tis gra > Zondag 9 september 2012 | 11.00-17.00
groen van toen in eindhoven peter thoben, Comité Open Monumentendag Eindhoven
Wandel door de tuin van Anton Philips. Ontdek de geheimen van het stadswandelpark samen met een deskundige gids. Geniet van
historische beelden van monumentaal groen, en bekijk een bijzonder monument. Open Monumentendag 2012 heeft dit jaar als thema
‘groen van toen’. In Eindhoven een bijzondere dag met unieke openstellingen, wandelingen, lezingen en presentaties. Grijp je kans.
1 < OPEN MONUMENTENDAG 2012
in zekere zin houdt de titel groen van toen een contradictie in. immers elk jaar bloeit de natuur in het voorjaar op en sterft in de winter af. het groen is en blijft niet altijd hetzelfde, het groene erfgoed is niet statisch in tegenstelling tot het gebouwde erfgoed. mensenhanden moeten het groen reguleren anders wordt het al gauw een stuurloze wildernis. bij het thema groen van toen gaat het erom om oude structuren van beplantingen te herkennen en herkenbaar te houden. rondom monumenten kunnen die met tact in tact gehouden worden. Lange tijd had de aanwezigheid van natuur een functioneel karakter. Bomenrijen omzoomden onverharde wegen om de wind te breken of om de weggebruikers tegen de felle zon of slagregens te beschermen. Bomen, heggen of houtwallen grensden percelen af en dienden als hakhout voor open vuur of kachel. Populieren of canadassen, vaak toegepast als perceelsafscheiding in het Brabantse coulissenlandschap, zijn geschikt hout voor de klompenmakerij. In tuinen staan noten bomen onder meer om insecten te weren, vruchtenbomen, groenten en geneeskrachtige kruiden. De leibomen – vaak linden – voor boeren huizen bieden bescherming tegen de zon en houden het huis koeler. In de negentiende eeuw wordt heide tot bos ontgonnen. Na de ontginningen aan het begin van de negentiende eeuw komen er in de dorpen langs OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 2
de doorgaande wegen buitenhuizen van fabrikanten en notabelen met aangelegde tuinen tot stand zoals in Stratum aan de Aalsterweg en in Tongelre aan de Parklaan. Ter ontspanning van de burgers worden parken aangelegd. In Stratum groeit de tuin van de villa B.H.A. Sinkel, in eerste opzet aangelegd door tuinarchitect Leonard A. Springer, in 1921 uit tot het Stadswandelpark van GrootEindhoven. Hieraan voegde tuinarchitect Dirk F. Tersteeg (18761942) uit Naarden in samenwerking met J. van Gool een stuk naar zijn inzichten toe, dat later door groendeskundige Frans J. Fontaine (19222002) werd gerenoveerd. Philips schonk in 1920 het Philips de Jongh wandel park en bij het 75jarig bestaan in 1966 het Philips van Lenneppark, terwijl de gemeente in 1972 in Woensel het Henri Dunantpark met waterpartij aanlegde. De Brit Ebenezer Howard (18501928) was degene die de tuinstad gedachte introduceerde in zijn boek Garden Cities of Tomorrow (1898). Het doel van de tuinstad was om de arbeiders bij fabriekssteden betere huisvestingsomstandigheden te geven als ware het een complete stadswijk met veel groen. Ook bij Philipsdorp, de eerste planmatige stadsuitbreiding van Eindhoven door Gerrit J. de Jongh (18451917), werkte de in die tijd populaire tuinstadgedachte door. De Jongh, zwager van Anton Philips (18741951), voorzag Philipsdorp onder meer van een ‘green’. Deze open groene ruimte omzoomd door bomen bevond zich op de plek waar nu het Philipsstadion staat. In de straten werden aanvankelijk bomen geplant naar de namen die ze hebben, zoals iepen in de Iepenlaan, berken in de Berkenstraat, linden in de Lindenlaan en platanen op het Plataanplein. Toch behielden de stads delen Strijp, Tongelre en Woensel nog lang het landelijke, agrarische karakter zoals op schilderijen, prentbriefkaarten en foto’s te zien is. Het eerste algemene stadsuitbreidingsplan van Joseph Th.J. Cuypers (18611949) en Louis J.P. Kooken (18671940) uit 1918 begeleidde 3 < OPEN MONUMENTENDAG 2012
de annexatie op 1 januari 1920 van de vijf omliggende dorpen tot GrootEindhoven. Het stedenbouwkundige uitbreidingsplan dat gemeenteambtenaar Jo M. de Casseres (19021990) onder directeur gemeentewerken G.C. Kools (18921961) in 1930 maakte, behelsde het behoud van de natuurlijke groene elementen (de beken) die als groene longen stad en platteland verbond. Bij de groene Dommelplant soenen en groene pleinen, zoals het Roostenplein (nu St.Gerardusplein) en Gelderlandplein, speelt tuinarchitect Dirk F. Tersteeg een grote rol. Toen is in feite de basis voor Eindhoven als een ‘groene stad’ gelegd.
over privétuinen en publiek groen loes heuvelmans, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven rené erven, Architectuurcentrum Eindhoven de stad is de plek waar het geld wordt verdiend, maar het leven is er gejaagd en oppervlakkig. het moreel wordt er voortdurend op de proef gesteld door tal van ‘verderfelijke’ verleidingen. met de explosie van industriële activiteit in de negentiende eeuw en de daarmee gepaard gaande enorme bevolkingsgroei begin twintigste eeuw werd dat negatieve gevoel over de stad alleen maar sterker. het buitenleven daarentegen, de terugkeer naar de natuur, ‘het reine leven’, was het hoogste ideaal: OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 4
de tuin van van lanschot bankiers
wilde beleven. Eindhovense fabrikanten benaderden architecten die hiermee al de nodige ervaring hadden en lieten op Tongelres grond gebied luxe villawoningen bouwen. Dit geheel volgens de Engelse mode: de woning in neoclassicistische stijl, de tuin in – uiteraard – Engelse landschapsstijl, inclusief theekoepel en waterpartijen met bruggetjes.
villa de laak “buiten, waar de stilte en natuur tot rustig nadenken en meer intellectueelen arbeid stemmen, daar ontluikt de onbevlekte en zuivere gedachte gemakkelijker.”
de natuur als ideaal Het verlangen om in de ongerepte natuur te willen verpozen was ook toen niet nieuw. Al eeuwenlang trok de elite in de zomermaanden naar landgoederen en buitenverblijven. Met de verdergaande verstedelijking en industrialisatie van Nederland was een nieuwe klasse van succesvolle ondernemers en fabrikanten ontstaan, die de levensstijl van het ‘oud geld’ overnam, en daarmee ook het chique buitenleven. In de stad maak te men het fortuin, op het land werd het getoond. Vanaf 1900 nam de beweging naar buiten, een grote vlucht. De Nederlandse bovenlaag trok massaal naar plaatsen als Bussum, Blaricum, Bloemendaal, Hilversum, Haren, Hillegersberg of Wassenaar. Ook in Eindhoven vond op dat moment de beweging naar buiten plaats, al lag dat buiten letterlijk en figuurlijk om de hoek. Dat behoefde nog wel enige vervolmaking, want niet het ZuidoostBrabantse plattelandsleven maar de Engelse country was wat men op een steenworp afstand van de Eindhovense binnenstad 5 < OPEN MONUMENTENDAG 2012
In 1907 verruilde Anton Philips met zijn gezin de woning aan de Vestdijk, die ongeveer stond op de plek van de huidige ABNAMRO bank, voor villa De Laak die dan net uit de steigers was. Aan de Nachtegaallaan verschenen in de periode 19071911 in dezelfde bouwstijl de bijgebouwen: een koetshuis met paardenstallen, koetsiers woning (1907), een oranjerie, een dubbele dienstwoning voor het huis personeel (ca. 1910). Architect Johan Willem Hanrath (18671932) was verantwoordelijk voor het ontwerp van het geheel. Veel huizen die later in de wijk zijn neergezet zijn ook door bureau Hanrath ontworpen. villa de laak anno 2012
OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 6
villa de laak anno 1920
gasten gevoed, maar ook het Romantische ideaal en de illusie van, zoals dat het ware buitenleven betaamde, zelfvoorzienend leven.
villa plint Het pand van de Stichting Plint aan de Dommelstraat 4 in Eindhoven stamt uit 1903, en is tijdens Open Monumentendag 2012 het centrale informatiepunt. De villa, in zogenaamde chaletstijl, werd gebouwd in opdracht van Wiebe Kroon, directeur van de tramwegmaatschappij De Meijerij. In 1996 betrok Stichting Plint het pand. Plint is uitgever van poëzie en beeldende kunst of combinaties van die twee. Met oog voor detail en gevoel voor schoonheid knapte de stichting het pand op. De bomen naast het pand zijn de stille overblijfselen van de verdwenen villatuin. De tuin is een ontwerp van tuinarchitect Leonard A. Springer (1855 1940) die met name in de omgeving van Amsterdam, Haarlem en Hilversum werkte. Kenmerkend voor Springer is de landschapsstijl: parkachtige landschappen met spannende doorkijkjes, afwisselend gebruik makend van open ruimten met grasvelden, boomcoulissen en boomgroepen. Anton Philips liet tijdens de aanleg van de tuin enkele volwassen eiken planten die hij eerder in Nuenen had gekocht. In de tuin en park werden rozentuinen en een tennisbaan aangelegd, wederom twee elementen die terug te voeren zijn op het Engelse plattelandleven. Wat ook niet ontbreken mocht in de luxe editie van de plattelandsidylle was een eigen moestuin en boomgaard met rondscharrelende kippen, ganzen, eenden en konijnen. De gracht die om het perceel loopt en in verbinding staat met de rivieren de Dommel en de Lakerloop moest onderdak bieden aan diversen soorten vis waaronder karpers en snoeken. Zo werden niet alleen de monden van bewoners en hun 7 < OPEN MONUMENTENDAG 2012
villa plint
OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 8
villa van lanschot De plek waar nu het pand van Van Lanschot Bankiers staat is de oudste bewoonde locatie van het Villapark. Eind 1900 bouwde de familie Mennen, fabrikanten van lucifers, er een buitenverblijf met een tennisbaan te midden van de weilanden van Tongelre. Deze familie bewoonde destijds het statig pand op de hoek van het Stationsplein en Dommelstraat, toen Verlengde Nieuwstraat geheten. Hemelsbreed lag de stadswoning maar enkele honderden meters verwijderd van het zomerverblijf, ware het niet dat de brug in de Dommelstraat niet meer was dan een smal hoog boogbruggetje, aangelegd in opdracht van Mennen. In 1905 volgde een degelijker exemplaar waar ook de stoomtram naar Helmond overheen kon. De ‘den buiten’ was voor die tijd alleen via een omweg bereikbaar geweest. Echter, eenmaal aangekomen werd er vooral gerecreëerd, een picknick gebruikt, een potje tennis gespeeld en in een informele
setting familie, vrienden en zakenrelaties ontvangen voor het gebruiken van een glaasje champagne. Het oorspronkelijke pand maakte in 1922 plaats voor het huidige dat werd gebouwd in opdracht van lucifersfabrikant WeijersMennen. Het is een ontwerp van architect Everwijn Verschuyl (18711954) die vooral in en rond Hilversum actief was. Hij ontwierp ook de oorspronkelijke aanleg van de tuin.
villapark
tongelre, omgeving latere parklaan 1890
rust en ruimte De bewoners van het Villapark konden de eerste jaren nog volop genieten van de landelijke uitstraling van het gebied. Mondjesmaat werden er villa’s bijgebouwd. In 1909 kreeg de Parklaan een verhard wegdek. Na de annexatie in 1920 van Tongelre door Eindhoven namen de bouwactiviteiten een vlucht. Er verschenen naast woningen ook scholen, een kerk en een klooster. Na de ontwikkeling van de villaparkwijk kregen geleidelijk steeds meer villa’s een andere bestemming als statig kantoor of als ziekenhuis, zoals Dommelhoef. 9 < OPEN MONUMENTENDAG 2012
OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 10
de dommel: van werkrivier tot groene long De Dommel heeft door de eeuwen heen een belangrijke functie vervuld en telkens in verschillende hoedanigheden. Die liepen zeer uiteen en conflicteerden nogal eens met elkaar: van visgrond, was, zwem en spoelwater, tot energieleverancier en afvoerkanaal van onder meer zwaar vervuilende leerlooierijen. De grasvelden op de Dommeloever werden ten tijde van de textielindustrie gebruikt voor het bleken van linnen. Later, bij de stadsuitbreiding na 1920, werden in Den Elzent langs de Dommel plantsoenen aangelegd. Toen de Eindhovenaren in de Tweede Wereldoorlog gebukt gingen onder voedselschaarste, werden oevers in gebruik genomen als moestuin. Tijdens de weder opbouwperiode (ongeveer 19451965) ondergaat de rivier weer een imagoverandering. Een belangrijke rol hierbij speelde de boomdeskun dige Frans Fontaine (19222002). Hij werd in 1950 hoofd van de afdeling Plantsoenen van de gemeente, of, in zijn eigen woorden, ‘oppertuinman van Eindhoven’. Daarvoor was hij werkzaam bij de Dienst Publieke Werken in Amsterdam. Hij voelde zich aangesproken door architecten en stedenbouwkundigen die in de wederopbouwperiode streefden naar een doelmatige architectuur en een moderne ‘open’
stedenbouw. Hierin speelde groen een wezenlijke rol. Ook had hij oog voor de vernieuwende ideeën in de tuin en landschapsarchitectuur. Op dat vlak kwam er meer aandacht voor de gebruiksmogelijkheden van parken en voor een meer doelmatige, vaak rechtlijnige, vorm geving. Belangrijk werd de beleving van natuur, waarbij het ging om gebruikers de structuur van planten en de invloed van verschillende seizoenen en veranderingen gedurende de dag te laten ervaren. Ook raakte de aanplant van inheemse beplanting in zwang. Fontaine drukte met de aanleg van tal van parken en plantsoenen, onder meer het Edo en Lex van Hornemannplantsoen, Dommelplantsoen en PhilipsVan Lenneppark, een belangrijk stempel op het groen in Eindhoven.
dommelplantsoen
lex en edo van hornemannplantsoen
Fontaine ontwikkelde in de naoorlogse jaren een nieuwe visie op de inrichting van de Dommelzone. Hij wilde een zo groot mogelijk deel van de Dommelvallei ‘zo ongekunsteld mogelijk’ als natuurgebied behouden. Het ging erom zowel het oeverlandschap als een natuurlijke overgangszone tussen stad en landschap en ook de biologische diver OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 12
siteit van het gebied te handhaven. Uitgangspunt voor de inrichting van de Dommeloevers in de tweede helft van de jaren vijftig werd een nieuw oeverlandschap waarbij de bestaande beplanting zoveel mogelijk werd gehandhaafd en aangevuld met uitsluitend ‘inheemse botanisch verant woorde’ bloemen, planten en houtgewassen. Men bracht een nieuwe aanvullende boombeplanting aan van onder meer elzen, populieren, wilgen en essen, waarmee een nieuw Brabants beekdallandschap werd gecreëerd. Tevens kwamen er wandelpaden als vervolg op de route langs het water vanuit de stad. Het vlakke terrein, waar eerder volks tuintjes lagen, werd licht glooiend gemaakt naar de aangrenzende straten en ingezaaid met het zaad van speciale natuurlijke weide grassen om daar op den duur weidebloemen in terug te brengen, zoals boterbloemen, koekoeksbloemen, pinksterbloemen, margrieten enz. Tussen 2011 en 2012 is de Dommel en het aangrenzende gebied nieuw ingericht door het Waterschap. De Dommel meandert weer. De Tongelreep, die hier in de Dommel mondt, is ‘natuurlijker’ geworden door de oevers op sommige plaatsen ruiger te maken. Op andere plaatsen zijn er gazons aangelegd.
van sint catharina naar van maerlant Het huidige Van Maerlantlyceum ligt, omgeven door groen, aan de Dommel. Het gebouw is sinds kort een rijksmonument en werd in 19521953 gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond er behoefte aan uitbreiding van het lyceum aan de Elzentlaan. Het schoolbestuur gaf de voorkeur aan een nieuw gebouw voor de meisjesafdeling. Deze afdeling was genoemd naar de patroonheilige van de stad Eindhoven: Sint Catharina. Het nieuwe gebouw mocht niet te groot worden in verband met de beperkte bouwcapaciteit na de oorlog. 13 < OPEN MONUMENTENDAG 2012
sint catharina
Architect Theo Taen (18891970), die in 1918 ook betrokken was bij het ontwerp voor het lyceum aan de Elzentlaan, maakte met zijn bureau De Jong, Taen en Nix het ontwerp voor de nieuwe school. Het bureau tekende een zogenaamde halschool volgens het Daltonsysteem, waarbij elk schoolvak in een eigen vaklokaal werd gegeven en waarbij leerlingen tussen de lessen wisselden van lokaal. Bij een halschool zijn de klaslokalen gegroepeerd rondom een centrale hal in tegenstelling tot een corridortype waarbij de klaslokalen langs een gang zijn gegroe peerd. Het is een innovatief schooltype waarbij door de aanwezigheid van deze grote hal de school als een ‘gemeenschap’ kan functioneren. Het wisselen van lokalen maakt een goede verkeersruimte noodzake lijk. Dit is terug te zien in het ontwerp waarin, naast een grote hal, ook brede trappenhuizen en gangen zijn opgenomen. Verder zijn er in de school een aantal studieplekken buiten de leslokalen. Echter, het Daltononderwijs werd na de oplevering van de school niet ingevoerd, OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 14
van maerlantlyceum
Foto’s REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM EINDHOVEN Villa De Laak anno 1920 • Tongelre, omgeving latere Parklaan 1890 • Villapark • Sint Catharina lyceum ARCHITECTUURCENTRUM EINDHOVEN De tuin van Van Lanschot Bankiers • Villa Plint • Villa De Laak anno 2012 • Lex en Edo van Hornemannplantsoen • Dommelplantsoen • Van Maerlantlyceum
maar de studieplekken in de school kwamen goed van pas bij de invoering van het studiehuis in de jaren negentig van de twintigste eeuw. De halschool is kenmerkend voor de wederopbouwperiode en werd ook elders bij andere nieuwe scholen toegepast. In 1968 werd de school weer gemengd, en dus toegankelijk voor zowel jongens als meisjes. De naam werd veranderd in Van Maerlantlyceum. De schrijver Van Maerlant (ong. 12251300) verenigde het dichterlijke en het didactische en sloot daarmee aan op de muzische traditie van de school.
15 < OPEN MONUMENTENDAG 2012
meer weten? ontdek de geschiedenis en de kwaliteit van het groen in eindhoven en grijp je kans om de bijzondere tuinen van van lanschot en de laak te bezoeken. of kom naar het van maerlantlyceum, geniet van het bijzondere rijksmonument, de lezingen over groen van toen, of wandel met een gids door het dommelplantsoen en het stadswandelpark … www.architectuurcentrumeindhoven.nl www.openmonumentendag.nl
OPEN MONUMENTENDAG 2012 > 16
coloFon open monumentendag eindhoven 2012 organisatie Architectuurcentrum Eindhoven met medewerking van gemeente Eindhoven, Stichting Plint, Van Maerlantlyceum, Philips Estate Huize De Laak, Van Lanschot Bankiers, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Centrum voor de Kunsten Eindhoven, Stichting Eindhoven in Beeld, Stichting Bescherming Wederopbouwerfgoed Eindhoven, Henri van Abbe Stichting, Eindhoven365 en vele vrijwilligers en vrienden. copyright Comité Open Monumentendag Eindhoven / Architectuurcentrum Eindhoven, 2012 adres Klokgebouw 210, 5617 AC Eindhoven telefoon 040 2961136 websites www.architectuurcentrumeindhoven.nl / www.openmonumentendag.nl vormgeving Oranje Vormgevers, Eindhoven druk Goedhart Repro, Eindhoven etc.