GODSDIENST - SINT-NICOLAAS INSPIREERT… Praktijkboek Media VVKBaO 2013-05-01 Doelgroep:
L6
Leergebied:
Godsdienst
Leerplandoelen: UD
Dieper ingaan op het levensverhaal van een christen uit de geschiedenis (uit ‘Wat maakt mij gelukkig? Wie wil ik worden?’)
KD
Mensen leren kennen uit de geschiedenis van de kerk die ingegaan zijn op het roepen van mensen in grenssituaties (uit ‘Grenzen van het leven’)
UD
Zien dat de waarden waarnaar bepaalde heiligen leefden, ook nu belangrijk zijn (uit ‘Liturgisch en pastoraal jaar’)
KD
Ontdekken dat zich geven aan een ander de basis is van goede relaties (uit ‘Verantwoordelijkheid en engagement’)
Mediadoelen: ME2.1
Inzien dat de informatie uit media vaak een subjectieve weergave van de werkelijkheid is.
ME2.4
Mediaboodschappen kritisch beoordelen naar inhoud, vorm of gebruik.
Didactische werkvormen en leeractiviteiten: Basisidee/ onderzoeksvraag/levensvraag : Laat jij je inspireren tot een belangeloze inzet? Beginsituatie: Op school wordt er aandacht gegeven aan het feest van Sinterklaas. Heel wat klassen leven toe naar zijn bezoek: vaak een dag met ‘alternatieve’ activiteiten. Ondanks het feit dat leerlingen in het zesde leerjaar niet meer in de ‘goedheilige’ geloven, werken we met hen rond waarover het hem in wezen om gaat. We nodigen ze vervolgens uit om die dag de begeleiding van de klassen met jongere leerlingen te ondersteunen. Deze lesinhoud kan ook terug opgeroepen worden in de advent bij het kennismaken met/werken rond de solidariteitscampagne van Welzijnszorg 1. Introductie
Godsdienst - Sint-Nicolaas inspireert, 2013-05-01
1
Sta a.d.h.v. een kalender stil bij de (start van de) advent, het Sinterklaasfeest, Kerstmis. Kondig aan dat je deze les wil onderzoeken of/hoe de kinderen die drukke periode op school op een intense manier willen/kunnen beleven. Toon twee afbeeldingen van de Sint: een icoon en een tekening van een Sint met dollartekenogen. (Zie einde document) Bied ruimte om kort spontaan te reageren. Laat in duo’s brainstormen over wat de prenten oproepen. Verzamel alle ideeën zonder verdere toelichting bij de respectievelijke tekeningen op het bord. Sluit de lesinstap af met de uitnodiging om verder te kijken dan wat nu verzameld werd en om te onderzoeken waarvoor Sint-Nicolaas eigenlijk staat, ook al geloven ze niet meer in de Sint (omdat ze vinden dat ze er te oud voor zijn) of al hebben ze nooit in hem geloofd. 2. Verdere verkenning van de figuur van Sint-Nicolaas Vertel dat je de klas in kleine groepjes aan het werk zet. Elke groep zoekt informatie op ofwel over de ‘historische’ ofwel over de ‘legendarische’ figuur. Verduidelijk hierbij dat enkele groepen op zoek gaan naar informatie die door onderzoek verzameld is en de andere naar informatie die via verhalen overgeleverd werd. Dit zijn twee verschillende soorten ‘waarheid’. Doe dit alles a.d.h.v. twee afbeeldingen: een compilatie van enkele portretten op iconen (zoals men de heilige voorstelde) aangevuld met een robotfoto opgesteld na een wetenschappelijke studie van de beenderen van de heilige (afb. 1) en een interactieve afbeelding waarop allerlei legendes uitgetekend werden (afb. 2)
Afbeelding 1: De historische Sint-Nicolaas http://www.stnicholascenter.org (link: real face)
Godsdienst - Sint-Nicolaas inspireert, 2013-05-01
2
Afbeelding 2: De legendarische Sint-Nicolaas http://www.sint-nicholascenter.org (interactive story painting) Laat de kinderen van de eerste groepjes het beeld op de aangegeven website opzoeken. Via een knop bovenaan de pagina krijgen ze een (slechte) vertaling van de informatie. Vraag om op diverse websites betekenisvolle ‘feiten’ over Sint-Nicolaas te verzamelen. Laat hen eerst opzoeken, alles bij elkaar leggen en ten slotte afspreken welke elementen ze willen voorstellen in een ppt met tekst en foto’s. Geef de kinderen van de tweede groep een afdruk van een legende: de drie studenten, de drie dochters, de storm. Vraag hen na het lezen van de tekst om via google telkens een bijhorend kunstwerk (dat zij mooi vinden) te zoeken, het verhaal op de interactieve plaat terug te situeren, de link te zoeken met de huidige tradities rond Sinterklaas (mandarijnen, geschenken, kinderfeest, boot,…)en tenslotte met elkaar te overleggen wat de legende wil meegeven over Sint-Nicolaas. In elke verhaal wordt verhaald hoe de heilige de nood van armen, zwakken, hulpbehoevenden ziet en zich aangesproken voelt om te handelen. Hij streeft hierbij het welzijn van de andere na. Laat beiden groepen hun opzoekwerk aan voorstellen. Bespreek de relatie tussen de ‘waarheden’ van beide groepen. 3. Op zoek naar de inspiratie Bespreek met de leerlingen wat mensen ‘in beweging zet’: andere mensen, een overtuiging, een opdracht,… Leg vanuit de voorgaande opdrachten de inspiratie van Sint-Nicolaas bloot: leven naar het voorbeeld van Christus. Een aantal legendes rond de heilige bevatten verwijzingen naar Bijbelverhalen over Jezus: vermenigvuldiging van het graan (broodvermenigvuldiging), redding van de
Godsdienst - Sint-Nicolaas inspireert, 2013-05-01
3
zeelui door het stillen van een storm (storm op het meer),… De ‘auteurs’ van de legendes maken hier verwijzingen naar de inspirator, die vaak niet meer als dusdanig herkend worden. Wat vinden de leerlingen van ‘de inzet’ van de Sint? Raken soortgelijke situaties hen nu ook nog? Zou geloven in de Sint ook begrepen kunnen worden als ‘handelen zoals hem’? Voor wie heeft dat ook te maken met wat/wie de Sint in beweging zet, de figuur van Jezus? Voor wie betekent het iets anders? 4. De cirkel rond maken Keer terug naar de icoon en de tekening van het begin van de les. Overloop welke elementen uit de brainstorm aan bod kwamen in het verdere verloop van de les. Wat wil de groep toevoegen aan het bordschema? Nodig de leerlingen uit om – in het voetspoor van Sint-Nicolaas - zich in te zetten voor een ongelooflijk feest voor de jongere leerlingen: zo werken zij mee aan het doorgeven van zijn verhaal. Nodig elke leerling uit om in een korte brief naar de Sint te reageren: niet met een heb-wens (tekening met dollarogen), wel met een doe-wens. Beluister enkele brieven. Laat hen dit net als vroeger ’s avonds in een schoen klaarzetten en geniet ’s morgens samen van een reactie/een wederwoord van …. Een inspirerende afsluiter: Na het sinterklaasfeest stelde een leerling aan de leraar de vraag of hij nu echt nog in Sinterklaas gelooft. 'Ja', zei de leerkracht, 'als ik terugkijk op de afgelopen weken, dan geloof ik in Sinterklaas. Samen met jullie heb ik enorm genoten van de hulp bij het organiseren van het feest in de klas, op de speelplaats en in de school; van de liedjes, de verrassingen, rijmpjes en surprises; de spanning, het hele feest met al het gedoe. Ik heb genoten. Ik hoop dat jullie dit feest nog vaak mogen vieren. Ik verheug me altijd weer op deze tijd'. Op deze manier wil de klas ook wel in Sinterklaas geloven, sterker nog, zo durven zij het ook!
Bronnen:
Leerplan, p. 189, 193, 217 en 229
Achtergrondinformatie:
http://www.stnicholascenter.org http://www.verhalenalmanak.nl (voor de legendes rond Sint-Nicolaas) http://www.kuleuven.be/thomas/page/hoor-wie-klopt-daarkinderen/ :Achtergrondinformatie voor de leerkracht in de ‘In de kijker: Sinterklaas in levensbeschouwelijk perspectief’
Godsdienst - Sint-Nicolaas inspireert, 2013-05-01
4
Icoon Sint-Nicolaas
Godsdienst - Sint-Nicolaas inspireert, 2013-05-01
5
Sinterklaas commercieel
Godsdienst - Sint-Nicolaas inspireert, 2013-05-01
6