Haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade Veghel

Haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade Veghel Eindrapport, 30 januari 2012

INHOUD

1

Managementsamenvatting haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade Veghel ........................................................ 6 1.1

Context ............................................................................................. 6

1.2

Inhoudelijk basisplan ..........................................................................12

1.3

Organisatie en beheermodel ................................................................16

1.4

Huisvesting en inpassingstudie ............................................................18

1.5

Exploitatielasten huisvesting ...............................................................28

1.6

Exploitatielasten programmadeel .........................................................30

1.7

Conclusies samengevat .......................................................................32

1.8

Ten slotte .........................................................................................38

2

Inhoudelijk basisplan ........................................................................ 40 2.1

Inleiding ...........................................................................................40

2.2

Drie onderzoeken ...............................................................................40

2.3

Drie opties ........................................................................................40

2.4

Basisplan ..........................................................................................44

2.5

De belangrijkste gespreksresultaten op een rij.......................................64

3

Organisatie en beheermodel.............................................................. 70 3.1

Professioneel management met centrale aansturing ...............................70

3.2

Strategische alliantie op gebiedsniveau .................................................70

3.3

Praktisch groeimodel ..........................................................................70

3.4

De coöperatiegedachte .......................................................................72

4

Huisvestings- en inpassingsstudie .................................................... 76 4.1

Ruimteprogramma .............................................................................76

4.2

Gebouwconcept .................................................................................78

4.3

Inpassingsstudie ................................................................................80

4.4

Fasering ...........................................................................................82

4.5

Raming investeringskosten..................................................................84

4.6

Functies ............................................................................................86

5

Exploitatielasten huisvesting............................................................. 92 5.1

Huidige situatie..................................................................................92

5.2

Optie 0 .............................................................................................92

5.3

Scenario 1a (met popfunctie) ..............................................................94

5.4

Scenario 1b (zonder popfunctie) ..........................................................96

5.5

Scenario 2a (met popfunctie) ..............................................................98

5.6

Scenario 2b (zonder popfunctie) ..........................................................98

6

De exploitatie van het programmadeel ............................................ 100 6.1

De startsituatie ................................................................................ 100

6.2

Drie jaar na de start ......................................................................... 100

Bijlagen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Geraadpleegde bronnen Interviews en besprekingen Ruimtestaat bestaande gebouwen CHV-terrein Plattegronden bestaande gebouwen CHV-terrein Integrale ruimtestaat startsituatie Integrale ruimtestaat eindbeeld Rekenschema ruimtelijke inpassing scenario 1 Plattegronden ruimtelijke inpassing scenario 1 Rekenschema ruimtelijke inpassing scenario 2 Plattegronden ruimtelijke inpassing scenario 2 Memo poppodium Rekenschema’s exploitatie

Opdrachtgever: Project: Projectnummer:

Gemeente Veghel Haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade H18

Auteurs: - Hoofdstuk 1: ir. A.J. Hendrikx, 4advies - Hoofdstuk 2: L. Sijbers, Cultuurbedrijf BV - Hoofdstuk 3 t/m 6: ir. A.J. Hendrikx, 4advies B. Vaessen, 4advies drs. D. van der Burg. 4advies Bijdrage:

C. Bais, directeur pop- en cultuurpodium Metropool, advisering m.b.t. popfunctie G. Borgdorff, Theateradvies BV, theatertechnische advisering ir. P. Vierveijzer, Adviesbureau Vierveijzer, bouwfysica ing. R. van den Bos, 4advies, bouwkostenadvies

Versie: Datum:

versie 5 30 januari 2012

Contactgegevens:

4advies Zielhorsterweg 51 3813 ZX Amersfoort 033-4480010 [email protected]

Copyright © 4advies, 2012 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van 4advies, Zielhorsterweg 51, 3813 ZX Amersfoort

Figuur 1: stedenbouwkundige context Bron: Masterplan CVH-terrein Veghel

Haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade Veghel | 30 januari 2012

5

1

Managementsamenvatting haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade Veghel

1.1

Context

1.1.1

Doelstelling haalbaarheidsonderzoek Op 14 november 2011 heeft de gemeente Veghel 4advies opdracht gegeven om, in dialoog met betrokken instellingen, de haalbaarheid te onderzoeken van het realiseren van een Kunst- en cultuurcluster binnen de gebouwen1 op het westelijk deel van het voormalige CHV-complex aan de Noordkade te Veghel. Uitgangspunt hierbij was en is dat de volgende participanten en functies samen het Kunst- en cultuurcluster Noordkade zullen gaan vormen: • Pieter Bruegel • MIK • De Blauwe Kei (theater, filmhuis en zalencentrum)2 • Marktplaats (Plein 23) • De Compagnie • Jeugd- en jongerencentrum • Poppodium3. Doel van het haalbaarheidsonderzoek is om drie scenario’s (en varianten daarop) met elkaar te kunnen vergelijken, onder meer op het gebied van investeringskosten en exploitatie. Ook de beheervorm van het Kunst- en cultuurcluster is onderwerp van onderzoek.

1.1.2

Te onderzoeken scenario’s Optie 0: Bij deze optie zal het huidige gebouwencomplex van Pieter Brueghel aan de Middegaal worden uitgebreid met nieuwbouw voor MIK. De Blauwe Kei blijft op de huidige locatie aan het Stadhuisplein, waarbij het gehele gebouw geüpgraded wordt. Daarnaast wordt een jeugden jongerencentrum gerealiseerd op een nader te bepalen locatie4. Scenario 1: Alle instellingen gaan naar de Noordkade, waar ze integreren in de bestaande gebouwen. Scenario 2: Alle instellingen gaan naar de Noordkade, waar ze integreren in de bestaande gebouwen. De grote zaal voor het theater zal geheel als nieuwbouw worden gerealiseerd. 1 Concreet betreft het de gebouwen die zich bevinden in het gebied dat zich in oost-west richting uitstrekt van het voormalige hoofdkantoor tot en met de Verlaadloods en in noord-zuid richting vanaf de NPF-toren tot en met de Noordkade. 2 De bowling in de Blauwe Kei is een zelfstandige commerciële onderneming. Deze zou mee kunnen verhuizen, indien er een passende ruimte gevonden kan worden in het complex aan de Noordekade en indien zij tenminste een kostendekkende huur zouden willen betalen. In dit onderzoek wordt de bowling verder buiten beschouwing gelaten. 3 In de uitvraag wordt het poppodium als volgt gedefinieerd: Een poppodium is een voorziening, waarbij professioneel wordt geprogrammeerd en waarbij lokale initiatieven een plaats krijgen. Tenminste worden 25 popconcerten gegeven voor minimaal 150 bezoekers. 4 Alle informatie van deze optie was bij aanvang van het onderzoek bekend. Naar deze optie hoefde dus geen onderzoek te worden gedaan. Deze optie zal in dit rapport op dezelfde wijze gepresenteerd worden als de beide scenario’s.


6


7

Varianten: De scenario’s 1 en 2 worden beide onderzocht in de varianten mét en zonder poppodium. 1.1.3

Uitgangspunten en randvoorwaarden Bij de opdracht zijn de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden meegegeven: • De gemeenschapshuisfunctie5, die in de huidige situatie onderdeel uitmaakt van theater De Blauwe Kei, integreert in scenario 1 en 2 in het Kunst- en cultuurcluster; • Het rapport COEK, d.d. 29-06-2011, geldt als programma van eisen voor Pieter Bruegel, MIK, Plein 23 en kunstgroep de Compagnie; • Het programma van eisen voor De Blauwe Kei dient, voor de beide scenario’s, in samenwerking met De Blauwe Kei ontwikkeld te worden; • Primaire functies van De Blauwe Kei, waarvoor subsidie wordt verstrekt, zijn de theaterfunctie en de sociaal-culturele functie; • Commerciële zaalverhuur en horeca worden door de gemeente beschouwd als secundaire functies, waarvoor geen subsidie wordt verstrekt; • In de toekomst moet sprake zijn van een aantrekkelijk en onderscheidend6 theater voor Veghel en de regio; • De culturele instellingen zijn van mening dat een Kunst- en cultuurcluster zonder theater geen kans van slagen heeft; • Het programma van wensen voor het jeugden jongerencentrum zal ingepast worden in dat voor het Kunst- en cultuurcluster; • Het poppodium dat is beschreven in het “Rapport haalbaarheid poppodium Bergen op Zoom” vormt de referentie voor het mogelijke poppodium in Veghel; • De gemeente gaat uit van een gefaseerde ontwikkeling. Het in één keer realiseren van het gewenste eindbeeld wordt financieel onuitvoerbaar geacht; • De bereidheid van de gemeente zal groter zijn als de culturele instellingen aantonen al het mogelijke te hebben gedaan om positieve effecten op de exploitatie (en daarmee de gemeentelijke bijdrage) te realiseren, zonder afbreuk te doen aan de primaire doelstellingen; • MIK, Pieter Brueghel, Plein23 en De Compagnie zullen tegelijkertijd verplaatst worden.

1.1.4

Drie simultane onderzoeken De gemeente Veghel heeft in deze context ook adviesopdrachten verstrekt aan Cultuurbedrijf BV en aan Fakton. De opdracht aan Cultuurbedrijf betreft het samen met de betrokken cultuurinstellingen en het jongerenwerk ontwerpen van een inhoudelijk basisplan. De opdracht aan Fakton heeft betrekking op de financiën van de totale gebiedsontwikkeling.

5 Onder de gemeenschapshuisfunctie wordt verstaan het faciliteren van de verenigingen voor de kern Veghel op het gebied van zaalverhuur, licht en geluid en andere zaken tegen een sociaal-cultureel tarief. Het ontbreekt Veghel aan een goed geoutilleerde zalencentrum voor meer dan 1.000 personen. 6 In de offerteaanvraag wordt met betrekking tot de theaterfunctie opgemerkt dat het theater onderscheidend dient te zijn t.o.v. andere theaters in de regio en completerend kan zijn voor de andere culturele instellingen.


8

visie | missie | ambitie

activiteiten

businessplan

organisatie

gebouw

Figuur 2: Denkmodel 4advies


9

In goed overleg met - en instemming van - de gemeente hebben Cultuurbedrijf BV en 4advies besloten samen op te trekken en één advies samen te stellen. Ook heeft afstemmingsoverleg plaatsgevonden met Fakton. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan een zorg van partijen m.b.t. de samenhang tussen - en presentatie van - de verschillende adviesrapporten. 1.1.5

Integrale onderzoeksaanpak in dialoog met alle betrokkenen Het onderzoek is uitgevoerd in dialoog met de opdrachtgever en betrokken partijen aan de hand van nevenstaand denkmodel (figuur 2), conform het volgende stappenplan: 1. lezen en eerste gedachtebepaling; 2. schouw van het CHV terrein en interview met de eigenaar; 3. gesprek met de andere adviseurs op het traject: Fakton en Cultuurbedrijf m.b.t. afstemming werkzaamheden; 4. schouw van de huidige accommodaties, individuele gesprekken en werkbijeenkomsten met alle direct betrokken partijen c.q. combinaties van partijen (opdrachtgever en gebruikers) o.m. over: a. achtergronden; b. visie, missie ambitie; c. bedrijfsvoering, beheermodel en exploitatie (huidig en toekomstig) d. huidige en toekomstige huisvesting 5. ontwikkelen toekomstvisie en de doorvertaling ervan m.b.t. toekomstige activiteiten, organisatie en huisvesting 7; 6. opstellen integraal ruimtelijk programma van eisen voor de gezamenlijke instellingen en functies; 7. studie inpassingsmogelijkheden ruimtelijk programma van eisen in het gebouwencomplex c.q. op het CHV terrein; 8. analyse van de exploitaties m.b.t. huisvestingsdeel en programmatisch, organisatorisch deel; 9. tussentijdse plenaire terugkoppeling naar opdrachtgever en gebruikers; 10. opzet beheermodel; 11. uitwerken globale ruimtelijke en technische planopzet; 12. calculatie investeringskosten; 13. exploitatie huisvestingslasten en programma-exploitatie; 14. rapportage.

1.1.6

Rapportage Dit rapport is een coproductie van Cultuurbedrijf BV en 4advies. De managementsamenvatting is geschreven door 4advies. Deel 1 van het rapport, dat het inhoudelijk basisplan betreft, is geschreven door Cultuurbedrijf BV en is tot stand gekomen in dialoog met 4advies. Deel 2, waarin wordt ingegaan op de organisatie, de huisvesting en de businessplanning, is opgesteld door 4advies.

7

De stappen 4 en 5 hebben wij gezet in nauwe samenwerking met Loek Sijbers van Cultuurbedrijf BV


10


11

1.2

Inhoudelijk basisplan

1.2.1

Resultaat inhoudelijk besprekingen Uit de open, constructieve gesprekken, die wij met de instellingen voerden, is gebleken dat: 1. De verplaatsing van de instellingen kan niet worden beschouwd als een simpele verhuizing. Er is sprake van een majeure sprong onder meer met betrekking tot kwantiteit en kwaliteit van het aanbod, markt en organisatie. De cultuur in Veghel zal na de verhuizing naar de Noordkade wezenlijk anders worden. De culturele en maatschappelijke instellingen zullen in de nieuwe behuizing toetreden tot een andere divisie. 2. Óf alle instellingen (MIK, Pieter Brueghel, Blauwe Kei, De Compagnie, Plein23, Vivaan, Jongerenraad) gaan over óf niemand gaat over8. Alleen dan kan voldoende volume en schaalgrootte ontstaan om de dynamiek te genereren die nodig is voor een succesvolle gebiedsontwikkeling van het Noordkade terrein. Een eenvoudige optelsom van bezoekersaantallen en deelnemers aan het huidige cultureel aanbod (theater, educatie, sociaalcultureel, jongeren, festivals, commercieel) in Veghel leert dat bij gelijkblijvend aanbod jaarlijks zeker 255.000 bezoeken aan het Kunst- en cultuurcluster worden afgelegd. 3. Het Kunst- en cultuurcluster moet één geheel vormen dat, ongeacht het wel of niet doorgaan of slagen van overige ontwikkelingen op het Noordkade terrein, duurzaam, goed en financieel gezond kan functioneren. 4. Alle partijen zijn bereid ver te gaan in onderlinge samenwerking. Alle betrokkenen realiseren zich dat het delen van horecafaciliteiten, foyer(s), garderobe(s), toiletten en vergader-, theater- en expositiefaciliteiten (onder voorwaarden) een vereiste is om de meerwaarde van het cluster te laten werken. Partijen zien volop mogelijkheden tot inhoudelijke samenwerking en synergie. De bereidheid om op basis van dit Basisplan samen naar één cultuurbedrijf toe te groeien, is groot. 5. Partijen zijn het erover eens dat een geleidelijke opbouw, een groeimodel noodzakelijk is. Alle partijen zijn ook van opvatting dat daarop een centrale, krachtige en door alle partijen geaccepteerde, strakke regie over het geheel dient te worden gevoerd. Bij het groeimodel dient rekening gehouden te worden met drie fasen. • Fase 1: periode vanaf nu tot verhuizing naar de Noordkade. Hierin zijn investeringen nodig, onder meer in markt en organisatie, om op de Noordkade goed van de start te kunnen gaan. • Fase 2: periode van drie jaar na opening. In deze periode moet de markt en organisatie verder ontwikkeld worden. Bij de rekenschema’s in hoofdstuk 6 wordt deze ontwikkeling inzichtelijk gemaakt. • Fase 3: na het derde jaar van opening zal de ontwikkeling van het kunsten cultuurcluster niet ophouden.

8

Voor het jeugden jongerencentrum geldt dat zij hoe dan ook behoefte hebben aan nieuwe huisvesting. Dit zou ook stand alone op de Noordkade kunnen.


12


13

6. Er is één beheersvorm nodig om vanuit de individuele organisaties op termijn te groeien naar één cultuurbedrijf. Zie hiervoor hoofdstuk 3. 7. Men kan niet verhuizen van een eenvoudige woning naar een grotere, mooiere woning met (veel) meer mogelijkheden en tegelijkertijd verwachten dat de huisvestingslasten gelijk zullen blijven. Dat is niet reëel. Dat geldt ook voor de verhuizing van de cultuurinstellingen naar de Noordkade: de huisvestingslasten zullen aanzienlijk stijgen. Zie voor de cijfers hieromtrent hoofdstuk 5. 8. Vastgesteld is dat de extra huisvestingslasten die de exploitatie op de Noordkade met zich meebrengt, niet louter uit (commerciële) activiteiten kunnen worden terugverdiend. Dat betekent dat ook de jaarlijkse bijdrage van de gemeente ten behoeve van de exploitatie van een Kunst- en cultuurcluster aan de Noordkade noodzakelijk groter moet zijn. 9. Alle partijen zijn het erover eens dat het er om gaat het geheel in de schijnwerpers te zetten. Het is geen bedrijfsverzamelgebouw. Voor het publiek is het één geheel. Niet de individuele winkeltjes maar het geheel, of meer nog: de inhoud daarvan, is leidend. Een thematische aanpak kan het geheel verbinden: (bijna) alle activiteiten staan bijvoorbeeld gedurende een bepaalde periode in het teken van thema’s als: de maand van de Schoonheid & de Troost; de maand van de Verbeelding; de maand van Duurzaamheid en bijv. een maand rond het thema Kookeiland waarbij het theater, het educatiehuis, de expositieruimten en de commerciële collega’s op het Noordkade terrein ieder op zijn eigen manier inzoomen op het Kookeiland. 10. Partijen zijn het erover eens dat het creëren van bondgenootschappen tussen culturele instellingen en het bedrijfsleven ook op de Noordkade een aantrekkelijke uitdaging vormt. Het fenomeen is actueel en doet zich in heel Nederland voor. 11. Er moet een goede verhouding worden gerealiseerd tussen commerciële en maatschappelijke activiteiten. Mogelijk is de Coöperatie(HV) als samenwerkingsverband van alle op het Noordkade actieve partijen een geschikte samenwerkingsvorm. 12. Een voorwaarde, die niet ongemerkt in een blinde hoek mag verdwijnen, is een tijdige en kwalitatieve ontwikkeling van de directe omgeving. Het mag niet gebeuren dat instellingen verhuizen naar een prachtig Kunst- en cultuurcluster in een omgeving die daar niet bij past. Belangrijk aspect hierbij is de sociale veiligheid en de realisatie van verkeersveilige (fiets- en wandel-) routes naar de Noordkade. 1.2.2

Functies basisplan en gezamenlijke toekomstkansen Het basisplan voor het Kunst- en cultuurcluster Noordkade omvat de volgende functies: 1. Educatiefunctie 2. Podiumfunctie a. Professionele theaterfunctie9 b. Sociaal-culturele functie 9

Dit is inclusief de filmhuisfunctie.


14

Vivaan Jongerencentrum poppodium (klein)

Noordkade ontwikkeling

Raad van Toezicht K&C cluster

Staf: controller marketing P&O

Bestuurder

MIK PB PLEIN 23

Blauwe Kei

Beeldende Kunst muziek theater dans

Theaterzalen poppodium (middelgroot)

Foodexperience

Gebouwbeheer Evenementen Verhuur

Compagnie

Exporuimte

beheer gebouw horeca catering zaalverhuur evenementen

receptie/balie, kaartverkop, winkels(s), administratie, huishoudelijke dienst, technische dienst

Figuur 3: Organisatie startsituatie




Bestuurder

Jongerencentrum poppodium (klein)

Kunst educatie

Kunst presentatie

Gebouw en faciliteiten

Evenementen verhuur

Kunstproductie beeldende kunst muziek theater dans


Theaterzalen exporuimtes poppodium (middelgroot)

receptie/balie kaarteverkoop winkel(s) administratie huishoudelijke dienst technische dienst

horeca catering zaalverhuur evenementen

Foodexperience

Figuur 4: Organisatie eindbeeld


15

c. Poppodiumfunctie d. Commerciële functie e. Geheel van podiumfuncties 3. Expositie functie 4. Jeugd- en jongerencentrum functie Uitgangspunt voor alle partijen is dat de nieuwe huisvesting aan de Noordkade de huidige functies en activiteiten van de instellingen beter (of ten minste gelijk) kan faciliteren. Doelstelling van de nieuwe huisvesting aan de Noordkade is dat een vliegwielfunctie ontstaat, zowel voor de culturele instellingen zelf alsook voor de andere functies op het CHV-terrein. Dit stelt eisen aan de kwaliteit en de schaal van de faciliteiten in relatie tot de mogelijkheden voor commercieel medegebruik. Onder meer de zalenfunctie en de omvang van de grote zaal10 zijn hierbij van belang. Tijdens het onderzoek is tevens uitgebreid gezocht naar de synergetische mogelijkheden die gezamenlijke huisvesting biedt. Er liggen hier kansen, zowel op het gebied van organisatie als op het gebied van huisvesting. Maar dat is maar een deel van het verhaal. De grote winst zit in de kwaliteitssprong die mogelijk wordt door de nieuwe schaalgrootte. Er zal een organisatie in een complex ontstaan met een unieke combinatie van functies in een buitengewone setting. Door de inhoudelijke kwaliteiten, de nieuwe schaal van de organisatie en de kwaliteit van het gebouwencomplex aan de Noordkade zal het bereik van het Kunst- en cultuurcluster aan de Noordkade, zowel in de culturele als in de zakelijke markt, veel groter zijn dan het huidige. Dit alles zal onder meer effect hebben voor de kwaliteit van leven en voor de economie van Veghel. Leest u hiervoor Atlas voor gemeenten 2011: De waarde van cultuur voor de stad (lit. 15). De ontwikkelingspotentie van het Kunst- en cultuurcluster kan verder worden vergroot indien op de Noordkade ook het Foodcluster en de samenwerking ermee kan worden gerealiseerd. Het zou echter ook zo kunnen zijn dat het Foodcluster als concurrent gaat optreden, door bijvoorbeeld het verhuren van ruimten voor evenementen. Er is, in overleg met alle betrokken partijen, bewust voor gekozen om in dit onderzoek geen rekening te houden met de mogelijke financiële voor- of nadelen van het Foodcluster. Het Kunst- en cultuurcluster moet immers kunnen floreren ook indien het Foodcluster onverhoopt niet doorgaat of wanneer de financiële verwachtingen van de samenwerking niet uit zouden komen. 1.3

Organisatie en beheermodel Een centrale aansturing met professioneel management op de verschillende onderdelen wordt door alle partijen als noodzakelijk ervaren voor een succesvolle ontwikkeling. Dat geldt voor de culturele takken van het bedrijf, maar evenzeer voor de commerciële en sociaal-culturele tak. Op alle drie deze terreinen ligt 10

De grote zaal dient i.v.m. het kunnen faciliteren van congressen en symposia van voldoende omvang ten minste een capaciteit van 650 stoelen te hebben.


16


activiteiten

businessplan

organisatie

gebouw



17

immers een belangrijke ontwikkelopgave voor de toekomst. Ook om de ontwikkeling van het Kunst- en cultuurcluster af te stemmen met de andere ontwikkelingen aan de Noordkade is een centrale aansturing noodzakelijk. Wij stellen een praktisch groeimodel voor, dat uitgaat van een start met de huidige instellingen in een samenwerkingsverband met een centrale leiding. Dit moet de start zijn van een proces, waarin de verschillende instellingen transformeren naar één bedrijf met daarin verschillende functies. Om van meet af aan voldoende ontwikkelingskans te bieden voor commerciële afdeling, stellen wij voor deze al vanaf het begin als gezamenlijk bedrijfsonderdeel in te richten. Gezien de volledige gebouwelijke integratie van de verschillende (huidige) instellingen, adviseren wij om gebouw en faciliteiten centraal aan te sturen en los te maken van de huidige instellingen. Wij adviseren om toe te werken naar het Raad Van Toezicht model conform de uitgangspunten van de Code Cultural Governance11. Figuur 3 toont hoe de organisatie in de startfase er uit zou kunnen zien. Figuur 4 toont het eindbeeld. Het Kunst- en cultuurcluster zal niet alleen bepalend zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de Noordkade. Andere ontwikkelende partijen, waaronder het beoogde Foodcluster zullen daarin in de komende 10 tot 20 jaar belangrijke partners zijn. Daarom dienen deze majeure partijen op strategisch niveau met elkaar verbonden te worden. Daarbij wordt, in lijn met de historie op de Noordkade, concreet nagedacht over een coöperatiemodel. Op dit moment is er echter nog onvoldoende duidelijkheid over de ontwikkeling van het terrein en de plek die het Foodcluster daarin kan innemen. Wij kunnen daarom hier slechts het advies geven op het toezichthoudende niveau te zoeken naar kansen voor een coöperatieve samenwerking. 1.4

Huisvesting en inpassingstudie

1.4.1

Ruimteprogramma Het denkmodel (figuur 2) is, zoals bekend, leidend geweest bij dit onderzoek en het bepalen van de ruimtebehoefte. Dat betekent dat het ruimteprogramma is ontwikkeld ten dienste van de toekomstige activiteiten, maximaal rekening houdend met de toekomstige organisatie en de exploitatie. Het ruimteprogramma is totstandgekomen in dialoog met de toekomstige gebruikers. Daarbij zijn, naast gegevens m.b.t. de huidige huisvestingssituatie, ook de volgende documenten gebruikt: • Visie Blauwe Kei nieuw gebouwde theaterzaal (lit. 30) 11 De Code Cultural Governance is een handleiding voor goed bestuur, gemaakt door de stichting Kunst en Zaken in opdracht van het ministerie van OCW. In de Code Cultural Governance, pas toe of leg, uit staan de uitgangspunten beschreven voor goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording van culturele instellingen.


18

Gecomprimeerde ruimtestaat fase 1 versus eindbeeld Kunst- en cultuurcluster Veghel Ruimte omschrijving Centrale entreehal Grand café Grote zaal Middenzaal (vlakke vloer) Kleine zaal (vlakke vloer) Laboratoriumzaal 1 (vlakke vloer) Laboratoriumzaal 2 (vlakke vloer) Foyers c.a. theaterfunctie Backstage ruimten Zalen gemeenschapsfunctie Jeugd en jongerencentrum Kunsteducatieruimten Expositie Kantoren c.a. Totaal

Fase 1 opp m2 bvo 367 705 1.478 765 513 249 98 2.122 1.222 675 608 3.722 405 750 13.680

Eindbeeld opp m2 bvo 367 705 1.478 765 513 249 98 2.122 1.222 810 608 6.248 1.000 1.000 17.186 Figuur 5

Figuur 6: Gebouwconcept


19

• •

Haalbaarheidsonderzoek huisvesting COEK d.d. 29 juni 2011 (lit 1) Programma van Wensen Jeugd en Jongerencentrum d.d. 22 november 2011 (lit 22) • De Compagnie aan de Noordkade december 2011 (lit. 14) Bovendien is gebruik gemaakt van ervaringen en referentieprojecten van 4advies. Een belangrijk uitgangspunt voor de betrokken instellingen is dat het Kunst- en cultuurcluster dient te worden ontwikkeld als één integraal gebouwconcept en niet als een bedrijfsverzamelgebouw. Sleutelwoorden voor de toekomstige huisvesting zijn onder meer: kunstzinnig, open en transparant, efficiënt, doelmatig, professioneel, uitnodigend, gastvrij, warm, multifunctioneel inzetbaar, toekomstgericht met respect voor het verleden. Naast kunst en cultuur met al zijn facetten is het gebouw gericht op het faciliteren van maatschappelijke ontmoetingen ten dienste van alle inwoners van Veghel en verre omgeving. De ruimtebehoefte in de eerste fase, waarin alle functies min of meer gelijktijdig naar de Noordkade verhuizen bedraagt circa 13.680 m2 BVO. Volgens de huidige inzichten zal het Kunst- en cultuurcluster daarna doorgroeien naar circa 17.186 m2 BVO in de eindsituatie. De nevenstaande tabel (figuur 5) toont de gecomprimeerde ruimtestaat voor zowel fase 1 als voor de eindsituatie12. Ten opzichte van de huidige situatie13 groeit de ruimtebehoefte voor de 1e fase met 66%. Een deel van deze groei komt voort uit de toevoeging van de jeugden jongerenfunctie (circa 600 m2, dit zorgt 7% van de groei), de overige groei (59%) is het gevolg van de door alle partijen gedeelde ambitie om het Kunst- en cultuurcluster op de Noordkade in te zetten als vliegwiel voor de ontwikkeling van Veghel. Deze ambitie is doorvertaald in het inhoudelijk basisplan (zie hoofdstuk 2), dat weer ruimtelijk is doorvertaald op basis van actuele ruimtenormen en inzichten, terwijl de huidige gebouwen zijn ontworpen en gebouwd op basis van de normen en inzichten van vroeger14. Voorts blijkt uit de cijfers van figuur 5 dat het ruimteprogramma voor de kunsteducatie15, dat wij als uitgangspunt bij dit onderzoek meekregen, in dialoog met de instellingen in de eerste fase is gereduceerd van 8.308 m2 met circa 3.300 m2 naar circa 5.000 m2 BVO16. 1.4.2

Gebouwconcept Figuur 6 geeft het gebouwconcept weer dat samen met de ruimtestaten de basis is voor de inpassingsstudie.

12

Zie bijlagen 5 en 6 voor de gedetailleerde ruimtestaten. Oppervlaktegegevens huisvesting instellingen huidige situatie: Blauwe Kei 5.000 m2; Pieter Breugel 2.000 m2; MIK 1.200 m2; Slokdarmfestival 50 m2; jeugden jongerencentrum 0 m2; totaaloppervlak huidige situatie 8.250 m2 BVO 14 Ter vergelijking: een VW Golf van nu is in geen enkel opzicht vergelijkbaar met de eerste Golf van niet eens zo heel lang geleden. 15 Het haalbaarheidsonderzoek huisvesting COEK Noordkade Veghel (lit. 1) 16 Deze m2 zijn als volgt opgebouwd: educatie 3.722 m2; expositie 405 m2; zalen 350 m2; voorzieningen 520 m2. 13


20


21

Door de oogharen kijkend kunnen een aantal soorten functies en ruimten worden onderscheiden: 1. Zalen: analoog aan het huidig functioneren van De Blauwe Kei zullen er verschillende soorten zalen worden gerealiseerd die voor verschillende functies kunnen worden gebruikt: culturele voorstellingen, gemeenschapsactiviteiten (gericht op de inwoners van Veghel) en commerciële activiteiten, die de exploitatie ondersteunen. De zalenfunctie zal tevens een belangrijke gedeelde functie kunnen vervullen in een mogelijk gezamenlijk concept met het Foodcluster. 2. Kunsteducatie: met veel verschillende soorten lesruimten en ateliers. Ook deze ruimten zullen waar mogelijk zo worden uitgevoerd dat zij multifunctioneel inzetbaar zijn. 3. Jongeren: met een eigen domein, dat kan grenzen aan multifunctioneel te gebruiken ruimten, zoals een popzaal, popoefenruimten, studio’s, ateliers e.d. 4. Expositie: met eigen ruimten voor kostbaar en/of kwetsbaar werk, een winkel, opslagruimte en veel expositiemogelijkheden in foyers e.d. voor kleine en grote wisselexposities. 5. Het Grand café is er voor om alle verschillende soorten gebruikers te faciliteren. Maar het kan ook, vanwege zijn specifieke identiteit, een autonome publiekstrekker zijn. De bezonning en de ligging aan het water zijn ideaal voor een terras. Het is de bedoeling dat Grand café een substantiële bijdrage aan de exploitatie zal gaan leveren. Daarom ligt het Grand café in de directe nabijheid van de hoofdentree17. 6. In figuur 6 is het Foodcluster op de achtergrond weergegeven. Het Foodcluster is in de visie van de culturele instellingen een partij waarmee graag zal worden samengewerkt18. Hier kunnen fantastische win-win situaties worden ontwikkeld. Het is echter zo dat het Kunst- en cultuurcluster een duurzaam en financieel gezonde exploitatie moet kennen, ook als het Foodcluster onverhoopt niet zal worden gerealiseerd of niet aanslaat. 1.4.3

Inpassingsstudie Stap 1 van de inpassingsstudie was de analyse van het gebouwencomplex op het westelijk deel van het CHV-terrein dat zich uitstrekt van het Hoofdkantoor tot en met de Verlaadloods en van de Noordkade tot en met de NPF-toren. Hierbij is zowel gekeken naar oppervlaktes als naar de functionele gebruiksmogelijkheden. Bijlagen 3 en 4 tonen, zowel in tabelvorm als in plattegrond, de oppervlaktes van de gebouwen in de huidige situatie.

17

In de volgende fase zou onderzocht kunnen worden of er in aanvulling op het Grand Café animo is voor een kwaliteitsrestaurant op de Noordkade. De samenwerking van het Food- met het Kunst- en cultuurcluster kan over vrijwel de volle breedte worden ontwikkeld. Het betreft zowel de zalenfunctie (congressen, symposia, presentaties) als kunsteducatie (workshops e.d.) als expositie (gerelateerde tentoonstellingen) en Grand café (ontmoeten, ontspannen). Ook m.b.t. jeugden jongeren zijn er concepten te ontwikkelen. 18


22

Figuur 7: Begane grond scenario 1 Zie voor integrale inpassingsstudie bijlagen 10 en 9

F i guur 8: begane grond scenario 2 Zie voor integrale inpassingsstudie bijlagen 12 en 11


23

Voor de beide in paragraaf 1.1.2 beschreven scenario’s is de inpassing van de ruimtestaat in het gebouwconcept onderzocht. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • De gebouwstructuur moet passen bij de er in geprojecteerde functies. De dans- en balletstudio’s zijn bijvoorbeeld gedacht in de grote kolomvrije kap van de Premix. Geluidsstudio’s en popoefenruimten zijn, als doos in doosconstructie, gedacht in de kelder van de Petfood. • Clustering van functies in verband met vindbaarheid. Het gebouwencomplex is groot. Om te voorkomen dat bezoekers verdwalen dienen de functionele indeling en de bewegwijzering volstrekt helder te zijn. Functionaliteit en efficiënte bedrijfsvoering staan voorop. Het gebouwencomplex zal immers voor een periode van ten minste 40 jaar mede bepalend zijn voor de exploitatie. Dit is voor veel functies van belang en met name voor het theater en de logistiek ervan aan de achterzijde. Dat is de plaats waar de toneelgezelschappen hun (grote) vrachtauto’s bij voorkeur direct op de betreffende tonelen laden en lossen. Het verschil tussen scenario 1 en 2 zit, conform de opdracht, in de uitvoering van de grote zaal. Bij scenario 1 is inpassing van de grote zaal in de bestaande bebouwing uitgangspunt en bij scenario 2 wordt de grote zaal nieuw gebouwd. De inpassing van scenario 1 wordt weergegeven in bijlagen 9 en 10 en scenario 2 wordt weergegeven in bijlagen 11 en 12. Voor beide scenario’s geldt: • De maat en schaal van de betreffende gebouwen op het CHV-complex passen goed, maar niet naadloos, bij het door de instellingen benodigde ruimteprogramma. Het is niet mogelijk om een goede grote zaal, met theaterfunctie, te realiseren binnen de muren van de Koekloods, omdat deze te smal is. Andere gebouwen zijn nog minder geschikt voor deze functie. Daardoor zal voor beide scenario’s gebruik moeten worden gemaakt van een deel van de ruimte van de Verlaadloods ten behoeve van de zalenfunctie. Bij scenario 1 zijn het toneel van de grote zaal, de kleine zaal en de backstage faciliteiten in de Verlaadloods voorzien. Bij scenario 2 wordt niet alleen het toneel maar de gehele grote zaal in de Verlaadloods gepland. In scenario 2 zijn daarenboven, net als in scenario 1, de kleine zaal en de backstage faciliteiten in de Verlaadloods gepland. • De overige functies, zoals educatie, sociaal-cultureel, expositie en jeugd en jongeren, kunnen prima worden ingepast in de bestaande bebouwing. Het is mogelijk om op de Noordkade een functioneel gaaf conceptueel totaalplan te realiseren. 1.4.4

Fasering Zowel bij het opstellen van het ruimteprogramma als bij de inpassingsstudie is aandachtig naar de faseringsmogelijkheden gekeken. Vastgesteld is dat het Kunsten cultuurcluster de vorm heeft gekregen van een functioneel totaal geïntegreerd concept, dat in de volgende fase als zodanig integraal architectonisch ontworpen zal moeten worden. Zoals hiervoor reeds is gesteld is een zekere fasering binnen het eindplan mogelijk. De eerste fase, waarin alle functies min of meer gelijktijdig naar


24


Fase 1 opp m2 bvo 367 705 1.478 765 513 249 98 2.122 1.222 675 608 3.722 405 750 13.680

Eindbeeld opp m2 bvo 367 705 1.478 765 513 249 98 2.122 1.222 810 608 6.248 1.000 1.000 17.186 Figuur 5

Totaaloverzicht stichtingskosten Kunst- en cultuurcluster Veghel Scenario 1

Scenario 2

Grondkosten

4.876.430

4.876.430

Bouwkosten

21.702.918

21.440.935

149.013

149.013

3.937.590

3.960.831

30.665.950

30.427.209

Inrichtingskosten Bijkomende kosten Stichtingskosten (excl BTW)

Figuur 9


25

de Noordkade verhuizen meet circa 13.680 m2 BVO. De eindomvang is circa 17.186 m2 BVO (zie figuur 5). De fasering heeft onder meer betrekking op de expositie- en kunsteducatiefunctie waarvoor is vastgesteld dat het ruimteprogramma voor deze functie (lit 1) een langere termijnvisie betreft, die in de tijd onvoldoende aansluit bij de huidige bedrijfsvoering. Gekozen is voor een gefaseerde aanpak, waarbij in vergelijking met de huidige situatie, sprake is van een flinke stap vooruit bij de verhuizing naar de Noordkade (startsituatie). Aldus krijgt de organisatie de kans om te groeien in de geambieerde ontwikkelrichting en worden te extensief gebruik en leegstand van met name atelierruimten, die zou kunnen ontstaan wanneer het Programma van Eisen van COEK in één keer zou worden gerealiseerd, in de startperiode voorkomen. Verder onderzoek naar de mogelijkheden van het eerder verhuizen van functies naar de Noordkade is pas mogelijk wanneer er een architectonisch ontwerp is voor het gehele Kunst- en cultuurcluster, dat de instemming heeft van alle betrokken partijen. In dit kader constateren wij voorts dat, met uitzondering van de muziekschool en het jeugden jongerencentrum, alle instellingen in hun huidige huisvesting goed kunnen functioneren. Bij deze instellingen ontbreekt dus de prikkel om van hun huidige goed functionerende huisvesting te verhuizen naar een interimsituatie op de Noordkade. Ten slotte kan voor de muziekschool geconstateerd worden dat het middel van het tijdelijke huisvesting op een locatie waar druk gebouwd wordt (en dus veel (geluids)overlast is) naar alle waarschijnlijkheid erger is dan de kwaal. 1.4.5

Raming investeringskosten Het investeringsvolume voor scenario 1 is becijferd op € 30,7 miljoen, voor scenario 2 is dat € 30,4 miljoen. De genoemde bedragen zijn prijspeil heden, exclusief BTW, exclusief theatertechnische installaties19 en exclusief losse inventaris. Figuur 9 toont de kostenopbouw van de beide scenario’s op het hoogste aggregatieniveau. Om transparante, onafhankelijke besluitvorming door het gemeentebestuur mogelijk te maken is bij geen van de berekeningen rekening gehouden met de realisatie van het Foodcluster. Bij de berekening van de investeringskosten zijn wij uitgegaan van de aankoop van de benodigde grond en gebouwen. De grondkosten zijn berekend op €4,9 miljoen, met als belangrijkste kostenposten de aankoop van de grond onder de gebouwen en de aankoop van het benodigde parkeeroppervlak20. Hiervoor is een prijs gehanteerd van €130,= per m2. Dit bedrag is conform de gemeentelijke nota grondbeleid voor maatschappelijke functies. Voorts is bij de berekeningen uitgegaan van de aankoop van de bestaande

19

De kosten voor de theatertechnische installaties zijn door Theateradvies BV geraamd. Een specificatie van de kosten van de theatertechniek is in bijlage 12 opgenomen. Deze kosten zijn meegenomen in de exploitatieberekeningen. 20 In totaal meet het aan te kopen terrein, inclusief parkeervoorzieningen en buitenruimte 15.697 m2


26

Totaal huisvestingslasten Uitgangssituatie

optie 0

Scenario 1a

Scenario 1b

met pop

zonder pop

Scenario 2a Scenario 2b volledig nieuwe volledig nieuwe zaal zaal met pop zonder pop

Eigenaarslasten

202.000

911.000

2.263.000

2.261.000

2.247.000

Gebruikerslasten

280.000

322.000

749.000

733.000

746.000

2.246.000 730.000

Totaal

482.000

1.233.000

3.012.000

2.994.000

2.993.000

2.976.000

Figuur 10


27

gebouwen21. De gemiddelde technische restwaarde van de gebouwen kan getaxeerd worden op € 150,= tot € 200,= per m2. Veiligheidshalve zijn wij uitgegaan van € 200,= per m2. Het totale aankoopbedrag voor grond en gebouwen is aldus bepaald op circa € 4 miljoen. De overige € 0,9 miljoen bestaan onder meer uit overdrachtsbelasting, notariskosten, sloopkosten, kosten voor de aanleg van infrastructuur enz. Uit het overleg met Fakton over het voorgaande bleek dat bij de grondkosten mogelijk sprake is van een dubbeltelling. Veelal is het zo dat de grondkosten betrekking hebben op bouwrijpe grond, waarin de kosten voor bijv. parkeren en de aanleg van de infrastructuur reeds zijn opgenomen. Als dat zo blijkt te zijn dan zullen de grondkosten lager uitvallen. Voorts zijn de kosten inclusief de vaste inventaris, zoals voor balies, pantries, lichtwering binnen, bewegwijzering e.d. en inclusief de kosten voor onder meer de architect en de adviseurs, directievoering op de bouw, onvoorzien enz. Een en ander dusdanig dat een compleet gebruiksklaar gebouw kan worden opgeleverd. Voor alle duidelijkheid: Kosten die binnen het kader van dit onderzoek niet kunnen worden geraamd zijn: losse inventaris en apparatuur (bijv. Voor Pieter Brueghel).

1.5

Exploitatielasten huisvesting Om een goede analyse van de financiele ontwikkeling van de opties en scenario’s mogelijk te maken is de exploitatie gesplitst in een huisvestingsdeel (hoofdstuk 5) en een programmadeel22 (hoofdstuk 6).

1.5.1

Eigenaarslasten en gebruikerslasten In figuur 10 zijn de huisvestingslasten weergegeven voor de volgende scenario’s: • de uitgangssituatie: dit is de actuele situatie, waarbij de cijfers afkomstig zijn uit de jaarrekeningen van 2010 van de instellingen (exclusief de huidige tijdelijke voorzieningen voor het jongerencentrum23). • voor optie 0, waarbij Pieter Brueghel samen met MIK wordt gehuisvest aan de Middegaal en het theater van de Blauwe Kei wordt geüpgraded en een jeugden jongerencentrum op een nader te bepalen locatie gerealiseerd zal worden24 • de scenario’s 1a, 1b, 2a en 2b De huisvestingslasten zijn onderverdeeld in eigenaarslasten en gebruikerslasten. • De eigenaarslasten bestaan uit kapitaallasten (annuïtair berekend), kosten voor groot onderhoud van het gebouw, zakelijke lasten en de kapitaallasten van de vaste theatertechnische installaties. • De gebruikerslasten, de gebouwgebonden exploitatielasten, zijn opgebouwd uit energie-, schoonmaak- en onderhoudskosten, zakelijke en overige 21 22 23 24

Er is berekend dat in totaal 9.999 m2 gebouwen zal worden aangekocht. Waarvan onder meer de kosten voor de organisatie deel uit maken. De huurlasten daarvan bedragen bij benadering € 25.000,=. Gebruikerslasten zijn niet bekend. Deze optie is eerder door Fakton in kaart gebracht (lit. 5)


28

Totaal programma-exploitatie (exclusief huisvesting) Uitgangssituatie

startsituatie met pop

startsituatie zonder pop

na 3 jaar met pop

na 3 jaar zonder pop

Baten

3.520.000

3.719.000

3.613.000

4.585.000

4.479.000

Lasten

3.041.000

3.740.000

3.478.000

4.356.000

4.094.000

Saldo

479.000

-21.000

135.000

229.000

385.000

Figuur 11

Exploitatie per functie na 3 jaar 16 januari 2012 na 3 jaar educatie Uitgaven € personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten Totaal inkomsten Saldo

na 3 jaar na 3 jaar expositie theater&film 255.000 298.000

na 3 jaar bestuur en jongeren poppodium com/soccult

381.000 684.000

25.000

274.000

344.000 25.000

10.000 15.000

108.000 31.000

196.000 24.000

130.000

896.000

1.654.000

180.000

1.588.000

274.000

1.030.000 112.000 583.000

56.000 5.000 83.000

803.000

149.000

120.000 123.000 20.000 20.000 115.000

1.055.000 1.119.000 123.000 502.000 106.000 144.000 1.283.000 24.000

398.000

4.356.000

137.000 20.000 15.000 29.000 61.000

699.000

262.000

38.000 68.000

689.000

17.000 70.000

183.000

Totaal

2.038.000 117.000 1.403.000 757.000 17.000 253.000

start en na 3 jaar huidig toekomst com/soccult com/soccult

49.000

123.000

46.000

115.000

95.000

238.000

299.000

689.000

1.908.000

144.000

1.589.000

149.000

106.000

689.000

4.585.000

299.000

689.000

254.000

-36.000

1.000

-125.000

-156.000

291.000

229.000

204.000

451.000

Figuur 24: Exploitatie per functie na 3 jaar (exclusief huisvestingslasten Noordkade) Zie bijlage 12.4 voor de aannames en uitgangspunten.


29

lasten en herinvesterings- en onderhoudskosten die verband houden met theatertechniek. 1.5.2

Vergelijking uitgangssituatie, optie 0 en scenario’s De uitgangssituatie heeft betrekking op de actuele stand van zaken. Wij constateren echter dat de huisvestingslasten geen getrouw beeld geven van de daadwerkelijke kosten. Onder meer wordt in de exploitatie onvoldoende voorziening gerealiseerd om na verloop van tijd het vastgoed en de installaties op niveau te houden. Op een gegeven moment komen de instellingen (en daarmee de gemeente) voor grote niet voorziene kosten te staan. Optie 0 is door Fakton in kaart gebracht. De hierbij gebruikte methode is de methodische basis voor de berekening en presentatie van de huisvestingslasten van de scenario’s. Fakton berekende de kapitaallasten annuïtair, waarbij de annuïteit is bepaald over de waarde van zowel grond als de opstallen. Tijdens het overleg dat wij zeer onlangs hadden bespraken wij dat deze methode vorig jaar, op dat moment in het proces, voldeed aan de eisen m.b.t. de korrelgrootte. In deze fase zouden wij, met zulke grote investeringen, liever kiezen voor een benadering met een fijnere korrelgrootte, waarbij niet wordt afgeschreven op de grond en er mogelijk ook een restwaarde aan de opstallen wordt toegekend. Het financiële plaatje zou er vriendelijker van worden. Met deze wetenschap kan gelezen worden dat de gezamenlijke huisvestingslasten voor eigenaar én gebruiker oplopen van € 0,5 miljoen25 via €1,2 miljoen voor de 0optie naar circa € 3 miljoen voor alle scenario’s (1a, 1b, 2a, 2b). De kosten voor de verschillende huisvestingsscenario’s zijn vrijwel identiek.

1.6

Exploitatielasten programmadeel In figuur 11 is voor 5 scenario’s de exploitatie van het programmadeel weergegeven.

1.6.1

Uitgangssituatie De uitgangssituatie is gebaseerd op de consolideerde jaarrekeningen 2010 van MIK, Pieter Brueghel, de Compagnie en De Blauwe Kei2627. Dat jaar resulteerde voor de instellingen gezamenlijk in een negatief resultaat van € 3.000,-. Zie hiervoor het rekenschema “Exploitatie bestaand per instelling jaarrekening 2010” in bijlage 12. Door de afzondering van de huisvestingslasten, groot € 482.000,= (zie de eerste kolom van figuur 10), lijkt een positief bedrijfsresultaat te ontstaan groot € 479.000,=.

1.6.2

Startsituatie met pop In de startsituatie gaan wij ervan uit dat de functies (instellingen) met de bijbehorende programma- exploitatie één op één overgaan naar de Noordkade. De 25 Waarvan wij vaststelden dat het in 2010 cijfermatig lijkt te kloppen maar dat het geen getrouw beeld geeft van de werkelijke kosten op lange termijn. 26 De gegevens voor de bestaande (tijdelijke) jongerencentra zijn niet verwerkt in de uitgangssituatie. Deze zijn bij 4advies niet op exploitatieniveau bekend. 27 Hierdoor blijven in dit onderzoek de aangekondigde bezuinigen buiten beeld.


30

Totaal huisvestingslasten Optie 0

Scenario 1a

Scenario 1b

met pop

zonder pop

911.000

2.263.000

2.261.000

UitgangsSituatie


Eigenaarslasten

202.000

2.247.000

2.246.000

Gebruikerslasten

280.000

322.000

749.000

733.000

746.000

730.000

Totaal

482.000

1.233.000

3.012.000

2.994.000

2.993.000

2.976.000

Figuur 10




na 3 jaar met pop


Baten

3.520.000

3.719.000

3.613.000

4.585.000

4.479.000

Lasten

3.041.000

3.740.000

3.478.000

4.356.000

4.094.000

Saldo

479.000

-21.000

135.000

229.000

385.000

Figuur 11


31

baten nemen per saldo ten opzichte van de uitgangssituatie met € 199.000,= toe. Dit komt met name door de jongeren- en de popfunctie. De kosten nemen echter toe met circa € 700.000,=. Dit komt voornamelijk voor conto van de extra bestuurskosten en de kosten voor jeugd en jongeren. 1.6.3

Startsituatie zonder pop Het verschil met de startsituatie met pop wordt volledig verklaard door de cijfers uit de laatste kolom van figuur 28. Zonder pop nemen de lasten af met € 262.000,= en de baten nemen af met € 106.000,=.

1.6.4

Situatie na drie jaar met pop De exploitatie na drie jaar moeten gezien worden als een integraal totaal dat niet meer een op een vergelijkbaar is met de ‘oude’ instellingsexploitaties. Op functieniveau in de culturele sfeer is er sprake van veel verschuivingen. Per saldo verbeterd het resultaat in drie jaar met circa € 250.000,=.

1.6.5

Situatie na drie jaar zonder pop Ook voor de situatie na drie jaar is de exploitatie zonder pop ca. € 155.00,= positiever dan met pop.

1.6.6

Eindconclusie m.b.t. exploitatie Figuren 10 en 11 tonen de huisvestingslasten en de programma-exploitatie voor de verschillende opties. De conclusie daaruit is dat de huisvestingslasten bij verhuizing naar de Noordkade zullen stijgen. De ontwikkeling van de programma-exploitatie laat een positieve tendens zien. De extra lasten ten gevolge van de huisvesting kunnen echter niet worden gedekt uit de extra rendementen van de programmaexploitatie28. Het verschil tussen de programma-exploitatie met en zonder pop bedraagt ca. € 155.000,=.

1.7

Conclusies samengevat 1. De betrokken instellingen zijn enthousiast en willen graag tezamen naar de Noordkade verhuizen. Door de realisatie van het Kunst- en cultuurcluster op de Noordkade ontstaat een complex dat uniek is in maat, schaal en uitstraling en daardoor zowel inhoudelijk als financieel grote kansen en uitdagingen biedt. Op de Noordkade speel je als culturele instelling in een andere divisie. Hierdoor zal de toekomst wezenlijk anders worden. 2. Om onafhankelijke besluitvorming mogelijk te maken is bij geen van de exploitatieberekeningen rekening gehouden met de realisatie van het Foodcluster. Met de win-win situatie die hier gerealiseerd kan worden is er m.b.t. de exploitatie sprake van een groot “upward potential”, dat ingezet zou kunnen worden voor de verdere ontwikkeling van het Kunst- en cultuurcluster op de Noordkade.

28 De exploitatiegegevens voor het programmadeel zijn in deze fase slechts indicatief weer te geven. Ze zijn opgesteld vanuit een expert opinion op basis van de wensen en ambities van de betrokkenen. In de volgende fase dient in dialoog met de betrokken partners een businessplan ontwikkeld te worden.


32

Totaal huisvestingslasten UitgangsSituatie

optie 0

Scenario 1a

Scenario 1b

met pop

zonder pop


Eigenaarslasten

202.000

911.000

2.263.000

2.261.000

2.247.000

Gebruikerslasten

280.000

322.000

749.000

733.000

746.000

2.246.000 730.000

Totaal

482.000

1.233.000

3.012.000

2.994.000

2.993.000

2.976.000

Figuur 10




na 3 jaar met pop


Baten

3.520.000

3.719.000

3.613.000

4.585.000

4.479.000

Lasten

3.041.000

3.740.000

3.478.000

4.356.000

4.094.000

Saldo

479.000

-21.000

135.000

229.000

385.000

Figuur 11


33

3. De maat en schaal van de betreffende gebouwen op het CHV-complex passen goed, maar niet naadloos, bij het door de instellingen benodigde ruimteprogramma. Het is niet mogelijk om een goede grote zaal te realiseren binnen de muren van de Koekloods. Andere gebouwen zijn nog minder geschikt voor deze functie. Daardoor zal gebruik moeten worden gemaakt van een deel van de ruimte van de Verlaadloods ten behoeve van de theaterfunctie. Bij scenario 1 zijn het toneel van de grote zaal, de kleine zaal en de backstage faciliteiten in de Verlaadloods voorzien. Bij scenario 2 wordt niet alleen het toneel maar de gehele grote zaal in de Verlaadloods gepland. In scenario 2 zijn, net als in scenario 1, ook de kleine zaal en de backstage faciliteiten in de Verlaadloods in de Verlaadloods gepland. 4. De overige functies, zoals educatie, sociaal-cultureel, expositie en jeugd en jongeren, kunnen prima worden ingepast in de bestaande bebouwing. Het is mogelijk om op de Noordkade een functioneel gaaf conceptueel totaalplan te realiseren. 5. Scenario 2 is net iets efficiënter te realiseren, waardoor de kosten voor dit scenario een fractie lager uitvallen dan die voor scenario 1. Het investeringsvolume voor scenario 1 is berekend op € 30,7 miljoen, voor scenario 2 op € 30,4 miljoen. De genoemde bedragen zijn prijspeil heden, exclusief BTW, theatertechnische installaties en losse inventaris. 6. Een gefaseerde planontwikkeling en -realisatie is mogelijk en wenselijk. Het ruimteprogramma van het Kunst- en cultuurcluster is integraal. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat meteen in de eerste fase alle functies naar de Noordkade zullen verhuizen. Verder onderzoek naar de mogelijkheden van het eerder verhuizen van functies naar de Noordkade is pas mogelijk wanneer er een architectonisch ontwerp is voor het totale Kunst- en cultuurcluster, dat de instemming heeft van alle betrokken partijen. Het ruimteprogramma voor de eerste fase van het Kunst- en cultuurcluster meet circa 13.680 m2 BVO. De eindomvang is circa 17.186 m2 BVO. 7. De in het vorige punt beschreven gefaseerde planontwikkeling voorkomt niet alleen leegstand en investeringen op een te vroeg moment, maar geeft ook de mogelijkheid om flexibel in te spelen op nu nog onbekende ontwikkelingen die komen gaan. De toekomstige groei kan niet geheel binnen de bestaande gebouwen29 gerealiseerd worden. Daarvoor is een ruimtereservering buiten de contouren van de huidige bebouwing nodig. 8. De realisatie van een middelgroot poppodium dat direct de concurrentie moet aangaan met alle omliggende podia wordt niet aangeraden. Wel kan een podium in directe relatie met jeugd en jongeren een aantrekkelijke optie zijn. Dit omdat het kan worden gerealiseerd binnen de m2 die sowieso door de jeugd en jongeren gewenst zijn. Er zijn dus geen extra investeringen in stenen nodig. Terwijl de functie inhoudelijk, een poppodium door en voor jongeren, door 29 Wij maken in onze studie gebruik van de volgende gebouwen: Het zuidelijk deel van de Verlaadloods, wij stellen voor om die te slopen en te vervangen door plaatselijke nieuwbouw, de Koekbouw, de daarnaast gelegen verkeersruimte, de Mengerij, de Petfood, de Tussenbouw, de Premix, Proeffabriek en het Hoofdkantoor. Het Wiebenga-monument gebruiken wij niet omdat dit gebouw functioneel ongeschikt is. Ook voor de NPF-toren zien wij geen passende bestemming met een duurzame exploitatie.


34


35

9.

10.

11.

12.

13.

14.

Vivaan en de Jongerenraad hoog gewaardeerd wordt. Voorts zal ook een deel van de theaterprogrammering betrekking hebben op popmuziek. Met betrekking tot organisatie en beheer stellen wij een proces voor dat op termijn leidt naar één organisatie met een Raad Van Toezicht model, conform de uitgangspunten van de Code Cultural Governance. Dit proces dient praktisch te worden vormgegeven, waarbij de bestaande formatie in de toekomst maximale kansen krijgt. Figuren 10 en 11 tonen de huisvestingslasten en de programma-exploitatie voor de verschillende opties. De conclusie daaruit is dat de huisvestingslasten bij verhuizing naar de Noordkade zullen stijgen. De ontwikkeling van de programma-exploitatie laat een positieve tendens zien. De extra lasten ten gevolge van de huisvesting kunnen echter niet worden gedekt uit de extra rendementen van de programma-exploitatie. In de exploitatie is de volledige investeringssom (inclusief de grondkosten) doorvertaald in kapitaallasten (afschrijvingstermijn 40 jaar, rente 5%). Dit is conform de wijze waarop Fakton dat doet voor de 0-optie30. Aanbevolen wordt om het poppodium te ontwikkelen in directe relatie met het jongerenwerk van Vivaan. Daarnaast is popprogrammering voor een bredere doelgroep mogelijk in één van de multifunctionele zalen van het complex. Financieel kan uit figuur 10 geconcludeerd worden dat, qua huisvestingslasten, het verschil tussen wel of geen poppodium zeer klein is. Dit komt doordat de jongerenruimte multifunctioneel is en tevens ingezet zal worden als popconcertzaal. In de exploitatie is er wél sprake van een betekenisvol verschil in de kosten. Scenario 2 heeft de voorkeur boven scenario 1 omdat: • De functionaliteit van een geheel nieuwe zaal, vanuit de theaterfunctie beschouwd, beter is dan die van een zaal die binnen bestaande bebouwing gerealiseerd zal worden. • De monumentale waarde van het Koekgebouw in dit scenario veel beter tot zijn recht komt. • Scenario 1 op geen enkel aspect substantiële meerwaarde heeft ten opzichte van scenario 2. • Scenario 2 ook nog een fractie goedkoper is. Tot slot nog een woord over de vraag hoe u dit rapport zou moeten zien. Dit haalbaarheidsonderzoek moest in korte tijd tot stand worden gebracht en er zijn veel personen en disciplines bij betrokken. Alle betrokkenen (instellingen en adviseurs) zijn enthousiast en hebben geconstateerd dat er bijzondere kansen en mogelijkheden zijn. De kansen van een gezamenlijke huisvesting op de Noordkade liggen op veel terreinen, zoals de nationale uitstraling en de regionale cultureel-maatschappelijke betekenis van Veghel, de kwaliteit en de

30

Tijdens het overleg dat wij zeer onlangs met Fakton hadden bespraken wij dat deze methode vorig jaar, op dat moment in het proces, voldeed aan de eisen m.b.t. de korrelgrootte. In deze fase zouden wij, met zulke grote investeringen, liever kiezen voor een benadering met een fijnere korrelgrootte, waarbij niet wordt afgeschreven op de grond en er mogelijk ook een restwaarde aan de opstallen wordt toegekend. Het financiële plaatje zou er vriendelijker van worden.


36


37

organisatie en exploitatie van de culturele instellingen en natuurlijk de accommodatie. 15. De generale conclusie van betrokken experts is: “door de oogharen kijkend moet het kunnen conform de ontwikkelde ruimtelijke modellen”. Dat wil niet zeggen dat het ook precies zó ontworpen MOET worden. In de volgende stap dient eerst het programma van eisen verder uitgewerkt te worden en zal de juiste architect voor deze belangrijke ontwerpopgave moeten worden gekozen conform de Europese richtlijnen. De gekozen architect dient de vrijheid te hebben om de in het programma van eisen gedefinieerde ontwerpopgave, binnen de kaders (van o.m. het bouwbudget), vorm te geven. De realisatie van het Kunst- en cultuurcluster aan de Noordkade is cultureel, maatschappelijk én economisch belangrijk. In geval van een positief besluit door de gemeenteraad moet en zal het één van de belangrijkste visitekaartjes van Veghel worden. Daarom, en ook vanwege het prijskaartje, benadrukken wij het belang van een solide vervolgtraject met weloverwogen, maatschappelijk verantwoorde besluitvorming. 1.8

Ten slotte Dit haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade Veghel is tot stand gekomen in de periode 14 november 2011 t/m 30 januari 2012. De doorlooptijd is kort voor een integraal onderzoek van een project van deze omvang, dat bovendien in dialoog met de culturele instellingen en de opdrachtgever is uitgevoerd. Het onderzoek, dat meerdere scenario’s en opties omvatte, had onder meer betrekking op de volgende aspecten: • Gezamenlijke visieontwikkeling • Doorvertaling naar inhoudelijk basisplan (o.m. het toekomstig aanbod) • Organisatie- en beheermodel • Ruimteprogramma • Inpassingsmogelijkheden in het CHV-complex • Technische mogelijkheden (o.m. bouwfysica en theatertechniek) • Raming investeringskosten • Exploitatielasten huisvesting • Exploitatielasten programmadeel. Aan dit onderzoek is gewerkt door een team van specialisten. Het onderzoeksresultaat beschouwen zij als een houtskoolschets, die op hoofdlijnen een adequaat beeld geeft. Bij de verdere uitwerking van de plannen kan blijken dat er op detailniveau afwijkingen zijn. Bij een project van deze schaal is er echter voldoende sturingsruimte om het project uiteindelijk binnen de gewenste bandbreedte te realiseren.


38


39

2 2.1

Inhoudelijk basisplan Inleiding De tekst die voor u ligt is een bouwplan. Een inhoudelijk bouwplan dat beschrijft welk enorm inhoudelijk potentieel er zou kunnen ontstaan wanneer de Veghelse cultuurinstellingen worden samengebracht op het Noordkade terrein. Het laat zien dat de ontwikkeling van een nieuwe kern, zoals beschreven in het Masterplan Veghel Centrum 2030, daadwerkelijk een volgende stap in de roemrijke geschiedenis van Veghel kan worden. Dit plan is ontstaan in samenwerking met de betrokken instellingen zelf. Dat zijn MIK, Pieter Brueghel, De Blauwe Kei, De Compagnie, Plein 23, Vivaan en de Jongerenraad Veghel. Dit plan is door hen geaccordeerd en wordt volledig gedragen door deze instellingen. Dit is waar ze graag hun schouders onder willen zetten. Dit is wat zij tot een succes willen maken. De adviesbureaus Cultuurbedrijf BV en 4advies hebben al te hoge verwachtingen getemperd en er een realistisch plan van gemaakt.

2.2

Drie onderzoeken De gemeente Veghel heeft in deze context in september 2011 Cultuurbedrijf BV gevraagd een bijdrage te willen leveren door samen met de betrokken cultuurinstellingen en het jongerenwerk31 een inhoudelijk basisplan te ontwerpen. Op basis daarvan kan een doorrekening plaatsvinden ten behoeve van de investering en exploitatie van het basisplan. Die opdracht daarvoor werd verleend aan 4advies. In goed overleg met - en instemming van - de gemeente hebben Cultuurbedrijf BV en 4advies besloten samen op te trekken en één advies samen te stellen. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan een zorg van partijen m.b.t. de samenhang tussen en presentatie van - de verschillende adviesrapporten. Daarnaast brengt adviesbureau Fakton een advies uit met betrekking tot het onderzoek naar de financiële aspecten van de totale gebiedsontwikkeling.

2.3

Drie opties De onderzoeken strekken zich uit over 3 opties. Optie 0:

Bij deze optie zal het huidige gebouwencomplex van Pieter Brueghel aan de Middegaal worden uitgebreid met nieuwbouw voor MIK. De Blauwe Kei blijft op de huidige locatie aan het Stadhuisplein, waarbij

31

De betrokken instellingen zijn MIK, Pieter Brueghel, De Blauwe Kei, De Compagnie , Plein23, Vivaan en de Jongerenraad (ten aanzien van de mogelijkheden voor een jongerencentrum en poppodium).


40

Figuur 13: Mission statement COEK


41

het gehele gebouw geüpgraded wordt. Daarnaast wordt een jeugden jongerencentrum gerealiseerd op een nader te bepalen locatie32. Scenario 1:

Alle instellingen verhuizen naar de Noordkade waar ze allen integreren in de bestaande gebouwen.

Scenario 2: Alle instellingen gaan naar de Noordkade, waar ze integreren in de bestaande gebouwen. De grote zaal voor het theater zal geheel als nieuwbouw worden gerealiseerd. In alle opties wordt een jeugden jongerencentrum gerealiseerd. In optie 0 zal gezocht moeten worden naar een locatie. Bij optie 1 en 2 integreert het jeugden jongerencentrum in het Kunst- en cultuurcluster en daarmee in de bestaande gebouwen. Daarnaast wordt bij optie 1 en 2 de realisatie van een sociaal-culturele functie en een poppodium onderzocht. De sociaal-culturele functie is in feite de gemeenschapshuis functie. Ook de Kern Veghel heeft – zoals de andere kernen baat bij een gemeenschapshuis. Bij optie 0 kan mogelijk het huidige voorzieningen niveau niet worden gehandhaafd. Bij optie 1 en 2 ontstaat een nieuw Kunst- en cultuurcluster en moet er een besluit worden genomen over de exploitatie (en daarmee de gemeentelijke bijdrage). De gemeente Veghel heeft MIK en Pieter Brueghel gevraagd hun visie te geven op een Kunst- en cultuurcluster op de Noordkade. Zij hebben een mission statement (zie figuur 13) opgesteld. Naast MIK, Pieter Brueghel en De Compagnie hebben de partijen die meedenken over het jeugden jongerencentrum (Vivaan, MIK, Pieter Brueghel en gemeente) zich achter dit mission statement geschaard. Dit geldt niet voor De Blauwe Kei. De Blauwe Kei heeft een visie neergelegd voor verplaatsing naar de Noordkade. Deze visie gaat uit van het realiseren van nieuwbouw van een (grote) zaal en integratie (van alle andere benodigde functies) in de bestaande bebouwing. De gemeenteraad heeft opdracht gegeven een onderzoek te doen naar de haalbaarheid van een theater geïntegreerd in de bestaande gebouwen. In het kader van dit advies is gesproken met de Blauwe Kei over een zowel een nieuw te bouwen- als een in de bestaande bouw geïntegreerd- theater. Doel is dat alle partijen zich kunnen vinden in- en committeren aan- het Basisplan. Op basis daarvan wordt een investerings- en exploitatiemodel doorgerekend voor de opties 1 en 2 die beiden uitgaan van samenvoeging. Van Inhoud naar Vorm naar Investering en Exploitatie.

32 Alle informatie van deze optie was bij aanvang van het onderzoek bekend. Naar deze optie hoefde dus geen onderzoek te worden gedaan. Deze optie zal in dit rapport op dezelfde wijze gepresenteerd worden als de beide scenario’s.


42


43

2.4

Basisplan Het Basisplan beschrijft de inhoudelijke winst van het bijeen brengen van alle culturele functies. Het beschrijft wat inhoudelijk minimaal nodig is om het Kunst- en cultuurcluster de gewenste vliegwielfunctie te kunnen laten vervullen. Dat leidt tot een indicatie van werkelijk benodigde vierkante meters. Op grond daarvan doet 4advies een inpassingsstudie met betrekking tot realisatie van alle functies binnen de bestaande bebouwing (optie 1) én (optie 2) met een grote zaal buiten de bestaande bebouwing. Zo ontstaat betrouwbaar inzicht in de kosten van exploitatie van het gehele Kunst- en cultuurcluster in 2 opties. Het succes van het Kunst- en cultuurcluster hangt – naast een sterke inhoud – natuurlijk ook af van de omgeving en ontwikkeling van het gehele Noordkade terrein. We onderscheiden in het Kunst- en cultuurcluster de volgende functies: 1. De educatiefunctie 2. De podiumfunctie a. De professionele theaterfunctie b. De sociaal-culturele functie c. De poppodiumfunctie d. De commerciële functie e. Geheel van podiumfuncties 3. De expositiefunctie 4. De jongerencentrumfunctie We brengen hierna in kaart welke mogelijkheden de instellingen, die nu in Veghel deze functies uitoefenen, zien in een verregaande samenwerking, de versterking van de inhoud en een vergroot publieksbereik.

2.4.1

De educatiefunctie De directie van MIK/PB ziet in de Noordkade goede mogelijkheden een groter publiek te kunnen bereiken en haar primaire taak – het bieden van goede Kunst- en cultuureducatie - uit te breiden. 1. De thema’s die leidend zijn voor het instituut kunnen op de Noordkade groeien: a. Ontmoeten: mensen nemen voor een belangrijk deel aan activiteiten bij MIK/PB om sociale redenen. Ontmoeten is essentieel. Goede horecafaciliteiten, drukte vanwege een scala van activiteiten voor een breed publiek (gezelligheid en veel personenverkeer) in een sfeervolle industriële ambiance, maken de activiteiten van MIK/PB heel aantrekkelijk vanuit het sociale motief van de deelnemers. b. Opleiden: in een aangename, goed geoutilleerde dansstudio, theaterlokaal, smederij, doka, of multimedia- of schilderlokaal leren mensen een artistiek vak. De basis van nagenoeg iedere kunstdiscipline wordt hier gelegd in de beste Arts & Crafts traditie.


44

Beoefenen en produceren Presenteren en optreden

Opleiden

Ontmoeten en verleiden

Figuur 14: De culturele keten


45

c.

2.

3.

4.

5.

Maken: wat geleerd is, wil gemaakt worden. De kroon op ieder opleidingsproces is het tot stand brengen van een kunstzinnig product. De ruimtes aan de Noordkade in combinatie met de professionals van MIK/PB zijn daarvoor de ideale voorwaarden. d. Presenteren: dat wat gemaakt wordt wil gezien worden. Wat niet gezien wordt bestaat niet. In een expositieruimte, een theater- dansof filmzaal kunnen mensen hun kunnen tonen aan familie, vrienden en onbekenden. Een Kunst- en cultuurcluster biedt daartoe (veel) meer mogelijkheden voor groter en breder publiek dan voor een individuele instelling haalbaar is. Op deze manier ontstaat er een culturele keten, die in onderlinge samenhang de verschillende functies van de Noordkade laat zien. Daarbinnen ligt ook de verbinding met de andere functies (zie figuur 14). Wanneer sociaal-culturele verenigingen (harmonieën en fanfares, muziekgezelschappen, literatuurclubs enz.) wekelijks aan de Noordkade op een vaste dag repeteren kan, veel gemakkelijker dan nu, de brug geslagen worden tussen de individuele- en de groeps- amateurkunstbeoefenaar. Er kan nieuwe samenwerking ontstaan wanneer de deelnemers van de verschillende activiteiten elkaar ontmoeten in de horecavoorziening. Ateliers en/of danslokalen van MIK/PB kunnen in de daluren verhuurd worden aan professionele kunstenaars, individueel werkende docenten in de kunstvakken zoals fotografen of particuliere dansscholen. Het versterkt de dynamiek in het Noordkade gebied. Wanneer een Jongerencentrum, en eventueel een Poppodium, aangehaakt wordt, ziet MIK/PB goede mogelijkheden de smederij, ateliers, repetitielokalen en studiofaciliteiten te verbinden met het bestaande jongerenwerk dat (beter en meer) workshops kan aanbieden en ontwikkelen voor hun specifieke publieksgroep. De afstand tussen het Jeugd en Jongerencentrum en de workshop lokalen is immers een kwestie van meters. Veel van de MIK/PB faciliteiten zijn prima geschikt voor de activiteiten zoals die door Vivaan en Jongerenraad georganiseerd worden. Denk daarbij aan de smederij, ateliers, studiofaciliteiten en werken repetitiefaciliteiten voor popmuziek. In goed overleg – en in een zorgvuldige planning – is het heel goed denkbaar dat de Educatiefunctie een stimulans voor het jongerenwerk in Veghel vormt. Nu al volgt een groot aantal jonge mensen lessen bij MIK/PB. MIK/PB kan in deze samenwerking een geheel nieuw publiek aanboren. Een nieuw talentenhuis kan ontstaan waarin – veel meer dan nu urban culture zoals skating, streetdance, rap, hip hop en het (re)mixen van muziek een plaats kan krijgen in het huidige muziekschool aanbod. In het onderzoek Amateurkunst – de feiten heeft het landelijke sectorinstituut Kunstfactor de deelname aan amateurkunst in Nederland in beeld gebracht. Zo’n 8 miljoen Nederlanders van zes jaar en ouder nemen deel aan een vorm van amateurkunst. Daarvan besteedt 57% meer dan 50 minuten per week aan zijn of haar kunstvorm. Daarin bevindt zich een snel


46


47

6. 7.

8.

9.

10.

11.

12.

groeiende groep van senioren. MIK/PB ziet goede mogelijkheden, in de dynamische totaalomgeving van de Noordkade, overdag senioren cursussen aan te bieden. Het aanbod en het publiek kan verbreed worden zonder dat aanvullende faciliteiten nodig zijn. Dat is mogelijk (en exploitatie-technisch aantrekkelijk) omdat het overgrote deel van de huidige cursisten lessen volgen buiten schooltijden waar senioren juist lessen kunnen volgen tijdens schooltijden. Het Sociaal Cultureel Planbureau verwacht dat er in 2030 circa de helft van de bevolking van 6 jaar en ouder een kunstdiscipline beoefent (lit. 32). De marktplaats voor cultuureducatie Plein 23 onderhoudt intensieve contacten met alle scholen voor primair- en voortgezet onderwijs in de wijde regio. Dat biedt goede kansen om alle kinderen en jongeren, in goed gestructureerde cultuurprogramma’s op het Noordkade terrein, kennis te laten maken met kunst & cultuur en het bijzonder industrieel erfgoed dat Veghel groot gemaakt heeft. De directie van MIK/PB heeft aangegeven dat – indien het Noordkade terrein wordt doorontwikkeld en andere activiteiten (buiten het Kunst- en cultuurcluster) aangehaakt worden - het profiel van de gehele Noordkade heel goed gestalte kan krijgen in de educatie activiteiten. De directie ziet goede kansen die unieke kwaliteit van het Noordkade gebied, samen met bedrijven en instellingen, uit te werken. Denk daarbij aan workshops, muziek, dans- en theateroptredens in de context van congressen of trainingsdagen of bezoeken van groepen aan het Noordkade terrein. Ook dat kan het rendement op de faciliteiten verder verhogen. MIK/PB beschikt voor een potentieel van ruim 150 professionele kunstenaars/docenten in alle disciplines en kan daarmee ook voor bedrijven uit de regio een belangrijke rol vervullen. Er kan uitstekend in opdracht gewerkt worden. Musici, theatermakers, dansers, rappers en streetdancers maar ook schilders, beeldhouwers en nieuwe mediaspecialisten kunnen rollen vervullen in de sfeer van congressen, bedrijfsbijeenkomsten, imagovorming, teambuilding en bedrijfsfeesten. Ook duidelijk is dat werkplaatsen voor specifieke activiteiten moeilijk gedeeld kunnen worden, maar wel ingezet kunnen worden in het kader van workshops bij congressen en grote bijeenkomsten. Denk daarbij aan werkplaatsen voor metaal, keramiek, fotografie, meubel maken en houtbewerking, doos in doos ruimten voor popmuziek/slagwerk en dans- en geluidsstudio’s. Het verleent het Noordkade gebied een uniek karakter. Ontmoetings- vergader- en presentatieruimten, zalen (o.m. voor theaterfunctie, congressen e.d.) en expositieruimten en algemene meer neutrale leslokalen (zelfs wanneer ingericht met enkele piano’s), garderobes horeca en toiletten kunnen heel goed gedeeld worden. Het spreekt vanzelf dat de educatiefunctie veelvuldig gebruik zal maken van alle presentatiefaciliteiten. Tenslotte is het zo dat de mogelijkheid kan worden benut (gezien het voorzieningenniveau) een professioneel theater- , dansof muziek-


48


49

gezelschap naar Veghel te halen dat Veghel tot vaste werkplaats kiest. Het zou de dynamiek in - en de bekendheid van - het gebied verder versterken. 2.4.2

De podiumfunctie De huidige Blauwe Kei heeft primair zowel een faciliterende functie voor alle sociaal-culturele verenigingen als een professionele theaterfunctie in Veghel. De mogelijkheden om naast de professionele theaterfunctie ook een goed gemeenschapshuis te zijn (de sociaal-culturele functie goed te vervullen), wordt tot op heden nog te vaak gehinderd door de beperkte zaalfaciliteiten. Daarnaast verhuurt de Blauwe Kei secundair op commerciële basis. Daardoor is nu minder gemeentelijk subsidie nodig en kan meer gedaan worden in de uitvoering van primaire taken als theater en sociaal-cultureel centrum. Directie en bestuur van de Blauwe Kei zien – onder voorwaarden – goede mogelijkheden in de context van de Noordkade activiteiten minimaal te handhaven en een rijk scala aan verbindingen te ontwikkelen. Wanneer de theaterfunctie van De Blauwe kei verplaatst wordt ontstaat een nieuw theater als onderdeel van een industrieel erfgoed omgeving; maar ook als onderdeel van een groot kunst educatiecentrum en een jongerencentrum, en van mogelijk meer (dan nu al het geval is) van een sociaal-culturele en een commerciële omgeving. Dat wordt een ander theater dan de huidige Blauwe Kei. Het gaat erom met de nieuwe culturele functies een zodanige infrastructuur te bouwen dat de vliegwielfunctie van de Noordkade kan functioneren. Dat betekent theater, educatie en expositie op een dusdanige wijze combineren en faciliteren, dat er een voorziening komt die uniek is in de regio. Uniek in zijn programmering en activiteiten en de combinaties met alle genoemde sectoren. Directie en bestuur van de Blauwe Kei hebben aangegeven dat – indien het Noordkade terrein wordt doorontwikkeld en andere activiteiten (buiten het Kunst- en cultuurcluster) aangehaakt worden, het profiel van de Noordkade mede tot uitdrukking kan komen in de professionele programmering. Zij zien goede mogelijkheden die uniciteit, samen met bedrijven en instellingen, uit te werken. Veghel kan uniek zijn in het samengaan van professionele en amateurkunst, in het mooiste gemeenschapshuis van Zuid Nederland met een rijke historie, met theater, dans, muziek, film, literatuur en beeldende kunst die vorm geeft aan de typische Veghelse identiteit: het enorme en succesvolle ondernemerschap dat Veghel kenmerkt in de voedselproductie voor mens en dier. Om een goed onderbouwd advies te kunnen geven met betrekking tot de theaterfunctie worden 4 functies, te weten professioneel theater, sociaal-culturele functie, de (mogelijke) poppodiumfunctie en de commerciële functie allereerst onderscheiden naar hun eigen kwaliteit en behoeften. Het totaalbeeld met betrekking tot de podiumbehoeften wordt door 4advies vertaalt in vierkante meters en meegenomen in de ruimtestaat. Daarop wordt door 4advies een ruimtelijke inpassing gedaan en wordt op basis van de hier beschreven inhoud en de


50


51

ruimtestudie een realistisch inzicht verkregen in de inhoudelijke potentie en de exploitatie van een nieuw Kunst- en cultuurcluster op de Noordkade. 2.4.2.1

De professionele theaterfunctie De Blauwe Kei programmeert nu ca. 90 professionele voorstellingen en concerten per jaar en behaalt daarmee – ook in landelijk perspectief – hoge zaalbezettingen. Daaruit blijkt dat de theaterprogrammering door de Veghelse bevolking zeer gewaardeerd wordt. Uit de gesprekken tussen de directie van de Blauwe Kei, Cultuurbedrijf en 4advies is duidelijk geworden dat een zaal van 650 stoelen minimaal noodzakelijk is om een gezonde exploitatie mogelijk te maken en – meer nog – het theater de vliegwielfunctie te laten vervullen die gewenst wordt in het Noordkade gebied. De programmering van een zaal kleiner dan 650 stoelen is niet in staat voldoende personenverkeer te genereren en zal het gebied zeker niet de culturele uitstraling kunnen geven die nodig is om de Noordkade als cultureel gebied op de kaart te zetten. De zaal kan groter zijn dan 650 stoelen. De exploitatievoordelen zullen waarschijnlijk niet evenredig zijn met de extra bouwkosten. Feit is dat een zaal met minder stoelen zeker niet goedkoper wordt in de exploitatie. Een en ander is afhankelijk van de aard van de programmering en de zaalbezetting. Een zaal van 650 is echter minimaal noodzakelijk voor de beoogde vliegwielfunctie. Los van de vraag of deze zaalcapaciteit binnen de bestaande bouw kan worden gerealiseerd (scenario 1) of dat voor een buiten-pandige grote zaal moet worden gekozen (scenario 2), is directie en bestuur van de Blauwe Kei van mening dat zalen, kantoren, foyer, garderobes en toiletten heel goed gedeeld kunnen worden. Het versterkt de eenheid van functies en het cultuurcluster als geheel.

2.4.2.2

De sociaal-culturele functie Veghel kent een rijk verenigingsleven. Een globale inventarisatie leert dat er – incl. de kerkdorpen - ca. 90 sociaal-culturele verenigingen actief zijn. Dat varieert van harmonieën, fanfares, koren, carnavalsverenigingen, muziek- dans- en musicalgroepen tot ouderenverenigingen. Om het potentieel van een nieuw cultuurcluster ten volle te benutten en om een maximaal verkeer van personen te genereren in dat deel van de stad, is het van belang dat zoveel mogelijk sociaalculturele verenigingen van de voorzieningen op de Noordkade gebruik kunnen en willen maken. Door podiumpresentatiefaciliteiten maar ook door repetitiefaciliteiten aan te bieden. En door te zorgen voor een goede sfeer en veel culturele dynamiek. Ook dat wordt meegenomen in de zaalbehoeften zoals die hierna worden beschreven. Daarmee kan het nieuwe Kunst- en cultuurcluster – meer dan de huidige Blauwe Kei - een sterke gemeenschapshuisfunctie voor de Kern Veghel gaan vormen. Het behoeft geen betoog dat een prachtig Grand Café daarin een belangrijke rol zou moeten spelen.


52


53

Bij dit onderdeel horen enkele belangrijke overwegingen: • Veel verenigingen repeteren op een vaste avond. Dat betekent dat een zaalfaciliteit altijd op een vaste avond beschikbaar moet zijn. Een zaal is in verband met deze horizontale programmering op bepaalde dagen dus niet beschikbaar voor professionele programmering of commerciële verhuur. Dat is vanuit het oogpunt van financieel rendement niet aantrekkelijk en pleit voor aparte repetitiefaciliteiten waar verenigingen altijd op een vaste avond terecht kunnen. In de aanvangssituatie zijn combinaties van repeteren en programmeren nog mogelijk. Op termijn – bij volledige bezetting van de programmafunctie- is die combinatie niet meer wenselijk. Daarom zijn er in het ruimteprogramma voldoende repetitiefaciliteiten gepland. • De huur voor deze repetitiefaciliteiten mag te niet hoog zijn. Verenigingen in geheel Nederland repeteren veelal in zaaltjes achter het café waarbij de (vaste wekelijkse) horecaomzet voor menig uitbater al (bijna) voldoende omzet oplevert. Vanuit het oogpunt van exploitatie kan dit type verhuur dus nimmer kostendekkend plaatsvinden en is gemeenschapsgeld nodig. Zoals alle gemeenschapshuizen in de kerkdorpen subsidie nodig hebben om exploitabel te zijn en hun sociaal-culturele functie uit te kunnen voeren, ligt het in de rede dat ook het gemeenschapshuis van de kern van Veghel zélf daarvoor aanvullende middelen nodig heeft. Overwogen kan worden het Udens model te hanteren waarbij verenigingen een bijdrage ontvangen uit een gemeentelijk fonds om de commerciële prijzen (die nodig zijn voor een sluitende exploitatie) te kunnen betalen. • Het sociale verband; de gezelligheid en het ‘onder elkaar zijn’ is belangrijk. Een zaal met een eenvoudige horecafaciliteit voor het kopje koffie vooraf en tijdens de pauze, is nodig. Na afloop is het Grand Café natuurlijk the place to be. • Denkbaar is dat grote verenigingen (soms) gebruik maken van een grotere zaal. Zalen die geschikt zijn voor popconcerten hebben altijd horecafaciliteiten in of nabij de zaal. Hier kan mogelijk een combinatie gemaakt worden met grote verenigingen. • Wanneer het cultuurcluster op de Noordkade ook de gemeenschapshuisfunctie voor de kern Veghel gaat vervullen kan dat niet kostendekkend en is zoals hiervoor aangegeven subsidie nodig zoals ook de gemeenschapshuizen in de andere kernen een exploitatiesubsidie ontvangen. Daar staat tegenover dat veel verkeer van veel personen, de gemakkelijk te leggen verbinding tussen professionele- en amateur-kunsten, de link met de educatiefunctie (o.a. muzieklessen) en de horecaomzet na afloop van de repetities, een belangrijke pré vormen voor de gemaakte keuze het cultuurcluster op de Noordkade daarop in te richten. 2.4.2.3

De poppodiumfunctie Bureau 4advies deed onderzoek naar de haalbaarheid van een poppodium als onderdeel van het Kunst- en cultuurcluster33. De conclusie luidt dat het, gegeven een aantal grotere poppodia (> 600 staanplaatsen) in de regio, het meest

33

Zie bijlage 11


54


55

realistisch is geen afzonderlijk poppodium te bouwen maar uit te gaan van een Jongerencentrum met poppodium mogelijkheden. Het Jongerencentrum is zo gedacht, dat het twee zelfstandige ruimten heeft (een ontmoetingsruimte en een activiteitenruimte) die met elkaar te verbinden zijn. De verbonden ruimten kunnen 300 personen herbergen waardoor prima een popoptreden of andere activiteit in de eigen ruimte kan worden georganiseerd. Daarnaast kan een middelgrote zaal voor de professionele theaterfunctie, de sociaal-culturele functie en de commerciële functie, mits adequaat uitgerust, ook gebruikt worden voor (om te beginnen) een 10-tal grotere popconcerten per jaar. 2.4.2.4

De commerciële functie In de huidige Blauwe Kei gaan theateractiviteiten en sociaal-culturele activiteiten altijd voor op commerciële activiteiten. Zo luidt immers de gemeentelijke opdracht. Desondanks worden de commerciële mogelijkheden in de Blauwe Kei beter benut dan in de meeste Nederlandse theaters. Een combinatie van zaalfaciliteiten (grote zaal, middenzaal, kleine zaal en repetitielokalen) bieden in de zin van exploitatie, goede mogelijkheden voor commerciële verhuur. Wanneer in het Kunst- en cultuurcluster zowel professionele- en sociaal-culturele activiteiten worden uitgevoerd (die kosten geld) naast commerciële activiteiten (die kunnen geld opleveren) is het van belang zoals ook in de huidige situatie daarover goede afspraken te maken. Ook elders in dit advies geven wij aan dat voorkomen moet worden dat de zaalaccommodaties vooral beschikbaar komen voor de hoogste bieder omdat zo veel mogelijk commercieel geld moet worden binnengehaald. Dat staat op gespannen voet met de professionele- en sociaal-culturele functie. Dat is evenwel een tak van sport die nog heel veel onbenutte mogelijkheden heeft en moet worden ontwikkeld. Wanneer het gehele Noordkade terrein zich in de toekomst ontwikkelt tot een uitgaans- en belevingsgebied ontstaat in deze unieke omgeving van historisch industrieel erfgoed, een heel bijzondere en aantrekkelijke commerciële omgeving. Bedrijven uit de wijde regio zouden Veghel als locatie voor een conferentie, symposium, productpresentatie of een andere grote bijeenkomst kunnen gaan kiezen. De commerciële functie zal moeten groeien met de verdere gebiedsontwikkeling aan de Noordkade en kan met de hiervoor geschetste zalenfaciliteiten een héél aantrekkelijk aanbod doen aan de commerciële sector.

2.4.2.5

Het geheel van podiumfuncties Daarmee ontstaat inzicht in een geheel van benodigde podiumfuncties. Dat geheel is ontworpen vanuit de: • • • • •

de de de de de

professionele functie sociaal-culturele functie (Het Gemeenschapshuis van Veghel) presentatiefuncties voor bijna 2000 leerlingen van MIK/Pieter Brueghel poppodiumfunctie commerciële functie.


56


57

Grote zaal 650 stoelen Uitgangspunt voor de planontwikkeling is dat de huidige theaterprogrammering minimaal gehandhaafd zal worden. Die programmering wordt immers door de Veghelse bevolking zeer gewaardeerd. Dat blijkt uit de - ook in nationaal perspectief bezien - hoge zaalbezetting en klanttevredenheid. Met het oog op verbetering van de exploitatie is het aantal stoelen naar 650 gebracht. Een zaal van minimaal die omvang is nodig om congressen en symposia van enige omvang te kunnen organiseren in de commerciële markt. Maar most of all is een zaal van minimaal die omvang noodzakelijk om schaalgrootte en dynamiek te creëren om de beoogde vliegwielfunctie te kunnen realiseren. Middenzaal vlakke vloer 300 stoelen Een middenzaal van 300 (inschuifbare tribune) stoelen (evt. met horecafaciliteiten) biedt mogelijkheden als poppodium (horizontaal te programmeren), voor professionele presentaties, voor jaarlijkse presentaties van de leerlingen van MIK/PB, voor de grotere sociaal-culturele verenigingen die daar kunnen repeteren en (vaker dan in een grote zaal) kunnen optreden. Daarnaast kan een zaal van 300 stoelen overdag heel goed kleinere symposia en congressen herbergen. Een zaal van die omvang is – op basis van verwachtte activiteiten - goed te exploiteren. Kleine zaal vlakke vloer 150 stoelen Een zaal van 150 stoelen voor kleinschalige presentaties, repetities en concertjes is zowel vanuit het perspectief van de theaterfunctie, de educatiefunctie, de sociaalculturele functie én de commerciële functie (er wordt zo immers een beter scala van faciliteiten aangeboden) naar verwachting goed te exploiteren. Laboratoriumzalen Twee Laboratoriumzalen vlakke vloer: één met circa 120 stoelen en één met circa 60 stoelen. Uit alle gesprekken is gebleken dat een type ruimte dat voor nagenoeg alle functies een rol van betekenis kan spelen, goed gedeeld kan worden en daarom goed te exploiteren zal zijn, zijn 2 kleinere lokalen die worden aangeduid als Laboratoriumzalen van 120 stoelen, respectievelijk 60 stoelen. Ze kunnen gevarieerd voor alle partijen worden ingezet variërend van filmhuisfunctie, presentatieruimte, grote vergaderfaciliteit, workshop-, les- of repetitieruimte voor grotere groepen. Gemeenschapshuisfunctie Om naast de hiervoor genoemde ruimten, die gebruikt kunnen worden door grotere sociaal-culturele verenigingen, ook de (middelgrote en kleinere) sociaal-culturele verenigingen goede repetitiefaciliteiten te kunnen bieden, wordt een aantal ruimten voor deze functie voorzien. Deze zalen zijn schakelbaar en dus flexibel inzetbaar. 2.4.3

De expositie Kunstgroep De Compagnie schept ruimte voor professionele hedendaagse beeldende kunst met een programma dat aansluit bij, maar ook verder gaat dan,


58


59

Veghel. Bestuur en directie van De Compagnie zien volop kansen de specifieke identiteit van Veghel juist in de beeldende kunst permanent en wisselend een gezicht te geven. De voedselindustrie is een onuitputtelijke bron van inspiratie voor kunstenaars. Werk kan worden getoond in de foyer, gangen en alle andere openbare en gedeelde ruimten in te richten met (wisselende) exposities. Daarnaast is wel een presentatieruimte nodig waarin speciale exposities en werk dat zich mogelijk niet direct leent voor de algemene en gedeelde ruimten, tentoon kan worden gesteld. Daarnaast is een kunstwinkel nodig waar de verkoop van werk mogelijk is, waardoor een verdienmodel kan ontstaan dat De Compagnie ook in ondernemend en economisch opzicht meer mogelijkheden biedt. Ook heeft De Compagnie voldoende expertise in huis om dienstverlenend te zijn in een adviserende functie. Dit kan tevens bijdragen aan het verdienmodel. Het is van belang dat winkel en presentatieruimte op een plaats in het gebouw worden ondergebracht waar veel personenverkeer plaatsvindt. Alleen dan kan de winst van een stevige beeldende kunst pijler in het gebouw ten volle benut worden en renderen. De Compagnie activiteiten kunnen heel goed verbonden worden met de Educatieactiviteiten van MIK/PB: rondleidingen, schoolprojecten, expositiefaciliteiten. De openbare ruimten kunnen een deel van de tijd ook ingezet worden wanneer leerlingen van MIK/PB hun werk willen exposeren. Ook de kantoorbehoefte van De Compagnie / Slokdarmfestival (ca. 50m2) dient een plaats te vinden op de Noordkade. De Compagnie pleit bovendien, naast gedeeld gebruik van ateliers en werkplaatsen (MIK/PB en professionele kunstenaars) voor werkplaatsen op het Noordkade terrein waar Artist In Residence projecten kunnen worden gerealiseerd. De aanwezigheid van lassende, hakkende, timmerende, dansende en zingende kunstenaars verhoogt de aantrekkelijkheid en uniciteit van het Noordkade terrein. Mogelijk biedt de Noordkade elders op het terrein mogelijkheden daartoe. De vierkante meters daarvoor vallen buiten het bestek van de gebouwen waarop dit advies betrekking heeft. 2.4.4

De jongerenfunctie VIVAAN en de actieve jongeren in de Jongerenraad Veghel stellen zich ten doel sociaal-culturele activiteiten te ontwikkelen voor alle jongeren in Veghel. Er wordt gewerkt vanuit de opvatting dat, wanneer je werkt voor 100 % van de jongeren, je veel beter in staat bent de 20 % jongeren die tot (potentiële) probleemgroepen worden gerekend, mee te trekken in een positieve en opbouwende richting. Jongeren corrigeren elkaar voor een belangrijk deel. Zelfstandigheid, jongeren in hun kracht zetten en medeverantwoordelijk maken voor een accommodatie, vormen belangrijke uitgangspunten van het jongerenwerk in Veghel. Het nieuwe Jeugd- en Jongerencentrum wordt een ontmoetingsplek voor alle jongeren(groepen) tot en met 23 jaar uit de gemeente Veghel. Voor de jeugdigen tot en met 15 jaar is het zeer wenselijk een aanbod op wijkniveau te organiseren i.v.m. de sociaal veilige afstand voor kinderen uit die wijken. Het Jeugd- en


60


61

Jongerencentrum heeft een eigen identiteit en verzorgt een breed en laagdrempelig aanbod aan activiteiten op het gebied van educatie, kunst & cultuur en sport. Hiermee wordt beoogd alle doelgroepen te bereiken en te betrekken om talenten van jongeren te prikkelen en te ontplooien en hen door te leiden naar reguliere aanbieders. Daar waar er binnen de gemeente op het gebied van educatie, kunst & cultuur en sport al een aanbod is wordt samenwerking gezocht met deze (aanbiedende) organisaties en instellingen. Vivaan realiseert haar doelstellingen door middel van onder andere inloopmiddagen- en avonden en het (mede) organiseren of ondersteunen van culturele en sportieve initiatieven en activiteiten. Uitgangspunt daarbij is zo veel als mogelijk gebruik te maken van, en samen te werken met, de bestaande voorzieningen in Veghel zoals sportzalen en andere aanbieders van sport en cultuuractiviteiten. Veel van de te realiseren faciliteiten in het Kunst- en cultuurcluster zijn prima geschikt voor activiteiten van Vivaan. Denk daarbij aan de smederij, ateliers, studiofaciliteiten en werken repetitiefaciliteiten voor popmuziek. Met goed overleg – en in een zorgvuldige planning – is het heel goed denkbaar dat de educatiefunctie een stevige stimulans voor jongeren in Veghel vormt en nieuwe en ruimere mogelijkheden voor het jongerenwerk in Veghel biedt. Gezien het grote aandeel jonge mensen dat nu al lessen volgt bij MIK/PB vervult MIK/PB al een belangrijke functie voor jongeren. Het Jongerenwerk is in staat jongeren aan te trekken (en toe te leiden) die nu (nog) niet bekend zijn met MIK/PB. MIK/PB kan dus in die samenwerking een geheel nieuw publiek aanboren. Een nieuw talentenhuis kan ontstaan waarin ook urban culture zoals skating, streetdance, rap, hip hop en het (re)mixen van muziek, een plaats kan krijgen (meer dan nu) in het muziekschool aanbod. Vivaan én MIK/PB kunnen elkaars aanbod verrijken en daarmee meer van haar doelstellingen realiseren. Belangrijk voor het goed functioneren van de inloopavonden is dat de jongeren een eigen Ontmoetingsruimte hebben waarvoor zij zelf (een deel van de) verantwoordelijkheid dragen. Daarbij wijst Vivaan op de noodzaak van een Meidenruimte. Meiden richten hun eigen ruimte immers fundamenteel anders in dan jongens en ontwikkelen daar andere activiteiten. Een Activiteitenruimte is noodzakelijk om een gevarieerd activiteitenaanbod te kunnen uitvoeren. Op een plein met skate-objecten en/of goaltjes naast het jongerencentrum kunnen jongeren zich sportief uitleven. Tevens heeft de buitenruimte een laagdrempelige functie voor jongeren om het jeugden jongerencentrum te bezoeken. Het Jongerencentrum is zo gedacht, dat de twee zelfstandige ruimten (de Ontmoetingsruimte en de Activiteitenruimte) met elkaar te verbinden zijn. De verbonden ruimten kunnen 300 personen herbergen waardoor bijvoorbeeld een popoptreden in de eigen ruimte kan worden georganiseerd. Daarnaast kan in de eerder genoemde Middenzaal, mits adequaat uitgerust, een aantal grotere popconcerten per jaar voor een breder publiek worden gepresenteerd.


62


63

Zulke faciliteiten vragen om een actieve programmering. Voor de concerten in de kleine zaal is een goede samenwerking en afstemming met de professionele podiumprogrammering van groot belang. De verruiming van het activiteitenaanbod voor jongeren vraagt dus om een grotere personele inzet (van Vivaan medewerkers) dan nu het geval is. Bovendien is het van belang dat deze medewerkers goed verbonden worden met de theater- en educatiefunctie. Dat kan door bijvoorbeeld kantoren te delen. Samen werken in dezelfde ruimte versterkt de samenwerking tussen de verschillende functies. Daarmee wordt gekozen voor een, goed met de overige functies verbonden, Jongerencentrum Plus (met gebruikmaking van een voor popmuziek geschikte zaal) en niet voor een ‘los’ Jongerencentrum of een nieuw op te zetten Poppodium. De organisatie voor het poppodium deel van het jongerencentrum is apart beschreven als toevoeging aan optie 1 en 2, vanuit de vraag die de gemeente aan de adviseurs stelt. Vanzelfsprekend worden –in geval van de keuze daarvoor- beide organisatie onderdelen in personele en fysieke zin nauw met elkaar verbonden. Voor een zorgvuldige keuze zijn ze in het vervolg van dit onderzoek echter gescheiden gepresenteerd. 2.5

De belangrijkste gespreksresultaten op een rij Uit de open, constructieve gesprekken, die wij met de instellingen voerden, is gebleken dat: 1. De verplaatsing van de instellingen kan niet worden beschouwd als een simpele verhuizing. Er is sprake van een majeure sprong onder meer met betrekking tot kwantiteit en kwaliteit van het aanbod, markt en organisatie. De cultuur in Veghel zal wezenlijk anders worden. De culturele en maatschappelijke instellingen zullen op de Noordkade in de nieuwe behuizing toetreden tot een andere divisie. 2. Óf alle instellingen (MIK, Pieter Brueghel, Blauwe Kei, De Compagnie, Plein23, Vivaan, Jongerenraad) gaan over óf niemand gaat over34. Alleen dan kan voldoende volume en schaalgrootte ontstaan om de dynamiek te genereren die nodig is voor een succesvolle gebiedsontwikkeling van het Noordkade terrein. Een eenvoudige optelsom van bezoekersaantallen en deelnemers aan het huidige cultureel aanbod (theater, educatie, sociaal-cultureel, jongeren, festivals, commercieel) in Veghel leert dat bij gelijkblijvend aanbod jaarlijks zeker 255.000 bezoeken aan het kunst & cultuurcluster worden afgelegd. 3. Het Kunst- en cultuurcluster moet één geheel vormen dat, ongeacht het wel of niet doorgaan of slagen van overige ontwikkelingen op het Noordkade terrein, goed en financieel gezond kan (blijven) functioneren. 4. Alle partijen zijn bereid ver te gaan in onderlinge samenwerking. Alle betrokkenen realiseren zich dat het delen van horecafaciliteiten, foyer(s), garderobe(s), toiletten en vergader-, theater- en expositiefaciliteiten (onder voorwaarden) een vereiste is om de meerwaarde van het cluster te laten werken. Partijen zien volop mogelijkheden tot inhoudelijke samenwerking en 34

Voor het jeugden jongerencentrum geldt dat zij hoe dan ook behoefte hebben aan nieuwe huisvesting. Dit zou ook stand alone op de Noordkade kunnen.


64


65

5.

6. 7.

8.

9.

10.

11.

synergie. De bereidheid om op basis van dit Basisplan samen naar één cultuurbedrijf toe te groeien, is groot. Partijen zijn het erover eens dat een geleidelijke opbouw, een groeimodel noodzakelijk is. Alle partijen zijn ook van opvatting dat daarop een centrale, krachtige en door alle partijen geaccepteerde, strakke regie over het geheel dient te worden gevoerd. Bij het groeimodel dient rekening gehouden te worden met drie fasen. • Fase 1: periode vanaf nu tot verhuizing naar de Noordkade. Hierin zijn investeringen nodig. onder meer in markt en organisatie, om op de Noordkade goed van de start te kunnen gaan. • Fase 2: periode van drie jaar na opening. In deze periode moet de markt en organisatie verder ontwikkeld worden. Bij de rekenschema’s in hoofdstuk 6 wordt deze ontwikkeling inzichtelijk gemaakt. • Fase 3: na het derde jaar van opening zal de ontwikkeling van het kunsten cultuurcluster niet ophouden. Er is één beheersvorm nodig om vanuit de individuele organisaties op termijn te groeien naar één cultuurbedrijf. Men kan niet verhuizen van een eenvoudige woning naar een grotere, mooiere woning met (veel) meer mogelijkheden en tegelijkertijd verwachten dat de huisvestingslasten gelijk zullen blijven. Dat is niet reëel. Dat geldt ook voor de verhuizing van de cultuurinstellingen naar de Noordkade: de huisvestingslasten zullen aanzienlijk stijgen. Zie voor de cijfers hieromtrent hoofdstuk 5. Vastgesteld is dat de extra huisvestingslasten die de exploitatie op de Noordkade met zich meebrengt, niet louter uit (commerciële) activiteiten kunnen worden terugverdiend. Dat betekent dat ook de jaarlijkse bijdrage van de gemeente ten behoeve van de exploitatie van een Kunst- en cultuurcluster aan de Noordkade noodzakelijk groter moet zijn. Alle partijen zijn het erover eens dat het er om gaat het geheel in de schijnwerpers te zetten. Het is geen bedrijfsverzamelgebouw. Voor het publiek is het één geheel. Niet de individuele winkeltjes maar het geheel, of meer nog: de inhoud daarvan, is leidend. Een thematische aanpak kan het geheel verbinden: (bijna) alle activiteiten staan bijvoorbeeld gedurende een bepaalde periode in het teken van thema’s als: de maand van de Schoonheid & de Troost; de maand van de Verbeelding; de maand van Duurzaamheid en bijv. een maand rond het thema Kookeiland waarbij het theater, het educatiehuis, de expositieruimten en de commerciële collega’s op het Noordkade terrein ieder op zijn eigen manier inzoomen op het Kookeiland. Partijen zijn het erover eens dat bondgenootschappen tussen culturele instellingen en het bedrijfsleven ook op de Noordkade een aantrekkelijke uitdaging vormt. Het fenomeen is actueel en doet zich in heel Nederland voor. Er moet een goede verhouding worden gerealiseerd tussen commerciële en maatschappelijke activiteiten. Mogelijk is de Coöperatie(HV) als samenwerkingsverband van alle op het Noordkade actieve partijen een geschikte samenwerkingsvorm. Een voorwaarde, die niet ongemerkt in een blinde hoek mag verdwijnen, is een tijdige en kwalitatieve ontwikkeling van de directe omgeving. Het mag niet


66


67

gebeuren dat instellingen verhuizen naar een prachtig Kunst- en cultuurcluster in een omgeving die daar niet bij past. Belangrijk aspect hierbij is de sociale veiligheid en de realisatie van verkeersveilige (fiets- en wandel-) routes naar de Noordkade.


68

Vivaan Jongerencentrum poppodium (klein)




Bestuurder

MIK PB PLEIN 23

Blauwe Kei


Theaterzalen poppodium (middelgroot)

Foodexperience

Gebouwbeheer Evenementen Verhuur

Compagnie

Exporuimte

beheer gebouw horeca catering zaalverhuur evenementen

receptie/balie, kaartverkop, winkels(s), administratie, huishoudelijke dienst, technische dienst

Figuur 3: Organisatie startsituatie


69

3 3.1

Organisatie en beheermodel Professioneel management met centrale aansturing Bundeling van krachten tussen de cultuurinstellingen35 is een voorwaarde voor een succesvolle vliegwielfunctie van het Kunst- en cultuurcluster aan de Noordkade. Zoals eerder aangegeven achten wij het van groot belang dat het Kunst- en cultuurcluster stand alone krachtig kan functioneren. Daarvoor moeten alle partijen een gezamenlijke koers varen. Een centrale aansturing met professioneel management op de verschillende onderdelen wordt door alle partijen als noodzakelijk ervaren voor een succesvolle ontwikkeling. Dat geldt voor de culturele takken van het bedrijf, maar evenzeer voor de commerciële en sociaal-culturele tak. Op alle drie deze terreinen ligt immers een belangrijke ontwikkelopgave voor de toekomst. Om de verschillende functies in samenhang te ontwikkelen en af te stemmen met de andere ontwikkelende partijen aan de Noordkade is een centrale aansturing van het Kunst- en cultuurcluster noodzakelijk.

3.2

Strategische alliantie op gebiedsniveau Het Kunst- en cultuurcluster zal niet alleen bepalend zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de Noordkade. Andere ontwikkelende partijen, waaronder het beoogde Foodcluster zullen daarin in de komende 10 tot 20 jaar belangrijke partners zijn. Daarom dienen deze majeure partijen op strategisch niveau met elkaar verbonden te worden.

3.3

Praktisch groeimodel Wij stellen een praktisch groeimodel voor dat uitgaat van een start met de huidige instellingen in een samenwerkingsverband met een centrale leiding. Dit moet de start zijn van een proces, waarin de verschillende instellingen transformeren naar één bedrijf met daarin verschillende functies. Om van meet af aan voldoende ontwikkelingskans te bieden voor de commerciële afdeling, stellen wij voor deze al vanaf het begin als gezamenlijk bedrijfsonderdeel in te richten. Gezien de volledige gebouwelijke integratie van de verschillende (huidige) instellingen, adviseren wij om ook gebouw en faciliteiten centraal aan te sturen en los te maken van de huidige instellingen. Het eindbeeld om naar toe te werken is een Raad Van Toezicht model, conform de uitgangspunten van de Code Cultural Governance36. Figuur 3 toont hoe de organisatie in de startfase er uit zou kunnen zien. Dit model bestaat uit de volgende onderdelen:

35

Het jeugden jongerencentrum heeft naast een culturele ook een welzijnsfunctie. Zij vragen aandacht voor eigenheid en individualiteit. In de volgende fase zal moeten worden onderzocht hoe dit organisatorisch vormgegeven zou kunnen worden. 36 De Code Cultural Governance is een handleiding voor goed bestuur, gemaakt door de stichting Kunst en Zaken in opdracht van het ministerie van OCW. In de Code Cultural Governance, pas toe of leg uit, staan de uitgangspunten beschreven voor goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording van culturele instellingen.


70




Bestuurder

Jongerencentrum poppodium (klein)

Kunst educatie

Kunst presentatie

Gebouw en faciliteiten

Evenementen verhuur

Kunstproductie beeldende kunst muziek theater dans


Theaterzalen exporuimtes poppodium (middelgroot)

receptie/balie kaarteverkoop winkel(s) administratie huishoudelijke dienst technische dienst

horeca catering zaalverhuur evenementen

Foodexperience

Figuur 4: Organisatie eindbeeld


71

•

•

•

•

•

•

Een toezichthoudend orgaan. Onafhankelijk en niet uit de bloedgroepen samengesteld, maar functioneel (zie Code Cultural Governance). De samenstelling van de raad kan –naast de noodzakelijke bestuurlijke functionaliteiten- ook bestaan uit vertegenwoordigers van de verschillende maatschappelijke functies, die het Kunst- en cultuurcluster in de toekomst vervult. Een centrale bestuurder, die intern de koers uitzet en extern het gezicht is van het Kunst- en cultuurcluster. Met de directies van de huidige instellingen is hij/zij het beleidsbepalende orgaan van de organisatie (Managementteam). Gezien de verwevenheid van de bedrijfsvoering stellen wij voor de controllfunctie al in het startmodel op stafniveau centraal te organiseren. De financiële administraties van de huidige instellingen kunnen blijven bestaan en in een transitietraject in één tot twee jaar bij elkaar worden gebracht in één financiële administratie. Overwogen kan worden om tevens de PR Marketing en de P&O functie van meet af aan centraal te organiseren. De organisatie wil immers één gezicht naar buiten toe uitstralen en heeft intern op het terrein van P&O steeds meer groeiende dwarsverbanden. Gebouwbeheer en verhuur en evenementen dienen eveneens centraal te worden georganiseerd. De gebouwelijke integratie en de grote commerciële verdientaak noodzaken hiertoe. De verschillende cultuurinhoudelijke instellingen (later functies) worden door kwaliteitsmanagement bemenst.

Nadat tot de ontwikkeling van het Kunst- en cultuurcluster is besloten, is er voldoende tijd om het startmodel i.s.m. de verschillende instellingen concreet in te richten met taken en bevoegdheden. We gaan er daarbij van uit dat bestaande formaties zoveel mogelijk daartoe kunnen worden ingezet. Zoals hiervoor beschreven willen wij op een praktische manier groeien van de huidige organisatie- en beheervorm, via het startmodel (figuur 3) naar het uiteindelijke doel. Dit is één organisatie, zoals weergegeven in figuur 4. die in samenwerking met andere partijen vorm geeft aan de ontwikkeling van de Noordkade. 3.4

De coöperatiegedachte De coöperatiegedachte leeft –zeker historisch- op het terrein van de Noordkade. Een mogelijke stimulans voor een succesvolle samenwerking tussen de drie belangrijkste actoren in het gebied (Kunst- en cultuurcluster, Vastgoedontwikkeling en Foodcluster) kan het opnieuw vestigen van deze coöperatieve gedachte zijn op het toezichthoudende niveau van de organisaties. Voor het Kunst- en cultuurcluster kan samenwerken in een coöperatie de positie mogelijk versterken. Bij coöperatieve ondernemingen zijn de leden van de coöperatie nauw betrokken bij de strategie. Hun rol is toezicht houden en de investeringen mede bepalen. Dat is niet vrijblijvend. De coöperatievorm is een


72


73

vereniging die opkomt voor de (materiele en immateriële) belangen van haar leden, door overeenkomsten met elkaar af te sluiten. Op dit moment is nog onvoldoende duidelijkheid over de ontwikkeling van het terrein en de plek die het Foodcluster daarin kan innemen. We kunnen daarom hier slechts het advies geven op het toezichthoudende niveau te zoeken naar kansen voor deze coöperatieve samenwerking.


74


activiteiten

businessplan

organisatie

gebouw



Fase 1 opp m2 bvo 367 705 1.478 765 513 249 98 2.122 1.222 675 608 3.722 405 750 13.680

Eindbeeld opp m2 bvo 367 705 1.478 765 513 249 98 2.122 1.222 810 608 6.248 1000 1.000 17.186 Figuur 5


75

4 4.1

Huisvestings- en inpassingsstudie Ruimteprogramma Nevenstaand denkmodel (figuur 2) is, zoals bekend, leidend geweest bij dit onderzoek en het bepalen van de ruimtebehoefte. Dat betekent dat het ruimteprogramma is ontwikkeld ten dienste van de toekomstige activiteiten, maximaal rekening houdend met de toekomstige organisatie en de exploitatie. Het ruimteprogramma is totstandgekomen in dialoog met de toekomstige gebruikers. Daarbij zijn, naast gegevens m.b.t. de huidige huisvestingssituatie, ook de volgende documenten gebruikt: • Visie Blauwe Kei nieuw gebouwde theaterzaal (lit. 30) • Haalbaarheidsonderzoek huisvesting COEK d.d. 29 juni 2011 (lit 1) • Programma van Wensen Jeugd en Jongerencentrum d.d. 22 november 2011 (lit 22) • De Compagnie aan de Noordkade december 2011 (lit. 14) Bovendien is gebruik gemaakt van ervaringen en referentieprojecten van 4advies. Een belangrijk uitgangspunt voor de betrokken instellingen is dat het Kunst- en cultuurcluster dient te worden ontwikkeld als één integraal gebouwconcept en niet als een bedrijfsverzamelgebouw. Sleutelwoorden voor de toekomstige huisvesting zijn onder meer: kunstzinnig, open en transparant, efficiënt, doelmatig, professioneel, uitnodigend, gastvrij, warm, multifunctioneel inzetbaar, toekomstgericht met respect voor het verleden. Naast kunst en cultuur met al zijn facetten is het gebouw gericht op het faciliteren van maatschappelijke ontmoetingen ten dienste van alle inwoners van Veghel en verre omgeving. De ruimtebehoefte in de eerste fase, waarin alle functies min of meer gelijktijdig naar de Noordkade verhuizen bedraagt circa 13.680 m2 BVO. Volgens de huidige inzichten zal het Kunst- en cultuurcluster daarna doorgroeien naar circa 17.186 m2 BVO in de eindsituatie. De nevenstaande tabel (figuur 5) toont de gecomprimeerde ruimtestaat voor zowel fase 1 als voor de eindsituatie37. Ten opzichte van de huidige situatie38 groeit de ruimtebehoefte voor de 1e fase met 66%. Een deel van deze groei komt voort uit de toevoeging van de jeugden jongerenfunctie (circa 600 m2, dit zorgt 7% van de groei), de overige groei (59%) is het gevolg van de door alle partijen gedeelde ambitie om het Kunst- en cultuurcluster op de Noordkade in te zetten als vliegwiel voor de ontwikkeling van Veghel. Deze ambitie is doorvertaald in het inhoudelijk basisplan (zie hoofdstuk 2),

37

Zie bijlagen 5 en 6 voor de gedetailleerde ruimtestaten. Oppervlaktegegevens huisvesting instellingen huidige situatie: Blauwe Kei 5.000 m2; Pieter Breugel 2.000 m2; MIK 1.200 m2; Slokdarmfestival 50 m2; jeugden jongerencentrum 0 m2; totaaloppervlak huidige situatie 8.250 m2 BVO.

38


76

Figuur 6: Gebouwconcept


77

dat weer ruimtelijk is doorvertaald op basis van actuele ruimtenormen en inzichten, terwijl de huidige gebouwen zijn ontworpen en gebouwd op basis van de normen en inzichten van vroeger39. Voorts blijkt uit de cijfers van figuur 5 dat het ruimteprogramma voor de kunsteducatie40, dat wij als uitgangspunt bij dit onderzoek meekregen, in dialoog met de instellingen in de eerste fase is gereduceerd van 8.308 m2 met circa 3.300 m2 naar circa 5.000 m2 BVO41.

4.2

Gebouwconcept Nevenstaande figuur 6 geeft het gebouwconcept weer dat samen met de ruimtestaten de basis is voor de inpassingsstudie. Door de oogharen kijkend kunnen een aantal soorten functies en ruimten worden onderscheiden: 1. Zalen: analoog aan het huidig functioneren van De Blauwe Kei zullen er verschillende soorten zalen worden gerealiseerd die voor verschillende functies kunnen worden gebruikt: culturele voorstellingen, gemeenschapsactiviteiten (gericht op de inwoners van Veghel) en commerciële activiteiten, die de exploitatie ondersteunen. De zalenfunctie zal tevens een belangrijke gedeelde functie kunnen vervullen in een mogelijk gezamenlijk concept met het Foodcluster. 2. Kunsteducatie: met veel verschillende soorten lesruimten en ateliers. Ook deze ruimten zullen waar mogelijk zo worden uitgevoerd dat zij multifunctioneel inzetbaar zijn. 3. Jongeren: met een eigen domein, dat kan grenzen aan multifunctioneel te gebruiken ruimten, zoals een popzaal, popoefenruimten, studio’s, ateliers e.d. 4. Expositie: met eigen ruimten voor kostbaar en/of kwetsbaar werk, een winkel, opslagruimte en veel expositiemogelijkheden in foyers e.d. voor kleine en grote wisselexposities. 5. Het Grand café is er voor om alle verschillende soorten gebruikers te faciliteren. Maar het kan ook, vanwege zijn specifieke identiteit, een autonome publiekstrekker zijn. De bezonning en de ligging aan het water zijn ideaal voor een terras. Het is de bedoeling dat Grand café een substantiële bijdrage aan de exploitatie zal gaan leveren. Daarom ligt het Grand café in de directe nabijheid van de hoofdentree.

39

Ter vergelijking: een VW Golf van nu is in geen enkel opzicht vergelijkbaar met de eerste Golf van niet eens zo heel lang geleden. Het haalbaarheidsonderzoek huisvesting COEK Noordkade Veghel (lit. 1) 41 Deze m2 zijn als volgt opgebouwd: educatie 3.722 m2; expositie 405 m2; zalen 350 m2; voorzieningen 520 m2. 40


78

Figuur 7: Begane grond scenario 1 Zie voor integrale inpassingsstudie bijlagen 10 en 9

Figuur 8: begane grond scenario 2 Zie voor integrale inpassingsstudie bijlagen 12 en 11


79

6.

4.3

In figuur 6 is het Foodcluster op de achtergrond weergegeven. Het Foodcluster is in de visie van de culturele instellingen een partij waarmee graag zal worden samengewerkt42. Hier kunnen fantastische win-win situaties worden ontwikkeld. Het is echter zo dat het Kunst- en cultuurcluster een duurzaam en financieel gezonde exploitatie moet kennen, ook als het Foodcluster onverhoopt niet zal worden gerealiseerd of niet aanslaat.

Inpassingsstudie Stap 1 van de inpassingsstudie was de analyse van het gebouwencomplex op het westelijk deel van het CHV-terrein dat zich uitstrekt van het Hoofdkantoor tot en met de Verlaadloods en van de Noordkade tot en met de NPF-toren. Hierbij is zowel gekeken naar oppervlaktes als naar de functionele gebruiksmogelijkheden. Bijlagen 3 en 4 tonen, zowel in tabelvorm als in plattegrond, de oppervlaktes van de gebouwen in de huidige situatie. Voor de beide in paragraaf 1.1.2 beschreven scenario’s is de inpassing van de ruimtestaat in het gebouwconcept onderzocht. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • De gebouwstructuur moet passen bij de er in geprojecteerde functies. De dans- en balletstudio’s zijn bijvoorbeeld gedacht in de grote kolomvrije kap van de premix. Geluidsstudio’s en popoefenruimten zijn positioneerd in de kelder van de petfood. • Clustering van functies in verband met vindbaarheid. Het gebouwencomplex is groot. Om te voorkomen dat bezoekers verdwalen dienen de functionele indeling en de bewegwijzering volstrekt helder te zijn. • Functionaliteit en efficiënte bedrijfsvoering staan voorop. Het gebouwencomplex zal immers voor een periode van ten minste 40 jaar mede bepalend zijn voor de exploitatie. Dit is voor veel functies van belang en met name voor het theater en de logistiek ervan aan de achterzijde. Dat is de plaats waar de toneelgezelschappen hun (grote) vrachtauto’s bij voorkeur direct op de betreffende tonelen laden en lossen. Het verschil tussen scenario 1 en 2 zit, conform de opdracht, in de uitvoering van de grote zaal. Bij scenario 1 is inpassing van de grote zaal in de bestaande bebouwing uitgangspunt en bij scenario 2 wordt de grote zaal nieuw gebouwd. De inpassing van scenario 1 wordt weergegeven in bijlagen 9 en 10 en scenario 2 wordt weergegeven in bijlagen 11 en 12. Voor beide scenario’s geldt:

42 De samenwerking van het Food- met het Kunst- en cultuurcluster kan over vrijwel de volle breedte worden ontwikkeld. Het betreft zowel de zalenfunctie (congressen, symposia, presentaties) als kunsteducatie (workshops e.d.) als expositie (gerelateerde tentoonstellingen) en Grand café (ontmoeten, ontspannen). Ook m.b.t. jeugden jongeren zijn er concepten te ontwikkelen.


80


81

•

•

4.4

De maat en schaal van de betreffende gebouwen op het CHV-complex passen goed, maar niet naadloos, bij het door de instellingen benodigde ruimteprogramma. Het is niet mogelijk om een goede grote zaal, met theaterfunctie, te realiseren binnen de muren van de Koekloods, omdat deze te smal is. Andere gebouwen zijn nog minder geschikt voor deze functie. Daardoor zal voor beide scenario’s gebruik moeten worden gemaakt van een deel van de ruimte van de Verlaadloods ten behoeve van de zalenfunctie. Bij scenario 1 zijn het toneel van de grote zaal, de kleine zaal en de backstage faciliteiten in de Verlaadloods voorzien. Bij scenario 2 wordt niet alleen het toneel maar de gehele grote zaal in de Verlaadloods gepland. In scenario 2 zijn daarenboven, net als in scenario 1, de kleine zaal en de backstage faciliteiten in de Verlaadloods gepland. De overige functies, zoals educatie, sociaal-cultureel, expositie en jeugd en jongeren, kunnen prima worden ingepast in de bestaande bebouwing. Het is mogelijk om op de Noordkade een functioneel gaaf conceptueel totaalplan te realiseren.

Fasering Zowel bij het opstellen van het ruimteprogramma als bij de inpassingsstudie is aandachtig naar de faseringsmogelijkheden gekeken. Vastgesteld is dat het Kunsten cultuurcluster de vorm heeft gekregen van een functioneel totaal geïntegreerd concept, dat in de volgende fase als zodanig integraal architectonisch ontworpen zal moeten worden. Zoals hiervoor reeds is gesteld is een zekere fasering binnen het eindplan mogelijk. De eerste fase, waarin alle functies min of meer gelijktijdig naar de Noordkade verhuizen meet circa 13.680 m2 BVO. De eindomvang is circa 17.186 m2 BVO (zie figuur 5). De fasering heeft onder meer betrekking op de expositie- en kunsteducatiefunctie waarvoor is vastgesteld dat het ruimteprogramma voor deze functie (lit 1) een langere termijnvisie betreft, die in de tijd onvoldoende aansluit bij de huidige bedrijfsvoering. Gekozen is voor een gefaseerde aanpak, waarbij in vergelijking met de huidige situatie, sprake is van een flinke stap vooruit bij de verhuizing naar de Noordkade (startsituatie). Aldus krijgt de organisatie de kans om te groeien in de geambieerde ontwikkelrichting en worden te extensief gebruik en leegstand van met name atelierruimten, die zou kunnen ontstaan wanneer het Programma van Eisen van COEK in één keer zou worden gerealiseerd, in de startperiode voorkomen. Verder onderzoek naar de mogelijkheden van het eerder verhuizen van functies naar de Noordkade is pas mogelijk wanneer er een architectonisch ontwerp is voor het gehele Kunst- en cultuurcluster, dat de instemming heeft van alle betrokken partijen. In dit kader constateren wij voorts dat, met uitzondering van de muziekschool en het jeugden jongerencentrum, alle instellingen in hun huidige huisvesting goed kunnen functioneren. Bij deze instellingen ontbreekt dus de prikkel om van hun huidige goed functionerende huisvesting te verhuizen naar een


82

Totaaloverzicht stichtingskosten Kunst- en cultuurcluster Veghel Scenario 1

Scenario 2

Grondkosten

4.876.430

4.876.430

Bouwkosten

21.702.918

21.440.935

149.013

149.013

3.937.590

3.960.831

30.665.950

30.427.209

Inrichtingskosten Bijkomende kosten Stichtingskosten (excl BTW)

Figuur 9


83

interimsituatie op de Noordkade. Ten slotte kan voor de muziekschool geconstateerd worden dat het middel van het tijdelijke huisvesting op een locatie waar druk gebouwd wordt (en dus veel geluidsoverlast is) naar alle waarschijnlijkheid erger is dan de kwaal.

4.5

Raming investeringskosten Het investeringsvolume voor scenario 1 is becijferd op € 30,7 miljoen, voor scenario 2 is dat € 30,4 miljoen. De genoemde bedragen zijn prijspeil heden, exclusief BTW, exclusief theatertechnische installaties43 en exclusief losse inventaris. Figuur 9 toont de kostenopbouw van de beide scenario’s op het hoogste aggregatieniveau. De kosten voor Scenario 2 blijken een fractie lager uit te vallen dan die voor scenario 1. Om transparante, onafhankelijke besluitvorming door het gemeentebestuur mogelijk te maken is bij geen van de berekeningen rekening gehouden met de realisatie van het Foodcluster. Bij de berekening van de investeringskosten zijn wij uitgegaan van de aankoop van de benodigde grond en gebouwen. De grondkosten zijn berekend op €4,9 miljoen, met als belangrijkste kostenposten de aankoop van de grond onder de gebouwen en de aankoop van het benodigde parkeeroppervlak44. Hiervoor is een prijs gehanteerd van €130,= per m2. Dit bedrag is conform de gemeentelijke nota grondbeleid voor maatschappelijke functies. Voorts is bij de berekeningen uitgegaan van de aankoop van de bestaande gebouwen45. De gemiddelde technische restwaarde van de gebouwen kan getaxeerd worden op € 150,= tot € 200,= per m2. Veiligheidshalve zijn wij uitgegaan van € 200,= per m2. Het totale aankoopbedrag voor grond en gebouwen is aldus bepaald op circa € 4 miljoen. De overige € 0,9 miljoen bestaan onder meer uit overdrachtsbelasting, notariskosten, sloopkosten, kosten voor de aanleg van infrastructuur enz. Uit het overleg met Fakton over het voorgaande bleek dat bij de grondkosten mogelijk sprake is van een dubbeltelling. Veelal is het zo dat de grondkosten betrekking hebben op bouwrijpe grond, waarin de kosten voor bijv. parkeren en de aanleg van de infrastructuur reeds zijn opgenomen. Als dat zo blijkt te zijn dan zullen de grondkosten lager uitvallen. Voorts zijn de kosten inclusief de vaste inventaris, zoals voor balies, pantries, lichtwering binnen, bewegwijzering e.d. en inclusief de kosten voor onder meer de architect en de adviseurs, directievoering op de bouw, onvoorzien enz. Een en ander dusdanig dat een compleet gebruiksklaar gebouw kan worden opgeleverd. Voor alle zekerheid, kosten die niet zijn opgenomen hebben betrekking op aanschaf van losse inventaris en apparatuur (bijv. Voor Pieter Brueghel), verhuiskosten, frictiekosten e.d. 43

De kosten voor de theatertechnische installaties zijn door Theateradvies BV geraamd. Een specificatie van de kosten van de theatertechniek zijn in bijlage 12 opgenomen. Deze kosten zijn meegenomen in de exploitatieberekeningen. 44 In totaal meet het aan te kopen terrein, inclusief parkeervoorzieningen en buitenruimte 15.697 m2 45 Er is berekend dat in totaal 9.999 m2 gebouwen zal worden aangekocht.


84


85

4.6

Functies Hierna zullen wij een beknopt beeld schetsen van de overwegingen die een rol hebben gespeeld bij de positionering van de functies in het complex. Omdat de scenario’s grote overlappen vertonen gebeurt beschrijven wij ze in een keer.

4.6.1

Centrale entreehal Voor de centrale entree en de hal daarachter zijn twee posities overwogen: 1. Het Wiebengamonument 2. De Proeffabriek direct ten noorden van het Hoofdkantoor Het Wiebengamonument lijkt van buiten een ideale monumentale entree. De erin hangende silo’s hangen echter veel te laag. Verder is er sprake van veel kolommen, waardoor de indelings- en gebruiksmogelijkheden zeer worden beperkt. Voorts is er op maaiveld c.q. begane grondniveau sprake van moeilijke niveauverschillen. Ook voor de structuur boven maaiveldniveau hebben wij geen passende gebruiksmogelijkheden ontdekt. De Proeffabriek direct ten noorden van het Hoofdkantoor is een locatie die beter aansluit bij de benaderingsroute met de auto. Deze positie ligt functioneel uitstekend ten opzichte van alle andere publieksfuncties.

4.6.2

Grand Café Sfeer, een goede ligging en bezonning zijn van groot belang voor het goed functioneren. De zuidzijde van de Proeffabriek is hierdoor de ideale plek voor het Grand café, met een terras op het zuiden aan de Noordkade.

4.6.3

Theater- en laboratoriumzalen In overleg met gebruikers is gekozen voor een grote zaal zonder toneeltoren, met een lijsttoneel en minimaal 650 stoelen. Het was onze opdracht om de grote zaal binnen het CHV-gebouwencomplex te realiseren. Hiervoor hebben wij uitgebreid gestudeerd op de inpassingsmogelijkheden in de Koekbouw46. De conclusie is dat een grote zaal in de Koekbouw niet past. Wel is het mogelijk om de zaal (dwars) in de Koekbouw te realiseren en het toneel, met de daarbij horende voorzieningen in de Verlaadloods (scenario 1). De Middenzaal, een vlakke vloerzaal met 300 stoelen, ligt voor beide scenario’s aan de Noordzijde van de Koekbouw. Ook voor de Middenzaal moet in verband met de logistiek gebruik worden gemaakt van de Verlaadloods. Gezien deze situatie hebben wij ook voor de kleine zaal, een vlakke vloerzaal met 150 stoelen, en de backstage voorzieningen geen betere positie kunnen vinden dan de Verlaadloods. Aldus is de Verlaadloods cruciaal geworden voor de zalenfunctie. De laboratoriumzalen zijn, met een capaciteit van ca. 125 en 65 stoelen, relatief klein en kunnen dus met een beperkte hoogte toe. Deze vlakke vloerzalen hebben

46

In alle andere gebouwen past de grote zaal zeker niet.


86


87

een multifunctioneel karakter en zullen intensief door de kunsteducatie worden medegebruikt. De positie op de 1 verdieping van de Proeffabriek, grenzend aan de centrale hal en in de directe nabijheid van de kunsteducatie, is uitstekend indien de zalen zo worden gepositioneerd dat de kolommen niet in zichtlijnen komen te staan. 4.6.4

Foyers De foyers dienen aan te sluiten op de zalen en op de publieke functies. De Mengerij is centraal gelegen in het complex, vrijwel alle functies grenzen eraan. Daarom is de Mengerij in beide scenario’s een toonaangevend onderdeel van de foyer.

4.6.5

Backstage ruimten De positionering van de backstageruimten, die met name bestaan uit kleedkamers en laad- en losfaciliteiten die zo mogelijk direct uitkomen op de tonelen, wordt met name bepaald door bedrijfskundige overwegingen. De Verlaadloods is hiervoor de enige goede plek. Zie ook paragraaf 4.6.3.

4.6.6

Zalen gemeenschapsfunctie De zalen voor de gemeenschapsfunctie, die ook voor commerciële doeleinden worden gebruikt, zijn gepostioneerd op de begane grond van de Petfood, waar zij functioneel een goede aansluiting hebben met de overige zalkenfuncties.

4.6.7

Jeugd- en jongerencentrum Voor de situering van het jeugden jongerencentrum is de bruikbaarheid van de NPF-toren onderzocht. Mogelijk te verwachten problemen t.a.v. akoestiek en energieverbruik lijken oplosbaar te zijn. De kosten voor deze aspecten zijn niet wezenlijk anders dan het geschikt maken van het een andere gebouwdeel van het complex. De NPF-toren is enerzijds vanwege de identiteit (eigen smoel) en beperkte geluidsoverlast naar andere functies geschikt. Anderzijds is vanuit praktisch oogpunt het gebouw met 9 verdiepingen minder geschikt. Onder meer kunnen exploitatieproblemen t.a.v. bijvoorbeeld het schoonhouden van de bovenliggende verdiepingen verwacht worden. Tevens is de NPF-toren vanwege de functionaliteit van de zaal minder geschikt, omdat deze minder goed door anderen gebruikt kan worden. Wij menen dat situering op de 2e verdieping in de kap van de proeffabriek in het complex meer mogelijkheden biedt voor multifunctioneel ruimtegebruik en voor een efficiëntere bedrijfsvoering47. In dat geval is een separate toegang voor de jongeren aan de Noordkade wenselijk. Deze toegang moet dan, indien wordt gekozen voor de popfunctie, worden voorzien van een goederenlift voor bands.

47

Ook voor deze positie is door een bouwfysicus gekeken naar de mogelijkheden om interne en externe geluidsoverlast te voorkomen. Dit levert geen onoplosbare problemen op.


88


89

4.6.8

Kunsteducatie De kunsteducatie bestaat uit MiK kunsteducatie, Pieter Brueghel en Plein 23. Met name Pieter Brueghel is al 45 jaar zowel regionaal als landelijk een begrip op het gebied van beeldende kunsten cultuureducatie. Het staat bekend om zijn hoogwaardige en specialistische aanbod voor kinderen, jongeren en volwassenen. De functie kunsteducatie is onder te verdelen in 3 sectoren: beeldend, geluid en dans en theater. Deze hebben eigen specifieke ruimtelijk eisen en hebben adequate plekken in het gebouw gekregen. • De zware beeldende functies op de begane grond van de Premix. Dit in verband met constructieve aspecten en de aan- en afvoer van materialen. • Geluidsstudio’s en popoefenruimten zijn, als doos in doos-constructie, gedacht in de kelder van de Petfood. Deze zal worden uitgevoerd als doos- in doosconstructie. Tevens bestaat de mogelijkheid om op die locatie het gebouw via een achteringang in de Tussenbouw zo te zoneren dat de popoefenruimtes separaat geopend kunnen worden wanneer de rest van het gebouw dicht is. • De dans- en balletstudio’s zijn gedacht in de grote kolomvrije kap van de Premix. • De overige kunsteducatieruimten zijn om deze ruimten gepositioneerd dusdanig dat er voor het publiek een zo helder mogelijk beeld ontstaat bij een zo gunstig mogelijke bedrijfsvoering.

4.6.9

Expositie De Compagie toont veel ambitie voor de expositiefunctie. Hier is voor een groeimodel gekozen, waarbij de expositie een A1 locatie krijgt direct grenzend aan de hoofdingang, het Grand café en de centrale foyerhal. Hier kan werkende weg worden nagaan hoe deze functie in de toekomst tot grote hoogte kan worden ontwikkeld.

4.6.10

Kantoren De culturele instellingen zullen gaan toewerken naar één gezamenlijk huisvestingsconcept met één organisatie. Dat betekent dat de kantoorfuncties geconcentreerd zullen worden. De logische plek daarvoor is het Hoofdkantoor, dat immers qua ruimtelijke structuur het enige geschikte gebouw is en dus voor deze functie de laagste investering vergt.

4.6.11

Ingroeiruimte voor de 2e fase Een gefaseerde planontwikkeling voorkomt niet alleen leegstand en investeringen op een te vroeg moment, maar geeft ook de mogelijkheid om flexibel in te spelen op nu nog onbekende ontwikkelingen die komen gaan. Binnen het complex is nog circa 600 m2 groeiruimte aanwezig. Dit bij een verwachte groei van 2.900 m2. Dat betekent dat de toekomstige groei slechts beperkt binnen de bestaande gebouwen gerealiseerd kan worden. Daardoor is een ruimtereservering buiten de contouren van de huidige bebouwing nodig.


90

Eigenaarslasten uitgangssituatie

48

Instelling Pieter Brueghel MIK Compagnie Blauwe Kei Totaal

30.000 45.000 13.000 114.000 202.000

€

Figuur 15

Gebouw gebonden exploitatielasten uitgangssituatie Instelling Pieter Brueghel MIK Compagnie Blauwe Kei Totaal

23.000 49.000 0 208.000 280.000

€

Figuur 16

48

Alle bedragen afgerond op duizendtallen. Zie bijlage 12.8 Huisvestingslasten voor specificatie.


91

5

Exploitatielasten huisvesting De exploitaties van de huidige instellingen van de verschillende opties cq scenario’s (0, 1 en 2, met en zonder poppodium) zijn vergelijkbaar in één rekenschema weergegeven49. Daarin is de programmatische kant en de huisvestingskant van exploitatie uit elkaar gehaald om een zo zuiver mogelijk beeld te krijgen van de effecten op de huisvestingslasten door de verhuizing naar de Noordkade. In dit hoofdstuk beschrijven we alleen de effecten op de exploitatie van de huisvesting. De programma-exploitatie wordt beschreven in hoofdstuk 6. Voor de leesbaarheid zijn de berekeningen van de in dit hoofdstuk beschreven scenario’s in totalen en afgerond op duizendtallen weergegeven. Er is geen rekening gehouden met een eventuele positief of negatief saldo ten gevolge van het afstoten van het vastgoed, dat nu in eigendom is van partijen. Alle bedragen zijn exclusief BTW. De rekenschema’s zijn integraal opgenomen in bijlage 12.

5.1

Huidige situatie50 Bij figuur 15 Eigenaarslasten uitgangssituatie en figuur 16 Gebouw gebonden exploitatielasten uitgangssituatie merken wij op51 dat deze kosten geen getrouw beeld geven van de daadwerkelijke gemiddelde kosten die voor een dergelijk vastgoed van toepassing zijn. De afschrijvingspost is gering en de jaarlijkse rentepost navenant. Tevens wordt in de exploitatie niet voldoende voorziening gerealiseerd om na verloop van tijd het vastgoed en de installaties op niveau te houden. Op een gegeven moment komen de instellingen (gemeente) voor grote niet gereserveerde kosten te staan.

5.2

Optie 0 Bij deze optie zal het huidige gebouwencomplex van Pieter Brueghel aan de Middegaal worden uitgebreid met nieuwbouw voor MIK. De Blauwe Kei blijft op de huidige locatie aan het Stadhuisplein, waarbij het theater geüpgraded wordt. Daarnaast wordt een jeugden jongerencentrum gerealiseerd op een nader te bepalen locatie. Deze optie is eerder door Fakton52 in kaart gebracht en de gegevens daarvan zijn op vergelijkbare wijze in een rekenschema gezet. Fakton gaat bij sommige instellingen uit van een minimale en een maximale variant (deviatie ongeveer 10% t.o.v. het gemiddelde). Wij hebben voor een heldere vergelijking voor een overal gemiddeld gekozen. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: • Extra investering van € 1,25 miljoen voor Pieter Brueghel teneinde het gebouw geschikt te houden voor de huidige functies. • Toevoeging onderhoudsvoorziening pand Pieter Brueghel.

49 50 51 52

zie bijlage 12.1 Exploitatie per instelling uitgangssituatie exclusief de bestaande (tijdelijke) voorzieningen voor het jongerencentrum zie ook het rapport van Fakton d.d. 16 juni 2011, waarin dezelfde constatering wordt gemaakt. Fakton (16 juni 2011). Clustering kunsten cultuurfuncties op Noordkade.


92

Eigenaarslasten optie 0 Instelling Pieter Brueghel (extra 1,25 mln) MIK (nieuwbouw 3 mln) Compagnie Blauwe Kei (4 mln extra) Jongerencentrum (1,2 mln) Totaal

€

130.000 240.000 13.000 428.000 100.000 911.000 Figuur 17

Gebouwgebonden exploitatielasten optie 0 Instelling Pieter Brueghel MIK Compagnie (ggexl in huur) Blauwe Kei Jongerencentrum Totaal

€

23.000 49.000 0 208.000 42.000 322.000 Figuur 18


93

•

• •

•

Verplaatsing van MIK naar de Middegaal kost naar schatting € 3 miljoen (eerdere rapporten). Fakton gaat uit van een kapitaalslast op basis van een 40-jarige annuïteit tegen 5% rente53. Voor groot onderhoud bij MIK wordt een bedrag van 2% van de investering gehanteerd. Er wordt een bedrag van € 4 miljoen gereserveerd voor de nodige aanpassingen aan het gebouw van De Blauwe Kei. De kosten voor onderhoud en zakelijke lasten zijn op het investeringsniveau gebracht. Er wordt op een nader te bepalen plek een jongerencentrum gerealiseerd met een taakstellend investeringsvolume van € 1,2 miljoen (inclusief grondkosten). De kapitaalslasten daarvan bedragen circa € 65.000 per jaar. Voor overige kosten (onderhoud en reserveringen) wordt een bedrag gereserveerd van € 35.000.

In figuur 17 zijn de eigenaarslaten voor optie 0 weergegeven. Bij de berekening van de gebouw gebonden exploitatielasten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • Pieter Brueghel, de Compagnie en De Blauwe Kei blijven in hetzelfde gebouw. De lasten zijn op hetzelfde niveau gehouden. • Wij hebben aangenomen dat MIK in de nieuwe situatie over eenzelfde bouwvolume zal beschikken, als in de huidige situatie. Nadere gegevens zijn ons onbekend. Wij hebben daarom hetzelfde exploitatiebedrag overgenomen, als in de huidige situatie. • Voor het nieuw te bouwen jongerencentrum hebben we dezelfde kengetallen gehanteerd als in de hierop volgende scenario’s m.b.t. nieuwbouw. De totale ruimtestaat van het nieuwe centrum bedraagt 608 m2 BVO. In figuur 18 zijn de gebouw gebonden exploitatielasten voor optie 0 weergegeven. 5.3

Scenario 1a (met popfunctie) Dit scenario behelst de verplaatsing van de culturele instellingen naar de Noordkade en de bouw van een nieuw jongerencentrum. Deze variant is inclusief een popfunctie. Alle functies zijn in de bestaande gebouwen gesitueerd. Voor de berekeningen zijn de volgende gegevens en uitgangspunten gebruikt: • De integrale ruimtestaat, die in dialoog met de instellingen is gemaakt54, is leidend voor de exploitatieberekeningen. Deze is gemaakt op basis van functies en niet op basis van instellingen. De ruimtestaat is congruent gemaakt aan de ruimtestaten van de inpassingsstudie. • De stichtingskosten zijn berekend op basis van de stichtingskostenraming van 4advies. Het totaal van de stichtingskosten is gedeeld door het totaal aantal vierkante meters BVO. Vervolgens zijn de stichtingskosten naar rato verdeeld 53

Om de vergelijking tussen alle scenario’s te kunnen maken, hebben wij voor alle kapitaalslastenberekeningen in de diverse scenario’s dezelfde systematiek gehanteerd: annuïteit over 40 jaar met 5% rentevoet. 54 zie bijlage 5


94

Eigenaarslasten scenario 1a Functie educatie theater expositie sociaal cultureel/commercieel + algemeen Jongerencentrum met poppodium Totaal

591.000 1.115.000 64.000 395.000 98.000 € 2.263.000 Figuur 19

Gebouwgebonden exploitatielasten scenario 1a Functie educatie theater Compagnie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum met poppodium Totaal

€

173.000 403.000 18.000 113.000 42.000 749.000 Figuur 20


95

• • • •

•

•

over de ruimtebehoefte van de verschillende functies. De vierkante meter prijs is inclusief grondkosten. De berekening van de kapitaalslasten is gemaakt op basis van annuïteit over een periode van 40 jaar met een rente van 5%. De onderhoudskosten groot onderhoud zijn berekend op basis van 1% van de stichtingskosten per jaar55. De zakelijke lasten zijn berekend op basis van € 5 per m2 BVO. De vaste theatertechnische installaties zijn berekend door Theateradvies BV. Er is geen rekening gehouden met hergebruik van bestaande voorzieningen. Over het algemeen zijn de effecten daarvan niet noemenswaardig en zelfs af te raden. Voor de berekening van de theatertechnische installaties zijn wij uitgegaan van de door ons geadviseerde zaal van minimaal 650 stoelen zonder toneeltoren. De kapitaalslasten (annuïtair, 40 jaar, 5%) m.b.t. de vaste theatertechnische installaties zijn meegenomen in de kapitaalslasten. Daarmee zijn deze investeringen de verantwoordelijkheid van de verhuurder/eigenaar. Het gebruikersonderhoud (geen afschrijvingen) daarvan zijn voor rekening van de gebruiker en meegenomen in de gebouw gebonden exploitatielasten. Vanzelfsprekend zijn de huidige huisvestingskosten (2010) uit de exploitatie verwijderd.

In figuur 19 zijn de eigenaarslasten voor scenario 1a weergegeven. Voor de gebouw gebonden exploitatielasten zijn de volgende uitgangspunten en gegevens gehanteerd: • Voor de energielasten is een bedrag van € 18 per m² gehanteerd. • Schoonmaakkosten zijn € 15 per m². • Onderhoud huurder kost € 4 per m². • Zakelijke lasten zijn € 5 per m². • Overige huisvestingslasten zijn € 1,80 per m² gehanteerd • De losse techniekkosten zijn geraamd door Theateradvies BV. In de gebouw gebonden exploitatielasten is daarvan de afschrijving meegenomen. • Het dagelijks onderhoud (geen vervangingsinvestering of afschrijving) van alle theatertechnische installaties (vast en los) is in deze berekening meegenomen. In figuur 20 zijn de gebouw gebonden exploitatielasten voor scenario 1a weergegeven. 5.4

Scenario 1b (zonder popfunctie) Dit scenario behelst scenario 1a zonder pop.

55

Fakton rekent bij de 0 optie voor de nieuwbouw van MIK 2% van de investering. Op basis van praktische ervaringen achten wij een percentage van 1% voor de opbouw van een voorziening voldoende.


96

Eigenaarslasten scenario 2a Functie Educatie theater inpandig (zalen 300, 150, 120, 60) theater uitpandig (zaal 650 zonder toren) Expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum met poppodium Totaal

586.000 821.000 287.000 64.000 392.000 97.000 € 2.247.000 Figuur 21

Gebouwgebonden exploitatielasten scenario 2a Functie Educatie theater inpandig theater uitpandig Expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum met poppodium Totaal

€

172.000 281.000 120.000 18.000 113.000 42.000 746.000 Figuur 22


97

Het jeugden jongerencentrum zal zonder popfunctie niet kleiner worden. Alleen de investeringskosten van theatertechnische installaties (licht en geluid), inclusief het onderhoud daarvan, heeft consequenties voor de huisvestingslasten. Voor de theaterfunctie heeft dit scenario geen consequenties, aangezien de beoogde zaal al multifunctioneel is ingericht met het oog op sociaal-cultureel en commercieel gebruik. De voorzieningen zijn tevens geschikt voor de poppodium functie. Dit scenario levert een totale besparing op m.b.t. huisvestingslasten van € 16.000 voor het jeugden jongerencentrum. Voor de theaterfunctie heeft dit scenario geen gevolgen. Met betrekking tot de exploitatie van het programmatisch deel zijn de consequenties natuurlijk groter. Zie daarvoor hoofdstuk 6. 5.5

Scenario 2a (met popfunctie) Dit scenario behelst de verplaatsing van de culturele instellingen naar de Noordkade en de bouw van een nieuw jongerencentrum. Deze variant is inclusief een popfunctie. De grote zaal wordt buiten de bestaande gebouwen gesitueerd. De uitgangspunten en berekeningsgrondslagen zijn conform scenario 1a. Voor scenario 2a zijn in figuur 21 de eigenaarslasten en in figuur 22 de gebouwgebonden exploitatielasten weergegeven.

5.6

Scenario 2b (zonder popfunctie) Dit scenario behelst scenario 2a zonder pop. Het jeugden jongerencentrum zal zonder popfunctie niet kleiner worden. Alleen de investeringskosten van theatertechnische installaties (licht en geluid), inclusief het onderhoud daarvan, heeft consequenties voor de huisvestingslasten. Voor de theaterfunctie heeft dit scenario geen consequenties, aangezien de beoogde zaal al multifunctioneel is ingericht met het oog op sociaal-cultureel en commerciële gebruik. De voorzieningen daarvoor zijn tevens geschikt voor de poppodium functie. Dit scenario levert een totale besparing op m.b.t. huisvestingslasten van € 16.000 voor het jongerencentrum. Voor de theaterfunctie heeft dit scenario geen gevolgen. Met betrekking tot de exploitatie van het programmatisch deel zijn de consequenties groter. Zie daarvoor hoofdstuk 6.


98

Exploitatie per functie startsituatie 16 januari 2012

Uitgaven € personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten Totaal inkomsten Saldo

start educatie

start expositie

381.000 684.000

19.000

344.000 25.000 11.000 196.000 24.000

6.000 11.000

bestuurder start en extra theater jongeren poppodium com/soccult 274.000

20.000

255.000 229.000 49.000 108.000 24.000 35.000 623.000

1.665.000

56.000

1.323.000

274.000

1.030.000 112.000 583.000 40.000

56.000 5.000 6.000

803.000

149.000

33.000

120.000 137.000 20.000 15.000 29.000 61.000

20.000 20.000

262.000

160.000

450.000 259.000 17.000 70.000

Totaal

start en huidig com/soccult

1.049.000 1.050.000 49.000 498.000 95.000 75.000 900.000 24.000

3.740.000

2.038.000 117.000 1.077.000 367.000 17.000 103.000

38.000 68.000

49.000

46.000

95.000

299.000

1.798.000

67.000

1.599.000

149.000

106.000

0

3.719.000

299.000

133.000

11.000

276.000

-125.000

-156.000

-160.000

-21.000

204.000

Figuur 23: Exploitatie per functie startsituatie (exclusief huisvestingslasten Noordkade) Zie bijlage 12.2 voor de aannames en uitgangspunten Exploitatie per functie na 3 jaar 16 januari 2012 na 3 jaar educatie Uitgaven € personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten Totaal inkomsten Saldo

381.000 684.000

na 3 jaar na 3 jaar expositie theater&film 25.000

255.000 298.000

na 3 jaar bestuur en jongeren poppodium com/soccult 274.000

120.000 123.000 20.000 20.000 115.000

1.055.000 1.119.000 123.000 502.000 106.000 144.000 1.283.000 24.000

398.000

4.356.000

137.000

344.000 25.000

10.000 15.000

108.000 31.000

20.000 15.000 29.000 61.000

196.000 24.000

130.000

896.000

1.654.000

180.000

1.588.000

274.000

1.030.000 112.000 583.000

56.000 5.000 83.000

803.000

149.000

699.000

262.000

38.000 68.000

689.000

17.000 70.000

183.000

Totaal

2.038.000 117.000 1.403.000 757.000 17.000 253.000


49.000

123.000

46.000

115.000

95.000

238.000

299.000

689.000

1.908.000

144.000

1.589.000

149.000

106.000

689.000

4.585.000

299.000

689.000

254.000

-36.000

1.000

-125.000

-156.000

291.000

229.000

204.000

451.000

Figuur 24: Exploitatie per functie na 3 jaar (exclusief huisvestingslasten Noordkade) Zie bijlage 12.4 voor de aannames en uitgangspunten.


99

6

De exploitatie van het programmadeel In dit hoofdstuk worden de mogelijkheden voor de exploitatie van de programmatische bedrijfsvoering beschreven56. De nieuwe huisvestingslasten voor de gebruikers zijn in deze berekeningen niet meegenomen, omdat op dit moment niet bekend is op welke manier de gebouweigenaar de huurberekening zal vormgeven. De kapitaalslasten voor de huisvesting zijn beschreven in hoofdstuk 5. De huisvestingslasten, die vermeld staan bij de educatiefunctie betreffen additionele huisvesting voor een andere vestiging. Er is in de berekeningen geen rekening gehouden met eventuele bezuinigingen of effecten uit de evaluatie van Plein 23. Als prijspeil voor beide varianten geldt het jaar 2010. De exploitatie wordt in twee varianten weergegeven: de startsituatie en de situatie na de doorontwikkeling van drie jaar.

6.1

De startsituatie In de startsituatie nemen wij aan dat de functies (instellingen) met de bijbehorende programma- exploitatie één op één overgaan naar de Noordkade. Na een aantal jaren zal het effect van de nieuwe bedrijfsvoering zichtbaar zijn in de exploitatie. In figuur 23 wordt per functie de exploitatie in de startsituatie weergeven57. Schema exploitatie startsituatie58. De startsituatie is beschreven vanuit de optie van naadloze overgang van de instellingen naar de Noordkade. De oude exploitaties zijn daarin herkenbaar. In de exploitatieopzet is geen rekening gehouden met de mogelijke financiële effecten van het Foodcluster.

6.2

Drie jaar na de start Vooraf wijzen wij er in dit verband op dat de gepresenteerde exploitatie van de functies van de situatie na drie jaar gezien moet worden als een integraal totaal, zie figuur 24. Het uitsplitsen van de verschillende functies heeft namelijk een effect op de -voormalige- instellingsexploitaties en de nieuwe situatie is als zodanig niet meer geheel vergelijkbaar met de ‘oude’ instellingsexploitaties.

6.2.1

De educatiefunctie In het exploitatiemodel bij de start zijn de baten en lasten van het culturele deel één op één overgenomen. Op het moment van deze rapportage (december 2011)

56 De exploitatiegegevens voor het programmadeel kunnen in deze fase slechts indicatief worden weergegeven. Ze zijn opgesteld vanuit een expert opinion op basis van de wensen en ambities van de betrokkenen. In de volgende fase dient in dialoog met de betrokken partners een businessplan ontwikkeld te worden. 57 Om aansluiting te houden bij de jaarrekening zijn incidentele baten en lasten uit de jaarrekening van 2010 in deze fase niet uitgezuiverd. Dit dient in een volgende fase alsnog te geschieden. 58 Voor een specificatie van figuur 13 zie bijlage 12.2.


100


101

zijn de effecten van de fusie tussen beide instellingen nog niet zichtbaar. In de startsituatie nemen wij aan dat de huidige klanten van MIK en Pieter Brueghel hun weg naar de Noordkade zullen vinden. In het haalbaarheidsonderzoek van COEK59 worden kansen beschreven die de nieuwe organisatie op deze plek heeft. In de beschrijving van de ruimtelijke kant (hoofdstuk 4) is aangegeven om het totale plan van COEK gefaseerd te ontwikkelen. Als het totale programma van eisen van de COEK notitie van meet af aan gerealiseerd zou moeten worden, zouden de negatieve aanloop saldi nog vele malen groter zijn. Om de ontwikkeling beheersbaar te houden, adviseren wij de ontwikkeling van de additionele huisvestingsmogelijkheden van ongeveer 2.900 m2 BVO gelijke tred te laten houden met de exploitatiemogelijkheden daarvan. Dat kan niet anders dan een lange termijn perspectief zijn. De ontwikkeling daarvan staat in nauwe relatie met de ontwikkeling van het gehele gebied. De meeste nieuwe kansen op dat gebied ziet COEK in de verbinding met de creatieve industrie die op de Noordkade een plek zou moeten krijgen. Het betreft bijvoorbeeld de mogelijkheden voor artist in residence, professionele arts en crafts verbindingen, de huisvesting van professionele podiumkunstproductie etc. Wij denken dat daar kansen liggen, maar dat zulks pas na verloop van een aantal jaren tot de mogelijkheden behoort. Voor de middellange termijn zien wij ontwikkelmogelijkheden m.b.t. de exploitatie op de volgende deelgebieden: 6.2.1.1

Rendabilisering van de huidige werkzaamheden Zoals bij veel instellingen voor kunsteducatie is de traditionele meester-leerling verhouding sterk in ontwikkeling. Er ontstaan nieuwe werkvormen, zoals werkplaatsen met een lichte begeleiding, meer groepsonderwijs in de muziekdiscipline, modulair onderwijs etc. Veel van deze werkvormen hebben een positief effect op de exploitatie van de kunsteducatiefunctie. Ook een meer marktconform denken in de prijs-kwaliteit verhouding heeft een merkbaar effect op de exploitatie. Een uitzonderlijke activiteit mag tenslotte ook een uitzonderlijke prijs hebben. Het vergroten van het topsegment in de amateuristische kunstbeoefening en kunsteducatie hoort daar zeker bij. Verschuivingen in het personeelsbestand van vaste dienstverbanden naar flexibele arbeid en het aantrekken van jonge docenten hebben een renderend effect. De fusie tussen MIK en Pieter Brueghel en de doorontwikkeling naar een zelfstandige organisatie unit van MIK in Veghel zal gunstig voor de exploitatie zijn.

6.2.1.2

Faciliteiten voor professionals (bijvoorbeeld huur ateliers) Hoewel de arts en crafts beweging pas echt op gang zal komen met het vestigen van de creatieve industrie op de Noordkade, is het gebruik van de aanwezige faciliteiten voor professionals al wel van meet af aan mogelijk. De sterk cultureel 59

Architectuurbureau Voss (29 juni 2010). Haalbaarheidsonderzoek huisvesting COEK, Noordkade Veghel.


102

Exploitatie educatie startsituatie en na 3 jaar (exclusief huisvestingslasten Noordkade) Uitgaven € personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten Totaal inkomsten Saldo

startsituatie

na 3 jaar

381.000 684.000

381.000 684.000

344.000 25.000 11.000 196.000 24.000

344.000 25.000

1.665.000

1.654.000

1.030.000 112.000 583.000 40.000

1.030.000 112.000 583.000

33.000

183.000

1.798.000

1.908.000

133.000

254.000

196.000 24.000

Figuur 25


103

stimulerende omgeving waarin het nieuwe centrum zich zal vestigen met de daarbij behorende kwalitatieve accommodatie zal daartoe zeker bijdragen. Datzelfde zal zeker ook gelden voor particuliere aanbieders van educatie. Mits niet direct concurrerend, kunnen deze er zeker hun plek vinden.

6.2.1.3

Faciliteiten voor sociaal-cultureel werk en onderwijs De aanwezigheid van een jeugden jongerencentrum zal extra gebruik van de faciliteiten en menskracht (docenten) tot stand brengen. Tevens geldt dat voor de dienstverlening aan de scholen van Primair en Voortgezet Onderwijs in Veghel en omgeving. Zoals we al in het basisplan hebben aangegeven zal de Noordkade the place to be zijn voor de cultuureducatie van het gehele onderwijsveld.

6.2.1.4

Nieuwe doelgroepen De demografische ontwikkeling van Brabant laat een geheel nieuwe doelgroep zien in de nabije toekomst. De grijze golf van Whoopees (whealty healthy older people) biedt nieuwe kansen, wetende dat 49% van de bevolking in Brabant actief is op het vlak van de kunsteducatie en de amateuristische kunstbeoefening.

6.2.1.5

Serviceverlening aan professionele kunstinstellingen en gemeentes Ten aanzien van de serviceverlening aan gemeentes en professionals op het gebied van collectiebeheer, restauratie e.d. liggen er nog nieuwe kansen. In onze oriënterende gesprekken met de directie van de nieuwe kunsteducatie organisatie hebben wij de exploitatiemogelijkheden in dit kader verkend. Een eerste calculatie laat een positief effect van € 150.000 zien op een termijn van drie jaar. Op basis van ervaringen bij soortgelijke instellingen achten een dergelijke operatie haalbaar In het exploitatieoverzicht na drie jaar hebben is dit als taakstellend verdieneffect zichtbaar gemaakt. De baten en lasten m.b.t. verhuur en horeca zijn uit de exploitatie gebracht en naar de betreffende functie overgeheveld. In figuur 25 is de exploitatie voor de educatiefunctie voor de startsituatie en na 3 jaar weergegeven.

6.2.2

De theaterfunctie In het exploitatieoverzicht van de situatie na 3 jaar zijn de ‘gemeenschapshuis’ functie en de commerciële functie uit die van het theater (en die van de andere functies) gehaald. Zodoende wordt de autonome ontwikkeling van die tak van de bedrijfsvoering goed in kaart gebracht. Een groot deel van de exploitatie ontwikkeling zal immers daarvan afhankelijk zijn. Voor de exploitatie daarvan verwijzen we naar de paragraaf daarover in dit hoofdstuk. De huidige theaterfunctie in De Blauwe Kei heeft een succesvolle combinatie van subsidie en marktinkomsten. Een substantieel deel van de programmeringskosten worden door het eigen verdienmodel gedekt.


104


105

6.2.2.1

Professionele podiumkunsten De Noordkade met zijn toekomstige aansprekende theateraccommodatie biedt veel kansen voor de doorontwikkeling van het professionele aanbod, zowel in kwantiteit als in kwaliteit. Het aansluiten bij de ontwikkelingen op het Noordkade terrein vormt de artistieke uitdaging voor de theaterprogrammering. Daarom zien we kansen voor de uitbreiding van de professionele podiumprogrammering van het theater. Het referentiejaar is 2010 met 100 presentaties per jaar. In gesprekken met de directie is al gebleken dat de doorontwikkeling van het huidige theater 120 programmeringen in 2011 laat zien. Daarvoor zijn additionele subsidies aangeboord en nieuwe verdienmodellen ontwikkeld. Gezien de publieksbelangstelling en de waardering voor de programmering van het theater achten wij de kans tot verdere doorontwikkeling aanwezig. Wij adviseren deze geleidelijk en zorgvuldig te laten plaatsvinden, om het evenwicht tussen aanbod en markt voortdurend te blijven bewaken. Daarom hebben we daarvoor ook een termijn van drie jaar in acht genomen na de start op de Noordkade. Vooruitlopend op de nieuwe situatie kan in het huidige theater al een aanloop naar deze ontwikkeling voorbereid worden. Wij gaan uit van een opwaardering van het theateraanbod naar 160 programmeringen in een periode van drie jaar. De vliegwielfunctie die de culturele instellingen moeten vervullen aan de Noordkade noodzaakt tot een uitbreiding van het aantal programmeringen. We verdelen deze extra programmeringen over de drie zalen (20 per zaal). Daarmee is een balans mogelijk tussen de aard van de programmering (grote zaal, middenzaal en kleine zaal). Deze verschillende zalen vragen immers om verschillende artistieke concepten en (nieuwe) publieksopbouw. Tevens is daarmee het risico m.b.t. de exploitatie meer gespreid. In het exploitatieoverzicht hebben we zowel aan de kosten (techniek en marketing), als aan de batenkant (recette) de effecten daarvan zichtbaar gemaakt60. Met de uitbreiding van de programmering calculeren we een publiekstoename voor de professionele podiumkunsten naar een totaal van ruim 60.000 bezoekers.

6.2.2.2

Film In het nieuwe ruimteprogramma is voorzien in de mogelijkheid voor een veel bredere filmprogrammering. In Veghel is geen (particuliere) voorziening voor film. Zeker als aanvulling op het totale uitgaansprofiel van de Noordkade zien we voor filmprogrammering veel kansen. In de exploitatie voorzien drie zalen in een filmprogrammering. Daarmee bestaat de mogelijkheid voor een uitgebreide programmering: van de meer toegankelijke (populaire) film tot en met de zuivere art film. Met in totaal drie doeken en 160 vertoningen zou een publieksbereik van 17.000 bezoeken haalbaar kunnen zijn. In de exploitatie is aan de kosten en batenkant deze programmering verwerkt. Deze levert een bescheiden positief resultaat op61. 60 61

Voor een specificatie van de theaterfunctie, zie de bijlage 12.7 Voor een specificatie van de filmfunctie, zie de bijlage 12.5


106

Exploitatie theater startsituatie en na 3 jaar (exclusief huisvestingslasten 62 Noordkade) Uitgaven € startsituatie theater personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven

na 3 jaar theater & film

255.000 229.000 49.000 108.000 24.000 35.000 623.000

255.000 298.000

1.323.000

1.588.000

803.000

803.000

450.000 259.000 17.000 70.000

699.000

1.599.000

1.589.000

276.000

1.000

108.000 31.000 896.000

Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten Totaal inkomsten Saldo

17.000 70.000

Figuur 26

62

De theaterfunctie en de filmfunctie zijn bijeengebracht.


107

6.2.2.3

Sociaal-cultureel en commercieel gebruik Naast de professionele theaterprogrammering worden de zalen ook ingezet voor sociaal-culturele doeleinden en voor de commerciële exploitatie. Zie daarvoor de paragraaf daarover in dit hoofdstuk. De maximale (programma) capaciteit van de zalen is daarmee na drie jaar nog niet bereikt. Zorgvuldige opbouw van het gebruik (de marktpotentie moet ontwikkeld worden) en het openhouden voor toekomstige kansen (Foodexperience) zijn daarvoor de motieven. Wij achten het wel mogelijk de accommodatie op de langere termijn volledig in te zetten. Daarmee zal uiteraard de exploitatie van de bedrijfsvoering ook aan verandering onderhevig zijn. In figuur 26 is de exploitatie voor de theaterfunctie voor de startsituatie en na 3 jaar weergegeven.

6.2.3

De expositiefunctie De ontwikkelingen aan de Noordkade sluiten nauw aan bij de doorontwikkeling van het huidige beleid van De Compagnie. Verplaatsing en schaalvergroting van de ruimte en het programma voor professionele hedendaagse beeldende kunst in relatie tot Food biedt kansen en mogelijkheden. Daarnaast is de relatie tussen beeldende kunst en spraakmakend cultureel erfgoed evident. De ontwikkeling van de Noordkade zonder een in het oog springende expositiefunctie voor beeldende kunst zou ondenkbaar zijn of op zijn minst een grote gemiste kans. De schaalgrootte van deze toekomstige functie is echter van een andere orde dan het huidige beleid van de Compagnie. Een samenwerking met bedrijfsleven, overheid en instellingen rondom organisatie, invulling, financiering en exploitatie is daarbij op termijn noodzakelijk. Een meer zakelijke benadering en nadenken over verdienmodellen zijn hierbij van belang. Verkoop van kunst vanuit de tentoonstellingsruimte en de kunstwinkel als hieronder omschreven, draagt hieraan bij. Het businessplan van de expositiefunctie zal tot volle wasdom kunnen komen als de publiekstoeloop naar de Noordkade door de vestiging van de Foodexperience een feit zal zijn en de ontwikkeling van de creatieve industrie in de vastgoedontwikkeling tot resultaat komt. Dan ontstaat er voor kunstenaars en hun publiek een creatieve omgeving met een schaalgrootte die aansluit bij de ambitie van een bovenregionaal georiënteerde kunsthalfunctie. Het is realistisch te stellen dat op korte termijn een volledig op zelfstandige kracht functionerende museale functie met een dergelijke uitstraling onhaalbaar is zonder onevenredig grote publieke financiering. In dit advies gaan wij daarom geleidelijk te werk. Een museale- en een verkoopfunctie voor beeldende kunst moet een onlosmakelijk onderdeel zijn van


108


109

het Noordkade concept. Maar deze moet groeien op een natuurlijke wijze, die gelijke tred houdt met de ontwikkeling van de andere culturele functies, met de ontwikkeling van het Foodcluster en die van het totale gebied66. Dit profiel heeft een aantal elementen: 6.2.3.1

Een museale ruimte voor beeldende kunst (met leidend thema: food) In het ruimteprogramma is daarvoor een museale ruimte gereserveerd volgens het Kunsthal principe. De ruimte is centraal gelegen, kent een ‘ruwe’ nog in te richten uitstraling en heeft op zichzelf al door haar historische oorsprong een culturele betekenis. Dat is een ruimte zonder een vaste collectie, die geschikt is voor steeds wisselende exposities met professionele hedendaagse kunst. De exposities zullen zoveel mogelijk aansluiten bij de thema’s die in het gehele culturele complex leidend zullen zijn. Uiteindelijk wil de huidige directie komen tot 6 wisselexposities per jaar. Wij adviseren daarvoor een geleidelijke opbouw te hanteren. Het is daarbij raadzaam verbindingen te zoeken met collega instellingen in het land, die hetzelfde museale principe hanteren. Reizende exposities en exposities in samenwerking zijn immers vaak sneller en goedkoper te produceren, dan stand alone concepten. De uitgangspunten en mogelijkheden voor dit museale concept zijn volgens de huidige directie: • Gevestigde (nationale en internationale) namen in combinatie met jong en/of lokaal talent. • 2-dimensionaal/3-dimensionaal in diverse disciplines. • Uniek en onderscheidend in de wijde regio/Noord-Brabant(Nederland). • Voorloper in nieuwe (experimentele) kunstvormen. • Uitnodigen artist in residence met aansluitende expositie. • Kunst als installatieproject on the spot. Geïnspireerd en aansluitend bij de omgeving. Daarbij de mogelijkheid tot actieve participatie via workshops. • Grote kunst, eyecatchers & activity buiten het gebouw • Expo aansluitend bij vormgeving, arts&crafts COEK

6.2.3.2

Ruimte voor vaste collecties In het gebouw is voldoende expositie mogelijkheid voor een vaste collectie van professioneel werk. Dat kan een collectie zijn, die geleidelijk over een aantal jaren wordt opgebouwd via sponsors, subsidies, schenkingen, depot gemeente, etc.

6.2.3.3

Een kunstverkoopruimte In het programma is een ruimte voorzien waar unieke kunst te koop is tegen een betaalbare prijs. Met name van exposanten en regionale professionele kunstenaars.

66 In een reactie op de de exploitatieopzet van de expositiefunctie geeft De Compagnie aan dat de groei naar het voorgestelde batenniveau pas over langere termijn (8-10 jaar) haalbaar is. Bij handhaving van het geschetste ambitieniveau in de startsituatie, zal de dekking daarvoor elders gevonden moeten worden.


110

Exploitatie expositie startsituatie en na 3 jaar

67

Uitgaven € startsituatie 19.000

na 3 jaar

6.000 11.000

10.000 15.000

20.000

130.000

56.000

180.000

56.000 5.000 6.000

56.000 5.000 83.000

Totaal inkomsten

67.000

144.000

Saldo

11.000

-36.000

personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten

25.000

Figuur 27

67

Voor een specificatie zie de bijlage 12.6


111

6.2.3.4

Educatie Vooral voor het onderwijsveld van Veghel zullen via rondleidingen, schoolprojecten, en samenwerkingsverbanden met kunsteducatie veel mogelijkheden zijn voor cultuureducatie op het gebied van de beeldende kunst en erfgoed.

6.2.3.5

Organisatie en programmabudget In de exploitatie van de start na drie jaar is als enige formatie een part time artistiek leider voorzien. De andere bedrijfsmatige functies kunnen door inzet van vrijwilligers en in combinatie met de andere functies in het cluster worden ingericht. Tevens is een materieel budget opgenomen voor organisatie, PR en marketing, vooral gericht op het expositiebeleid. De kantoorfaciliteit wordt ingericht in de centrale kantoren unit. In de exploitatie van de start na drie jaar is gerekend met programmakosten voor drie grote exposities per jaar, alsmede de recette daarvoor. Daarnaast worden de kosten doorgerekend voor 3 kleinere exposities, waarvoor geen recette wordt gerekend. Aanvankelijk zal de winkel door vrijwilligers worden gerund. Er is gecalculeerd met een bescheiden omzet van € 60.000 per jaar tegen een courtage van 33%. De verkoopfunctie kan pas tot volle wasdom komen bij voldoende traffic in een verdere toekomst van de Noordkade. Aard en omvang van de personele bezetting kan daarmee gelijke tred houden. Momenteel (2010) trekt de expositiefunctie van de Compagnie ruim 15.000 bezoekers in totaal, waarvan 1.700 voor concerten en 1.400 voor educatie. Voor de expositiebezoeken wordt momenteel over het algemeen geen toegangsprijs geheven. In de exploitatieberekeningen wordt uitgegaan van een toegangsprijs voor het bezoek aan de drie hoofdexposities per jaar. Deze zullen van een dermate kwaliteit zijn, dat dit gerechtvaardigd is69. De andere exposities zijn gratis toegankelijk. In figuur 27 is de exploitatie voor de expositiefunctie voor de startsituatie en na 3 jaar weergegeven.

6.2.4

Het jongerencentrum met poppodium Met Vivaan hebben we gesprekken gevoerd over het beoogde jongerencentrum. De gegevens uit deze paragraaf zijn aan de opgave van Vivaan ontleend. Het nieuwe Jeugd- en Jongerencentrum aan de Noordkade wordt een ontmoetingsplek voor alle jongeren(groepen) tot en met 23 jaar uit de gemeente Veghel. Voor de jeugdigen tot en met 15 jaar is het zeer wenselijk een aanbod op wijkniveau te realiseren. Het Jeugd- en Jongerencentrum heeft een eigen identiteit en verzorgt een breed aanbod aan activiteiten op het gebied van educatie, kunst & cultuur en sport.

69

De Compagnie wijst erop dat de drempel voor expositiebezoek hoger is als er sprake is van een toegangsprijs. Mocht tot gratis toegang worden besloten, zullen de baten elders gevonden moeten worden.


112


113

Hiermee wordt beoogd talenten van jongeren te prikkelen en te ontplooien en hen door te leiden naar reguliere aanbieders Daar waar er binnen de gemeente op het gebied van educatie, kunst & cultuur en sport al een aanbod is wordt samenwerking gezocht met deze (aanbiedende) organisaties en instellingen. Vivaan realiseert haar doelstellingen door middel van onder andere inloopmiddagen- en avonden en het organiseren van culturele en sportieve activiteiten. Uitgangspunt daarbij is zo veel als mogelijk gebruik te maken van, en samen te werken met, de bestaande voorzieningen in Veghel zoals sportzalen en andere aanbieders van sport en cultuuractiviteiten. Veel van de te realiseren faciliteiten in het Kunst- en cultuurcluster zijn prima geschikt voor activiteiten van Vivaan. Denk daarbij aan de smederij, ateliers, studiofaciliteiten en werken repetitiefaciliteiten voor popmuziek. Gezien het grote aandeel jonge mensen dat nu al kunsteducatie lessen volgt is de educatiepoot van het Kunst- en cultuurcluster al een belangrijke functie voor jongeren. Het jongerenwerk is in staat jongeren aan te trekken (en toe te leiden) die nu (nog) niet bekend zijn met het huidige programma. De Noordkade kan dus in die samenwerking een geheel nieuw publiek aanboren. Een nieuw talentenhuis kan ontstaan waarin ook urban culture zoals skating, streetdance, rap, hip hop en het (re)mixen van muziek, een plaats kan krijgen (meer dan nu) in het muziekschool aanbod. Belangrijk voor het goed functioneren van de Inloopavonden is dat de jongeren een eigen Ontmoetingsruimte hebben waarvoor zij zelf (een deel van de) verantwoordelijkheid dragen. Daarbij wijst Vivaan op de noodzaak van een Meidenruimte. Meiden richten hun eigen ruimte immers fundamenteel anders in dan jongens en ontwikkelen daar andere activiteiten. Een Activiteitenruimte is noodzakelijk om een gevarieerd activiteitenaanbod te kunnen uitvoeren. Op een plein met skate-objecten en/of goaltjes naast het jongerencentrum kunnen jongeren zich sportief uitleven. Tevens werkt de buitenruimte drempelverlagend om het jongerencentrum te bezoeken. • Het Jongerencentrum zal 6 dagen per week open zijn voor inloopactiviteiten. • De Meidenruimte wordt 2 avonden geprogrammeerd voor vaste meidengroepen en de meiden krijgen de faciliteiten er eigen activiteiten in te ontwikkelen. De beoogde bezetting bedraagt 4-6 dagdelen. • De Activiteitenruimte wordt – naast de poppodiumfunctie- gebruikt voor andere activiteiten waaronder sport. Deze zal daarvoor 5 dagdelen per week gebruikt worden. • De vergaderruimte van de jongeren wordt door de Jongerenraad minimaal 2 dagdelen per week gebruikt en daarnaast 10 dagdelen door stagiaires en scholieren in het kader van hun maatschappelijke stages. Daarnaast maken werkgroepen er gebruik van bij het voorbereiden van hun activiteiten.


114

Exploitatie jongerencentrum en poppodium Uitgaven € personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten Totaal inkomsten Saldo

jongeren 274.000

poppodium 137.000 20.000 15.000 29.000 61.000

274.000

262.000

149.000 38.000 68.000

149.000

106.000

-125.000

-156.000 Figuur 28


115

•

• •

6.2.4.1

De huidige formatie voor jongerenwerk zal uitgebreid moeten worden naar 4,8 FTE70: o Beheer: in gezamenlijk beheer, niet specifiek doorgerekend o Jongerenwerker individueel gericht/ambulant 1 FTE o Jongerenwerker collectief gericht 1 FTE o Jongerenwerker specifiek voor meiden 1,8 FTE o Jongerenwerker/tienerwerker voor Chill Out en wijken 1 FTE Deze EXTRA formatie (2,5 FTE) is doorgerekend in de exploitatieopzet. De subsidie die wordt opgevoerd betreft de stelpost van € 148.500 waaruit de exploitatie en activiteiten t.b.v. een nieuw jongerencentrum betaald kunnen worden. Momenteel wordt dit budget ingezet voor de tijdelijke jongerencentra.

Poppodium In de bijlage over de poppodiumfunctie is een uitgebreide motivatie te lezen m.b.t. huisvesting van het poppodium bij het jongerenwerk71. In de exploitatie is uitgegaan van een zaalcapaciteit van 300 bezoekers met een actieve programmering van 40 activiteiten per jaar (locale bands, clubcircuit bands, battles, festivals, dance en metall/hardcore). Gezien het specifieke karakter van het poppodium en het jongerenwerk is de horeca begroting een integraal onderdeel van deze functie en niet opgenomen in de totale horeca begroting. Personele verbindingen, gezamenlijke inkoop en administratie zijn vanzelfsprekend mogelijk in de uitvoeringsfase. Omdat het jongerencentrum als nieuwe organisatie begint, worden in figuur 28 de twee functies jongerencentrum en poppodium na drie jaar gepresenteerd.

6.2.5

Het jongerencentrum zonder poppodium Het jongerencentrum zal ook moeten kunnen bestaan zonder de geïntegreerde organisatie van de poppodiumfunctie. De popmuziek programmering zal dan niet of nauwelijks actief plaatsvinden, anders dan een toevalstreffer vanuit het jongerencentrum of vanuit de theaterfunctie. Popprogrammering is immers een geheel eigen metier met veel kennis van aanbod, inzicht in vraag van de markt en specifieke marketingtechnieken. De minderkosten van dit scenario op de programma exploitatie bedragen € 156.000. Samen met de minderkosten op de huisvestingslasten bedraagt de totale besparing € 173.000 bij het niet voorzien in een professionele poppodium functie. Een overweging willen wij in dit kader graag meegeven: het jongerencentrum zal met een actieve popprogrammering een aanmerkelijk grotere uitstraling hebben, dan zonder deze. Het effect daarvan valt niet te kapitaliseren.

70 71

Opgave bezetting, formatie en formatiekosten: Vivaan. Zie bijlage 11


116

Aantal activiteiten en bezoekers per functie Totalen per functie Totaal commercieel Totaal sociaal cultureel Totaal repetities Totaal filmvertoningen Totaal theater Totaal popconcerten Totaal alle zalen

activiteiten 290 870 320 160 160 10 1.810

bezoekers 30.725 57.300 10.600 17.600 56.400 2.500 175.125 Figuur 29

Aantal bezoekers totaal unieke bezoeken wekelijkse educatie bezoeken Totaal bezoeken

175.000 80.000 255.000 Figuur 30


117

6.2.6

De sociaal-culturele en commerciële functie Aan de sociaal-culturele functie is in de exploitatie uitgebreid aandacht besteed. De Noordkade zou de ontmoetingsplek bij uitstek moeten worden van talloze verenigingen en individuen die er hun plek vinden m.b.t. de vrije tijdsbesteding. Het betreft naar ons idee vanzelfsprekend alle culturele verenigingen die hun plek zoeken in het culturele hart van Veghel. Maar niet alleen deze verenigingen vinden er hun plek, maar er is ook ruimte voor alle andere verenigingen, van de Bridgeclub tot de Alzheimer-vereniging, van het Vrouwengilde tot de Schaakclub, van de Carnavalsvereniging tot de KBO. Dit kunsten cultuurcluster aan de Noordkade kan alleen slagen als het de kans biedt om hét culturele- en uitgaanshart voor heel Veghel te zijn. Daartoe zijn: • Alle zalen ruim gereserveerd voor sociaal-cultureel gebruik. De huurprijzen in deze exploitatieopzet laag gehouden. • De huurprijzen in de exploitatieopzet laag gehouden. • Er meer dan de huidig aanwezige ruimtes ontworpen voor divers gebruik. • De logistieke voorzieningen zo ingericht dat multifunctioneel gebruik zo efficiënt mogelijk is. • De ruimtes zo divers, als hun gebruikers, van chique tot eenvoudig, van groot tot klein. • De ruimtes in omvang schakelbaar van heel groot tot divers en klein. Uit de gebruiksprognose van de exploitatieopzet zijn daartoe de gegevens in figuur 29 te herleiden. Het betreft hier louter het bestemmingsgebruik van de locatie. Passanten, expositiebezoek en niet functiegebonden bezoekers van het complex en het Grand Café zijn niet meegeteld. Voor het totale functiegebonden gebruik van het complex zijn de gegevens in figuur 30 herleid. In de exploitatie van het theater en de educatie is de sociaal-culturele en commerciële functie in het overzicht niet meer geïntegreerd opgenomen, maar separaat weergegeven. In deze kolom van de exploitatie zijn de volgende cijfers opgenomen: • De personele kosten (secundair product), die rechtstreeks te maken hebben met de gemeenschapsfunctie en de commercialiteit. Daarvoor zijn de bestaande gegevens van de huidige instellingen geëxtrapoleerd naar rato van de exploitatiegroei. • Datzelfde geldt voor de inkoopfunctie. Het betreft hier niet de inkoopfunctie van de horeca. Zie daarvoor de gegevens m.b.t. horeca. • Aan de batenkant zijn onder inkomsten horeca en verhuur de drie volgende opbrengstgegevens opgenomen: o verhuur zalen o verhuur faciliteiten o horeca opbrengst • In het bestek van deze rapportage hebben we het horecaconcept van de huidige Blauwe Kei overgenomen. Dat wil zeggen, dat de totale horeca exploitatie extern wordt uitgevoerd en dat er een percentage commissie wordt


118

Exploitatieopzet commerciële en sociaal-culturele functie startsituatie en na drie jaar

Uitgaven € Start en huidig com/soccult

Na 3 jaar toekomst com/soccult

49.000

123.000

46.000

115.000

95.000

238.000

299.000

689.000

Totaal inkomsten

299.000

689.000

Saldo

204.000

451.000

personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten

Figuur 31


119

afgedragen aan de organisatie. In de hier voorliggende berekeningen is er een totale omzet horeca gegenereerd van € 926.000. De commissie (lees netto opbrengst daarvan) bedraagt € 139.000. Met dit concept ontzorgt een externe partij het Kunst- en cultuurcluster op het gebied van de horeca exploitatie. Vanzelfsprekend staat daar een lagere winstmarge tegenover. Gezien de omvang van de horeca en de toekomstverwachting na het volledig in gereedheid zijn van de gehele Noordkade adviseren wij dit horecaconcept aan een nadere analyse te onderwerpen en mogelijk tot een andere constructie te komen. Daarbij valt te denken aan horeca in eigen beheer (een aparte BV in eigendom van centrale stichting). • Het Grand Café is het ontmoetingshart van het Kunst- en cultuurcluster aan de Noordkade. We hebben er in de exploitatieopzet voor gekozen deze functie al van begin af aan in eigen beheer te nemen. Inhoudelijk en bedrijfsmatig is het Grand Café van cruciaal belang voor het welslagen van de gehele onderneming. Daarin ligt de voornaamste reden om de sturing van het Grand Café geheel in eigen hand te houden. Voor een zorgvuldige scheiding van subsidie gerelateerde bedrijfsonderdelen en commerciële horeca- en evenementenopbrengsten, adviseren wij tot het oprichten van een Noordkade Horeca BV, die in eigendom van de centrale stichting de horeca-exploitatie voor haar rekening neemt, geheel marktconform. Daarmee wordt oneerlijke concurrentie met de private markt vermeden zoals nu ook het geval is. • Het behoeft geen betoog dat voor het welslagen van de commerciële kant van de bedrijfsvoering een adequate horecavergunning en gebruiksvergunning noodzakelijk zijn. In de bijlage 12.10 betreffende de exploitatiegegevens van deze twee functies is een gedetailleerde uitsplitsing van de totale opbrengsten en omzetten te lezen. In figuur 31 is de exploitatie voor de commerciële en sociaal-culturele functies voor de startsituatie en na 3 jaar weergegeven. In het totaaloverzicht (zie bijlage 12) worden alle functies integraal en geconsolideerd weergegeven72. In de kolom bestuur en commercieel/sociaalcultureel zijn de kosten van het bestuur (de bestuurder) en een kleine werkorganisatie toegevoegd. Zoals in hoofdstuk 3 is aangegeven adviseren wij een beheermodel met een kleine bestuurlijke top. Vooralsnog is dit organisatie onderdeel apart te budgetteren, aangezien de organisatie nog niet geheel is geïntegreerd. Zeker in de aanvangsfase, waarin het kunsten cultuurcluster haar werkzaamheden moet implementeren in de nieuwe omgeving zal extra inzet noodzakelijk zijn. Het niveau en de inschaling van de bestuurlijke aansturing moet corresponderen met de opgave, die dit organisatieonderdeel heeft. Daarom hebben we de formatie daarvoor op een adequaat peil gebracht. Een kleine werkorganisatie maakt er 72 Wij merken hierbij op dat de balans tussen de culturele en de commerciële inzet een aandachtspunt voor de toekomst zal moeten zijn. In de eerste drie jaar is er voldoende planningsruimte voor beide functies. Naarmate het gebruik van het complex toeneemt zullen i.o.m. de subsidieverlener heldere afspraken gemaakt moeten worden over deze balans.


120


121

onderdeel van uit. Na de overgang naar de geheel nieuwe organisatievorm, zoals eerder beschreven zien we de efficiency voordelen van deze operatie over het geheel van de functies.


122

BIJLAGE 1

GERAADPLEEGDE BRONNEN

1. Architectuurbureau Voss (29 juni 2010). Haalbaarheidsonderzoek huisvesting COEK, Noordkade Veghel. 2. Architekt bouwburo Cehave (18 juli 1983). Verlaadloods NPF. 3. Brug, M. van der (2006). Code Cultural Governance: pas toe of leg uit. Amstelveen: Lenthe Publishers. 4. de Architekten Cie. en Bouwbedrijf Van de Ven in samenwerking met de gemeente Veghel en NPF Architects (12 oktober 2010). Masterplan CHV-terrein Veghel. 5. Fakton (16 juni 2011). Clustering kunsten cultuurfuncties op Noordkade. 6. Gemeente Veghel (13 maart 1989). Bestektekening Mariaschool verbouwen tot muziekschool. 7. Gemeente Veghel (25 oktober 2011). Cijfers en kengetallen. 8. GMA (november 2010). Cultuurhistorische verkenning: voormalig CHV-terrein, Noordkade gemeente Veghel. 9. Henket&partners architecten (30 juni 2010). Noordkade haalbaarheidsstudie. 10. Jaarrekening kunstgroep De Compagnie 2010. 11. Jaarrekening Pieter Brueghel en Plein 23 2010. 12. Jaarrekening MiK kunsteducatie 2010. 13. Jaarrekening De Blauwe Kei 2010. 14. Kunstgroep De Compagnie (december 2011). De Compagnie aan de Noordkade. 15. Marlet, G., Woerkens, C. van. (2011). Atlas voor gemeenten 2011. Nijmegen: VOC Uitgevers. 16. NPF Architects (31 maart 2011). Bouwaanvraag en bestaande toestand plattegronden en gevels CHV-terrein. 17. NPF Architects (31 juli 2011). Brutovloeroppervlak CHV-terrein. 18. NPF Architects (6 oktober 2011). Studie jongerencentrum in NPF-toren. 19. Opdracht Loek Sijbers 6 oktober 2011. 20. Opdracht Fakton 14 oktober 2011. 21. Plattegronden De Blauwe Kei. 22. Programma van wensen Jeugd- en jongerencentrum (22 november 2011). 23. Provincie Noord-Brabant (september 2011). Inspiratieboekje grote erfgoedcomplexen. 24. Raadsbesluit gemeente Veghel 5 juli 2011. 25. Raadsbesluit gemeente Veghel 7 juli 2011. 26. Raadsbesluit gemeente Veghel 13 oktober 2011. 27. Rapportage 1e fase Haalbaarheidsonderzoek poppodium Bergen op Zoom (2007). 28. Rapportage 2e fase haalbaarheid Poppodium Bergen op Zoom (2008). 29. RIGO (april 2011). Maatschappelijke kosten en baten gebiedsontwikkeling Heilig Hartplein & Noordkade. 30. Visie Blauwe Kei nieuw gebouwde theaterzaal. 31. Vervest architecten (november 1938). Plattegronden en gevels Koekenloods 32. Sociaal Cultureel Planbureau. Toekomstverkenning kunstbeoefening (2010).

Bijlage 1

BIJLAGE 2

INTERVIEWS EN BESPREKINGEN

Datum

Naam

Organisatie/Instelling

17 november

Stefan van Bogget Erik Tausch

Gemeente Veghel Gemeente Veghel

17 november

Stefan van de Ven

Van de Ven Bouwbedrijf

21 november

Laurens Felix Jan Hooimeijer Jan van Hoof

MiK Pieter Brueghel De Compagnie

24 november

Jan van Hoof Mannus Stolk

De Compagnie De Compagnie

24 november

Loek Sijbers

Cultuurbedrijf

28 november

Maarten Kievits

Fakton

28 november

Yan van der Heijden Theo Snelders

Theater de Blauwe Kei Theater de Blauwe Kei

30 november

Yan van der Heijden Theo Snelders Loek Sijbers

Theater de Blauwe Kei Theater de Blauwe Kei Cultuurbedrijf

30 november

Laurens Felix Yan van der Heijden Theo Snelders Jan van Hoof Loek Sijbers

MiK, Pieter Brueghel Theater de Blauwe Kei Theater de Blauwe Kei De Compagnie Cultuurbedrijf

5 december

Yan van der Heijden Theo Snelders Loek Sijbers

Theater de Blauwe Kei Theater de Blauwe Kei Cultuurbedrijf

5 december

Jan van Hoof Menno Alkemade Marianne van Campen Berke Loek Sijbers

De Compagnie De Compagnie De Compagnie Cultuurbedrijf

5 december

Laurens Felix Loek Sijbers

Mik, Pieter Brueghel Cultuurbedrijf

9 december

Coen Bais Cees Faber Loek Sijbers Gonnie Smulders Erik Tausch

Metropool Vivaan Cultuurbedrijf Vivaan Gemeente Veghel

19 december

Stefan van Bogget Cees Faber Laurens Felix Yan van der Heijden Jan van Hoof Joep Lenders Vishaal Rattan Loek Sijbers Theo Snelders Gonnie Smulders

Gemeente Veghel Vivaan Mik, Pieter Brueghel Theater de Blauwe Kei De Compagnie Gemeente Veghel Jongerenraad Cultuurbedrijf Theater de Blauwe Kei Vivaan

Bijlage 2

Bijlage 3 Ruimtestaat CHV-terrein versie 2, 28 december 2011 CONCEPT

Ruimteomschrijving

Oppervlak m2 BVO

TOTAAL

KELDER Wiebenga silo Petfood NPF - gebouw Subtotaal

Ruimteomschrijving

Oppervlak m2 BVO

TOTAAL excl. verlaadloods

236 594 373 1.203

Ruimteomschrijving

Oppervlak m2 BVO

TOTAAL excl. verlaadloods en Wiebenga silo's


236 594 373 1.203


Oppervlak m2 BVO

Ruimteomschrijving

TOTAAL excl. Verlaadloods, Wiebenga silo's en NPF-toren

0 594 373 967


0 594 0 594

BEGANE GROND Hoofdkantoor Proeffabriek Wiebenga silo Premix Petfood Mengerij KOEK-bouw Verlaadloods NPF - gebouw Verkeer Berging Tussenbouw Subtotaal

481 1.027 416 658 565 564 1.583 7.026 506 703 113 182 13.824


481 1.027 416 658 565 564 1.583 0 506 703 113 182 6.798


481 1.027 0 658 565 564 1.583 0 506 703 113 182 6.382


481 1.027 0 658 565 564 1.583 0 0 703 113 182 5.876

1e VERDIEPING Hoofdkantoor Proeffabriek Wiebenga silo Premix Petfood KOEK-bouw NPF - gebouw Tussenbouw Subtotaal

481 888 59 654 539 130 332 73 3.156


481 888 59 654 539 130 332 73 3.156


481 888 0 654 539 130 332 73 3.097


481 888 0 654 539 130 0 73 2.765


114 943 59 654 470 105 332 69 2.746


114 943 59 654 470 105 332 69 2.746


114 943 0 654 470 105 332 69 2.687


114 943 0 654 470 105 0 69 2.355

OVERIGE VERDIEPINGEN NPF 3e verdieping NPF 4e verdieping NPF 5e verdieping NPF 6e verdieping NPF 7e verdieping NPF 8e verdieping NPF 9e verdieping Subtotaal

332 332 332 332 332 332 332 2.324


332 332 332 332 332 332 332 2.324


332 332 332 332 332 332 332 2.324


Totaal bruto vloeroppervlak (BVO)

23.253


16.227


15.457


0 0 0 0 0 0 0 0

11.590

1

Bijlage 4 m2 bvo CHV-terrein Veghel bestaande situatie

Kelder

Petfood 594 m2

Wiebenga silo 236 m2

2

Begane grond

verlaadloods 7.026 m2

NPF toren 506 m2 koekbouw 1.583 m2

verkeer 703 m2 Mengerij 564 m2

Wiebenga 416

Petfood 565 m2

m2 tussenbouw 182 m2

Proeffabriek 1.027m2

Premix 658 m2

Berging 113 m2

hoofdkantoor 481 m2

3

1e verdieping

KOEK 130 m 2

Petfood 539 m2

Wiebenga 59 m2

Tussenbouw 73 m2

Proeffabriek 888 m2

Premix 654 m2

Hoofdkantoor 481 m2

4

2e verdieping

KOEK 105 m 2

Wiebenga 59 m2

Petfood 470 m2

tussenbouw 69 m2

Proeffabriek 943 m2

Premix 654 m2

hoofdkantoor 114 m2

5

Bijlage 5 Ruimtestaat Kunst- en Cultuurcluster Veghel Startsituatie Versie 1.4 d.d. 30 januari 2012

Ruimte- Ruimte omschrijving nummer A A01 A02 A03 A04 A05

Centrale entreehal Entreehal theater Receptie, kaartverkoop, EHBO-post Garderobe onbewaakt Lockers Garderobe bewaakt

B B01 B02 B03 B05 B06 B07 B09 B10 B11 B12 B13 B14

Grand café Publieksvloer Podium Zaaltafel techniek Bar Keuken, spoelkeuken, horecaopslag Horecakantoor Sanitair Sanitair MIVA Sanitair personeel Garderobe Berging meubilair Werkkast

C C01 C02 C03 C04 C05 C06

Aantal ruimten

Opp. NO per Opp. NO factor Opp. BVO Afmetingen ruimte [m2] totaal [m2] BVO/NO totaal [m2] l b h 272 150 20 60 12 30

1,35

150 20 60 12 30

1,35

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

300 20 4 24 100 12 25 4 5 20 6 2

522 300 20 4 24 100 12 25 4 5 20 6 2

Grote zaal Zaal Toneel Projectie- en regiecabine Rollenzolder Machineruimte Opslag

570 400 25

100

1095 570 400 25 0 0 100

1,35

1 1 1 0 0 1

D D01 D02 D03

Middenzaal (vlakke vloer) Vlakke vloerzaal Omloop Projectie- en regiecabine

375 176 16

567 375 176 16

1,35

1 1 1

E E01 E02 E03

Kleine zaal (vlakke vloer) Vlakke vloerzaal Omloop Projectie- en regiecabine

220 144 16

380 220 144 16

1,35

1 1 1

F F01 F02

Laboratoriumzaal 1 (vlakke vloer) Vlakke vloerzaal Projectie- en regiecabine

170 14

184 170 14

1,35

1 1

G G01 G02


73 0

73 73 0

1,35

1 1

H H01 H02 H03 H04 H05 H06 H07

Foyers c.a. theaterfunctie Foyers Horecauitgifte Stoelenberging Sanitair Sanitair MIVA Rookruimte Werkkast

1250 125 60 125 4 0 2

1.572 1250 125 60 125 8 0 4

1,35

1 1 1 1 2 0 2

I I01 I02 I03 I04 I05 I06 I07 I08 I09 I10 I11 I12 I13 I14 I15 I16 I17 I18 I19 I20 I21

Backstage ruimten Artiesteningang Artiestenfoyer kleedkamers eenpersoons kleedkamers tweepersoons kleedkamers vierpersoons kleedkamers tienpersoons kleedkamers twintigpersoons Toiletten kleedkamergebied Douches kleedkamergebied Miva artiesten Opslag (kleedkisten e.d.) Decor- timmerwerkplaats Decoropslag Berging vleugel Werkplaats techniek Kantoor techniek Bergruimte techniek Wasruimte Verblijfsruimte theatertechnici Laad- en losruimte Rookruimte artiesten (en personeel)

12 100 12 12 16 20 30 25 45 4 60 0 40 12 16 16 16 3 20 160 12

843 12 100 36 36 80 60 90 25 45 4 60 0 40 12 16 16 16 3 20 160 12

1,45

1 1 3 3 5 3 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

J J01 J02 J03 J04 J05 J06 J07

Zalen gemeenschapsfunctie Zaal 1 Zaal 2 Zaal 3 Zaal 4 Zaal 5 Zaal 6 Ondersteunende functies

20 20 40 80 140 200 100

500 20 20 40 80 140 200 0

1,35

1 1 1 1 1 1 0

1 1 1 1 1

Toelichting

367 2 werkplekken t.b.v. 650 jassen t.b.v. 650 jassen in 2 verdiepingen 705 4 à 5 150 zitten, 100 staan

t.b.v. 200 jassen

1.478 15 16

20 25

11 14

25

15 2

7

13 rijen à 24 st. = 312 stoelen 4 zijdig

22

10 2

7


18,5 9,2

5

126 stoelen voor beide laboratoriumzalen

5

8 rijen à 8 st. = 64 stoelen bij laboratoriumzaal 1

765

513

249

ref: kz toneelschuur

98 13

5,6

2.122 max. cap. 1.250 pers. inclusief opslag

op (dak)terras o.i.d.

1.222

≥4 in educatiecluster

wasmachine en droger incl. pantry 20

675

7

≥4,4

Zalen zijn schakelbaar (evt ook met foyer)

stoelenberging

1


Ruimte- Ruimte omschrijving nummer K K01 K02 K03 K04 K05 K06 K07 K08 K09 K10 K11 K12 K13 K14 K15 K16 K17

Jeugd en jongerencentrum Centrale ontmoetingsruimte Bar Keuken Keukenmagazijn Zaal + (mobiel) podium Kleed en wasruimtes Opslag podium Meidenruimte Jongerenruimte Sanitair Bergruimte Algemene bergruimte Buiten bergruimte Werkkast Kassakantoor Garderobe Rookruimte

L

Kunsteducatieruimten beeldend beeldhouwatelier opslag beeldhouwatelier houtwerklpaats/meubelmaken opslag houtwerkplaats smederij opslag smederij metaalwerkplaats opslag metaalwerkplaats keramiekatelier opslag keramiekatelier ovenruimte zoutoven boetseeratelier opslag boetseeratelier glasatelier opslag glasatelier atelier edelsmit opslag edelsmederij schilderatelier opslag schilderatelier 1 kleedruimte schilderatelier grafiekatelier opslag grafiekatelier kinderwerkplaats opslag 1 kinderwerkplaats lesruimte digitale fotografie lesruimte analoge fotografie doka 1 doka 2 winkel/lijstenmakerij opslag 1 buitenwerkplaats opslag algemeen 3 magazijn laad- en losruimte garage muziek opnamestudio tutorruimte muziek klaslokaal opslag muziekzaal opslag muziek poplokaal opslag poplokaal slagwerklokaal popoefenruimte opnamestudio dans & theater danszaal 1 kleedruimte 1 danszaal 1 kleedruimte 2 danszaal 1 danszaal 2, 3 dramalokaal dans kleedruimte 1 drama/dans kleedruimte 2 drama/dans dramazaal bar dramazaal opslag dramazaal

L01 L02 L03 L04 L05 L06 L07 L08 L09 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 L38 L39 L40 L41 L42 L43 L44 L45 L46 L47 L48 L49 L50

Aantal ruimten

1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Opp. NO per Opp. NO factor Opp. BVO Afmetingen ruimte [m2] totaal [m2] BVO/NO totaal [m2] l b h

75 15 15 10 120 15 4 30 20 30 6 6 12 6 10 30

1 1 0 0 1 1 0 0 1 1 1 1 0 0 0 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

120 25 150 25 80 25 100 25 150 30 25 20 150 25 100 15 100 15 120 25 10 75 15 120 25 75 50 10 15 50 10 70 25 40 30

0 7 1 1 1 1 1 1 4 1

150 25 60 30 70 60 15 60 50 20

1 1 1 1 1 1 1 0 0 0

130 18 18 100 100 18 18 200 25 40

419 75 15 15 10 120 30 4 30 20 30 6 6 12 6 10 30

1,45

608

2.567 1355 120 25 0 0 80 25 0 0 150 30 25 20 0 0 0 0 100 15 120 25 10 75 15 120 25 75 50 10 15 50 10 70 25 40 30 690 0 175 60 30 70 60 15 60 200 20 402 130 18 18 100 100 18 18 0 0 0

1,45 1,45

3.722 1.965

1,45

1.001

1,45

583

Toelichting

2


Ruimte- Ruimte omschrijving nummer

Aantal ruimten


L62 L63 L64

Bijkomende ruimten ontvangstbalie beheerder algemene werkplaats personeelskantine archiefruimte 1 opslag kunstcollectie werkkast washok MIVA toilet 1 toiletten totaal serverruimte Artist in residence tijdelijk verblijf artist in residence werkplaats artist in residence opslag artist in residence (muziek)

O O01 O02 O03

Expositie Expositieruimte Winkel Opslag

405

200 50 50

300 200 50 50

1,35

1 1 1

R R01

Kantoren c.a. 30 werkplekken

750

517

517 517

1,45

1

9.811

1,39

13.680

L51 L52 L53 L54 L55 L56 L57 L58 L59 L60 L61

Totaal

I

1,45

174

1,45

0

90 360 30

120 24 0 0 0 0 40 0 6 0 50 0 0 0 0 0

1 0 0 0 0 1 0 1 0 1 0

24 25 50 50 20 40 8 6 4 50 10

0 0 0

Toelichting

Buitenvoorzieningen terras grand café rookterras(sen) personeel en gasten expositieterras kunsthal (Brom-)fietsenstalling personeel (Brom-)fietsenstalling bezoekers Berging afvalcontainers Parkeerplaatsen personeel Parkeerplaatsen bezoekers Parkeerplaatsen artiesten Groenvoorzieningen

3

Bijlage 6 Ruimtestaat Kunst- en Cultuurcluster Veghel Eindbeeld Versie 1.4 d.d. 30 januari 2012

Ruimte- Ruimte omschrijving nummer A A01 A02 A03 A04 A05

Centrale entreehal Entreehal theater Receptie, kaartverkoop, EHBO-post Garderobe onbewaakt Lockers Garderobe bewaakt

B B01 B02 B03 B05 B06 B07 B09 B10 B11 B12 B13 B14

Grand café Publieksvloer Podium Zaaltafel techniek Bar Keuken, spoelkeuken, horecaopslag Horecakantoor Sanitair Sanitair MIVA Sanitair personeel Garderobe Berging meubilair Werkkast

C C01 C02 C03 C04 C05 C06

Aantal ruimten

Opp. NO per Opp. NO factor Opp. BVO Afmetingen ruimte [m2] totaal [m2] BVO/NO totaal [m2] l b h 272 150 20 60 12 30

1,35

150 20 60 12 30

1,35

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

300 20 4 24 100 12 25 4 5 20 6 2

522 300 20 4 24 100 12 25 4 5 20 6 2

Grote zaal Zaal Toneel Projectie- en regiecabine Rollenzolder Machineruimte Opslag

570 400 25

100

1095 570 400 25 0 0 100

1,35

1 1 1 0 0 1

D D01 D02 D03

Middenzaal (vlakke vloer) Vlakke vloerzaal Omloop Projectie- en regiecabine

375 176 16

567 375 176 16

1,35

1 1 1

E E01 E02 E03

Kleine zaal (vlakke vloer) Vlakke vloerzaal Omloop Projectie- en regiecabine

220 144 16

380 220 144 16

1,35

1 1 1

F F01 F02


170 14

184 170 14

1,35

1 1

G G01 G02


73 0

73 73 0

1,35

1 1

H H01 H02 H03 H04 H05 H06 H07

Foyers c.a. theaterfunctie Foyers Horecauitgifte Stoelenberging Sanitair Sanitair MIVA Rookruimte Werkkast

1250 125 60 125 4 0 2

1.572 1250 125 60 125 8 0 4

1,35

1 1 1 1 2 0 2

I I01 I02 I03 I04 I05 I06 I07 I08 I09 I10 I11 I12 I13 I14 I15 I16 I17 I18 I19 I20 I21

Backstage ruimten Artiesteningang Artiestenfoyer kleedkamers eenpersoons kleedkamers tweepersoons kleedkamers vierpersoons kleedkamers tienpersoons kleedkamers twintigpersoons Toiletten kleedkamergebied Douches kleedkamergebied Miva artiesten Opslag (kleedkisten e.d.) Decor- timmerwerkplaats Decoropslag Berging vleugel Werkplaats techniek Kantoor techniek Bergruimte techniek Wasruimte Verblijfsruimte theatertechnici Laad- en losruimte Rookruimte artiesten (en personeel)

12 100 12 12 16 20 30 25 45 4 60 0 40 12 16 16 16 3 20 160 12

843 12 100 36 36 80 60 90 25 45 4 60 0 40 12 16 16 16 3 20 160 12

1,45

1 1 3 3 5 3 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

J J01 J02 J03 J04 J05 J06 J07

Zalen gemeenschapsfunctie Zaal 1 Zaal 2 Zaal 3 Zaal 4 Zaal 5 Zaal 6 Ondersteunende functies

20 20 40 80 140 200 100

600 20 20 40 80 140 200 100

1,35

1 1 1 1 1 1 1

1 1 1 1 1

Toelichting

367 2 werkplekken t.b.v. 650 jassen t.b.v. 650 jassen in 2 verdiepingen 705 4 à 5 150 zitten, 100 staan

t.b.v. 200 jassen

1.478 15 16

20 25

11 14

25

15 2

7


22

10 2

7


18,5 9,2

5

126 stoelen voor beide laboratoriumzalen

5

8 rijen à 8 st. = 64 stoelen bij laboratoriumzaal 1

765

513

249

ref: kz toneelschuur

98 13

5,6

2.122 max. cap. 1.250 pers. inclusief opslag

op (dak)terras o.i.d.

1.222

≥4 in educatiecluster

wasmachine en droger incl. pantry 20

810

7

≥4,4

Zalen zijn schakelbaar (evt ook met foyer)

stoelenberging

1


Ruimte- Ruimte omschrijving nummer K K01 K02 K03 K04 K05 K06 K07 K08 K09 K10 K11 K12 K13 K14 K15 K16 K17

Jeugd en jongerencentrum Centrale ontmoetingsruimte Bar Keuken Keukenmagazijn Zaal + (mobiel) podium Kleed en wasruimtes Opslag podium Meidenruimte Jongerenruimte Sanitair Bergruimte Algemene bergruimte Buiten bergruimte Werkkast Kassakantoor Garderobe Rookruimte

L

Kunsteducatieruimten beeldend beeldhouwatelier opslag beeldhouwatelier houtwerklpaats/meubelmaken opslag houtwerkplaats smederij opslag smederij metaalwerkplaats opslag metaalwerkplaats keramiekatelier opslag keramiekatelier ovenruimte zoutoven boetseeratelier opslag boetseeratelier glasatelier opslag glasatelier atelier edelsmit opslag edelsmederij schilderatelier opslag schilderatelier 1 kleedruimte schilderatelier grafiekatelier opslag grafiekatelier kinderwerkplaats opslag 1 kinderwerkplaats lesruimte digitale fotografie lesruimte analoge fotografie doka 1 doka 2 winkel/lijstenmakerij opslag 1 buitenwerkplaats opslag algemeen 3 magazijn laad- en losruimte garage muziek opnamestudio tutorruimte muziek klaslokaal opslag muziekzaal opslag muziek poplokaal opslag poplokaal slagwerklokaal popoefenruimte opnamestudio dans & theater danszaal 1 kleedruimte 1 danszaal 1 kleedruimte 2 danszaal 1 danszaal 2, 3 dramalokaal dans kleedruimte 1 drama/dans kleedruimte 2 drama/dans dramazaal bar dramazaal opslag dramazaal

L01 L02 L03 L04 L05 L06 L07 L08 L09 L10 L11 L12 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L24 L25 L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 L34 L35 L31 L32 L33 L34 L35 L36 L37 L38 L39 L40 L41 L42 L43 L44 L45 L46 L47 L48 L49 L50

Aantal ruimten

1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1


75 15 15 10 120 15 4 30 20 30 6 6 12 6 10 30

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

120 25 150 25 80 25 100 25 150 30 25 20 150 25 100 15 100 15 120 25 10 75 15 120 25 75 50 10 15 50 10 70 25 40 30

1 7 1 1 1 1 1 1 4 1

150 25 60 30 70 60 15 60 50 20

1 1 1 2 1 1 1 1 1 1

130 18 18 100 100 18 18 200 25 40

419 75 15 15 10 120 30 4 30 20 30 6 6 12 6 10 30

1,45

608

4.309 1.945 120 25 150 25 80 25 100 25 150 30 25 20 150 25 100 15 100 15 120 25 10 75 15 120 25 75 50 10 15 50 10 70 25 40 30 840 150 175 60 30 70 60 15 60 200 20 767 130 18 18 200 100 18 18 200 25 40

1,45 1,45

6.248 2.820

1,45

1.218

1,45

1.112

Toelichting

2


Ruimte- Ruimte omschrijving nummer

Aantal ruimten


L62 L63 L64

Bijkomende ruimten ontvangstbalie beheerder algemene werkplaats personeelskantine archiefruimte 1 opslag kunstcollectie werkkast washok MIVA toilet 1 toiletten totaal serverruimte Artist in residence tijdelijk verblijf artist in residence werkplaats artist in residence opslag artist in residence (muziek)

O O01 O02 O03

Expositie Expositieruimte Winkel Opslag

1000

200 50 50

741 500 140 101

1,35

1 1 1

R R01

Kantoren c.a. 40 werkplekken

1000

690

690 690

1,45

1

12.267

1,40

17.186

L51 L52 L53 L54 L55 L56 L57 L58 L59 L60 L61

Totaal

I

1,45

402

1,45

696

90 360 30

277 24 25 50 50 20 40 8 6 4 50 0 480 90 360 30

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 0

24 25 50 50 20 40 8 6 4 50 10

1 1 1

Toelichting

Buitenvoorzieningen terras grand café rookterras(sen) personeel en gasten expositieterras kunsthal (Brom-)fietsenstalling personeel (Brom-)fietsenstalling bezoekers Berging afvalcontainers Parkeerplaatsen personeel Parkeerplaatsen bezoekers Parkeerplaatsen artiesten Groenvoorzieningen

3

Bijlage 7 Rekenschema inpassing kunsten cultuurcluster Noordkade versie 3 januari 2012 CONCEPT SCENARIO 1

Bestaande bebouwing CHVterrein

Ruimteomschrijving

Programma van Eisen

Opp. m2 BVO

Berging Begane grond

113 113 Beeldend

Hoofdkantoor Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

1.076 481 Kantoren 481 Kantoren 114

KOEK-bouw Begane grond I 1e verdieping 2e verdieping

1.583 1.583 Grote zaal 0 0

Mengerij Begane grond

Opp. m2 BVO

Functie 1

Functie 2

366 Expositie 384

115

330 Middenzaal

375 Foyer

2.350

Premix Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

1.966 658 Beeldend 654 Beeldend 654

507 Ontvangstbalie kunst 654 Dans & theater

Proeffabriek Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

2.858 1.027 Grand Café 888 Lab zalen 943 Beeldend

600 Expositie 735 302 Jongeren

Totaal Opp. m2 opp. m2 BVO BVO

878

515 675 486 389 Opslag kunstcollectie + washok 81

Popmuziek Zalen gemeens. Muziek Beeldend

703 703 Foyer

Subtotaal BVO

Opp. m2 BVO Functie 5

564

Petfood (incl. BG tussenbouw) Kelder Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

Verkeer Begane grond


113

564 564 Foyer

594 747 539 470


35 Centrale entreehal

116

641


197

608

703

11.213

Verlaadloods Begane grond

7.026 7.026 Grote zaal

929 Middenzaal

1e verdieping

277 Kleine zaal

437 Laad- en losruimte

groei capaciteit

113 113

0 0

865 481 384 0

211 0 97 114

1.583 1.583 0 0

0 0 0 0

564 564

0 0

2.146

204

515 675 486 470

79 72 53 0

1.953 658 654 641

13 0 0 13

2.672 1.027 735 910

186 0 153 33

703 703

0 0

10.599

614 3.993

400 Backstage

570

3.033 2.613

Backstage

420

420

4.413 -420 3.993

Subtotaal BVO

7.026

3.033

Wiebenga silo

770

0

770

3.867

0

3.867

0

4.637

13.632

9.244

NPF-toren Subtotaal BVO

4.637

Totaal BVO

Controle

Ruimteomschrijving Centrale entreehal Grand Café Grote zaal Middenzaal Kleine zaal Lab 1 en 2 Foyers Backstage Zalen gemeenschapf. Jeugd- en jongeren Kunsteducatie Beeldend Muziek Dans & theater bijkomende ruimten Expositie Kantoren

Totaal

22.876 excl. 1e en 2e verdieping tussenbouw

A

B

C

Opp. m2 Opp. m2 BVO Ingepast BVO (aangepast BVO opp. m2 (PvE) PvE) bvo 367 313 313 705 600 600 1478 1.259 1.259 765 652 652 513 437 437 347 296 735 2122 1.808 2.145 1222 1.222 1.390 675 675 675 608 608 608 1965 1001 641 116 405 750

1.965 1.001 641 116 345 750

1.965 1.001 641 116 345 750

13.680

12.688

13.632

1

Bijlage 8 Ruimtelijke inpassing PvE Kunst- en cultuurcluster CHV-terrein Veghel SCENARIO 1 3 januari 2012

Kelder

Popmuziek

lift “groeiruimte”

Backstage

Laad- en losruimte

Grote zaal

Kleine zaal

Laad- en losruimte

Begane grond

Backstage

Midden zaal

Foyer

Grand Café

Expositie

entree jongeren

zalen gemeenschaps functie

Hoofdentree + balie kunsteducatie

Beeldend


Kantoren

hoofdentree

1e verdieping Backstage

Muziek

Laboratoriumzalen

Beeldend

lift Kantoren

“groeiruimte”

kunsteducatie bijkomende ruimten

2e verdieping

Jongerencentrum

Beeldend

Beeldend

Dans en theater


Bijlage 9 Rekenschema inpassing kunsten cultuurcluster Noordkade versie 3 januari 2012 CONCEPT SCENARIO 2

Bestaande bebouwing CHVterrein

Ruimteomschrijving

Programma van Eisen

Opp. m2 BVO

Berging Begane grond

113 113 Beeldend

Hoofdkantoor Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

1.076 481 Kantoren 481 Kantoren 114

KOEK-bouw Begane grond I 1e verdieping 2e verdieping

1.583 1.583 0 0

Mengerij Begane grond

Opp. m2 BVO

Functie 1

Functie 2

366 Expositie 384

Middenzaal

2.350

Premix Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

1.966 658 Beeldend 654 Beeldend 654

507 Ontvangstbalie kunst 654 Dans & theater

Proeffabriek Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

2.858 1.027 Grand Café 888 Lab zalen 943 Beeldend

600 Expositie 735 302 Jongeren

Totaal Opp. m2 opp. m2 BVO BVO

115

375 Foyer

1.208

515 675 486 389 Opslag kunstcollectie + washok 81

Popmuziek Zalen gemeens. Muziek Beeldend

274 274 Foyer

Subtotaal BVO


564

Petfood (incl. BG tussenbouw) Kelder Begane grond 1e verdieping 2e verdieping

Verkeer Begane grond


113

564 564 Foyer

594 747 539 470



116

641


197

608

274

10.784

Verlaadloods Begane grond

7.026 7.026 Grote zaal

1.259 Middenzaal

1e verdieping

277 Kleine zaal

437 Laad- en losruimte

groei capaciteit

113 113

0 0

865 481 384 0

211 0 97 114

1.583 1.583 0 0

0 0 0 0

564 564

0 0

2.146

204

515 675 486 470

79 72 53 0

1.953 658 654 641

13 0 0 13

2.672 1.027 735 910

186 0 153 33

274 274

0 0

10.170

614 3.663

400 Backstage

570

3.363 2.943

Backstage

420

420

4.083 -420 3.663

Subtotaal BVO

7.026

3.363

Wiebenga silo

770

0

770

3.867

0

3.867

0

4.637

13.533

8.914

NPF-toren Subtotaal BVO

4.637

Totaal BVO

Controle

Ruimteomschrijving Centrale entreehal Grand Café Grote zaal Middenzaal Kleine zaal Lab 1 en 2 Foyers Backstage Zalen gemeenschapf. Jeugd- en jongeren Kunsteducatie Beeldend Muziek Dans & theater bijkomende ruimten Expositie Kantoren

Totaal

22.447 excl. 1e en 2e verdieping tussenbouw

A

B

C

Opp. m2 Opp. m2 BVO Ingepast BVO (aangepast BVO opp. m2 (PvE) PvE) bvo 367 313 313 705 600 600 1478 1.259 1.259 765 652 652 513 437 437 347 296 735 2122 1.808 2.046 1222 1.222 1.390 675 675 675 608 608 608 1965 1001 641 116 405 750

1.965 1.001 641 116 345 750

1.965 1.001 641 116 345 750

13.680

12.688

13.533

1

Bijlage 10 Ruimtelijke inpassing PvE Kunst- en cultuurcluster CHV-terrein Veghel SCENARIO 2 3 januari 2012

Kelder

Popmuziek


Begane grond Laad- en losruimte

Laad- en losruimte

Grote zaal

Backstage

Backstage

Kleine zaal

Midden zaal

Foyer

Grand Café

Expositie

entree jongeren

zalen gemeenschaps functie

Hoofdentree + balie kunsteducatie

Beeldend


Kantoren

hoofdentree

1e verdieping Backstage

Muziek

Laboratoriumzalen

Beeldend

lift Kantoren

“groeiruimte”

4

Kunsteducatie bijkomende ruimten

2e verdieping

Jongerencentrum

Beeldend

Beeldend

Dans en theater


5

Memo

Bijlage 11 Analyse poppodium Veghel Coen Bais, 6 december 2011

Vraagstelling De gemeente Veghel heeft 4advies gevraagd de haalbaarheid te onderzoeken van een poppodium, als onderdeel van een nieuw te bouwen cultureel centrum. Het haalbaarheidsonderzoek splitst zich uit in drie onderdelen: 1. accommodatie 2. organisatie 3. financiële aspecten In deze notitie wordt de haalbaarheid van drie mogelijke exploitatiemodellen verkend: A. volwaardig zelfstandig poppodium B. popprogrammering in theater C. poppodium annex jongerencentrum 1. Accommodatie – stad en omgeving Veghel ligt in de provincie Noord-Brabant, een provincie met een zeer dichte popinfrastructuur. In de directe omgeving van Veghel liggen meerdere plaatsen met daarin poppodia van naam: Grote podia: − Tilburg, 013 (1 grote zaal, capaciteit 2.200 / middenzaal 350 / kleine zaal 150) − Eindhoven, De Effenaar (1 grote zaal, capaciteit 1.200 / kleine zaal 350) Middelgrote podia: − Oss, De Groene Engel (capaciteit 600) − Uden, De Pul (capaciteit 650) − ’s-Hertogenbosch, W2 concertzaal (capaciteit 450) (In alle gevallen gaat het om zaalcapaciteit in staanplaatsen!) We onderscheiden drie soorten poppodia: Kleine podia (capaciteit tot 400 bezoekers), Middelgrote podia (400-1000 bezoekers) en Grote podia (> 1000 bezoekers). De kleine podia (tot 400 bezoekers) zijn in het algemeen lokaal gericht. Wat wil zeggen dat ze, beperkt door hun zaalcapaciteit, merendeels lokale en regionale bands/artiesten programmeren (gage + prod. kosten / capaciteit = ticketprijs). Daarnaast is ook programmering mogelijk van niche-genres binnen subcultuur (bijv. hardere metal genres en hardcore). Het aantal publieksactiviteiten van kleine podia ligt per jaar gemiddeld op 60 concerten en 40 danceparties. Daarmee trekken ze gemiddeld 13.000 bezoekers, vooral uit de eigen stad. Hun publiek is overwegend jong (<26). Middelgrote podia (400-1000 bezoekers) hebben een aanmerkelijk groter publieksbereik. Programmering varieert van Nederlands clubcircuit en mainstream tot kleinere internationale bands en artiesten. Deze programmering heeft regionale uitstraling en incidenteel zelfs mogelijk landelijk.

Het aantal publieksactiviteiten van middelgrote podia ligt gemiddeld op 80 concerten, 40 danceparties en 30 andersoortige avonden. Daarmee trekken ze gemiddeld 25.000 bezoekers, uit de eigen stad en de wijde regio. Hun primaire doelgroep is gemiddeld 26 jaar (16-35). Grote podia (>1000 bezoekers) hebben een landelijke uitstraling, met een nationale en internationale programmering die alles kan omvatten wat niet in de grote stadions thuishoort. Hun publieksbereik is lokaal, regionaal, en landelijk. Hun publiek beslaat, afhankelijk van de programmering, drie generaties popliefhebbers: 16-26, 26-35, 3555 jaar Concurrentie Veghel ligt in de directe omgeving van 3 middelgrote podia. Met name deze podia zullen op dit moment ook al publiek uit Veghel aanspreken en een toekomstig poppodium zal daarmee moeten concurreren. Dat is een stevige concurrentie. De nabijheid van de 2 grote concertzalen en hun 2 middenzalen (013 in Tilburg en De Effenaar in Eindhoven) maakt de concurrentie nog groter. Opmerking: De Groene Engel, de Pul en W2concertzaal programmeerden in 2010 gemiddeld 63 concerten, 8 clubavonden en 91 (!) niet-publieksactiviteiten. Daarmee trokken ze gemiddeld 20.000 bezoekers en hiermee zitten ze onder het Nederlands gemiddelde (bron: PAS Systeem 2010, Ver Ned Podia en Festivals). Markt Los van het probleem van het gevecht om de gunst van het publiek is het probleem van het programma-aanbod zo mogelijk nog groter. Boekingskantoren zullen in eerste instantie hun artiesten willen boeken in de zaal met de grootste zaalcapaciteit en vooral willen samenwerken met vertrouwde relaties, waarvan ze bij benadering weten wat hun publieksbereik is en of ze gemakkelijk uitverkopen. Een nieuw podium in een regio met veel gevestigde podia met dezelfde zaalcapaciteit zal derhalve in de eerste twee jaren van exploitatie weinig tot geen landelijk programma-aanbod krijgen. Conclusie Een poppodium in Veghel met een zaalcapaciteit van 600 staanplaatsen heeft, qua programma-aanbod en publieksbereik, te maken met bijzonder grote concurrentie uit Oss, Uden, Den Bosch, Tilburg en Eindhoven. Dat maakt de exploitatie moeizaam en mogelijk niet rendabel. Een kleinere zaalcapaciteit (max. 400) maakt het podium, zowel qua programmaaanbod als publieksbereik, meer lokaal gericht met daardoor een meer haalbare exploitatie. Deze capaciteit is ook meer in lijn met het beoogde aantal voorstellingen (25 per jaar). De vergelijking met het haalbaarheidsonderzoek uit Bergen op Zoom is niet reëel. Deze gemeente wordt niet omringd door steden met poppodia als boven omschreven en er is derhalve veel minder of nauwelijks concurrentie. Daarnaast dateert het haalbaarheidsonderzoek van Bergen op Zoom uit 2008. Vanaf 2008 zijn er aan aantal landelijke ontwikkelingen geweest met grote invloed op het publieksbezoek van poppodia (en theaters), te weten: -

rookverbod horeca recessie (bankencrisis) terugtredende overheid verhoging btw tarief op gage en concertkaartjes

Dit heeft landelijk geleid tot een terugval in publieksbezoek van 15-20 procent. De verwachte bezoekersaantallen uit de haalbaarheidsstudie van Bergen op Zoom zijn derhalve niet meer actueel en weinig betrouwbaar.

2

2. Organisatie Op dit moment kent Veghel geen poppodium, maar wel twee jongerencentra. Een daarvan is primair gericht op de leeftijdsgroep van een klein poppodium (16-23 jaar), de andere op een veel jongere groep (10-16 jaar). Er is dus geen bestaande professionele- of vrijwilligersorganisatie met ervaring in de exploitatie van een poppodium, maar wel een Jongerencentrum met een organisatie die die rol in de toekomst zou kunnen vervullen. Wat vraagt de organisatie van een poppodium minimaal qua beroepskrachten ? -

zakelijk leider / directeur (rapporterend aan stichtingsbestuur/RvT) administrateur / controller programmeur medewerker marketing / publiciteit theatertechnicus/-technici horecamedewerker(s)

De overige functies kunnen worden vervuld door vrijwilligers. Essentieel is dat deze worden ingebed in een professionele organisatie met minimaal de hierboven geschetste omvang. Vrijwilligers moeten worden geworven. Dat vraagt tijd en imago. Jongeren zijn niet zonder meer bereid om zonder vergoeding te werken. En bovendien komen ze eerder af op een omgeving die bekend is en een (goede of spannende) reputatie heeft. Dat lukt dus eerder bij een bestaande organisatie. Gezien de ambities van de reeds bestaande Jongerenorganisatie en de Jongerenraad in Veghel lijkt het logischer te kiezen voor een JongerencentrumPlus (inclusief Popzaal van max. 400 personen) dan voor een nieuw op te zetten Poppodium. Dit is in lijn met de conclusie qua haalbaarheid van de exploitatie in het licht van de concurrentie uit de omliggende plaatsen. 3. Financiële aspecten Uitgaande van de wens om een Poppodium in Veghel te bouwen met een zaalcapaciteit van 600 staanplaatsen is de gedachte dat exploitatie daarvan mogelijk is met 25% gemeentelijke subsidie op 100% inkomsten mogelijk onjuist. Landelijk blijkt dat slechts de grote podia in staat zijn het aandeel subsidies in de totale omzet terug te brengen naar 15% tot 25%. Podia met een capaciteit van 600 bezoekers hebben gemiddeld ruim 35% subsidie nodig om hun exploitatie rond te krijgen. Ter vergelijking de cijfers van de drie middelgrote podia uit ’s-Hertogenbosch, Uden en Oss (resp. 450, alle plm. 600 zaalcapaciteit): Deze drie middelgrote podia programmeerden in 2010 ieder gemiddeld 162 programma-activiteiten, waarvan 29 gratis toegankelijk. Daarmee trokken zij elk zo’n 20.000 bezoekers. Wat een gemiddelde oplevert van 123 bezoekers per programmaactiviteit. Inkomsten bedroegen in 2010 gemiddeld: -

bruto recette 119.000 omzet horeca 129.000 netto gemeentelijke subsidie 176.000 programma subsidie 27.000 besloten verhuur, sponsoring, overig 32.000

= = = = =

24% van totale inkomsten 26% 36% 5% 9%

(bron: Podium Analyse Systeem VNPF Ver. Ned. Podia & Festivals) Conclusie: De drie middelgrote poppodia in de directe omgeving van Veghel hebben gemiddeld 35% aan gemeentelijke subsidie nodig voor een haalbare exploitatie. Overigens was de exploitatie van bovengenoemde podia in alle gevallen nét sluitend. Ze sloten 2010 af en met positief resultaat van (gemiddeld) 2.000 euro.

3

Opmerking: Hoewel een klein podium (>400) gemiddeld een relatief hoge subsidieafhankelijkheid heeft (30%-40%) is de totale omzet laag en is het te subsidiëren deel in harde cijfers lager dan bij een middelgroot podium van 600 bezoekers. Daar komt bij dat de markt van poppodia sinds 2008 niet langer groeit. Sterker nog: er is sprake van terugloop in bezoekers en veranderd koopgedrag van popliefhebbers (15%-20% in 2009 en 2010 Bron: VNPF). Waar het topsegment (de grote zalen, > 1.000 capaciteit) nog kan rekenen op grote bezoekersaantallen, krijgt vooral het middensegment van het artiesten aanbod al twee jaar de zwaarste klappen. Het gaat dan met name om het Nederlands clubcircuit en kleinere internationale acts. Trend: geen of weinig urgentie verkoopt niet. Juist dat segment vind je terug in de zalen met een capaciteit van rond 600 staanplaatsen. De exploitatie van een popzaal met een capaciteit van 600 bezoekers heeft een relatief hoge subsidiebehoefte en richt zich op een marktsegment dat op dit moment de minste bezoekers trekt. Mogelijke exploitatiemodellen Deze notitie onderzoekt de haalbaarheid van drie mogelijke exploitatiemodellen: A. volwaardig zelfstandig poppodium B. popprogrammering in theater C. poppodium annex jongerencentrum Uit het voorgaande mag blijken dat optie A, een volwaardig zelfstandig poppodium met een zaalcapaciteit van 600 staanplaatsen af te raden is, omdat: 1. De concurrentie van vergelijkbare podia in de nabije omgeving te groot is; 2. De ambitie van 25 popconcerten op jaarbasis te klein is om de exploitatie van een popzaal met deze capaciteit sluitend te krijgen; 3. Een organisatie moet worden “opgetuigd” zonder dat sprake is van een bestaande, professionele kern en zonder een basisaanbod aan vrijwilligers; 4. Het verwachte aandeel subsidie in de totale omzet aanmerkelijk hoger zal liggen dan de verwachte 25%. Mogelijk moet zelfs, met name omdat een capaciteit van 600 zich richt op een marktsegment dat op dit moment de grootste terugloop in bezoekers kent, rekening worden gehouden met flinke aanloopverliezen en een consequent niet sluitende exploitatie. Conclusie: Optie A is derhalve niet aan te bevelen. Optie B Popprogrammering in theater Deze optie vervult slechts gedeeltelijk de ambitie van een volwaardig poppodium. Allereerst is de beleving van popmuziek in het theater essentieel anders dan in een popzaal. Zelfs als de stoelen kunnen worden verwijderd blijft het probleem van de eigen sfeer van het theater, de afwezigheid van horeca in de zaal zelf, en afwijkende specificaties van licht en geluid. Popmuziek in het theater trekt ook een andere, oudere doelgroep aan (35+). Dat alles maakt popmuziek in het theater niet onmogelijk, maar het betekent dat slechts een deel van het beoogde popaanbod kan worden geprogrammeerd. En zeker niet met als primaire doelgroep jeugd van 16-26 jaar. Conclusie: optie B is met name interessant als aanvulling op optie C. Optie C Poppodium annex jongerencentrum Zoals reeds in 2. Organisatie beschreven, lijkt een Poppodium annex Jongerencentrum verreweg de meeste kansrijke optie, zowel qua accommodatie, qua programmaambitie, qua organisatie als vanuit financieel oogpunt. Uitgaande van de bestaande Jongerencentrum-organisatie zou deze een kleine popzaal van max. 400 capaciteit kunnen beheren en binnen de te organiseren activiteiten programmering van popmuziek als kernactiviteit kunnen kiezen. Naast de beoogde 25 concerten per jaar zou in dat geval een deel publieks-toegankelijke niet-muziek

4

activiteiten kunnen worden georganiseerd. Dat garandeert een groter publieksbereik en potentieel sluitende exploitatie. Daarmee vervult het Jongerencentrum met popzaal een wezenlijk andere rol dan een Jongerencentrum pur sang. Tegelijkertijd biedt het de organisatie de kans op termijn een eigen ambitie te ontplooien zonder vanaf het begin extreme druk op de exploitatie en kans op falen. De kans dat hieruit organisch en zelfstandig een evolutie plaats gaat vinden van “Jongerencentrum met als primair doel programmeren van popmuziek” naar “volwaardig Podium met als enig doel het programmeren van popmuziek” is groot. Daarmee is de gemeentelijke ambitie in lijn met die van de doelgroep. Hier komt bij dat er een landelijke trend is om de rol van het poppodium weer meer maatschappelijk te bezien – sociaal cultureel dus. Optie C is dus in lijn met deze actuele ontwikkeling, waarbij gemeenten steeds meer denken in culturele functies dan in culturele instellingen. Ofwel: popprogrammering kan ook worden ondergebracht bij een andere organisatie of (gesplitst) bij meerdere organisaties. Ook vanuit oogpunt van haalbaarheid van de exploitatie (concurrentie omringende steden en financiële aspecten) is een kleine popzaal, in eerste instantie geëxploiteerd door het Jongerencentrum, interessant. Een merendeels lokale programmering heeft een relatief laag ondernemersrisico en bindt min of meer vast publiek – jong, 16 – 26 jaar. Als aanvulling op de programmering van de popzaal is het interessant te bekijken of het duurdere popsegment (de meer gevestigde namen) onderdak zou kunnen vinden in het theater. Daarmee ontstaat toch een volwaardig aanbod aan popmuziek in Veghel, met een programma voor primair 16-26 en 35 + maar zeker ook aanbod voor de groep ertussenin, van 26-35 jaar. En dat alles met een weinig risicovolle exploitatie en lage subsidiebehoefte. Optie C, in combinatie met Optie B, lijkt de meest interessante voor de gemeente Veghel.

5

BIJLAGE 12

REKENSCHEMA’S EXPLOITATIE

12.1

Exploitatie per instelling uitgangssituatie

12.2

Exploitatie per functie startsituatie

12.3

Exploitatie per functie startsituatie (factsheet)

12.4

Exploitatie per functie startsituatie na 3 jaar

12.5

Exploitatie film na 3 jaar

12.6

Exploitatie expositie na 3 jaar

12.7

Exploitatie theaterfunctie na 3 jaar

12.8

Huisvestingslasten

12.9

Totaal kosten theatertechniek

12.10

Exploitatieoverzicht zalen

12.11

Exploitatie grote zaal

12.12

Exploitatie middenzaal

12.13

Exploitatie kleine zaal

12.14

Exploitatie labzaal 1

12.15

Exploitatie labzaal 2

12.16

Exploitatie zalen gemeenschapsfunctie

12.17

Exploitatie Grand Café

12.18

Totaaloverzicht huisvestingslasten

12.19

Totaaloverzicht programma-exploitatie

Bijlage 12

Bijlage 12.1 Exploitatie per instelling uitgangssituatie (jaarrekening 2010) 16 januari 2012

Inkomsten € Structurele gemeente subsidie Incidentele gemeente subsidie Structurele subsidie andere gemeentes Sponsoring en giften Omzet lesgelden Omzet horeca Omzet verhuur ruimtes Omzet verhuur bowling Subsidie Kunstbalie (provincie) Omzet kaartverkoop /entree Omzet projecten en producties Omzet galerie Omzet cultuureducatie Omzet verkoop/verhuur materialen Omzet advertenties Intrest banktegoeden Overige inkomsten subsidie Marktplaats Pieter Brueghel subsidie Kiosk Pieter Brueghel leeg leeg Totaal inkomsten Uitgaven € Personele kosten Loonkosten inc WG Loonkosten docenten inc WG Loonkosten (inc WG) ziektevervang Uitzendbureau/honoraria/overwerk Reiskosten Ondernemingsraad Arbodienst Personele verzekeringen Opleidingkosten Overige personele kosten aandeel backoffice SKFV bijdrage leeg leeg Totaal personele kosten Huisvesting Huur centrale lokatie Afschrijving pand Rentelasten mbt vastgoed Onderhoud en OZB Schoonmaak Belastingen en verzekeringen Energie centrale lokatie overige huisvestingskosten loonkosten beheer en huish. Dienst

MIK Pieter Brueghel 477.126 439.749 11.582 64.010

De Blauwe Kei 802.749

17.401 299.954

200.199 22.444 13.167 47.500

99.703 38.914 43.597 5.088 449.770

42.958 5.787 40.172 17.399

Consolidatie 1.775.400 11.582 64.010 17.401 500.153 122.147 52.081 43.597 52.588 449.770 42.958 5.787 40.172 137.533 34.863 7.377 61.237 97.500 4.140 0 0

2.694 11.795 97.500 4.140

215 96

120.134 34.863 4.468 30.999

1.003.727

66.962

1.642.598

3.520.296

MIK Pieter Brueghel 350.605 459.886 224.158

Compagnie 18.618

De Blauwe Kei 505.542

Consolidatie 874.765 684.044 0 0 31.452 0 3.213 0 5.849 13.463 0 3.709 0 0 1.616.495

18.347

807.009

17.995

13.457

2.944

269

1.235 4.739

4.614 8.724

3.709

459.886

605.385

18.618

532.606

MIK Pieter Brueghel 44.640 11.946 7.219 842 4.026 1.797 5.498 1.547 6.567 12.175 16.398 9.542 1.464 22.898

Compagnie 13.167

De Blauwe Kei

Huur additioneel

Totaal huisvestingskosten

Compagnie 55.776

65.210 24.604 58.514 38.742 24.679 60.679 10.854

23.896

93.441

77.014

13.167

283.282

Consolidatie 57.807 77.156 31.823 63.382 46.037 32.793 89.252 21.860 22.898 0 23.896 0 0 466.904

Compagnie

De Blauwe Kei

71.568 27.511 23.000 122.510

5.022 844 5.866

97.052 78.661 -29.135 146.578

Communicatie en marketing Advertenties Seizoensbrochure Website Algemeen Drukwerk/affiches leeg leeg leeg leeg Totaal communicatie / marketing

MIK Pieter Brueghel

Compagnie

De Blauwe Kei

24.611

10.643

24.459

24.611

10.643

24.459

Productiekosten Onderhoud materieel Inkoop horeca Verzekeringen kosten exposities/eigen producties Vervoer en verblijfskosten Materiaalkosten/inhuur Catering/representatie Kosten exposities Kosten programmering/educatie e.a. Inkoop media Inkoop randprogrammering Overige kosten Inkoop Kunstlokaal activiteitenkosten MIK Marktplaats MIK en PB leeg Totaal productiekosten

MIK Pieter Brueghel 10.946 10.750

Compagnie

De Blauwe Kei

28.200

19.987

Organisatie Automatisering kantoor Automatisering functie Netwerkbeheer Bureaukosten/administratiekosten Transport Contributies abonnementen Accountant Telefoon Verzekeringen Representatie en bestuurskosten Overige organisatiekosten Backoffice bijdrage gemeente MIK aparaatskosten totaal (minus PR) afschrijvingen inventaris Dotaties/ontrekkingen fondsen Totaal organisatiekosten

Totale uitgaven Saldo

Educatie Pieter Brueghel

431

3.849 217.175 0

221.024

0

Consolidatie 0 0 0 0 431 0 0 0 0 0 3.849 217.175 173.642 107.016 -6.135 495.978 Consolidatie 0 0 0 59.713 0 0 0 0 0 59.713

22525 11773

43.069

34.298

172.197

19.987

657.635

Consolidatie 10.946 45.581 0 48.187 0 17.872 0 0 622.804 0 0 0 61.360 22.525 54.842 0 884.117

808.649

1.001.717

68.281

1.644.560

3.523.207

-1.640

2.010

-1.319

-1.962

-2.911

34.831

17.872

622.804

61.360

Bijlage 12.2 Exploitatie per functie startsituatie 16 januari 2012

Inkomsten € Educatie 916.875 11.582 64.010 0 500.153 22.444 0 0 47.500 0 42.958 0 40.172 17.399 0 2.694 30.142 97.500 4.140

Compagnie 55.776 0 0 0 0 0 0 0 5.088 0 0 5.787 0 0 0 215 96 0 0

Theater 802.749 0 0 17.401 0 99.703 38.914 0 0 449.770 0 0 0 120.134 34.863 4.468 30.999 0

Jongeren 148.500

Totale inkomsten

1.797.569

66.962

1.599.001

148.500

105.650

Uitgaven € Personele kosten Loonkosten inc WG Loonkosten docenten inc WG Loonkosten (inc WG) ziektevervang Uitzendbureau/honoraria/overwerk Reiskosten Ondernemingsraad Arbodienst Personele verzekeringen Opleidingkosten Overige personele kosten aandeel backoffice SKFV bijdrage vrijwilligers Totaal personele kosten

Educatie 350.605 684.044 0 0 17.995 0 2.944 0 1.235 4.739 0 3.709 0 1.065.271

Compagnie 18.618 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 18.618

Theater 505.542 0 0 0 13.457 0 269 0 4.614 8.724 0 0 0 532.606

Jongeren 273.650

Poppodium 127.500

273.650

4.250 137.250

Huisvesting kapitaalslasten lokatie exploitatielasten Rentelasten mbt vastgoed Onderhoud en OZB Schoonmaak Belastingen en verzekeringen Energie centrale lokatie overige huisvestingskosten loonkosten beheer en huish. Dienst Huur additioneel Totale huisvestingskosten

Educatie

Compagnie

Theater

Jongeren

Poppodium

23.896 23.896

0

0

0

0

Organisatie Automatisering kantoor Automatisering functie Netwerkbeheer Bureaukosten/administratiekosten Transport Contributies abonnementen Accountant Telefoon Verzekeringen Representatie en bestuurskosten Overige organisatiekosten Backoffice bijdrage gemeente MIK aparaatskosten totaal (minus PR) afschrijvingen inventaris Dotaties/ontrekkingen fondsen Totaal organisatiekosten

Educatie 0 0 0 0 431 0 0 0 0 0 3.849 217.175 71.568 27.511 23.000 343.534

Compagnie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.022 844 0 5.866

Theater 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 97.052 39.661 -29.135 107.578

Jongeren

Poppodium

Structurele gemeente subsidie Incidentele gemeente subsidie Structurele subsidie andere gemeentes Sponsoring en giften Omzet lesgelden Omzet horeca Omzet verhuur ruimtes Omzet verhuur bowling Subsidie Kunstbalie (provincie) Omzet kaartverkoop /entree Omzet projecten en producties Omzet galerie Omzet cultuureducatie Omzet verkoop/verhuur materialen Omzet advertenties Intrest banktegoeden Overige inkomsten subsidie Marktplaats Pieter Brueghel subsidie Kiosk Pieter Brueghel

Poppodium

47.400 20.750

37.500

5.500

20.250

0

20.250

bestuur Consolidatie 1.923.900 11.582 64.010 17.401 500.153 169.547 59.664 0 52.588 487.270 42.958 5.787 40.172 137.533 34.863 7.377 61.237 97.500 4.140 0

3.717.682

bestuur Consolidatie 120.000 1.395.915 684.044 0 0 31.452 0 3.213 0 5.849 18.963 0 3.709 4.250 120.000 2.147.395 bestuur Consolidatie 0 0 0 0 0 0 0 0 0 23.896 0 23.896 bestuur Consolidatie 0 0 0 20.000 20.000 431 0 0 0 0 0 24.099 217.175 173.642 68.016 -6.135 20.000 497.228

Communicatie en marketing Advertenties Seizoensbrochure Website Algemeen Drukwerk/affiches Totaal communicatie / marketing

Educatie 0 0 0 24.611 0 24.611

Compagnie 0 0 0 10.643 0 10.643

Theater 0 0 0 24.459 0 24.459

Jongeren

0

15.000

Productiekosten Onderhoud materieel Inkoop horeca Verzekeringen kosten exposities/eigen producties Vervoer en verblijfskosten Materiaalkosten/inhuur Catering/representatie Kosten exposities Kosten programmering/educatie e.a. Inkoop media Inkoop randprogrammering Overige kosten Inkoop Kunstlokaal activiteitenkosten MIK Marktplaats MIK en PB Totaal productiekosten

Educatie 10.946 10.750 0 28.200 0 17.872 0 0 0 0 0 0 61.360 22.525 54.842 206.495

Compagnie 0 0 0 19.987 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 19.987

Theater 0 34.831 0 0 0 0 0 0 622.804 0 0 0 0 0 0 657.635

Jongeren

Poppodium

0

89.475

Totale uitgaven

1.663.807

55.114

1.322.278

273.650

261.975

160.000

3.736.824

133.762

11.848

276.723

-125.150

-156.325

-160.000

-19.142

Saldo

Aannames en uitgangspunten: - bestuurder (120.000) en werkorganisatie (2X20.000) toegevoegd - MIK en Pieter Brueghel samengevoegd - Opbrengst bowling bij De Blauwe Kei eruit - Opbrengst Compagnie bij Pieter Breughel eruit - Commercieel en sociaalcultureel nog in instellingsexploitaties en niet eruitgehaald - Huidige huisvestingslasten uit exploitatie gehaald - Afschrijving theatertechniek bij Blauwe Kei in mindering gebracht op afschrijving inventaris

Poppodium

15.000

28.810

60.665

bestuur Consolidatie 0 0 0 20.000 94.713 0 20.000 94.713 bestuur Consolidatie 10.946 74.391 0 48.187 0 17.872 0 0 683.469 0 0 0 61.360 22.525 54.842 0 973.592

Bijlage 12.3 Exploitatie per functie startsituatie (factsheet) 16 januari 2012


start educatie

start expositie

381.000 684.000

19.000

344.000 25.000 11.000 196.000 24.000

6.000 11.000

start theater jongeren 274.000

20.000

255.000 229.000 49.000 108.000 24.000 35.000 623.000

1.665.000

56.000

1.323.000

274.000

1.030.000 112.000 583.000 40.000

56.000 5.000 6.000

803.000

149.000

33.000

bestuurder en extra poppodium com/soccult 120.000 137.000

450.000 259.000 17.000 70.000

20.000 15.000 29.000 61.000

20.000 20.000

262.000

160.000

Totaal 1.049.000 1.050.000 49.000 498.000 95.000 75.000 900.000 24.000

3.740.000

2.038.000 117.000 1.077.000 367.000 17.000 103.000

38.000 68.000

start en huidig com/soccult

49.000

46.000

95.000

299.000

1.798.000

67.000

1.599.000

149.000

106.000

0

3.719.000

299.000

133.000

11.000

276.000

-125.000

-156.000

-160.000

-21.000

204.000

Aannames en uitgangspunten: - bestuurder (120.000) en werkorganisatie (2X20.000) toegevoegd - MIK en Pieter Brueghel samengevoegd - Opbrengst bowling bij De Blauwe Kei eruit - Opbrengst Compagnie bij Pieter Breughel eruit - Commercieel en sociaalcultureel nog in instellingsexploitaties en niet eruitgehaald - Huidige huisvestingslasten uit exploitatie gehaald - Verschil met gespecificeerde exploitatie = afrondigsverschillen

Bijlage 12.4 Exploitatie per functie na 3 jaar 16 januari 2012 na 3 jaar educatie Uitgaven € personeel algemeen personeel primair product personeel secundair product organisatiekosten PR Marketing inkoop horeca/verhuur inkoop cultuur huisvesting kapitaalslasten/huur huisvesting gebouwgebonden exp overige kosten Totaal uitgaven Inkomsten € subsidie(s) Veghel subsidie(s) derden verkoop cultuur inkomsten horeca/verhuur inkomsten sponsoring overige baten Totaal inkomsten Saldo

na 3 jaar na 3 jaar expositie theater&film 255.000 298.000

jongeren

381.000 684.000

25.000

344.000 25.000

10.000 15.000

108.000 31.000

196.000 24.000

130.000

896.000

1.654.000

180.000

1.588.000

274.000

1.030.000 112.000 583.000

56.000 5.000 83.000

803.000

149.000

na 3 jaar bestuur en poppodium com/soccult

274.000

120.000 123.000 20.000 20.000 115.000

1.055.000 1.119.000 123.000 502.000 106.000 144.000 1.283.000 24.000

398.000

4.356.000

137.000 20.000 15.000 29.000 61.000

699.000

262.000

38.000 68.000

689.000

17.000 70.000

183.000

Totaal

2.038.000 117.000 1.403.000 757.000 17.000 253.000


49.000

123.000

46.000

115.000

95.000

238.000

299.000

689.000

1.908.000

144.000

1.589.000

149.000

106.000

689.000

4.585.000

299.000

689.000

254.000

-36.000

1.000

-125.000

-156.000

291.000

229.000

204.000

451.000

Aannames en uitgangspunten: uitgaven: bestuurder (120.000) en werkorganisatie (2X20.000) toegevoegd Extra personele en materiele lasten (naar rato) vanwege toename commercieel en sociaal cultureel Extra lasten vanwege toename programmering theater op alle relevante kostenposten Extra lasten vanwege inkoop en kosten film bij inkoop cultuur Extra lasten expositiefunctie opgevoerd Commercieel en sociaal cultureel geheel als aparte functie opgenomen Inkomsten Extra baten educatie € 150.000 toegevoegd bij overige baten Extra baten theaterprogrammering Extra baten filmprogrammering bij verkoop cultuur Extra baten commercieel en sociaal cultureel, voor specificatie zie bijlage Extra baten expositiefunctie opgevoerd. Commercieel en sociaal cultureel geheel als aparte functie opgenomen Poppodium geheel zelfstandig gebudgetteerd, ook de cultuurprogrammering

Bijlage 12.5 Exploitatie film (3 zalen) na 3 jaar 16 januari 2012

aantal bezoekers toegangsprijs gemiddeld opbrengst afdracht en kosten 75% netto opbrengst 25%

€ € € €

17.600 6,5 114.400 bij verkoop cultuur theater na 3 jaar 85.800 bij inkoop cultuur theater na 3 jaar 28.600

Bijlage 12.6 Exploitatie expositie na 3 jaar 16 januari 2012

Uitgaven Personeel artistiek leider Totaal Organisatie kantoorkosten PR Marketing Totaal Inkoop cultuur kosten grote exposities kosten kleine exposities inkoop winkel (alleen consignatieverkoop) Totaal

aantal 0,33

€/per stuk € subtotaal 75.000

25.000 25.000 10.000 15.000 25.000

3 3

25.000 5.000

75.000 15.000 40.000 130.000

Totaal uitgaven

Inkomsten huidige subsidie Veghel huidige subsidie derden Totaal verkoop cultuur betalend bezoek 3 expo's courtage verkoop expo's omzet winkel uit consignatie baten uit educatie Totaal Totaal inkomsten

€ totaal

180.000

aantal

€/per stuk € subtotaal 56.000 5.000

€ totaal

61.000 3.000 30%

5 10.000

15.000 3.000 60.000 5.000 83.000 144.000

Bijlage 12.7 Exploitatie theaterfunctie na 3 jaar 16 januari 2012


start 255.000 229.000 49.000 108.000 24.000 35.000 623.000 0 0 0

additioneel 68.700 -49.000 7.200 -35.000 186.900

1.323.000 start 803.000 0 450.000 259.000 17.000 70.000

totaal 255.000 297.700 0 108.000 31.200 0 809.900 0 0 0 1.501.800

additioneel

135.000 -259.000

totaal 803.000 0 585.000 0 17.000 70.000

1.599.000

1.475.000

276.000

-26.800

Bijlage 12.8 Huisvestingslasten 16 januari 2012 Eigenaarslasten

BVO Uitgangssituatie (2010) Pieter Brueghel MIK Compagnie Blauwe Kei Totaal huisvesting eigenaar

stichtings kosten

278.647

1.988.286

Optie 0 (Fakton, gemiddeld) Pieter Brueghel (extra 1,25 mln) MIK (nieuwbouw 3 mln) Compagnie Blauwe Kei (4 mln extra) Jongerencentrum (1,2 mln) Totaal huisvesting eigenaar

gebouw kapitaal inc rente

grond kosten

7.219 44.640 13.167 24.604

gebouw afschrijving

eigenaar Onderhoud

zakelijke lasten

11.946

0

10.593

65.210

vaste techniekinst. kosten

techniek kapitaal inc rente

30.000 45.000 13.000 114.000 202.000

24.679

130.000 240.000 13.000 428.000 100.000 911.000

1.200.000

Scenario 1 kengetallen

TOTAAL

optie 1: per m2 2249,48

annuiteit 5%

m2 fp

rente grondkosten

vd stiko 1%

m2 5

raming theateradv.

annuiteit 5%

Scenario 1a (alles inpandig met pop) educatie theater met popfaciliteit expositie sociaal cultureel/commercieel + algemeen Jongerencentrum met poppodium Totaal eigenaarslasten

3.709 6.426 404 2.488 605 13.632

8.343.307 14.455.133 908.788 5.596.697 1.360.933 30.664.858

486.233 842.419 52.963 326.165 79.313 1.787.092

83.433 144.551 9.088 55.967 13.609 306.649

18.545 32.130 2.020 12.440 3.025 68.160

42.000 1.651.500

2.448 96.246

27.000 1.720.500

1.574 100.268

591.000 1.115.000 64.000 395.000 98.000 2.263.000

Scenario 1b (alles inpandig, zonder pop) educatie theater zonder popfaciliteit expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum zonder poppodium Totaal eigenaarslasten

3.709 6.426 404 2.488 605 13.632

8.343.307 14.455.133 908.788 5.596.697 1.360.933 30.664.858

486.233 842.419 52.963 326.165 79.313 1.787.092

83.433 144.551 9.088 55.967 13.609 306.649

18.545 32.130 2.020 12.440 3.025 68.160

42.000 1.651.500 0 0 0 1.693.500

2.448 96.246 0 0 0 98.694

591.000 1.115.000 64.000 395.000 96.000 2.261.000

optie 2: per m2 2248,76

annuiteit 5%

vd stiko 1%

m2 5

raming theateradv.

annuiteit 5%

Scenario 2 kengetallen

m2 fp

rente grondkosten

Scenario 2a (1 zaal uitpandig, met pop) educatie theater inpandig (zalen 300, 150, 120, 60) theater uitpandig (zaal 600 zonder toren) expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum met poppodium Totaal eigenaarslasten

3.682 4.915 1462 401 2.470 601 13.531

8.279.918 11.052.633 3.287.680 901.751 5.554.426 1.351.502 30.427.910

482.538 644.127 191.600 52.552 323.702 78.763 1.773.283

82.799 110.526 32.877 9.018 55.544 13.515 304.279

18.410 24.575 7.310 2.005 12.350 3.005 67.655

42.000 709.000 942.500 0 0 27.000 1.720.500

2.448 41.319 54.927 0 0 1.574 100.268

586.000 821.000 287.000 64.000 392.000 97.000 2.247.000

Scenario 2b (1 zaal uitpandig, zonder pop) educatie theater inpandig theater uitpandig expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum zonder poppodium Totaal eigenaarslasten

3.682 4.915 1.462 401 2.470 601 13.531

8.279.918 11.052.633 3.287.680 901.751 5.554.426 1.351.502 30.427.910

482.538 644.127 191.600 52.552 323.702 79.313 1.773.832

82.799 110.526 32.877 9.018 55.544 13.609 304.373

18.410 24.575 7.310 2.005 12.350 3.025 67.675

42.000 709.000 942.500 0 0 0 1.693.500

2.448 41.319 54.927 0 0 0 98.694

586.000 821.000 287.000 64.000 392.000 96.000 2.246.000

energie

schoonmaak

onderhoud

losse techniek kosten

afschrijving theatechniek

onderhoud theatechniek

TOTAAL

Gebouw gebonden exploitatielasten

Uitgangsituatie (2010) Pieter Brueghel MIK Compagnie Blauwe Kei Totaal huisvesting gebruiker

16.398 12.175

5.498 24.695

842

60.679

38.742

58.514

zakelijke last huurder

overige lasten

1.547

1.464 9.542 10.854

23.000 49.000 0 208.000 280.000

39.000

Optie 0 Pieter Brueghel MIK Compagnie (ggexl in huur) Blauwe Kei Jongerencentrum Totaal huisvesting gebruiker cultuur scenario 1 kengetallen

23.000 49.000 0 208.000 42.000 322.000

m2 18

m2 15

m2 4

m2 5

m2 1,80

raming theateradvies



Scenario 1a (alles inpandig met pop) educatie theater met popfaciliteit Compagnie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum met poppodium Totaal gebruikerslasten

66.762 115.668 7.272 44.784 10.890 245.376

55.635 96.390 6.060 37.320 9.075 204.480

14.836 25.704 1.616 9.952 2.420 54.528

18.545 32.130 2.020 12.440 3.025 68.160

6.676 11.567 727 4.478 1.089 24.538

111.750 1.176.150

10.000 84.143

800 37.555

22.700 184.100 1.494.700

1.680 13.190 109.013

2.600 2.400 43.355

Scenario 1b (alles inpandig, zonder pop) educatie theater zonder popfaciliteit expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum zonder poppodium Totaal gebruikerslasten

66.762 115.668 7.272 44.784 10.890 245.376

55.635 96.390 6.060 37.320 9.075 204.480

14.836 25.704 1.616 9.952 2.420 54.528

18.545 32.130 2.020 12.440 3.025 68.160

6.676 11.567 727 4.478 1.089 24.538

111.750 1.176.150 0 22.700

10.000 84.143 0 1.680

800 37.555 0 2.600

1.310.600

95.823

40.955

173.000 403.000 18.000 113.000 26.000 733.000

Scenario 2a (1 zaal uitpandig, met pop) educatie theater inpandig theater uitpandig expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum met poppodium Totaal gebruikerslasten

66.276 88.470 26.316 7.218 44.460 10.818 243.558

55.230 73.725 21.930 6.060 37.320 9.075 203.340

14.728 19.660 5.848 1.604 9.880 2.404 54.124

18.410 24.575 7.310 2.005 12.350 3.005 67.655

6.628 8.847 2.632 722 4.446 1.082 24.356

111.750 624.600 551.550 0 22.700 184.100 1.494.700

10.000 44.523 39.620 0 1.680 13.190 109.013

800 21.280 16.275 0 2.600 2.400 43.355

172.000 281.000 120.000 18.000 113.000 42.000 746.000

Scenario 2b (1 zaal uitpandig, zonder pop) educatie theater inpandig theater uitpandig expositie sociaal cultureel/commercieel Jongerencentrum zonder poppodium Totaal gebruikerslasten

66.276 88.470 26.316 7.218 44.460 10.818 243.558

55.230 73.725 21.930 6.060 37.320 9.075 203.340

14.728 19.660 5.848 1.604 9.880 2.404 54.124

18.410 24.575 7.310 2.005 12.350 3.005 67.655

6.628 8.847 2.632 722 4.446 1.082 24.356

111.750 624.600 551.550 0 22.700

10.000 44.523 39.620 0 1.680

800 21.280 16.275 0 2.600

1.310.600

95.823

40.955

172.000 281.000 120.000 18.000 113.000 26.000 730.000

173.000 403.000 18.000 113.000 42.000 749.000

Scenario 2

Bijlage 12.9 Totaal kosten theatertechniek 16 januari 2012

opgave theatertechniek BV 2011

zaal 650

zaal 300

zaal 150

labo 120

labo 60

foyer

42.500

opname

dansstudio

popzaal

theatertechniek vast

€

942.500 €

374.000 €

215.500 €

77.000 €

€

10.500 €

27.000

theatertechniek los afschrijving los

€ €

551.550 € 39.620 €

277.700 € 19.663 €

181.400 € 12.485 €

104.000 € 7.542 €

61.500 € 4.833 €

22.700 € 1.680 €

75.000 € 7.500 €

36.750 € 2.500 €

184.100 13.190

onderhoud totaal

€

16.275 €

5.720 €

5.720 €

4.920 €

4.920 €

2.600 €

500 €

300 €

2.400

Bijlage 12.10 Exploitatieoverzicht zalen 16 januari 2012

Totalen per zaal aantal personen aantal bijeenkomsten omzet horeca opbrengst huur opbrengst faciliteiten Totaal omzet

grote zaal

€ € € €

Totalen per functie Totaal commercieel Totaal sociaal cultureel Totaal repetities Totaal filmvertoningen Totaal theater Totaal popconcerten Totaal alle zalen Totalen omzet per functie Totaal aantal personen alle zalen Totaal aantal activiteiten alle zalen Totaal besteding horeca alle zalen Totaal huuropbrengst alle zalen Totaal opbrengst faciliteiten alle zalen

€ € €

totalen opbrengst huur en horeca horeca = 15% afdracht huuropbrengst opbrengst faciliteiten opbrengst Grand Café Totaal opbrengst

€ € € € €

73.000 210 277.000 52.500 39.000 368.500

middenzaal 22.650 140 € 204.625 € 52.750 € 34.800 € 292.175

activiteiten 290 870 320 160 160 10 1.810

bezoekers 30.725 57.300 10.600 17.600 56.400 2.500 175.125

kleine zaal

€ € € €

14.525 170 95.188 30.250 23.750 149.188

169.125 1.810 925.963 213.550 172.550 opbrengst 138.894 213.550 172.550 164.375 689.369 in overzicht exploitatie na 3 jaar

labzaal 1

€ € € €

labzaal 2 11.375 165 59.688 15.600 19.250 94.538

€ € € €

unieke bezoeken wekelijkse educatie bezoeken totaal bezoeken

3.625 125 24.713 10.450 7.750 42.913

zalen gemeenschaps functie 43.950 1.000 € 264.750 € 52.000 € 48.000 € 364.750

175.000 80.000 255.000

Totaal

€ € € €

169.125 1.810 925.963 213.550 172.550 1.312.063

Bijlage 12.11 Exploitatie grote zaal (650 stoelen) 16 januari 2012

opstelling aantal personen Aard bijeenkomst Zaalhuur Huuropbrengsten per jaar Aantal verhuringen Opbrengst huur Besteding faciliteiten gemiddeld Opbrengst faciliteiten Totaal opbrengst huur en faciliteiten

€ € € €

Theater 650

Repetitie 50

Soc. Cultureel 750

Commercieel 1.250

Repetitie S.C. 125

Theater primair

30 22.500 300 9.000 31.500

20 25.000 1.500 30.000 55.000

40 5.000 5.000

120

€ € € €

Aard bijeenkomst Soc. Cultureel Horeca Aantal bijeenkomsten 30 Gemiddeld aantal personen 455 Gemiddelde besteding horeca (food) Gemiddelde besteding horeca (beverage) € 2,50 € Totaal besteding horeca € 34.125 € Totaal aantal personen Totaal aantal personen grote zaal Totaal aantal activiteiten grote zaal Totaal besteding horeca grote zaal Totaal huuropbrengst grote zaal Totaal opbrengst faciliteiten grote zaal

Totaal commercieel Totaal sociaal cultureel Totaal repetities Totaal filmvertoningen Totaal theater Totaal popconcerten Totaal deze zaal

13.650

€ € €

€ € € €

€ €

39.000 91.500

€

400 260 840

1.500

Receptie S.C.

Congres/pres

Theater

40 40

20 455 12,50 5,00 159.250

120 455

2,50 4.000

€ € €

1.600

9.100

78.950 210 299.750 52.500 39.000 activiteiten 20 30 40 0 120 0 210

€

Totaal Faciliteiten commercieel per verhuring installaties L+G € 210 diversen € 52.500 techniek 24 uur €

bezoekers 9.100 13.650 1.600 0 54.600 0 78.950

zaalbezetting is 70%


€ €

2,50 136.500 54.600

Bijlage 12.12 Exploitatie middenzaal (300 stoelen) 16 januari 2012

opstelling max aantal personen

Theater 300

Pop 400

Café Cabaret 200

Receptie 400

Aard bijeenkomst Zaalhuur Huuropbrengsten per jaar Aantal verhuringen Opbrengst huur Besteding faciliteiten gemiddeld Opbrengst faciliteiten Totaal opbrengst huur en faciliteiten

Soccult 500

Commercieel 850

Repetitie 75

Theater primair

40 20.000 100 4.000 24.000

35 29.750 880 30.800 60.550

40 3.000 3.000

25

Congres/pres

Café Cabaret

€ € € €

Aard bijeenkomst Horeca Aantal bijeenkomsten Gemiddeld aantal personen Gemiddelde besteding horeca (food) Gemiddelde besteding horeca (beverage) € Totaal besteding horeca € Aantal personen Totaal aantal personen deze zaal Totaal aantal activiteiten deze zaal Totaal besteding horeca deze zaal Totaal huuropbrengst deze zaal Totaal opbrengst faciliteiten deze zaal


Soc. cultureel

Repetitie

40 200

40 35

2,50 € 20.000,00 € 8.000

€ € €

€ € € €

€ € € €

€ 2,50 € 3.500,00 € 1.400

15 250 12,50 5,00 € 65.625,00 €

bezoekers 7.750 8.000 1.400

20 5 140

4.000 1.500 22.650



2.000

Repetitie 35

€

300 160 420

€ €

34.800 87.550

880

€ 10,00 € 20.000,00 €

3.750

Feest 400


10 200

22.650 140 204.625 52.750 34.800 activiteiten 35 40 40

Diner 200

Diner 10 200 27,50 10,00 € 75.000,00 € 2.000

€

Pop

Theater

5 300

20 200

7,00 € 10.500,00 € 1.500

2,50 10.000,00 4.000

Bijlage 12.13 Exploitatie kleine zaal (150 stoelen) 16 januari 2012


Theater 150

Pop 250


Soccult 300

Commercieel 650

40 12.000 75 3.000 15.000

25 16.250 830 20.750 37.000

€ € € €



€ € € €

Repetitie

40 100

40 35

2,50 € 10.000 €

€ 2,50 € 3.500 € 1.400

Receptie 250

40 2.000 2.000

65

Congres/pres

Café en diner

bezoekers 2.125 4.000 1.400 10.000 2.000 1.000 20.525

€ € €

23.750 54.000

830

€

Film

Pop

Theater

40 100

5 200

20 100

2,50 € 10.000 €

7,00 € 7.000 €

2,50 5.000

1.000

2.000

1.000

1.125

4.000


Repetitie 35

250 160 420

15 75 27,50 10,00 € 42.188 €


Feest 250


10 100 12,50 € 5,00 € 17.500 €

14.525 170 95.188 30.250 23.750 activiteiten 25 40 40 40 20 5 170

Diner 75

Repetitie Theater primair 50

Soc. cultureel

4.000

€ € €

€ € € €

Café Cabaret 75

Bijlage 12.14 Exploitatie labzaal 1 (120 stoelen incl. film) 16 januari 2012



€ € € €



€ € €

Theater 120

Pop 150

Café Cabaret 65

Receptie 150

Soccult 200

Commercieel 400

Repetitie 40

Theater primair 40

20 4.000 75 1.500 5.500

25 10.000 710 17.750 27.750

40 1.600 1.600

80

Congres/pres

Café Cabaret

€ € € €

€ € € €

Soc. cultureel

Repetitie

20 80

40 35

2,50 € 4.000 €

€ 2,50 € 3.500 €

1.600

1.400

10 100 12,50 5,00 € 17.500 € 1.000

11.375 165 59.688 15.600 19.250 activiteiten 25 20 40 80 0 0 165

bezoekers 1.975 1.600 1.400 6.400 0 0 11.375

zaalbezetting is 66% zaalbezetting is 66%

Diner 65

Feest 150

Repetitie 25

Totaal Faciliteiten commercieel per verhuring

€

installaties L+G 165 diversen 15.600 techniek 10 uur

€ € €

200 160 350

€ €

19.250 34.850

€

710

10 65

Diner

film

€ 10,00 € 6.500 €

5 65 27,50 10,00 € 12.188 €

2,50 16.000 €

650

325

6.400

Theater

80 80

0

Bijlage 12.15 Exploitatie labzaal 2 (60 stoelen incl. film) 16 januari 2012


Theater 60

Pop 100

Café Cabaret 35

Receptie


Soccult 150

Commercieel 250

Repetitie 30

Theater primair

40 1.200 1.200

40

Congres/pres

Café Cabaret

€ € € €



€ € €

20 3.000 75 1.500 4.500

€ € € €

25 6.250 250 6.250 12.500

Soc. cultureel

Repetitie

20 40

40 15

2,50 € 2.000 € 800

€ € € €

€ €

7.750 18.200

€ 10,00 € 3.500 €

600

500

350

175


10 35

Diner

€ 2,50 € 1.500 €


Repetitie 15

€

5 35 27,50 10,00 € 6.563 €

bezoekers 1.025 800 600 1.200 0 0 3.625

Feest 100

Totaal Faciliteiten commercieel per verhuring installaties L+G € 150 125 diversen € 160 10.450 techniek 8 uur € 280

10 50 12,50 5,00 € 8.750 €

3.625 125 24.713 10.450 7.750 activiteiten 25 20 40 40 0 0 125

Diner 35

€

Film

590

Theater

40 30 2,00 2.400 € 1.200

0

Bijlage 12.16 Exploitatie zalen gemeenschapsfunctie (samenstellend te gebruiken, ook als totale (beurs)vloer) 16 januari 2012

opstelling max aantal personen Aard bijeenkomst Zaalhuur (gemiddeld) Huuropbrengsten per jaar Aantal verhuringen Opbrengst huur Besteding faciliteiten gemiddeld Opbrengst faciliteiten Totaal opbrengst huur en faciliteiten

€ € € €

zaal 1 (20) 10

zaal 2 (20) 10

zaal 3 (40) 20

Soccult 30

Commercieel 160

Repetitie 40

720 21.600 21.600

€ € € €

160 25.600 300 48.000 73.600

€ € € €

Aard bijeenkomst Vergadering Repetitie S.C. Horeca Aantal bijeenkomsten 100 120 Gemiddeld aantal personen 15 35 Gemiddelde besteding horeca (food) € 3,25 € Gemiddelde besteding horeca (beverage) € 5,50 € 2,50 € Totaal besteding horeca € 13.125 € 10.500 € Aantal personen Totaal aantal personen deze zaal Totaal aantal activiteiten deze zaal Totaal besteding horeca deze zaal Totaal huuropbrengst deze zaal Totaal opbrengst faciliteiten deze zaal


1.500

€ € €

4.200

zaal 4 (80) 40

zaal 5 (140) 60

zaal 6 (200) 100

Totaal zaalhuur sociaal cultureel

120 4.800 4.800

Diner

€

1.000 52.000

€ €

48.000 100.000

teambuilding

20 75 27,50 € 10,00 € 56.250 €

30 15 12,50 5,00 € 7.875 €

1.500

450

zaal 1 zaal 2 zaal 3 zaal 4 zaal 5 zaal 6 totale vloer

Soccult 720 40 € 2,50 € 72.000 € 28.800

bezoekers 9.450 30.300 4.200 0 0 0 43.950

€ € € € € € €

Beurs 5 750 5,00 € 3,00 € 30.000 € 3.750

43.950 1.000 264.750 52.000 48.000 activiteiten 160 720 120 0 0 0 1.000

totale vloer 500

Uitgangspunten sociaal cultureel gebruik 3 verhuringen aan verenigingen per zaal per week laagdrempelige huur gemiddeld € 30,-voor lijst verenigingen zie tekst gemiddeld 40 personen per verhuring

15 15 20 30 40 60 180

Feest 5 750 5,00 15,00 75.000 3.750

Bijlage 12.17 Exploitatie Grand Café 16 januari 2012

Dagexploitatie 200 bezoekers per dag Omzet per dag kleine kaart grote kaart beverage daarbij beverage algemeen Totaal omzet per dag Totaal omzet per jaar

minus: Inkoop Personeel Algemene kosten Bedrijfsleiding Huisvesting Netto winst

aantal 60 40 100 100

€ € € €

verkoop 12,50 17,50 5,00 5,00

€ € € € €

omzet 750,00 700,00 500,00 500,00 2.450,00

aantal dagen omzet per dag omzet per jaar 350 € 2.450 € 857.500

-30% -30% -15%

€ € € €

-257.250 -257.250 -128.625 -50.000 PM

€

164.375

PM

Bijlage 12.18 Totaaloverzicht huisvestingslasten 16 januari 2012 Alle bedragen in Euro's, afgerond op duizendtallen.

Eigenaarslasten Gebruikerslasten Totaal

Uitgangssituatie

optie 0

Scenario 1a met pop

Scenario 1b zonder pop

202.000 280.000 482.000

911.000 322.000 1.233.000

2.263.000 749.000 3.012.000

2.261.000 733.000 2.994.000

Scenario 2a volledig nieuwe zaal met pop 2.247.000 746.000 2.993.000

Scenario 2b volledig nieuwe zaal zonder pop 2.246.000 730.000 2.976.000

Bijlage 12.19 Totaaloverzicht programma-exploitatie 16 januari 2012 Alle bedragen in Euro's, afgerond op duizendtallen.

Programma-exploitatie* Baten Lasten Saldo * exclusief huisvesting

startsituatie met startsituatie zonder Uitgangssituatie pop pop na 3 jaar met pop na 3 jaar zonder pop 3.520.000 3.719.000 3.613.000 4.585.000 4.479.000 3.041.000 3.740.000 3.478.000 4.356.000 4.094.000 479.000 -21.000 135.000 229.000 385.000

Haalbaarheidsonderzoek Kunst- en cultuurcluster Noordkade Veghel

Recommend Documents