bepalen voor welk deel van een maatregelpakket nog aanvullende financiering/subsidiëring noodzakelijk is. Indien als uitgangspunt wordt gehanteerd dat 50% van de scholen uitgevoerd worden met warmtepompen en 50% van de scholen met pelletketels zal de noodzakelijke aanvullende financiering/subsidiëring 6 miljoen euro bedragen om de scholen CO2 neutraal en minimaal conform “Frisse scholen” niveau B uit te voeren. Aangezien het toepassen van een ventilatiesysteem, welke noodzakelijk is om “Frisse scholen” niveau B te bereiken, geen energiebesparing met zich meebrengt en de maatregel niet is opgenomen in de begrotingen tot 2020, kan men stellen dat van deze 6 miljoen ongeveer 3,9 miljoen benodigd is voor het toepassen van ventilatiesystemen. Indien bovenstaande uitgangspunten worden gehanteerd dient bijna 22.000 m 2 aan zonnepanelen geplaatst te worden om de scholen CO2 neutaal uit te voeren. De totale kosten hiervan bedragen ongeveer 7,6 miljoen. 2,9 miljoen euro hiervan is onrendabel indien men als rendabel een terugverdientijd van 10 jaar beschouwd. Subsidiëring van de zonnepanelen lijkt noodzakelijk.
Enerdeco BV
19
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Bijlage 1: Nota Nieuwe Energie voor Enschede De circa 80 basisscholen vormen een krachtig instrument voor het klimaatbeleid. De opgaven die er liggen op het gebied van gezonde leefomgeving (frisse scholen) kunnen tegelijkertijd energiebesparing opleveren. Daarnaast worden via de scholen de leerlingen én hun ouders bereikt met de boodschap: Doe groen, dat scheelt. Daarom vormen de scholen echt een speerpunt in onze duurzaamheidsopgaven. Opgaven In 2020 zijn in deze sector drie gemeenschappelijke doelen bereikt: 1. Energiebesparing; We onderzoeken de ambitie om in 2020 alle scholen klimaatneutraal te krijgen op haalbaarheid. Dit is een ambitieuze en aansprekende doelstelling waarmee Enschede de positie in de kopgroep van Nederland kan benadrukken! 2. Gezonde leef- en leeromgeving voor de leerlingen en de overige mensen in de scholen (binnenklimaat). 3. De Enschedese burgers worden ook via de scholen continu gestimuleerd om duurzaam en energiezuinig gedrag te vertonen. Effecten De investeringen zullen worden gedragen door die partijen die ook de revenuen ontvangen, in termen van lagere energiekosten. Partners De schoolbesturen en de staf van de scholen. Samen met de gemeentelijke organisatie kunnen wij deze ambitie waarmaken. Daarnaast bouw-, en installatiebedrijven.
Enerdeco BV
20
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Bijlage 2: Integraal Huisvestings Plan Binnenklimaat en duurzaamheid De schoolbesturen zijn zelf verantwoordelijk voor binnenonderhoud en het binnenklimaat. Formeel gezien heeft de gemeente daar geen rol in. Gezien het belang, is de gemeente echter wel bereid om mee te denken en hieraan een bijdrage te leveren. Onder andere door pilots vorm te geven, subsidieaanvragen in te dienen bij het Rijk en door zelf geld beschikbaar te stellen. De gemeente stimuleert maatregelen die bijdragen aan duurzame en gezonde scholen. In het huisvestingsbeleid is er dan ook aandacht voor de duurzaamheid van gebouwen en het welzijn van leerlingen en leerkrachten. Bij grote verbouwingen en nieuwbouw zal rekening worden gehouden met duurzaamheid van de investering. Voor deze projecten zal eerst een bouwvoorbereidingskrediet ter beschikking worden gesteld, zodat de gemeente en het schoolbestuur een bouwplan uit kunnen werken dat wordt getoetst aan de gemeentelijke normen voor duurzaamheid. Aan de hand van de terugverdientijd zal met het schoolbestuur worden bepaald of de investering wel of niet wordt gedaan en wie welk deel van de investering betaalt. De komende jaren zal dit beleid met de schoolbesturen verder worden ontwikkeld. Uitgangspunt is dat binnen de onderwijshuisvesting vrijvallende middelen ingezet worden voor de verbetering van de schoolgebouwen.
Enerdeco BV
21
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Bijlage 3: Energieverbruik en energiescore individuele scholen Stichting
School
SKOE Consent SKOE VCO SKOE Consent SKOE Consent Consent SKOE Consent Consent Consent Consent Consent SKOE Consent Consent Consent Consent SKOE Consent Consent Consent Consent VCO SKOE Consent Consent Consent SKOE Consent VCO Consent SKOE Consent SKOE Consent VGPO VCO SKOE SKOE Consent Consent Consent Vrijeschool SKOE VGPO
De Triangel loc. G. Terborghstraat** Roombeek Deppenbroek (Bosuil) De Menko-toren Anna van Buren Bosuilstraat De Eschmarke Bijvank, Het St. Gerardusschool Esmarkerpoort Palet, Het De Windroos Wooldrik, Het Molenbeek Boekelo Broekheurne, De Lonneker Molenbeek Usselo De Regenboog Tender, De Wielerbaan, De Averbeke, De Stroink, Het De Kubus Stadsveld, Het (Elveringsweg) Twekkelerveld (Schietbaan) Roombeek Deppenbroek (zaanstraat) Esmarke, De Anna van Buren Zevensterstraat St. Liduinaschool Park Stokhorst Helmerhoek, De Prinseschool Prinsestraat nieuw Alfonsusschool Zeggelt, Het Dr. Benthemstraat Mecklenburg Lang, Het Paulus school Glanerbrug nrd Bultsweg De Toermalijn La Res (excl. Gymzaal) De Fontein Drakesteyn J.P. Coenstraat De Troubadour Bonifatiuisschool Bothoven, De Willem Wilmink Vastert, Het Vastertlanden Vrijeschool Dr. Ariensschool De Bron
Enerdeco BV
Jaarlijks energieverbruik per m2 BVO m3 aardgas kWh 0,9 25,5 7,0 20,0 10,0 20,0 8,4 22,4 5,5 20,0 15,7 8,3 20,0 20,0 58,9 4,1 27,2 9,3 25,6 8,9 24,5 11,0 24,4 11,8 31,4 12,5 44,3 11,5 21,0 5,3 40,7 30,4 5,0 34,7 10,6 24,7 8,6 25,0 10,6 21,5 6,0 25,2 20,0 8,7 30,0 10,4 23,9 10,2 22,3 14,7 24,3 7,0 33,3 10,1 26,6 6,6 20,7 14,1 26,0 11,5 17,7 10,4 21,8 15,1 17,9 10,6 37,5 6,7 21,6 11,3 28,4 10,0 22,3 14,4 20,7 23,9 12,4 20,0 9,9 48,2 10,5 24,4 16,1 24,7 20,0 11,4 20,9 6,7 25,8
Energiescore 7,6 7,1 7,0 7,0 6,9 6,5 6,5 6,1 6,0 6,0 5,5 5,4 5,4 5,3 5,3 5,1 5,1 5,1 5,0 5,0 4,8 4,7 4,6 4,5 4,5 4,5 4,4 4,3 4,3 4,3 4,2 4,1 4,0 3,9 3,9 3,9 3,8 3,6 3,5 3,4 3,4 3,3 3,3 3,3 3,2 3,2 3,2 3,1
22
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Stichting
School
VCO Consent VCO Sirium SKOE SKOE SKOE Consent SKOE Consent SKOE SKOE VCO SKOE
Koningin Beatrix Prinseschool Staringstraat Willem van Oranje Al ummah Sint Jan loc. Haaksbergerstraat Sint Jan loc. Veldkampplantsoen Weth. Heijdenschool Europa Godfried Bomans Spinaker, De Marcellinus Paus Johannes Drakesteyn Vastertlanden De Triangel loc. M. Hobbemastraat Brede School Overdinkel (voormalige Willem van den Bos) Glanerbrug zuid Ouverturestraat Prinseschool Internationale School Twente Daalweg Drakesteyn Ouverturestraat
VCO Consent Consent VCO
Jaarlijks energieverbruik per m2 BVO m3 aardgas kWh 11,9 17,3 15,6 34,5 13,2 16,8 18,3 31,5 14,6 22,4 12,3 13,0 11,1 23,7 8,5 28,0 10,4 25,6 9,8 25,2 8,3 25,0 10,3 24,6 21,3 27,9 22,7
Energiescore 3,1 3,1 3,0 2,9 2,9 2,5 2,5 2,4 2,4 2,3 2,4 2,0 1,8 1,8
22,0
26,1
1,6
10,7
24,2
2,8
15,9
28,4
2,3
6,9
26,3
1,3
De punten toekenning is gebaseerd op de volgende score per onderdeel. Bij de score toekenning is per onderdeel rekening gehouden met het effect van het onderdeel op het energieverbruik. Zo zal vloerisolatie minder effect hebben op het energieverbruik als dakisolatie. Op vele scholen is sprake van energetisch goede bouwdelen en energetisch slechte bouwdelen. De score is naar rato verdeeld. Is de vloer van een school bijvoorbeeld voor 50% geïsoleerd dan krijgt de school voor dat onderdeel 0,25 punten.
Vloer met isolatie Vloer zonder isolatie Dak met Rc > 2,5 Dak geïsoleerd Rc < 2,5 Dak ongeïsoleerd Gevel met Rc > 2,5 Gevel geïsoleerd Rc < 2,5 Dak ongeïsoleerd HR++ glas Dubbelglas Enkelglas
Enerdeco BV
Score 0,5 0 1,5 1 0 1 0,5 0 1 0 -1
Conventionele verlichting HF-verlichting HF-verlichting met daglichtregeling Dak geïsoleerd Rc < 2,5 Aanwezigheiddetectie toiletten Aanwezigheiddetectie lokalen Warmtepomp of stadsverwarming HR107-ketel HR100 of HR104-ketel VR-ketel Thermostaatkranen
Score 0 0,5 1 1 0,1 0,3 2 1 0,75 0,25 0,5
23
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Bijlage 4: Energetische kwaliteit scholen per schoolbestuur In deze bijlage wordt per schoolbestuur weergegeven hoeveel procent van de scholen een specifieke beoordeling hebben op de thema’s isolatie, verlichting en verwarming. Consent
SKOE
VCO
Enerdeco BV
24
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Sirium
VGPO
Vrijeschool
Enerdeco BV
25
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Bijlage 5: Omschrijving verbetermaatregelen Gebouw(en)BeheerSysteem (GBS) Inzicht in het energieverbruik en de werking van de aanwezige installaties leidt in veel gevallen tot verlaging van het energieverbruik van gemiddeld 10-20%. Middels het GBS kan energieverspilling in kaart worden gebracht en kunnen de instellingen in de klimaatregeling geoptimaliseerd worden. Met een relatief geringe investering kan op deze wijze aanzienlijk bespaard worden op het energieverbruik. Indien de elektriciteit, warmte- en/of gasmeter gekoppeld wordt aan het GBS systeem kan realtime het energieverbruik bijgehouden worden door alle betrokkenen. Zo kan de huismeester op een school direct zien of er ’s nachts, in het weekend of in de vakanties sprake is geweest van energieverspilling. Zowel de gasmeter als de elektriciteitsmeters dienen op iedere school vervangen te worden door “slimme”meters. Verwacht wordt dat de elektriciteitsmeters kostenneutraal geplaatst kunnen worden, omdat men nu reeds de reeds verouderde meters huurt en de meters vervangen kunnen worden tegen gelijkwaardige huurkosten. De kosten voor het vervangen van de gasmeters kan men deels terugverdienen door op verschillende scholen daar waar mogelijk een kleinere gasmeter te plaatsen. Een kleinere meter leidt tot lagere kosten. Op vele scholen zijn de gasmeters te groot uitgevoerd, omdat de noodzakelijke ketel capaciteit door reeds uitgevoerde energiebesparende maatregelen is teruggebracht. Een GBS systeem op zichzelf bespaart nog geen energie. Het is noodzakelijk om dit te koppelen aan monitoring, bewaking en optimalisering. Er dient een verantwoordelijke, met installatietechnische kennis aangesteld te worden om de gebouwen met installaties optimaal in te stellen.
Enerdeco BV
26
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Gevelisolatie Transmissieverliezen door buitenmuren zijn een oorzaak van warmteverlies. Voor het reduceren van deze verliezen is gevel- of muurisolatie een uitstekende optie. Dit levert u naast een energiebesparing tevens een verhoogd comfort op. Ook de akoestische kwaliteit van het gebouw verbetert. Gevelisolatie zorgt ervoor dat de gevel minder buitenlucht doorlaat waardoor meer ventilatie nodig is. Bij naïsoleren kunnen vochtproblemen ontstaan. Het is dan ook raadzaam om het uitvoeren van isolatiemaatregelen door een deskundige te laten doen. Spouwmuurisolatie Heeft een gevel een spouwmuurconstructie dan is het mogelijk de spouw te vullen met isolatiemateriaal waardoor de warmteverliezen aanzienlijk worden verkleind. Spouwmuurisolatie is van verschillende isolatieopties de eenvoudigste en voordeligste oplossing. Voordat een spouw geïsoleerd kan worden dient er eerst een endoscopisch onderzoek gedaan te worden. Dit om na te gaan of de spouw geschikt is voor isolatie. Wanneer er vervuiling in de spouw aanwezig is, is er een risico dat deze een koudebrug vormt. Na isolatie kunnen dan vochtplekken ontstaan. Bij gevels die aan de buitenkant dampdicht zijn, bijvoorbeeld als deze geglazuurde stenen bevatten of geschilderd zijn met een dampdichte verf, is spouwmuurisolatie niet mogelijk. Binnenmuurisolatie Bij binnenmuurisolatie wordt aan de binnenkant van de gevel een extra wand geplaatst. Bij binnenmuurisolatie zijn extra maatregelen nodig om vochtproblemen te voorkomen. Als een gevel aan de binnenzijde geïsoleerd wordt, zal de buitenkant van de muur kouder worden. Wanneer vocht uit het gebouw in het isolatiemateriaal terecht komt, kan dit condenseren. Het is belangrijk dat aan de binnenkant een dampremmer wordt aangebracht. Bij gevels die aan de buitenkant dampdicht zijn, bijvoorbeeld als deze geglazuurde stenen bevatten of geschilderd zijn met een dampdichte verf, is binnenmuurisolatie niet mogelijk. Een bijkomstigheid bij binnenmuurisolatie is de verkleining van het gebruikersoppervlak, de binnenwand komt immers naar binnen. Dit heeft tot gevolg dat er aanpassingen nodig zijn voor stopcontacten, lichtknoppen, radiatoren en verwarmingsbuizen. Binnenmuurisolatie is een kostbaardere optie dan spouwmuurisolatie, maar goedkoper dan buitenmuurisolatie. Buitenmuurisolatie Als een gevel geen spouw bevat, of de spouw niet geschikt is voor isolatie, is isolatie van de buitengevel een alternatief. Bij buitenmuurisolatie worden aan de buitenzijde van de gevel isolatieplaten aangebracht met daaroverheen een afwerklaag. Buitenmuurisolatie is een ingrijpende en de duurste optie voor gevelisolatie. Het is niet rendabel om de buitenmuurisolatie aan te brengen met als enig doel energiebesparing. Deze vorm van isolatie kan eventuele gebreken aan de gevel, zoals scheuren, kieren en koudebruggen, opheffen. Er dient wel rekening gehouden te worden met een verandering van het gebouwaanzicht. De gevel is immers veranderd en de ramen komen dieper te liggen. Een vergunning voor buitenmuurisolatie kan nodig zijn vanwege het veranderde gebouwaanzicht. Een uitpandige isolatiewand kent het probleem van condensvorming tussen isolatiewand en de buitenmuur niet.
Enerdeco BV
27
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Dakisolatie Een groot deel van de warmte in een gebouw verdwijnt door het dak. Om dit warmteverlies te minimaliseren, en dus energie te besparen, is dakisolatie een uitstekende optie. De volgende isolatie maatregelen zijn mogelijk: Plat dak (warm) Een plat dak mag nooit aan de onderzijde worden geïsoleerd worden. Dan bestaat er namelijk het risico dat vocht in de constructie opgesloten raakt, waardoor schimmel en rot kunnen ontstaan. Bij een ‘warm dak’ is de isolatie aangebracht onder de (waterwerende) dakbedekking Het aanbrengen van isolatie onder de dakbedekking is alleen een interessante optie wanneer de dakbedekking aan vervanging toe is. Omgekeerd dak Een omgekeerd dak is een bijzondere vorm van het warm-dak, met het verschil dat de thermische isolatie zich op de dakbedekking bevindt. Bij renovaties is een omgekeerd dak vaak een interessant alternatief. Je kan immers zonder veel problemen isolatie en een ballastlaag voorzien als de dakafdichting nog in goede staat is. Aan de andere kant is het wel zo dat defecten aan de afdichting moeilijker op te sporen zijn en dat hiervoor zowel de schutlaag als de isolatielaag verwijderd moeten worden Vloerisolatie Door vloeren verdwijnt, evenals door gevels en daken, een hoeveelheid warmte. Dit warmteverlies is verhoudingsgewijs weliswaar meestal lager dan door gevels en daken, maar toch kan vloerisolatie een goede energiebesparingoptie zijn. Daarnaast wordt door vloerisolatie het comfort in een gebouw verhoogd. Laat het isoleren doen door een deskundig bedrijf. Dit in verband met o.a. vochtproblemen. Onderzijde Wanneer onder de vloer een kruipruimte of een onverwarmde ruimte aanwezig is, kan onder de vloer een isolatielaag aangebracht worden. Hiervoor zijn verschillende technieken toepasbaar. Platen polystyreen hardschuim, minerale wol of luchtkussenfolie kunnen aan de onderkant bevestigd worden. Ook kan tegen de onderzijde isolatie gespoten worden Indien er zich een vochtprobleem voordoet vanuit de kruipruimte, dient dit eerst aangepakt te worden. Mogelijkheden hiervoor zijn bijvoorbeeld het aanbrengen van een dampremmende folie op de bodem of het laten storten van schelpen of kleikorrels. Soms zijn alleen extra ventilatieroosters nodig. Bovenzijde Wanneer een kruipruimte ontbreekt, kunt u alleen aan de bovenkant isoleren. De vloer komt enkele centimeters omhoog waardoor vaak aanpassingen nodig zijn aan deuren, drempels en plinten. Op de vloer komt een afdeklaag van hout, steen of spaanplaat. Isolatie met een dampremmende laag is niet geschikt voor houten vloeren! Vloeren isoleren aan de bovenzijde is mede door de vele noodzakelijke aanpassingen een dure optie.
Enerdeco BV
28
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
HR++ glas/Triple glas HR++-glas is dubbel glas dat is voorzien van een coating die de thermisch isolerende werking verhoogt. Als spouwvulling wordt een edelgas toegepast met een hogere isolatiewaarde dan lucht. HR++-glas zorgt voor een goede geluidsisolatie. Triple glas is dubbelglas met een extra glasplaat hiertussen. Voor het plaatsen van HR++-glas of triple glas moeten uw kozijnen in een goede staat verkeren om de veel zwaardere ruit te kunnen dragen. Tevens vraagt HR++-glas meer ruimte in de sponning. In de praktijk moet bij het toepassen van triple glas het kozijn vervangen worden. Ook bij het vervangen van enkelglas door HR++ glas moeten vaak kozijnen vervangen worden. Vervangen conventionele verlichting naar HF-verlichting Conventionele TL-verlichting kan vervangen worden door moderne energiezuinige hoogfrequente TL-verlichting. Bij conventionele verlichting wordt een voorschakelapparaat (VSA) met spoel gebruikt om de lampstroom te begrenzen. Bij HF-verlichting wordt de lampstroom elektronisch begrensd. Het gevolg is minder warmteontwikkeling (energieverlies) in het VSA en een lager verbruik van de lampen. Er zijn diverse type elektronische voorschakelapparaten (EVSA’s). De volgende typen zijn te onderscheiden: dimbare versies (lamp kan tussen 10-100% branden) niet dimbare versies standaard TL-lampen speciale HF-lampen (dunne lampen) Er is hierbij altijd sprake van een combinatie van één van de eerste twee en één van de laatste twee. Aanschaf van HF-verlichting is ingrijpend en kostbaar. In de volgende situaties kan HFverlichting overwogen worden: veel branduren van de huidige verlichting noodzakelijke vervanging van de bestaande armaturen (terugverdientijd o.b.v. meerprijs). vermindering van het aantal armaturen en/of lampen is mogelijk door toepassing van spiegeloptiekroosters. Naast besparing door HF-verlichting is er dan ook besparing door minder lampen. Aanwezigheidsdetectie Met behulp van aan- en afwezigheidschakeling wordt vastgesteld of er personen in de ruimte aanwezig zijn. Is dat niet het geval, dan schakelt de verlichting met inachtneming van een bepaalde tijdsvertraging automatisch uit. Aan-/afwezigheidschakelingen zijn uitgevoerd met sensoren, die reageren op beweging en/of warmte. In ruimten waar regelmatig gewerkt wordt is het, om irritatie te voorkomen, van belang om hoogwaardige sensoren te gebruiken die zowel reageren op beweging als op warmte. In ruimten die af en toe in bedrijf zijn, zoals opslagruimten, buitenplaatsen, toiletten e.d. kan veelal wel worden volstaan met sensoren die reageren op beweging of warmte.
Enerdeco BV
29
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Mechanische ventilatie met warmteterugwinning Indien een ruimte geventileerd wordt is er sprake van aanvoer van ‘verse’ buitenlucht en afvoer van binnenlucht. De afgevoerde lucht heeft een temperatuur gelijk aan de binnentemperatuur. De toegevoerde lucht heeft een temperatuur gelijk aan de buitentemperatuur. In het stookseizoen is er dan ook warmte nodig om de toevoerlucht op te warmen. Dit kan voor een groot deel gerealiseerd worden door warmte uit de afvoerlucht terug te winnen. Warmteterugwinning is mogelijk bij mechanische ventilatie systemen met toe- en afvoer. Warmteterugwinning (WTW) is te realiseren door toepassing van een of meerdere wisselaars te plaatsen in de luchtkanalen of luchtbehandelingskast(en). De volgende wisselaars zijn mogelijk: warmtewiel, twincoil, kruisstroom. WTW is niet altijd gewenst (voor- en najaar). Met een warmtewiel en twincoil-systeem kan de mate van terugwinning gevarieerd worden. Warmteterugwinning is alleen bij grotere luchthoeveelheden rendabel. Indien de aan- en afvoerkanalen dicht bij elkaar liggen is warmteterugwinning relatief eenvoudig te realiseren. Aanschaf van een warmteterugwin-installatie is soms ingrijpend en kostbaar. De energiebesparing is echter ook aanzienlijk. Vervangen ketels door HR107 VR-ketels hebben ten opzichte van HR-ketels vaak een lager rendement. Ten opzichte van VRketels hebben HR-ketels een hoger rendement doordat condensatiewarmte uit rookgassen wordt hergebruikt. Ook zijn HR-ketels vaak voorzien van een pompschakeling, zodat er naast warmte ook bespaard wordt op elektriciteit. In vergelijking met VR-ketels zijn de rendementen van HR-ketels 5 tot 10% hoger. De eerste generatie HR-ketels (HR100) hebben een lager rendement dan de huidige HR-ketels (HR107) Warmtepomp De warmtepomp, in feite een omgekeerde koelkast, onttrekt warmte uit een bron en brengt deze op een hoger temperatuurniveau over aan bijvoorbeeld het cv-water. Bij een juiste keuze van de combinatie van bron en afgiftesysteem is er op deze manier minder primaire energie nodig voor verwarming dan het geval zou zijn bij bijvoorbeeld toepassing van een HR-ketel. Er zijn, afhankelijk van de warmtebehoefte, drie soorten warmtepompen beschikbaar: De elektrische warmtepomp, de absorptiewarmtepomp en de gasmotorwarmtepomp. Mogelijke bronnen voor een warmtepomp zijn de buitenlucht, de bodem, grondwater, oppervlaktewater en afvoerstromen. Een belangrijk voordeel van een warmtepomp is de mogelijkheid bij een aantal warmtepompen om de werking om te draaien. Hierdoor wordt het mogelijk het verwarmingsysteem te gebruiken voor koeling in de perioden waarin een koelbehoefte bestaat. Als in het gebouw al gebruik wordt gemaakt van een laag temperatuursysteem (LTS) is het toepassen van een warmtepomp een goede optie. Indien er nog geen laag temperatuursysteem aanwezig is, dient het verwarmingssysteem aangepast te worden. Hierdoor wordt het toepassen van een warmtepomp minder aantrekkelijk en is de optie alleen interessant bij renovatie. Bij het kiezen van een warmtepomp is het belangrijk dat voor de juiste bron wordt gekozen. In sommige gevallen is een milieuvergunning vereist, namelijk een variant met een open bron of aquiferopslag met een doorstroomvolume groter dan 10 m3/h. Ook dient er veel aandacht besteed te worden aan het dimensioneren van de warmtepomp. Door zijn hoge efficiëntie is het interessant als een warmtepomp zoveel mogelijk in vollast kan draaien.
Enerdeco BV
30
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Pelletketel De pelletketel is een ketel waarin houtpellets verbrand worden. De pelletketel heeft een ingebouwd reservoir voor pellets. Deze worden vanuit dat reservoir door middel van een wormschroef mechanisch naar de vuurkorf getransporteerd. Een pelletkachel heeft een beduidend hoger rendement dan een traditionele houtkachel of open haard. Fabrikanten claimen in de regel een rendement van 80-97%. De moderne pelletketel is uitgerust met een elektronisch regelsysteem. Dit optimaliseert het verbrandingsproces en bevat diverse veiligheidsinstellingen. Hierdoor kan de pelletkachel schoon branden en een hoog rendement bereiken. Door de optimale verbranding geeft deze ketel weinig stank in en rondom het gebouw. Verbranding van hout is CO2-neutraal. De hoeveelheid CO2 die bij verbranding vrij komt is even groot als wat de boom tijdens zijn leven uit de lucht heeft opgenomen. (Daarbij moet natuurlijk nog wel de uitstoot geteld worden die vrijkomt bij fabricage en transport.) Door de elektronisch optimaal geregelde verbranding worden relatief weinig giftige afvalstoffen geproduceerd. Doordat pellets gemaakt worden van afvalhout, is de milieubelasting zeer gering: Er wordt niet speciaal hout hiervoor aangeplant, en een deel van het transport en fabricage vindt toch al plaats zodat er geen sprake is van extra milieubelasting. Sinds januari 2010 is de Europese Commissie bezig een nieuwe standaard in te voeren voor houtpellets daar vooral DIN+ fraudegevoelig bleek te zijn en in mindere mate DIN 51731 en de Önorm die uit de vorige eeuw stammen en niet meer up to date zijn. De nieuwe norm is EN+ welke verdeeld is in 3 categorieën te noemen EN+ a1, EN+ a2 en EN+ B. Vooral voor zagerijen die een eigen pers hebben is a1 en a2 interessant. in deze categorieën dient men exact aan te kunnen tonen waar de grondstof vandaan komt.(oorsprong) Bij a1 bestaat de houtpellet uit echt schoon onbehandeld hout. Bij a2 kunnen bijvoorbeeld sporen van plaatmateriaal voorkomen. Catergorie B is voor houtpelletfabrieken die op grote schaal grondstoffen inzamelen. Categorie B wil dus niet zeggen dat het een slechtere kwaliteit is. Enkel de exacte herkomst van de grondstoffen is moeilijk aan te tonen. Alle grondstoffen worden in de regel in een straal van gemiddeld 80km om een fabriek heen ingezameld. Dus voor Nederlandse fabrieken is dit de Benelux plus grensgebied Duitsland. Voor alle EN+ categorieën gelden dezelfde normen als het gaat om bemonstering, kwaliteitscontrole en klachtafhandeling. Let dus de komende tijd op dit keurmerk. Ziet u het niet op de verpakking, informeer dan bij de fabrikant of ze EN+ hebben of reeds aangevraagd hebben. Een pellet-cv zal warm water produceren voor de radiatoren of de vloerverwarming en eventueel ook het sanitair warm water. Deze laatste installaties zijn niet goedkoop maar ze kunnen verregaand geautomatiseerd worden en verwarmen net zoals andere centraleverwarmingsketels. De opslag van de pellets kan gebeuren in een opslagkamer, een ondergrondse tank of een flexibele losstaande tank. De aanvoer vanuit deze opslagmogelijkheden gebeurt volautomatisch.
Enerdeco BV
31
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Thermostatische radiatorkranen In lokalen en ruimtes waar geen thermostaatkranen op radiatoren zijn geïnstalleerd, kan de temperatuur slecht geregeld worden. Centraal wordt er vanuit het ketelhuis warmte geleverd en het kan daardoor voorkomen dat er in bepaalde ruimtes teveel warmte geleverd wordt, waardoor de binnentemperatuur te hoog wordt. Gevolg daarvan is dat radiatoren dicht worden gedraaid of ramen en deuren worden opengezet om een ruimte te kunnen koelen. Met thermostaatkranen kunnen radiatoren in de ruimtes automatisch afgesloten worden indien de binnentemperatuur te hoog wordt. Er zal daardoor sprake zijn van comfort verbetering en energiebesparing. Thermostatische radiatorkranen kan men instellen in verschillende op de kraan vermelde standen. Afhankelijk van de gewenste binnentemperatuur stelt men de radiatorkraan in. Indien de gewenste binnentemperatuur constant is, kan men de thermosstatische radiatorkraan continu in dezelfde stand laten staan. In de praktijk is het echter zo dat de stand van de kraan vaak onnodig gewijzigd wordt. Dit kan komen door verschillende comfort wensen van personen in een specifieke ruimte of door een defecte of primitieve cvregeling. Het verstellen van de thermostaatkranen leidt vaak tot onnodige temperatuurschommelingen. Uit comfort overweging en uit overweging van energiebesparing wordt aangeraden de thermostaatkranen in een vaste stand (overeenkomstig de gewenste binnentemperatuur) te fixeren. Onjuist gebruik wordt hierdoor voorkomen. Tevens kan men dan een frequentiegeregelde pomp toepassen. Deze pomp vermindert de hoeveelheid geleverde warmte (eigenlijk hoeveelheid warm water) naar mate de thermostaatkranen worden dichtgedraaid. Toerenregeling pompen Een installatie wordt altijd zodanig ontworpen dat in de meest extreme omstandigheden voldoende capaciteit (warme/koude) beschikbaar is. Deze omstandigheden komen echter maar beperkt voor, waardoor er gedurende het over grote deel van de bedrijfstijd te veel water rondgepompt wordt. De mate van transport kan middels een toerenregeling aangepast worden aan de behoefte. Op basis van sensoren kan de behoefte bepaald worden en kan de pomp middels een frequentieregelaar aangestuurd worden. Voorbeelden van toepassingen zijn: Radiatoren met thermostaatkranen: Indien radiatoren afgesloten worden stijgt de druk in de leidingen. Dit wordt geregistreerd door een druksensor, waarna de frequentieregelaar het toerental van de pomp verlaagt. De retourtemperatuur naar een HR-ketel wordt te hoog, waardoor de ketel zijn hoge rendement verliest. Op basis van een temperatuursensor i.c.m. een frequentieregeling kan de snelheid van de waterverplaatsing verlaagd worden, waardoor het medium (water) tijdens transport langer de tijd heeft om af te koelen. Bij kleine pompen (< 2 KW) is de frequentieregeling vaak geïntegreerd in de pomp. Op deze pompen is het toepassen van frequentieregeling dan ook slechts interessant bij vervanging. Bij groteter pompen wordt vaak een separate frequentieregeling geplaatst. Deze kan op de meeste pompen toegepast worden. Bij vervanging van de cv-pompen van de verwamingsgroepen wordt aanbevolen frequentiegeregelde pompen toe te passen. De geringe meerprijs ten opzichte van conventionele pompen is binnen vijf jaar terug verdiend.
Enerdeco BV
32
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Zonnepanelen Eén van de bekendere vormen van de benutting van zonne-energie is het omzetten van instralend zonlicht in elektriciteit door middel van zonnecellen. Door het invallen van zonlicht wordt een elektrische stroom opgewekt. Op deze manier ontstaat dus duurzaam opgewekte stroom. Produceert een zonnecel meer elektriciteit dan op dat moment intern gevraagd wordt, dan kan deze elektriciteit meestal weer teruggeleverd worden aan het elektriciteitsnet. Zonnecellen hebben ook een duidelijke uitstraling naar de omgeving. Door hun kleurstelling geven zij een gebouw een moderne en energievriendelijke uitstraling.
Enerdeco BV
33
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Bijlage 6: Programma van eisen Frisse scholen
Enerdeco BV
34
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Bijalge 7: Kosten en baten maatregelpakketten per schoolbestuur Pakket 1: (o.a. Warmtepomp en maximale isolatie) besparing
Terugverdientijd
Gas
Electra
Kosten
CO2 [kg]
m2 zonnepaneel benodigd
14.212.514
100%
100%
397.775
1.351.095
12.220
35,7
31,3
9.372.967
7.619.379
SKOE
8.266.283
100%
100%
228.017
774.118
6.563
36,3
29,0
5.492.106
3.837.381
VCO
3.287.093
100%
100%
99.203
334.882
2.654
33,1
29,7
2.080.141
1.741.891
Sirium (Al Ummah)
369.380
100%
100%
16.167
54.488
456
22,8
22,8
172.686
172.686
ESV
467.600
100%
100%
14.525
48.819
470
32,2
32,2
290.886
290.886
1.006.775
100%
100%
23.732
80.586
468
42,4
36,4
718.039
575.359
422.320
100%
100%
9.630
32.527
178
43,9
43,9
305.152
305.152
minus reeds begrote kosten*
Onrendabele top** [euro]
Onrendabel top (minus begroot*) [euro]
Schoolbestuur
Investering
Consent
VGPO Vrijeschool
minus reeds begrote kosten*
Onrendabele top** [euro]
Onrendabel top (minus begroot*) [euro]
Pakket 2: (o.a. Warmtepomp en isoleren van slechts de slechte of niet geïsoleerde delen) besparing
Terugverdientijd
Gas
Electra
Kosten
CO2 [kg]
m2 zonnepaneel benodigd
11.692.895
90%
100%
388.225
1.319.572
14.129
30,1
25,6
6.969.547
5.215.959
SKOE
7.094.652
89%
100%
226.505
769.128
7.625
31,3
24,0
4.338.869
2.684.144
VCO
2.882.324
85%
100%
97.010
327.644
3.008
29,7
26,2
1.702.055
1.363.805
Sirium (Al Ummah)
358.912
100%
100%
16.167
54.488
491
22,2
22,2
162.219
162.219
ESV
438.610
100%
100%
14.525
48.819
494
30,2
30,2
261.896
261.896
VGPO
892.930
100%
100%
23.732
80.586
635
37,6
31,6
604.194
461.514
Vrijeschool
305.819
100%
100%
9.630
32.527
300
31,8
31,8
188.651
188.651
Schoolbestuur
Investering
Consent
Enerdeco BV
35
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Pakket 3: (o.a. Pelletketel en goede isolatie) besparing Schoolbestuur
Investering
Terugverdientijd
Gas
Electra
Kosten
CO2 [kg]
m2 zonnepaneel benodigd
minus reeds begrote kosten*
Onrendabele top** [euro]
Onrendabel top (minus begroot*) [euro]
Consent
9.835.714
61%
100%
396.593
1.347.193
9.249
24,8
20,4
5.010.553
3.256.965
SKOE
5.733.462
58%
100%
227.624
772.822
4.813
25,2
17,9
2.964.064
1.309.339
VCO
2.372.119
57%
100%
99.203
334.882
1.741
23,9
20,5
1.165.168
826.918
Sirium (Al Ummah)
224.865
56%
100%
16.167
54.489
259
13,9
13,9
28.170
28.170
ESV
281.706
42%
100%
14.525
48.820
219
19,4
19,4
104.989
104.989
VGPO
832.473
117%
100%
23.733
80.590
564
35,1
29,1
543.722
401.042
Vrijeschool
281.994
82%
100%
9.631
32.530
141
29,3
29,3
164.816
164.816
minus reeds begrote kosten*
Onrendabele top** [euro]
Onrendabel top (minus begroot*) [euro]
Pakket 4: (o.a. Pelletketel en isoleren tot acceptabel niveau) besparing Schoolbestuur
Investering
Terugverdientijd
Gas
Electra
Kosten
CO2 [kg]
m2 zonnepaneel benodigd
Consent
7.770.564
42%
100%
390.046
1.325.585
9.249
19,9
15,4
3.025.052
1.271.463
SKOE
4.316.368
37%
100%
226.183
768.063
4.813
19,1
11,8
1.564.511
-90.214
VCO
1.746.238
41%
100%
97.109
327.971
1.741
18,0
14,5
564.763
226.513
Sirium (Al Ummah)
196.365
49%
100%
16.167
54.489
259
12,1
12,1
-330
-330
ESV
188.281
21%
100%
14.525
48.820
219
13,0
13,0
11.564
11.564
VGPO
624.834
82%
100%
23.733
80.590
564
26,3
20,3
336.084
193.404
Vrijeschool
159.202
40%
100%
9.631
32.530
141
16,5
16,5
42.024
42.024
Enerdeco BV
36
Haalbaarheidsstudie
Energieneutrale scholen Enschede
Pakket 5: (o.a. Verbeteren isolatie, verlichting en verwarming naar acceptabel niveau + ventilatie naar klasse B) besparing Schoolbestuur
Investering
Terugverdientijd
Gas
Electra
Kosten
CO2 [kg]
m2 zonnepaneel benodigd
minus reeds begrote kosten*
Onrendabele top** [euro]
Onrendabel top (minus begroot*) [euro]
Consent
3.979.219
44%
12%
119.468
398.766
0
33,3
18,6
2.525.711
772.123
SKOE
2.216.436
38%
18%
70.929
238.072
0
31,2
7,9
1.353.480
-301.245
VCO
1.048.584
45%
15%
37.102
123.561
0
28,3
19,1
597.180
258.930
Sirium (Al Ummah)
84.091
49%
16%
6.136
20.436
0
13,7
13,7
9.433
9.433
ESV
102.000
26%
9%
3.021
10.054
0
33,8
33,8
65.241
65.241
VGPO
370.946
82%
9%
11.366
37.712
0
32,6
20,1
232.667
89.987
Vrijeschool
87.379
40%
30%
3.478
11.705
0
25,1
25,1
45.063
45.063
minus reeds begrote kosten*
Onrendabele top** [euro]
Onrendabel top (minus begroot*) [euro]
Pakket 6: (o.a. Verbeteren isolatie, verlichting en verwarming naar acceptabel niveau + zonnepanelen) besparing Schoolbestuur
Investering
Terugverdientijd
Gas
Electra
Kosten
CO2 [kg]
m2 zonnepaneel benodigd
Consent
4.699.079
38%
100%
272.299
936.943
8.711
17,3
10,8
1.386.150
-367.438
SKOE
2.991.378
34%
100%
151.593
521.871
4.618
19,7
8,8
1.147.017
-507.708
VCO
1.106.733
41%
100%
65.263
222.862
1.623
17,0
11,8
312.704
-25.546
Sirium (Al Ummah)
174.765
49%
100%
10.737
36.566
259
16,3
16,3
44.135
44.135
ESV
95.796
20%
100%
6.311
21.710
201
15,2
15,2
19.008
19.008
VGPO
375.342
77%
100%
20.854
71.087
523
18,0
11,2
121.619
-21.061
Vrijeschool
127.674
39%
100%
5.964
20.425
139
21,4
21,4
55.116
55.116
Enerdeco BV
37