De internationale cycling class
‘Gewoon fietsen bestaat niet meer’ Hippe, kosmopolitische stedelingen stappen wereldwijd op de fiets. Dat is prachtig. Maar voor Nederland schuilt daar een gevaar in, zegt socioloog Giselinde Kuipers. ‘Je moet het fietsen juist gewoon houden.’
10
VogelvrijeFietser
juli | augustus 2011
Tekst: Michiel Slütter Foto: Dmitry gudkov, jeff clark, Frank patitz en UPI Photo/eyevine
De New Yorkse fotograaf Dmitry Gudkov portretteerde Kim Burgas voor de Vogelvrije Fietser. Burgas is ontwerper, kunstenaar en danseres (kimburgas.com). Volgens Gudkov kopieert Burgas niet domweg de Europese stijl van ‘Cycle Chic’ maar is haar stijl authentiek Amerikaans: hoge hakken en oorbellen gecombineerd met een Schwinn-frame dat is omgebouwd tot een fixie. Het zware slot om haar middel maakt het volgens Gudkov helemaal af.
juli | augustus 2011
VogelvrijeFietser
11
I
neens zijn de fietsers terug in de westerse metropolen. In absolute aantallen zijn het er misschien niet zo veel, maar ze zijn wel heel zichtbaar. ‘De fiets wordt een beetje een statussymbool’, zegt David Kossmann, hoofdredacteur van het Duitse fietsmagazine fahrstil. Kossmann wil met fahrstil verslag doen van de opbloeiende fietscultuur in Duitsland. Hij zag het beeld van de fiets kantelen toen hij in een fietsenzaak in Leipzig werkte. ’Er wonen 40.000 studenten in Leipzig. Die kunnen zich niets veroorloven en hadden dus oude fietsen. Maar zodra ze eenmaal een baan hadden, kochten ze een goede fiets met dure onderdelen, zoals een Rohloff-naaf en Magura-remmen. Het fietsen was ooit iets voor voorlopers, maar het is nu veel breder. Er zijn bepaalde mensen gaan fietsen: de cycling class. Ze hebben vaak gestudeerd, denken na over hun leefwijze en hun bijdrage aan maatschappelijke oplossingen. En een auto is duur. Het is trouwens door ruimtegebrek ook steeds moeilijker om een auto te hebben in de stad.’ Tegelijkertijd signaleert Kossmann dat de stad aan populariteit heeft gewonnen. ‘Er is een sterke beweging om terug te keren naar de stad. Ook gezinnen met kleine kinderen wonen weer in de stad, terwijl de vorige generatie vooral de stad uit trok.’ In autoland Duitsland is de fiets inmiddels een geaccepteerd onderwerp voor journalisten. ‘Het is opmerkelijk dat het vermaarde weekblad Der Spiegel op zijn site veel over fietsen publiceert. Dat geeft aan dat er echt wat veranderd is.’
Jeugd hoeft geen auto Kossmann haast zich te zeggen dat hij niets tegen auto’s heeft. ‘Ik ben niet
12
VogelvrijeFietser
dogmatisch tegen auto’s. Ik rij zelf ook wel eens auto. Maar in de stad is het prettiger om op de fiets naar het werk te gaan of je vrienden te bezoeken. Voor veel stedelingen is de auto niet meer zo belangrijk. Vroeger wel. Toen moest je een auto hebben, anders telde je niet mee. Eerst een baan, dan een auto.’ Kossmanns observatie wordt bevestigd door trendonderzoeken. Duitse kranten berichten over rapporten waarover men zich in de directiekamers van autoconcerns zorgen zou maken. In Die Welt zegt een onderzoeker van het Center of Automative Management uit Bergisch Gladbach dat voor een kwart van de jonge volwassenen (18-25 jaar) een eigen auto minder belangrijk of zelfs helemaal niet meer belangrijk is. Een ander trendonderzoek (Timescout) signaleert
De creatieve klasse fietst De Amerikaanse socioloog Richard Florida is beroemd geworden door zijn bestseller The rise of the creative class (2002), waarin hij de opkomst signaleert van een hoogopgeleide creatieve klasse. Wie deze klasse in huis heeft, kan rekenen op economische voorspoed. Allerlei grote steden hebben zich vervolgens ingespannen om het die creatieve klasse naar de zin te maken. Fietspaden horen ook bij het wensenpakket van filmmakers, softwareontwikkelaars en andere creatieve geesten, zo schrijft Florida eind vorig jaar op de opiniepagina van de New York Daily News. Hij reageert met het stuk op het felle debat over het gedrag van fietsers en het gemopper over de aanleg van fietspaden. Volgens Florida heeft het stadsbestuur eigenlijk weinig keus: fietsen zijn essentieel voor de toekomst van New York.
op basis van onderzoek onder 1200 jongeren dat tachtig procent van hen vindt dat je in een grote stad überhaupt geen auto nodig hebt. En bijna de helft vindt bezitters van grote auto’s onsympathiek.
Verstedelijking Een stuk zuidelijker in een andere grote stad – Barcelona – vertelt de Nederlander Koos Kroon dat ook in Spanje de auto aan magie heeft ingeboet. ‘Mijn schoonvader is in hartje Barcelona geboren, in een arme wijk. Toen ik twaalf jaar geleden met mijn fietsenzaak begon, vroeg hij zich af of daar wel brood in zat. Voor mensen van zijn generatie is de auto een statussymbool. Tegenwoordig kan echt iedereen een auto kopen. En tot voor kort werkten banken daaraan mee. Maar in Barcelona heb je juist geluk als je geen auto hoeft te rijden, want hier heb je vier keer per dag een spits: om negen ’s ochtends, met lunchtijd om twee uur, daarna weer om vijf uur en ten slotte om acht uur ’s avonds. Met een auto kom je niet zover in Barcelona. En de verstedelijking is nog steeds gaande.’ Het bleek al snel dat Kroons schoonvader zich geen zorgen hoefde te maken. De fietsenzaak – Bike Tech – was meteen een succes. De vraag naar fietsen en fietsproducten is in Spanje zo groot dat Kroon ook een groothandel is begonnen. Het telefonische interview valt midden in een verhuizing. Kroon belt vanuit een grote bedrijfshal buiten het centrum. De binnenstad was niet praktisch voor de bevoorrading met vrachtwagens. De fietsenwinkel waar alles mee begon, wordt gerund door een bedrijfsleider. Wie zijn eigenlijk die nieuwe fietsers in Barcelona? Kroon: ‘In het begin waren het vooruitstrevende mensen
juli | augustus 2011
Plotsklaps populair: modeshow met fietsen
met creatieve beroepen, zoals architecten en fotografen. Zij deden de auto de deur uit, want daar heb je toch niks aan, en stapten over op de fiets. Voor de jongere generatie is het nu doodgewoon om te gaan fietsen. Wat ook scheelt, is de invloed van buitenlanders. Er zijn veel mensen uit Noord-Europa en Zuid-Amerika in Barcelona komen wonen. Ze hebben hun eigen cultuur meegenomen en zijn gewend om te fietsen. Een opvallende verandering is dat de laatste jaren mensen echt trots
‘Er zijn bepaalde mensen gaan fietsen: de cycling class’
Enthousiaste bekeerlingen Dat je een fiets ook als een vervoermiddel in de stad kunt gebruiken, is voor de nieuwe fietsers in het buitenland niets minder dan een openbaring. ‘Je bent er trots op dat je op de fiets zit’, zegt Peter Pelzer, die een jaar in het Amerikaanse Portland (Oregon) heeft gewoond. Portland is de fietsstad van de Verenigde Staten en Pelzer ging ernaartoe voor zijn afstudeerscriptie. Hij vergeleek de fietscultuur van Amsterdam met die van Portland. Het plezier van het fietsen naar werk, winkel of school leidt daar tot opgewekte particuliere initiatieven. Pelzer: ‘Mensen delen donuts uit aan passerende fietsen. En elk jaar wordt het fietsfestival Pedalpalooza georganiseerd met allerlei activiteiten, waaronder een naked bike ride.’ Vanuit Nederlands oogpunt is de Amerikaanse aandacht voor kleding opmerkelijk. De nieuwe fietsers zijn blij verrast dat je niet in sporttenue, maar in gewone kleding of zelfs in een net pak zou kunnen fietsen. De Deense blogger Mikael Colville introduceerde vijf jaar geleden het begrip Cycle Chic en fotografeerde in Kopenhagen dames met hoge hakken op de fiets. Hij heeft wereldwijd tientallen navolgers die een eigen cycle chic-blog zijn begonnen. Inmiddels worden modeshows met fietsen georganiseerd. Ook zijn de laatste jaren nieuwe tijdschriften opgekomen die met zichtbaar enthousiasme verslag doen van de fietscultuur. Kijk voor de Noord-Amerikaanse aanpak op http://momentumplanet.com. De wat serieuzere Duitse tegenhanger is fahrstil: www.fahrstil-magazin.de.
juli | augustus 2011
zijn op hun fiets. Wij zijn met Bromptons (Britse vouwfiets, red.) begonnen. Die fiets is enorm aangeslagen; we hebben er 10.000 verkocht in tien jaar tijd. In Nederland en Duitsland is de Brompton een ouwelullenfiets, maar in Barcelona zijn dertigers er dol op. Brompton is hier de Apple onder de vouwfietsen, een soort iPhone. Mensen worden er graag mee gezien.’
‘Wij zijn creatief’ De fiets als statussymbool is een internationaal verschijnsel, stelt socioloog Giselinde Kuipers van de Universiteit van Amsterdam. ‘In het buitenland is de fiets een signaal, een symbool voor een lifestyle. In dit verband is Richard Florida een belangrijke naam (zie kader pagina 12). Hij heeft gezegd dat je als stad de creatieve klasse moet lokken met fietspaden. En dat hebben steden gedaan.’ Wat is dat, die creatieve klasse? ‘Dat zijn mensen die zeggen: ‘wij zijn creatief, wij wonen in de stad, we hebben een groene levensstijl, we
VogelvrijeFietser
13
Bromptons voor topmanagers De topmanagers van de toekomst rijden in Barcelona op vouwfietsen. ‘We leveren honderd Bromptons aan Esade, een internationaal vooraanstaande business school’, zegt Koos Kroon van Bike Tech, een fietsenwinkel in Barcelona. ‘De jonge managers krijgen tijdens hun opleiding de beschikking over een Brompton. Dat is fantastisch voor de toekomst, want deze managers zijn over een tijdje de top van het bedrijfsleven.’ Kroon is van plan om aan meer bedrijven in Spanje Bromptons te leveren en heeft hier een apart bedrijf voor opgezet.
zijn bezig met lokale dingen zoals plaatselijk verbouwd voedsel’. En fietsen is een symbool van die lifestyle.’ Allerlei steden hebben de lessen van Florida ter harte genomen. ‘Fietsen is kosmopolitisch en groen. Die ideeën zitten ook achter de leenfietssystemen in Parijs en Barcelona. Kranten en banken willen graag adverteren op de fietsen, want dan kunnen ze zich associëren met die creatieve klasse. Er wordt nu zelfs in Londen gefietst. Dat verraste me echt. Ik vind het van lef getuigen om daar te gaan fietsen, want Londen is een metropool met agressief verkeer.’ Kuipers denkt dat het fietsen in steden in de westerse wereld een voorkeur zal blijven van een kleine culturele elite. ‘Dat fietsen is een ingewikkeld signaal. Je moet je onderscheiden met iets sobers. Fietsen is een teken van onthouding – je moet moeite doen en bewust leven. En veel mensen uit andere klassen zijn blij dat ze eindelijk een auto hebben. Alleen als mensen sociaal stijgen, gaan ze het fietsgebruik misschien overnemen.’
landse klassenstructuur kenmerkt zich door een relatief geringe machtsafstand. Er is traditioneel een nadruk op gewoon en bescheiden. Gevolg voor de fiets is
‘De creatieve klasse lok je met fietspaden’ dat die geaccepteerd is door verschillende lagen van de bevolking.’ In Nederland is de fiets zo gewoon dat volgens Kuipers zelfs alles rondom de fiets is georganiseerd. ‘Het gekke is dat het niet heel doelbewust is gegaan. Het is meer: zo doen we het, gewoon omdat het zo hoort. In een folder van een ma-
Geen lifestyle In westerse metropolen is de fiets dus het domein van een vooruitstrevende kosmopolitische elite. Nederland onttrekt zich volgens Kuipers vooralsnog aan die internationale trend. ‘De Neder-
14
VogelvrijeFietser
Duitse fietscultuur: dansfeestje met Retrovelo Soundsystem
kelaar staat dat een huis tien minuten van het centrum is. Daarmee bedoelen ze op de fiets, maar dat staat er niet bij. Dat is aan buitenlanders bijna niet uit te leggen. En Amsterdam had lang geen metro en ik vermoed dat dat komt door de fiets. Mensen zeggen: ‘Een metro? Je hebt toch de fiets?’. Ook het uitgaansleven is georganiseerd rond fietsbare afstanden.’ De fiets is zo’n alledaags gebruiksvoorwerp dat je je er niet mee kunt onderscheiden. ‘Je fietst niet omdat je iets wilt laten zien. Het is geen bewuste identiteitspolitiek. Het omgekeerde is waar. Het is in Nederland raar om te zeggen: ik fiets niet.’ Maar er is één Nederlandse familie die heel bewust fietst. ‘Het koningshuis heeft de fiets geadopteerd als symbool van gewoonheid en dat doet het al vijf generaties lang. Dat Máxima zich op een bakfiets laat fotograferen is ook een marketingstrategie, en die werkt goed. De overgrootmoeder van Willem Alexander liet zich al op de fiets fotograferen. Het statement van het koningshuis is telkens: ‘wij zijn net als jullie’.’ Ook in de laatste documentaire over Máxima ter ere van haar veertigste verjaardag kwam de fiets prominent in beeld. Het hele gezin ging met de fiets op pad en Willem Alexander riep al fietsend tegen zijn oudste dochter:
juli | augustus 2011
Burgemeesters dol op leenfietsen Het is misschien niet het eerste leenfietsensysteem, maar de Vélib’ in Parijs zorgde in 2007 wel voor de grote doorbraak. Het was een project van de toenmalige burgemeester van Parijs, Bertrand Delanoë. Hij wilde met de leenfietsen het autoverkeer en de bijbehorende vervuiling terugdringen. De Parijzenaars vonden het geweldig en ook de internationale pers was er dol op. Het systeem kreeg in bijna de hele wereld navolging: van Tel Aviv tot Hawaï. Alleen Afrika moet het nog zonder leenfietsen stellen. Een kaartje met alle steden met leenfietsen staat op http:// bike-sharing.blogspot.com. Inmiddels is er al een conferentie in Praag geweest over leenfietsprojecten. Bestuurders van links tot rechts vinden het groene en vriendelijke imago van leenfietsen aantrekkelijk. In Londen bijvoorbeeld begon de linkse burgemeester Ken Livingstone met leenfietsen. In fietskringen vreesde men zijn opvolger, de conservatief Boris Johnson. Maar Johnson heeft het project omarmd en de leenfietsen heten in de volksmond inmiddels Boris Bikes.
Burgemeester Boris Johnson (links) grijpt elke mogelijkheid aan om op de leenfiets gefotografeerd te worden.
‘Amalia, twee handen aan het stuur!’. Ook het koninklijk gezin is een gewoon Nederlands gezin.
Bakfietsmoeder Maar langzamerhand komen er scheuren in het imago van gewoonheid. ‘Er is een verschuiving gaande. Gewoon fietsen bestaat niet meer’, zegt Kuipers. ‘De lager opgeleiden fietsen minder dan de hoger opgeleiden. Het fietsen wordt een steeds bewustere keuze: groen en op lichaamsbeweging gericht. Eigenlijk komt de bakfietsmoeder nog het dichtst in de buurt van de fiets als een symbool voor een lifestyle.’ Fietsen als lifestyle heeft in het buitenland geleid tot meer fietsgebruik. Maar Kuipers ontraadt de Fietsersbond om
juli | augustus 2011
de fiets te promoten als onderdeel van een stedelijke lifestyle. ‘Dat zou geen goede zaak zijn voor het fietsen. Je moet het fietsen juist gewoon houden. In alle westerse landen krijg je in de grote steden een heel specifieke bevolking. Aan de ene kant heb je linksige kosmopolitische mensen die graag in de stad wonen. Zij gaan fietsen. Aan de andere kant heb je mensen die zijn blijven steken in de stad, mensen met lage inkomens in sociale huurwoningen. En de middengroepen zijn grotendeels verdwenen. Dat zijn de politieagenten, onderwijzers en het winkel- en kantoorpersoneel. Zij wonen in Almere, Purmerend en Leidsche Rijn. Juist die middengroepen zijn belangrijk; zij hadden altijd een scharnierfunctie tussen
de twee lagen. In grote steden heb je nu een polarisatie tussen de culturele elite en de achtergestelde, en voor een groot deel allochtone, laag. Er is heel weinig contact en dat is niet bevorderlijk voor de overdracht.’ Wat moet de Fietsersbond dan wél doen? Praktische hulp bieden, zegt Kuipers. ‘De fietsrouteplanner bijvoorbeeld. Dat is een prima faciliterend product. Dat is goed. Maar geef de fiets geen hippe kosmopolitische uitstraling. Dat is uiteindelijk geen verstandige strategie.’
VogelvrijeFietser
15