GEZONDHEID JONGEREN IN BEELD Resultaten jongerenmonitor 2013 in de regio Limburg-Noord
De factsheet ‘Gezondheid Jongeren in beeld’ beschrijft per thema de belangrijkste resultaten van de GGD Jongerenmonitor. De monitor is afgenomen in 2013 onder leerlingen van leerjaar 2 (13/14 jaar) en van leerjaar 4 (15/16 jaar) van de scholen voor voortgezet onderwijs in Limburg-Noord. Daar waar mogelijk is een vergelijking gemaakt met Limburgse cijfers en voorgaande monitoren. 1
INHOUDSOPGAVE 1. Roken 2. Alcohol 3. Drugs 4. Problematisch internetgebruik 5. Onveilig vrijen 6. Beweging en Voeding 7. Chronische aandoeningen 8. Ervaren gezondheid, psychosociale gezondheid en geluk 9. Veiligheid en pesten 10. Sociale acceptatie homoseksualiteit 11. Spijbelen en oordeel over school 12. Lidmaatschap vereniging 13. Beleidsaanbevelingen
Pagina 3 Pagina 4 Pagina 5 Pagina 6 Pagina 7 Pagina 8 Pagina 9 Pagina 10 Pagina 11 Pagina 12 Pagina 13 Pagina 14 Pagina 15
Toelichting op de tekst: 13/14-jarigen Leerjaar 2 15/16-jarigen Leerjaar 4 VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs PO Praktijk Onderwijs VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs In de rapportage zijn leerlingen van VSO en PO samengenomen, evenals leerlingen van HAVO en VWO. 2
1. ROKEN Roken vormt een belangrijke bedreiging van onze volksgezondheid. Het is de grootste vermijdbare doodsoorzaak en draagt van alle leefstijlfactoren het meeste bij aan de totale ziektelast. Stoppen met roken leidt direct tot positieve gezondheidseffecten. Na stabilisatie weer afname rokende jongeren In de regio Limburg-Noord rookt 5% van de 13/14-jarigen en 20% van de 15/16jarigen. Een kwart van de leerlingen heeft wel eens gerookt. Over de jaren heen is er na een aanvankelijke stabilisatie sprake van een verdere afname van het percentage rokende jongeren. Leerlingen van het VSO/PO en VMBO roken het meest, en met name de 15/16-jarigen. Gemiddeld beginnen de jongeren met 13 jaar te roken. De meeste jongeren roken hun eerste sigaret op straat, in een park of bij een hangplek. De jongeren krijgen vooral sigaretten via hun eigen sociale netwerk. In LimburgNoord roken er meer 15/16-jarigen dan gemiddeld genomen over heel Limburg.
3
2. ALCOHOL Alcoholgebruik hangt samen met tal van aandoeningen. Alcoholgebruik wordt beïnvloed door persoonsgebonden factoren, zoals sociaal economische status, en door omgevingsfactoren zoals de betaalbaarheid en verkrijgbaarheid van alcohol. De leeftijdsgrens voor het nuttigen van alcohol was ten tijde van het onderzoek nog 16 jaar. Een deel van de leerlingen uit leerjaar 4 dronk daarom legitiem alcohol. Per 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens opgehoogd naar 18 jaar. Afname alcoholgebruik onder jongeren In Limburg-Noord heeft 18% van de 13/14-jarigen en 67% van de 15/16-jarigen in de 4 weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst alcohol gedronken. Ruim de helft van de 15/16-jarigen dronk 5 of meer drankjes per gelegenheid (binge drinken) en ruim een derde was in deze periode dronken of aangeschoten. Gemiddeld beginnen de jongeren met 13 jaar alcohol te drinken. Jongeren van het VMBO drinken vaker en meer alcohol. De jongeren tot 16 jaar krijgen alcohol vooral via hun eigen sociale netwerk. Ruim een derde van de 13/14-jarigen heeft een afspraak met ouders over de startleeftijd alcoholgebruik. Het percentage 15/16-jarigen dat alcohol drinkt ofwel recent dronken/aangeschoten was, is hoger in onze regio dan gemiddeld genomen over heel Limburg. De afgelopen jaren drinken de jongeren in LimburgNoord wel minder alcohol. Het percentage 15/16-jarigen dat in de 4 weken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst dronken of aangeschoten was, is licht toegenomen.
4
3. DRUGS Jongeren gebruiken softdrugs (=cannabisproducten, zoals marihuana of hasj) om zich prettig te voelen of om de werkelijkheid te ontvluchten. De interesse voor deze middelen is vooral groot in de puberteit, wanneer de behoefte om te experimenteren sterk is. Groepsdruk speelt hierbij vaak een rol. De meeste jongeren gebruiken deze middelen maar één of een paar keer. Een kleine groep blijft vaker gebruiken. Dit leidt niet automatisch tot een behoefte aan harddrugs (zoals XTC, GHB, cocaïne, pep/speed, paddo’s). Het gebruik van soft- en harddrugs kan nadelige gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Verdere daling softdrugsgebruik bij 15/16-jarigen In Limburg-Noord heeft 18% van de jongeren wel eens softdrugs aangeboden gekregen, met name op straat. In de vier weken voorafgaande aan het onderzoek heeft 1% van de 13/14-jarigen en 8% van de 15/16-jarigen daadwerkelijk softdrugs gebruikt. VSO/PO-leerlingen gebruiken het vaakst softdrugs. Gemiddeld beginnen de jongeren met 14 jaar softdrugs te gebruiken. Eén op de twintig jongeren heeft wel eens harddrugs aangeboden gekregen, met name tijdens het uitgaan. Een klein percentage gebruikt het ook daadwerkelijk (0,3% van de 13/14-jarigen en 2% van de 15/16-jarigen). Gemiddeld genomen gebruiken in Limburg-Noord iets minder jongeren softdrugs en ongeveer evenveel jongeren harddrugs, vergeleken met Limburg. Over de jaren heen is er bij 15/16-jarigen sprake van een lichte stijging van het Xtc-gebruik en een verdere daling van het softdrugs- en harddrugsgebruik (alleen cocaïne, amfetamine, heroïne). Bij de 13/14-jarigen is het gebruik van soft- en harddrugs gelijk gebleven sinds 2009.
5
4. PROBLEMATISCH INTERNETGEBRUIK De laatste jaren zijn de mogelijkheden op het gebied van internet grenzeloos te noemen. Vooral de jonge generatie die met internet is opgegroeid, maakt hier dankbaar gebruik van. Net als alle andere ‘genotsmiddelen’, heeft ook het gebruik van internet zijn keerzijde. Het blijkt namelijk dat veel jongeren internetverslaafd zijn. Dit wil zeggen dat zij zo opgaan in het gebruik van bepaalde internettoepassingen, dat hun gedrag de dwangmatige en obsessieve kenmerken van een verslaving begint te vertonen. Dit wordt ook wel compulsief of problematisch internetgebruik genoemd. Door dit gedrag kunnen zij verschillende psychosociale problemen ontwikkelen, dat ten koste kan gaan van andere belangrijke activiteiten, zoals de omgang met vrienden/familie, het functioneren op school en het algemeen welbevinden (Bron: IVO, Factsheet Internet en Jongeren 2006). Een op de vijf 13/14 jarige VSO/PO-leerlingen vertoont problematisch internetgebruik Op internet zitten jongeren het meest op Youtube, Whatsapp/pingen en social media. Problematisch internetgebruik (met verslavende kenmerken) komt voor bij 9% van de 13/14-jarige leerlingen en 8% van de 15/16 jarige leerlingen. Problematisch internetten komt het meest voor bij de 13/14-jarigen op VSO/PO (20%). Er is nauwelijks verschil met Limburgse cijfers.
6
5. ONVEILIG VRIJEN De gevolgen van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) kunnen ernstig zijn. Chlamydia, de meest voorkomende soa, komt vooral veel voor onder seksueel actieve meiden vanaf 15 jaar. Een onbehandelde chlamydiabesmetting kan leiden tot onvruchtbaarheid. Bij het bestrijden van soa staat het stimuleren van veilig vrijen centraal. Condoomgebruik is gewoontegedrag: voorlichting moet daarom steeds herhaald worden. De helft van de seksueel actieve leerlingen vrijt onveilig In Limburg-Noord is 3% van de 13/14-jarigen en 21% van de 15/16-jarigen seksueel actief. Gemiddeld worden jongeren seksueel actief als ze 14 jaar zijn. Ongeveer de helft van de seksueel actieve jongeren vrijt zonder condoom. Leerlingen van het VSO/PO zijn het vaakst seksueel actief. Zij vrijen ook vaker zonder condoom. Het percentage 15/16-jarigen dat zonder condoom vrijt, ligt lager dan in Limburg. Het percentage jongeren dat onveilig vrijt is sinds 2009 gedaald.
7
6. BEWEGING EN VOEDING Volgens De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) moeten jongeren elke dag minimaal 1 uur matig intensief bewegen. Dit kan door te sporten, maar ook door op de fiets naar school te gaan. Voldoende bewegen bevordert de kwaliteit van leven, verlaagt het risico op ziekten en bevordert het beloop van een aantal chronische aandoeningen. Ook voeding speelt een belangrijke rol bij een gezonde leefstijl en in de strijd tegen overgewicht. Ontbijtfrequentie geeft een indicatie van de regelmaat waarmee gegeten wordt. Wanneer niet wordt ontbeten, wordt over het algemeen meer tussendoor gesnoept, wat kan leiden tot overgewicht. Ook leidt niet ontbijten mogelijk tot verminderde concentratie en leerprestaties. Groenten en fruit leveren belangrijke voedingsstoffen en vitaminen. In kaart is gebracht of jongeren minimaal 5x per week ontbijten en elke dag groente c.q. fruit eten. Veel jongeren voldoen niet aan de beweegnorm en eten niet elke dag groenten en fruit In Limburg-Noord voldoet 29% van de jongeren niet aan de beweegnorm. Vooral 15/16-jarigen en VSO/PO-leerlingen bewegen minder dan 1 uur per dag matig intensief. In Limburg-Noord zijn minder jongeren die te weinig bewegen, dan in Limburg. Veel jongeren eten niet elke dag groente (60%) of fruit (72%). 18% van de jongeren ontbijt minder dan 5x per week. Met name de VSO- en VMBO-leerlingen ontbijten te weinig.
8
7. CHRONISCHE AANDOENINGEN Als jongeren lichamelijk gezond zijn en lekker in hun vel zitten, ontwikkelen ze zich beter en doen ze het beter op school. Jongeren die kampen met lichamelijke problemen of allergieën kunnen zich hierdoor in hun dagelijks leven belemmerd voelen of ze gaan niet naar school vanwege ziekten. De jongeren is gevraagd of ze in de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst één of meerdere van de volgende ziekten of aandoeningen hebben gehad: astma of bronchitis, chronische vermoeidheid, diabetes mellitus (suikerziekte), eczeem, buikklachten langer dan 3 maanden, migraine of regelmatige ernstige hoofdpijn, een aangeboren hartafwijking, ADHD, anorexia of boulimia nervosa, kanker. Ook is gevraagd naar allergie in de afgelopen 12 maanden (bijv. hooikoorts, huisstofmijt, bepaalde huisdieren, medicijnen/voedsel). Veel leerlingen kampen met chronische aandoeningen of allergie In Limburg-Noord kampt 39% van de jongeren met chronische aandoeningen en heeft 28% een allergie. De 15/16-jarigen hebben iets vaker een chronische aandoening dan de jongere leerlingen. De leerlingen van HAVO/VWO hebben het minst vaak te maken met chronische aandoeningen. Leerlingen van het VSO/PO hebben het minst vaak een allergie. In Limburg-Noord komen chronische aandoeningen en allergie iets minder vaak voor dan in Limburg.
9
8. ERVAREN GEZONDHEID, PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID EN GELUK De meest eenvoudige wijze voor het verkrijgen van een indicatie van de gezondheid is de vraag ‘Hoe vind je je gezondheid in het algemeen?’. Als jongeren aangeven dat ze hun gezondheid niet als goed ervaren, maar ‘gaat wel’, ‘niet zo best’, of ‘slecht’ antwoorden, zegt dat iets over het welzijn van de jongere en hoe hij/zij omgaat met eventuele lichamelijke of psychosociale gezondheidsproblemen. Met psychosociale problemen worden emotionele problemen bedoeld (angst, depressieve gevoelens, zelfbeeld), gedragsproblemen (driftig, onrustig) en sociale problemen (het maken en onderhouden van contact met anderen). Psychosociale problemen bij jongeren zijn niet altijd van voorbijgaande aard. Ten slotte is gevraagd hoe gelukkig de jongere zichzelf voelde de maand voorafgaand aan het invullen van vragenlijst. Een score van 5 of lager betekent dat diegene zich ongelukkig voelt. Een slechtere ervaren gezondheid en veel psychosociale problemen komen het vaakst voor bij 13/14-jarigen van VSO/PO Verreweg de meeste jongeren (82%) vinden hun eigen gezondheid goed. Jongeren van 15/16 jaar, en vooral de VMBO-ers, beoordelen hun gezondheid vaker negatief. De 13/14-jarigen van VSO/PO zijn echter het negatiefst over hun gezondheid. Ook in vergelijking met Limburg is deze groep vaker negatief over hun eigen gezondheid. De 15/16-jarigen van het VSO/PO scoren daarentegen juist positiever. Vergeleken met 2009 denken de jongeren iets negatiever over hun gezondheid. In Limburg-Noord kampt 16% van de jongeren met veel psychosociale problemen. Leerlingen van VSO/PO hebben de meeste problemen en dan met name de 13/14jarigen. Vergeleken met Limburg komt ernstige psychosociale problematiek in onze regio bij VSO/PO-leerlingen minder vaak voor. 11% van de jongeren voelt zich ongelukkig. Het betreft vooral leerlingen van het VSO/PO.
10
9. VEILIGHEID EN PESTEN Als jongeren zich onveilig voelen, kan dat verregaande gevolgen hebben. Thuis zou de plek moeten zijn waar jongeren zich veilig voelen. Maar ook op school en in de directe leefomgeving voelen jongeren zich wel eens onveilig. Pesten heeft ingrijpende gevolgen: voor degene die pest, voor diegene die wordt gepest, voor de sfeer op school en voor de samenleving. Pesten heeft alles te maken met respectvol omgaan met anderen en het heeft raakvlakken met discriminatie. Pestgedrag leidt tot een onveilige sfeer in de klas en heeft daardoor invloed op de totale groep. Door de digitalisering van het pesten gaat het pesten thuis ook door. Bij pesters blijft de ontwikkeling van sociale vaardigheden achter en is er een grote kans dat ze te maken krijgen met andere vormen van agressie en criminaliteit. Jongeren die lange tijd gepest worden, hebben een grote kans op verminderd zelfvertrouwen, faalangst, psychosomatische klachten of depressieve verschijnselen die ze levenslang met zich mee kunnen dragen. Veel VSO/PO-leerlingen hebben te maken met (digitaal) pesten Van de jongeren voelt 8% zich overdag en 25% zich ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig. De meeste jongeren voelen zich op straat buiten de eigen buurt onveilig. Eén op de twintig jongeren voelt zich echter thuis onveilig. In Limburg-Noord is 3% van de jongeren de voorafgaande drie maanden wekelijks op school gepest en 6% is in die periode ook ooit gepest buiten school. 6% van de jongeren is in het afgelopen jaar via internet gepest. Leerlingen van het VSO/PO worden vaker (digitaal) gepest dan leerlingen van andere onderwijsniveaus. Leerlingen van het VSO/PO voelen zich ook vaker op school onveilig. In Limburg-Noord geeft 2% van de leerlingen aan zelf anderen wekelijks op school te pesten. 4% van de leerlingen geeft aan het afgelopen jaar via internet anderen gepest te hebben. VSO/PO-leerlingen pesten het meest. Pestgedrag en onveilig voelen komt in Limburg-Noord ongeveer in gelijke mate voor als in Limburg.
11
10. SOCIALE ACCEPTATIE HOMOSEKSUALITEIT Hoewel homoseksualiteit in brede lagen van de bevolking geaccepteerd wordt, is het duidelijk dat er bepaalde groepen zijn voor wie homoseksualiteit problematisch is. Met name onder jongeren, sterk godsdienstige Nederlanders, laagopgeleiden en sommige etnische groepen bestaat relatief veel weerstand. Homoseksualiteit nog niet volledig geaccepteerd bij veel jongeren 41% van de jongeren ervaart een grote sociale afstand ten opzichte van homoseksualiteit, meer 13/14-jarigen dan oudere leerlingen. Met name de VMBOleerlingen ervaren een grote afstand. De percentages liggen in Limburg-Noord iets hoger dan in Limburg. Vergeleken met het onderzoek in 2009 is er wel sprake van een positieve tendens: procentueel accepteren meer leerlingen homoseksualiteit volledig en gedragen zich niet anders dan bij heteroseksuelen.
12
11. SPIJBELEN EN OORDEEL OVER SCHOOL Jongeren die lekker in hun vel zitten en geen lichamelijke of psychosociale problemen hebben, en op het juiste schooltype zitten, gaan over het algemeen graag naar school en spijbelen niet. Leerlingen die spijbelen kunnen op straat gaan rondhangen en overlast veroorzaken. Grote toename spijbelen tussen leerjaar 2 en 4 bij leerlingen van HAVO/VWO 6% van de jongeren heeft in de laatste 4 schoolweken voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst gespijbeld, voornamelijk omdat ze school niet leuk vinden. Jongeren van 15/16 jaar en leerlingen van VSO/PO spijbelen het meest. De grootste toename van spijbelgedrag tussen 13/14-jarigen en 15/16-jarigen is echter bij de HAVO/VWO-leerlingen te vinden. Als je leerlingen rechtstreeks vraagt hoe ze het op school vinden, geeft 10% van de jongeren aan dat ze school ‘niet leuk/vreselijk’ vinden. Ook hier betreft het met name de 15/16-jarigen en VSO/PO-leerlingen. Er is weinig verschil met de Limburgse cijfers. Vergeleken met 2009 is er sprake van een lichte daling van het percentage leerlingen dat spijbelt.
13
12. LIDMAATSCHAP VERENIGING Jongeren kunnen lid zijn van een sport- of zang/muziek/toneelvereniging, of lid van een organisatie op het gebied van natuur of milieu, een jeugdvereniging of kerk/moskee. Deze sociale participatie in de vorm van deelname aan verenigingen en organisaties kan uiteindelijk de maatschappelijke participatie van jongeren bevorderen, zoals het doen van vrijwilligerswerk of het verlenen van mantelzorg. Daarnaast kan het een positieve invloed hebben op zowel de fysieke als psychische gezondheid van jongeren. Met name sportverenigingen dragen bij aan de lichamelijke gezondheid en bevorderen dat jongeren voldoen aan de norm als het gaat om bewegen. Sommige ouders maken hun kind geen lid van een vereniging of organisatie, waarbij factoren als geld of tijd een rol kunnen spelen. VSO/PO leerlingen zijn het minst vaak lid van een vereniging of organisatie In Limburg-Noord is 81% van de jongeren lid van een vereniging of organisatie. 72% van de jongeren is lid van een sportvereniging, 15% van een zang/muziek/toneelvereniging. 13/14-jarigen en HAVO/VWO-leerlingen zijn vaker lid van een vereniging of organisatie. De jongeren in Limburg-Noord zijn iets vaker lid van een vereniging of organisatie dan hun Limburgse leeftijdsgenoten.
14
13. BELEIDSAANBEVELINGEN Met de meeste jongeren in Limburg-Noord gaat het goed. Ze zijn de afgelopen jaren over het algemeen minder risicogedrag gaan vertonen. Als jongeren echter veel problemen hebben op het psychosociale vlak, vertonen ze ook vaker risicogedrag. Onderstaand figuur bevestigt dit. Onbekend is of het risicogedrag leidt tot psychosociale problemen of dat de psychosociale problemen leiden tot het verhoogde risicogedrag. Feit is dat psychosociale problemen niet altijd van voorbijgaande aard zijn. Als er tevens risicogedrag bij komt kijken, hebben deze jongeren een hogere kans om in de tweedelijns zorgverlening te komen, met onder andere hogere zorgkosten als gevolg. Deze gegevens zijn input voor het opstellen van jeugdbeleid en in het bijzonder voor het beleid in het kader van de decentralisatie Jeugdzorg. Rekening houdend met de doelstellingen van de decentralisatie ‘zorg dichter bij huis’, ‘vaker voorkomen in plaats van genezen’ en ’meer versterken eigen kracht’ zou de gemeente in kunnen steken op verschillende thema’s. Voorbeelden hiervan zijn het bevorderen van de sociale participatie van jongeren, de preventie van risicogedrag, het vroegtijdig onderkennen van psychosociale problemen en zorg verlenen bij psychosociale problemen vanuit de sociale wijkteams.
Verder laten de tabellen zien dat er tussen gemeenten verschillen bestaan op het gebied van leefstijl, gezondheid en een aantal andere maatschappelijke thema’s. Dit biedt kansen voor het vormgeven van lokaal gezondheidsbeleid dat het beste aansluit bij de behoeften van de jongeren. 15
leefstijl Rookt Drinkt alcohol (afgelopen 4 weken) Dronken of aangeschoten geweest (afgelopen 4 weken) Binge drinken (drinkt meer dan 5 glazen per gelegenheid) Heeft afspraak met ouders over drinkleeftijd Gebruik softdrugs (hasj of wiet) (afgelopen 4 weken) Gebruik harddrugs ( cocaïne, XTC, pep/speed, paddo's GHB) (afgelopen 4 weken) Is softdrugs aangeboden Is harddrugs aangeboden Problematisch internetgebruik Heeft geslachtsgemeenschap gehad / seksueel actief Vrijt onveilig (zonder condoom) Voldoet niet aan beweegnorm (NNGB) Eet niet dagelijks groente Eet niet dagelijks fruit Ontbijt minder dan 5x per week Lichamelijk en psychische gezondheid Heeft chronische aandoeningen Heeft een allergie Ervaren gezondheid (gaat wel - slecht) Heeft veel psychosociale problemen Voelt zich ongelukkig (geeft zichzelf een onvoldoende) Veiligheid en pesten Onveilig voelen overdag Onveilig voelen 's avonds / 's nachts Onveilig voelen op straat in eigen woonbuurt Onveilig voelen op straat buiten eigen woonbuurt Onveilig voelen op school Wordt wekelijks gepest op school (afgelopen 3 maanden) Pest anderen wekelijks op school (afgelopen 3 maanden) Wordt wekelijks buiten school gepest (afgelopen 3 Wordt gepest via internet (afgelopen jaar) Pest zelf via internet (afgelopen jaar) School en maatschappij Voelt grote sociale afstand tov homoseksualiteit Spijbelgedrag (afgelopen 4 weken) Vindt school niet leuk (of vreselijk) Lid van vereniging of organisatie Lid van sportvereniging Lid van zang/muziek/cultuur vereniging
Weert
Venray
Venlo
Roermond
Roerdalen
Peel en Maas
Nederweert
Maasgouw
Leudal
Horst aan de Maas
Gennep
Echt-Susteren
62 146
53 467 406 127 121 402 160 346 749 491 315
% % % % % % % % % % % % % 7 4 19 6 8 7 2 4 6 6 4 3 3 16 17 37 26 22 20 18 20 18 12 15 13 16 5 6 12 6 5 5 4 4 5 3 4 3 3 10 10 30 15 16 12 11 13 12 9 10 8 11 32 32 32 36 31 33 43 35 49 36 35 51 40 0 1 4 1 1 2 1 0 1 1 1 1 2
Mook en Middelaar*
8537 3869 % % 5 5 18 18 4 4 12 12 38 38 1 1
Beesel*
aantal jongeren leerjaar 2
Bergen
Limburg
JONGEREN LEERJAAR 2 (13/14 jaar)
Limburg-Noord
NB: Verschillen tussen gemeenten kunnen mede ontstaan doordat leerlingen naar scholen gaan buiten de regio Limburg-Noord. Ook kan het zijn dat een enkele school of schooltype niet heeft meegedaan aan het onderzoek. De gemeentelijke rapportages die later in de 2e helft van 2014 komen zullen hier meer inzicht in geven.
15
9
% % 0 11 7 25 0 0 . . 33 33 0 0
0,2
0,3
9 2 9 4 1 29 60 71 18
7 2 9 3 1 25 59 69 16
5 3 14 2 1 2 11 6 18 2 1 9 0 0,7 4 16 23 36 66 63 68 73 66 87 18 17 40
8 3 7 4 2 20 59 69 14
9 7 3 3 7 7 2 3 1 0,8 17 17 60 61 73 70 11 23
4 3 8 4 3 22 61 68 11
7 2 6 2 0 18 60 67 14
7 3 9 3 0 21 60 73 15
7 2 8 3 1 29 59 68 21
9 7 6 2 2 1 10 9 13 4 2 1 1 0,8 0,3 31 27 34 60 55 58 66 71 69 20 14 17
0 0 0 0 0 11 0 0 0 0 20 0 47 67 87 100 7 0
38 30 16 16 11
37 28 16 15 10
31 25 21 11 14
43 30 16 19 7
55 36 19 26 14
33 28 17 11 11
30 29 13 14 11
32 34 22 15 10
43 24 21 20 20
32 22 13 15 7
42 22 17 16 8
37 31 15 17 10
38 26 19 18 10
39 30 17 14 7
39 31 15 16 15
47 27 7 7 17
38 29 11 11 0
9 25 9 19 4 4 2 2 6 4
9 25 8 18 4 4 2 2 6 4
10 26 10 21 6 2 2 2 10 6
8 14 20 29 6 2 16 13 3 4 5 6 1 2 3 9 7 0 4 6
8 26 9 21 3 3 2 1 7 5
9 21 8 15 4 4 2 2 6 3
9 17 3 13 2 1 1 2 5 2
16 34 13 29 3 7 2 3 9 3
6 19 7 12 4 2 1 1 4 3
8 23 5 16 8 4 2 1 6 6
9 23 8 19 4 4 2 3 8 3
12 25 9 19 5 3 1 3 7 5
7 29 8 21 4 3 1 2 5 5
12 28 10 22 5 5 2 4 7 3
0 40 0 13 0 7 0 7 13 0
0 11 0 11 11 0 0 0 11 0
40 4 9 81 70 15
43 3 9 84 75 15
46 5 3 82 61 18
42 2 7 78 66 11
35 5 10 89 80 12
47 3 6 87 77 21
39 2 11 80 73 24
50 3 11 89 79 20
44 2 12 92 85 11
42 5 4 81 64 19
45 4 8 80 72 16
39 3 7 78 68 12
48 4 16 85 77 13
48 3 11 83 76 15
21 0 7 73 73 0
44 0 0 33 33 0
0 0,7
2 0,4 0,2
62 0 16 73 63 8
2
0 0,2
0
laagste percentage hoogste percentage * Bij het toekennen van de rode en groene waarden zijn de gemeenten Beesel en Mook en Middelaar niet meegenomen omdat het aantal jongeren heel erg laag is.
16
0 0,3
0
0
0
0
Aantal jongeren leerjaar 4
7946 3507
leefstijl Rookt Drinkt alcohol (afgelopen 4 weken) Dronken of aangeschoten geweest (afgelopen 4 weken) Binge drinken (drinkt meer dan 5 glazen per gelegenheid) Heeft afspraak met ouders over drinkleeftijd Gebruik softdrugs (hasj of wiet) (afgelopen 4 weken) Gebruik harddrugs ( cocaïne, XTC, pep/speed, paddo's GHB) (afg. 4 weken) Is softdrugs aangeboden Is harddrugs aangeboden Problematisch internetgebruik Heeft geslachtsgemeenschap gehad / seksueel actief Vrijt onveilig (zonder condoom) Voldoet niet aan beweegnorm (NNGB) Eet niet dagelijks groente Eet niet dagelijks fruit Ontbijt minder dan 5x per week Lichamelijk en psychische gezondheid Heeft chronische aandoeningen Heeft een allergie Ervaren gezondheid (gaat wel - slecht) Heeft veel psychosociale problemen Voelt zich ongelukkig (geeft zichzelf een onvoldoende) Veiligheid en pesten Onveilig voelen overdag Onveilig voelen 's avonds / 's nachts Onveilig voelen op straat in eigen woonbuurt Onveilig voelen op straat buiten eigen woonbuurt Onveilig voelen op school Wordt wekelijks gepest op school (afgelopen 3 maanden) Pest anderen wekelijks op school (afgelopen 3 maanden) Wordt wekelijks buiten school gepest (afgelopen 3 Wordt gepest via internet (afgelopen jaar) Pest zelf via internet (afgelopen jaar) School en maatschappij Voelt grote sociale afstand tov homoseksualiteit Spijbelgedrag (afgelopen 4 weken) Vindt school niet leuk (of vreselijk) Lid van vereniging of organisatie Lid van sportvereniging Lid van zang/muziek/cultuur vereniging
% 18 63 30 47 23 9
% 20 67 36 52 23 8
Mook en Middelaar*
Beesel *
Weert
Venray
Venlo
Roermond
Roerdalen
Peel en Maas
Nederweert
Maasgouw
Leudal
Horst aan de Maas
Gennep
Echt-Susteren
Bergen
Limburg-Noord
Limburg
JONGEREN LEERJAAR 4 (15/16 jaar)
60
65
68 490 325 105 157 337 124 273 684 436 361
13
9
% 22 72 37 58 28 3
% 18 55 27 42 32 13
% % % % % % % % % % % 37 25 21 19 11 20 15 21 22 15 12 78 79 68 68 68 80 62 51 64 63 63 45 42 37 34 28 43 35 27 35 35 32 65 62 53 47 50 66 51 39 50 50 45 23 21 21 22 18 14 30 23 22 29 26 16 7 9 6 5 7 6 11 10 6 3
% 15 38 30 31 31 15
% 0 78 33 67 22 0
2
2
2
2
3
1
3
3
1
2
0
2
3
1
1
0
0
32 9 8 24 12 37 61 75 22
30 9 8 21 10 33 60 75 21
22 7 13 20 8 12 62 77 31
27 3 6 14 5 15 62 74 15
42 12 12 32 13 37 59 91 29
28 7 6 18 8 27 61 77 19
25 12 6 23 14 26 55 69 16
34 13 4 29 12 21 61 71 24
24 6 6 15 8 27 60 77 15
32 12 7 18 8 26 66 74 14
33 7 10 22 7 27 53 75 22
37 14 10 26 12 44 60 77 27
36 8 9 25 11 38 60 75 24
28 7 11 17 8 40 59 76 20
22 8 9 22 11 41 58 73 24
20 0 15 8 0 15 46 77 8
11 0 0 0 0 11 56 89 0
42 31 19 16 12
41 29 20 16 13
53 30 35 25 22
40 32 20 12 3
39 23 16 16 16
41 33 18 13 13
38 31 18 13 11
35 27 22 13 10
39 24 18 11 13
40 24 20 15 8
49 28 13 21 13
43 28 21 18 14
43 29 22 19 14
41 24 20 15 9
38 35 16 16 16
33 8 8 23 17
78 56 33 33 22
8 26 10 23 4 3 2 1 5 4
8 26 9 23 5 3 2 1 5 4
19 2 18 30 22 30 3 5 6 17 14 19 15 2 4 8 0 6 0 3 1 2 2 1 8 0 7 2 0 7
6 28 9 28 3 1 2 1 4 2
7 24 8 21 2 1 0 1 3 2
8 24 6 19 3 1 2 1 3 3
8 24 10 24 4 2 1 1 3 3
7 26 7 18 6 4 1 2 4 3
8 22 11 25 4 6 0 0 6 3
10 24 8 17 6 5 4 2 8 9
9 25 11 23 4 3 2 1 6 5
7 26 8 26 6 4 1 1 5 3
9 28 11 29 4 3 2 1 4 5
0 40 0 15 15 0 8 0 15 0
22 22 0 33 22 0 0 0 0 0
38 10 10 76 65 13
39 9 11 79 69 14
34 10 15 80 68 8
33 7 8 83 75 15
44 7 7 81 72 19
39 11 6 87 72 21
45 17 7 81 73 15
40 5 18 83 75 9
34 10 9 80 68 11
42 10 17 69 55 11
39 8 11 72 62 9
37 12 13 82 71 16
48 12 12 81 70 20
30 15 15 46 38 8
44 0 11 67 56 11
28 5 5 85 74 20
47 13 10 75 66 4
laagste percentage hoogste percentage * Bij het toekennen van de rode en groene waarden zijn de gemeenten Beesel en Mook en Middelaar niet meegenomen omdat het aantal jongeren heel erg laag is.
17
INFORMATIE Voor meer informatie over ‘Gezondheid Jongeren in beeld’: www.regionaalkompas.nl/limburg-noord Of neem per e-mail contact op met: Suzanne Schefman (
[email protected]) Cyrille Terstegge (
[email protected])
ADRESGEGEVENS GGD Limburg-Noord Drie Decembersingel 50, 5921 AC Venlo-Blerick Postbus 1150, 5900 BD Venlo Telefoon: 088 - 119 12 00
18