ONGELIJKHEID IN GEZONDHEID
MEI 2012
Ongelijkheid in gezondheid bij Brusselse jongeren Welke aanpak op lokaal niveau?
1
Ongelijkheid in gezondheid bij Brusselse jongeren Welke aanpak op lokaal niveau? Cette publication est également disponible en français sous le titre: Les inégalités de santé chez les jeunes en Région bruxelloise Comment agir au niveau local ? Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 – 1000 Brussel Auteurs: edito 3: Brigitte Ledune, Laurence Grevesse, Sylvie Ledune Foto’s: BrusselsInternational (cover), Géraldine Ledune, Bravvo, L’Abordage, Buurtsport, Exil, Mosaïc, Jeugd en Stad, het Koninklijk Technisch Atheneum van Jette, de preventiecel van Anderlecht Coördinatie voor de Koning Boudewijnstichting: Gerrit Rauws (directeur), Hervé Lisoir (projectverantwoordelijke), Els Heyde (assistente) Grafisch concept en vormgeving: SignéLazer Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Deze publicatie kan (gratis) besteld worden: online via www.kbs-frb.be, per e-mail naar
[email protected] of telefonisch bij het contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting, tel +32 70 233 728, fax +32 70 233 727 Wettelijk depot: D/2893/2012/10 ISBN-13: 978-90-5130-777-1 EAN: 9789051307771 Bestelnummer: 3061 Mei 2012 | Met de steun van de Nationale Loterij De Stichting heeft geprobeerd contact te nemen met al wie copyright heeft op de illustraties in deze publicatie. Indien er foto’s werden afgedrukt zonder voorkennis van de rechthebbenden, kunnen die zich wenden tot de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, 1000 Brussel.
Met medewerking van:
WOORD VOORAF
1
Woord vooraf
Ongelijkheid in gezondheid: een lokale aanpak
In België is er wat ongelijkheid in gezondheid betreft, geen verbetering merkbaar. Erger nog, volgens de conclusies van de TAHIB-studie1 (2010) verslechtert de toestand nog. Bij deze zorgwekkende vaststelling – in een land dat paradoxaal genoeg over een zeer goede gezondheidszorg beschikt – moet dringend iets worden ondernomen tegen de sociale tweedeling inzake levensverwachting in goede gezondheid. Welke acties kunnen hiertoe bijdragen? Tal van factoren beïnvloeden de sociale ongelijkheden in gezondheid. Sociaaleconomische factoren uiteraard: opleidingsniveau, tewerkstelling of werkloosheid, kwaliteit van de tewerkstelling, inkomen … Maar ook de omgeving speelt mee: leefklimaat, huisvesting, groene ruimtes, ontspanningsmogelijkheden, enz. Recente studies – van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) en andere organisaties – stellen dat we ons niet louter op curatieve zorg moeten concentreren, maar evenzeer op gezondheidspromotie, preventie en opleiding. Het gaat niet alleen om het zorgaanbod, maar ook om de leefomstandigheden en het leefklimaat. Om de ongelijkheid in gezondheid weg te werken, moeten we met andere woorden acties in verschillende domeinen doorvoeren. In die zin is het lokale niveau perfect geschikt wanneer we concrete veranderingen willen teweeg brengen. Reeds sinds vele jaren plaatst de Koning Boudewijnstichting ‘ongelijkheid in gezondheid’ bovenaan op de agenda. Naast aanbevelingen aan het beleid, geeft ze ook ondersteuning aan lokale projecten.
1
Tacking Health Inequalities in Belgium. Studie uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), het Centre d’Etudes socioéconomiques de la Santé (SESA) van de Université Catholique de Louvain (UCL) en het Steunpunt Demografie van de VUB, voor rekening van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Federaal Wetenschapsbeleid.
Met veel genoegen stellen we u in deze publicatie de vijf lokale projecten voor die in 2011 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de strijd tegen ongelijkheid in gezondheid moesten aanbinden en daarvoor de steun van de Stichting kregen. Behalve op financiering, konden ze ook rekenen op de ondersteuning van het CLPS van Brussel en LOGO Brussel, die op verzoek voor individuele begeleiding zorgden en collectieve uitwisselingsmomenten organiseerden. Bij deze vijf voorbeelden hebben we nog drie andere inspirerende projecten toegevoegd. Deze stuk voor stuk verschillende benaderingen hebben één overeenkomst: ze zijn gericht op jongeren van 15 tot 25 jaar oud, waarvan de meeste afkomstig zijn uit een achtergestelde buurt. Voor ons was de keuze voor een ondersteuning van de jongeren in een jonge en multiculturele regio vanzelfsprekend. Vooral omdat we uit de recente gezondheidsenquêtes kunnen afleiden dat 12,5% van de jonge Brusselaars oordeelt dat hij niet gezond is (tegenover 5,7% in de grootsteden in Vlaanderen en 11,7% in Wallonië). En er is nog een ander treffend cijfer: 17% van de Brusselse 18- tot 25-jarigen leeft van een bijstandsuitkering of vervangingsinkomen. Op de volgende bladzijden leest u meer over de lokale goede praktijken vóór en met jongeren in Brussel. Wij hopen dat ze een bron van inspiratie zullen blijven voor iedereen die mee de ongelijkheid in gezondheid wil wegwerken.
KONING BOUDEWIJNSTICHTING
2
Ongelijkheid in gezondheid bestrijden
Acht projecten die er toe doen P. 10
P. 12
P. 14
P. 16
BRAVVO
L’ABORDAGE
BUURTSPORT BRUSSEL
EXIL
De vzw Bravvo, die in 2004 door het College van de stad Brussel werd opgericht, centraliseert tal van diensten, zoals sociale preventie en burgerzin, en beheert in de stad een netwerk van vijf jongerencentra en een gemeenschapscentrum. www.bravvo.be
Buurtvereniging L’Abordage ijvert voor sociale cohesie in de sociale woonwijken van de gemeente Jette. In samenwerking met het wijkgezondheidscentrum ‘Esseghem’ brengt de vzw verschillende generaties samen om mensen zelfredzamer te maken en hen te helpen om andere mensen te ontmoeten.
Buurtsport Brussel creëert en optimaliseert kansen om duurzaam te sporten. Via de sport helpt de vereniging ook laaggeschoolde bevolkingsgroepen of langdurig werklozen met opleidingen zodat ze de draad in het beroepsleven weer kunnen opnemen. www.buurtsportbrussel.be
Exil, dat meer dan 30 jaar geleden werd opgericht, is een centrum voor geestelijke gezondheid, gespecialiseerd in de rehabilitatie van vluchtelingen die in hun land van herkomst het slachtoffer werden van martelingen en/of gewelddaden. Het multidisciplinaire en multiculturele team van het centrum biedt medische, psychische en sociale steun aan iedereen die het slachtoffer is van georganiseerd geweld, zowel voor de vluchtelingen als hun familie. www.exil.be
HET PROJECT:
‘Young, sex, love and… Protection’. Gezondheidspromotie over relaties, seksualiteit en gevoelens
HET PROJECT:
‘No Stress!’
Jongeren juiste informatie geven over seksualiteit en hen helpen om zich verantwoordelijk te gedragen is net zo goed een onderdeel van ‘opvoeden tot burgerzin’. Dit project laat jongeren uit verschillende Brusselse wijken praten over thema’s die snel taboe zijn en gekleurd zijn door culturele waarden.
‘No Stress!’ wil de jongeren in de wijk Essegem (in Jette) zich goed in hun vel laten voelen en hun gezonde gewoonten bijbrengen. De jongeren in het project hebben zich echt geëngageerd in hun buurt door een minivoetbalclub op te richten en een zaal te vinden voor een dans- en rapclub. Ook gezonde voeding stond op de agenda. Ze namen ook aan tal van andere activiteiten deel.
Sylvie Van Donghen 02 279 65 51
[email protected]
Christophe Kurt 02 426 52 67
[email protected]
HET PROJECT:
‘Een bewegings- en gezondheidstraject voor Brusselse allochtone vrouwen’ Dankzij een traject van vier maanden, waarbij regelmatig sporten werd gecombineerd met voedings- en gezondheidsadvies, motiveerde Buurtsport een groep allochtone vrouwen om te kiezen voor een evenwichtigere levensstijl. En het werkt, want de vrouwen blijven bewegen! Anneke Vander Steene 02 412 03 53
[email protected]
HET PROJECT:
Autonomie van jonge niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMVs) Door middel van kookworkshops maakt Exil niet-begeleide minderjarige vreemdelingen zelfstandiger en socialer: men brengt de jongeren in contact met leeftijdsgenoten die al een tijdje in België leven. Dimitri Freson 02 534 53 30
[email protected]
TER INSPIRATIE
P. 18
P. 20
P. 22
P. 24
KTA JETTE
MOSAÏC
JEUGD EN STAD
Het Koninklijk Technisch Atheneum van Jette voorziet in een gevarieerd aanbod van technisch en beroepssecundair onderwijs (7 niveaus). www.kta-jette.be
De vzw Mosaïc is een multidisciplinair buurthuis voor alle jongeren in de Noordwijk. Sinds 1988 probeert dit buurthuis het fenomeen uitsluiting in te perken in deze wijk gelegen tussen het kanaal en het Simonisplein, de Leopold II-laan en de Ninoofsesteenweg.
De activiteiten van Jeugd en Stad (JES), gevestigd in Molenbeek, richten zich op welzijn, opleiding en vrije tijd. De organisatie concentreert zich op jongeren en werkt met een netwerk van verenigingen op het terrein, op alle domeinen waar jongeren in de stad mee te maken hebben: onderwijs, gezondheid, cultuur, sport, ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu… www.jes.be
PREVENTIECEL VAN ANDERLECHT
HET PROJECT:
Drempelverlagende gezondheidscommunicatie voor jongeren door jongeren: een brug tussen hoger en secundair onderwijs 150 leerlingen van het 5de, 6de en 7de jaar middelbaar van het KTA in Jette kregen de kans om op medische consultatie te gaan bij laatstejaarsstudenten geneeskunde/farmaceutische wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel (VUB). De bedoeling was om barrières te doorbreken en jongeren de kans te geven om met een huisarts in opleiding te praten over hun vragen in verband met gezondheid. Op die manier werden gezondheid en geneeskunde toegankelijker en werd een brug geslagen tussen middelbaar en hoger onderwijs. Jim Lafere 02 478 73 79
[email protected]
HET PROJECT:
Uitwisseling en expressie via drama Aan de jongeren een uitweg aanbieden voor uitsluiting, hun nieuwe wegen, andere waarden leren kennen. Hét werkmiddel van Mosaïc verloopt via ‘drama’: een pedagogisch verantwoorde methode die het ludieke en het artistieke verder uitdiept en de mogelijkheden en talenten van de deelnemers tot hun recht laat komen. Door hun eigen ervaringen weer te geven via toneelspel, leren de jongeren ook wat verdraagzaamheid en openheid voor elkaar betekent. Gwendoline Hengchen 02 410 07 42
[email protected]
HET PROJECT:
‘Kort op de Bal’ JES volgt al gedurende twee jaar zeven voetbalclubs in achtergestelde buurten in Brussel. Samen met de jongeren en vrijwilligers leggen vier animatoren hun sportieve en sociaaleducatieve talenten in de weegschaal en steunen zij de ontwikkeling en de structuur van voetbalclubs die tot dan toe nauwelijks standhielden. Tim Verheyen 02 411 68 83
[email protected]
3
De Preventiecel van de gemeente Anderlecht zet projecten voor sociale cohesie op die gericht zijn op jongeren. In de gemeenschapsruimte ‘La Bougie’ kunnen de jongeren aan culturele activiteiten deelnemen. HET PROJECT:
Workshops schrijven en musiceren Schrijfworkshops zijn uitgegroeid tot muziekworkshops en deze twee activiteiten worden nu naast elkaar aangeboden. Zo ontstonden slam- of hiphopgroepen die componeren en/of uitvoeren. Af en toe treden ze ook op, in de gemeente of daarbuiten. Shacques Bergane 0486 91 68 78
[email protected]
4
EXPERTISE
De partners van de Koning Boudewijnstichting Om op lokaal vlak meer effect te hebben en de projectoproepen inzake ‘Ongelijkheid in gezondheid’ beter te kunnen volgen, heeft de Koning Boudewijnstichting zich omringd met partners die haar kunnen helpen om de lokale initiatieven te identificeren, te steunen en te beoordelen. OPRICHTING VAN EEN BEGELEIDINGSCOMITÉ Bij de lancering van het programma ‘Ongelijkheid in gezondheid’ vroeg de Koning Boudewijnstichting enkele partners om een regionaal Begeleidingscomité (BC) op te richten dat mee de lokale dynamiek kan identificeren en steunen. Dit BC is samengesteld uit het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad, het Centre Local de Promotion de la Santé (CLPS) van Brussel, LOGO (Lokaal Gezondheidsoverleg) Brussel en Brussel Gezond Stadsgewest en het werkt sectoroverschrijdend en bicommunautair. Het zou onder meer een ondersteunend instrument kunnen worden voor lokale projecten die de strijd tegen sociale ongelijkheden in gezondheid aanbinden. Een kennismaking met de partners, die hier hun betrokkenheid bij het programma toelichten.
CENTRE LOCAL DE PROMOTION DE LA SANTÉ (CLPS) VAN BRUSSEL Het CLPS van Brussel is een instelling die door de Franse Gemeenschap erkend is en de steun krijgt van de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof) om op het vlak van gezondheidsbevordering verschillende taken op het Brusselse grondgebied uit te voeren. Het CLPS biedt methodologische ondersteuning aan instellingen en personen die veldwerk verrichten op het vlak van gezondheidsbevordering en preventie, onder andere via tools voor gezondheidsbevordering en preventie (documentatie, opleidingen, werkmiddelen, expertise). In Brussel brengt het CLPS een dynamiek op gang die het aangaan van partnerschappen, het intersectoreel werken en gemeentelijke
participatie stimuleert. Binnen de Franse Gemeenschap zijn er 10 CLPS actief die een gemeenschappelijk vijfjarenplan volgen om van daaruit binnen hun eigen specifieke lokale context en vanuit de eigen middelen een gecoördineerd activiteitenprogramma op te zetten. Gesprek met Patricia Thiébaut, teamlid van het CLPS van Brussel Welke rol speelde het CLPS bij de uitvoering van de projecten inzake ‘Ongelijkheid in gezondheid’, die door de Koning Boudewijnstichting werden gesteund? Als lid van het BC heeft het CLPS in eerste instantie de Koning Boudewijnstichting geholpen om specifieke criteria op te stellen voor de projectoproep ‘Ongelijkheid in gezondheid’ in het Brussels Gewest voor de jongeren. In die zin wilden we weergeven op welke verschillende manieren het onderwerp gezondheid bij deze doelgroep kan worden aangekaart, en die manieren dan op elkaar doen afstemmen. Gezondheid is een globaal begrip. Het moet gezien worden in een netwerk van factoren waarvan sociale interactie één van de basisvoorwaarden is. Samen zijn is immers ook gezondheid. Voor jongeren is gezondheid een begrip waar ze zich niet echt druk om maken, tenzij ze ziek zijn. Het milieu, huisvesting, een sport beoefenen…. dit zijn allemaal factoren die een invloed hebben op iemands gezondheid. Voor de jongeren is sport in de eerste plaats een passie. Wanneer je ze specifiek vraagt naar het aspect gezondheid zullen ze schoorvoetend toegeven dat er “wel ergens een vaag verband is omdat ze gestopt zijn met roken om minder snel buiten adem te raken wanneer ze aan het lopen zijn”. Ze doen echter in de eerste plaats aan sport omdat ze erdoor begeesterd zijn. Het is dus interessant om te zien hoe op verschillende manieren wordt geantwoord op deze brede vraag. Welk type van begeleiding hebben jullie voorgesteld? We hebben de projecten een individuele begeleiding aangeboden, als ze daarom vroegen. Vervolgens hebben we de geselecteerde organisaties enkele keren ontmoet. We helpen hen om hun aanpak te objectiveren, door hun een methodologie, advies, contacten, enz. aan te bieden. De verenigingen zetten voor ons hun situatie uiteen en heel vaak hebben deze professionals het best wel moeilijk, want zij moeten niet alleen het denkwerk op zich nemen, maar ook zelf op zoek gaan naar budgetten. In samenwerking met de partners hebben we ook een steentje
DE PARTNERS VAN DE KONING BOUDEWIJNSTICHTING
bijgedragen voor het gebruik van een nieuwe tool waarmee ze hun project kunnen toetsen, namelijk de SONG-scan: dit praktische werkinstrument kan lokale actoren helpen om aan hun activiteiten de dimensie ‘ongelijkheid in gezondheid’ toe te voegen. Verder organiseerde het CLPS samen met de andere partners en de Stichting enkele ontmoetingsdagen voor alle gelecteerde projecten van de oproep. In het begin kenden de organisaties elkaar niet. Bij deze gelegenheden konden ze ervaringen uitwisselen, vanuit een collectief standpunt ‘meebouwen’ aan projecten, goede praktijken met elkaar delen en vooral ook netwerken. Hoe is de samenwerking met LOGO (Lokaal GezondheidsOverleg), de Nederlandstalige partner in Brussel, verlopen? Het CLPS en LOGO Brussel werken regelmatig samen voor bicommunautaire aangelegenheden, bijvoorbeeld wat (borst)kankerscreening betreft. Onze aanpak is misschien wel verschillend, maar toch zitten we voor gemeenschappelijke projecten op dezelfde golflengte. We hadden samen ook verschillende ontmoetingen met het Observatorium Welzijn en Gezondheid, om een benadering uit te werken die we aan de projectpromotoren wilden voorleggen.
LOGO (LOKAAL GEZONDHEIDSOVERLEG) BRUSSEL LOGO Brussel is één van de 15 LOGO’s die door de Vlaamse Gemeenschap in het leven werden geroepen om in een bepaalde regio met organisaties op het terrein projecten rond gezondheidspromotie uit te werken. In Brussel is het LOGO ingebed in de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het benadert gezondheidspromotie binnen een stedelijke omgeving met een focus op kwetsbare groepen en etnische culturele minderheden. Gesprek met Heidi Du Laing, coördinatrice bij LOGO Brussel Welke rol speelde LOGO bij de uitvoering van de projecten inzake ‘Ongelijkheid in gezondheid’, die door de Koning Boudewijnstichting werden gesteund? Samen met de andere Brusselse partners ging LOGO na hoe de projectoproep goed omschreven kon worden. Dit werd afgetoetst in twee overlegmomenten met Nederlands- en Franstalige terreinorganisaties. Wat onze eigen opdracht betreft, geloven wij vooral in het ondersteunen van organisaties, bv. scholen, bij het uitwerken van een goed gezondheidsbeleid. Gezondheidspromotie is niet alleen mensen informatie aanreiken, zeker in deze grootstad is het gezonder maken van hun leefomgeving even belangrijk, vandaar dat we ook wijkgerichte gezondheidsprojecten ondersteunen. Zodra de projecten van de KBS-oproep geselecteerd waren, kregen LOGO en CLPS de opdracht om de projecten te begeleiden. Elk project was anders en die diversiteit maakte het geheel des te interessanter. Neem nu bijvoorbeeld Buurtsport Brussel, in Molenbeek. Het project was al in volle uitvoering toen we deze mensen voor het eerst ontmoetten. We hebben hen vooral in contact gebracht met andere lokale organisaties die in ons netwerk zitten om zo de sportactiviteiten te promoten. In een latere fase heeft de projectleider ons samen met andere betrokken partners aan tafel gebracht om na te denken over manieren om het project verder te ontwikkelen naargelang van de behoeften en verwachtingen van doelgroep. Hier kwam onze ervaring met andere gezondheidsprojecten en netwerking van pas.
5
Wat onthoudt u van deze samenwerking? In de eerste plaats natuurlijk dat elk project gedragen wordt door mensen die al hun energie erin stoppen om hun ‘doelpubliek’ te laten vooruit gaan, om hun gezondheid positief te beïnvloeden. Wat ik van deze ervaring aan de zijde van de Koning Boudewijnstichting ook zal onthouden, is dat het een gelegenheid was om met andere organisaties, en in het bijzonder met het CLPS, samen te werken. Gezondheidspromotie is geen eenvoudige kwestie in een tweetalig land en gewest. Net zoals de overige 14 LOGO’s in Vlaanderen moeten we ons houden aan de richtlijnen van de Vlaamse Gemeenschap. Het CLPS hangt af van de Franse Gemeenschap die soms andere accenten en methodieken hanteert. Maar gezondheid kent geen grenzen, zeker geen taalgrenzen! Dankzij de overeenkomst met de KBS konden we samen met het CLPS o.a. twee tweetalige ontmoetingsmomenten organiseren met de projecten, wat toch een meerwaarde is. KTA Jette en L’Abordage zitten bv. op een boogscheut van elkaar in Jette en toch hadden ze elkaar nog niet ontmoet. Wat zijn de basiscriteria voor een project dat ongelijkheid in gezondheid wil aanpakken? Het is moeilijk om over criteria te spreken. We merkten bij de ontmoetingsmomenten tussen de projecten onderling dat ze allemaal een aantal aspecten belangrijk vinden. Ten eerste is de sociale mix al een belangrijk element: projecten merken dat het niet evident is om mensen met een verschillende sociale, culturele achtergrond samen te brengen, maar dat dit toch telkens de bedoeling moet blijven. Vervolgens is het duidelijk dat we ons moeten afvragen wat deze projecten zeer concreet opleveren voor de betrokken jongeren. Een derde criterium dat volgens ons essentieel is: we willen projecten steunen die van het dagdagelijkse leven van de mensen vertrekken. Zeker wanneer we met moeilijk bereikbare groepen werken, kan een bottom-up project vaak meer bereiken dan een grootschalige topdown campagne. En zo komen we bij een laatste belangrijk punt in gezondheidspromotie: we beseffen meer en meer dat we bijna op maat van de mensen, in hun buurt en met hen moeten werken. Voorbeeldprojecten zijn projecten die het resultaat zijn van ‘samen bouwen’. Dat is een elementaire garantie voor succes.
HET OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL-HOOFDSTAD Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad is een studiedienst van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GGC). De dienst moet onder meer informatie inzamelen, analyseren en verspreiden om aan de hand daarvan een gecoördineerd beleid uit te werken op het vlak van volksgezondheid en de strijd tegen armoede in het Brussels Gewest. Verder fungeert het Observatorium ook als schakel tussen de actoren op het terrein, de wetenschappelijke wereld en de politici. Gesprek met Peter Verduyckt, wetenschappelijk medewerker bij het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad Welke bijdrage heeft het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn geleverd tot het programma ‘Ongelijkheid in gezondheid’, dat door de Koning Boudewijnstichting wordt uitgevoerd? Als studiedienst werkt het Observatorium al vele jaren lang met de Koning Boudewijnstichting samen. Eind 2009 vroeg de Stichting om haar Brusselse partner te zijn en samen te ijveren voor een daling
6
DE PARTNERS VAN DE KONING BOUDEWIJNSTICHTING
van de ongelijkheid in gezondheid, mede dankzij een focus op goede lokale prakijken. Aanvankelijk wilde de Stichting maar één bicommunautaire partner voor Brussel en daarom richtte ze zich tot het Observatorium. De opdracht was echter heel omvangrijk: wij zijn een studiedienst, praktijken coördineren is niet onze taak – dat is de taak van de Centres Locaux de Promotion de la Santé (CLPS) en de LOGO’s (Lokaal GezondheidsOverleg). Daarom hebben we besloten om in Brussel een gezondheidsplatform te creëren, met aan onze zijde: het CLPS, LOGO Brussel en Brussel Gezond Stadsgewest. Samen hebben we bepaald welk type van projecten steun moest krijgen in het kader van de KBS-projectoproep in 2010. We hebben tevens mee de samenstelling van de jury voor deze oproep uitgezocht. Vervolgens hebben we de fakkel doorgegeven aan het CLPS en LOGO Brussel, die de begeleiding en follow-up op het terrein op zich namen. Verder hebben we meegewerkt aan de intervisievergaderingen waaraan ook alle projectverantwoordelijken deelnamen, en aan de eindevaluatie. Wat wordt bedoeld met ‘Ongelijkheid in gezondheid’? Gezondheid is onlosmakelijk verbonden met het sociale welzijn en met de tegenpool daarvan: armoede. Zoals onze naam het al aangeeft, vormt dat dé kernopdracht van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn. Sociale ongelijkheden in gezondheid blijven hardnekkig bestaan en hebben in België zelfs de neiging om nog erger te worden. Het gaat om veel meer dan louter een verschil tussen gegoeden en kansarmen, het gaat om een gradiënt, die heel de bevolking aangaat en op alle fasen in het leven betrekking heeft. Deze ongelijkheden hebben velerlei oorzaken, die op het eerste gezicht niets met de gezondheid te maken lijken te hebben: opleidingsniveau, kans op werk, werkomstandigheden, leefmilieu, huisvestingsbeleid, toegang tot de gezondheidszorg, kosten voor zorgverlening… Deze factoren hebben een cumulatieve invloed op de gezondheid: vaak zijn het immers dezelfde mensen die kampen met belastend werk, een vervuilde of stresserende omgeving, een onzekere woonsituatie… en bovendien cumuleren ze al vanaf hun geboorte (of zelfs daarvoor nog) en hun hele leven lang negatieve factoren. Deze vicieuze cirkel maakt de gezondheidsproblemen in de loop van de tijd alleen maar erger. Waarom hebt u specifiek voor de jongeren als doelgroep gekozen? De jonge volwassenen, die in Brussel ten opzichte van de rest van het land oververtegenwoordigd zijn, vormen op het vlak van gezondheid een kwetsbare groep. Volgens de enquêtes van Volksgezondheid1 vinden de jonge Brusselaars vaker dan de jongeren van de andere grote steden in ons land, dat ze een slechte gezondheid hebben. Hier liggen de werkloosheidscijfers ook hoger, is de scholingsgraad lager, enz. De voorbije twintig jaar is de Brusselse bevolking blijven groeien en toch worden de jonge volwassen in de beleidsinitiatieven en structuren inzake sociale aangelegenheden, cultuur en gezondheid vaak ‘over het hoofd gezien’. Ze zijn geen kinderen meer, maar ze zijn ook nog niet echt volwassen, ze bevinden zich op een tweesprong in hun leven, maar worden niet als volwaardige gesprekspartners beschouwd. Jongeren zijn misschien kwetsbaar, maar zij zijn ook de ouders van de toekomstige generatie. Daarom is het des te belangrijker dat we ons om hun gezondheid en vooral ook om hun welzijn bekommeren. 1 Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad, Situatieoverzicht van de gezondheid in het Brussels Gewest 2010
BRUSSEL GEZOND STADSGEWEST (BGS) Sinds 2002 maakt het Brussels Gewest officieel deel uit van de Gezonde Steden (Healthy Cities) van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Met deze benadering wil het Gewest de Brusselaars een (beter) welzijn geven. Met het oog op het programma voor Gezonde Steden werd een permanent samenwerkingsverband op het getouw gezet tussen de administraties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de drie Gemeenschapcommissiess en de Brusselse organisaties. Gesprek met Nicole Purnôde, coördinatrice van de vzw Brussel Gezond Stadsgewest (BGS) Hoe hebt u bijgedragen tot de projecten ‘Ongelijkheid in gezondheid’, die door de Koning Boudewijnstichting werden ondersteund? In vergelijking met de andere partners was onze inbreng eerder van beschouwende aard, met een kijk vanop afstand, laat ons zeggen, in tegenstelling tot de organisaties met meer expertise op het terrein. Maar we kennen de leden van het begeleidingscomité van de Koning Boudewijnstichting zeer goed, want zij behoren ook tot het technische comité van de organisatie Brussel Gezond Stadsgewest. Omdat we van een lokale situatie uitgaan, moesten wij het project eveneens in een overkoepelende situatie plaatsen. En precies dat was onze taak: wij zoeken alle organisaties die er in een bepaalde sector mee kunnen toe leiden dat een project een succes wordt. Kunt u dat overkoepelende aspect toelichten? Volgens de WGO kadert de gezondheid in een sociaal model dat in feite de einduitkomst is van levensomstandigheden, culturele invloeden, omgevingskenmerken, maatschappelijke en psychologische factoren. In die zin is het thema dan ook transversaal. Wij moeten met andere woorden ‘opnieuw mengen’ wat de overheid heeft opgesplitst. Het technisch comité van BGS bijvoorbeeld omvat alle dimensies – stedenbouwkunde, onderwijs, milieu, huisvesting, werkgelegenheid, openbaar vervoer, cultuur, enz. Het sectorbeleid moet dus coherent en synergetisch worden gemaakt. Uiteraard kunnen we door de complexiteit van de gezondheidsproblemen die zich op een gegeven grondgebied voordoen, niet anders dan met de vele ontvangende partijen in kwestie partnerschappens afsluiten. We ontleden met andere woorden de projecten om partners te vinden met wie we samen bepaalde problemen kunnen aanpakken; we streven ernaar dat de verenigingen bij de juiste instanties en de juiste personen aankloppen. We willen met ons project meer specifiek dat alle vooruitzichten in overweging worden genomen en dat de verenigingen verdergaan dan hun eigen domein. Wat vindt u van deze projecten die in de eerste plaats op jongeren gericht zijn? Het is duidelijk dat in het Brussels Gewest, in tegenstelling tot de andere gewesten, de tendensen omkeren: onze bevolking wordt jonger. We bevinden ons in een zeer levendige omgeving, maar het is verontrustend dat de jongeren met zoveel moeilijkheden te kampen krijgen. Toch is het belangrijk dat we de jongeren niet brandmerken als een ‘probleemcategorie’. We mogen niet vergeten dat een stad iedereen is, alle leeftijdscategorieën en alle burgers samen. Als jongeren beter aanvaard willen worden, moeten ze ook leren hoe ze met de andere generaties moeten omgaan. Alle actoren, alle inwoners moeten worden gemobiliseerd, zeker in een alsmaar veelzijdigere samenleving. Bij BGS ijveren we ervoor dat zoveel mogelijk burgers over de conceptie en follow-up van publieke acties inlichtingen kunnen inwinnen, ervan kunnen getuigen of erover kunnen debatteren en er ook aan kunnen deelnemen.
7
GEZONDHEID IN STATISTIEKEN
Jongeren en gezondheid in enkele cijfers “Elke stap hoger op de sociale en educatieve ladder ‘biedt’ gezondheid,” beklemtoont Peter Verduyckt, van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad. BRUSSEL: MULTICULTUREEL, JONG EN SOCIAALECONOMISCH HETEROGEEN Een van de belangrijkste kenmerken van het Brussels Gewest is zijn multiculturaliteit. Families afkomstig van de historische immigratie van de jaren zestig en zeventig of nieuwkomers, Europese migranten aangetrokken door de internationale instellingen of asielzoekers, op 1 januari 2008 telde het Gewest officieel 28,1% inwoners 1 van niet-Belgische nationaliteit. Bij één geboorte op de twee in Brussel heeft de moeder niet de Belgische nationaliteit.
Het multiculturele Brussels gewest is ook gemiddeld jonger dan de rest van België: bij de niet-Belgen zijn er in verhouding immers meer jonge volwassenen en minder ouderen. De structuur van de leeftijdspiramide in het Brussels Gewest wordt met andere woorden gekenmerkt door een verbreding van de basis, met een toenemend aantal jonge kinderen en jonge volwassenen. In tegenstelling tot de rest van het land daalt de gemiddelde leeftijd hier. Bevolkingshistogram van het Brussels Gewest op 01/01/2000 en 01/01/2010
Aantal en percentage geboortes in Brussel, volgens de nationaliteit van de moeder – cijfers 1998-2006 aantal
%
België
74 767
54,2
EU-15 (zonder België)
17 495
12,7
Marokko
16 746
12,1
4 636
3,4
Nieuwe lidstaten EU-27 Turkije
4 301
3,1
Andere Subsaharisch Afrika
4 208
3,0
Congo (DRC)
3 737
2,7
Oost-Europa niet-EU-27 en Rusland
3 578
2,6
Zuid/Oost Azië
2 455
1,8
Zuid/Centraal-Amerika en Caraïben
2 269
1,6
Andere Maghreblanden en Egypte
1 360
1,0
Noord/West-Azië en Nabije Oosten
1 400
1,0
Noord-Amerika
533
0,4
Andere Europa
163
0,1
Andere Totaal Bron: Statistische formulieren voor geboorte, Observatorium voor Gezondheid en Welzijn
306
0,2
137 954
100
Mannen 2000
Vrouwen 2000
Mannen 2010
Vrouwen 2010
BELG 95 jaar + 90-94 jaar 85-89 jaar 80-84 jaar 75-79 jaar 70-74 jaar 65-69 jaar 60-64 jaar 55-59 jaar 50-54 jaar 45-49 jaar 40-44 jaar 35-39 jaar 30-34 jaar 25-29 jaar 20-24 jaar 15-19 jaar 10-14 jaar 5-9 jaar 0-4 jaar
50 000
40 000
30 000
20 000
10 000
0
10 000
20 000
30 000
40 000
50 000
Totaal
NIET-BELG
TOTAAL
1 815 4 606 16 272 22 467 26 293 27 291 29 328 37 839 42 188 45 416 47 872 48 607 50 819 53 472 55 093 48 203 46 264 46 000 51 353 61 270
151 380 1 390 2 815 4 797 6 580 7 894 11 006 14 132 18 109 23 691 30 352 37 252 43 153 39 987 24 734 13 013 12 656 14 685 20 293
1 966 4 986 17 662 25 282 31 090 33 871 37 222 48 845 56 320 63 525 71 563 78 959 88 071 96 625 95 080 72 937 59 277 58 656 66 038 81 563
762 468
327 070
1 089 538
Bron: Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, Rijksregister 2010
Brussel mag dan al jong zijn, toch haalt het niet echt voordeel uit dit potentieel aan stuwende kracht: meer dan een vijfde van de bevolking (21%) beschikt niet over een inkomen uit arbeid 2 , dat wil zeggen een percentage dat een pak hoger ligt dan het nationale gemiddelde (13%). Dit trieste record heeft vooral betrekking op de jongeren, zeker omdat Brussel ook het grootste aantal laaggeschoolde jongeren telt.
8
GEZONDHEID IN STATISTIEKEN
Welke indicator inzake sociale aangelegenheden en gezondheid ook wordt geanalyseerd, het hart van de hoofdstad en de zogenaamde ‘croissant’ – aan weerszijden van het Kanaal – zijn het hardst getroffen.
Aandeel van de werklozen in de actieve bevolking
GEZONDHEID EN MAATSCHAPPELIJK WELZIJN: ONLOSMAKELIJK VERBONDEN
37-56 27-36 19-26 13-18 4-12
%
0
<200 inwoners of <250 inw/km2
1
2 km
Bron: NIS – Algemene Socio-economische Enquête 2001
Aanwijzing dat de gezondheid niet als goed wordt ervaren
Huisvesting en comfort (typologie)
type 1 groot comfort type 2 type 3 type 4 type 5 type 6 type 7 zonder klein comfort
1,21 - 2,04 1,06 - 1,20 0,96 - 1,05 0,81 - 0,95 0,43 - 0,80
<200 inwoners of <250 inw/km
De sociale ongelijkheden in gezondheid – die in ons land nog hardnekkig blijven bestaan – zijn meer dan gewoon het verschil tussen gegoeden en kansarmen: het is een gradiënt die de hele bevolking doorkruist en op alle fasen in het leven betrekking heeft. Meer dan een vierde van de Brusselaars leeft onder de armoederisicodrempel; 28% van de baby’s wordt er geboren in een gezin zonder inkomen uit arbeid en 17% heeft een alleenstaande moeder… In Brussel zijn de ongelijkheden in gezondheid bijzonder groot, vanaf de geboorte en dit het hele leven lang. Het gevaar bestaat dat zich chronische ziekten, ongevallen of geestelijke gezondheidsproblemen voordoen, die meer voorkomen en overlappen naarmate iemand zich lager op de sociale ladder bevindt. Deze balans wordt nog versterkt door de typische territoriale segregatie van het Gewest.
2
Bron: NIS – Algemene Socio-economische Enquête 2001
0
1
2 km
<200 inwoners of <250 inw/km2
Bron: NIS – Algemene Socio-economische Enquête 2001
0
1
2 km
GEZONDHEID IN STATISTIEKEN
DE JONGEREN: EEN KWETSBARE GROEP De jongvolwassenen, die in Brussel ten opzichte van de rest van het land oververtegenwoordigd zijn, vormen op het vlak van gezondheid een kwetsbare groep. Volgens de enquêtes van volksgezondheid 3 vinden jonge Brusselaars vaker dat ze niet gezond zijn, dan de jongeren uit de andere grote steden van het land. Hier liggen de werkloosheidscijfers ook hoger, is de scholingsgraad lager, enz. In Brussel leeft ongeveer één op de vijf jongeren (18,8%) van een sociaal of vervangingsinkomen: OCMW, werkloosheidsuitkering, tegemoetkoming aan personen met een handicap… De 15- tot 24-jarigen in Brussel kampen ook vaker met geestelijke gezondheidsproblemen, zoals angst, slaapstoornissen of depressie. Dit is een uitermate verontrustend fenomeen: geestelijke gezondheid is een conditio sine qua non voor de sociaaleconomische ontwikkeling van het individu en zijn lichamelijke gezondheid heeft er alleen maar baat bij. Depressie, angst en de symptomen die doorgaans met een zwakke geestelijke gezondheid gepaard gaan, vormen vaak het beginpunt van een vicieuze cirkel waar je maar moeilijk weer uit geraakt. Aandeel van de 15-24 jarigen met een geestelijk gezondheidsprobleem, 2008 30% 25
Mannen
Vrouwen
20 15 10 5 0
Vlaanderen
Brussel
Wallonië
Bron: Nationale Gezondheidsenquête
Tot slot wijzen we er ook op dat jonge Brusselaars vaker dan die in de andere twee gewesten, hun gezondheidszorg uitstellen om financiële redenen. Percentage van 15- tot 24-jarigen die hun gezondheidszorg moesten uitstellen 45 Vlaanderen 40
Brussel
Voor Peter Verduyckt van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn BrusselHoofdstad “moeten in de eerste plaats de sociaaleconomische omstandigheden van de minstbedeelden verbeterd worden als we aan een betere gezondheid willen werken.” WELKE STAPPEN MOETEN ONDERNOMEN WORDEN VOOR EEN BETERE GEZONDHEID BIJ DE BRUSSELSE JONGEREN? Brussel is zeer zeker niet de slechtste leerling van alle grote Europese steden, maar toch is het absoluut noodzakelijk dat de verschillen en sociale onrechtvaardigheden worden terug geschroefd, wil men de gezondheid van de bevolking verbeteren. Voor Peter Verduyckt van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel-Hoofdstad “moeten in de eerste plaats de sociaaleconomische omstandigheden van de minstbedeelden verbeterd worden als we aan een betere gezondheid willen werken. Anderzijds moeten we erover nadenken hoe we een stad kunnen ontwikkelen waar mensen gemakkelijker een gezonde houding kunnen aannemen: parken, veilige fietspaden, straten waar je zonder gevaar kunt wandelen, in welke wijk dan ook … Vandaag kennen slechts enkele bevoorrechte zones in het Gewest dit exclusieve voorrecht.” We moeten met andere woorden de omgeving veranderen, op basis van het principe dat iedereen van deze veranderingen kan profiteren. Grote gezondheidscampagnes zijn slechts gericht op een deel van de bevolking, die ze misschien het minst nodig heeft. Wat de jongeren betreft, moeten de methodes voor gezondheidsbevordering opnieuw onder de loep worden genomen en moeten ze aan deze specifieke bevolkingsgroep worden aangepast. Een specifieke aanpak is onontbeerlijk, zelfs in een globaal regelgevingskader, en gezondheid moet – en dat blijkt ook uit de hierna toegelichte projecten – vanuit een ‘instrumentale’ en geen normatieve hoek worden bekeken: “Zeg niet tegen een jongere dat hij evenwichtig moet eten om gezond te zijn, maar laat hem zelf tot de vaststelling komen dat hij in zijn voetbalploeg beter presteert als hij gezond is. En vice versa.”
Wallonië 35 30 25 20 15 10 5
1
0 1997
2001
Bron: Nationale Gezondheidsenquête
2004
2008
9
2 3
Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, Rijksregister Enquête naar de arbeidskrachten 2009, FOD Economie Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Nationale Gezondheidsenquête 2008
10
PROJECTEN
Sociale preventie en burgerzin bij vzw BRAVVO
Young, Sex, Love en… Preventie De werking ‘Sociale preventie en burgerzin’ van Bravvo houdt zich in de wijken zelf bezig met grote thema’s zoals stadsmix, respect en verdraagzaamheid, maar wil zich daarnaast ook richten op wat leeft en belangrijk is voor jongeren, zoals het relationele en seksuele gevoelsleven van jongeren in een multiculturele omgeving. Vraag is hoe je dit onderwerp als gezondheidsbevorderend project aanpakt, in een context van zeer uiteenlopende achtergronden en culturen.
BRAVVO
11
“Praten over seksualiteit blijft, in welke doelgroep ook, een lastige aangelegenheid, want het raakt onze intimiteit. Andere factoren, zoals cultuur en religie, maken dit nog complexer…”
FASE 1 EERST DE ANIMATOREN ZELF OPLEIDEN
FASE 2 DE JONGEREN NEMEN DE FAKKEL OVER
Het project wil seksualiteit bespreekbaar maken en taboes doorbreken. Dit is geen eenvoudig thema om met jongeren over te praten en onze animatoren zitten zelf met bepaalde vragen en waardepatronen. “Een eerste logische stap is daarom om de animatoren zelf te ondersteunen en van de nodige methodieken te voorzien” legt Sylvie Van Donghen van Bravvo uit. Het project wordt rustig, stap voor stap uitgewerkt, om niet te bruskeren. De teams kregen een vorming van de vzw Siréas; deze organisatie is gespecialiseerd in opleidingen en is bekend van haar dienst ‘SidAids MIGRANTS’, die zich inzet voor de preventie van soa’s/aids. We willen relaties en seksualiteit grondig bespreken, animatoren moeten over voldoende kennis beschikken en ook feeling hebben met de culturele benaderingen van verschillende doelgroepen.
“Na de opleiding gaan we nog dit jaar over naar de uitvoeringsfase van het project”, voegt Sylvie Van Donghen hier nog aan toe…. De werkwijze: een groep jonge animatoren samenbrengen die voor andere jongeren een methodiek zal creëren, peers informeren peers dus. Mogelijke acties: jongeren maken een toneelstuk of clip, rappen, steken een festival in elkaar … Dit is ongetwijfeld een van de beste manieren om informatie over het thema te verspreiden, zeker in wijken waar de druk soms groot is om het onderwerp seksualiteit te vermijden. “Bovendien” vertelt Sylvie “horen we regelmatig absurde uitlatingen van jongeren! Sommige jongens kunnen het niet hebben dat meisjes zich vrij voelen, een hobby hebben, zich kleden zoals ze zelf willen … Soms worden sociale werkers zelfs bedreigd omdat ze meisjes in de jeugdcentra binnenlaten. Andere jongeren beweren dan weer dat ze een hard en gewelddadig seksleven hebben. En homoseksualiteit wordt als een taboe beschouwd.” Uiteraard moet voor elke buurt apart worden nagegaan of het zin heeft om dit thema op te nemen. Vaak zijn er andere mogelijke partners die dit ook kunnen doen, bv. wijkgezondheidscentra. De centra voor gezinsplanning zijn vaak overbelast. “Het is belangrijk om alle partners op het terrein goed te kennen. Onze medewerkers zijn echt een luisterend oor voor veel jongeren en als ze met problemen worden geconfronteerd, zoals een ongewenste zwangerschap of relatieproblemen, dan kunnen we ze naar de juiste hulpverleningsorganisatie doorverwijzen.”
WAT ZIJN DE GROTE LIJNEN VAN DEZE OPLEIDING? – De persoonlijke verwachtingen van de animatoren en van de jongeren begrijpen; – Begrijpen waarom het zo moeilijk is om over je seks- en gevoelsleven te praten; – Aan gezondheidspromotie werken, wat houdt dat precies in? Welke informatie moet men hebben over relaties en seksualiteit? – De mobilisatiefactoren begrijpen zodat dit onderwerp beter in hun leefwereld verankerd raakt: wat kan de jongeren van vandaag mobiliseren? – Tools ontwikkelen om met de jongeren te communiceren.
IN DE KIJKER - Zes volledige opleidingsdagen werden doorlopen waarbij een tiental jongeren werd opgeleid. - ‘Sida, Cartes sur Table’ (Aids, kaarten op tafel), een interactieve tentoonstelling van het Plateforme Prévention Sida, ondersteunt de promotoren van een gezonde levenshouding. Op het einde van het vormingstraject kwamen de animatoren bij deze tentoonstelling samen. Wat ze zo origineel maakt, is dat op geïllustreerde, lage tafels verschillende situaties worden weergegeven, waarmee jongeren in hun liefdesleven worden geconfronteerd.
ONTHOUDEN
Werken aan verandering, ook en in eerste instantie met de staf van de organisatie, die het eerste contact vormt met de jongeren.
GEZONDHEIDSDIMENSIES − Expressie, dialoog − Gezondheidsinformatie − Gezondheid op het vlak van seksualiteit en relaties
12
PROJECTEN
L’Abordage
Nog niet zo lang geleden hadden de jongeren van de sociale woonwijk Essegem in Jette geen sportclub, geen lokaal om muziek te spelen, te dansen of gewoon om samen te komen. Met hun project dat ze ‘No Stress!’ hebben gedoopt, is daar verandering in gekomen. Ze hebben nu een minivoetbalteam en ze organiseren ook tal van andere activiteiten, waarmee ze zich kunnen uitdrukken, een plaats of status kunnen verwerven, erkenning kunnen krijgen … en zelfs een beetje geld kunnen verdienen door deel te nemen aan wijkactiviteiten zoals een rommelmarkt of andere markt.
Photo : Oscar Elsinga
‘No Stress’ voor wijkjongeren
L’ABORDAGE
13
“Met ‘No Stress!’ hebben de jongeren furore gemaakt en het project is bijna een label geworden.”
EERSTE FASE
SOLIDAIR … EN ACTIEF
De wijk Essegem in de gemeente Jette wordt get ypeerd door de reusachtige appartementsblokken waar zo’n 1200 inwoners leven. De buurt lijkt wel van de rest van de gemeente afgesloten te zijn. “De andere inwoners van de wijk bekijken de jongeren vaak minachtend”, verklaart Christophe Kurt, animator bij L’Abordage, een vereniging die al vele jaren lang in de buurt actief is. De vzw biedt er een hele waaier van activiteiten aan die generatieoverschrijdend zijn: videoworkshops, rondetafelgesprekken en zelfs een filmfestival in openlucht… En dan hebben we het nog niet over de plannen om de buitenruimte opnieuw in te richten. De bedoeling van dit project dat in 2011 door de Koning Boudewijnstichting werd ondersteund, is om de jongeren helemaal in de actie onder te dompelen. “De doelgroep van jongeren en adolescenten wordt in de gemeente een beetje over het hoofd gezien”, gaat Christophe verder. “Daarom hebben we in de wijk affiches uitgehangen, met het verzoek om zelf een project in te dienen. Drie thema’s werden weerhouden: een minivoetbalteam (dat al 8 jaar lang in de ideeenbus zit), een danscursus en een rapcrew. Dat alles wordt dan gelinkt aan het thema gezonde voeding.”
Zodra het startschot was gegeven, kwamen de projecten op gang. Eerst werd heel de groep gemobiliseerd en volledig bij het beheer van de voetbalclub betrokken, zodat die nu beetje bij beetje autonoom kan worden. De verantwoordelijken willen nu voorstellen om ook voor de allerkleinsten een team op te richten. Maar dit is nog niet alles. De jongeren hebben zich over nog meer uitdagingen gebogen: ze vonden een zaal voor andere activiteiten, organiseerden een wijkrommelmarkt en werkten mee aan het Artiestenparcours van de gemeente. “Dit is toch wel de eerste keer dat we zo’n resultaat bekomen”, verklaart Christophe, “ze hadden maar een klein duwtje in de rug nodig!” Jammer genoeg zijn niet alle jongeren in dezelfde mate bij de projecten betrokken. De meisjes bijvoorbeeld nemen niet actief aan de activiteiten deel, maar ze zijn er wel bij aanwezig. Deze jongeren, die door lokale verantwoordelijken en door buurtbewoners vaak werden gestigmatiseerd, slagen er geleidelijk aan in om toch steun en erkenning te krijgen en bovendien raken ze van hun negatieve imago af. De transformatie is een feit: de inwoners van de wijk laten hun vooroordelen voortaan vaker voor wat ze zijn.
ONTHOUDEN
De jongeren van bij het begin bij het project betrekken, meer bepaald in de keuze van de activiteiten.
IN DE KIJKER - 30 à 40 jongeren van de wijk hebben deelgenomen aan het project ‘No Stress!’. Dankzij de steun van Brussel Gezond Stadsgewest (BGS) konden jongeren uit verschillende Brusselse gemeenten, waaronder inwoners van de wijk Essegem, naar Lyon, om er in de stadsruimte een fresco te realiseren.
GEZONDHEIDSDIMENSIES − − − −
Responsabilisering Sociale relaties Expressie, dialoog Lichaamsbeweging, sport
14
PROJECTEN
Buurtsport Brussel
Vrouwen in beweging
Sporten? Niet altijd eenvoudig als je als anderstalige vrouw in een eerder kansarme buurt in Brussel woont. Met de steun van de Koning Boudewijnstichting stelde de vzw Buurtsport Brussel een sportaanbod samen: twee tot drie keer per week sport, workshops over voeding en gezondheid, focusgroepen en vooral mensen die elkaar ontmoeten.
BUURTSPORT BRUSSEL
15
“Dit project heeft mijn levensstijl veranderd. Vandaag probeer ik keuzes te maken die gezond zijn voor mijn ganse familie.”
SPORT ALS INSTRUMENT VOOR MEER RECHTVAARDIGHEID EN HARMONIE IN DE SAMENLEVING Al meer dan 10 jaar lang zet Buurtsport zich in voor sport en voor sociale gelijkheid, en dat in vier Brusselse kansarme buurten: Molenbeek/Koekelberg, Anderlecht/Kuregem, 1000 Brussel en Schaarbeek/Noordwijk. De vereniging streeft twee doelstellingen na: enerzijds gelegenheden om aan sport te doen creëren en optimaliseren en regelmatige sportbeoefening op lange termijn in de hand werken; anderzijds via sport opleidings- en tewerkstellingskansen bieden aan laaggeschoolden en langdurig werkzoekenden.
A WOMEN’S WORLD Uit de vele sportactiviteiten die Buurtsport aanbood, kozen alle vrouwen uiteindelijk voor fitness: deze activiteit vond plaats in een zaal die uitsluitend voor vrouwen toegankelijk is, kan zowel in groep of individueel beoefend worden en dit op verschillende tijdstippen. En de belangrijkste drempel nam Buurtsport weg: men kwam tussen in de (dure) kostprijs van het fitnessabonnement! Op het programma stonden ook workshops over voeding en gezondheid. Ook hier werd gekozen voor een aanpak op maat: een diëtiste van Marokkaanse oorsprong gaf advies in eigen taal, met tips afgestemd op de culturele culinaire gewoonten van de vrouwen.
AANPASSEN AAN DE BEHOEFTEN Conform de projectoproep wou Buur tsport vooral meisjes en jonge vrouwen overtuigen om regelmatig aan lichaamsbeweging te doen en te kiezen voor een gezonde levensstijl. Het project bereikte uiteindelijk vooral dertigers, die al een gezin hebben, maar door vriendinnen ‘mond aan mond’ overtuigd werden om samen aan hun conditie te werken. Dat dit nodig was, bewees een fitheidstest bij de start van het project in samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel (VUB). De meeste vrouwen hadden een middelmatige tot zwakke conditie, meer dan twee derde kampte met overgewicht en meer dan de helft van de vrouwen had een buikomtrek van meer dan 90 cm, wat verhoogde gezondheidsrisico’s inhoudt.
VOORDELEN OP LANGE TERMIJN Het project liep af, maar gelukkig zijn heel wat vrouwen blijven bewegen. Ze hebben de smaak van het sporten te pakken gekregen en gaan nu zwemmen, turnen of wandelen. Buurtsport bracht hen bij elkaar, ze voelen zich er goed, en kunnen sociale contacten onderhouden. Vrouwen brengen hun kinderen mee, zodat deze ook zin krijgen in sporten.
IN DE KIJKER - 28 vrouwen zijn de verbintenis aangegaan om 2 tot 3 uur per week een sport te beoefenen en dit 15 weken lang; ze kozen allemaal voor een fitnessabonnement. - Er werden drie workshops over gezondheid en voeding georganiseerd, in samenwerking met een diëtiste van het wijkgezondheidscentrum Le Renfort.
GEZONDHEIDSDIMENSIES − Toegang tot de diensten van de gezondheidszorg − Sociale relaties − Expressie, dialoog − Lichaamsbeweging, sport, voeding ONTHOUDEN
Met een aanbod dat gericht is op een specifieke doelgroep kan je je project meer slaagkans geven. Durf hiervoor te kiezen – zelfs als je doelstelling veel breder is en zich tot meer sport of een betere gezondheid voor iedereen richt.
16
PROJECTEN
Exil
Kookles voor meer zelfstandigheid Als niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV) in België aankomen, leven ze vrij geïsoleerd. Sommigen wonen zelfs helemaal alleen in een appartement. Georganiseerde opvang moet deze minderjarigen geleidelijk aan zelfstandig maken. Door aan ‘kookworkshops’ deel te nemen, hebben sommigen onder hen niet alleen praktische ervaring opgedaan, maar ze hebben ook kennis gemaakt met andere jongeren, die al langer in ons land verblijven.
EXIL
17
“De sociale ongelijkheid in gezondheid is bij niet-begeleide minderjarige vreemdelingen nog schrijnender. Dat ze niet op voet van gelijkheid staan met andere jongeren, hoeft geen betoog.” AANPASSING AAN DE WERKELIJKHEID Minderjarige vreemdelingen die aan het project ‘koken’ 2011 van de vereniging Exil deelnamen, zijn asielzoekers die op hun regularisatie in België wachten. Ze willen zich dus graag in ons land vestigen. Vaak zijn ze zwaar getraumatiseerd en hebben ze in hun dagelijks leven te kampen met allerhande problemen: stress, geweld, verlies van zelfredzaamheid of verslaving. Het therapeutische kinder- en jongerenteam van Exil kan deze problemen begrijpen en benaderen vanuit hun multidisciplinaire aanpak van geestelijke gezondheid. Zo houden ze bij de behandeling rekening met het geweld dat de jongeren in hun land van oorsprong hebben ondergaan. De kookactiviteiten passen goed bij deze therapeutische aanpak en maken het mogelijk om de jongeren tegelijkertijd individueel en in groep te volgen. “In het begin hadden we met de kooklessen verschillende doelstellingen”, verklaart Dimitri Freson, projectverantwoordelijke bij Exil. “De praktische kant in de eerste plaats: de Belgische keuken met hun eigen cultuur vergelijken, de ingrediënten leren kennen, seizoensgebonden voedingsproducten vinden, een budget beheren… Maar het project gaat nog veel verder dan dat, want de jongeren scheppen op die manier ook emotionele banden.” Door samen te koken ontstaat solidariteit en dat is een principe waar Exil zich al lang door laat leiden.
VRIENDSCHAPSBANDEN SMEDEN De jongeren namen al snel spontaan de beslissing om ook deel te nemen aan andere activiteiten die bij de eerste workshops aansloten. Tijdens de ‘Nuit Blanche’ (2011), georganiseerd door de Dienst Cultuur van de stad Brussel, waren ze betrokken bij de creatie van het ‘Grand Restaurant’, met de wereldkeuken als thema, en ze zetten ook het ‘jongerenfeest’ op het getouw. Bij deze gelegenheden konden ze mensen leren kennen en een sociaal netwerk uitbouwen. We vernemen van Dimitri dat er zeker een vervolg komt: “We moeten de zelfredzaamheid van deze jongeren die zonder ondersteuning van een gezin leven, blijven verstevigen en daarom zijn er nog meer workshops gepland in samenwerking met de lokale gemeenschap.” Deze doelgroep vraagt ook zelf naar specifiekere thema’s, zoals seksualiteit of andere kwesties uit het dagelijks leven. We mogen niet vergeten dat deze minderjarigen een onafgebroken begeleiding nodig hebben. Als ze met moeilijkheden te kampen krijgen, hebben ze in hun omgeving geen volwassene tot wie ze zich kunnen richten.
ONTHOUDEN
Leuke en eenvoudige activiteiten die worden aangeboden om (opnieuw) met een gezondheidstraject te beginnen.
IN DE KIJKER – Meer dan 10 groepen van 60 jongeren namen aan de kookworkshops en andere verwante activiteiten deel. – Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen: in 2011 kwamen in België 483 NBMV aan (Bron: Dienst Vreemdelingenzaken). NBMV is een juridische term voor een dramatische werkelijkheid: een kind in ballingschap. Deze jongeren onder de 18 uit landen van buiten de Europese Unie komen hoofdzakelijk uit gebieden waar onzekerheid, geweld, oorlog en ellende schering en inslag zijn. Alle minderjarigen worden in eerste instantie ondergebracht in een observatie- en oriëntatiecentrum van Fedasil, het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers.
GEZONDHEIDSDIMENSIES − − − −
Responsabilisering, zelfredzaamheid Sociale relaties Expressie, dialoog Voeding
18
PROJECTEN
KTA Jette
Over gezondheid durven praten met een arts Er zijn geen domme vragen… En al zeker niet als het over gezondheid gaat. De leerlingen van het KTA (Koninklijk Technisch Atheneum) in Jette hebben het zelf kunnen ervaren: zo’n 150 leerlingen uit het 5 de, 6 de en 7 de jaar technisch en beroepsonderwijs zijn op consultatie geweest bij toekomstige artsen en apothekers, laatstejaarsstudenten van de VUB.
KTA JETTE
19
“Een brug slaan tussen het secundair en hoger onderwijs en zo de geneeskunde en dus ook de gezondheid toegankelijker, socialer en doeltreffender maken.” DE SCHOOL ALS LINK MET DE SAMENLEVING Het KTA van Jette telt ongeveer 460 leerlingen. De meeste zijn (vaak allochtone) meisjes en ze wonen in Jette of een naburige gemeente. De school biedt studierichtingen aan die zich situeren in de zachte sector: haarzorg, decoratie, esthetiek, verzorging, sociale wetenschappen… Als je de school binnenkomt, ervaar je meteen de levensvreugde en spontaniteit van jongeren die naar de toekomst kijken. Thuis is de situatie niet altijd even makkelijk: ze moeten zich over broers en zussen bekommeren, soms zijn er conflicten, vaak is de situatie onzeker. En welke plaats krijgt gezondheid in hun leven? Sommigen hebben wel een huisarts, maar dat is duur… En trouwens, is die wel te vertrouwen, want in vele gevallen is deze persoon dezelfde als die van de ouders… Ook zijn er zaken waarvoor je nu eenmaal niet naar de dokter gaat…
EEN UNIEK PARTNERSCHAP IN BRUSSEL Het project ‘Iedereen gelijk gezond’ werd in de loop van het academiejaar 2010-2011 gelanceerd en is een win-win partnerschap tussen het KTA en de VUB, die allebei in Jette gevestigd zijn. De bedoeling? Dankzij dit project konden zo’n 150 jongeren van het atheneum – leerlingen uit het 5 de, 6 de en 7de jaar – in alle vertrouwen een laatstejaarsstudent huisarts raadplegen en hem of haar de vragen stellen waar ze mee zaten (seksualiteit, gewichtstoename, uiterlijk, zelfbeeld…). Zo kregen ze ook een beter inzicht in de Belgische gezondheidszorg.
Bij de VUB zijn er geen verkeerde vragen… En ook geen verkeerde antwoorden. De laatstejaarsstudenten huisarts kwamen dankzij dit project in contact met echte patiënten: jongeren, niet veel jonger dan zijzelf trouwens, die er geen doekjes om winden en echte antwoorden willen, in een taal die ze begrijpen. Daarenboven zijn allochtone jongeren niet direct een doelgroep waar ze tijdens hun opleiding veel mee te maken hebben. De school kreeg met dit project een beter beeld van de verwachtingen van jongeren, zodat ze er in schoolverband beter op kon inspelen. Dit wordt verder uitgewerkt in het schoolgezondheidsbeleid. Zo onderschrijft dit partnerschap een dynamiek die door meerdere studies bewezen wordt: hoe meer iemand ‘weet’ over zijn gezondheid en welzijn, hoe hoger zijn levenskwaliteit en levensverwachting.
IN DE KIJKER – 150 leerlingen van 16 tot 20 jaar oud gingen individueel op consultatie bij een laatstejaarsstudent algemene geneeskunde. – Leerlingen en studenten – verwant en toch anders – hebben de weg naar elkaar gevonden om samen te werken aan een betere gezondheid.
ONTHOUDEN
Ervoor zorgen dat alle betrokken partners ‘winnen’ bij het project: beter gewapend zijn op persoonlijk en/of professioneel vlak.
PRATEN OVER GEZONDHEID: EEN PROJECT MET TOEKOMST Dit project, dat door de Koning Boudewijnstichting ondersteund werd, liep niet af op het einde van het schooljaar. Het was de aanleiding voor een echte dialoog over gezondheid met de leerlingen. Uit die dialoog zijn nieuwe ideeën, nieuwe projecten ontstaan voor de school, in en buiten het kader van de lessen. Zo organiseerden de leerlingen van het KTA Jette het jaar daarop bijvoorbeeld zelf een welzijnsbeurs rond welzijn en gezondheid met sport, informatiestands, activiteiten rond voeding… Leraars konden zo hun lessen nog beter afstemmen op de door de leerlingen aangehaalde gezondheidsthema’s. Bovendien wordt het partnerschap met de VUB voortgezet: in januari 2012 zijn een zestigtal leerlingen uit het 5 de jaar ook op consultatie gegaan bij studenten van de VUB.
GEZONDHEIDSDIMENSIES − Expressie, dialoog − Toegang tot de diensten van de gezondheidszorg − Opleiding van de gezondheidszorgdiensten − Gezondheidsinformatie − (Voeding, sport)
20
PROJECTEN
Mosaïc
Schoolbijstand, sport en spektakel…
De vzw Mosaïc (Mouvement Social d’Action Interculturel) is al sinds 1988 in Koekelberg gevestigd en is er voor 9- tot 18-jarigen. Dit buurthuis wil ervoor zorgen dat omwonenden, die vaak van allochtone af komst zijn, minder uitsluiting ervaren. Daarom biedt Mosaïc de jongeren van Koekelberg en de omliggende gemeenten een brede waaier van activiteiten aan: schoolbijstand en sport, maar ook ‘theater’ – een aspect dat in de loop der jaren is uitgegroeid tot het uithangbord van de vereniging.
MOSAÏC
21
“Alle activiteiten zijn gratis, het enige wat wij vragen, is inzet en een regelmatige aanwezigheid. Zo ‘betalen’ de jongeren ons!”
‘THEATER’: DAT MAG GEZIEN WORDEN
EEN PROJECT DAT VRUCHTEN AFWERPT
Theater – in sommige landen een onderdeel van het leerprogramma – is voor Mosaïc een belangrijke methodiek. Op een ludieke en artistieke manier komen allerlei vaardigheden van jongeren aan het licht. De jongeren kunnen zich er ongeremd uiten, ze leren wat het betekent om verdraagzaam te zijn en open te staan voor elkaar. Ze kunnen zich afreageren door in de huid te kruipen van een personage; de deelnemers ondergaan als het ware een metamorfose en zijn evenwaardig. Een jongere heeft op dat moment evenveel te zeggen als een monitor. “We spelen geen rol, we zijn een personage als we op de scène staan”, legt een begeleider uit. “Met drama kunnen we dingen van onszelf laten zien en dat maakt het leven gemakkelijker. In eerste instantie is het de bedoeling dat de jongeren zichzelf beter leren kennen, hun zelfvertrouwen opkrikken en hun levenservaringen meedelen. Dat kan grappig zijn, maar ook triestig, gewelddadig of uitgelaten.”
“Wat het succes van het Mosaïc-project wellicht het beste weergeeft, is het feit dat alle vrijwilligers hier oudgedienden zijn”, verklaart Gwendoline Hengchen, verantwoordelijke van de vereniging. Sommige jongeren die ooit steun vonden in dit buurthuis, zijn een succesvolle beroepsloopbaan begonnen, als kinesist of leraar bijvoorbeeld. Het gebeurt ook dat een jongere die vroeger agressief gedrag vertoonde er voortaan in slaagt om zichzelf in de samenleving te beheersen.
Mosaïc is ook begonnen met de organisatie van voorstellingen op basis van de dramasessies. Deze voorstellingen waren zo’n succes dat de vzw besloten heeft om aan verschillende festivals in België en in het buitenland deel te nemen. Utopia is de afdeling van Mosaïc die voorstellingen en animatiesessies verzorgt. “Heel wat verenigingen, en zelfs grote bedrijven zoals de MIVB, vragen ons om te komen optreden. We hebben zelfs al voor de huidige Eerste minister Di Rupo gespeeld.”
Het basisprincipe gaat uit van de zekerheid dat iedereen talenten heeft. Gwendoline gaat verder: “We spreken van succes als een jongere ons niet meer nodig heeft, zichzelf gewapend heeft om sterk te staan in het leven. Er zijn ook jongeren die zouden kunnen vertrekken, maar toch liever blijven.” De participatie van meisjes van Marokkaanse origine loopt niet altijd vlot, want de activiteiten zijn gemengd en vaak mogen ze aan een project – een uitstap met verblijf bijvoorbeeld – niet deelnemen als er geen broer meegaat. “Aan die situaties moet nog worden gesleuteld”, besluit Gwendoline, “we proberen de ouders te overtuigen door met hen te praten.”
IN DE KIJKER - 45 mensen komen regelmatig naar het buurthuis. - De groep Utopia, de ‘spektakelafdeling’ van Mosaïc, nam al verschillende keren deel aan Bruxelles Babel en aan de ‘Rencontres de théâtre de banlieue’ in Avignon, Hannover en Hildesheim en trad ook al op in gevangenissen. ONTHOUDEN
Via expressie, woord of sport een echt pedagogisch proces tot stand brengen dat leidt tot de volle waardering van het individu.
GEZONDHEIDSDIMENSIES − Expressie, dialoog − Sociale relaties − Zelfbeeld
22
PROJECTEN
Jeugd en Stad (JES) Brussel
Kort op de Bal
De organisatie Jeugd en Stad (JES) Brussel volgt al vier jaar lang zeven voetbalclubs in Brussel. Samen met de jongeren en de vrijwilligers werken vier verenigingsondersteuners aan sporttechnische en sociale-educatieve vaardigheden. Zij ondersteunen ook de ontwikkeling en structuur van de clubs afhankelijk van hun noden.
JEUGD EN STAD (JES) BRUSSEL
23
“Als de club vroeger een barbecue organiseerde, kwamen er maar weinig ouders: hun inkomen is niet zo groot en bovendien was het vlees niet halal en dus konden ze niet eens mee-eten! Nu ontwikkelen we steeds vaker activiteiten samen met de ouders.”
EEN STADSLABORATORIUM
LEREN DOOR EN VOOR VOETBAL
SPECIAAL VOOR JONGEREN
‘Kort op de Bal’ moet in zeven voetbalclubs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een duurzaam kwaliteitssportbeleid invoeren.
JES, dat al 28 jaar lang actief is in Antwerpen, Gent en Brussel, kan worden omschreven als een ‘stadslaboratorium’. Ze evolueren met de stad mee door voortdurend nieuwe methodes in te voeren, nieuwe projecten te lanceren die almaar beter op de behoeften van de jongeren inspelen. Of het nu gaat om openbare ruimte, cultuur, sport, tewerkstelling, opleiding … JES geeft de voorkeur aan een geïntegreerde aanpak. JES Brussel werkt met haar op-en-top positieve kijk op de stad participatief met de jongeren samen. De organisatie sluit op het terrein tal van partnerschappen af en vormt zo een netwerk met de jeugdhuizen, cultuurhuizen, sport- en vrijetijdsclubs overal in Brussel. De prioriteit gaat naar de achtergestelde wijken in de ‘croissant’ van het stadscentrum: wijken met een uitgesproken culturele diversiteit, waar meer jongeren zijn en waar deze jongeren vaak afkomstig zijn uit gezinnen zonder inkomen of met een laag inkomen.
SPORT VOOR IEDEREEN ‘Kort op de Bal’ is een sociaal-educatief voetbalproject voor jongeren uit Brusselse voetbalclubs. Het kadert in een initiatief dat in 2008 werd gelanceerd door Vlaams Minister Bert Anciaux om sport voor iedereen toegankelijker te maken. Als bemiddelaar bij jongeren kan JES Brussel al op heel wat ervaring bogen en haar werkmethodes kunnen de werking en vaardigheden van voornamelijk sportorganisaties ondersteunen. Het was dan ook niet meer dan logisch dat aan JES Brussel werd gevraagd om het project ‘Kort op de Bal’ op te starten.
De bedoeling is om jongeren en vrijwilligers te begeleiden en op te leiden, niet alleen op sporttechnisch vlak, maar ook sociaal en educatief. Vanuit de ervaring van het veld en de noden van dat veld voerde JES een procedure in om kwetsbare doelgroepen sterker te maken. Op het programma: werken met de vrijwilligers van de club, zodat zij weten hoe ze hun club moeten beheren en ontwikkelen, hoe ze een toernooi moeten organiseren, enz.; werken met de familie van de jongeren en kinderen die in de club spelen, onder andere door de organisatie van een oudercontact; en vooral, de jongeren op basis van een programma met beproefde methodes opleiden tot trainers. Het hele jaar door, maar ook tijdens stages leren de JES-monitoren de jongeren het ‘trainersvak’ aan: sporttechnieken, uiteraard, maar ook educatieve aspecten en groepsvorming. 17- en 18-jarigen worden vaak uitgesloten uit hun sportclub en dan verliezen ze hun houvast. Door hun de kans te geven om kwaliteitstrainer te worden, kunnen ze in hun eigen buurt een sportactiviteit blijven beoefenen en tegelijkertijd voor de kinderen van deze clubs een kwaliteitsvolle, veiligere en dus ook gezondere omgeving creëren.
Kortom, net zoals met haar andere realisaties mikt JES Brussel met ‘Kort op de Bal’ op lange termijn op de ontwikkeling van een leerproces. Het einddoel is om jongeren zoveel mogelijk zelfstandig activiteiten te laten dragen. Er wordt hun verantwoordelijkheidsgevoel bijgebracht, zodat ze zelf oplossingen kunnen vinden. ‘Kort op de Bal’ is een experimenteel project, een laboratorium dat politici moet helpen om op ervaring gebaseerde beslissingen te nemen. De proefperiode loopt af in 2013. De ervaring van ‘Kort op de Bal’ wordt dan naar partners in het werkveld gecommuniceerd.
IN DE KIJKER – 7 voetbalclubs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn op de oproep van JES ingegaan en werken mee aan het project ‘Kort op de Bal’. – In één van de clubs is er een jongere van 18 jaar in geslaagd om een heus voetbaltoernooi op poten te zetten; maar liefst 400 spelers en een dertigtal vrijwilligers namen deel.
GEZONDHEIDSDIMENSIES
− Zelfbeeld, verantwoordelijkheidsgevoel − Sociale relaties − Lichaamsbeweging, sport
ONTHOUDEN
Een partnernetwerk dat ‘sectoroverschrijdend’ is; een beoordeling van de actie die op lange termijn de basis vormt voor voorzieningen – en misschien ook voor veranderingen.
24
PROJECTEN
Preventiecel van de gemeente Anderlecht
Een nieuwe muziekgolf In de gemeente Anderlecht wonen veel gemeenschappen van uiteenlopende origine samen. In deze typische kosmopolitische smeltkroes met uitgesproken cultureel pluralisme is er nood aan een plek waar de inwoners elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar kunnen kennismaken en toenadering kunnen zoeken tot elkaar. La Bougie, één van de vijf antennes van de preventiedienst, biedt jongeren al bijna twee jaar de mogelijkheid om schrijf- en muziekworkshops te volgen: een andere manier om zich uit te drukken en te communiceren. Ondertussen vinden heel wat jongeren er zichzelf.
PREVENTIECEL VAN DE GEMEENTE ANDERLECHT
DE GEBOORTE VAN EEN PASSIE De muziek heeft onmiddellijk een plaats gekregen in het hart van de jongeren uit deze buurt, waar bestaande verenigingen meestal een ander cultuur- of sportaanbod voorstellen om de sociale cohesie in de hand te werken. Waarom muziek? In de eerste plaats omdat het de passie en het talent is van een van de opvoeders en verantwoordelijken van de cel, Shacques Bergane. “Ik componeer sinds ik 14 ben”, legt hij uit, “muziek heeft mij van de straat gehouden en is in de loop van de jaren mijn lievelingsbezigheid geworden.” Ooit organiseerde hij schrijfworkshops in gevangenissen en nu kan hij zijn passie aan een jonge generatie doorgeven. Wat oorspronkelijk een pure schrijfworkshop was, is uitgegroeid tot een workshop compositie, waar je twee keer per week helemaal wordt ondergedompeld in de hiphopspirit. In dit soort workshops primeert de boodschap, zoals bij slampoëzie, en je leert jezelf uit te drukken, gevoelens met anderen te delen door met woorden te spelen. “De jongeren verwerken alles in deze voortdurend evoluerende kunst. En ook al blijft het gettomuziek, ze vertellen dingen uit hun leven, ze komen in opstand… Het is een uitlaatklep”, gaat Shacques verder.
COMPOSITIES MET GEMENGDE INVLOEDEN EN SUCCESNUMMERS Deze jongeren kunnen het goed met elkaar vinden en richten groepjes op die geen culturele grenzen hebben. Ze vinden elkaar omdat ze op dezelfde golflengte zitten en er ontstaat een echte solidariteit tussen hen. Een voorbeeld is het ‘Tiss Team’ (Métisse Team), een groep die is gegroeid uit de rapen hiphoppassie van zeven van deze jonge Anderlechtenaars. Nu organiseren ze concerten en nemen ze eigen werk op (hun eerste album komt nog dit jaar uit). Maar er zijn ook de soloartiesten. Deelnemers wachten niet noodzakelijk op de workshop om hun teksten te schrijven; dat doen ze thuis en zo wordt het een persoonlijk initiatief. Deze aanpak toont hoe een project als dit, elke jongere ertoe aanzet om over zichzelf na te denken, hoe dit hem doet groeien. Muziek is ontegenzeglijk een expressiemiddel, maar vormt ook mensen en werkt sociale integratie en professionalisering in de hand. Sommigen maken hiervan later misschien zelfs hun beroepsactiviteit. De vereniging ontwikkelt overigens tal van activiteiten die jong talent promoten – deelname aan wedstrijden bijvoorbeeld, zoals ‘Zoom Jeunes’ dat jongerenprojecten ondersteunt op het gebied van onderwijs, sport of cultuur…
25
IN DE KIJKER – Een twintigtal jongeren neemt deel aan de schrijf- en muziekworkshops; één derde zijn meisjes, twee derde zijn jongens. – De workshop organiseert concerten die door de buurtbewoners worden bijgewoond: op die manier kunnen verschillende generaties elkaar ontmoeten.
ONTHOUDEN
Kiezen voor de juiste drager die het goed doet bij het (jonge) publiek vooral wanneer men aan de gezondheid wil werken.
Deze aanpak wordt in de mate van het mogelijke ook in de andere buurtactiviteiten geïntegreerd. Zo was de workshop een activiteit tijdens de aidspreventiedag. Verder werden liedjes voorgesteld rond andere actuele thema’s: waterbescherming, oorlog, armoede en de Shoah. Deze burgerinitiatieven hangen af van de kansen die zich aandienen.
“Muziek is een goed middel om buurtproblemen (criminaliteit, geweld, enz.) tegen te gaan en om zelfvertrouwen te winnen.” GEZONDHEIDSDIMENSIES − Expressie, dialoog − Zelfbeeld − Informatie die de gezondheid ten goede komt
26
GETUIGENISSEN
Getuigenissen van jongeren Achter elk project inzake ‘ongelijkheid in gezondheid’ schuilt een eigen wereld met eigen verhalen. Of het nu gaat om culinaire, sportieve of culturele activiteiten, of het gaat om ontmoetingen rond gezondheid of sexualiteit, de jongeren die eraan deelnamen hebben zich kunnen uiten rond topics die hen na aan het hart liggen. Ondanks de moeilijkheden die ze ervaren, willen deze jongeren in hun stad of wijk een rol spelen. Hieronder enkele getuigenissen van jongeren die bij de projecten betrokken waren. Maxime, jonge sportieveling bij L’Abordage, vertelt over zijn ervaring bij het minivoetbalteam.
Mafoule, 17 jaar, afkomstig uit Guinee, deelnemer aan de kookworkshops van Exil.
“Dit project gaat over cohesie door sport. Sinds we dit project op stapel hebben gezet, worden we door de gemeente meer au sérieux genomen. Bovendien verlopen de contacten ook beter. We spreken nu met mensen met wie we al twintig jaar omgaan, zonder eerder ooit een woord met hen te hebben gewisseld! Alle generaties ontmoeten elkaar. Nu willen we voor de allerkleinsten een ploeg oprichten. Sporten is toch echt veel leuker dan thuis voor de TV te blijven hangen. Maar wie een project uitwerkt, heeft financiële steun nodig …”
“Dit project is bedoeld voor Afrikaanse jongeren. Ik vind het goed dat we Belgisch leren koken, want de Afrikaanse keuken vraagt veel meer tijd. We hebben geleerd hoe we in 15 minuten tijd een lekkere maaltijd kunnen bereiden … Het gaat snel en we sparen ook nog eens gas en elektriciteit uit! In het begin kon niemand een Belgisch gerecht noemen. Als je je eigen cultuur omruilt voor een andere, moet je je leren aanpassen.”
Sana, jonge Molenbeekse, getuigt van haar ervaring met het project van Buurtsport. “Dit project heeft mijn levenswijze veranderd. Ik probeer nu veel meer te doen: meer lichaamsbeweging, meer sport, meer inspanningen voor mijn voeding. Sporten doet me
goed en daardoor ben ik ook meer beschikbaar voor mijn gezin, want ik ben meer ontspannen. Vooral de ontmoeting met de diëtiste heeft me zin gegeven om te bewegen en om zelf op onderzoek te gaan.Nu koop ik boeken over voeding of aromatherapie. Ik ben in Laken geabonneerd op de biomand.”
Kimberley en haar klasgenoten van het KTA in Jette namen deel aan het project ‘Iedereen gelijk gezond’. “Aan de VUB (Vrije Universiteit Brussel) heb ik een echte arts ontmoet. Hij antwoordde op mijn vragen, bijvoorbeeld over mijn eetgewoonten en de maagklachten waar ik soms mee zit. En ook over mijn lichaam en over lichaamsbeweging. Je durft niet altijd met dat soort vragen zomaar naar een dokter stappen. (…) Het is wel geruststellend dat je je vragen aan een deskundige kunt voorleggen. Onze dokter thuis is die van mijn ouders. Maar hoe betrouwbaar is het beroepsgeheim? Hier leerden we dokters kennen die gemakkelijk te benaderen zijn.”
Tayino Chérubin, straatwerker bij Bravvo, volgde de opleiding ‘Young, sex, love and… Protection.’ “Op straat voeren we gesprekken met jongeren en snijden zo hun vragen inzake seksualiteit aan. Over het algemeen houd ik mij meer met specifieke problemen bezig, zoals straatbendes, potentiële criminaliteit, begeleiding van jonge gedetineerden, enz. Voor veel jongeren komt seksualiteit hierop neer dat ze op het lokale kantoor van de vereniging condooms kunnen komen halen. De opleiding – die overigens geniaal was – bezorgde mij een structuur, meer informatie en ook meer zelfvertrouwen.”
INTERVISIEDAG
27
Intervisiedag
Ervaringen delen projecten is ontstaan: meer contact tussen jongeren onderling, maar ook met de veldwerkers, de gemeentelijke overheden, de gezondheidswerkers, de verantwoordelijken van sport- of cultuurverenigingen… Ook het aspect ‘voorlichting en educatie’ is belangrijk en het opdoen van ervaringen en zelfvertrouwen kan leiden tot meer evenwicht en welzijn. Ondanks deze positieve aspecten mag men volgens de deelnemers toch niet vergeten dat er nog een lange weg moet worden afgelegd. Tijdelijke projecten zijn goed, maar de inspanningen moeten op lange termijn gecontinueerd worden. Een heel aantal projecten zal trouwens zonder de steun van de Koning Boudewijnstichting voortgezet worden.
TEKEN EEN SYSTEEM OP 21 MAART 2012 KONDEN ALLE DEELNEMERS VAN HET PROJECT ‘ONGELIJKHEID IN GEZONDHEID’ ELKAAR IN BRUSSEL ONTMOETEN EN ERVARINGEN UITWISSELEN. De projecten die ondersteuning van de KBS kregen in het kader van de oproep ‘Ongelijk gezond – Goede lokale praktijken in Brussel’ kwamen tijdens een ‘intervisienamiddag’ samen om een stand van zaken op te maken. Deze laatste intervisiedag was al de derde sinds het project van start ging. Voor het eerst werden niet alleen de organisaties zelf, de Koning Boudewijnstichting en haar Brusselse partners – het CLPS, LOGO Brussel en Brussel Gezond Stadsgewest – uitgenodigd, maar ook de jongeren die aan de projecten hadden deelgenomen. Hun mening is van groot belang, want de projecten zijn voor hen bestemd, zij moeten er een positieve ervaring aan overhouden en steun ervaren die aansluit bij hun reële noden. Tijdens deze ludieke en interactieve ontmoeting kon iedereen zijn ervaringen uitwisselen in een gemoedelijke en gezellige sfeer. Een recordaantal jongeren nam deel, de stemming was vrolijk, de debatten verliepen positief… en de conclusies waren bemoedigend.
“Bekijk het project als een systeem: waar lijkt het op als je het in beeld zou moeten brengen?” Hoe geef je je traject in een tekening weer, hoe schets je de stappen die je hebt doorlopen, hoe stel je de verworvenheden voor en hoe beeld je uit wat nog moet worden verwezenlijkt? Alle deelnemers werden in drie groepen onderverdeeld, zodat ze in groep de projecten konden bespreken en visualiseren. Drie schema’s werden naar voor geschoven: – Een ‘Atomium’ met vijf bollen, die elk een aspect van het project voorstellen (sport, voeding, ontspanning…), met een stevige basis die door de jongeren wordt gevormd. Boven op deze structuur zijn de olympische ringen gemonteerd, als symbool van sport, maar ook van diversiteit. – Een zonovergoten plein waar mensen elkaar tegenkomen, met elkaar praten. Voor de gezondheid liggen er groente en fruit naast de voetbal, die hard en hoog stuitert. – Concentrische cirkels die vanaf een gegeven punt alsmaar groter worden, zoals kringen in het water. De acties en ideeën worden verspreid en oefenen steeds meer invloed uit. Het geheel wordt bekroond met een brug, een onmisbare link tussen wijken, generaties, individuen, gemeenschappen.
EEN FUNDAMENTELE DIALOOG ZEG HET MET ‘POST-ITS’ “Wat heeft het project voor u bijgebracht ?” Elke deelnemer moest deze vraag individueel op een gekleurde post-it beantwoorden. De woorden die het vaakst in de antwoorden terugkwamen: ‘ontmoeten’, ’luisteren’ en ‘uitwisselen’. Dit schept een perfect beeld van de dynamiek die bij de verschillende
Een hele namiddag lang kon iedereen zijn gezichtspunt toelichten, met eigen woorden en beelden uitdrukken wat hij ervaren, gevoeld, opgebouwd heeft. In het kader van het project, maar ook die namiddag zijn er banden ontstaan en de ervaringsuitwisseling was constructief en beloftevol. Ze bewijst hoe belangrijk het is om alle aanwezige krachten te verenigen en hand in hand op het terrein samen te werken.
28
CONCLUSIE
Brussel…
Wanneer jongeren investeren in de stad U bent politicus of veldwerker en wil graag de sociale ongelijkheid in gezondheid bij jongeren aanpakken? Wij zetten enkele gerichte aanbevelingen op een rijtje, die we verzameld hebben op basis van de interviews met de projectverantwoordelijken tijdens intervisiebijeenkomsten.
– Wanneer jongeren ons aanspreken, grijp dan die kans. Vastgeroest in onze professionele logica, worden we door hen als ‘te traag’ ervaren. Laat ons proberen om onze agenda’s op elkaar af te stemmen. – Of je nu werkt in een school, een jeugdhuis, een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, een gemeentelijke dienst… Wat ook de context is, bouw alles samen uit met de jongeren. Zij zijn de actoren van hun project, wij steunen hen om dit doel te bereiken. – Gezonde voeding, sport… praat erover zonder te theoretisch te worden. Laat de voedingsdriehoek even ter zijde, en moedig praktijkervaring aan. Fietsen, koken, zwemmen, proeven, uitwisselen, samen doen: maak plezier volop mogelijk. – Wees niet verbaasd: mensen van dezelfde afkomst, uit dezelfde buurt, zijn geneigd om samen een groep te vormen. Zet toch in op een sociale mix, dat kan een echte meerwaarde zijn voor het project. En aarzel niet om van daaruit andere actoren als partners te betrekken. – Blijf projecten van jongeren erkennen en erin investeren. Bij dit soort projecten raken jongeren echt betrokken. Hun engagement erkennen zal hen stimuleren om ook op andere domeinen van hun leven initiatief te nemen. – En gezondheid? Sommige thema’s zoals gevoelens en seksuele relaties, middelengebruik, zijn vaak te taboe om aan te kaarten, zeker met volwassenen. Bouw daarom eerst een vertrouwensband op met jongeren of doe een beroep om de omgeving waarin zij vertrouwen hebben. – Jongeren hebben weinig interesse in gezondheid. Probeer het thema daarom op een andere manier, via een omweg of ander interessepunt aan te kaarten.
De SONG-scan
SONG SOCIALE ONGELIJKHEID IN GEZONDHEID
ONGELIJKGEZOND.BE
INSTRUMENT VOOR MEER SOCIALE GELIJKHEID IN GEZONDHEID Concrete projecten tonen dat er op lokaal vlak reeds heel wat vruchtbare inspanningen geleverd worden om de gezondheidskloof te helpen dichten. Naast goede wil en hulpvaardigheid zijn richtlijnen nodig die professionele ontwikkelaars en uitvoerders van sociale projecten helpen. Dit instrument bestaat: de SONG-scan (Sociale Ongelijkheid in Gezondheid). Deze tool werd ontwikkeld door de Koning Boudewijnstichting in samenwerking met de Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg van de Universiteit Gent, de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) en het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (Vigez).
10 VRAGEN De SONG-Scan is een eenvoudig instrument met richtlijnen onder de vorm van 10 vragen die nagaan of een project genoeg oog heeft voor sociale diversiteit van de bevolking en hoe het de sociale kloof helpt verkleinen. Het verschaft professionele ontwikkelaars en uitvoerders van lokale projecten inzicht in gezondheidsverschillen tussen de groepen die ze voor ogen hebben en toont hoe acties kunnen worden opgezet om die verschillen te verkleinen. Het laat ook zien hoe je een project kan evalueren en hoe je de gunstige impact op lange termijn kan verankeren. De SONG-scan is niet geschikt om aan te tonen of een bepaalde ingreep effect heeft, maar ze vergroot wel de kans op het verkleinen van de gezondheidskloof. Er bestaan 3 versies: eentje om in te vullen bij de voorbereiding van het project (de SONG-scan Vooraf), een tweede om in het project tussentijds te checken (de SONG-scan Onderweg) en tenslotte eentje om na het project de resultaten vast te leggen en mogelijk lessen te trekken (de SONG-scan Achteraf). Iedere vraag uit de SONG-scan doet je nadenken over bepaalde onderdelen van je project. Op de website www.ongelijkgezond.be vind je richtvragen bij ieder onderdeel, die je helpen een zicht te krijgen op je plan.
VRAAG 1. CIJFERS De gezondheidsverschillen tussen sociale groepen vaststellen. VRAAG 2. OORZAKEN Zicht krijgen op de factoren die de gezondheidsverschillen veroorzaken of juist in stand houden. VRAAG 3. JE SONG-INGREPEN De ingrepen die specifiek bedoeld zijn om in je project de sociale ongelijkheid in gezondheid aan te pakken. VRAAG 4. VERANTWOORDING Verantwoorden dat je ingrepen positief effect hebben. VRAAG 5. VERBANDEN Het verband tussen geslacht, etnische afkomst of sociale klasse enerzijds en gezondheidsverschillen anderzijds. VRAAG 6. JE DOELGROEPACTIES Je specifieke acties voor diverse sociale groepen oplijsten. VRAAG 7. PLUS & MIN Succesfactoren en struikelblokken om de ongelijkheid te verkleinen. VRAAG 8. ONBEDOELDE EFFECTEN Uitkijken voor onbedoelde negatieve gevolgen van je project en hoe ze te voorkomen. VRAAG 9. RESULTATEN De effecten van je project op de gezondheidsverschillen tussen diverse sociale groepen. VRAAG 10. VERVOLG Voor blijvende resultaten zorgen.
“De eerste richtvraag is de meest essentiële: weet je of er gezondheidsverschillen bestaan tussen sociale groepen voor de problematiek die je wil aanpakken (bv. zijn er verschillen tussen hoog- en laagopgeleiden met bettreking tot sporten?). Je probeert zicht te krijgen op de factoren die deze verschillen veroorzaken en probeert methodieken te kiezen die hierop inspelen. Je lijst specifieke acties op voor diverse sociale groepen en denkt na over kritische succesfactoren en struikelblokken. De scan laat je stilstaan bij mogelijke onbedoelde negatieve effecten van acties (bv. een fitheidstest kan juist de drempel om aan bewegingsactiviteiten deel te nemen, verhogen). En natuurlijk: zorg voor verankering van je project!” Heidi Du Laing, LOGO Brussel
De SONG-scan is voor iedereen beschikbaar op de website www.ongelijkgezond.be. Een gelijkaardige tool werd ontwikkeld in het Frans, la Lentille ISS, en is beschikbaar via www.inegalitesdesante.be Een interessante aanvulling bij de SONG-scan is de recente site www.communicerenmetarmen.be: je krijgt er nuttige tips om je gezondheidsboodschap zo te formuleren dat ze kansengroepen aanspreekt.
“De SONG-scan laat je stil staan bij alle onderdelen van je project. Zeker bij de keuze voor een strategie is het belangrijk om te reflecteren of de methodiek de gezondheidskloof verkleint en niet vergroot. We raden het instrument dus vooral aan bij de voorbereidingsfase van een project.” LOGO Brussel
Koning Boudewijnstichting Samen werken aan een betere samenleving
De Koning Boudewijnstichting steunt jaarlijks zo’n 1.500 projecten en individuen die zich engageren voor een betere samenleving. We organiseren ook debatten over belangrijke maatschappelijke thema’s, delen onderzoeksresultaten in (gratis) publicaties, gaan partnerschappen aan en stimuleren filantropie. Op die manier wil de Stichting duurzaam bijdragen tot meer rechtvaardigheid, democratie en respect voor diversiteit. De Koning Boudewijnstichting is onafhankelijk en pluralistisch. Ze werkt vanuit Brussel en is actief op lokaal, regionaal, Belgisch, Europees en internationaal niveau. Ze werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was.
Volg ons op Facebook | Twitter | YouTube Dank aan de Nationale Loterij en alle schenkers voor hun gewaardeerde steun.
www.kbs-frb.be
www.ongelijkgezond.be