schoolgids
Gerrit van der Veen College havo/vwo
2013 2014
Inhoud
Woord vooraf 1. Wat zijn wij voor een school? De naamgever van de school Wat zijn wij voor een school? Onderwijsdoelen Burgerschapsvorming en maatschappelijke stage Cultuur profielschool Bijzonder maar algemeen toegankelijk Cito toetsen Taalbeleid Rekenbeleid Samenwerking met dans- en muziekopleidingen Samenwerking met Muziekschool Amsterdam Zorg, kleinschaligheid en veiligheid Duidelijke afspraken en regels Het schoolgebouw Lestijden Lesrooster 2. Het onderwijs Vier afdelingen, vier periodes De eerste fase: leerjaar 1, 2 en 3 Lessentabel De tweede fase: leerjaar 4, 5 en 6 Onderwijsrendement 3. Leerlingbegeleiding De mentor Afdelingsleider Zorgstructuur en zorgcoördinator Schoolarts, ziekte en schoolverzuim Bureau Leerplicht Plus en Halt Externe hulpverlening Remedial Teaching, dyslexie, examenvreestraining en faalangstreductietraining Decanaat en keuzebegeleiding Vertrouwensdocenten Begeleiding bij langdurige ziekte 4. Toelating Toelating algemeen Leerlingen met een handicap Toelating tot het eerste leerjaar
2
5 6 6 6 7 8 9 9 9 9 10 11 12 12 12 13 13 13 15 15 15 16 17 18 19 19 19 19 19 20 20 20 21 21 22 23 23 23 23
Van de havo kansklas op het Sweelinck College naar 2 havo Overige leerjaren Van 4 vmbo-tl naar 4 havo Van 5 havo naar 5 vwo 5. Rapportage en bevordering Eerste fase Tweede fase Bevorderings- of overgangsnormen Inzien van cijfers en absentie op het internet 6. B elangrijke commissies Leerlingencommissies Ouderraad Reglement Ouderrraad Medezeggenschap 7. Financiële en administratieve zaken Schoolboeken Kluisje Vrijwillige bijdrage leermiddelen Vrijwillige ouderbijdrage sociale en kunstactiviteiten Reizen en werkweken Verzekeringen Schade/vermissing Tegemoetkoming studiekosten Scholierenvergoeding 8. Veiligheid, gedrag en verzuim Gedragsregels Schorsing en verwijdering Leerplicht, ziekmelding, absentie en te laat komen 9. ZAAM Identiteit van ZAAM Medezeggenschap 10. Overige nuttige informatie en adressen Inspectie Klachtenregeling Overige adressen 11. Medewerkers Lijst docenten en mentoren
24 24 24 24 25 25 25 25 25 26 26 26 26 28 29 29 29 29 29 30 30 31 32 32 33 33 34 34 37 37 37 38 38 38 40 40 43
Vakantieverlof en buitengewoon verlof aanvragen Belangrijke data Ziekmelden leerlingen Adres
45 45 45 45
3
Woord vooraf In deze schoolgids vindt u informatie over het Gerrit van der Veen College; een school voor HAVO/VWO op interconfessionele grondslag, met een erkend cultuurprofiel. Naast het reguliere programma biedt ons college aan getalenteerde leerlingen (op het gebied van dans en muziek) de mogelijkheid het halen van het HAVO of VWO diploma te combineren met het verder ontwikkelen van hun talent. Om dit te realiseren is er een nauwe samenwerking met een aantal scholen voor culturele vorming in Amsterdam. Het Gerrit van der Veen College is gehuisvest in een monumentaal gebouw in Amsterdam Zuid. We zijn een relatief kleine school: 860 leerlingen en 90 medewerkers. Door deze kleinschaligheid is persoonlijke aandacht en maatwerk mogelijk en staan we ervoor dat leerlingen en medewerkers zich bij ons op school gekend weten.
Deze schoolgids verschijnt slechts beperkt in drukvorm, maar in de vorm van een pdf- document. Alleen de nieuwe brugklasleerlingen krijgen nog wel een papieren versie. De ervaring wijst uit dat er vanaf de uitreiking van de schoolgids en het einde van het schooljaar zoveel binnen de school gebeurt dat we ervoor kozen alle relevante informatie over de school, steeds geactualiseerd, op onze website (www.gerritvdveen.nl) te plaatsen. Naast de schoolgids publiceren we op deze site o.a. ook alle brieven die wij aan de leerlingen meegeven, het jaarrooster, de roosters voor de toetsweken en de dagelijkse roosterwijzigingen.
Ik vertrouw erop dat u alle voor u belangrijke informatie kunt terugvinden en hoop dat het voor alle betrokken ouders/ verzorgers, leerlingen en medewerkers een succesvol en goed schooljaar wordt.
Ellen Veenemans, rector
4
5
1. Wat zijn wij voor een school? De naamgever van de school Gerrit-Jan van der Veen (1902-1944) Gerrit-Jan van der Veen was beeldend kunstenaar. In de oorlog weigerde hij lid te worden van de door de Duitsers gedomineerde Kultuurkamer. Hij werd zelfs leider van een actiegroep tegen deze kamer, met als gevolg dat hij gearresteerd werd. Na zijn vrijlating dook Van der Veen onder. De rest van de oorlogsjaren zwierf hij door Amsterdam, van het ene onderduikadres naar het andere. Hij was zeer actief in het verzet. Zo zette hij de Persoonsbewijs Centrale op, waar mensen een persoonsbewijs konden bestellen. Tijdens de oorlog hebben duizenden dankzij deze activiteiten de Duitsers weten te ontlopen. De opbrengst ging naar kunstenaars die niet mochten werken. In Amsterdam was het voor de bezetters erg eenvoudig, mensen via de goed georganiseerde persoons-administratie van Amsterdam op te sporen. Daarom besloten Van der Veen en enkele vertrouwelingen, het gebouw van het bevolkingsregister aan de Plantage Middenlaan op te blazen. Deze aanslag lukte gedeeltelijk. Een aantal vrienden, leden van de verzetsgroep, werd echter opgepakt. Van der Veen zelf wist uit handen van de Duitsers te blijven. In de vroege ochtend van dinsdag 2 mei 1944 ging hij samen met een paar andere verzetsstrijders naar de gevangenis aan de Weteringschans, waar zijn vrienden opgesloten zaten. Een bewaker, die in het complot zat, deed de poort open. Van der Veen werd verrast door een waakhond, trok zijn pistool en schoot op de hond. Het schot alarmeerde de bewakers. In de chaos die daarna ontstond werd Van der Veen getroffen door twee kogels, die
zijn benen verlamden. Hij wist nog wel te ontkomen, maar twee weken later werd hij op zijn onderduikadres alsnog opgepakt. Op 10 juni 1944 is van der Veen in de duinen bij Overveen gefusilleerd. Na de oorlog is de school – evenals de straat waarin de school staat – naar deze verzetsheld vernoemd. Op de Plantage Middenlaan staat een verzetsmonument dat aan Gerrit Jan van der Veen herinnert. De school heeft dit monument geadopteerd. Elk jaar leggen leerlingen van de eerste klas vlak voor de meivakantie een krans bij het monument. In de school is een aantal kunstwerken van deze kunstenaar te bewonderen. Gerrit Jan van der Veen heeft in 2003 postuum de Yad Vashem onderscheiding ontvangen uit handen van de Israëlische ambassadeur voor zijn verdiensten als niet-Jood voor zijn Joodse medeburgers. Wat zijn wij voor een school? Het Gerrit van der Veen College is een interconfessionele school voor havo en vwo, met rond de 860 leerlingen en 90 personeelsleden. Wij onderscheiden ons doordat bij ons veel aandacht gegeven wordt aan kunstzinnige en culturele vorming. Kunst en cultuur vormen naar onze overtuiging een belangrijk en verrijkend onderdeel van de samenleving. Ook vinden wij kunst- en cultuureducatie een geschikt middel om leerlingen op een aansprekende en stimulerende manier vaardigheden bij te brengen die ook voor andere vakken van belang zijn. In klas 1 en 2 krijgen leerlingen les in vijf kunstvakken. Het betreft de vakken muziek, tekenen, handvaardigheid, drama en dans. In klas 3 en 4 kiezen zij voor een verdieping in één van deze vakken,
6
met uitzondering van dans. Naast de reguliere kunstlessen krijgen de leerlingen tal van culturele activiteiten aangeboden, zoals theater- en museumbezoek, activiteiten die een belangrijk onderdeel van het curriculum vormen en daarom voor alle leerlingen verplicht zijn. Voor elk leerjaar in de onderbouw worden bovendien kunstdagen georganiseerd. Naast de kunstzinnige en culturele vorming vinden wij het ook belangrijk om onze interconfessionele identiteit uit te dragen. Wij willen onze identiteit niet alleen vormgeven doordat wij levensbeschouwelijke vorming op de lessentabel hebben staan, maar ook doordat wij aandacht besteden aan normen en waarden in de omgang met elkaar. Onderwijsdoelen Het leerklimaat waar de school naar streeft, is als volgt geformuleerd: * Een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving
Wij willen een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving creëren, waarin leerlingen, docenten en andere medewerkers optimaal kunnen presteren en waarin levensbeschouwelijke, culturele en creatieve vorming en betrokkenheid belangrijk zijn. * Goede leerlingbegeleiding Onontbeerlijk is een goede begeleiding op cognitief en sociaal-emotioneel gebied net als – met het oog op de loopbaanontwikkeling en toekomst van de leerlingen – een goede studie- en keuzebegeleiding. * Bevorderen van zelfstandigheid De school wil een evenwichtige, stapsgewijze bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de leerlingen en voorwaarden scheppen, waaronder een leerling zelfstandig keuzes kan maken en in toenemende mate verantwoordelijkheid weet te dragen voor het eigen leerproces; dat proces verloopt op het Gerrit van der Veen College van geleid (in de eerste klas) via begeleid (in de tweede en begin derde
7
klas) naar zelfstandig (hogere klassen) leren. * Afwisseling in leer- en werkvormen Afwisseling in leer- en werkvormen, waaronder ook samenwerkend leren wordt verstaan, vormen belangrijke elementen voor een inspirerende leeromgeving. * Brede vorming leerlingen De school en haar personeel willen een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke, levensbeschouwelijke, culturele en kunstzinnige vorming van de leerling en hem of haar stimuleren om zich te ontwikkelen tot zelfbewust, creatief en verantwoordelijk individu; dit ter bevordering van een humaan en open cultureel klimaat op school en ter voorbereiding op een zinvol functioneren in de maatschappij.
* Waarden educatie De levensbeschouwelijke identiteit van de school wordt gezocht in het nadrukkelijk aan de orde stellen van de waarden en normen uit de christelijke traditie in de lessen en in de omgang met de leerlingen. Het vak levensbeschouwing, maar ook de vakken filosofie en maatschappijleer nemen daarbij een bijzondere plaats in, omdat hier waarden en normen gethematiseerd aan de orde komen en gerelateerd worden aan het gedachtegoed van de verschillende levensbeschouwingen. Ook vieringen rond en in het kader van christelijke feestdagen, zoals Kerstmis en Pasen, dragen bij aan de vormgeving van het levensbeschouwelijke karakter van de school. Burgerschapsvorming en maatschappelijke stage Burgerschapsvorming houdt in dat de school haar leerlingen wil vormen tot verantwoordelijke en kritische wereldburgers. Uiteraard gebeurt dat binnen de schoolvakken, maar ook buiten de vakken om is er een groot aantal activiteiten waarin de burgerschapsvorming een plaats krijgt. Een aantal voorbeelden: – elk jaar wordt een goed doel gekozen, waarover informatie gegeven en waarvoor geld bijeengebracht wordt bij allerlei schoolactiviteiten – het pestprotocol wordt aan het begin van het jaar in elke klas besproken. Hierbij komt nadrukkelijk de manier waarop mensen met elkaar om dienen te gaan aan de orde – de maatschappelijke stage is in ontwikkeling. Hierbij leren leerlingen vrijwilligerswerk te doen op vele terreinen
8
– in leerjaar 2 krijgen alle klassen les in het oplossen van problemen – in de onderbouw wordt aandacht besteed aan verslaving en aan gezonde voeding en een gezonde leefstijl – vertegenwoordigers van allerlei organisaties komen de school in om te vertellen over hun ervaringen (het GVB, het COC) – er worden excursies georganiseerd, waarbij kennisgemaakt wordt met andere geloofsrichtingen en culturen - er worden excursies georganiseerd naar maatschappelijke instellingen (rechtbank, Tweede Kamer)
Maatschappelijke stage Als onderdeel van de burgerschapsvorming is vanaf schooljaar 2011-2012 een maatschappelijke stage een verplicht onderdeel in de opleiding van onze leerlingen. Alle leerlingen zullen vanaf dat schooljaar tijdens hun schoolcarrière verplicht invulling geven aan minimaal 30 uur maatschappelijke stage. Het Gerrit van der Veen College heeft de afgelopen jaren d.m.v. pilots ervaring opgedaan met de maatschappelijke stage. Er zijn lespakketten ontwikkeld om leerlingen de doelen van deze stage duidelijk te maken en hen enthousiast hun maatschappelijke stage te laten doen. Wij streven er naar om betrokken en dienstbaar aan de (lokale) gemeenschap te zijn. Cultuur profielschool Sinds januari 2011 is het Gerrit van der Veen College officieel een cultuurprofielschool. Een commissie van de vereniging van cultuurprofielscholen heeft gepraat met leerlingen, met docenten en met de schoolleiding, heeft gekeken naar wat we in en buiten school aan cultuur doen en heeft op grond van
haar bevindingen ons die status van cultuurprofielschool gegeven. We zijn er trots op Cultuurprofielschool te zijn en zullen zorgen dat we het blijven en we zullen de kunst in de school verder ontwikkelen en borgen. Culturele en kunstzinnige activiteiten vormen dan ook een wezenlijk onderdeel van het curriculum. Bijzonder maar algemeen toegankelijk De school staat open voor leerlingen en personeelsleden, ongeacht godsdienst of levensovertuiging, die de levensbeschouwelijke en onderwijskundige visie van het Gerrit van der Veen College respecteren, zoals ook de school van haar kant respect en gastvrijheid toont voor leerlingen en ouders met hun overtuigingen en visies. Cito toetsen Met ingang van schooljaar 2012- 2013 meten wij met behulp van citotoetsen het instapniveau van onze 1e klas leerlingen. In de tweede week van het schooljaar maken alle leerlingen citotoetsen rekenen/ wiskunde, Engels, leesvaardigheid, taalverzorging en woordenschat Nederlands. Omdat wij de opbrengst van ons onderwijs willen monitoren, herhalen wij deze toetsen in april. De uitkomsten van de toetsen kunnen ook een rol spelen bij het determinatie traject. In april 2014 worden de tweede klassen en het schooljaar daarna ook de derde klassen nogmaals getoetst. Van de toetsen in april krijgen ouders de uitslag. Taalbeleid Een goede beheersing van de Nederlandse taal wordt steeds belangrijker voor een
9
succesvolle schoolcarrière. Veel leerlingen hebben moeite met het juist interpreteren van vragen en teksten, waardoor ze niet altijd kunnen laten zien dat ze de kennis in huis hebben. Verbetering van de taalvaardigheid van leerlingen krijgt daarom sinds het schooljaar 20072008 op het Gerrit van der Veen College structureel extra aandacht. In de brugklas ligt bij het vak Nederlands de focus op het aanleren van ‘leesstrategieën’. De vakdocenten volgen bovendien workshops om ook in hun eigen lessen een beroep te doen op de aangeleerde strategieën. Daarnaast leggen we ons toe op verbreding van de woordenschat van leerlingen. De brugklasleerlingen krijgen van ons een ‘Gerrits Woordenschatje’: een woordenboekje waarin we de zogenaamde ‘schooltaalwoorden’ hebben verzameld. Ook op de website kunt u dit woordenboekje vinden met de door leerlingen vervaardigde illustraties. Naast de woordenschatverwerving tijdens de lessen, bieden we de schooltaalwoorden ook op ludieke wijze aan tijdens onze jaarlijkse WoordWeek. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 wordt de ontwikkeling van de taalvaardigheid (leesvaardigheid, spelling en woordenschat) van alle leerlingen in de onderbouw systematisch gevolgd met behulp van CITO- VAS. We sluiten hier zoveel mogelijk aan bij de zogenaamde “referentieniveaus” uit het rapport “Over de drempels met taal en rekenen” van de commissie-Meijerink. Indien blijkt dat het taalniveau van de leerling achterblijft ten opzichte van het gewenste niveau, komt de leerling in aanmerking voor de steunles taal. Andere punten waarop het taalbeleid van het Gerrit van der Veen College zich richt, zijn de verbetering van de schriftelijke
uitdrukkingsvaardigheid van leerlingen en het verder scholen van docenten, met het oog op een steeds taalgerichter vakonderwijs. Ook zijn we bezig met een richtsnoer voor het opstellen van toetsen. Taalcoördinatoren zijn drs. H. Leerintveld en drs. L.A.V. Cats. Rekenbeleid Rekenen speelt een belangrijke rol in onze zich snel ontwikkelende samenleving. Uit onderzoek is gebleken dat in Nederland het rekenniveau de afgelopen jaren is verminderd. Om deze reden zijn er referentieniveaus geformuleerd voor het onderwijs door de commissie Meijerink. Onze secties, zoals wiskunde en economie, stemmen hun lesstof inmiddels af op deze referentieniveaus. In haar rapport “Over de drempels met taal en rekenen” is door de commissie het uitgangspunt geformuleerd dat een goede beheersing van taal en rekenen belangrijk is voor het succesvol doorlopen van een school. In het komende schooljaar 2012-2013 zal er in 4 havo en 5 vwo een rekentoets worden afgenomen. Het betreft hier weliswaar een pilot, maar bij het scoren van een voldoende heeft de deelnemende leerling voldaan aan het rekenexamen. Als dit niet gelukt is, volgt er in het examenjaar een nieuwe mogelijkheid om aan de verplichte rekentoets deel te nemen. Ter voorbereiding zullen alle leerlingen uit 4 havo gedurende de eerste twee periodes rekenlessen volgen. Voor de leerlingen uit 5 vwo geldt dat ze getoetst zullen worden op hun rekenkennis, gevolgd door een remediërend rekenonderwijs bij onvoldoende rekenkennis. In de onderbouw wordt er al vroeg gestart met het rekenonderwijs. Daar volgen alle leerlingen uit de eerste twee leerjaren
10
jaarlijks twee periodes rekenonderwijs. In de derde klas wordt ‘rekenen’ een remediërend vak voor leerlingen van 3 havo en 3 vwo. De coördinatie van het rekenbeleid is in handen van de heer August Pinas ondersteund door een lid van de schoolleiding. Samenwerking met dans- en muziekopleidingen De school heeft een samenwerkingsverband met de vooropleidingen van - de Nationale Ballet Academie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten - de Dansacademie Lucia Marthas - het Conservatorium van Amsterdam Leerlingen van deze vooropleidingen volgen op het Gerrit van der Veen College hun opleiding havo of vwo. Zij hebben een aangepast rooster en kunnen zich daardoor intensief aan de vooropleiding dans, ballet of muziek wijden. Dat geldt voor de eerste fase (onderbouw, klas 1, 2 en 3), maar ook voor de tweede fase
(bovenbouw, klas 4, 5 en 6). Met de onderwijsinspectie is een regeling afgesproken, waarin leerlingen van deze vooropleidingen dispensatie krijgen voor een aantal vakken en dans/ballet of muziek een vast onderdeel vormt van het examen en het diploma. Het havo en vwo onderwijs voor de onderbouwleerlingen van genoemde opleidingen wordt met ingang van 20112012 aangeboden in een driejarige havovwo brugperiode. Leerlingen van de Nationale Ballet Academie hebben de eerste twee leerjaren balletles in de Agamemnonstraat, vanaf het derde leerjaar in de Jodenbreestraat. Leerlingen van de vooropleiding van de Dansacademie Lucia Marthas (DALM) krijgen hun danslessen in de Rustenburgerstraat. Leerlingen van het Conservatorium van Amsterdam volgen de muzieklessen in het gebouw van het conservatorium op de Oosterdokskade.
11
Samenwerking Muziekschool Amsterdam De lessen muziek van de reguliere leerlingen in klas drie en hoger worden gegeven in de Muziekschool Amsterdam aan de Bachstraat. Docenten van de muziekschool verzorgen daar de instrumentale en vocale lessen. Zorg, kleinschaligheid en veiligheid Om de onderwijsvisie vorm te kunnen geven moeten de condities voor leerlingen en medewerkers goed zijn. Zorg en kleinschaligheid zijn twee van die condities. Hetzelfde geldt voor een goed systeem van leerlingenbegeleiding, waarbij ruime aandacht wordt geschonken aan studiebegeleiding, keuzebegeleiding en persoonlijke begeleiding in probleemsituaties.
De omgang tussen de leerlingen en het personeel is gebaseerd op wederzijds respect, vertrouwen en geloof in elkaars capaciteiten. Veel leerlingen zijn actief in commissies en clubs. Onder zorg verstaan we ook onze verantwoordelijkheid voor een veilige sfeer op school. Agressief gedrag, zowel lichamelijk als in woord, geschrift en houding, is onacceptabel. Respect van en voor medewerkers en leerlingen, over en weer, verzorgd taalgebruik, dat alles draagt bij aan een veilige school, waar leerlingen zich thuis voelen. Zoals op alle scholen verschillen onze leerlingen onderling in intellectuele begaafdheid, in sociale belangstelling, in levensovertuiging, in sociale en etnische afkomst, in wensen voor de toekomst, enz. Om het beste uit hen te halen is enerzijds een goede en zorgzame begeleiding noodzakelijk, anderzijds een goede werkomgeving: gezellige lokalen, een schone school, een goede mediatheek en rustige werkplekken voor leerlingen en docenten. Verderop in deze schoolgids treft u informatie aan over de wijze waarop wij onze leerlingen op het Gerrit van der Veen College begeleiden. Duidelijke afspraken en regels Het is voor leerlingen prettig om te weten aan welke regels ze zich moeten houden en waar ze recht op hebben. De school heeft daarom heldere en eigenlijk ook vanzelfsprekende huisregels vastgesteld. Regels over de manier waarop leerlingen en medewerkers in de school met elkaar omgaan, maar bijvoorbeeld ook over de wijze waarop leerlingen beoordeeld worden op hun resultaten. De regels zijn van kracht “in en om
12
school”. Dat wil zeggen dat deze ook van toepassing zijn op de omgang met de buurtbewoners en met de leerlingen van andere scholen. Het schoolgebouw Het Gerrit van der Veen College is gevestigd in een schitterend monument in Amsterdam-Zuid. Tot in de Tweede Wereldoorlog huisde in het gebouw aan de Euterpestraat (zo heette de straat vroeger) een Middelbare Meisjes School (MMS). In de oorlog hebben de Duitsers het pand in beslag genomen en tot hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) gemaakt. De school is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. De haltes van de tramlijnen 5 en 24 liggen op 150 meter, en het NS-station
Amsterdam Zuid WTC is in 10 minuten te belopen en buslijn 15 heeft een halte op nog geen 5 minuten loopafstand.
Gymnastiek wordt op locaties buiten de school verzorgd. De aula dient op doordeweekse schooldagen als kantine. De school heeft een grote achter- en voortuin, beide toegankelijk voor de leerlingen.
Lestijden Het Gerrit van der Veen College kent een 50 minutenrooster. Ten tijde van bijvoorbeeld rapportvergaderingen kan gebruik worden gemaakt van een 35 minutenrooster.
Lesrooster 2013-2014
lesuur
50 min. rooster
verkort rooster (35 min.)
1e
8.30 - 9.20
8.30 - 9.05
2e
9.20 - 10.10
9.05 - 9.40
3e
10.10 - 11.00 pauze 25 min
9.40 - 10.15 pauze 25 min
4e
11.25 - 12.15
10.40 - 11.15
5e
12.15 - 13.05 pauze 25 min
11.15 - 11.50 pauze 25 min
6e
13.30 - 14.20
12.15 - 12.50
7e
14.20 - 15.10
12.50 - 13.25
8e
15.10 - 16.00
13.25 - 14.00
9e
16.00 - 16.50
14.00 - 14.35
13
2. Het onderwijs Vier afdelingen, vier periodes De school kent vier afdelingen met elk een afdelingsleider. Drie brugklassen en de klassen 2 en 3 vwo vormen een eerste fase afdeling. De twee andere brugklassen en 2 en 3 havo vormen de andere eerste fase afdeling. In de tweede fase kennen we een havo en een vwo afdeling. De leiding van de afdelingen is in handen van: • brugklas 1A, 1B, 1C, 2B, 2 en 3 vwo: dhr. M. Velu • brugklas 1D, 1E, 2 en 3 havo: dhr. G. Bouwer • klas 4 en 5 havo: dhr. D. Renema • klas 4, 5 en 6 vwo: dhr. D. Barkey Het schooljaar is in vier periodes van 8 à 9 lesweken verdeeld. Aan het eind van elke periode vindt voor leerlingen van de eindexamenklassen een toetsweek plaats, waarin zij dossiertoetsen maken, die meetelt voor de overgang en voor het schoolexamen. Na afloop van elke periode krijgen de leerlingen een rapport mee naar huis. Na het eerste en tweede en derde rapport kunnen ouders met de mentor of vakdocenten spreken op een zogenaamde ouderspreekmiddag/-avond. De eerste fase: leerjaar 1, 2 en 3 De school kent een eenjarige brugperiode. Dat wil zeggen dat de eerste klassen gemengd zijn: er zitten leerlingen in die op de basisschool òf een havo-advies hebben gekregen òf een vwo-advies of een gemengd advies. In het eerste leerjaar volgen alle leerlingen als klas dezelfde vakken (zie de lessentabel op de volgende pagina). Aan het eind van dit leerjaar wordt door de school bepaald of de leerling naar 2 havo of naar 2 vwo kan worden
14
bevorderd. Dat gebeurt aan de hand van vastgestelde bevorderingsnormen, eveneens in deze schoolgids te vinden. Als blijkt dat het havo-niveau te hoog is, dan wordt de leerling bevorderd naar de tweede klas vmbo-tl (voorheen mavo). Het Gerrit van der Veen College heeft in deze een inspanningsverplichting bij het vinden van een school. Doubleren is in de eerste klas niet mogelijk. Slechts bij hoge uitzondering en op grond van sociaal-medische factoren kan een leerling het eerste schooljaar overdoen. Vanaf het tweede leerjaar zijn er havo- en vwo klassen. De leerlingen hebben een vakkenpakket dat voor iedere leerling gelijk is. Aan het eind van klas 3 wordt de basisvorming voor alle vakken afgesloten. In bijzondere gevallen kan de school toestaan dat een leerling bevorderd wordt van 2 havo naar 3 vwo, of van 2 vwo naar 3 havo. Het derde leerjaar staat in het teken van de voorbereiding op de Tweede Fase, waarvoor een profielkeuze gemaakt dient te worden(zie verder onder tweede fase). In dit jaar zijn de studie- en keuzebegeleiding, alsmede de rol en de adviezen van de decaan belangrijk. Aan het einde van de 3e klas wordt aan de hand van de bevorderingsnormen vastgesteld of de leerling bevorderd kan worden van 3 havo naar 4 havo, en van 3 vwo naar 4 vwo. In bijzondere gevallen wordt een leerling bevorderd van 3 vwo naar 4 havo. Een overgang van 3 havo naar 4 vwo is niet mogelijk. De bevorderingsnormen voor deze klassen zijn te vinden op www.gerritvdveen.nl, onderwijs, onderwijs algemeen. Deze normen worden in september geëvalueerd en voor 1 oktober gewijzigd of opnieuw bekrachtigd.
15
Lessentabel Gerrit van der Veen College 2013-2014 vak ne fa du en gs ak bi anw ec mo Wi Wa Wb wc ns na sk ml fil ckv lo lv te ha mu da dr kbv kdr kmu kua mbv mdr mmu men rek sv
1HV
2H
2HV
2V
3H
3V
3HV
4H
4V
5H
5V
6V
4 3
3 3 3 3 2 2 2
3 3 3 3 2 2 2
3 3 3 3 2 2 2
3 3 3 3 2 2 2
3 3 3 3 2 2 2
3 3 3 3 2 2 2
4 4 4 3 3 3 3
3 4 4 3 3 3 4
3 3 3 3 3 3 3
3 3 3 3 3 3 3
2
2
2
3
3
3
3 X
3 3 3 3 3 2 3 2 3 X
4 X
3 X
4 3
3 2 2 2
4
3
2
1 4 1 1 1 1 1 1
1 ½ ½
3
2
1 2 1 1 1 1 1 2
1 ½
3
3 3 3
3 4
3 4 3
4 4 3
3 3 2 1 2 2
3 3
4 3
3 3
1 2 2
3 3 2 1
2
2
2
2
1 2 1 1 1 1 1 2
1 ½
3 3
1 ½
2 2
2 2
(2) (1)
1 2 1 2 2 2 2 2
1 2 1 2 2 2 2 2
1
1
1
16
1
4 4 4 1 2 2 2 1 1 ½
4 4 4 1 2 2 2 1
2 2 2 2
2 2 2 1
2 2 2 2
1
1
1
De tweede fase: leerjaar 4, 5 en 6 De tweede fase, vroeger “bovenbouw” genoemd, omvat het 4e en 5e leerjaar havo en het 4e, 5e en 6e leerjaar vwo. Alle leerlingen ontvangen voor 1 oktober het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting. De school biedt onderwijs in alle profielen aan, zowel op de havo als het vwo. Het is goed te beseffen dat het (school) examen al in de vierde klas begint. In dit leerjaar worden bepaalde onderdelen of vakken die op de examenlijst staan afgesloten met een beoordeling. Kenmerken van het onderwijs in de tweede fase op het Gerrit van der Veen College zijn: 1. een indeling in vier profielen: natuur & techniek, natuur & gezondheid, economie & maatschappij en cultuur & maatschappij. Vanaf de vierde klas kiezen de leerlingen één van de vier profielen. Een overstap gedurende de cursus van het ene profiel naar het andere is in principe niet mogelijk. Wisselen van een profiel of vak kan bij uitzondering in de vierde klas, voor de herfstvakantie, na overleg met en onderzoek van de afdelingsleider.
Het onderwijs in elk profiel bestaat uit: a. een (voor alle leerlingen gelijk) gemeenschappelijk of verplicht deel, dat de volgende vakken bevat: Nederlands, Engels, lichamelijke opvoeding, een module kunst naar keuze, basiscursus filosofie, maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming, en (voor het vwo) Algemene Natuurwetenschappen. De drie laatste vakken worden in
de vooreindexamenklas afgesloten. Daarnaast bevat elk profiel een aantal profielspecifieke en verplichte vakken. b. een keuzedeel waarmee de leerling het profiel kan uitbreiden met één, twee of drie vakken, die hem of haar naast de profielvakken ook interesseren dan wel als nuttig ervaren worden. Alle vakken van het verplichte deel en van het keuzedeel zijn – met uitzondering van de kunstmodule en filosofie – zogenaamde schoolexamenvakken en tellen mee voor de examenuitslag. De overige vakken kennen naast een schoolexamen ook een centraal examen aan het einde van de examenklas. 2. nadruk op actief en zelfstandig leren door de leerling. Leerlingen doen in toenemende mate zelfstandig onderzoek, schrijven verslagen en werkstukken. Er wordt verder een groot beroep gedaan op de vaardigheid van het plannen en structureren van het schoolwerk. De leerlingen worden daarbij begeleid door de mentor. 3. onderscheid in theorie- en werklessen: om de leerlingen ook daadwerkelijk planmatig en zelfstandig te laten werken wordt op het Gerrit van der Veen College bij veel vakken onderscheid gemaakt tussen theorieen werklessen. Dat wil zeggen dat er lessen zijn, waarin (nieuwe) stof door de docent wordt uitgelegd en besproken (theorielessen). Daarnaast zijn er lessen, waarin leerlingen onder begeleiding van dezelfde vakdocent
17
3. Leerlingbegeleiding
samen met leerlingen uit een ander leerjaar zelfstandig werken aan de verwerking en toepassing van de stof. Zij ontvangen daarvoor studiewijzers. Deze laatste lessen worden werklessen genoemd. In de praktijk is er veelal sprake van een combinatie van beide soorten lessen. Voor alle lessen gelden dezelfde regels, ook wat betreft de anwezigheidsplicht. Deze aanpak maakt het mogelijk dat leerlingen veel contacttijd op school doorbrengen, en steeds werken onder begeleiding van hun eigen vakdocent. De lessentabellen en de mogelijke keuzes daarbinnen voor de leerlingen zijn dermate uitgebreid en ingewikkeld, dat we deze niet in de schoolgids opnemen, maar op de website van de school hebben geplaatst.
Onderwijsrendement Elk jaar brengt de Inspectie van het Onderwijs een kwaliteitskaart uit, die van elke school op het internet te vinden is. Zie www.onderwijsinspectie.nl. Het rendement is ook te zien op Vensters voor verantwoording (zie www.gerritvdveen.nl, over de school) Naast de kwaliteitskaart zijn op deze sites ook de in-, door- en uitstroomgegevens (IDU-gegevens) van het Gerrit van der Veen College te vinden. Formeel maakt het Gerrit van der Veen College deel uit van een brede scholengemeenschap met o.a ook het Sweelinck College. Daardoor is de inspectie niet in staat om de rendementsgegevens van de afzonderlijke scholen apart in kaart te brengen.
De mentor Zowel onderwijs als begeleiding zijn op het Gerrit van der Veen College gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van de leerlingen en hun capaciteiten. Elke klas heeft een mentor, die de eerstverantwoordelijke is voor de begeleiding van de leerlingen. De mentor wordt daarin gesteund door de andere medewerkers van de school, waaronder een aantal medewerkers met deskundigheid op een specifiek terrein, zoals een remedial teacher en een decaan die de leerlingen begeleidt op het gebied van studie- en beroepskeuze. Elke klas heeft een mentorles op het rooster staan, waarin noodzakelijke communicatie over allerlei schoolse zaken plaatsvindt, maar ook “leren leren” en het ontwikkelen van een actieve en zelfstandige studiehouding aan de orde komen. Daarnaast wordt in deze lessen aandacht geschonken aan de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen. De mentor is de eerste contactpersoon binnen de school voor de ouders, en de aangewezen persoon voor een gesprek over de resultaten na elk rapport. Wanneer ouders behoefte hebben aan meer overleg en een gesprek, dan kunnen zij (binnen kantoortijd) contact opnemen met de school om een afspraak met de mentor te maken. n.b. Het Huiswerk Instituut Amsterdam (HIA) speelt op twee momenten in het brugklasjaar een rol in het leren omgaan met huiswerk, planning en dergelijke. Tijdens een apart en tijdelijk lesuur. Afdelingsleider De school is in vier afdelingen opgesplitst. Namelijk in de eerste fase havo, de eerste fase vwo, de tweede fase havo
18
en de tweede fase vwo. Iedere afdeling heeft een eigen afdelingsleider. Deze is verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding en het onderwijs in zijn of haar afdeling. Zorgstructuur en zorgcoördinator Eens in de zes weken vindt er overleg plaats tussen de afdelingsleiders en de externe hulpverlening. Hiertoe behoren de schoolarts en verpleegkundige, de leerplichtambtenaar, een medewerker van bureau Jeugdzorg en een schoolmaatschappelijk werker. De zorgcoördinator is de persoon die dit overleg voorzit en alles wat er uit voortvloeit op gebied van in- en externe leerlingbegeleiding coördineert. De zorgcoördinator op het Gerrit van der Veen College is mevr. S. Jonker. Schoolarts, ziekte en schoolverzuim Nieuwe leerlingen worden in de loop van het tweede schooljaar opgeroepen voor een kort onderzoek door de schoolarts en schoolverpleegkundige. Ook ouders zelf kunnen vragen of de schoolarts of schoolverpleegkundige naar hun kind wil kijken. Om onnodige schooluitval zoveel mogelijk te voorkomen is door de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) een aanpak ontwikkeld voor de bestrijding van schoolverzuim. Het Gerrit van der Veen werkt hieraan mee. Als een leerling meer dan tien aaneengesloten dagen verzuimt of meer dan drie maal in twee maanden ziek gemeld is, kunnen leerling en ouder/ verzorger een uitnodiging van de schoolarts voor een gesprek krijgen. Er wordt dan gezocht naar mogelijke problemen die geleid hebben tot het
19
ziekteverzuim, en naar oplossingen hiervoor. De bevindingen worden met inachtneming van de privacyregels globaal teruggekoppeld naar school. Zo nodig kan de school geadviseerd worden om een leerling extra te begeleiden. Als er niet gereageerd wordt op de oproep van de schoolarts, kan de school besluiten de leerplichtambtenaar in te schakelen. Bureau Leerplicht Plus en Halt De school heeft regelmatig overleg met de leerplichtambtenaar. Bij ongeoorloofd verzuim kan Bureau Leerplicht Plus besluiten proces verbaal op te maken en de leerling te verwijzen naar Halt. De criteria die hiervoor gehanteerde worden zijn: • Vanaf 9 keer te laat komen. • Een week onafgebroken verzuim of maximaal 10 dagdelen. (Een dagdeel is één of meer lesuren op een ochtend of een middag) Bureau Leerplicht Plus rekent in twee periodes; de periode van september tot de kerstvakantie en vanaf januari tot de zomervakantie. Externe hulpverlening Vanuit Bureau Jeugdzorg – jeugdhulpverlening – is een medewerker iedere week een halve dag per week op school aanwezig. Daarnaast is er een schoolmaatschappelijk werker een dag per week op school aanwezig. Dit is dhr. K. Hersbach. Leerlingen die problemen ondervinden in hun functioneren op school, kunnen door de mentor in contact gebracht worden met de maatschappelijk werker. Samen met de leerling en zo nodig met
de mentor en/of ouders, wordt getracht het probleem op te lossen. Soms zijn één of enkele gesprekken genoeg, soms is verwijzing naar een instantie buiten school beter. Dit laatste in overleg met de leerling en ouders. Remedial Teaching, dyslexie, examenvreestraining en faalangstreductietraining Aan de hand van een test wordt in de eerste klas vastgesteld of er bij leerlingen grote hiaten zitten in de taalvaardigheid en of er mogelijk sprake is van dyslexie. Dyslexie is een leesstoornis, waarvan veel varianten bestaan. Dyslectische leerlingen hebben problemen bij lezen en spellen, die kunnen doorwerken in de resultaten van veel vakken. Bij niet al te grote problemen wordt hulp geboden door een in dyslexie gespecialiseerde docent van de school. Bij ernstige dyslexieproblemen is deskundige hulp van een extern bureau onontbeerlijk. Zie www.dyslexie.pagina.nl. Leerlingen, bij wie dyslexie is vastgesteld, krijgen een dyslexiekaart. Met deze kaart kunnen zij bij toetsen extra faciliteiten krijgen. Om voor deze faciliteiten in aanmerking te komen, is een officiële verklaring nodig, opgesteld door een erkende deskundige. Met deze verklaring kan de betreffende leerling bij het centraal examen en het schoolexamen extra faciliteiten krijgen. De aard van de beperking is bepalend voor de vorm waarin de leerling extra gefaciliteerd wordt. In de tweede fase vwo bestaat ook de mogelijkheid om vrijgesteld te worden van het volgen van een tweede moderne vreemde taal. Dyslectische leerlingen en leerlingen die ernstige lees- en schrijfproblemen blijken te hebben of vanwege hun anderstalige
20
achtergrond een grote taalachterstand, worden bijgestaan door zogenaamde “dyslexiecoördinatoren”. Van deze docenten krijgen de ouders/verzorgers informatie en advies over vormen van begeleiding. De dyslexiecoördinatoren zijn mevrouw L. Hylkema en mevrouw S. Jonker. Voor leerlingen die faalangstig zijn wordt een faalangstreductie- en examenvreestraining georganiseerd, het komend jaar door de heer B. Rodermans en mevrouw L. Blankers.
Vertrouwensdocenten luisteren, helpen zoeken naar oplossingen, geven informatie over hulpverlening en ondersteunen bij het eventueel indienen van een klacht. Zij kunnen leerlingen en personeelsleden verwijzen naar externe vertrouwenspersonen van ZAAM. ZAAM is aangesloten bij de landelijke
Decanaat en keuzebegeleiding De decanen begeleiden de mentoren bij hun werk als loopbaanbegeleider. Mentoren zijn de eerst aangewezenen om leerlingen te coachen bij hun pakket-, profiel- of beroepskeuze. De decaan is de tweede lijns-functionaris, die door de mentor geraadpleegd kan worden. Hij is de specialist die leerlingen met complexe keuzeproblemen op verzoek van de mentor verder helpt en begeleidt bij het maken van keuzes en het nemen van beslissingen. Als hij dat noodzakelijk acht, kan de decaan contact leggen met externe instanties voor een test schoolgeschiktheid of beroepskeuze. De decaan kent uiteraard niet alle leerlingen persoonlijk. Bij een goed advies is daarom altijd de mentor betrokken. Ouders kunnen via de mentor contact opnemen met een van de decanen. Mevrouw L. Blankers voor de onderbouw, de heer B. Menkveld voor de bovenbouw. Vertrouwensdocenten Op het Gerrit van der Veen College zijn twee vertrouwensdocenten aangesteld, te weten mevrouw K. Groenhout en de heer B. Menkveld.
21
4. Toelating klachtencommissie van de besturenraad PCO. Een klacht kan worden ingediend bij: Landelijke klachtencommissie Postbus 907, 2270 AX Voorburg Vertrouwensdocenten en vertrouwenspersonen gaan vertrouwelijk om met de verstrekte informatie. Daarbij gelden wel de meldingsplicht van personeelsleden aan het bestuur en de aangifteplicht van het bestuur aan de politie, als het gaat om vermoedelijk strafbare feiten, seksuele intimidatie van personeelsleden ten opzichte van leerlingen. Begeleiding bij langdurige ziekte Er zijn een aantal organisaties actief in Amsterdam, die leerlingen bij langdurige ziekte kunnen begeleiden:
Stichting Onderwijs aan Zieke Kinderen. Deze stichting begeleidt meer dan 90 jaar Amsterdamse scholieren, van basis-, speciaal en voortgezet onderwijs, die door ziekte of ongeval niet naar school kunnen gaan. De lessen thuis worden door docenten van de Stichting gegeven in overleg met de school. Er moet een medische indicatie zijn met de verwachting dat de leerling ten minste drie weken niet naar school kan. Voor informatie en aanmelding: Stichting Onderwijs aan Zieke Kinderen Thuis Mevr. J.W. Taams Grote Kerkstraat 35, 1135 BC Edam Telefoon/fax 0299 374242
Ondersteuning Onderwijs aan Zieke leerlingen Tijdens of na een opname in een
niet-academisch ziekenhuis of revalidatiecentrum en bij alle andere vragen rondom ziekte en onderwijs kan men zich richten tot: Advies- en begeleidingscentrum ABC Dhr. E. Dirkmaat, Consulent ABC Telefoon 020 7990010
AZVU of Emma Kinderziekenhuis / AMC Wanneer een leerling behandeld wordt in een van deze ziekenhuizen, kun men zich richten tot: Educatieve Voorziening Mevr. C. Hendriks, hoofd Educatieve Voorziening AZVU en Emma Kinderziekenhuis / AMC Telefoon 020 5668952
Ouder- en Kindcentrum In het Ouder- en Kindcentrum (OKC) kunnen ouders en kinderen terecht met al hun vragen over opvoeden en opgroeien. Bij het OKC vind je onder andere opvoedingsadviseurs en jeugdgezondheidszorg, de diëtist en opvoedcursussen. Daarnaast geeft het OKC trainingen, workshops over bijvoorbeeld pesten op school, agressie en sociale vaardigheden. De OKC’s zijn er voor ouders en kinderen. Er zijn meer dan 20 Ouder-en Kindcentra in Amsterdam, dus ook bij u in de buurt. U kunt er elke werkdag terecht. U kunt OKC medewerkers spreken bij ouderavonden voor de brugklas en themabijeenkomsten over opvoeden en opgroeien, en tienercursussen voor ouders. Daarnaast kunt u opvoedadvies krijgen op school, in het OKC, telefonisch of via de mail. www.amsterdam.nl/OKC
22
Toelating algemeen Het Gerrit van der Veen College is een school die openstaat voor ouders, leerlingen en medewerkers van verschillende levensbeschouwingen. Recht op de eigen christelijke levensbeschouwing en begrip voor de levensbeschouwing van de ander, zijn grondbeginselen van de school. Toelating is aan normen gebonden die zijn vastgelegd in deze schoolgids. De schoolleiding fungeert in wisselende samenstelling als toelatingscommissie, soms aangevuld met de decaan. Zij adviseert de rector bij de besluitvorming over toelating. Door de inschrijving binden de ouders/ verzorgers zich aan de regeling van het onderwijs, de maatregelen van orde die door bestuur, directie en management zijn of worden vastgesteld en de financiële verplichtingen die voor het volgen van onderwijs gelden.
Leerlingen met een handicap Leerlingen met een handicap die extra voorzieningen nodig hebben om voortgezet onderwijs te kunnen volgen kunnen niet altijd worden toegelaten. Afhankelijk van de beschikbare expertise en voorzieningen zal telkens per aangemelde leerling beoordeeld worden of plaatsing mogelijk is. Toelating tot het eerste leerjaar Een leerling uit groep 8 van de basisschool kan in de eerste klas geplaatst worden als hij voldoet aan de eisen, zoals die in de Kernprocedure van de Gemeente Amsterdam staan vermeld. Nadere informatie kan verkregen worden bij de conrector en is te vinden op het internet: www.onderwijs.amsterdam.nl (onder: Voortgezet onderwijs/Rechten en Plichten). In geval van overinschrijving is de school gedwongen om te loten. Uitgangspunt daarbij is dat de school streeft naar een gelijke verhouding tussen havo- en vwoleerlingen.
5. Rapportage en bevordering
Leerlingen van de Nationale Ballet Academie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, van de Dansacademie Lucia Marthas en van de vooropleiding van het Conservatorium hebben voorrang bij plaatsing. Leerlingen die een broer op zus op school hebben in het jaar dat zij op school komen, hebben ook voorrang. Van de havo kansklas op het Sweelinck College naar 2 havo De school kent een samenwerkingsverband met het Sweelinck College. Leerlingen in de havo kansklas van deze school kunnen in de tweede klas havo van het Gerrit van der Veen College instromen, als zij aan de voorwaarden voldoen en er voldoende ruimte is op het Gerrit van der Veen College. Overige leerjaren Bij toelating van leerlingen wordt rekening gehouden met de plaatsingsmogelijkheden van de school, met adviezen van de toeleverende school en met de motivatie van de leerling en zijn ouders om van school te veranderen. Ouders en leerlingen kunnen zich vanaf
juni aanmelden en worden op een wachtlijst geplaatst. Pas in de laatste schoolweek, na de rapportvergaderingen, kan uitsluitsel gegeven worden over definitieve plaatsing. Tot een hoger leerjaar kan worden toegelaten de leerling die op grond van zijn diploma, getuigschrift, of gevolgd onderwijs, hiertoe gerechtigd is. In geen geval wordt de leerling geplaatst in een klas/afdeling afwijkend van de (bevorderings-) beslissing van de toeleverende school. Van 4 vmbo-tl naar 4 havo Toelatingsvoorwaarden instroom 4 VMBO-T naar 4 HAVO voor het Gerrit van der Veen College: zie hiervoor de website www.gerritvdveen.nl. Onder hoofdstuk onderwijs; toelatingsvoorwaarden.
Eerste fase In de eerste drie leerjaren krijgen de leerlingen tenminste drie keer per jaar een cijferuitdraai uit magister mee. Voor alle vakken worden daarop de cijfers vermeld en het voorlopige resultaat. Aan het einde van het schooljaar krijgt de leerling een eindrapport. Het eindrapport bestaat uit het gemiddelde afgerond cijfer per vak. We werken met ingang van schooljaar 2012-2013 met voortschrijdend gemiddelde. Per vak bepaalt de sectie de weging van de verschillende toetsen gedurende het schooljaar. Aan de hand van het eindrapportcijfer wordt de bevorderingsbeslissing genomen. De normen daarvoor staan elders in deze schoolgids. Het eindrapport bestaat uit gehele cijfers per vak op de schaal van 1 tot 10, de tussentijdse cijferlijsten kennen cijfers met één decimaal achter de komma. In december is er een oudermiddag/ avond waarop ouders met een mentor over de schoolprestaties en het (sociaal) functioneren van hun zoon
of dochter kunnen spreken. Eind januari is er de mogelijkheid om vakdocenten te spreken en in maart neemt de mentor contact op met de ouders, indien dat noodzakelijk wordt geacht. Om onaangename verrassingen te voorkomen wordt ouders/verzorgers geadviseerd geregeld contact met de klassenmentor op te nemen. Tweede fase Ook in 4 havo, 4 vwo en 5 vwo krijgen de leerlingen cijferuitdraaien mee naar huis, waarop steeds het voortschrijdend gemiddelde van de tot dan toe behaalde resultaten vanaf het begin van het schooljaar staan vermeld. Naast dit voortgangsrapport ontvangen de leerlingen een dossierkaart met daarop de beoordelingen van toetsen, praktische opdrachten, practica en handelingsdelen, die meetellen voor het schoolexamen. In de eindexamenklassen ontvangen de leerlingen geen voortgangsrapport meer. Om onaangename verrassingen te voorkomen wordt ouders/verzorgers geadviseerd geregeld contact met de klassenmentor op te nemen en op Magister de cijfers te bekijken. Bevorderings- of overgangsnormen Zie hiervoor de site www.gerritvdveen.nl, onderwijs, bevorderingsnormen.
Van 5 havo naar 5 vwo Toelatingsvoorwaarden instroom 5 havo naar 5 vwo voor het Gerrit van der Veen College: zie hiervoor de website www.gerritvdveen.nl. Onder hoofdstuk onderwijs; toelatingsvoorwaarden.
Inzien van cijfers en absentie op internet In het begin van het schooljaar ontvangen alle ouder(s) van leerlingen die jonger zijn dan 18 jaar een inlogcode waarmee men in kan loggen in ons schooladministratiesysteem: Magister. Bij leerlingen van 18 jaar mogen wij alleen een inlogcode aan de ouder(s) geven als de leerling ons daar toestemming voor geeft.
24
25
6. Belangrijke commissies Leerlingencommissies Op het Gerrit van der Veen College zijn een aantal leerlingencommissies actief: - de leerlingenraad, waarin leerlingen zitten die gekozen zijn door de leerlingen van het Gerrit van der Veen College. Regelmatig overlegt deze raad met de schoolleiding over praktische en andere onderwerpen die de school aangaan. De leerlingenraad is daardoor een spreekbuis van de leerlingen, bedoeld om meningen en ideeën die bij de leerlingen leven op de juiste plaats kenbaar te maken; - klassenvertegenwoordigers: een leerling per klas, door de klas gekozen. De afdelingsleiders overleggen regel matig met de klassenvertegenwoordigers van hun afdeling over het reilen en zeilen rondom de lessen; - het leerlingenparlement, waarin alle klassenvertegenwoordigers zitting hebben; zij overleggen tenminste tweemaal per jaar met de leerlingenraad; - de feestcommissie, die samen met de schoolleiding per jaar ongeveer 3 feesten organiseert, een op school voor de onderbouw en twee, een kerstgala voor de bovenbouw en een eindfeest voor allen, in een discotheek; - de commissie Licht en Geluid, die alle activiteiten in de aula van een passende verlichting en geluidsversterking voorziet. Ouderraad De school kent een actieve ouderraad die ongeveer 6 keer per jaar bijeenkomt om samen met de directie actuele schoolzaken te bespreken. De raad bestaat uit 1 à 2 vertegenwoordigers per leerjaar. Op de eerste algemene ouderavond wordt ouders gevraagd zich beschikbaar
te stellen. Wanneer (te) veel ouders zitting willen nemen in de raad volgen er verkiezingen. Klassenouders; om het contact met de ouders en de school te verstevigen werkt de ouderraad met klassenouders. De klassenouder is de verbinding tussen de ouders van de klas en de ouderraad en school; meer informatie:
[email protected] Reglement Ouderraad van het Gerrit van der Veen College:
Doelstelling: De Ouderraad is een informele commissie, die is opgericht ten behoeve van een optimale communicatie en samenwerking tussen schoolleiding, leerlingen en ouders. Begripsbepaling: Ouders: De ouders, voogden en feitelijke verzorgers van de leerlingen op het Gerrit van der Veen College Leerlingen: Alle leerlingen die op het Gerrit van der Veen College staan ingeschreven Schoolleiding: Het managementteam van het Gerrit van der Veen College Medezeggenschapsraad: Het vertegenwoordigend lichaam van de hele school (MR) Bevoegd gezag: Het schoolbestuur van het Gerrit van der Veen College, ZAAM. Functies: De ouderraad stelt zich ten doel de ouders voor de school te interesseren en bij de school te betrekken. Op basis hiervan zijn er een aantal functies te onderscheiden: 1. de brainstorm- en klankbordfunctie: als klankbord fungeren voor de ouders onderling en naar de schoolleiding toe teneinde de belangstelling, de
26
kennis en het inzicht op het gebied van onderwijs en alle andere aan school gerelateerde zaken te vergroten. Hiervoor wordt vanuit de schoolleiding een zodanige informatie verwacht, dat de Ouderraad zich een beeld kan vormen van hetgeen er in de school omgaat. 2. de brugfunctie: het bieden van een platform. Ouders hebben hierdoor de mogelijkheid op een gestructureerde wijze betrokken te kunnen worden, opmerkingen te maken en eventueel klachten te uiten. Daarnaast kan hierdoor het gebruik van ideeën en adviezen uit de Ouderraad door de schoolleiding worden bevorderd.
Werkwijze: Het praktisch uitvoeren van diverse activiteiten op verschillende niveaus en terreinen, zowel op eigen initiatief als op verzoek van de schoolleiding.
Taken: Op grond van het bovenstaande kunnen de volgende taken worden genoemd: • Het vertegenwoordigen van de ouders • Als aanspreekpunt fungeren voor de ouders • Het kweken van belangstelling voor de school bij de ouders • Het (mede)organiseren van activiteiten, zoals thema-avonden en de beroepenmarkt • Het aanwezig zijn en het geven van informatie bij evenementen, die georganiseerd worden door de school zoals diploma-uitreiking en open dagen • Het steunen van de school bij de vervulling van haar taak • Het onderhouden van contacten met de schoolleiding en de medezeggenschapsraad • Het desgevraagd of op eigen initiatief advies geven aan de schoolleiding en medezeggenschapsraad • Het werven van ouders voor de Ouderraad • Het actief meewerken en uitdragen van de doelstellingen en het imago van de school als school met een kunst- en cultuurprofiel. Samenstelling Ouderraad: In de Ouderraad kunnen ouders deelnemen, waarvan één of meer kinderen les hebben op het Gerrit van der veen College. De raad streeft naar een gelijkmatige spreiding over ieder leerjaar. Bij meerdere aanmeldingen zal door middel van een loting de deelname aan de ouderraad worden bepaald. Tevens zal in dat geval een reservelijst worden aangelegd, die eveneens gebruikt kan worden voor een eventueel te vormen klankbordgroep.
27
7. Financiële en administratieve zaken Door de Ouderraad worden een voorzitter en een secretaris gekozen. De voorzitter en secretaris zijn verantwoording verschuldigd aan de Ouderraad. Verder wordt om praktisch redenen nagestreefd dat leden van de Locatieraad en de Medezeggenschapsraad deel uitmaken van de Ouderraad. Taken van de voorzitter en de secretaris: Voorzitter • heeft de leiding van de vergaderingen van de Ouderraad • ziet erop toe dat het reglement wordt nageleefd • stelt samen met de secretaris en de schoolleiding de agenda voor de vergadering vast. Secretaris • nodigt de deelnemers aan de vergaderingen van de Ouderraad per mail uit • behandelt alle correspondentie • houdt bij wie de notulen moet maken
Zittingsperiode: Deelname aan de Ouderraad is vrijwillig en eindigt automatisch als kinderen de school hebben verlaten. Tevens kan een ouder zich door schriftelijke afmelding bij de voorzitter terugtrekken. Participatie: Lid worden van de Ouderraad is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Van ouders die lid worden van de Ouderraad wordt deelname aan de vergaderingen en een actieve bijdrage verwacht. Vergaderfrequentie: De Ouderraad komt minimaal vijf keer per jaar op de maandag van 18.00-20.30 uur
bijeen op vooraf bepaalde data. Daarnaast vindt één keer per jaar een ouderavond plaats. Op de laatste vergadering van het schooljaar, worden de data voor het nieuwe schooljaar door de Ouderraad in overleg met de schoolleiding bepaald. Van de vergadering worden alleen voor de deelnemers ten behoeve van de voortgang notulen gemaakt. Er wordt geen jaarlijks verslag samengesteld.
Vergadersamenstelling: Voor de Ouderraadvergadering worden uitgenodigd: - alle leden van de Ouderraad, inclusief de afgevaardigden in de Medezeggenschapsraad - de Schoolleiding. Wijzigingen en aanpassingen van het reglement: Aanpassingen van dit reglement kunnen alleen worden doorgevoerd na goedkeuring door de meerderheid van de aanwezige leden, mits er minimaal een derde van de deelnemende ouders aanwezig is. Voor deze vergadering wordt aan de leden bekend gemaakt welke aanpassing voorgesteld wordt, en wanneer deze besproken wordt in de vergadering.
Schoolboeken Met ingang van schooljaar 2009-2010 worden de schoolboeken door de school verstrekt. Schade of vermissing van schoolboeken wordt in rekening gebracht bij de ouder(s verzorger(s). Om eventuele schadeclaims goed af te kunnen handelen wordt er voor het boekenpakket een borg gevraagd. Kluisje Op het GVC is voor iedere leerling een kluisje beschikbaar. Leerlingen kunnen een kluisje huren voor 10 euro per jaar. De schoolleiding heeft het recht om het gebruik van een kluisje te verbieden en om op gezette tijden de inhoud ervan te controleren. Onderling ruilen van kluisjes zonder toestemming van de conciërge en het delen van een kluisje samen met een ander is niet toegestaan. De politie kan ingeschakeld worden voor een steekproefsgewijze kluiscontrole.
Vrijwillige bijdrage leermiddelen Wij vragen aan alle ouder(s)/verzorgers een vrijwillige bijdrage per leerjaar voor leermiddelen die niet op de boekenlijst staan maar wel ge- en verbruikt worden. De bijdrage heeft betrekking op leermiddelen en materialen, die niet door de overheid vergoed worden maar door de school gratis verstrekt worden, zoals audio- en videomateriaal, software en werkmateriaal voor o.a. de vakken tekenen, handvaardigheid, techniek, verzorging en muziek.Voor specificatie kunt u de tabel op de website raadplegen. Vrijwillige ouderbijdrage sociale en kunstactiviteiten De vrijwillige ouderbijdrage voor de sociale en kunstactiviteiten is per leerjaar anders. Zie hiervoor de www.gerritvdveen.nl, over de school, financiën, ouderbijdrage. Daarin kunt u zien waaraan het bedrag wordt besteed.
Slotbepaling: In gevallen waarin het reglement niet voorziet, beslist de Ouderraad. Contact met de ouderraad: ouderraad@ gerritvdveen.nl
Medezeggenschap Zie bij punt 9. ZAAM
28
29
De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Wij hebben de bedragen vastgesteld met instemming van de oudergeleding in de MR. Aangezien het deelnemen aan buitenschoolse activiteiten op het Gerrit van der Veen College een wezenlijk onderdeel is van het schoolprogramma wordt een nadrukkelijk beroep op de ouders/verzorgers gedaan deze bijdrage aan de school te voldoen. Het afzien van betaling van dit bedrag kan uitsluiting van de leerling van de activiteiten waarvoor wij de extra betaling vragen, tot gevolg hebben. Bij leerlingen van de kunstvooropleidingen brengen wij een ander bedrag in rekening. Ouders/verzorgers ontvangen voor de ouderbijdrages aan het begin van het schooljaar een acceptgiro met een specificatie. Zie de tabel op de website. Reizen en werkweken Deze activiteiten vormen voor de leerlingen van de eerste, de derde en de vijfde klas een vast onderdeel van het schoolprogramma. Met andere woorden: deze activiteiten zijn verplicht voor alle leerlingen van het betreffende leerjaar. De kosten daarvoor zijn niet opgenomen in de bijdrage leermiddelen of ouderbijdrage. Ouders krijgen voor deze reizen in principe twee maanden van tevoren een acceptgirokaart thuis gestuurd. Verzekeringen Alle leerlingen, ook als zij stage lopen, zijn tegen ongevallen verzekerd gedurende de schooltijd en één uur voor en na de schooltijd. Het betreft een aanvullende verzekering op de ziektekostenverzekering. Mocht een leerling iets overkomen op weg van of naar huis, dan moet de school
onmiddellijk daarvan op de hoogte gesteld worden. De verzekering geldt niet voor materiële schade, dus niet voor beschadigingen aan brillen, kleding en andere eigendommen. Als de leerling deelneemt aan een excursie of werkweek is een eigen deugdelijke ziektekostenverzekering en een W.A.verzekering verplicht. De school kent de volgende verzekeringen: W.A.-verzekering De school is alleen aansprakelijk voor schade die leerlingen tijdens de schooluren veroorzaken of oplopen indien de schade is ontstaan door: a. Een onrechtmatige daad van het bestuur (de school) of van één der personeelsleden; b. Indien de schade is ontstaan door schuld van één van de (mede)leerlingen, terwijl redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat de toezichthoudende leerkracht het ongeval had kunnen voorkomen.
Collectieve Ongevallenverzekering Deze verzekering dekt het ongevallenrisico voor de verzekerden: a. Gedurende het verblijf in de schoolgebouwen of op de daarbij behorende terreinen tijdens de officiële schooluren, evenals tijdens het gaan van huis naar school en omgekeerd ten hoogste gedurende één uur voor en één uur na de schooltijd; b. Tijdens verblijf op sportvelden, in gymnastieklokalen, zwembaden e.d., mits in klassikaal of schoolverband en onder toezicht; c. Tijdens (buitenlandse) schoolreizen, kampen, excursies in schoolverband, tijdens deelneming aan
30
schoolsportwedstrijden e.d., mits en zolang de leerlingen onder toezicht staan. Er geldt steeds, dat alleen uitkering plaatsvindt, voor zover geen andere (eigen) verzekering uitkeert of vergoedt. Deze onderdelen betreffen dus een aanvullende verzekering. Wij adviseren om daarnaast ook zelf een ongevallenverzekering af te sluiten
invaliditeit door ongeval. Voor medische kosten geldt weer, voor zover geen andere verzekering uitkeert of vergoedt. N.B.: bij het opzettelijk toebrengen van schade en/of letsel keert de verzekering niet uit. De veroorzaker is altijd zelf aansprakelijk. Wij adviseren om daarnaast ook zelf een annuleringsverzekering en reisverzekering af te sluiten.
Reisverzekering: Bij reizen vanwege werkweken (ook naar het buitenland) e.d. zijn de volgende risico’s (tot een zeker maximum) verzekerd: onvoorziene noodzakelijke uitgaven, medische kosten volgens Nederlands tarief, tandheelkundige hulp na ongeval, verlies of beschadiging van bagage, overlijden door ongeval, blijvende
Schade/vermissing Alle schade door een leerling toegebracht aan gebouw, meubilair, leermiddelen enz. moet door de leerling of de ouders worden vergoed. De school is niet aansprakelijk voor vermissing of beschadiging van fietsen, brommers, kledingstukken en andere eigendommen van de leerling. In sommige gevallen kan een beroep
31
8. Veiligheid, gedrag en verzuim worden gedaan op de eigen inboedelverzekering. Om vermissingen zoveel mogelijk te voorkomen wordt ouders aangeraden, de eigendommen van een naam of merkteken te voorzien. Fietsen en brommers moeten op slot worden gezet. Het gebruik van dure fietsen wordt afgeraden. Tegemoetkoming studiekosten Ouders die schoolgaande kinderen hebben maken kosten. Ouders die onder een bepaalde inkomensgrens zitten, kunnen een tegemoetkoming in de schoolkosten krijgen. Afhankelijk van het (gezamenlijk) belastbaar inkomen kunnen ouders een maximale, gedeeltelijke of geen tegemoetkoming krijgen. Nadere
informatie bij de IB- Groep, telefoon 050 5997755, of www.ib-groep.nl. Op deze website staat tevens veel informatie over mogelijkheden voor een tegemoetkoming in de studiekosten. Scholierenvergoeding De gemeente Amsterdam kent een vergoeding voor schoolkosten of voor kosten voor sportieve en culturele activiteiten (waaronder schoolreisjes en excursies), bedoeld voor Amsterdamse jongeren tot 18 jaar, van wie de ouders/ verzorgers een laag inkomen hebben. Informatie is te krijgen bij: www.dwi. amsterdam.nl of 020-3463684.
Inleiding Iedere school heeft regels om de sfeer prettig te houden en om tot goede schoolresultaten te komen. Het Gerrit van der Veen College heeft een leerlingenstatuut waarin de rechten en plichten van de leerling geregeld worden. Het leerlingenstatuut kunt u op onze site vinden. Daarnaast zijn er “huisregels” van kracht, gedragsregels om leven en werken in een aangenaam klimaat mogelijk te maken. De regels zijn van kracht “in en om school”. Dat wil zeggen dat deze ook van toepassing zijn op de omgang met de buurtbewoners en met de leerlingen van andere scholen. De huisregels krijgt iedereen aan het begin van het schooljaar toegelicht. Gedragsregels Er is de school veel aan gelegen, dat de sfeer zodanig is dat allen, zowel leerlingen als personeelsleden, zich daar beschermd en veilig voelen. Dat betekent dat respect voor elkaar en elkaars eigendommen als vanzelfsprekend geldt. Binnen het Gerrit van der Veen College en de andere scholen van ZAAM wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het voorkomen van seksuele intimidatie, agressie, geweld, discriminatie en racisme. Daarom is in beleid ontwikkeld om dit soort intimidatie tegen te gaan. Zo wordt een bijdrage geleverd aan een aangenaam en veilig leef- en werkklimaat op de locaties, waarin respectvol met elkaar omgaan gewoon is. Om de algemene sfeer in de school zo goed mogelijk te houden is het meenemen of uitnodigen van niet-leerlingen in de school niet toegestaan. Jongeren van buiten de school kennen de regels niet en daarom
32
kunnen er zich vervelende incidenten voordoen. Plezierig, beleefd en respectvol met elkaar omgaan, hoe divers het intellectueel niveau, de huidskleur of de sociale achtergrond ook is, maakt een harmonieuze en studieuze sfeer op school mogelijk. Ook schreeuwen en rennen in school verstoort de goede sfeer. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze meehelpen om de goede sfeer te handhaven door geen gevaarlijke voorwerpen, wapens (waaronder ook zakmessen worden verstaan) en spuitbussen mee te nemen naar school. Deze zijn uitdrukkelijk verboden. Ook het gebruik van vuurwerk en laserpennen zowel binnen als buiten de school is zo gevaarlijk dat aansteken of gebruiken, maar ook meenemen van deze zaken volstrekt verboden is. Meenemen van viltstiften naar school is niet toegestaan, omdat wij prettig willen werken in een schoon gebouw zonder graffiti. Mobiele telefoontjes en geluidsapparatuur mogen alleen gebruikt worden en zichtbaar zijn in de gebieden die in de huisregels genoemd worden. De school aarzelt niet op te treden tegen leerlingen die zich niet aan de regels houden. Schorsing en melding aan de politie horen in een aantal gevallen bij de afgesproken procedure. Zo zal de school bij het plegen van een strafbaar feit en in geval van (een vermoeden van) crimineel gedrag contact opnemen met de politie, mogelijk gevolgd door een aangifte. De school kan, indien er gegronde redenen zijn, de kluisjes en tassen van leerlingen voor inspectie openen. Roken is zo gevaarlijk voor de gezondheid, dat wij de wettelijke voorschriften die
33
daarvoor gelden met betrekking tot openbare gebouwen volgen. Daarom is roken in de school en de tuinen verboden. Vanzelfsprekend nemen leerlingen geen drugs en alcohol mee naar school en gebruiken zij die niet. Elk jaar aan het begin van de cursus worden de schoolregels aan alle leerlingen toegelicht. De school heeft een veiligheidscoördinator. Deze onderhoudt contacten met de politie, de buurt, scholen in de buurt en is voor de eigen school aanspreekpunt voor alles betreffende de veiligheid in en om school. De veiligheidscoördinator is de heer M. Velu. Schorsing en verwijdering De rector kan een leerling voor een periode van ten hoogste een week schorsen. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de leerling en de ouders/verzorgers meegedeeld. Het bevoegd gezag kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling. Voordat een besluit daarover wordt genomen, worden de leerling en de ouders/verzorgers gehoord. Het besluit tot verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de leerling en de ouders/verzorgers meegedeeld. Het bevoegd gezag heeft een inspanningsverplichting om voor de betreffende leerling een alternatieve oplossing te zoeken. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling vindt plaats wanneer de leerling is ingeschreven bij een andere school of instituut. Tot die tijd wordt naar alternatieven voor opvang gezocht, i.s.m. de jeugdhulpverlening.
Leerplicht, ziekmelding, absentie en te laat komen De plicht tot leren begint in het vijfde levensjaar en eindigt na elf jaar onderwijs of na het behalen van een diploma. Elke leerplichtige leerling moet bij een school staan ingeschreven en is verplicht alle lessen en activiteiten bij te wonen. U als ouder bent hier verantwoordelijk voor. Alleen om zeer ernstige redenen kunnen lessen verzuimd worden. In het kader van het Protocol Leerplicht en Verzuim dat door alle besturen van Amsterdamse scholen is ondertekend, neemt de school passende maatregelen om ongeoorloofd verzuim terug te dringen. Zorgwekkend verzuim wordt aan de leerplichtambtenaar gemeld. De afspraken over ziekmelding en verzuim binnen het Gerrit van der Veen College op een rijtje: • Ziekmeldingen tussen 8.00 en 9.00 uur op de eerste dag van ziekte. Dit kan telefonisch (020-5707655) of per mail (
[email protected]). • Wanneer uw kind weer naar school komt ontvangen we graag een betermelding. Uw kind kan dit ook zelf doen bij de absentenadministratie. • Medische afspraken minimaal 24 uur van te voren doorgeven. Wij verzoeken u echter deze afspraken beperkt onder schooltijd plaats te laten vinden. • Toetsen mogen alleen ingehaald worden als voor aanvang een afmelding is gedaan. Probeer uw kind de toets zo veel mogelijk met de klas samen te laten maken.
34
• Als een leerling door een blessure de lessen LO niet kan volgen, is een brief van de ouders vereist. Leerlingen worden echter te allen tijde geacht bij de lessen LO aanwezig te zijn. • Extra vakantieverlof buiten de vakantieperiodes om is beperkt mogelijk. Voor verlof wegens gewichtige omstandigheden geldt een afwijkende procedure. Zie hiervoor pagina 45, buitengewoon verlof. Een leerling die zich gedurende dag ziek wil melden, meldt zich bij de absentenadministratie. Een medewerker neemt contact op met ouders voor toestemming. Het is niet toegestaan zonder afmelding naar huis te gaan! Bij veelvuldig ziekteverzuim neemt de school, als onderdeel van ziekteverzuimproject M@ZL van GGD Amsterdam, contact op met de schoolarts. Deze roept de leerling op voor een verplicht consult.
Onze school houdt streng toezicht op het te laat komen. De eerste twee keer dat een leerling te laat komt, zijn er geen consequenties aan verbonden, dit in verband met eventuele overmacht zoals vertragingen in het openbaar vervoer of fietspech. Per keer daarna dient hij/zij zich de volgende dag om 8.00 uur te melden. Bij een 3e, 6e of 9e keer te laat komen worden tevens de ouders per brief geïnformeerd. Bij de 9e keer ontvangt de leerplichtambtenaar een kopie van deze brief en kan deze besluiten passende maatregelen op te leggen. Bij het missen van een les zonder geldige reden, dient de leerling dit lesuur dubbel in te halen. De leerling werkt tijdens deze twee uur zelfstandig aan het gemiste vak.
N.B. Op internet kunnen ouders in Magister de absenties bekijken. Hiervoor wordt een inlogcode verstrekt.
35
9. ZAAM ZAAM Het Gerrit van der Veen College maakt deel uit van ZAAM. De stichting beheert 22 scholen voor voortgezet onderwijs in Zaandam en Amsterdam. Samen met het Damstede College, Comenius Lyceum, Pieter Nieuwland College en Pascal College (in Zaandam) vormt het Gerrit van der Veen College de HAVO/VWO-groep van deze organisatie. De leiding van ZAAM berust bij het College van Bestuur. Identiteit van ZAAM In de statuten van de ZAAM is de interconfessionele grondslag van het onderwijs op de scholen binnen de stichting opgenomen. De wortels van ZAAM liggen in het christelijk geloof. Van allen die de school bevolken wordt verwacht dat zij deze grondslag respecteren, zoals de school ook van haar kant respect en gastvrijheid toont voor leerlingen en ouders van andere (godsdienstige) overtuigingen en levensopvattingen. In het schoolplan van de scholen wordt de inspiratie van waar uit ZAAM werkt zodanig vorm gegeven dat alle betrokkenen zich daarin herkennen. Daarbij wordt binnen de scholen voldoende ruimte ingebouwd voor het vak levensbeschouwing. De uitwerking van de uitgangspunten in het lesgeven en de overige werkzaamheden op de scholen is een proces waaraan personeel en leerlingen op alle scholen en binnen alle locaties voortdurend aandacht besteden.
36
Medezeggenschap Het Gerrit van der Veen College is een van de 21 scholen van ZAAM Interconfessioneel VO Zaandam en Amsterdam. ZAAM kent een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Personeel, ouders en leerlingen zijn hierin vertegenwoordigd. Daarnaast heeft iedere school een Deel-MR, bestaande uit een aantal personeelsleden, ouders en leerlingen van de school. Het Gerrit van der Veen College heeft een Deel-MR waarin 3 docenten, 1 ondersteunend personeelslid, 2 ouders en 2 leerlingen vertegenwoordigd zijn. Voorzitter van de Deelraad is de heer Jan Geurts. Secretaris: de heer Raymond Kloos (vanuit de oudergeleding). Andere leden zijn: mevrouw Corine van der Heide, mevrouw Nienke Bakker en de heer Lange (personeelsgeleding), mevrouw Ineke Kaliën (oudergeleding) en Kelly Weerman en Romina Engel (leerlinggeleding). Als u meer informatie wilt, dan kunt u contact opnemen met een van de leden van de personeelsgeleding. Op de website van de school wordt u geregeld op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen de medezeggenschap op het Gerrit van der Veen College en binnen ZAAM.
37
10. Overige nuttige informatie en adressen Inspectie Het adres van de onderwijsinspectie, waaronder de school ressorteert, is: Inspectie van het Onderwijs Kantoor Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730 3500 GS Utrecht Telefoon voor ouders en leerlingen: 0800 8051 Fax 030 6622091 Email
[email protected] Het centraal telefoonnummer voor de vertrouwensinspecteurs van de inspectie is: 0900 1113111 Klachtenregeling Het kan voorkomen dat er iets gebeurt op school waar ouders of leerlingen problemen mee hebben. Zij kunnen dan een klacht indienen. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten of pesten. Allereerst kan de klacht besproken worden met degene tegen wie de klacht gericht is. Als dit geen positief effect heeft, kan de klacht worden besproken met de schoolleiding (directeur). Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling van de Stichting ZAAM. De Klachtenregeling van ZAAM staat vermeld op http://www.zaam. nl/regelingen.html. Een exemplaar van
deze klachtenregeling ligt ter inzage bij de schoolleiding. De school is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Protestants-Christelijk Onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH te Den Haag. De klachtencommissie geeft advies over de klacht. Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bevoegd gezag het besluit hierop kenbaar maken.
De vertrouwenspersonen Voor een klacht tegen ongewenst gedrag (in het bijzonder seksuele intimidatie, racisme of een andere vorm van discriminatie, agressie of geweld) kan contact worden opgenomen met de mentor of de vertrouwensdocent. Om te kunnen spreken met iemand die verder van de school afstaat hebben we binnen ZAAM vertrouwenspersonen aangesteld. Deze zijn te bereiken via de coördinator voor klachten, de heer Frans Kaandorp, bereikbaar via f.kaandorp@ zaam.nl . Hij brengt je in contact met één van de vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon kan ook behulpzaam zijn bij de afweging wel of geen klacht in te dienen. Wanneer er geen oplossing kan worden bereikt, kan de vertrouwenspersoon je begeleiden bij het indienen van een klacht bij de directeur of de landelijke klachtencommissie. Meer informatie over de verdere procedure is beschreven in de Klachtenregeling ZAAM.
38
Commissie van Beroep voor Examens Wanneer een leerling zich schuldig maakt aan onregelmatigheden ten aanzien van een examenonderdeel (zoals bijvoorbeeld het zonder geldige reden afwezig zijn bij een toets van het schoolexamen), kan de directeur maatregelen treffen. In het Eindexamenbesluit (een wettelijke regeling) staat dat de directeur van de school dan bijvoorbeeld het cijfer 1 kan toekennen, of deelname aan een toets kan ontzeggen.
exemplaar van de Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen ligt ter inzage bij de schoolleiding.
Wanneer je het niet eens is met de maatregel die door de directeur is genomen, kan je in de eerste plaats bij de school zelf, bijvoorbeeld bij de examencommissie, bezwaar maken tegen de beslissing. Wanneer de beslissing daarna in stand wordt gehouden door de directeur, kan je tegen de beslissing in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor Examens van Stichting ZAAM. Van belang is: • dat je het beroep instelt binnen 5 werkdagen nadat de beslissing aan je bekend is gemaakt; • dat je het beroep schriftelijk instelt en in je beroep de redenen van je beroep beschrijft; • dat je het beroep stuurt naar de Commissie van Beroep voor Examens Stichting ZAAM, postbus 12426, 1100 AK Amsterdam. In de Regeling Beroep tegen Examenbeslissingen is precies beschreven hoe je beroep kunt instellen en hoe het beroep wordt behandeld door de Commissie van Beroep voor Examens. De Regeling beroep tegen Examenbeslissingen kun je vinden op de website van de school (link toevoegen). Een
39
11. Medewerkers Overige adressen: Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, afd. Nationale Ballet Academie dhr. C. Powney Adres: Jodenbreestraat 3 1011 NG Amsterdam Telefoon 020 5277643 Email
[email protected] Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, - dependance Nationale Ballet Academie Mw A. Beck Adres: Agamemnonstraat 44 1076 LW Amsterdam Telefoon 020 6732355 Fax 020 6757055 Email
[email protected] Conservatorium van Amsterdam mw. M. Benoist Adres: Oosterdokskade 151 1011 DL Amsterdam Telefoon 020 5277550 Email
[email protected] Dhr. G. Jeltes Adres : Oosterdokskade 151 1011 DL Amsterdam Telefoon: 020 5277550 Email
[email protected]
Dansacademie Lucia Marthas Mw M. Illis Adres: Rustenburgerstraat 436 1072 HK Amsterdam Telefoon 020 6761370 Fax 020 6707698 Email
[email protected] Leerplichtambtenaar Mw. M. Arends Adres: Stadsdeelkantoor Zuid President Kennedylaan 923 Postbus 74019 1070 BA Amsterdam Telefoon 020 2524956 Schoolarts en schoolverpleegkundige mw. J. van der Jagt (schoolarts) mw. H. van Yperen (schoolverpleegkundige) Adres: Schoolgezondheidszorg H. de Keijserstraat 14 1073 TH Amsterdam Telefoon 020 5555719 Fax 020 6645140 Assistente jeugdgezondheidszorg Mw. F. Snijders H. de Keijserstraat 14 1073 TH Amsterdam Telefoon 020 5555719 Onderwijshulpverlening Bureau Jeugdzorg Amsterdam mw. H. Elgourfti Schoolmaatschappelijk werk: dhr. K. Hersbach
40
Medewerkers 2013-2014 Rector
mw. drs. E. Veenemans
Conrector
dhr. M. Velu
Lid schoolleiding
mw. Ch.H. Martin (examensecretaris)
Afdelingsleiders dhr. M. Velu (1A, 1B, 1C, 2B, 2 vwo, 3vwo) dhr. G. Bouwer (1D, 1E, 2havo, 3 havo) dhr. D. Renema (bovenbouw havo) dhr. D. Barkey (bovenbouw vwo) Docenten met speciale taken dhr. H.T. Lange (coördinator vooropleidingen ballet/dans/muziek) dhr. B.J. Menkveld en mw. L. Blankers (decanen) mw. N. Bakker en mw. A.Boelens (kunstcoördinatoren) mw. drs. L. Hylkema en mw. S. Jonker (dyslexiecoördinatoren) dhr. S.J.J. Rodermans en mw. L.Blankers (faalangstreductietraining) dhr. B.J. Menkveld en mw. K. Groenhout (vertrouwensdocenten)
Veiligheidscoördinator
dhr. M. Velu
Mediatheek
mw. N. Bakker mw. A.A. Giskes
Technisch onderwijsassistent mw. P.E.J.M. Wilhelmus dhr. J. Helling dhr. M. El Hachhouchi Systeembeheer dhr. J. Krop Rooster
dhr. E.J. Booij
Absentiemedewerker
mw. L. van Iersel Mw. T van Taarling
41
Docenten en mentoren Gerrit van der Veen College 2013-2014
Conciërge dhr. R. Sekuur dhr. C.H.F. van der Galiën Onderwijsassistent mw. B. Sadzak Secretariaat
mw. S. Vaandering (website beheer) mw. M. Westerneng (financiën) mw. C. Sieling
Leerplichtambtenaar
mw. M. Arends
Onderwijshulpverlening: Bureau Jeugdzorg Schoolmaatschappelijk werk Schoolarts Schoolverpleegkundige
mw H. Elgourfti dhr K. Hersbach mw. J. van der Jagt mw. H. van Yperen
42
Roostercode
Naam
Functie
e-mail
ALN ALN
dhr. dhr. M. M. Alinpinar Alinpinar
Wiskunde Wiskunde
[email protected] [email protected]
BAK BAK
mw. mw. N. N. Bakker Bakker
BLK BLK
mw. mw. drs drs L. L. Blankers Blankers
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
BOE BOE
mw. mw. A. A. Boelens Boelens
Theater Theater
[email protected] [email protected]
BOS BOS
mw. mw. Ch.A. Ch.A. Bosma Bosma
Geschiedenis Geschiedenis
[email protected] [email protected]
BOW BOW
dhr. dhr. G. G. Bouwer Bouwer
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
BRV BRV
dhr. dhr. drs drs G. G. van van Breevoort Breevoort
Natuurkunde, Natuurkunde, ANW ANW
[email protected] [email protected]
CTS CTS
mw. mw. L. L. Cats Cats MA MA
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
BYD BYD
dhr. dhr. D. D. Barkey Barkey
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
CON CON
mw. mw. G. G. Conijn Conijn
Handvaardigheid, Handvaardigheid, tekenen tekenen
[email protected] [email protected]
COR COR
dhr. dhr. A.D.D. A.D.D. Cornelissen Cornelissen
Wis-, Wis-, natuur-, natuur-, scheikunde scheikunde
[email protected] [email protected]
DAM DAM
mw. mw. E. E. Damen Damen
Economie Economie
[email protected] [email protected]
DNG DNG
mw. mw. I.F.M. I.F.M. van van Dongen Dongen
Frans Frans
[email protected] [email protected]
DNK DNK
mw. mw. drs drs L. L. Donk Donk
Engels Engels
[email protected] [email protected]
DRO DRO
dhr. dhr. drs drs L. L. Droste Droste
Frans, Frans, Duits Duits
[email protected] [email protected]
EEE EEE
dhr. dhr. E. E. van van Ee Ee MA MA
Geschiedenis Geschiedenis
[email protected] [email protected]
FID FID
dhr. dhr. D. D. Fidder Fidder
Engels Engels
[email protected] [email protected]
FDL FDL
mw. mw. S. S. Fiedler Fiedler
Beeldend Beeldend
[email protected] [email protected]
GNT GNT
mw. mw. N. N. Gantzert Gantzert
CKV, CKV, Beeldend Beeldend
[email protected] [email protected]
GRT GRT
dhr. dhr. J.H.H.M. J.H.H.M. Geurts Geurts
Lichamelijke Lichamelijke opvoeding opvoeding
[email protected] [email protected]
GRN GRN
dhr. dhr. H. H. Gringhuis Gringhuis
Aardrijkskunde Aardrijkskunde
[email protected] [email protected]
GRO GRO
mw. mw. drs drs K. K. Groenhout Groenhout
[email protected] [email protected]
HEL HEL
dhr. dhr. J. J. Helms Helms
Engels Engels Beeldend, Beeldend, kunstgeschiedenis kunstgeschiedenis
HEI HEI
mw. mw. ir ir G.C. G.C. van van der der Heide Heide MSc MSc
Aardrijkskunde Aardrijkskunde
[email protected] [email protected]
HOO HOO
mw. mw. drs drs H. H. van van den den Hooff Hooff
Economie Economie
[email protected] [email protected]
HYL HYL
mw. mw. drs drs L. L. Hylkema Hylkema
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
JAN JAN
dhr. dhr. drs drs A. A. Janssen Janssen
Engels Engels
[email protected] [email protected]
JOH JOH
mw. mw. drs drs K. K. Johnsson Johnsson
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
JOK JOK
mw. mw. S. S. Jonker Jonker
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
KAP KAP
mw. mw. L. L. Kapteyn Kapteyn
CKV, CKV, Beeldend Beeldend
[email protected] [email protected]
KHA KHA
mw. mw. T. T. Khamlichi Khamlichi
Frans Frans
[email protected] [email protected]
KKO KKO
dhr. dhr. G. G. Koekoek Koekoek
Natuurkunde Natuurkunde
[email protected] [email protected]
LAG LAG
dhr. dhr. drs drs H.T. H.T. Lange Lange
Duits Duits
[email protected] [email protected]
LEE LEE
mw. mw. H. H. Leerintveld Leerintveld MA MA
Nederlands Nederlands
[email protected] [email protected]
LES LES
mw. mw. M. M. Lesiak Lesiak
Muziek Muziek
[email protected] [email protected]
LIN
dhr. C. Linthorst
Natuur-, scheikunde
[email protected]
LOO
dhr. H.P.M. Looman
Geschiedenis
[email protected]
43
MAN
dhr. drs I. Manuel
Biologie
[email protected]
MAR
mw. drs Ch.H. Martin
Economie
[email protected]
MEK
dhr. B.J. Menkveld
Duits
[email protected]
MID
dhr. drs D.W. Middelbeek
Biologie
[email protected]
MOO
mw. E. van Moorsel
CKV, Beeldend
[email protected]
MWS
mw. K. Meeuwse
Geschiedenis
[email protected]
MUM
mw. C.J.L. Muller v. Moppes
Lichamelijke opvoeding
[email protected]
NIE
dhr. drs J.M. Niekus
Wiskunde
[email protected]
NIH
dhr. T. Nieuwenhuis
Biologie
[email protected]
PIN
dhr. A. Pinas MSc
Wiskunde
[email protected]
RAD
mw. drs K. Radaic
Wiskunde
[email protected]
REN
dhr. D. Renema
Aardrijkskunde
[email protected]
RSB
dhr. S.J.J. Rodermans
Lichamelijke opvoeding
[email protected]
ROO
dhr. M. Rooda
Wiskunde
[email protected]
ROZ
mw. A.M. Rozing
Nederlands
[email protected]
ROU
mw. F. Rous
Dans
[email protected]
SAH
dhr. drs S.K. Sahetapy
Geschiedenis
[email protected]
SGE
mw. drs T. ter Schegget
Engels
[email protected]
SMA
mw. T. Schillemans
Lichamelijke opvoeding
[email protected]
SEV
dhr. J.A.W.M. Severins
Muziek, CKV
[email protected]
SLU
dhr. drs M. Sluiter
Economie
[email protected]
SLY
mw. A. Slijpen
Lichamelijke opv.
[email protected]
SPR
mw. N. van Spreeuwel
Theater
[email protected]
STI
mw. M.C. van Stiphout-Stienstra
Wiskunde
[email protected]
TEU
dhr. J.C.H. Teuben
Scheikunde
[email protected]
TIM
mw. B. Timman
Engels
[email protected]
TUR
mw S.T. Türkoglu
Duits
[email protected]
TYH
mw. M. Tijhuis-ter Schure
Aardrijkskunde
[email protected]
VEE
mw. D. Veenstra
Frans
[email protected]
VRE
mw. drs M. de Vree
Aardrijkskunde
[email protected]
VRM
mw. drs E. Vermeulen
Nederlands
[email protected]
VOS
mw. W. Vos
Frans
[email protected]
WAL
dhr. drs H. van der Waal
Nederlands
[email protected]
WEL
dhr. drs T. van der Wel
Maatschappijleer
[email protected]
YPC
dhr. S. Yapici
Wiskunde
[email protected]
YKS
dhr. A. Yuksel MSC
Biologie
[email protected]
ZON
dhr. drs C. Zonneveld
Muziek
[email protected]
zie hiervoor ook de website: www.gerritvdveen.nl, over de school, medewerkers, docenten
44
Vakantieverlof en buitengewoon verlof Vakantieverlof buiten de schoolvakanties Vakantieverlof buiten de geplande data mag alleen worden verleend, als er een werkgeversverklaring voor één van de ouders kan worden getoond, waaruit blijkt dat de vakantie binnen de schoolvakanties onmogelijk is. U dient het verlof minimaal acht weken tevoren aan te vragen met behulp van een aanvraagformulier van bureau Leerplicht. Het formulier kan worden opgehaald bij de conciërge. Het staat ook op de website en kan worden gedownload.
Belangrijke data waaronder vakanties 2013 - 2014 zie hiervoor: www.gerritvdveen.nl, jaarplanning
Buitengewoon verlof Ook ander extra verlof kan alleen bij hoge uitzondering (bijv. medisch-sociale redenen) worden verleend. Verlof is in principe niet toegestaan aan het begin van een schooljaar. De leerplichtambtenaren zien scherp toe op de naleving hiervan. Wilt u in een dergelijk geval tijdig schriftelijk contact opnemen met de afdelingsleider. Ziekmelding leerlingen: tussen 8.00 en 9.00 uur uitsluitend bij de absentiemedewerkers mw. L. van Iersel en mw. T. van Taarling 020 5707655 /
[email protected]
Adres: Gerrit van der Veen College Gerrit van der Veenstraat 99 1077 DT Amsterdam Tel: 020 6799905 Fax: 020 6798836 website: www.gerritvdveen.nl email:
[email protected]
45
46