GERECHTSGEBOUW GENT Winnend wedstrijdontwerp voor een gerechtsgebouw.
opdrachtgever locatie data
Regie der Gebouwen Gent 1998 – 2006
procedure status
wedstrijd, laureaat gerealiseerd
type
kantoorgebouw, publiek gebouw
oppervlakte budget
± 55 000 m² € 86 000 000 (excl. BTW en erelonen)
team
Lieven Achtergael, Stéphane Beel, Jan Mannaerts, Joris Van Huychem, Isabelle Dierickx, Jo Taillieu, Axel Cayman, Filip Reggers, Paul Vantieghem, Katrijn Persoons, Kris Buyse, Michael Smith, Jerzy Bakker, Nuno Carvalho, Albert Coigné, Gustavo Silva Nicoletti, Guy Van Seters, Barbara Wolff, Tine Brits, Arthur De Roover, Tom Cortoos, Francesca de Fonseca, Karolien De Schepper, Maur Dessauvage, Jan De Vylder, Marc Dutré, Freek Dutry, Reto Geiser, Trice Hofkens, Tom Leenders, Marie-Anne Morel, Vincent Pierret, Bert Van Boxelaere, Nikolaas Vande Keere, Tom Van Mieghem, Regis Verplaetse, David Van Severen, Steve Salembier, Kobus de Bruijne, Ruben Verstraeten, Jeroen Bekaert, Tom Broekaert, Silvia Consonni, Bert Haerynck, Wim Hespeel, Kim Schuddinck, Dries Vandevelde Stéphane Beel (ontwerp architectuur), Bruce Mau Design (kunst), Michel Desvigne Paysagistes (ontwerp landschap), Technum (studies stabiliteit, technieken en akoestiek)
i.s.m. fotografie
Serge Brison, Regie der Gebouwen, Polygon 3D, Interbuild
Verankering van stad en gebouw De site waar het nieuwe gerechtsgebouw werd gerealiseerd betreft een voormalig goederenstation langs de ring van Gent. De keuze voor deze plek ontstond vanuit de overtuiging dat de bouw van een nieuw gerechtsgebouw en de aanleg van een nieuw buurtpark een katalysator zouden vormen voor de heropwaardering van de Rabotwijk in zijn totaliteit. De inplanting van een dergelijk programma zou de wijk immers een nieuw gezicht geven en door de aanleg van een park, een hogere leefkwaliteit verschaffen. Op lange termijn zouden nieuwe ontwikkelingen en investeringen in de wijk volgen uit het project. In de beginfase van het project werd beslist om park en gerechtsgebouw als één samenhangend geheel te ontwerpen. De wisselwerking tussen gebouw en open ruimte zou immers moeten zorgen voor een goede verankering van het volledige project. Het park werd opgebouwd vanuit een eenvoudige en heldere structuur. Deze bestaat uit drie parallelle zones in de dwarse richting en een sequens van landschapskamers in de langse richting. De noordelijke zone is de bomendreef. Deze bevat drie rijen lindes waartussen een voet- en fietspad wordt aangelegd. De zone fungeert als hoofdontsluiting voor fietsers en wandelaars en vormt daardoor de ruggengraat van het park. Alle activiteiten in het park worden dan ook langs deze bomendreef opgespannen. De centrale zone wordt daarmee opgebouwd als een sequens van landschapskamers elk met een eigen sfeer en activiteit, evoluerend van rustig tot actief, van groen tot mineraal. De landschapskamers worden opéénvolgend bepaald als: de zone met de sociale woontorens, de rustige bufferzone tussen woontorens en gerechtsgebouw, de patio’s in het gerechtsgebouw, de inkomplaza, de rustige verblijfszone, de actieve zone rond het jeugdontmoetingscentrum, de landingszone van de tram- en fietsbrug en de aansluiting met de Blaisantwijk. Ruimtelijke definitie van de landschapskamers wordt bekomen door hoogteverschillen of taluds. Samenhang wordt bekomen door een grid van jonge bomen in te planten over de centrale zone. Deze zorgen er immers voor dat het park in alle fases van de ontwikkeling een groen karakter heeft. Een laatste zone betreft het raakvlak met de Opgeëistenlaan. Deze zone zorgt voor een aansluiting tussen park en infrastructuur en wordt ingevuld als grasruigte met wilde bloemen. De structuur van het park betreft zodus een soort ladderstructuur die wordt opgespannen tussen bomendreef en Opgeëistenlaan. Dezelfde eenvoudige opbouw kenmerkt het nieuwe gerechtsgebouw. Het complexe bouwprogramma werd immers eveneens opgebouwd uit drie parallelle zones. Langs de Opgeëistenlaan vormt de volledig transparante publieksas over de niveaus heen een verdeelsysteem vanuit de publieke inkomhal naar de achterliggende griffies en gehoorzalen. Aan de noordzijde, grenzend aan de bomendreef, worden de individuele magistratenkantoren en de circulatie voor magistraten en gedetineerden gesitueerd. Tussen publieksas en beveiligde kantoorzone bevinden zich vervolgens de griffies en de gehoorzalen. De drie gestapelde volumes worden van elkaar gescheiden door ruime patio’s die lucht en licht brengen in het systeem. De gehoorzalen onderscheiden zich door hun extra verdiepingshoogte. De effectieve verankering van park en gebouw werd gerealiseerd door op het gelijkvloers het park doorheen het gebouw te laten lopen. Door het gericht openmaken van de patio’s ontstaat immers op het gelijkvloers een spannende figuur van in elkaar grijpende ruimten waarop de verschillende toegangen tot het gebouw aansluiten. De patio’s vormen hiermee een integraal onderdeel van het park. In tegenstelling tot een klassiek gerechtsgebouw wordt het gebouw hierdoor doorwaadbaar voor publiek. Daarmee worden ook interne delen van het gebouw voor het publiek zichtbaar. Er ontstaat hierdoor een sterke verwevenheid tussen publiek domein en gebouw. Een stedelijke plaza markeert samen met een uitsnijding in het volume ter hoogte van de zuidwesthoek de publieke entree, een uitsnijding langs de bomendreef markeert de toegang voor magistraten. De plaza verenigt
alle vormen van aankomen en vertrekken: de bestaande voetgangersoversteekplaats en tramhalte worden er aangevuld met fietsenberging, stopplaats voor taxi’s, drop-offzone, bushalte en toegang vanaf de publieksparking. De plaza wordt ruimtelijk gedefinieerd door een luifelvolume die de openheid naar het park garandeert en tegelijk de toegangen tot de parking organiseert. Hiermee komt de plaza en de publieksingang eveneens in het park te liggen. Plaza en patio’s worden aaneengerijgd tot één samenhangende ruimtelijke figuur die ervoor zorgt dat ook het gerechtsgebouw een landschapskamer in het park wordt.
Mobiliteit Vanuit een uitgebreide mobiliteitsstudie werden de verschillende verkeersstromen gescheiden van elkaar. Magistraten en bezoekers rijden de ondergrondse parking binnen vanaf de Opgeëistenlaan. Ontsluiting voor gedetineerden gebeurt via een tunnel aan de noordoostelijke hoek. De ontsluiting van de publieks- en magistratenparking gebeurt door middel van een ondergrondse straat die zich bevindt in een Engelse koer langs de publieksas. Een stuk van de Opgeëistenlaan wordt als het ware door het gebouw getrokken en ook auto’s rijden het gebouw binnen. Hiermee wordt de ontsluitingszone voorzien van natuurlijk licht en verkrijgt de ondergrondse straat aldus een publiek karakter.
Leesbaarheid, toegankelijkheid en transparantie Het ontwerp voorziet een compact, eenduidig en bevattelijk volume gebaseerd op het circulatiepatroon van de verschillende gebruikersgroepen. Een dergelijk eenvoudig schema laat de scheiding toe van de verschillende gebruikersgroepen (publiek, magistraten, gedetineerden) enkel waar dat specifiek nodig is wordt interactie georganiseerd. Het gerechtsgebouw verwerft hiermee als publiek gebouw en als werkomgeving een sterke leesbaarheid voor alle gebruikers. De doorwaadbaarheid van het gelijkvloers en de duidelijkheid van de publieksas zorgen voor een hoge mate van toegankelijkheid. In aansluiting met de wens van justitie om haar werking zowel voor magistraten als voor het publiek transparanter en toegankelijker te maken is er gestreefd naar maximale transparantie. Hierdoor wordt de interne werking van het gerechtsgebouw zichtbaar vanuit het publiek domein en wordt tegelijkertijd de natuurlijke lichtinval in alle delen van het gebouw geoptimaliseerd. Zowel de publieke circulatie als de circulatie door magistraten bevinden zich in de gevel. Het circuleren van de magistraten in toga vormt immers van buitenaf een boeiend en typisch tafereel. De transparantie van de publieksstrook langs de ringweg verstrekt de bezoeker al van buitenaf een duidelijk overzicht van de structuur van het gerechtsgebouw. Dit draagt bij tot de oriëntatie in het gebouw zelf. Doorheen de publieksstrook zijn de griffies, gehoorzalen en individuele kantoren zichtbaar. Door de toegankelijkheid van de patio’s worden tevens ook de interne delen van het gebouw zichtbaar.
Functionaliteit en flexibiliteit Het complexe programma werd vertaald in een eenvoudige en leesbare structuur die een hoge mate van flexibiliteit toelaat. Binnen éénzelfde structuur zijn immers verschillende indelingen zoals individuele kantoren of landschapskantoren mogelijk en kunnen eventuele verschuivingen gemakkelijk worden opgevangen.
Milieuvriendelijk en energiebewust bouwen Er werd gestreefd naar een zo compact mogelijk bouwvolume. Hierdoor kon de hoeveelheid buurtpark maximaal worden gehouden en werd het materiaalverbruik en de hoeveelheid aan warmteverliesoppervlakten aanzienlijk gereduceerd. In eerste instantie kon het bouwvolume maximaal worden beperkt door de gehoorzalen en de griffies in diepe vleugels te bouwen. Vervolgens werd de compactheid opgedreven door 18000m² van het programma ondergronds te voorzien. In de gevels van de kantoorvleugel werd tevens slechts 30% van het gevelvlak beglaasd. Overal in het gebouw werd de natuurlijke lichtinval gemaximaliseerd om het gebruik van kunstlicht tot een minimum te herleiden. In de gehoorzalen werden alle wanden beglaasd en werd de plafondhoogte vergroot waardoor ook de salle des pas perdus van natuurlijk licht wordt voorzien. In de griffies zorgen interne patio’s voor lichtinval in het diepe volume. Door de luchtkanalen in een portieksysteem te voorzien werd het tevens mogelijk de plafondhoogte te vergroten. Door de patio’s en de engelse koer door te laten lopen tot op min één werd ook hier gezorgd voor zoveel mogelijk natuurlijk licht. Om het gebruik van koelingssystemen te reduceren tot het strikt noodzakelijke werd in de individuele kantoren van de magistraten en in de publieksas geopteerd voor natuurlijke verluchting. De publieksas vormt tevens een akoestische en klimatologische buffer tussen enerzijds de Opgeëistenlaan en anderzijds de gehoorzalen en de griffies. De publieksas wordt natuurlijk geventileerd door een systeem van lamellen dat automatisch wordt aangestuurd in functie van temperatuur. Enkel in geval van extreme koude temperaturen wordt er door middel van vloerverwarming bijverwarmd.
site Rabot-torens
Gerechtsgebouw
paviljoen
Rabotpark
JOC Rabot
trambrug
Het complexe bouwprogramma werd opgebouwd uit drie parallelle zones: de transparante publieksas langs de Opgeëistenlaan, individuele kantoren van de magistraten langs de noordzijde en ertussen de griffies en gehoorzalen.
Het compacte, eenduidige en bevattelijke volume laat een eenvoudig circulatieschema toe, waarbij interactie tussen de verschillende gebruikersgroepen georganiseerd wordt enkel waar dit specifiek nodig is.
Een stedelijk plaza markeert samen met een uitsnijding in het volume de publieke entree. Een tweede uitsnijding langs de noordzijde markeert de toegang voor magistraten.
De compactheid van het gebouw werd opgedreven door 18 000 m² van het programma ondergronds te voorzien. De ontsluiting van de publieks- en magistratenparking gebeurt door middel van een ondergrondse straat die zich bevindt in een Engelse koer langs de publieksas.
In de beginfase van het project werd beslist om park en gerechtsgebouw als één samenhangend geheel te ontwerpen. De wisselwerking tussen gebouw en open ruimte zou immers moeten zorgen voor een goede verankering van het volledige project. De effectieve verankering van park en gebouw werd gerealiseerd door op het gelijkvloers het park doorheen het gebouw te laten lopen.
Langs de Opgeëistenlaan vormt de volledig transparante publieksas over de niveaus heen een verdeelsysteem vanuit de publieke inkomhal naar de achterliggende griffies en gehoorzalen.
In de gehoorzalen werden alle wanden beglaasd en werd de plafondhoogte vergroot waardoor ook de salle des pas perdus van natuurlijk licht wordt voorzien.
In de griffies zorgen interne patio’s voor lichtinval in het diepe volume. Door de luchtkanalen in een portieksysteem te voorzien werd het tevens mogelijk de plafondhoogte te vergroten.
De plaza wordt ruimtelijk gedefinieerd door een luifelvolume die de openheid naar het park garandeert en tegelijk de toegangen tot de parking organiseert. Oorspronkelijk was het de bedoeling om in dit volume een conciërge te huisvesten, maar uiteindelijk werden de plannen voor een brasserie / restaurant uitgewerkt.