Gluren bij de buren Den Haag Het Landelijk Steunpunt organiseert in de maanden maart en april zes bijeenkomsten van Gluren bij de buren. Tijdens Gluren bij de buren kunnen geïnteresseerden een kijkje nemen op twee brede scholen die op hun eigen manier succesvol zijn. Onlangs bracht het Landelijk Steunpunt een bezoek aan de Notenkraker en aan de Paschalisschool in Den Haag. Geschiedenis van de Notenkraker De Notenkraker is een relatief jonge school. Directeur Yvon Rouwhorst zegt: "We zijn hier in 2000 gestart als een MFA (red. multifunctionele accommodatie). In de wijk waren nog helemaal geen voorzieningen. En ook op school begonnen we met helemaal niets. Op een gegeven moment konden we wel naar de toilet, maar was er nog geen deur." Gemeentelijke herindeling De wijk waarin de Notenkraker is gevestigd behoorde tot voor kort tot Nootdorp. "Onze school zat in een buurt waar iedereen elkaar kende. Na de gemeentelijke herindeling in 2002 veranderde echter heel veel. Van een kleinschalig overleg kwamen wij in het ambtenarenapparaat van de gemeente Den Haag terecht. Den Haag richtte zich in die periode voornamelijk op scholen in de stad. De gemeente was helemaal niet bezig met brede scholen in de buitenwijken. Dat was voor ons wel een moeilijke periode." Begin samenwerking In 2006 ging De Notenkraker deelnemen aan de pilot brede school. Een jaar later, toen de motie Van Aartsen/Bos werd doorgevoerd, ging de school samenwerken met partners uit de wijk. Daaronder waren kinderopvangorganisatie Kern, de culturele instelling School of Art, welzijnsvereniging Voor Welzijn en wijkvereniging De Morgenweide. Rouwhorst zegt: “Bovendien kregen wij 500.000 euro verbouwingssubsidie. Daar hebben we twee extra groepslokalen van kunnen realiseren. Deze lokalen worden overdag door de school gebruikt en ’s avonds zijn ze van de buitenschoolse opvang.” Een andere opvallende manier van samenwerken is de uitwisseling van personeel. “Mensen die bij ons in dienst zijn worden gedetacheerd bij de kinderopvang. Verder hebben we op De Notenkraker een brede school coördinator, een sportcoördinator en combinatiefunctionarissen.”
Overblijven Op de Notenkraker blijft een groot deel van de kinderen op school om tussen de middag wat te eten. “Op deze locatie hebben we zo’n vierhonderd kinderen in de groepen één tot en met
zes. Ik denk dat ongeveer 95 procent van deze kinderen overblijft. Op de andere locatie, waar we nog vijf groepen zeven en acht hebben ligt dat rond de zestig procent.” Aula De aula van De Notenkraker wordt niet alleen door de school, maar ook door clubjes en verenigingen uit de wijk gebruikt. “We hebben soms grote groepen mensen in de school. We hebben hier een klaverjasvereniging, een bingoclub, een linedance-groep en op zaterdag krijgen driehonderd mensen Chinese les. En op zondag is de school een soort kerk. Ik vind het hartstikke leuk dat wij als school onderdeel kunnen zijn van een gebouw waar mensen het gezellig hebben.” Overigens moeten de organisaties die de ruimte delen wel goede afspraken maken over een aantal praktische zaken. “Wij moesten nadenken over de kast, de kapstok en de koelkast. Maar als je daar goede afspraken over maakt, is dat probleem zo uit de wereld. Wij spreken elkaar eens in de zoveel tijd tijdens een gebruikersoverleg.”
IKC-ontwikkeling In 2010 sprak DHS (De Haagse Scholen) de intentie uit om van De Notenkraker een IKC te maken. “Er was een hoge ambitie: één organisatie, één bestuur en één geldstroom.” Om betrokkenen in te lichten over het integrale kindcentrum, werd op De Notenkraker een IKCdag georganiseerd. “Ik had alle teams uitgenodigd voor deze IKC-dag. Ik wilde dat ze elkaar beter gingen leren kennen. We hadden hier immers allerlei verschillende regeltjes. ’s Ochtends, op school, moesten kinderen bijvoorbeeld vragen of ze naar de wc mochten en ’s middags, op de bso, konden ze gewoon gaan. Tijdens de IKC-dag werden vier werkgroepjes gemaakt, waarin onder andere het personeelsbeleid, de organisatie, het aanbod (arrangementen) en de financiën werden besproken.” Stagnatie in samenwerking Hoewel de IKC-dag een succes was, bleek het plan om van De Notenkraker een IKC te maken toch wat te ambitieus. “Er kwam een stagnatie in de samenwerking. De organisaties merkten dat ze voor de vorming van het integraal kindcentrum een deel van hun eigenheid zouden verliezen. Hoewel de besturen bij de planvorming van het IKC nog heel enthousiast waren, bleek na een jaar dat ze een stuk terughoudender waren. Daarom hebben we een doorstart gemaakt op een ander level. We blijven intensief samenwerken, maar organisaties hoeven niet bang te zijn hun eigenheid kwijt te raken. Het integraal kindcentrum is nu een stip op de horizon, waar we langzaam naartoe werken.” Op naar een succesvolle IKC
“Om van de Notenkraker een succesvolle IKC te maken, zijn we van een aantal factoren afhankelijk: continuïteit van beleid en financiën, ondernemingsvrijheid, de VVE-status, flexibele inzet van het personeel en we moeten de beschikbaarheid houden over onze school aan het Eksterhof. En als we dan goed gaan samenwerken met andere organisaties krijgen we vanzelf betere resultaten. Daarnaast moeten we het aanbod afstemmen op de kinderen, ouders arrangementen laten kiezen, het pand optimaal gebruiken en het personeel en middelen flexibel inzetten. Dan krijg je vanzelf een succesvolle IKC. Ik ga er vanuit dat we nog voor mijn pensioen over de hele linie samenwerken. Als er urgentie is, kunnen we bergen verzetten.”
Paschalisschool De Paschalisschool is de tweede brede school in Den Haag die onderdeel is van Gluren bij de buren. Op deze school, die in het centrum van de stad ligt, geven Margo van Holthe, adjunctdirecteur van de Paschalisschool, en Mirjam Dijkstra van kinderopvangorganisatie Triodus een rondleiding. Gebouw Margo van Holthe begint de rondleiding bij het hek van het plein. “Ons gebouw heeft de vorm van een H. Over het algemeen kun je zeggen dat de school in het linkergebouw zit en de kinderopvang in het rechtergebouw. Deze verdeling gaat echter niet helemaal op. De school heeft in het gebouw van de kinderopvang namelijk ook twee lokalen, voor de bovenbouw. Bovendien maken wij veelvuldig gebruik van elkaars gebouwen en lokalen.” Plein De school en de kinderopvang zijn met elkaar verbonden door een loopbrug. En tussen de twee gebouwen ligt het schoolplein. “We hebben veel kinderen op school. We kunnen niet alle kinderen op het plein laten buitenspelen. Ten eerste hebben we daar niet genoeg ruimte voor en ten tweede geeft het buitenspelen best veel herrie in de klassen.” Geschiedenis van de Paschalisschool “De Paschalisschool is een hele oude school,” zegt Van Holthe. “De school is in 1923 opgericht. Toen was er nog gescheiden onderwijs voor jongens en meisjes. In de jaren negentig groeide de school enorm. Er werden tijdelijke lokalen geplaatst. In 2004 kregen we een nieuw pand. In dit nieuwe gebouw moest de school gaan samenwerken met kinderopvangorganisatie Triodus. Er werd besloten dat het pand openheid en transparantie moest uitstralen. Verder werd besloten dat de oude kastanjeboom, die al jaren op het plein stond, behouden moest blijven. De boom is helaas vorig jaar bezweken onder een ziekte. We hebben nu een rode beuk.”
450 leerlingen De Paschalisschool heeft 450 leerlingen. “We hebben in totaal zeventien groepen. Vijf groepen één en twee. Daarnaast hebben we twee groepen van drie tot en met acht. De school wil overigens niet verder groeien. We zitten helemaal vol.” Begin samenwerking
In 2004 betrokken de Paschalisschool en de kinderopvangorganisatie samen het pand. Er was echter nog geen sprake van samenwerking. “Het was wij en zij van de overkant,” zegt Van Holthe. Dijkstra vult aan: “Maar we zijn daarna beter gaan samenwerken. We hebben een keer samen het Zomerfeest georganiseerd en dat smaakte naar meer. De gemeente bood ons de ruimte om meer en beter te gaan samenwerken en die mogelijkheid hebben wij met beide handen aangegrepen.” Werkgroepen Om de samenwerking in goede banen te leiden, werden vier werkgroepjes opgericht. Van Holthe zegt: “De eerste groep hield zich bezig met het pedagogische klimaat en de doorgaande lijn. Zij dachten na over gezamenlijke regels, zoals niet rennen door de gangen, en bespraken ervaringen met moeilijk lerende kinderen. De tweede groep richtte zich op de professionalisering van de tussenschoolse opvang. Bij ons blijft trouwens 99 procent van de kinderen over. De derde groep had de eliminatie van de wachtlijst als doel. Wij hadden in die tijd een lange wachtlijst. Zij hebben de capaciteit vergroot door slim gebruik te maken van ruimtes. De laatste werkgroep richtte zich op het inzetten van combinatiefunctionarissen. gymleraar van de school doet bijvoorbeeld mee met de bso-activiteiten.”
Pilot De werkgroepen werden als pilot bij elkaar gebracht, maar al snel bleven de werkgroepen elkaar opzoeken. Van Holthe: “De radertjes gingen al snel in elkaar lopen. En de werkgroepen gingen ook met elkaar samenwerken. En dat is maar goed ook, het is namelijk heel belangrijk om elkaar goed te kennen. Dat hebben we overigens wel bereikt nu. Iedereen kent elkaar. En er is geen gevoel van wij en zij van de overkant meer.” Delen van ruimtes Waar de Paschalisschool en kinderopvangorganisatie Triodus in uitblinken is het gebruik van elkaars ruimten. Dijkstra: “Dat is bij ons een vanzelfsprekendheid geworden. Een voorbeeld van de ruimte die we allebei gebruiken is het handenarbeidlokaal van de school. Tijdens schooltijd worden hier handenarbeidlessen gegeven, maar met de bso kunnen we er ook gebruik van maken. We hebben wel een aantal aanpassingen moeten doen omdat de regels voor scholen en opvang verschillen als het aankomt op het gebruik van ruimtes.” Uitwisselen personeel Daarnaast wisselen de Paschalisschool en Triodus veelvuldig personeel uit. Van Holthe: “Onze ICT-meneer werkt voor de school, maar hij helpt ook mee op de bso. De school neemt
de kosten echter voor zijn rekening.” Van Holthe stelt dat de Paschalisschool hier geen probleem van maakt.