JOUW SUPERVISOR : NAAM
:
..................................................
ADRES
:
..................................................
TELEFOONNUMMER :
.................................................
BEREIKBAAR
..................................................
:
.................................................. ..................................................
HANDLEIDING voor de interviewer
VOORJAAR 1996 (golf 5)
VOORWOORD
Deze handleiding is bestemd voor de vijfde golf van de Panel Studie van Belgische Huishoudens en de derde golf van het Europese panel. Voor de meeste interviewers is onze werkwijze een vertrouwd gegeven: aan de hand van uitgebreide vragenlijsten worden ongeveer 1500 Vlaamse huishoudens jaar na jaar gevolgd. Dit stelt ons in staat een databank op te bouwen voor wetenschappers die op diverse domeinen werkzaam zijn en zowel constanten als verschuivingen in onze samenleving bestuderen. Na twee ondervragingsbeurten (in 1992 en 1993) op Belgisch niveau, werd in 1994 gestart met de samenwerking op Europees vlak. Dit resulteerde in de noodzakelijke financiële ondersteuning door de Europese Unie enerzijds, maar anderzijds in het volgen van strikte voorschriften wat vorm en inhoud van de bevraging betreft. De hoofdbrok is nog steeds de socio-economische component. De vragen blijven quasi ongewijzigd, aangezien dit de enige werkwijze is die longitudinaal of vergelijkend onderzoek over de jaren mogelijk maakt. Om de kwaliteit van het werk nog te verbeteren werd dit jaar bijzondere aandacht besteed aan de lay-out van de vragenlijsten. In de handleiding wordt ook bijkomende uitleg gegeven betreffende een aantal vragen : het is een nuttig instrument om begripsverwarring te voorkomen. Nieuw is de reeks vragen betreffende verbruik van energie en water. Deze module wordt aan het einde van de huishoudenlijst toegevoegd. De bedoeling hiervan is tweevoudig : het kan een beter zicht geven op de kosten van energiegebruik in een huishouden én bepaalde aspecten van de milieuproblematiek objectief duiden. Onze vijfde ronde (op Belgisch niveau) krijgt terecht een feestelijk tintje: het succes van de gebruikte formule staat of valt met de inzet van onze trouwe interviewers én respondenten. Ter gelegenheid van dit ‘lustrum’ willen we beide groepen extra bedanken.
2
INHOUD
VOORWOORD
2
1.
DE OPVOLGING : ENKELE BASISPRINCIPES
4
1.1. 1.2. 1.3.
4 5 6
2.
WIE WORDT BEVRAAGD ? HOE BEVRAGEN WE DE VERANDERINGEN ? PANELBINDING.
HOE GAAN WE TEWERK ?
6
2.1. 2.2.
6 6
DE INTRODUCTIEBRIEF HET CONTACTENBLAD. 2.2.1. ZELFDE ADRES 2.2.2. HUISHOUDEN VERHUISD 2.2.3. NIEUW HUISHOUDEN
3.
4.
5.
6 13 13
DE VRAGENLIJSTEN
15
3.1. 3.2.
15 17
ALGEMEEN DE VRAGENLIJSTEN
OVERZICHT VAN HET VELDWERK.
31
4.1. DE TRAINING 4.2. DE BUNDEL 4.3. HET VERLOOP VAN HET VELDWERK.
31 31 32
VOLLEDIGHEID VAN EEN DOSSIER
34
3
1. DE OPVOLGING : ENKELE BASISPRINCIPES 1.1.
WIE WORDT BEVRAAGD?
→
Volwassen leden van het panel :
In een volgende bevragingsgolf van een panelstudie komt het erop aan om zoveel mogelijk personen die vorig jaar panellid waren, dit jaar opnieuw te bevragen. Dit principe heeft tot gevolg dat we informatie inwinnen over de panelleden,ongeacht hun huidige woonsituatie. Personen die in 1995 verhuisd zijn naar een collectieve voorziening blijven panelleden en worden dus voor de laatste maal gecontacteerd. Bijgevolg worden degenen die voor 1995 verhuisden naar een collectieve voorziening niet meer gecontacteerd.
→
Volwassen geworden kinderen en nieuwe kinderen :
We bevragen voor de eerste keer met een aparte volwassenenlijst de jongeren uit de panelhuishoudens die in de loop van het voorbije jaar 16 jaar werden (en dus geboren vóór 1980). De kinderen die in de loop van het voorbije jaar geboren of geadopteerd werden zijn ook panelleden en worden bevraagd via de ouder(s) in de kindlijst.
→
Nieuwe partners en andere nieuwe huisgenoten :
Al deze personen bevragen we dus in de context van het huishouden waarin ze op dit ogenblik leven. Daarom ondervragen we ook de nieuwe partners en andere nieuwe huisgenoten van onze panelleden. Een weigering van een nieuwe huisgenoot is geen bezwaar om het interview verder te zetten. → Een zgn. steekproefkind (d.w.z. een vroeger panellid, jonger dan 16 jaar) dat verhuisd is naar een 'niet-steekproef huishouden', wordt in zijn nieuwe context geïnterviewd. De volwassene(n), waarmee dit kind samenwoont worden zo mogelijk mee in het onderzoek betrokken. → Aangezien we in de derde golf van het Europese Panel zijn beland, worden personen die in het voorbije jaar van België naar een land van de Unie zijn verhuisd, eventueel telefonisch gecontacteerd. Hierbij zijn 2 opties mogelijk : een telefonische afname van een beknopte vragenlijst of een volledig dossier proberen te realiseren via de post. De laatste mogelijkheid geniet onze voorkeur.
4
1.2.
HOE BEVRAGEN WE DE VERANDERINGEN?
-
In een panelonderzoek komt het erop aan om veranderingen in het levenspeil en in de organisatie van het dagelijkse leven vast te leggen. Daarbij kunnen we gebruik maken van verschillende metoden:
-
We bevragen elk jaar de situatie op precies dezelfde manier als het jaar daarvoor; in de analyse van de gegevens blijkt dan wel of er een verschil is of niet.
-
We vragen de respondenten of er zich op een bepaald terrein een verandering heeft voorgedaan sedert vorig jaar. Indien dit inderdaad het geval is dan vragen we naar meer bijzonderheden; indien dit niet het geval is dan worden de gegevens van het vorige jaar gewoon gecopiëerd in het gegevensbestand (bv. een verandering in de burgerlijke staat of in de woonst).
-
We vragen de respondenten om het hele voorbije jaar te overlopen en maand na maand de situatie weer te geven (de zogenaamde ' kalendervragen'). Deze strategie is van toepassing op die veranderingen die verschillende keren per jaar kunnen optreden en waarvoor het voor de analyse van belang is om de gang van zaken meer in detail te gaan volgen (bv. veranderingen in de tewerkstellingssituatie).
Zoals vroeger worden de verschillende metodes gecombineerd naargelang van het soort vraag. a.De huishoudenlijst wordt gewoontegetrouw mondeling door de interviewer afgenomen. De persoon die het best op de hoogte is van de situatie, beantwoordt de vragen. In deze golf worden een aantal vragen gesteld betreffende het verbruik van water en energie . Ze zijn gebundeld op het einde van de huishoudenlijst, na de kindlijst. b.De volwassenenlijsten (bedoeld voor elke persoon van 16 jaar of ouder) zijn individueel en zijn enkel geldig indien ze door de persoon in kwestie worden ingevuld. Bij afwezigheid kunnen deze laatste achtergelaten en later opgehaald. Het is hierbij nuttig duidelijke afspraken te maken om onnodige verplaatsingen te vermijden. In tegenstelling tot vorig jaar, worden de zgn. ‘meningsvragen’ aan alle volwassenen voorgelegd (en niet enkel aan de nieuwe respondenten). c.Naast de volwassenenlijst is er één bladzijde voor de panelleden die naar een collectieve voorziening zijn verhuisd. Aangezien deze eventueel worden beantwoord door iemand uit diens omgeving, spreken we over 'proxy's'. d.En verder maakten we opnieuw een beknopte vragenlijst (in eerste instantie door de supervisoren in te vullen) voor volwassenen die niet bereid zijn om de uitgebreide lijsten in te vullen. Het is hierbij niet uitgesloten dat men in één van de volgende rondes opnieuw een volledig dossier kan realiseren. LET OP : Om een dossier volledig te maken moet men naast de beknopte vragenlijst voor volwassenen ook een huishoudlijst hebben.
5
1.3.
PANELBINDING.
Elk jaar opnieuw doen wij inspanningen om de mensen aan te moedigen om te blijven meewerken aan de panelstudie. Naast het sturen van een dankbrief en een nieuwjaarskaartje, houden wij eraan de respondenten op de hoogte te houden van de (zij het voorlopige) resultaten. Met dit doel voor ogen wordt een brochure gemaakt met enkele grafieken en cijfers in een voor de doorsnee bevolking begrijpelijke taal. In het kader van ons ‘lustrum-jaar’ wordt voor ieder huishouden een cadeau-cheque ter waarde van 350,- Bfr. voorzien. Deze waardebon kan bij een groot aantal handelszaken van uiteenlopende aard als betaalmiddel gebruikt worden. Het is een teken van erkenning en dank voor alle huishoudens die elk jaar opnieuw door hun medewerking onze panelstudie hebben mogelijk gemaakt. Een ander niet te onderschatten element is de invloed van een vaste interviewer : zij vormen een element van vertrouwen en geven vaak de doorslag in het al dan niet verder meewerken...
2. HOE GAAN WE TEWERK ? 2.1.
DE INTRODUCTIEBRIEF.
Enkele dagen vóór je bezoek stuur je een introductiebrief én een brochure naar de respondent. Vergeet niet je eigen naam en adres op de omslag te schrijven onder het P.S.B.H.-logo, dit om eventuele verkeerde zendingen in eerste instantie bij jou te laten terugkomen. Deze zending wordt door de interviewer gefrankeerd als 'DRUKWERK'. 2.2.
HET CONTACTENBLAD.
Het contactenblad heeft als hoofddoel het werk van de interviewer te 'sturen'. Het is in alle opzichten een belangrijk instrument, een soort 'logboek', dat alle gegevens bevat betreffende woonplaats, samenstelling van het huishouden enz. Voor uw eigen boekhouding, nl. data van afspraken e.d. is het eveneens nuttig. Op de laatste bladzijde verwachten wij de bevestiging van de betrouwbaarheid van de verworven gegevens. Hiervoor is uw handtekening noodzakelijk. Verder geeft het contactenblad zowel een overzicht van de informatie ingewonnen tijdens de vorige golf, als mogelijkheid tot het noteren van eventuele bewegingen tijdens het afgelopen jaar ... Op dit alles wordt in de volgende bladzijden dieper ingegaan. Na een kort inleidend gesprek, beginnen we met het invullen van het contactenblad. Eerst en vooral stellen we vast of het voorgedrukte adres op de frontpagina nog geldig is of niet. 2.2.1. We bespreken eerst de situatie waarin het adres geldig is : dit wil zeggen, minstens één van de bewoners is panellid (of lid van het zgn. 'stamhuishouden').
6
Wanneer de bewoners afwezig zijn, probeer je tot 5x om contact te nemen. Deze contactpogingen registreer je in de datum- en de uurkolom. Datum : de dag en de maand in de vorm ../.. Uur : in een 24 uur stelsel (bv 18 u). LET OP ! Indien je er niet in slaagt het hele huishouden te interviewen, dan omcirkel je ‘3’ als eindresultaat én je schrijft de reden op in het veld 'commentaar'. De supervisor zal deze informatie gebruiken om het type van uitval van het huishouden te bepalen. Indien minstens één panellid deelneemt aan deze ronde, dan vul je het eindresultaat in nadat alle vragenlijsten in dit huishouden verzameld zijn. Op de binnenkant van het contactenblad, vinden we de rubriek samenstelling van het huishouden. Voor ons is het uitermate belangrijk dat we de bestemming kennen van alle leden van het huishouden van vorig jaar. Kolom 2 tot 5 : Voornaam, familienaam, geboortedatum en geslacht → de leden van het huishouden in golf 4 In tegenstelling tot vroeger hebben we kolom 1 tot en met 5 met de persoonlijke gegevens op voorhand afgedrukt. Gelieve hier enkel de juistheid van de gegevens te controleren. → alle nieuwe leden van het huishouden Dan vraag je of er nieuwe personen zijn bijgekomen in het huishouden. Je schrijft voornaam, familienaam, geboortedatum en geslacht in de kolom 2 tot 5. N.B. DE NUMMERS VAN DE KOLOMMEN (boven elke kolom) KOMEN OVEREEN MET DE NUMMERS VAN DE CODELIJSTEN ONDERAAN. Wie zijn de huisgenoten ? In de meerderheid van de gevallen zal het huishouden samenvallen met één gezin. Nochtans willen we extra benadrukken dat het in dit onderzoek uitdrukkelijk gaat over
DE PERSONEN DIE PERMANENT IN EENZELFDE WONING VERBLIJVEN OF DIE DAARUIT SLECHTS TIJDELIJK AFWEZIG ZIJN.
7
Wie zijn tijdelijk afwezig ? Er zijn een aantal typische situaties die we als een 'tijdelijke afwezigheid' beschouwen en waarbij in principe de personen in kwestie als huisgenoot gerekend worden, tenzij dit ontkend wordt.
⇒ ⇒ ⇒
⇒
⇒ ⇒
Persoon is tijdelijk opgenomen in een hospitaal of in een verzorgingstehuis. Persoon is op internaat, en niet bereikbaar tijdens de interviewperiode Persoon is tijdelijk opgenomen in een andere instelling (vb. gevangenis) Persoon is werkzaam buiten zijn woonplaats, en niet bereikbaar tijdens de interviewperiode Persoon is op reis en niet terug voor half september Persoon is afwezig omwille van andere reden.
De tijdelijk afwezigen kunnen eventueel éénmalig met een beknopte vragenlijst bevraagd worden. Het verschil tussen 'gezin' en 'huishouden' kan toch tot een aantal discussies leiden over wie tot de 'huisgenoten' behoort en wie niet. Het vraaggesprek over de samenstelling van het huishouden wordt ingezet met de vraag : 'WIE MAAKT DEEL UIT VAN UW HUISHOUDEN ? ' Deze vraag wordt gesteld aan de persoon die klaarblijkelijk als woordvoerder van het huishouden optreedt. Dit is ook de persoon die de huishoudenlijst invult en wiens oordeel (betreffende de samenstelling) de doorslag geeft. VOOR ONS IS DIT BIJ VOORKEUR DE PERSOON DIE VORIG JAAR DEZE FUNCTIE HEEFT VERVULD. Zijn of haar naam is vermeld op de frontpagina van het contactenblad, onder het adres. Wanneer de respondent zelf twijfelt over een persoon of groep van personen, dan beslis je met hem/haar : → of het over een tijdelijke afwezigheid gaat ofwel over een permanente afwezigheid; → of over een deel van het eigen huishouden, ofwel over een sedert de vorige bevraging afgesplitst huishouden (op hetzelfde adres). Mogelijke twijfelgevallen zijn : → de inwonende bejaarde ouder of familielid, het inwonende jonge paar... * in de meeste gevallen zullen deze personen door de respondent gerekend worden tot het huishouden, omdat er wellicht een gemeenschappelijk gebruik is van sommige voorzieningen. Wanneer de respondent zelf twijfelt of deze personen al dan niet moeten meegerekend worden, dan geldt de brievenbusnotie : wanneer er een aparte brievenbus is voor deze personen, dan worden ze niet tot het huishouden gerekend. Uiteraard worden deze personen wel gevolgd wanneer ze vorig jaar als panellid hebben meegewerkt. 8
→ de onderhuurder : * het gaat hier over personen die tegen vergoeding wonen in dezelfde wooneenheid/woning (of onderdelen daarvan) als het huishouden van de steekproef. In de meeste gevallen zullen deze personen niet als huisgenoot bestempeld worden. Als er hier twijfel heerst, dan is de regel dat ze niet meegerekend worden. Als de respondent deze persoon uitdrukkelijk als huisgenoot beschouwt, dan wordt hij opgenomen in het panel. → kinderen in een echtscheidingssituatie : * deze kinderen horen tot het huishouden van de ouder die ofwel bij voorlopige maatregel, ofwel bij vonnis het hoederecht heeft verkregen. Als er hierover nog geen uitspraak is, dan horen de kinderen tot het huishouden waar ze permanent of het meest verblijven. In geval van een gedeeld hoederecht worden in elk geval de vragen over dit kind gesteld. → pleegkinderen, jongeren in een formule van begeleid wonen : * als de kinderen/de jongeren op een permanente basis in het huishouden verblijven, dan worden ze als huisgenoot beschouwd : ze zijn dan panelleden. Als de pleegformule beperkt is tot het weekeinde of de vakantie, dan worden ze niet als huisgenoten ondervraagd. → tijdelijke gasten : * studenten van een uitwisselingsprogramma, familieleden uit het buitenland die op bezoek zijn, andere personen die tijdelijk onderdak hebben verkregen worden niet gerekend tot het huishouden. De tijdelijkheid van het verblijf wordt afgelezen uit het feit dat ze niet op het adres gedomicilieerd zijn. Als ze op het adres gedomicilieerd zijn sedert de vorige bevraging, en ze worden als een apart huishouden beschouwd, dan worden ze NIET bevraagd. Immers, ze maken geen deel uit van het panel. → gemeenschappen, communes : * hier geldt de postbusnotie : de personen die dezelfde brievenbus hebben als het panellid, worden opgenomen in het huishouden van het panellid. De andere leden van de gemeenschap worden niet ondervraagd. → studenten op kot : * worden enkel niet als huisgenoot beschouwd, wanneer ze elders zijn gedomicilieerd. Wanneer ze vorig jaar niet werden opgenomen in het panel, omdat ze toen elders waren gedomicilieerd, maar nu terug bij de ouders zijn gedomicilieerd, dan worden ze behandeld als een huisgenoot, maar wel als een 'nieuw lid' (zie verder).
9
Kolom 6 tot 17 : Familierelaties. (cfr. lijst 6) Net zoals vorig jaar, moet voor elke persoon van het huishouden, op zijn lijn in het contactenblad, de band met alle bovenstaande personen worden aangeduid in de respectievelijke kolommen. Deze gegevens worden door ons reeds overgenomen van het contactenblad van vorig jaar, uiteraard enkel voor personen die in golf 4 tot onze doelgroep behoorden. → 01 : echtgenoot, partner, samenwonend → 02 : eigen kind → 03 : geadopteerd, stief- of pleegkind → 04 : broer of zuster (van dezelfde ouders) → 05 : geadopteerde, stief- of pleeg- of halfbroer/zuster → 06 : kleinkind (ook geadopteerd, stief- of pleegkleinkind) → 07 : schoonzoon of -dochter → 08 : ander familielid → 09 : ander niet-familielid → 10 : eigen ouder → 11 : adoptief, pleeg- of stiefouder, voogd → 12 : grootouder (ook adoptief, pleeg- of stiefgrootouder) → 13 : schoonouder (ook adoptief, pleeg- of stiefschoonouder) Kolom 18 en 19 : Registratiestatus. (cfr. lijst 18) In kolom 18 komt dan de precieze status van de betrokkene. → 1. Persoon maakt nog steeds deel uit van het huishouden, ook indien hij/zij tijdelijk afwezig is. → 2. Persoon is overleden : je vult de maand en het jaar van overlijden in kolom 19 in. → 3. Persoon is verhuisd (cfr verder) : je vult de maand en het jaar van vertrek in én indien mogelijk op de achterkant van het contactenblad de verhuisinformatie invullen. → 4. Kindje geboren : je vult de maand en het jaar in. → 5. Persoon is bij het huishouden komen wonen : je vult de maand en het jaar in. → 6. Persoon is terug in het huishouden na vertrek in een vorige golf. Hier gaat het over iemand die wel lid was in de eerste golf, niet tijdens één van de volgende golven, maar opnieuw in de vijfde golf. De codes 7 en 8 zijn hier nooit van toepassing. Ze worden enkel gebruikt voor nieuwe of afgesplitste huishoudens.
10
Kolom 20 : Respondentstatus (cfr lijst 20). In deze kolom komt een code die je toelaat te beslissen welk type interview er moet afgenomen worden. Op het contactenblad hebben we de codes reeds afgedrukt voor de personen die meegewerkt hebben in golf 4. Je kunt deze informatie ter controle gebruiken. → 1. Persoon moet opnieuw geïnterviewd worden met volwassenenlijst. Dit geldt voor de personen die tijdens de laatste onderzoeksronde een volwassenenlijst hebben ingevuld. Persoon wordt voor de eerste keer geïnterviewd met volwassenenlijst: → 2. Dit geldt vooreerst voor personen die gezinslid waren, maar die in 1995 geen volwassenenlijst hebben ingevuld, bijvoorbeeld jongeren die vorig jaar 'kind' waren, en nu 'volwassene'; ook personen die vroeger al lid waren van het huishouden,maar niet geïnterviewd werden in de vorige golf krijgen ook deze code '2'. → 3. Het geldt uiteraard ook voor personen die tot hiertoe geen lid waren van dit huishouden, voor zover ze geboren werden voor 1980. Deze personen zijn geen panelleden in de stricte zin van het woord, nochtans worden ze ook ondervraagd. → 4. Persoon is nog te jong om geïnterviewd te worden met een volwassenenlijst : over hen wordt een kindlijst afgenomen. Het gaat in deze golf over kinderen en jongeren, geboren in 1980 of later. → 5. Deze code wordt ingevuld, wanneer de betrokkene overleden is of verhuisd. (Je hebt dit reeds ingevuld -afzonderlijk- in kolom 18 : dit is een dubbeltoets). Kolom 21 : Scholing van het kind. (cfr. lijst 21) Eurostat neemt geen informatie op over elk kind afzonderlijk. Om moeilijkheden bij de constructie van de datafile voor Eurostat te vermijden, nemen we deze vraag ook hier, in het contactenblad, op. De codes van 1 tot 7 moet je uiteraard enkel invullen voor de personen die de respondentstatus '4' hebben gekregen. Nadat je een goed overzicht hebt van de samenstelling van het huishouden, kun je beginnen met de afname van de huishoudenlijst. Als er kinderen zijn, wordt ook de kindlijst mondeling afgenomen, gevolgd door onze nieuwe milieumodule. In de mate van het mogelijke vervolg je het interview met de volwassenenlijsten. Zoals gezegd op p.5 kunnen deze eventueel achteraf opgehaald worden. 11
Kolom 22 en 23 : Eindresultaat volwassenenlijst. (cfr lijst 22) In kolom 22 komt dan het eindresultaat van de contacten met de personen van 16 jaar en ouder (of : eindresultaat op individueel vlak). In kolom 23 komt de dag en de maand waarop de lijst werd ingevuld. De codes voor kolom 22 staan opgesomd in lijst 22: Interview voltooid 11
Wanneer een mondeling interview werd afgenomen. Dit is ook de code wanneer slechts een beknopte lijst werd ingevuld. De datum is deze die op de voorpagina van de lijst staat.
12
Wanneer de vragenlijst door de respondent zelf werd ingevuld. De datum is deze die de respondent op de lijst heeft ingevuld.
13
Andere methode : eventueel telefonisch. (zie p.4)
14
Gevolmachtigd (proxy) interview.
Interview niet mogelijk door tijdelijke afwezigheid 21
Persoon is tijdelijk opgenomen in een hospitaal of in een verzorgingstehuis.
22
Persoon is op internaat, en niet bereikbaar tijdens de interviewperiode.
24
Persoon is tijdelijk opgenomen in een andere instelling (vb. gevangenis)
25
Persoon is werkzaam buiten zijn woonplaats, en niet bereikbaar tijdens de interviewperiode.
26
Persoon is op reis en niet terug voor half september;
27
Persoon is afwezig omwille van andere reden.
Interview niet mogelijk om andere reden 31
Ziekte
32
Weigering om deel te nemen
33
Andere reden : geef elke bijzonderheid
12
Je rondt het interview van dit huishouden af door op de frontpagina onder 'eindresultaat' de code 1 of de code 2 te omcirkelen. Op de achterkant van het contactenblad vul je dan de datum in, je nummer, je naam en je handtekening. Je bevestigt daarmee dat de gegevens op een correcte wijze werden ingezameld. 2.2.2 Het adres is niet geldig, want het hele huishouden is verhuisd. In dit geval zoek je het nieuwe adres op. Wanneer je dit nieuwe adres hebt gevonden, schrijf je het over op de frontpagina onder de vraag : Wat is het nieuw adres?' Hulpmiddelen. Op het blad 'Verhuisinformatie' staan de namen van de contactpersonen of andere informatie die je eventueel verder kunnen helpen. Dit blad hebben we enkel aangemaakt voor de huishoudens die deze informatie hebben verstrekt in de lijsten van vorig jaar. Indien je er niet in slaagt om een gezin of een persoon te lokaliseren, gelieve het PSBHteam te contacteren : het NIS staat in voor het terugvinden van een maximaal aantal panelleden. Voor het overige is de procedure dezelfde als hierboven aangeduid.
2.2.3 Het adres is niet geldig want het gaat over een 'nieuw huishouden'.
Een nieuw huishouden is een huishouden (eventueel een alleenstaande) dat is gevormd door een panellid : het is een afgesplitst huishouden. Het gaat bv over een jongere die zich zelfstandig vestigt, al dan niet met een partner. Of over een persoon die vorig jaar met iemand samenwoonde en nu gescheiden leeft. Je kent de namen van de betrokkenen vanuit het interview met het stam-huishouden. Het stamhuishouden is het huishouden dat op het zelfde adres van vorig jaar wordt geïnterviewd. Wanneer er niemand meer woont op het adres van vorig jaar, is het stamhuishouden het huishouden van de referentiepersoon van vorig jaar. Wanneer de registratiestatus van een persoon in het rooster van het stamhuishouden '3' is, dan heb je de datum ingevuld van het weggaan in kolom 19 en op de achterzijde van het contactenblad heb je informatie opgenomen om deze persoon in zijn nieuwe huishoudelijke context op te sporen. 13
Je stuurt naar dit nieuwe adres een introductiebrief met brochure en je neemt contact op zoals gewoonlijk. Wanneer het adres te ver verwijderd is van jouw woonplaats, dan neem je contact op met de supervisor. Voor deze huishoudens moet je een blanco contactenblad nemen. Het eerste werk is het overschrijven van het panelnummer huishouden van het stamhuishouden. Het adres vul je in onder 'nieuw adres'. In dit geval ken je de samenstelling van het afgesplitste huishouden niet vanuit de documenten die we je hebben meegegeven. Daarom moet je de samenstelling ter plekke noteren : het gezinshoofd op de eerste lijn en dan nadien alle leden van het huishouden te beginnen met de oudste. Onder registratiestatus moet ofwel code 7 : Persoon is verhuisd uit een eerder ondervraagd panelhuishouden ofwel code 8 ingevuld worden : andere persoon die deel uitmaakt van dit huishouden. Onder respondentstatus kunnen alle codes van toepassing zijn. UITZONDERINGEN Alle situaties op het veld passen onder één van de voorgaande drie procedures. Behalve twee: 1. wanneer een alleenstaande overleden is 2. wanneer er zich op hetzelfde adres twee huishoudens hebben gevormd. 1.In het eerste geval is het afgedrukte adres niet meer geldig, maar er is ook geen nieuw adres. Bovendien passen de categorieën van eindresultaat niet echt op deze situatie. De oplossing ligt in de middenpagina : je vult onder registratiestatus code 2 in : 'Persoon is overleden'. Dit is genoeg. 2.In het tweede geval is het adres nog wel geldig, maar er mogen géén twee huishoudens met één enkel contactenblad behandeld worden. Deze situatie behandel je als een nieuw huishouden : je schrijft het panelnummer van het stamhuishouden over op een nieuw contactenblad, en ook het oude adres. LET WEL ! De toevoeging van een A of B bij het huisnummer, is een wijziging van adres.
14
.
3.
DE VRAGENLIJSTEN 3.1.
ALGEMEEN We beginnen met een aantal algemene afspraken die te maken hebben met het invullen van de vragenlijst. Je weet, na de bevraging komt het moment van de invoer van de gegevens. Bij deze invoer moeten we zoveel als mogelijk vermijden dat er fouten gemaakt worden die te wijten zijn aan het slordig invullen van de lijsten. Bovendien vereist het panelkarakter van dit onderzoek een bijzondere aandacht voor dit punt : volgend jaar ondervragen we deze mensen opnieuw, het is erg tijdrovend om verbeteringen te moeten aanbrengen die te maken hebben met een verwisseling van geslacht, een verschuiving van de geboortedatum enzovoort. De verwerking van de gegevens heeft uitgewezen dat niet alle vragen van de huishoudenlijst werden ingevuld. Daar deze vragenlijst altijd mondeling moet afgenomen worden, gaat het hier zonder twijfel om onnauwkeurigheid van de interview(st)er. We vragen met aandrang ALLES in te vullen wat noodzakelijk is. Controleer steeds of er geen blanco bladen zijn in de vragenlijsten.
Stuursysteem We houden hetzelfde stuursysteem aan als vorig jaar : zolang je bij een antwoordcategorie niet weggestuurd wordt, neem je de volgende vraag. De kaders omgrenzen een hoofdvraag met de eventuele bijvragen. Cijfers en letters Bedenk dat het ene handschrift moeilijker leest dan het andere. Daarom vragen we alles in drukletters in te vullen. Vraag ook aan de mensen die hun vragenlijst zelf invullen, om in drukletters te schrijven. Een tweede afspraak betreft het noteren van de cijfers. Gelieve nooit de ‘1’ (één) als een streepje ‘|’ te schrijven. Ervaring leert dat dit achteraf als een doorhaling wordt begrepen, wat niet de bedoeling is. Het getal ‘zeven’ noteer je als ‘7’ en niet als ‘7’ (zonder streepje). Hier wordt de verwarring met een één te groot. Als een vraag of antwoord niet van toepassing is, laat je het gewoon open. De tekst niet doorhalen en ook geen streepjes zetten. Aantallen en eenheden Wordt er naar een aantal gevraagd (zoals bv in aantal auto's, aantal kilometers) of naar een bedrag en er zijn er geen, dan vult u een nul in. De plaats openlaten mag je niet doen, want dan begrijpen wij dat als 'geen antwoord', wat niet juist is. Voor een tijdsopgave worden hokjes voor de uren en hokjes voor de minuten voorzien. Een half uur wordt dan : ‘0 uur en 30 minuten’ Exact twee uren wordt dan : ‘2 uur en 0 minuten’. En anderhalf uur wordt : ‘1 uur en 30 minuten’. 15
.
Wordt er gevraagd naar een tijdstip dan gebruik je het 24-uren schema. Drie uur in de namiddag wordt dan geschreven als : ‘ 15 uur en 0 minuten’. Alle antwoordmogelijkheden overlopen ! Wanneer bij een reeks antwoorden telkens ja-neen wordt vermeld dan wordt verwacht dat er telkens een cijfer wordt omcirkeld. Nooit openlaten in geval van een neenantwoord ! Het openlaten begrijpen wij als een situatie waarin de respondent niet wil of niet kan antwoorden. De antwoordkaartjes Zowel voor de huishoudenlijst als voor de volwassenenlijst hebben we kaartjes gemaakt met de antwoordcategorieën. De kaartjes van de beide vragenlijsten zijn gebundeld in één boekje.
16
.
DE VRAGENLIJSTEN
3.2.
a.De huishoudenlijst. 1. Inhoudstafel Vragen
Omschrijving
pagina
1 - 7
Toestand van de woning
8
Huidige woonsituatie
8A - 12
Eigenaar of mede-eigenaar
p. 13 - 15
13 - 18A
Huurder of onderhuurder
p. 16 - 17
18B - 31
Voor iedereen
p. 18 - 25
32 - 41
Bronnen van inkomen
p. 26 - 30
Kinderen jonger dan 16 jaar
p. 31 - 44
Verbruik van energie en water
p. 45 - 49
p. 5 - 11 p. 12
Kindlijst 1 - 24 Milieumodule M1 - M12 2. Stuurschema: 0. Interview op hetzelfde adres als vorig jaar ? Zelfde adres ↓
Nieuw adres 1-4, Datum verhuis,vroegere woonplaats, aard woning 4A-4C, Kamers, oppervlakte, bouwjaar
5-6, Kamers, voorzieningen 6A-6D, Kamers,voorzieningen, oppervlakte 7, Staat van de woning
↓ ↓ WOONSTATUUT
Eigenaars of mede-eigenaars: 8A-8D, Wie is eigenaar, hoe eigenaar geworden; 9-11, afbetalingen; 11A, waarde woning; 12, rentetoelage.
.
Huurders of onderhuurders: 13, Verhuurder; 14-16, Huurprijs en kosten; 16A-17, huurtoelage.
Gratis bewoners
↓
↓
18-18A, Bedrag toelage; 18B-C, renovatie, onderhoudswerken. 18D, Verhuur deel woning. ↓ ECONOMISCHE SITUATIE 19-19A, Of huishouden consumptiegoederen heeft, wil, zich kan veroorloven; 19B, Of huishouden hulp heeft van buitenaf; 21-22, Schuldenlast; 23, Of eindjes aan elkaar knopen meevalt; 24, Of bepaalde dingen aanwezig zijn; meten van welstand; 25, Of er moeilijkheden zijn met betalingen. ↓ INKOMEN Totaal inkomen van huishouden. 27-28, Bronnen van inkomen;voornaamste bron, schatting totaal inkomen; 29, Mogelijkheid om te sparen; 30, Oordeel over minimaal noodzakelijk inkomen; 30A, Totaal bezit van huishouden. 31, Verandering financiële situatie in voorbije jaar. Inkomenssituatie tijdens 1994. 32-33, OCMW-uitkeringen; 34-36, Inkomen door verhuring; 37-38, Inkomen door verkoop, erfenis, loterij; 38A, Uitgaven voor anderen; 39, Besparingen door huisproductie; 40-41, Zicht op algemene economische situatie; ↓ ADMINISTRATIE ↓ KINDLIJST 0-1b,voornaam, intern nummer, nummer huishouden, geslacht; 2-5,enkel voor nieuwe kinderen : geboortedatum, nationaliteit, ... ; 6-8c,nationaliteit, opvang, zelfstandig inkomen; 9-20,scholing; 21-23,vrijetijdsbesteding, slapen; ↓ MILIEUMODULE M1M8, verwarming: electriciteit, aardgas, stookolie, ste-enkolen, butaan/propaan; M9-M11, waterverbruik; M12, isolatie van de woning;
.
3. Informatie over het invullen van de huishoudenlijst: * Identificatie. Het nummer van het huishouden vind je op de voorpagina van het contactenblad. Dit nummer wordt ook gebruikt voor de afgesplitste huishoudens. * Vergeet niet het begin- en einduur van het interview in te vullen. * Vragen waar met 'ja' of 'neen' op geantwoord moet worden : ALTIJD een van beide omcirkelen. Als er niets wordt aangeduid kunnen we niet achterhalen waarom dit niet is gebeurd. * De huishoudenlijst wordt mondeling afgenomen : dit houdt in dat je de vragen VOLLEDIG voorleest (ook de bijgevoegde commentaar). Enkel wanneer er staat 'voor de interviewer', is de boodschap voor jou bestemd en niet voor de ondervraagde persoon. * Vraag per vraag. - Vraag 0 Indien het een huishouden is dat in golf 4 niet heeft meegewerkt of een splitt-off huishouden betreft moet hier antwoordcode 2 worden ingevuld. Het geniet de voorkeur dat dezelfde persoon die vorig jaar de vragen beantwoordde, nu opnieuw de vragen beantwoordt. Indien dit onmogelijk is : een andere volwassene die vorig jaar ook deel uitmaakte van het gezin. - Vraag 1 In deze vraag slaat 'u' op de ondervraagde persoon zelf. Vanaf vraag 2 slaan de vragen op alle leden van het huishouden. - Vraag 3 Er is hier een toevoeging aan werkgebonden redenen: ‘veranderde van werk ‘ en ‘stopte met werken’ - Vraag 4 Wanneer dit duidelijk is voor de interviewer vanuit het zicht op de woonst, moet deze vraag niet gesteld worden. De interviewer vult zelf in. - Vragen 4A en 6C Aantal kamers met diverse bestemming. Vergeet niet het tweede deel van de vraag , namelijk ‘hoeveel’ in te vullen. - Vraag 5 De keuken wordt niet meegeteld, wanneer deze een aparte ruimte vormt. Wanneer de keuken ingebouwd is in de living wordt het geheel als één kamer gerekend. Wanneer een kamer zowel voor de zaak als voor het privé-leven wordt gebruikt, dan wordt ze meegeteld; wanneer ze enkel voor de zaak wordt gebruikt, dan wordt ze niet meegeteld. - Vraag 6 Een woonst heeft een aparte keuken, wanneer er een kookruimte is die niet tegelijkertijd wordt gebruikt als slaapruimte. Dus, een kitchenette, ingebouwd in de living is een 'aparte keuken'. 19
'Centrale verwarming' betekent dat verschillende kamers tegelijkertijd kunnen verwarmd worden vanuit één bron. Deze verwarmingsbron kan al dan niet gedeeld worden met andere woonsten, zoals bv in een appartementsblok. Maar, niet alle kamers moeten noodzakelijk vanuit deze bron kunnen verwarmd worden. De beslissing hangt af van de grootte van de woonst. Wanneer de woonst slechts één kamer telt, dan is er centrale verwarming, wanneer de verwarmingsbron ook door andere kamerbewoners of appartementen wordt gebruikt. Wanneer de woonst 2 à 4 kamers telt, dan moeten minstens twee kamers centraal verwarmd worden. Wanneer de woning 5 of meer kamers telt, dan moeten er minstens drie kamers centraal verwarmd worden. Hetzelfde geldt voor de electrische verwarming. U omcirkelt 'ja' wanneer een voldoende aantal kamers ofwel centrale verwarming ofwel electrische verwarming hebben. Een 'tuin of terras' moet zeer ruim begrepen worden : voorwaarde is dat de ondervraagden kunnen buiten zitten. Dus een terras, een balkon, een dakterras, een met anderen gedeelde tuin ... is een 'ja'- antwoord. Vergeet ook hier niet het tweede deel van de vraag (nl. hoeveel) in te vullen. - Vraag 7 Bij deze vraag worden er geen normen voorgehouden voor wat een 'gebrek' is. Het gaat over het subjectief aanvoelen van de respondent dat er zich voor hemzelf of een ander lid van het huishouden een probleem stelt of niet. ‘Burengerucht ‘ en ‘straatlawaai’ worden 2 verschillende categorieën. ‘Te donker...' : dit moet niet voor alle plaatsen gelden; te donker in één kamer is voldoende om 'ja' te omcirkelen. 'Moeilijk te verwarmen' : hier slaat het probleem in eerste instantie op de installatie, gegeven de aard van de woonst, en niet op de kostprijs van de verwarming. De kostprijs is slechts een probleem wanneer deze rechtstreeks verbonden is met het type van verwarming. - Vraag 8 Iemand kan enkel eigenaar zijn indien hij tot het huishouden behoort en daadwerkelijk op dat adres woont. We noemen iemand 'huurder of onderhuurder', ook wanneer de totale huurprijs gedekt wordt door een woonsubsidie, afkomstig van een openbare dienst of van een private organisatie. Gratis bewoners zijn enkel degenen die in het totaal geen huur moeten betalen, bv omdat het bedrijf in huisvesting voorziet. - Vraag 9 De vraag slaat uitsluitend op de actuele situatie. Wanneer de eigendom met een lening werd verworven, die nu is afbetaald, luidt het antwoord 'neen'. - Vraag 10 Voor alle bedragen geldt dat er gevraagd wordt naar het bedrag dat bruto wordt betaald of gekregen. Dit wil zeggen dat er géén rekening wordt gehouden met het effect van de belastingen. 20
-
Vraag 12 De 'rentetoelage' is een nieuw systeem in het huisvestingsbeleid, waarbij aan de koper een toelage wordt verleend voor de afbetaling van zijn woonst. Andere toelagen komen in aanmerking wanneer ze op regelmatige basis (niet eenmalig) worden uitbetaald. - Vraag 13 'Een overheids- of gemeenschapsinstelling' omvat ook een huisvestingsmaatschappij, een liefdadigheidsinstelling. 'De werkgever ...' : deze categorie omvat alle gevallen waarin de huisvesting te maken heeft met de tewerkstelling van één van de leden van het huishouden. De aard van de werkgever - een organisatie, een onderneming, een individu- is hierbij onbelangrijk. Deze categorie heeft prioriteit op devolgende, in de situatie waarin beide antwoordmogelijkheden van toepassing zijn. - Vraag 14 Ook hier is het de bedoeling om het bedrag te kennen voor de aftrek van eventuele huursubsidies. - Vraag 15 Wanneer de electriciteitsrekening of de gasrekening zowel de kosten dekt voor verwarming als voor bv het koken, dan wordt op beide items met 'ja' geantwoord. Het is dus niet noodzakelijk dat er afzonderlijke rekeningen zijn. Er moet met 'ja' geantwoord worden wanneer er lasten zijn die bovenop de huur moeten betaald worden, ongeacht de persoon of instantie waaraan betaald wordt. Maar, alle kosten die door de huurprijs gedekt worden krijgen in deze vraag het antwoord 'neen'. - Vraag 18-18A Het gevraagde maandelijkse bedrag slaat op de laatste betaalde maand. Het aantal maanden heeft betrekking op het afgelopen jaar, 1995. Het ligt in de bedoeling om achteraf een schatting te maken van het jaarlijkse bedrag, vertrekkende van deze beide gegevens. - Vraag 19 Bij deze vraag ligt het in de bedoeling om tweemaal de lijst met items te overlopen : eenmaal om te registreren of het item in het huishouden aanwezig is, en een tweede maal om voor de objecten die niet aanwezig zijn te achterhalen of dit te maken heeft met een financieel probleem. Dit laatste (nl. reden voor het niet bezitten) mag men niet vergeten in te vullen. De term 'bezit' wordt breed genomen : wanneer slechts één lid van het huishouden over het item kan beschikken, is het voldoende. 'Tweede verblijf' kan in eigendom zijn of op langere termijn gehuurd. Wanneer een eigendom permanent wordt verhuurd aan anderen, dan is dit géén 'tweede verblijf'. De eigendom moet door een of meerdere leden van het huishouden af en toe bewoond worden. - Vraag 21 De vraag slaat op leningen, aangegaan in een koopovereenkomst (bv een auto op afbetaling). Het gaat niet over bv het geld opnemen met een kredietkaart. 21
-
Vraag 23 en 30 De interviewer mag zelf geen definitie geven van 'de eindjes aan elkaar knopen'. Dat moet de respondent zelf doen. - Vraag 24 Hier gaat de vraag niet of men deze items al dan niet wenst, wél over de mogelijkheid om erin te voorzien wanneer men het wenst. Het antwoord is 'ja', wanneer minstens één lid van het huishouden het zich kan veroorloven. 'Het jaarlijks een week op vakantie gaan': het gaat over de mogelijkheid om dit te betalen. Wanneer men gratis bij vrienden of kennissen kan verblijven, maar zich geen vakantie kan betalen, is het antwoord 'neen'. - Vraag 25 In deze vraag wordt een ‘niet van toepassing’ mogelijkheid toegevoegd : sommige van de items zijn niet op alle situaties van toepassing (bv huur betalen voor eigenaars). Het neen- én het NVT-antwoord krijgen dezelfde code,2. - Vraag 27 Bij deze vraag wordt rekening gehouden met de inkomens van alle leden van het huishouden. Het is dan ook best mogelijk dat de grootste bron van inkomen, de som is van het inkomen van hetzelfde type van verschillende personen in het huishouden. Het gaat over het huidige maandelijkse inkomen, zelfs al is de samenstelling van het gezin nu anders dan vorig jaar. - Vraag 28A De voorkeur wordt gegeven aan een antwoord op vraag 28. Indien de respondent geen antwoord kan of wil geven stelt de interviewer vraag 28A. - Vraag 29 Het adjectief 'normaal' moet begrepen worden als gedurende minstens 6 maanden per jaar. - Vraag 31 De term 'financiële situatie' moet ruim begrepen worden : het gaat niet enkel over de inkomenssituatie maar ook over de lasten en de schulden die men draagt. - Vraag 33A Wanneer het huishouden op een onregelmatige basis geld heeft ontvangen van het OCMW en/of ongelijke bedragen, dan maakt u een gemiddelde, rekening houdend met het aantal maanden en het totaal ontvangen bedrag. - Vraag 34 Hier gaat het niet over betalingen tussen huishoudleden. - Vraag 35 Net als bij de andere inkomensvragen gaat het hier over een brutobedrag, dit wil zeggen voor de aftrek van belastingen. Kosten die met de eigendom verbonden zijn, mogen wel afgetrokken worden. - Vraag 40 'Grote aankopen' gaat over duurzame goederen, uitgezonderd de aankoop van een huis. 22
De kindlijst: - Vraag 8 Het gaat hier om regelmatige opvang, NIET om af en toe babysitten. - Vraag 10 en 11 De ‘scholingsgraad’ wordt in de huishoudenlijst en in het contactenblad (lijst 21) gevraagd. Vermits we in beide documenten andere antwoordcategorieën / codelijst hebben, vragen we om extra aandacht te besteden aan de continuïteit tussen beide antwoorden. Milieumodule: vragen betreffende verbruik van energie en water Om de vragen betreffende meterstand van electriciteit (M2), aardgas (M3) en water (M10) te beantwoorden is het best deze stand zelf af te lezen. Indien men voor electriciteit over dag en nachttarief beschikt, heeft men voor elk een afzonderlijke meter. In geval van electrische verwarming heeft men ook hiervoor een aparte meter. Voor dag- (D) en nachttarief (N) gaat het over getallen met 5 cijfers. Het rode vakje (cijfer na de komma) moet men laten vallen. De stand van de verwarmingselectriciteitsmeter bevat 6 cijfers. Verder bevatten de ‘eindafrekeningsfacturen’ de nodige informatie betreffende verbruik en kosten. Zie voorbeelden in bijlage 1 (M2 en M3) en bijlage 2 (M2) voor wie 2 of 3 afzonderlijke electriciteitsmeters heeft (respectievelijk voor dag-, nacht- en verwarmingstarief. - Vraag M10 Voor waterverbruik en het factuurbedrag zie bijlage 3. - Vraag M11 Voor de afvalwaterheffing. zie voorbeeld in bijlage 4.
23
b.De volwassenenlijst 1.Inhoudstafel Vragen
Omschrijving
pagina
1 - 3
Huidige beroepsactiviteit
p.3
3B - 21
Beroepsactieven
21A - 27
Zelfstandige/onbetaald werk
p. 7
31
Leercontract/tewerkstellingsprogramma's
p. 8
31B - 49A
Werknemer of ambtenaar
p. 8 - 11
50 - 64
Voor alle beroepsactieven
p. 12 - 14
65 - 69
Niet beroepsactief of occasioneel werk
70 - 76
Occasioneel werk
p. 16 - 17
77 - 89
Op zoek naar werk
p. 18 - 20
90 - 102
Laatste hoofdberoep of zaak
p. 21 - 23
106 - 113
Sociale relaties en verantwoordelijkheid
p. 24 - 25
114 - 117B
Verenigingsleven en ontspanning
p. 26 - 27
118 - 129
Huidige of recente opleiding
p. 28 - 30
130 - 131
Activiteiten gedurende voorbije kalenderjaar
p. 31 - 32
132 - 156B
Persoonlijk inkomen in dit kalenderjaar
p. 32 - 41
156C - 156G
Pensioenregeling
p. 42 - 45
157 - 167
Gezondheid
p. 46 - 48
168 - 174A
Biografische informatie
p. 49 - 50
175 - 194
Respondenten die voor de eerste maal bevraagd worden
p. 51 - 54
194A - 194C
Voor iedereen
p. 55 - 57
194D
Respondenten die voor de eerste maal bevraagd worden
195A - 195
Voor iedereen: vragen over gezins- en familiaal leven
p. 4 - 7
24
p. 15
p.58 p.59 - 65
2.Stuurschema. HOOFDBEZIGHEID (Economische activiteit) 1-2: Huidige beroepsactiviteit ↓
↓
HOOFDSTATUS : BEROEPSACTIEF (15 u per week of meer)
HOOFDSTATUS: NIET TEWERKGESTELD (minder dan 15 uur per week)
3-13: Belang, wanneer en hoe werk gevonden, eventueel vorig werk.
65-69: Huidige situatie 70-76: Occasioneel werk: aard, uren, reden deeltijds, inkomen.
14-21: Profiel van de job : beroep, relatie tot opleiding, sector, vreemde talen, status
77-89: Op zoek naar werk: uren, voorwaarden, kansen, beschikbaarheid, genomen stappen.
21A-27: Zelfstandige/onbetaald werk 31,47-49: Leercontract/tewerkstellingsprogramma 31A-49: Werknemer/ambtenaar 50-64: Alle beroepsactieven ↓
90-102: Laatste hoofdberoep of zaak ↓
↓
SOCIALE RELATIES EN VERANTWOORDELIJKHEID 106: Aanwezigheid van anderen tijdens interview 107-113: Dagelijkse activiteiten: opvang van kinderen, van anderen, uren hieraan besteed. 114-117B: Verenigingsleven en ontspanning: lidmaatschap, vrijwilligerswerk, socioculturele activiteiten, buurtleven, contacten. ↓ HUIDIGE OF RECENTE OPLEIDING 118-120A: Onderwijs in secundair of hoger onderwijs 121-129: Beroepsopleiding, -training en andere opleidingen ↓ ACTIVITEITEN TIJDENS VOORBIJE KALENDERJAAR (130-131) ↓ zie volgende bladzijde
INKOMEN TIJDENS VOORBIJE KALENDERJAAR 132-138: Inkomen voor loontrekkenden: totale inkomen uit loon in 1994, overuren, andere vergoedingen. 139-143: Inkomen voor zelfstandigen. 144-147: Inkomen uit beroepsactiviteit, niet begrepen in tot nu aangegeven inkomen. 148: Uitkeringen uit sociale zekerheid, categorie per categorie, kinderbijslag, studiebeurs, geboortepremie. 149-156B: Financiële steun door anderen, alimentatie, financiële steun aan anderen, inkomen uit kapitaal, uit verzekeringen, terug- of bijbetalingen belasting, beheer van inkomsten in het huishouden. ↓ PENSIOENREGELING 156C-156K: Werknemer of ambtenaar 156L-156N: Leercontract of speciaal tewerkstellingsstatuut 156O-156T: Zelfstandige, helper of vrij beroep 156U-156W: Geen beroepsactiviteit meer van tenminste 15 uur per week, maar vroeger wel ↓ GEZONDHEID 157-163A: Algemene gezondheidstoestand, handicap, geestelijke gezondheid, gebruik van diensten 164-167: Ziekteverzekering. ↓ BIOGRAFISCHE INFORMATIE 168-174A: Geboortejaar, geslacht, nationaliteit, burgelijke staat ↓ ENKEL VOOR NIEUWE PANELLEDEN 175-182: Demografische en verhuisinformatie, plaats, nationaliteit, burgelijke staat. 183-194: Eerste beroepservaring, ervaring met werkloosheid, hoogst behaald diploma, stoppen met studeren. 194D: Meningsvragen: geloof ↓ TERUG VOOR IEDEREEN 194A-194C: Meningsvragen: huwelijkswaarden, opvoedingswaarden, politiek 195A: Relatie met partner, taakverdeling 195B-195C: Intergenerationele relaties 1: Kinderen buiten huishouden,afstand, contact, wederzijdse hulp 195D-195H: Intergenerationele relaties 2: vader, moeder in leven, afstand en contact met ouders. Indien thuiswonend : delen in huishoudelijk werk. 195: Algemene tevredenheid ↓ 26
ADMINISTRATIE VAN HET INTERVIEW VERHUISINFORMATIE 3.Informatie over het invullen van de vragenlijst. Identificatie (kader op eerste blz): Het nummer van het huishouden is hetzelfde als het nummer dat u op de vragenlijst 'huishouden' heeft geschreven. Het persoonsnummer vindt u op de binnenkant van het contactenblad. - Ook hier datum, begin- en einduur van het interview invullen wanneer je het interview zelf afneemt. Als de volwassenenlijst wordt achtergelaten, vraag dan aan de mensen of ze willen opmeten hoelang ze met het invullen van de vragenlijst zijn bezig geweest. Dit wordt achteraan in de lijst expliciet gevraagd. - Vraag 1 Volgende vormen van economische activiteit worden in dit onderzoek NIET als werk beschouwd: *onbetaald werk voor een gezinslid, behalve wanneer deze persoon een eigen bedrijf heeft. Ook onbetaald werk voor een persoon die niet tot het huishouden hoort. *onbetaalde gemeenschapsdienst of vrijwilligerswerk. *het investeren in een zaak, zonder enige bijdrage tot het bestuur of het functioneren van deze zaak, bv het hebben van aandelen in een onderneming. *onvrijwillig werk in specifieke situaties die met dwang gepaard gaan, ook wanneer men daarvoor betaald wordt, bv werken als gevangene. *onbetaald huishoudelijk werk. - Vraag 2 'Tijdelijk onderbroken' : Als de periode van 'tijdelijke onderbreking' langer duurt dan 6 maanden, dan is het antwoord 'ja' ENKEL EN ALLEEN wanneer de betrokkene een loon of vergoeding krijgt. Eén van de volgende 3 voorwaarden moet vervuld zijn : - ‘ de betrokkene blijft een loon, een inkomen ontvangen’ - ‘ zekerheid dat de betrokkene het werk weer kan aanvangen’ - ‘ zekerheid dat de betrokkene hetzelfde werk kan uitvoeren’ Wanneer het werk seizoensgebonden is (enkel tijdens het toeristisch seizoen, enkel tijdens de pluk-periode) en de bevraging gebeurt buiten dit seizoen, dan is het antwoord 'neen': de tewerkstelling is niet tijdelijk onderbroken, er is geen tewerkstelling. - Vraag 3 Een persoon is als zelfstandige bezig, wanneer hij/zij een kantoor, winkel, boerderij of andere plaats heeft waar het beroep wordt uitgeoefend of een machinepark/instrumenten heeft die nog worden gebruikt. - Vraag 7 De vier eerste mogelijkheden zijn van toepassing op de werknemers. Wanneer een werkgever de betrokkene zelf heeft benaderd, dan is de eerste categorie van toepassing. - Vraag 8 'Dit werk' slaat op het werken bij dezelfde werkgever, ook wanneer de inhoud van het werk is veranderd.
27
Wanneer er een onderbreking is geweest die langer duurde dan 6 maanden, dan is er een vorig werk, ook wanneer dit bij dezelfde werkgever is. 'Werkloos' slaat op de situatie waarin de betrokkene niet werkt of minder werkt dan 15 uur per week. De respondent beslist zelf of deze situatie al dan niet als werkloosheid moet geïnterpreteerd worden. - Vraag 10 Ook hier heeft 'werk' enkel betrekking op situaties waarin er minstens 15 uur per week gepresteerd werd; - Vraag 13 Wanneer het werk hetzelfde is, na een onderbreking van minstens 6 maand, dan worden de jobs toch met elkaar vergeleken. - Vraag 27 De overuren moeten niet noodzakelijk betaald zijn. - Vraag 34 Een contract van bepaalde duur omvat o.a. seizoenarbeid, interim-werk, speciaal trainingscontract, proefcontract indien dit vervangen wordt door een nieuw contract bij verlenging van de tewerkstelling. Accidenteel werk zonder contract omvat alle werk zonder een formeel, geschreven contract, ook al is dit regelmatig werk of voor lange termijn. Een andere werkregeling omvat o.a. zogenaamde ‘buitenwerkers’ die voor verschillende werkgevers werken met verschillende arbeidsvoorwaarden en zij die op grens van werknemer en zelfstandige werken. - Vraag 47 'Gezondheidszorg' verwijst naar elk aanbod vanuit de werkgever dat te maken heeft met preventieve of curatieve gezondheidszorg : gratis consultatie bij een geneesheer, eerste hulp diensten, regelmatige screening, ziekte verzekering... 'Scholing, opleiding ' verwijst naar formele initiatieven, ongeacht of deze georganiseerd worden op de werkplaats dan wel betaald worden door de werkgever. - Vraag 48 en 48A Er wordt op verschillende plaatsen naar het inkomen gevraagd. Wanneer iemand slechts één job heeft en de enige verdiener is, dan is het mogelijk dat op alle inkomensvragen hetzelfde antwoord moet gegeven worden. En dit, niettegenstaande de vragen toch naar iets anders peilen : - vraag 48 slaat enkel op de huidige situatie én op het hoofdberoep; - vraag 138 gaat over het hele voorbije jaar en over alle bijkomende inkomsten uit arbeid van de ondervraagde; - vraag 28A van de huishoudlijst gaat over de som van inkomens van alle leden van het huishouden. - Vraag 51 Wanneer verschillende redenen gelijkelijk van toepassing zijn dan moet enkel de belangrijkste reden aangestipt worden.
28
- Vraag 52 'Werkomstandigheden' gaat over alles (werkomgeving, sociale relaties...), behalve over het loon. 'Afstand naar het werk' refereert aan de omstandigheden waarin de afstand tussen werk en thuis wordt afgelegd. Indien de ondervraagde thuis werkt, dan wordt 'helemaal tevreden' omcirkeld, tenzij de respondent zegt minder tevreden te zijn. - Vraag 56 Wanneer de ondervraagde verschillende bijkomende jobs heeft : maak de som van alle uren, besteed aan bijkomende jobs. - Vraag 58-60 Gelieve bij deze vragen erop te wijzen dat het bij vraag 58 om ander werk gaat (een volledig uurrooster) en bij vraag 60 enkel om bijkomende uren. - Vraag 62 Indien de respondent de plaatselijke V.D.A.B. of B.G.D.A. enkel voor inschrijving heeft gecontacteerd moet hier neen worden geantwoord. - Vraag 66 Hier wordt een zeer ruime definitie van 'werk' gehanteerd : betaling of winstmaken is vereist, maar dit moet niet noodzakelijk in cash zijn. - Vraag 73 Deze vraag gaat over het totaal aantal uren die iemand aan betaald werk besteedt. In principe kan dit aantal niet meer zijn dan 15 uur per week zijn. Wanneer het werk onregelmatig is, moet toch geprobeerd worden om een gemiddeld aantal uren op te geven, niettegenstaande er een antwoordmogelijkheid 'onregelmatig werk' voorhanden is. - Vraag 74 Wanneer verschillende antwoorden van toepassing zijn, moet enkel de belangrijkste mogelijkheid die van toepassing is worden omcirkeld. - Vraag 75 Noteer dat onbetaald werk ook mogelijk is. - Vraag 77A en 78 Het opgegeven bedrag moet slaan op het aantal uren dat in de vorige vraag werd aangegeven : ofwel het totaal aantal uren aan betaald werk, wanneer de betrokkene een totaal andere job wil; ofwel het aantal bijkomende uren wanneer de respondent een bijkomende job zoekt. - Vraag 107 Ook kinderen die speciale zorgen nodig hebben, bv mentaal of fysiek gehandicapte kinderen, worden hier bedoeld. - Vraag 109 'opvang' moet hier zo ruim mogelijk geïnterpreteerd worden (ondersteuning op diverse vlakken : praktisch en emotioneel). Hier worden de eigen gehandicapte kinderen niet meegerekend. - Vraag 114 Actief lidmaatschap is niet vereist. 29
- Vraag 117 Een ruime definitie van 'contact' wordt hier bedoeld : ook contact met postbode, een gesprek tijdens het winkelen... - Vraag 118 Hier gaat het enkel over formele opleidingen. On-the-job training in een informele context hoort hier niet bij. - Vraag 126 'Voltijds' slaat op een cursus van minimaal 5 uren per dag, gedurende minimaal 4 dagen per week, gedurende het hele cursusprogramma. Een cursus die minder dan een week beslaat is 'voltijds', wanneer de cursus (minimaal 5 uren per dag) op opeenvolgende dagen wordt gegeven; een cursus van één dag is 'voltijds', wanneer er minstens 5 uren les werd gegeven. - Vraag 145 Regelmatige bron van inkomsten betekent hier gedurende 6 à 12 maanden.- Vraag 152 De toevoegingen hebben tot doel om te vermijden dat hetzelfde inkomen door verschillende personen wordt vermeld. - Vraag 163 Het gaat hier enkel over consultaties die te maken hebben met de eigen gezondheid, niet met deze die verband houden met de gezondheid van andere huishoudleden (bv kinderen). - Vraag 195B Hier gaat het ook over kinderen die overleden zijn of geadopteerd; niet over pleegkinderen.
c.De lijst voor personen,verhuisd naar een collectieve voorziening Tijdens deze onderzoeksronde houden we enkel de pagina over waarin gepeild wordt naar de reden waarom de respondent in een collectieve voorziening werd opgenomen. De vragen worden gesteld aan de betrokkene zelf of aan iemand die goed geïnformeerd is.
d.De beknopte vragenlijst Sommige panelleden (aantal = 35) werden tijdens de vorige ronde met een beknopte vragenlijst bevraagd door de supervisor We proberen dit jaar opnieuw met de volledige lijsten; als dat niet lukt, dring je aan om toch een beknopte lijst in te vullen.
30
4. OVERZICHT VAN HET VELDWERK. Gewoontegetrouw loopt de bevragingsperiode van 1 april tot eind juni. 4.1. DE TRAINING Vanaf 21 maart worden de trainingen voor de interview(st)ers georganiseerd. Ze hebben gespreid plaats over het Vlaamse landsgedeelte (Genk, Roeselare, Leuven, Gent, Antwerpen). De nieuwe interviewers (degenen die nog niet hebben gewerkt voor de Panel Studie van Belgische Huishoudens), krijgen een meer uitvoerige uiteenzetting. Daarnaast worden zij bijgestuurd tijdens een gesprek met de supervisor nadat ze drie huishoudens volledig hebben afgewerkt. 4.2. DE BUNDEL Bij de training ontvangt elke interview(st)er : 1) introductieomslagen (met brief en brochure met enkele voorlopige resultaten) en afzonderlijk, de etiketten met adressen; 2) introductiekaartjes; 3) niet-thuiskaartjes; 4) contactenbladen en het blad 'Verhuisinformatie' (indien voorhanden) 5) huishoudenlijsten; 6) volwassenenlijsten; 7) 3 lijsten voor mensen in collectieve voorzieningen; 8) grote bruine omslagen, voor afgewerkte dossiers. 9) wit afrekeningsformulier, roze + groene betaalformulieren. 10) 4 extra blanco-contactenbladen (voor gebruik bij afgesplitste huishoudens) 11) legitimatiekaartje 12) cadeau-cheques In deze en alle volgende bevragingsrondes is het de bedoeling om zoveel mogelijk panelleden, leden van de huishoudens die 16 jaar zijn geworden én zoveel mogelijk nieuwe huisgenoten te bevragen. Er is niet voorzien in de vervanging van de personen die niet meer meedoen. Met andere woorden, het succes van deze ronde hangt weer af van het aantal panelleden die opnieuw meedoen. De adressen uit de lijst kunnen in een willekeurige volgorde aangesproken worden.
31
4.3. HET VERLOOP VAN HET VELDWERK. De eerste stap De eerste stap is het opsturen van een introductieomslag. Ofwel schrijf je het adres zelf over, ofwel gebruik je een voorgedrukt etiket. Deze omslag bevat reeds een introductiebrief. Vergeet niet het introduktiekaartje in te vullen en toe te voegen aan de omslag. Vermeld ook je eigen adres op de voorkant van de omslag. Je raakt immers niet op de hoogte van problemen met de verzending wanneer de post je daarvan niet kan verwittigen. We hebben herhaaldelijk ondervonden dat zo vlug mogelijk starten voor alle partijen de beste resultaten oplevert. De tweede stap Je neemt contact op met de bewoners van het adres op het moment dat je vermeld hebt op het introductiekaartje. Tijdens deze golf kan de afspraak telefonisch worden gemaakt wanneer je het huishouden reeds kent; anders is een contactname aan de deur beslist beter. Je neemt je legitimatiebewijs, een niet-thuiskaartje, het contactenblad mee. Bekijk op voorhand de 'samenstelling van het huishouden' op het contactenblad om vertrouwd te geraken met de situatie. Dan zijn er de vragenlijsten (die je gecontroleerd hebt op blanco bladen) : de huishoudenlijst en de nodige volwassenenlijsten. Je gaat na of de bewoner(s) dezelfde is (zijn) als aangegeven. Als dit het geval is of als de personen die er nu wonen 1 huishouden gevormd hebben met de persoon die werd aangeschreven, vraag je hen om opnieuw mee te werken aan het panel. Je onderzoekt wie deel uitmaakt van het huishouden dat op dit adres woont en vult het eerste deel van het contactenblad in. Dan neem je het interview af (huishouden- , kindlijst en milieumodule) van de persoon die het best op de hoogte is van het huishouden en de kinderen. Alle personen die geboren zijn vóór 1 april 1980 worden ondervraagd met een volwassenlijst. De nog ontbrekende delen van het contactenblad (p.1 : eindresultaat, p.3 : kolom 22 en 23, p.4 : bevestiging van juistheid van de gegevens) worden aangevuld. Het is duidelijk dat we hier vertrekken van de veronderstelling dat het huishouden gevonden wordt. Dit zal echter niet altijd het geval zijn. Wat je moet doen in het geval dat mensen niet meer wonen waar wij hen vorig jaar ondervroegen, bespraken we reeds op blz 13 van deze handleiding (de opvolging). Wanneer er panelleden zijn die niet meer willen meewerken, probeer dan toch het contactenblad zo goed mogelijk in te vullen.
32
De derde stap. Nadat je de vragenlijsten van de leden van dit huishouden (inclusief de documenten van de afgesplitste delen van het originele huishouden) in je bezit hebt en ze gecontroleerd hebt op volledigheid en accuraatheid, steek je ze in een bruine envelop, samen met het contactenblad en je stuurt deze per drie op naar jouw supervisor. Hiervoor maak je gebruik van een 'postpac', te verkrijgen in elk postkantoor. De kosten hiervoor breng je bij de afsluiting in rekening bij onkosten (groen formulier) aan de hand van een gedetailleerde boekhouding. Daar de dozen niet gesloten zijn, vragen we je er nog een extra touw rond te doen. Het zou spijtig zijn als er door eenvoudige nalatigheid dossiers zouden verloren gaan. We zullen zelf dit materiaal ophalen tijdens de eerste week van mei, respectievelijk juni, bij de supervisoren. Dit laat ons toe om een overzicht te houden van de ontwikkelingen in het veldwerk en om reeds met de editing en de invoer van de gegevens te beginnen, waardoor we de data vlugger ter beschikking kunnen stellen voor analyse. Als er zich bij jouw huishoudens een verhuizing of een afsplitsing heeft voorgedaan waarbij de afstand voor jou tot het nieuwe adres té groot is, dan stuur je het door jou afgewerkte dossier naar jouw supervisor. Zij/hij zorgt er dan voor dat het panellid door een andere interviewer in die regio wordt ondervraagd. Verhuizingen buiten uw provincie worden door de U.I.A. herverdeeld. Het laatste postpac dat je naar jouw supervisor stuurt, bevat : - de laatste afgewerkte dossiers - de laatste contactenbladen van de huishoudens die niet meewerken - al het materiaal dat je teveel hebt - de reeds ingevulde afrekeningsformulieren : één (roze) voor de honoraria en één (groen) voor de onkosten + het witte formulier. Vergeet niet de contactenbladen te ondertekenen en vul al de betalingsformulieren zo gedetailleerd als mogelijk in. Op die manier vermijd je vertraging bij de uitbetaling. Gebruik ook slechts één interviewernummer, ook wanneer je dossiers van andere interviewers overneemt. Jouw nummer is het nummer dat op jouw legitimatiekaartje staat.
33
5.
VOLLEDIGHEID VAN EEN DOSSIER
De supervisor controleert de volledigheid van het dossier. Een dossier is volledig als we over alle nuttige informatie beschikken over de leden van het huishouden van vorig jaar. Maar, net zoals vorig jaar, omvat een huishoudendossier steeds minstens het contactenblad, één huishoudenlijst en één volwassenenlijst.
GULDEN REGEL : Een dossier is volledig, wanneer alle nuttige informatie is verzameld rond alle panelleden van het originele panelhuishouden.
De documenten worden per huishouden van vorig jaar bij elkaar gebracht om het controlewerk te vereenvoudigen.
34