Gezondheid in beeld: Gemeente Laarbeek
Gezondheidsmonitor 2012/2013 www.regionaalkompas.nl
Inleiding Eind 2012 zijn de Volwassenenmonitor en Ouderenmonitor tegelijkertijd verzonden naar ongeveer 44.000 volwassenen (19 tot en met 64 jaar) en bijna 26.000 ouderen (65 jaar en ouder) in de regio Zuidoost-Brabant. Dit is inclusief de ophoging van de steekproef in Eindhoven met ruim 8.500 vragenlijsten. Volwassenenmonitor In de gemeente Laarbeek hebben 933 volwassenen de vragenlijst ontvangen. 459 van hen deden mee aan het onderzoek, daarmee bedroeg de respons 49%. In de hele regio Zuidoost-Brabant was de respons voor de groep volwassenen 41%. In de gemeente Laarbeek wonen 13.038 volwassenen van 19 tot en met 64 jaar. Voor Laarbeek komt elke 1% dus overeen met 130 volwassenen. Ouderenmonitor Van alle 3.554 inwoners van 65+ uit de gemeente Laarbeek hebben 690 ouderen de vragenlijst ontvangen. 59% van hen vulde deze vragenlijst in, dit komt neer op 409 ouderen. Voor de hele regio Zuidoost-Brabant was de respons onder ouderen ook 59%. In deze rapportage komt elke 1% overeen met 36 ouderen. In dit boekje worden kort enkele belangrijke en actuele resultaten uit beide monitors voor uw gemeente toegelicht. Met name de relevante verschillen tussen uw gemeente en de regio en (mogelijke) trends worden belicht. Deze resultaten worden beschreven voor de volgende acht thema’s:
Gezondheid en welbevinden Leefstijl Leefomgeving en leefbaarheid Zelfredzaamheid
Zorg en hulp Participatie Eenzaamheid Armoede en sociale uitsluiting
De resultaten van de monitors zijn tevens gebundeld in een tabellenboek per gemeente. Resultaten uitgewerkt naar achtergrondkenmerken zijn gebundeld in een regio tabellenboek. Deze tabellenboeken kunt u raadplegen via www.ggdgezondheidsatlas.nl of www.regionaalkompas.nl.
Rapportage gemeente Laarbeek
2
Gezondheid en welbevinden Meerderheid van de inwoners is positief over de eigen gezondheid Net als in de regio ervaart 84% van de volwassenen en 58% van de ouderen in Laarbeek zijn of haar gezondheid als (zeer) goed. Zevenendertig procent van de volwassenen en 79% van de ouderen heeft één of meer chronische aandoeningen. Een hoge bloeddruk is zowel onder volwassenen als onder ouderen de meest voorkomende chronische aandoening (respectievelijk 11% en 41%). Chronische aandoeningen die daarnaast veel voorkomen onder 65-plussers in Laarbeek zijn gewrichtsslijtage van de heupen of knieën (21%) en diabetes (16%). Volwassenen voelen zich psychisch gezonder… Iemand die zich psychisch ongezond voelt, is onder andere vaker zenuwachtig, somber en neerslachtig en minder vaak gelukkig. Dertien procent van de volwassenen in Laarbeek voelt zich psychisch ongezond. Deze groep is kleiner dan gemiddeld in de regio waar 20% zich psychisch ongezond voelt. In de regio is een toename te zien van het aantal volwassenen dat zich psychisch ongezond voelt (17% in 2009 versus 20% in 2012). In Laarbeek zien we deze toename niet. In Laarbeek geven ook meer volwassenen aan zich (erg) gelukkig te voelen (85% versus 79%). Van de ouderen voelt, vergelijkbaar met de regio, 18% zich psychisch ongezond. ...en ook het risico op psychiatrische aandoeningen is lager Van de volwassenen in Laarbeek heeft 35% een matig tot hoog risico op een angststoornis of depressie. Ook deze groep is kleiner dan gemiddeld in de regio (41%). Maar zowel in Laarbeek als in de regio is de laatste jaren wel een stijging te zien; deze stijging is echter alleen significant op regioniveau. Verder heeft 3% een hoog risico op een angststoornis of depressie. Van de ouderen in Laarbeek heeft 41% een matig tot hoog risico op een psychiatrische aandoening. Vier procent heeft een hoog risico. Rapportage gemeente Laarbeek
3
Leefstijl Minder softdrugsgebruik Zestien procent van de volwassenen heeft wel eens softdrugs gebruikt; dit is lager dan het regiopercentage van 22%. Zowel in Zuidoost-Brabant als in Laarbeek zien we wel een kleine toename in het softdrugsgebruik sinds 2009, deze toename is echter alleen significant in de regio. Van de volwassenen in Laarbeek rookt 22% en is 3% zware roker. Van de ouderen rookt 11% en is 2% zware roker. Bijna één op de tien inwoners drinkt overmatig In Laarbeek drinkt 89% van de volwassenen en 76% van de ouderen alcohol. In de regio zien we sinds 2009 onder de volwassenen een kleine afname in het alcoholgebruik en onder ouderen juist een kleine toename. In Laarbeek zijn deze cijfers gelijk gebleven. Overmatig alcoholgebruik (mannen >21 glazen per week; vrouwen >14 glazen per week) komt voor bij 9% van de volwassenen en ouderen. In de regio is het percentage overmatige drinkers bij volwassenen afgenomen van 13% naar 9%. In Laarbeek is deze trend ook zichtbaar maar niet significant. Er is geen algemeen veilige norm voor verantwoord alcoholgebruik. Men spreekt liever van aanvaardbaar alcoholgebruik. Dit houdt voor mannen in: maximaal 10 glazen per week, maximaal 2 glazen per dag en maximaal 5 drinkdagen per week. Voor vrouwen gelden de maxima van 5 glazen per week, 1 glas per dag en 5 drinkdagen per week. In Laarbeek voldoet ongeveer 70% van de volwassen en de helft van de ouderen niet aan deze norm. In de regio is het percentage volwassenen dat niet voldoet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik afgenomen; in Laarbeek is deze trend niet zichtbaar.
Rapportage gemeente Laarbeek
4
Meer dan de helft van de inwoners is te zwaar… Net als in voorgaande jaren is 49% van de volwassenen in de gemeente te zwaar en heeft 13% last van ernstig overgewicht/obesitas. Bij de ouderen heeft eveneens een grote groep overgewicht, namelijk 64%. Obesitas is ook een groot probleem, dit komt voor bij ongeveer één op de vijf ouderen. ….maar het merendeel voldoet wel aan de Norm Gezond Bewegen De Nederlandse Norm Gezond Bewegen ligt op minstens vijf dagen per week een half uur matig intensieve lichaamsbeweging. In Laarbeek voldoet bijna zeven op de tien inwoners van 19 jaar en ouder aan deze beweegnorm. Regionaal is sinds 2009 zowel bij de volwassenen als ouderen een toename te zien. Ook in Laarbeek lijken met name de volwassenen, maar ook de ouderen, vaker te voldoen aan deze norm dan in 2009. De toename is echter niet statistisch significant. De Fitheidsnorm, drie maal per week minimaal 20 minuten zwaar intensief bewegen, wordt minder vaak behaald. Een kwart van de volwassenen en 45% van de ouderen voldoet aan deze norm. Te weinig tijd, lichamelijke beperkingen en desinteresse van invloed op beweging Eén op de drie volwassenen denkt niet voldoende te bewegen. De meeste bewegen niet voldoende omdat zij te weinig tijd hebben (18%) of geen interesse meer hebben (8%). Van de 65-plussers denkt bijna 30% procent dat ze niet voldoende bewegen. Meest genoemde redenen zijn een lichamelijke beperking (13%), gevolgd door desinteresse (7%).
Rapportage gemeente Laarbeek
5
Leefomgeving en leefbaarheid Volwassenen hebben minder last van geluidshinder… In Laarbeek wordt 11% van de volwassenen ernstig gehinderd door geluid; in de regio is dat 16%. De inwoners ervaren de meeste geluidshinder van buren (5%), verkeer op wegen waar je niet harder mag dan 50 km/uur (3%) en brommers/scooters (2%.) Maar de geluidshinder door brommers/scooters is wel lager dan op regioniveau (5%). Het percentage volwassenen dat gehinderd wordt door geur bedraagt 7%. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn stallen met vee (2%), een openhaard, allesbrander of andere houtkachel (2%) en landbouw- en veeteeltactiviteiten (2%).
…en zijn minder bezorgd
over
invloed omgeving op de gezondheid Over het algemeen zijn de volwassenen in Laarbeek minder bezorgd over de invloed van de omgeving op de gezondheid (9% versus 14% in de regio). Maar dit geldt niet voor de invloed van akker- en tuinbouw in de buurt (3% versus 1%). Meer inwoners geven een voldoende voor de eigen buurt De groep 19- tot en met 64-jarigen in Laarbeek geven vaker een voldoende als rapportcijfer voor de eigen buurt (95% versus 91% in de regio). Ook zijn ze vaker tevreden over de betrokkenheid in de buurt (68% versus 57% in de regio). Daarentegen vinden minder volwassenen dat de gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken (25% versus 31% in de regio). Zowel in de regio als in Laarbeek waren de inwoners in 2009 meer tevreden over deze taak, maar op gemeenteniveau is dit verschil niet significant. Gevoel van veiligheid is groter dan in regio De volwassenen in Laarbeek voelen zich vaker overdag of ‘s avonds/ ’s nachts veilig (85% versus 77% in de regio). Bij de ouderen voelt ook de meerderheid (87%) zich overdag of ‘s avonds/’s nachts veilig. Bij de ouderen is er zowel in de regio als in de gemeente sinds 2009 een toename te zien in gevoelens van veiligheid, deze toename is echter alleen significant in de regio. Rapportage gemeente Laarbeek
6
Zelfredzaamheid Ruim één op de vier 65-plussers is beperkt in bezigheden… Nu van mensen wordt verwacht dat ze zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen, wordt zelfredzaamheid steeds belangrijker. In Laarbeek is, vergelijkbaar met de regio, 16% van de volwassenen en 27% van de ouderen beperkt in het werk of andere bezigheden als gevolg van de lichamelijke gezondheid. Ouderen zijn vooral beperkt doordat zij slechter kunnen lopen (31%) en lichamelijk eerder moe zijn (29%). Dertien procent van de ouderen heeft grote moeite met of hulp nodig bij dagelijkse handelingen, zoals zichzelf wassen, eten en drinken en zichzelf verplaatsen. ...en bijna één op de vijf heeft weinig regie over eigen leven Negentien procent van de ouderen en 7% van de volwassenen heeft weinig regie over het eigen leven. Deze groep geeft onder andere aan zich vaak hulpeloos te voelen en weinig controle te hebben over hetgeen hen overkomt. Ook hebben zij het gevoel weinig te kunnen veranderen aan het eigen leven en de toekomst. In de regio is het aantal volwassenen dat weinig regie heeft sinds 2009 toegenomen; in Laarbeek is dit niet het geval. Bij de ouderen is zowel in de gemeente als in de regio een toename in eigen regie waarneembaar. Deze is echter alleen op regioniveau significant. Een kwart van de ouderen is kwetsbaar Iemand is kwetsbaar als hij of zij op lichamelijk, psychisch en/of sociaal gebied problemen ondervindt. Dit kunnen bijvoorbeeld problemen zijn met het geheugen (psychisch), gewichtsverlies (lichamelijk) of onvoldoende steun krijgen van anderen (sociaal). Vergelijkbaar met de regio is ongeveer een kwart van de ouderen in Laarbeek kwetsbaar. Men lijkt vaker psychisch kwetsbaar (26%), en minder vaak lichamelijk (16%) of sociaal kwetsbaar (15%). In de regio is het aantal kwetsbare ouderen de afgelopen jaren afgenomen. Deze trend is niet zichtbaar in Laarbeek.
Rapportage gemeente Laarbeek
7
Zorg en hulp Huisartsbezoek sinds 2009 fors toegenomen Meer dan de helft (56%) van de ouderen in Laarbeek heeft in de afgelopen 2 maanden de huisarts bezocht. In 2009 was dit nog 36%. Deze toename in huisartsbezoek is ook waarneembaar in de regio Zuidoost-Brabant. In Laarbeek is daarnaast te zien dat de ouderen ook in het afgelopen jaar vaker de huisarts bezochten (80% in 2009 versus 88% 2012), deze trend is niet aanwezig in de regio. Ouderen ontvangen vooral hulp van professionals… Meer dan een kwart van alle 65plussers ontvangt hulp in verband met de gezondheid. Dit betreft vooral betaalde hulp (21%). Twaalf procent krijgt hulp van een mantelzorger en 2% van een vrijwilliger. Daarnaast geeft ruim de helft (55%) van de ouderen aan dat zij bij gezondheidsproblemen in de (nabije) toekomst kunnen rekenen op hulp van een huisgenoot. Eén op de zes verwacht helemaal geen hulp tot zijn/haar beschikking te hebben. Daarnaast is er ook een kleine groep (5%) die op dit moment behoefte heeft aan meer hulp in verband met zijn gezondheid. ...maar de groep die zorg krijgt van mantelzorger lijkt toe te nemen In de regio is het aandeel volwassenen én ouderen dat het afgelopen jaar mantelzorg heeft ontvangen ten opzichte van 2009 significant toegenomen. In Laarbeek zien we voor beide groepen ook een lichte, maar niet significante, stijging: voor volwassenen van 3% naar 5% en voor de ouderen van 10% naar 11%. De meeste ouderen ontvangen mantelzorg van hun (schoon)kinderen (8%). Meer ouderen kunnen vanuit woning gebruik maken van diensten Vergeleken met de regio, geven meer ouderen aan vanuit de eigen woning gebruik te kunnen maken van diensten zoals huishoudelijke hulp of een maaltijdservice (56% versus 46% in de regio). Dertien procent maakt ook Rapportage gemeente Laarbeek
8
daadwerkelijk gebruik van deze diensten, dit is vergelijkbaar met het regiogemiddelde. Vierenveertig procent geeft aan gebruik te kunnen maken van verpleging of verzorging op afroep (vanuit bejaarden-/verzorgingstehuis of dienstencentrum). Sinds 2009 is dit zowel in de gemeente als de regio toegenomen, maar deze toename is alleen op regioniveau significant. Aan de andere kant zien we dat de behoefte om gebruik te kunnen maken van verpleging/verzorging op afroep afneemt; ook deze afname is alleen op regioniveau significant. Gebruik van WMO-voorzieningen groter dan in regio Twaalf procent van de volwassenen en 11% van de ouderen heeft in het afgelopen jaar gebruik gemaakt van een WMO-voorziening. Deze percentages zijn duidelijk hoger dan de regiopercentages van 7%. Vergeleken met de regio, maken beide leeftijdsgroepen vaker gebruik van ondersteuning bij vrijwilligerswerk. De ouderen in Laarbeek weten over het algemeen goed waar men in de gemeente terecht kan voor vragen en informatie over WMO-voorzieningen (60% versus 49% in de regio). Er is echter ook een groep inwoners die behoefte heeft aan informatie over een WMO-voorziening, maar niet weten waar ze daarvoor moeten zijn. Dit geldt voor één op de negen ouderen. Ruim vier op de tien maken gebruik van welzijnsvoorzieningen Vier op de tien 65-plussers in Laarbeek maken wel eens gebruik van één of meerdere welzijnsvoorzieningen. Men maakt het meest gebruik van hulp bij administratieve/financiële activiteiten en recreatieve/culturele activiteiten. Meer dan gemiddeld in de regio, maken de ouderen in Laarbeek gebruik van hulp in en om het huis, verricht door een vrijwilliger (6% versus 3%). Bij ongeveer een kwart van de ouderen die nog geen welzijnsvoorzieningen gebruikt, bestaat wel de behoefte. Men heeft dan vooral behoefte aan een algemene gezondheidscheck (13%) en aan sport- of bewegingsactiviteiten (9%). Rapportage gemeente Laarbeek
9
Participatie Volwassenen verrichten vaker vrijwilligerswerk… Een derde van de Laarbeekse inwoners van 19 jaar en ouder verricht vrijwilligerswerk. De volwassenen in Laarbeek zijn wat dit betreft actiever dan hun leeftijdsgenoten uit de regio, gemiddeld verricht 28% vrijwilligerswerk. De door volwassenen meest genoemde redenen om geen vrijwilligerswerk te doen zijn ‘Ik kan er geen tijd voor vrijmaken’ en ‘Ik besteed mijn tijd liever aan andere zaken’. In de regio is het aantal vrijwilligers toegenomen sinds 2009; in Laarbeek lijkt deze trend alleen zichtbaar onder de groep volwassenen. …en nemen actief deel aan verenigingsleven Eenenzestig procent van de 19- tot en met 64-jarigen en 72% van de 65plussers is lid van een vereniging of club. Deze percentages liggen hoger dan in de regio (respectievelijk 53% en 60%). Ook zijn er in Laarbeek meer volwassenen lid van een sportvereniging of sportclub (44% versus 37% in de regio). Daarentegen is sinds 2009 zowel in de gemeente als in de regio een daling in lidmaatschap van een (sport)vereniging waarneembaar. Deze daling is echter alleen op regioniveau significant. Van alle ouderen is ook nog bijna 30% lid van een sportvereniging (regio 25%). Daarnaast zien we dat de Laarbeekse ouderen vaker deelnemen aan groepsbijeenkomsten en kerkelijke bijeenkomsten dan in de regio (68% versus 59% en 53% versus 44%). Maar het aantal ouderen dat naar kerkelijke bijeenkomsten gaat is zowel in de regio als in de gemeente sinds 2009 significant gedaald. Eén op de vijf geeft mantelzorg aan naasten Ongeveer één op de vijf inwoners heeft het afgelopen jaar mantelzorg gegeven. Het aantal volwassenen én ouderen dat het afgelopen jaar mantelzorg heeft gegeven, is toegenomen ten opzichte van 2009. Deze toenames zijn echter alleen significant op regioniveau. Hetzelfde geldt voor de groep die momenteel mantelzorg geeft. Rapportage gemeente Laarbeek
10
Mantelzorg wordt met name gegeven in de vorm van huishoudelijk werk (huishouding en/of warme maaltijd), het bieden van gezelschap, troost en afleiding en begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, enz.). Ouderen geven vaker intensief mantelzorg Van de ouderen geeft 8% intensief mantelzorg, dit wil zeggen dat men langer dan 3 maanden en meer dan 8 uur per week mantelzorg geeft. Dit ligt hoger dan het regiogemiddelde (4%). Van de oudere mantelzorgers voelt 17% zich zwaar belast en 20% heeft behoefte aan meer praktische ondersteuning, met name in de vorm van informatie en advies. Vier procent van de volwassenen geeft momenteel intensief mantelzorg en van alle volwassen mantelzorgers voelt 13% zich zwaar belast.
Rapportage gemeente Laarbeek
11
Eenzaamheid Eenzaamheid groot probleem, ook onder volwassenen Vaak wordt gedacht dat eenzaamheid voornamelijk voorkomt bij ouderen. Dat het echter ook een probleem vormt onder 19- tot en met 64-jarigen blijkt uit het feit dat een derde uit deze leeftijdsgroep in Laarbeek eenzaam is. Bij 6% is sprake van (zeer) ernstige eenzaamheid. Regionaal is ernstige eenzaamheid toegenomen sinds 2009, van 7% naar 9%. In Laarbeek lijkt ook een stijgende trend zichtbaar, maar deze is niet statistisch significant. Sociale eenzaamheid lijkt af te nemen In de regio is het aantal volwassenen met sociale eenzaamheid afgenomen, in Laarbeek is eenzelfde, maar niet significante, trend zichtbaar. Sociale eenzaamheid houdt in dat men bij niemand terecht kan en niet veel mensen volledig kan vertrouwen. Emotionele eenzaamheid (ervaren van leegte ervaart of het missen van een goede vriend(in)) komt regionaal juist steeds vaker voor. In Laarbeek is het percentage hetzelfde gebleven. Eén op de tien ouderen is zeer ernstig eenzaam… Van de 65-plussers is 45% eenzaam en 10% is eenzaam in (zeer) ernstige mate. Ook hier zien we op regioniveau sinds 2009 een toename wat betreft de (zeer) ernstige eenzaamheid. In Laarbeek is het aantal meer dan verdubbeld, in 2009 was 4% ernstig eenzaam, in 2012 bedraagt dit aantal 10%. Deze trend kon echter niet statistisch worden aangetoond. …ondanks dat veel ouderen wel een goed sociaal netwerk hebben Uit regionale analyses blijkt dat vooral ouderen die geen lokaal sociaal netwerk hebben en gereserveerd zijn in hun sociale contacten, eenzaam zijn. De meeste ouderen in Laarbeek hebben een sterk lokaal sociaal netwerk wat onder meer blijkt uit het feit dat 93% van hen aangeeft voldoende steun van anderen te ontvangen. In Laarbeek behoren verder de meeste ouderen (45%) tot het netwerktype ‘lokaal geïntegreerd’ (Wij kennen elkaar allemaal in de buurt en zorgen voor elkaar. Er komt altijd wel Rapportage gemeente Laarbeek
12
iemand kijken hoe het met me gaat). Dit percentage ligt fors hoger dan in de regio (34%). Verder behoren minder ouderen tot het netwerktype ‘privacy gericht’ (Ik heb niet veel contact met mensen in de buurt, maar ik ben misschien altijd al te onafhankelijk) (3% versus 8% in de regio). Behoefte aan hulp bij eenzaamheid blijft stabiel Aan de ouderen is gevraagd of ze hulp willen om iets aan hun eenzaamheid te doen. Hierop antwoordt 2% dat ze wel graag hulp willen, maar deze nog niet krijgen. Uitgaande van de groep ouderen die zichzelf eenzaam voelt is dit 11%. Dit is vergelijkbaar met de regio en voorgaande jaren.
Rapportage gemeente Laarbeek
13
Armoede en sociale uitsluiting Volwassenen hebben minder moeite om rond te komen De inwoners van 19 tot en met 64 jaar in Laarbeek hebben minder vaak een laag huishoudinkomen van maximaal €15.200 (8% versus 14% in de regio). Daarnaast heeft 14% moeite om rond te komen van hun inkomsten. Ook deze groep is duidelijk kleiner dan in de regio (22%). In Laarbeek zijn minder ouderen met een HBO/WO opleidingsniveau (13% versus 18% in de regio). Daarnaast ontvangen de 65-plussers in Laarbeek vaker alleen AOW (35% versus 22% in de regio). Maar de groep die moeite heeft met rondkomen is daarentegen vergelijkbaar met de regio (13%). Minder volwassenen zijn sociaal uitgesloten Van de volwassenen in Laarbeek is 1% matig tot sterk sociaal uitgesloten. Deze groep is duidelijk kleiner dan gemiddeld in de regio waar dit percentage 5% bedraagt. Bij het bepalen van sociale uitsluiting zijn 4 dimensies meegenomen: sociale participatie (betreft gevoelens van sociale en emotionele eenzaamheid en de frequentie van contact met buren of mensen in de straat); sociale grondrechten (bestrijkt een divers aantal grondrechten waaronder een goede woning en medische zorg); materiële deprivatie (deze schaal meet in hoeverre huishoudens over voldoende financiële middelen beschikken om de in Nederland gangbare goederen en diensten te betalen); normatieve integratie (refereert naar het naleven van centrale normen en waarden van de Nederlandse samenleving). De volwassenen in Laarbeek wijken op veel punten gunstig af. Zo hebben minder inwoners onvoldoende geld om een lidmaatschap van sportclub of vereniging te betalen of om bij vrienden/familie langs te gaan. Ook hebben minder volwassenen problemen om een onverwachte uitgave van €1000 te doen. Verder hebben ze meer contact met buren of mensen uit de straat, kunnen ze vaker bij iemand in de omgeving terecht voor dagelijkse problemen en missen ze minder vaak gezelligheid om zich heen. Rapportage gemeente Laarbeek
14
Meer informatie of vragen? Voor meer informatie kunt u terecht op een van onderstaande websites: GGD Gezondheidsatlas: www.ggdgezondheidsatlas.nl Regionaal kompas GGD Brabant-Zuidoost: www.regionaalkompas.nl Tabellenboeken Op deze websites vindt u onder meer de tabellenboeken van de Volwassenmonitor 19 tot en met 64 jaar en de Ouderenmonitor 65+ 2012, en andere monitors van de GGD. De cijfers van uw gemeente kunt u hier ook vergelijken met omringende gemeenten in Zuidoost-Brabant. Regionale factsheets Ook te downloaden via bovenstaande websites zijn de regionale thema factsheets. Hierin zijn regionale cijfers en verschillen tussen gemeenten beschreven, evenals verschillen tussen specifieke groepen (leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, etniciteit en opleiding). Deze rapportage geeft inzicht in risicogroepen en biedt meer achtergrondinformatie over de verschillende thema’s. Kenniscentrum De GGD Brabant-Zuidoost adviseert uw gemeente graag op maat naar aanleiding van deze resultaten. De gegevens kunnen als basis dienen voor het gezondheidsbeleid in uw gemeente, maar zijn ook bruikbaar voor andere beleidsterreinen zoals de WMO en de transities. Binnen het Kenniscentrum Onderzoek kunnen specifieke vragen ingediend worden. Resultaten kunnen bijvoorbeeld verder worden toegelicht in een persoonlijk gesprek, een uitgebreidere rapportage of een presentatie. Contact Voor meer informatie of voor vragen kunt u ook contact opnemen met: Michelle Hoeijmakers, Onderzoeksmedewerker (schrijver van dit boekje) Tel.: 088 0031 275, e-mail:
[email protected] Paula Dijkema, Onderzoeksfunctionaris (contactpersoon gemeente) Tel.: 088 0031 431, e-mail:
[email protected] Ellen van Bree, Adviseur Lokaal Gezondheidsbeleid tel. 088 0031 462, e-mail:
[email protected]
Rapportage gemeente Laarbeek
15
www.ggdgezondheidsatlas.nl
Gezondheidsmonitor 2012/2013