WELZIJN EN ZORG
26
DISCRIMINATIE
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde hoe Leidenaren denken over homoseksualiteit.
26.1 Discriminatie in Leiden: mening over het vóórkomen Er zijn verschillende vormen van discriminatie. Leidenaren konden voor zes verschillende soorten 10 discriminatie aangeven in hoeverre deze volgens hen in Leiden voorkomen. Volgens de Leidenaren komt discriminatie op basis van afkomst het meest voor. Bijna driekwart (71%) van de Leidenaren denkt dat dit soms of vaak voorkomt. Meer dan de helft van de respondenten denkt dat discriminatie op basis van religie (58%), leeftijd (56%), geaardheid (56%) of het hebben van een handicap (56%) soms tot vaak voorkomt. Iemands sekse is relatief het minst vaak aanleiding tot discriminatie. Toch denken nog meer dan vier op de tien bewoners (44%) dat discriminatie op deze grond soms tot vaak voorkomt. Jongere Leidenaren tot 35 jaar denken minder vaak dan gemiddeld dat er sprake is van discriminatie, behalve als het gaat om leeftijd en geaardheid, dan is het aandeel gemiddeld.
Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten afkomst
21%
religie
50%
11%
leeftijd
11%
47%
19%
19%
37%
4%
18%
3%
2%
16% 19%
vaak soms
24%
zelden
geaardheid
11%
handicap sekse
45%
15% 6% 0%
19%
38%
17%
38% 25%
29% 50%
4% 3%
21%
nooit weet ik niet
27% 4%
75%
23% 100%
Vergeleken met de vorige meting (2011) is het percentage van de Leidenaren, dat denkt dat discriminatie vaak of soms voorkomt toegenomen. Dat geldt voor alle vormen van discriminatie. Het aandeel van de bewoners dat gelooft dat discriminatie nooit voorkomt is juist kleiner dan in 2011.
10
De zes vormen zijn afkomst, bv. omdat mensen van buitenlandse afkomst zijn, religie bv. omdat mensen een bepaald geloof hebben, leeftijd bv. op basis van leeftijd iemand ontslaan of niet aannemen voor een baan, sekse bv. geen gelijke behandeling van mannen en vrouwen, seksuele geaardheid en/of genderidentiteit, bv. omdat mensen homoseksueel, lesbisch of transgender zijn, handicap, bv. wanneer mensen met een handicap bij gelijke bekwaamheid minder snel worden aangenomen.
Stadsenquête Leiden 2013
169
WELZIJN EN ZORG
Grafiek 26.1b Percentage van de bewoners, dat denkt dat discriminatie soms of vaak voorkomt, 2011 en 2013 71%
afkomst 57%
religie leeftijd
56%
geaardheid
56% 2013
53%
handicap
2011
44%
sekse 0%
25%
50%
75%
100%
Om te kunnen beoordelen of homoseksuelen of lesbiennes discriminatie op basis van de seksuele 11 geaardheid anders ervaren, is gevraagd naar de seksuele voorkeur . Van de Leidenaren met een voorkeur voor een relatie met iemand van dezelfde sekse of een biseksuele voorkeur, denkt 68% dat discriminatie op basis van seksuele geaardheid soms tot vaak voorkomt. Dit is nog wel een hoger percentage dan van de heteroseksuelen (56%), maar het verschil is niet langer statistisch significant. Dat was wel het geval in de meting van 2011 toen de percentages respectievelijk 76% en 47% bedroegen.
26.2
Discriminatie in Leiden: eigen ervaringen
Net als in 2011 (14%) is één op de zeven Leidenaren (13%) zelf wel eens gediscrimineerd op één of meer van de genoemde kenmerken. Daarbij komen discriminatie op basis van afkomst (5%), leeftijd (4%) en geaardheid (3%) iets meer voor dan de andere vormen van discriminatie (1%-2%). Bewoners die om een andere reden zijn gediscrimineerd, geven onder andere aan dat het uiterlijk (bijv. overgewicht) daarvoor de aanleiding was. Eén op de vijf (20%) Leidenaren kent iemand in zijn/haar directe omgeving die wel eens is gediscrimineerd op minimaal een van de genoemde kenmerken, variërend van 6% op basis van sekse tot 12% op basis van afkomst. De cijfers lijken sterk op die van 2011. Discriminatie op basis van afkomst wordt duidelijk meer gevoeld door Leidenaren met een nietwesterse achtergrond (27%) en door westerse allochtonen (13%), dan door autochtonen (1%). Ook discriminatie op basis van religie wordt vaker gevoeld door niet-westerse allochtonen (11% tegenover 1% van de autochtone Leidenaren). Discriminatie op basis van sekse komt vaker voor bij vrouwen (4%) dan bij mannen (1%). Discriminatie op basis van seksuele geaardheid speelt vrijwel alleen bij Leidenaren met een homoseksuele, lesbische of bi-relatie, van hen zegt 40% soms of vaak te zijn gediscrimineerd.
11
Van de respondenten geeft 8% de voorkeur aan een homoseksuele, lesbische of bi-relatie, 83% een heterorelatie en 9% wil geen relatie of heeft geen antwoord gegeven. Deze cijfers zijn nagenoeg gelijk aan die van 2011.
170
Stadsenquête Leiden 2013
WELZIJN EN ZORG
Grafiek 26.2a Vormen van discriminatie die men zelf of in de naaste omgeving heeft ondervonden, in procenten 13%
totaal
20%
5%
afkomst
12% 4%
leeftijd
9% 3%
geaardheid
9%
religie
2%
sekse
2%
8%
zelf iemand uit de directe omgeving
6% 1%
handicap
7% 1% 2%
anders 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Discriminatie komt op veel plaatsen of bij veel gelegenheden voor. De meeste Leidenaren die ooit zijn gediscrimineerd of iemand in de directe omgeving kennen die dit heeft meegemaakt, geven aan dat dit vooral op straat (54%), maar ook in de eigen wijk of buurt (24%) plaatsvindt. Daarnaast wordt met name gediscrimineerd bij het vinden van een baan (33%), tijdens het uitgaan (32%), op school (20%) of op het werk (19%). In vergelijking met 2011 noemt men minder vaak discriminatie bij het verkrijgen van werk.
Grafiek 26.2b Plaatsen waar discriminatie plaatsvindt, in procenten van Leidenaren die zelf of indirect met discriminatie te maken hebben gehad, 2011-2013 54%
op straat 33%
bij het verkrijgen van banen
32%
bij het uitgaan 24%
in de wijk / buurt
20%
op school
19%
tijdens het werk
2013
9%
in de discotheek
2011
7%
tijdens het sporten
6%
op stageplaats
3%
in de kerk
5%
elders 0%
25%
50%
75%
100%
Op de vraag op welke manier men is gediscrimineerd, geeft net als in 2011 de helft aan te zijn uitgescholden. Een kwart heeft te maken gehad met werk dat is geweigerd (in 2011 was dat nog 38%) of met intimidatie. Daarnaast zegt 18% te zijn gepest. Dat was in 2011 nog 26%. Circa 12% werd niet binnengelaten en 6% werd uitgesloten van een dienst of voorziening.
Stadsenquête Leiden 2013
171
WELZIJN EN ZORG
Grafiek 26.2c
Wijze waarop discriminatie plaatsvindt, in procenten van Leidenaren die zelf of indirect met discriminatie te maken hebben gehad, 2011-2013 (meer antwoorden mogelijk) 50%
uitgescholden 24%
werk geweigerd
23%
intimidatie
18%
gepest
2013
12%
geweigerd binnen te laten
2011
6%
uitgesloten van een dienst of voorziening
11%
overig 0%
25%
50%
75%
100%
26.3 Melden van discriminatie Ruim een derde (36%) van de Leidenaren weet waar men een klacht over discriminatie kan melden. Bewoners die hiervan op de hoogte zijn, wenden zich vooral tot Bureau Discriminatiezaken. De overige bewoners gaan vaak naar de politie. Vergeleken met 2011 zouden iets minder Leidenaren met klachten over discriminatie naar Bureau Discriminatiezaken gaan.
Grafiek 26.3a Bekendheid met een instantie om discriminatie te melden en instantie waar Leidenaren naartoe gaan, in procenten, 2011-2013 36%
weet waar men discriminatie moet melden
18%
Bureau Discriminatiezaken
16%
politie
2013 2011
7%
gemeente 2%
Meldpunt Discriminatie
4%
overig 0%
25%
50%
75%
100%
Vervolgens is gevraagd of men vóór de enquête wist van het bestaan van Bureau Discriminatiezaken. Op deze vraag geeft één op de zes (16%) bewoners aan dit bureau voor de enquête al te kennen en dat is minder dan in 2011 (25%). Bewoners die Bureau Discriminatiezaken kennen, weten dit vooral uit de krant (23%), de media in het algemeen (17%) lokale kranten / weekbladen (10%), maar ook het werk (11%) speelt hierbij een rol. Daarnaast zegt 20% meer in het algemeen iets gelezen of gehoord te hebben over het Bureau Discriminatiezaken. Opmerkelijk is overigens dat 18% een eventueel voorval zou melden bij Bureau Discriminatiezaken, terwijl maar 16% aangeeft Bureau Discriminatiezaken te kennen (vóórdat de enquête plaats vond). Dit kan worden verklaard doordat een klein aantal respondenten bij de eerste vraag heeft aangegeven dat men een eventueel voorval zou melden bij Bureau Discriminatiezaken, terwijl men bij de tweede vraag heeft aangegeven niet bekend te zijn met het Bureau Discriminatiezaken (vóór de enquête).
172
Stadsenquête Leiden 2013
WELZIJN EN ZORG
Grafiek 26.3b Wijze waarop Leidenaren weten van het Bureau Discriminatie, in procenten, 2011-2013 23%
krant
20%
gelezen / gehoord
17%
media 11%
werk
10%
lokale krant / weekblad 6%
internet
4%
reclame
2013
3%
via via
2011
2%
gemeente
7%
weet ik niet meer
4%
overig 0%
25%
50%
75%
100%
Ruim de helft van de bewoners denkt nooit contact te zullen opnemen met dit bureau. Dat was in 2011 ook zo. De overige bewoners gaan ervan uit dat dit misschien wel eens zal gebeuren (42%) en dan denkt men daarbij vooral aan de website (25%). Circa 15% denkt te gaan bellen, 7% verwacht een bezoek te gaan brengen aan het bureau.
Grafiek 26.3c Mogelijk contact met het Bureau Discriminatie, in procenten, 2011-2013 58%
waarschijnlijk nooit contact
25%
misschien via de website
2013
15%
misschien telefonisch
2011
7%
misschien door een bezoek 0%
25%
50%
75%
100%
26.4 Mening over homoseksualiteit De gemeente Leiden wil weten hoe de Leidenaren denken over homoseksualiteit. In het algemeen lijken Leidenaren heel tolerant ten aanzien van homoseksualiteit. Zo vinden vrijwel alle Leidenaren (92%) dat homoseksuele mannen en lesbische vrouwen hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen. Een bijna even groot aandeel (88%) heeft er geen probleem mee om in een ziekenhuis door een homoseksuele arts te worden geholpen en ook maakt het 85% van de Leidenaren niet uit als hun kind les zou krijgen van een homoseksuele leraar of lesbische lerares. Iets meer dan vier op de vijf Leidenaren (82%) staan bovendien open voor een gesprek met kinderen of jongeren in hun omgeving over hun geaardheid. Daarnaast is bijna driekwart (73%) van mening dat homoseksuele paren bij het adopteren van kinderen dezelfde rechten moeten hebben als heterogene paren. Over het hand in hand lopen van mannen, lopen de meningen het meest uiteen: ruim de helft (59%) van de Leidenaren heeft hier niet méér moeite mee dan wanneer een man en een vrouw hand in hand lopen, maar 17% heeft hier wel méér moeite mee. De uitkomsten wijken nauwelijks af van die van 2011.
Stadsenquête Leiden 2013
173
WELZIJN EN ZORG
Grafiek 26.4a Percentage bewoners die positief oordelen over verschillende stellingen over omgaan met homoseksualiteit, 2011-2013 92%
Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen moeten hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen
88%
Als ik naar het ziekenhuis moet, maakt het mij niet uit als ik door een homoseksuel arts wordt geholpen
85%
Ik zou het geen probleem vinden als mijn kind op school les krijgt van een homoseksuele leraar of lesbische lerares
82%
Ik sta open voor een gesprek met kinderen / jongeren in mijn omgeving over hun geaardheid 73%
Homoseksuele paren moeten dezelfde rechten hebben als heterogene paren bij het adopteren van kinderen
2013
Als ik een man en een vrouw hand in hand zie lopen, heb ik daar minder moeite mee dan wanneer ik twee mannen hand in hand zie lopen
59%
0%
25%
50%
2011
75%
100%
Lager opgeleiden en niet-westerse allochtonen staan minder open voor homoseksualiteit dan gemiddeld. Naar leeftijd en sekse verschilt het niet. Dat geldt voor vrijwel alle stellingen. In het algemeen zijn Leidenaren met een voorkeur voor een homofiele, lesbische of biseksuele relatie iets positiever dan gemiddeld over de stellingen, maar die verschillen zijn niet statistisch significant.
Grafiek 26.4b Aandeel Leidenaren met een positieve houding ten opzichte van de stellingen, naar seksuele voorkeur 92% 94%
Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen moeten hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen Als ik naar het ziekenhuis moet, maakt het mij niet uit als ik door een homoseksuel arts wordt geholpen
88% 88%
Ik zou het geen probleem vinden als mijn kind op school les krijgt van een homoseksuele leraar of lesbische lerares
84% 91% 83% 79%
Ik sta open voor een gesprek met kinderen / jongeren in mijn omgeving over hun geaardheid
73%
Homoseksuele paren moeten dezelfde rechten hebben als heterogene paren bij het adopteren van kinderen
81%
Als ik een man en een vrouw hand in hand zie lopen, heb ik daar minder moeite mee dan wanneer ik twee mannen hand in hand zie lopen
58% 66% 0%
25% heterorelatie
174
50%
75%
100%
homo- of biseksuele relatie
Stadsenquête Leiden 2013