Horecasanctiebeleid
Vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders van Zandvoort d.d. 14 november 2003 Inwerkingtreding d.d. 8 december 2003
Gemeente Zandvoort Telefoon: Fax: E-mail: Internet: Postadres: Bezoekadres: Bankrekening: Registratienr:
023 574 01 00 023 571 37 24
[email protected] www.zandvoort.nl Postbus 2 2040 AA Zandvoort Swaluëstraat 2 Zandvoort BNG 28.50.10.034
Gemeente Zandvoort Telefoon: Fax: E-mail: Internet: Postadres: Bezoekadres: Bankrekening: Registratienr:
023 574 01 00 023 571 37 24
[email protected] www.zandvoort.nl Postbus 2 2040 AA Zandvoort Swaluëstraat 2 Zandvoort BNG 28.50.10.034
Horecasanctiebeleid
1
INLEIDING.......................................................................................................................................... 3 1.1 INVENTARISATIE ............................................................................................................... 3 1.2 DOELSTELLING .................................................................................................................. 4
2
VAN TOEPASSING ZIJNDE WET-EN REGELGEVING ............................................................ 5 2.1 ALGEMENE WET BESTUURSRECHT .............................................................................. 5 2.2 WETBOEK VAN STRAFRECHT/STRAFVORDERING ................................................... 6 2.3 DE GEMEENTEWET............................................................................................................ 6 2.4 WET MILIEUBEHEER/BESLUIT HORECA-,SPORT-EN RECREATIEINRICHTINGEN MILIEUBEHEER ..................................................................................... 6 2.5 WET ECONOMISCHE DELICTEN ..................................................................................... 7 2.6 DRANK-EN HORECAWET ................................................................................................. 7 2.7 OPIUMWET .......................................................................................................................... 8 2.8 WET OP DE KANSSPELEN ................................................................................................ 8 2.9 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING ............................................................... 9 2.10 DRANK-EN HORECAVERORDENING ZANDVOORT 2003 .......................................... 9 2.11 BOUWVERORDENING ZANDVOORT ............................................................................. 9 2.12 BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 1993............................................................... 10 2.13 BESTEMMINGSPLAN ....................................................................................................... 10 2.14 DE HORECAPORTIER....................................................................................................... 10
3
SANCTIES ......................................................................................................................................... 12 3.1 HANDELEN ZONDER VERGUNNING............................................................................ 12 3.2 ONJUISTE OF ONVOLLEDIGE GEGEVENSVERSTREKKING ................................... 13 3.3 OVERTREDING VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN .................................................... 13 3.4 OVERTREDING WET MILIEUBEHEER WETGEVING................................................. 14 3.5 OVERTREDING VAN SLUITINGSTIJDEN..................................................................... 15 3.5.1 overtreding sluitingstijden zonder vergunning ................................................... 15 3.5.2 Overtreding vergunningsvoorwaarden sluitingstijden........................................ 16 3.6 ORDEVERSTORINGEN, GEWELDSDELICTEN EN HELING...................................... 18 3.7 OVERTREDING VAN DE DRANK-EN HORECAVERGUNNING EN WET ................ 19 3.8 OVERTREDINGEN M.B.T. DE BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING EN/OF BOUWVERGUNNING........................................................................................... 20 3.9 OVERTREDINGEN VAN ARTIKEL 2 EN 3 VAN DE OPIUMWET.............................. 21
4
EVALUATIEMOMENT................................................................................................................... 23
d.d. 28 oktober 2003
1
Horecasanctiebeleid
d.d. 28 oktober 2003
2
Horecasanctiebeleid
1
INLEIDING De gemeente Zandvoort heeft als visie dat zij een badplaats zou moeten zijn met internationale allure, waar het prettig wonden werken en recreëren is. Zandvoort wordt dan ook door veel gasten uit binnen en buitenland bezocht. Het toeristische karakter van Zandvoort brengt met zich mee dat er in het centrum naast winkels en bedrijven relatief veel horecagelegenheden gevestigd zijn. Dit heeft tot gevolg dat vooral in het zomerseizoen de horecagelegenheden in de gemeente veelvuldig bezocht worden. Het is dan ook begrijpelijk dat inwoners van Zandvoort overlast kunnen ondervinden van bezoekers en de wijze waarop de exploitatie van een aantal inrichtingen plaatsvindt. Zandvoort wil graag ruimte bieden aan ondernemers maar het ondernemen dient binnen de bestaande regelgeving te geschieden. De gemeente is daarom steeds meer nadruk gaan leggen op het handhaven van de regels. Het gevolg daarvan is dat de sancties die bij overtreding van de regelgeving opgelegd worden, duidelijk en eenduidig beschreven moeten zijn. In de gemeente Zandvoort zijn ongeveer 270 horeca-inrichtingen gevestigd. Hieronder vallen in ieder geval hotels, restaurants, strandpaviljoens, pensions, cafe’s cafetaria’s, snackbars, discotheken, buurthuizen, clubhuizen en daaraan verwante inrichtingen waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen worden bereid of verstrekt.1Daar waar in regelgeving horeca anders wordt omschreven en dit voor het begrip van belang is, wordt dit in de nota vermeld. Naast de voorschriften die op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening aan de horeca worden gesteld, moeten alle horecabedrijven ook voldoen aan onder meer de wet- en regelgeving van hoofdstuk 2. In februari 2003 is een nieuwe nota “Handhaving in Zandvoort, een programma in ontwikkeling”opgesteld en in aansluiting daarop is het oude horecasanctiebeleid uit 1998 tegen het licht gehouden om dit in overeenstemming te brengen met de nieuwe wet-en regelgeving. Uit bilateraal overleg met de verschillende afdelingen is gebleken dat het horecasanctiebeleid aanpassing behoeft. Dit beleid moet duidelijkheid verschaffen over hoe de gemeente zal optreden tegen veel voorkomende overtredingen. In hoofdstuk 2 wordt eerst een overzicht gegeven van de wetgeving waarmee horeca-ondernemers van doen hebben. De sancties op de overtredingen zijn beschreven in hoofdstuk 3.
1.1
INVENTARISATIE Aan de hand van informatie van diverse afdelingen binnen de gemeente en van de politie is onderzocht en bepaald welke van aan de horeca gerelateerde vormen van overlast en overtredingen op welke locaties binnen de gemeente de meeste problemen opleveren. Tijdens het evalueren van het beleid kwam naar voren dat vrijwel alle overlast van horeca in de afgelopen twee jaar is toegenomen, met name op het strand en in het centrum. Er werd geconstateerd dat er een verruwing in de maatschappij gaande is die ook zijn weerslag heeft bij het handhaven. De overlast bestaat uit: • geluidsoverlast • overlast ten gevolge van het overtreden van de sluitingsuren • hinder als gevolg van groepen horecabezoekers die vaak in beschonken toestand gelijktijdig de horeca-inrichting verlaten • stankoverlast bij restaurants en andere eetgelegenheden 1
Deze omschrijving heeft veel raakvlakken met artikel 2.3.1.1 APV Zandvoort.
d.d. 28 oktober 2003
3
Horecasanctiebeleid
• •
1.2
overlast van vuil/rommel bij horeca-inrichtingen drugsproblematiek.
DOELSTELLING In 2002 is de beleidsnota ‘handhaving in Zandvoort’ vastgesteld. Hierin heeft de gemeente verwoord hoe de handhaving in Zandvoort opgepakt wordt en zijn prioriteiten gesteld. Een handhavingsbeleid vraagt tevens om een goed en duidelijk sanctiebeleid. Doel van dit beleid is om overlastproblemen en overtredingen goed te kunnen aanpakken, herhaling te voorkomen en duidelijkheid te verschaffen over hoe de gemeente omgaat met overtredingen van horecaondernemers. Daartoe wordt de daarvoor in aanmerking komende wetgeving geraadpleegd en zijn schema’s opgesteld.
d.d. 28 oktober 2003
4
Horecasanctiebeleid
2
VAN TOEPASSING ZIJNDE WET-EN REGELGEVING De horeca heeft met veel verschillende wetgeving te maken. Hieronder is een overzicht gegeven van de verschillende wet-en regelgeving die van belang zijn. De op geconstateerde overtredingen mogelijk van toepassing zijnde wet-en regelgeving kan als volgt worden opgesomd: 1. Algemene wet bestuursrecht 2. Strafrecht 3. Gemeentewet 4. Wet milieubeheer/Besluit Horeca-,sport-en recreatie-inrichtingen milieubeheer 5. Wet Economische delicten 6. Drank-en horecawet 7. Opiumwet 8. Wet op de kansspelen 9. Algemene Plaatselijke verordening Zandvoort 10. Drank-en horecaverordening Zandvoort 11. Bouwverordening Zandvoort 12. Brandbeveiligingsverordening 1993 Zandvoort 13. Bestemmingsplan Zandvoort 14. Inzet van horecaportiers
2.1
ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Bestuursrechtelijke handhaving is geregeld in hoofdstuk 5 van de Awb. Handhaving door middel van het bestuursrecht bestaat alleen als de bevoegdheid uitdrukkelijk bij of krachtens een wet is toegekend. Voor toepassing van deze bevoegdheden is het noodzakelijk de op de overtreding van toepassing zijnde wet te raadplegen. De Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de opsporing van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen2 maar slechts op bestuursrechtelijk handelen. Ten behoeve van de bestuursrechtelijke handhaving bestaat een groot aantal instrumenten. Bestuursdwang en dwangsom zijn de bekendste en worden in de praktijk het meest gebruikt. Ook intrekking van de vergunning is een handhavinginstrument. Indien de vergunninghouder de voorwaarden gesteld aan de vergunning niet naleeft, is intrekken als sanctie in beginsel geoorloofd, indien de wettelijke regeling, die aan de vergunning ten grondslag ligt, dit toestaat. Factoren die bij de overweging om tot handhaven over te gaan een rol spelen, zijn de aard en de ernst van de overtreding, de duur van de overtreding, de praktische uitvoerbaarheid, het gelijkheidsbeginsel, de belangen van derden, het algemeen belang en de precedentwerking. Onder bestuursdwang wordt verstaan: het door feitelijk handelen, door of vanwege een bestuursorgaan, optreden tegen hetgeen in strijd is met enig wettelijk voorschrift. Dit betekent dat daaronder ook valt het treffen van maatregelen om verdere nadelige gevolgen van een overtreding te voorkomen. Ook maatregelen tot het geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen van een inrichting of het stilleggen van de werkzaamheden vallen onder deze beschrijving. Bestuursdwang is niet gericht op leedtoevoeging maar op het ongedaan maken van de overtreding en het voorkomen van herhaling van een overtreding. Bestuursdwang kan worden opgelegd als directe sanctie of als de overtreder de overtreding door middel van het 2
Art. 1:6 aanhef onder a Awb.
d.d. 28 oktober 2003
5
Horecasanctiebeleid
opleggen van een dwangsom niet ongedaan maakt. Voordat het bestuursorgaan een besluit neemt over een bestuursrechtelijke sanctie moet een belanghebbende op grond van 3:13 van de Awb in de gelegenheid gesteld worden zijn zienswijze kenbaar te maken. 2.2
WETBOEK VAN STRAFRECHT/STRAFVORDERING In het algemeen kan gesteld worden dat bij keuze tussen handhaven op grond van het strafrecht of bestuursrecht het handhaven door middel van bestuursrechtelijke sancties de voorkeur geniet. Onder bepaalde omstandigheden is het echter wenselijk om strafrechtelijk op te treden. Dit zijn naast elkaar bestaande bevoegdheden die gelijktijdig als handhavinginstrumenten kunnen worden gebruikt.3 Belangrijke verschillen tussen strafrecht en bestuursrecht zijn, dat sancties in het strafrecht door een onafhankelijke en onpartijdige rechter worden opgelegd en gericht zijn op vergelding. In het bestuursrecht worden de sancties door het bestuur opgelegd, achteraf te beoordelen door een rechter en deze zijn gericht op herstel van de illegale situatie
2.3
DE GEMEENTEWET Artikel 125 lid 1 van de Gemeentewet biedt de mogelijkheid voor het gemeentebestuur om bestuursdwang toe te passen. Lid 2 van dit artikel heeft als hoofdregel dat de bevoegdheid tot toepassen van bestuursdwang wordt uitgeoefend door het College van burgemeester en wethouders indien de toepassing van bestuursdwang dient tot handhaving van regels die het gemeentebestuur heeft vastgesteld. Artikel 125 lid 3 geeft de bevoegdheid tot het toepassen van bestuursdwang aan de burgemeester wanneer het gaat om de regels met de uitvoering waarvan de burgemeester belast is. Van een uitvoeringstaak is sprake doordat hij als zodanig met de uitvoering van bepaalde wettelijke voorschriften is belast of doordat de wetgever hem bepaalde uitvoeringsbevoegdheden heeft toegekend. Art. 30 b Wet op de kansspelen bijvoorbeeld, verbiedt het zonder vergunning van de burgemeester aanwezig hebben van een of meer speelautomaten. Op grond van art. 154 van de Gemeentewet kunnen overtredingen van regelgeving in verordeningen strafbaar gesteld worden met maximaal drie maanden hechtenis of met de oplegging van een geldboete van de tweede categorie. In artikel 6.1 van de APV Zandvoort is deze strafbepaling opgenomen. Dit betekent dat, op het moment dat een overtreding plaatsvindt, aangifte kan worden gedaan. Het is vervolgens aan het Openbaar Ministerie om tot strafvervolging over te gaan. Dit kan naast bestuursrechtelijke handhaving lopen.
2.4
WET MILIEUBEHEER/BESLUIT HORECA-,SPORT-EN RECREATIE-INRICHTINGEN MILIEUBEHEER Op een enkele uitzondering na vallen alle horecabedrijven of sportaccommodaties onder de werkingssfeer van het “Besluit horeca-sport-en recreatieinrichtingen milieubeheer. Aan dit besluit zijn voorschriften verbonden ter bescherming van het milieu. Bovenstaand besluit is een uitwerking op grond van artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer. De bedrijven die niet onder het besluit vallen zijn vergunningplichting. Aan een vergunning zijn voorschriften verbonden ter bescherming van het milieu. 3
Dit staat niet in de weg aan de gedachte dat niemand tweemaal voor hetzelfde feit mag worden gestraft.
d.d. 28 oktober 2003
6
Horecasanctiebeleid
Buiten de horeca-inrichting mag de van toepassing zijnde geluidnorm niet overtreden worden. Is dat wel het geval dan zal gecontroleerd worden wat daarvan de oorzaak is. Bij overtredingen van de geluidsnorm zal bestuurlijk gehandhaafd worden. Daarnaast kan er proces-verbaal worden opgemaakt. Bij een recidive kan door middel van een nadere eis de ondernemer verlicht gesteld worden om een geluidsbegrenzer of bouwkundige voorzieningen aan te brengen. Ook kunnen via de nadere eis gedragsregels aan de ondernemer worden opgelegd. Overtredingen van deze normen zijn overtredingen op grond van de Wet milieubeheer en worden strafrechtelijk gesanctioneerd op grond van de bepalingen 2.5
WET ECONOMISCHE DELICTEN In deze wet is een aantal overtredingen van bepalingen uit andere Wet-en regelgeving opgenomen als economische delict. Daarnaast is in deze wet een aantal strafbepalingen en maatregelen opgenomen die het Wetboek van Strafrecht niet kent. Handhaving op grond van deze wet valt onder strafrechtelijke handhaving en de Officier van Justitie is terzake bevoegd.
2.6
DRANK-EN HORECAWET De Drank-en Horecawet is van toepassing op elke horecagelegenheid waarin alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt. Artikel 3 van deze wet bepaalt dat het is verboden een horecabedrijf of een slijtersbedrijf uit te oefenen zonder een daartoe een strekkende vergunning van burgemeester en wethouders. Voor het naleven van de bij of krachtens de Drank-en Horecawet geldende verboden en voorschriften zijn de leidinggevenden, voor wier rekening en risico het drank-en horecabedrijf wordt uitgeoefend, alsmede de bestuurders, de leidinggevenden die algemene leiding geven aan de onderneming en de leidinggevende die onmiddellijke leiding geeft, aansprakelijk.4 Artikel 20 bepaalt dat het verboden is aan personen onder de 16 bedrijfsmatig alcoholhoudende drank te verstrekken en het is verboden aan een persoon onder de 18 jaar sterke drank te verstrekken. Een vergunning wordt ingetrokken op grond van artikel 31 lid 1 van Drank-en Horecawet. Dit is het geval als: - als de gegevens onjuist of onvolledig zijn verstrekt en de beslissing anders zou zijn uitgevallen als de juiste omstandigheden bekend waren geweest, of - de leidinggevenden niet meer aan de eisen voldoen, of - als er geen leidinggevende aanwezig is, of - als een niet in de vergunning vermelde persoon leidinggevende is geworden, of - wanneer zich feiten hebben voorgedaan die de vrees rechtvaardigen dat het van kracht blijven van de vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, of - Als de inrichting niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning gegeven omschrijving. Op grond van artikel 31 lid 2 van de wet kan een vergunning worden ingetrokken als is - er werd gehandeld in strijd met de vergunningsvoorschriften, of - de drank-en horecawet zelf wordt overtreden. Intrekking van een vergunning op grond van de Drank-en Horecawet heeft tot gevolg dat in de inrichting geen alcoholhoudende dranken meer mogen worden verstrekt.
4
Art. 45 Drank-en Horecawet
d.d. 28 oktober 2003
7
Horecasanctiebeleid
2.7
OPIUMWET In de Opiumwet wordt het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, aanwezig hebben en vervaardigen van soft-en harddrugs verboden.5 Harddrugs zijn als stoffen met een onaanvaardbaar risico geplaatst op lijst 1 van deze wet. Softdrugs, die minder gevaar opleveren, staan op lijst 2. Artikel 13 b van deze wet geeft de burgemeester de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang indien in voor het publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven drugs worden verkocht, geleverd, gebruikt of aanwezig zijn. Drugs in de horeca-inrichting zijn een gevaar voor de openbare orde en veiligheid. Er kan tot sanctioneren worden overgegaan zonder dat er sprake is van concrete overlast of verstoring van de openbare orde. De bevoegdheid tot het uitoefenen van bestuursdwang is toegekend aan de burgemeester Softdrugs en de verkoop daarvan is uitsluitend toegestaan in de twee in Zandvoort gedoogde alcoholvrije coffeeshops. Deze coffeeshops dienen te voldoen aan de AHOJ-G criteria. Dit staat voor: A. geen affichering: dit betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit; H. Geen Harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voor handen mogen zijn en of verkocht mogen worden; O. Geen overlast: onder overlast kan worden verstaan: parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten; J. Geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang aan jeugdigen tot een cofffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar; G. Geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram). Onder transactie wordt begrepen alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper. Verder mogen in een coffeeshop geen alcoholhoudende dranken worden verkocht en de handelsvoorraad mag niet meer zijn dan de maximaal toegestane hoeveelheid (=500 gram). Bij het constateren van overlast bij deze coffeeshops kan de burgemeester optreden op grond van artikel 13 b van de Opiumwet.
2.8
WET OP DE KANSSPELEN De Wet op de kansspelen is in 2000 gewijzigd. De belangrijkste wijziging betreft het opstelplaatsenbeleid van spelautomaten. Het onderscheid tussen hoog-en laagdrempelig is wettelijk vastgelegd. Gemeenten kunnen vergunning verlenen voor maximaal twee kansspelautomaten in hoogdrempelige inrichtingen. Voor laagdrempelige inrichtingen kan slechts een vergunning voor behendigheidsautomaten verleend worden. Op grond van deze wet is in artikel 2.3.3.2 van de APV Zandvoort bepaald dat het verboden is zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Dit verbod is niet van toepassing op speelautomatenhallen waarvoor, op grond van de “Speelautomatenverordening Zandvoort” een vergunning is verleend.
5
Artt. 2 en 3 Opiumwet
d.d. 28 oktober 2003
8
Horecasanctiebeleid
2.9
ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING De Gemeentewet biedt de gemeenteraad een verordenende bevoegdheid zolang deze niet in strijd is met een hogere wetgeving. In de APV Zandvoort is deze bevoegdheid uitgewerkt. De overlast voor burgers tengevolge van het vestigen van horecabedrijven kan groot zijn. Daarom wordt er een vergunningensysteem gehanteerd. Artikel 2.3.1.8 van de APV Zandvoort geeft de regels voor het exploiteren van een horecabedrijf. Lid 1 van dit artikel verbiedt het exploiteren van een horecabedrijf zonder vergunning van de burgemeester. Een exploitatievergunning beoogt de woon-en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf te beschermen en verstoring van de openbare orde te voorkomen. Elke horeca-ondernemer in de gemeente Zandvoort moet in het bezit zijn van een exploitatievergunning. Zonder een dergelijke vergunning mag geen horecabedrijf worden geëxploiteerd. De bepalingen in het bestemmingsplan kunnen een reden zijn om de exploitatievergunning te weigeren. Een exploitatievergunning kan worden ingetrokken indien het woon-en leefsklimaat wordt aangetast en indien ten gevolge van gewijzigde omstandigheden of inzichten, het van kracht blijven van de vergunning of ontheffing in strijd moet worden geacht met het algemeen belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is verleend. Het intrekken van een exploitatievergunning is een zwaar middel en wordt alleen gebruikt indien er sprake is van ernstige aantasting van de openbare orde en/of aantasting van het woon-en leefklimaat en in het geval dat andere maatregelen niet doeltreffend zijn gebleken.
2.10
DRANK-EN HORECAVERORDENING ZANDVOORT 2003 Het is, op grond van artikel 2.1 van deze verordening, verboden sterke drank te verstrekken vanuit gebouwen waarin: • onderwijs wordt gegeven • waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meer jeugd-of jongerenorganisaties of –instellingen • gemeentelijke wijkgebouwen of buurthuizen • sportkantines of instellingen • gelegenheden waar uitsluitend geringe eetwaren worden verkocht. Tevens is het verboden om sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verkopen. Het is daarnaast op grond van artikel 3.1 verboden zonder vergunning bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse vanuit deze inrichtingen te verstrekken. Onder bepaalde voorwaarden, genoemd in artikel 3.2, kan een verlof voor het verstrekken van alcoholvrije drank door de burgemeester verleend worden. De artikelen 3.4, 3.5 en 3.6 vermelden de gronden waarop dit verlof kan worden ingetrokken. Drankvertrekking op terrassen is op basis van terrassen is op basis van artikel 4.1. van deze verordening alleen toegestaan aan degene die gebruik maakt van het trerras.
2.11
BOUWVERORDENING ZANDVOORT In de bouwverordening is het brandveilig gebruik van bouwwerken geregeld. Het kan verboden worden zonder gebruiksvergunning een bouwwerk in gebruik te hebben of te houden. De gebruiksvergunning wordt namens het college van B&W door de Brandweer verleend. De voorwaarden die worden gesteld zijn gericht op het voorkomen van brand en van ongevallen bij brand.
d.d. 28 oktober 2003
9
Horecasanctiebeleid
2.12
BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING 1993 In artikel 2.2.1 van deze verordening wordt bepaald wanneer het verboden is een inrichting zonder vergunning van burgemeester en wethouders in gebruik te hebben. De Brandveiligheidsverordening is van toepassing op tijdelijke bouwsels. Indien niet voldaan wordt aan de vereisten van het gebruik van de inrichting in relatie tot de beoogde gebruiksfunctie, dus het gebruik van de inrichting niet geacht wordt brandveilig te zijn, kan het gebruik worden beperkt, de vergunning kan worden geweigerd dan wel kan worden ingetrokken.
2.13
BESTEMMINGSPLAN Het bestemmingsplan is een middel waarmee de gemeente beleid voert op het gebied van de ruimtelijke ordening. Uit het bestemmingsplan blijkt voor welke doeleinden men de grond mag bebouwen en gebruiken. In het plan is een specifieke regeling opgenomen omtrent de vestiging van horecabedrijven. Dit om te voorkomen dat horeca-inrichtingen overal kunnen worden gerealiseerd en te veel overlast veroorzaken voor de burgers. Daarom worden aanvragen voor een exploitatievergunning getoetst aan het bestemmingsplan. Alle grondeigenaren en gebruikers binnen het plangebied kunnen weten aan welke planologische regels zij zich dienen te houden. Het college draagt de verantwoordelijkheid om toe te zien op het toezicht op de naleving van de in het bestemmingsplan opgenomen regels. Indien zich strijdige en ongewenste ontwikkelingen of activiteiten voordoen is een aantal artikelen uit de Awb van toepassing. Indien een strijdig feit wordt geconstateerd, wordt de overtreder benaderd om aan de overtreding een eind te maken. Indien de strijdigheid niet wordt beëindigd zal door middel van het uitoefenen van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom getracht worden de situatie in overeenstemming te brengen met het bestemmingsplan.
2.14
DE HORECAPORTIER Op 1 april 1999 is de “Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus” in werking getreden. De Wet beoogt de wildgroei in de beveiligingsbranche en in de wereld van de horecaportiers in te dammen. Vooral horecaportiers worden nogal eens in verband gebracht met criminaliteit. Met deze Wet stelt de wetgever kwaliteitseisen aan portiers. Er wordt door de Minister van Justitie, vóór het verlenen van een vergunning aan de beveiligingsorganisatie, onderzoek verricht naar de antecedenten van de aanvrager. De aanvrager moet voldoen aan de eisen van bekwaamheid en betrouwbaarheid. Ten aanzien van bekwaamheid heeft de minister opleidingseisen vastgesteld. De door portiers verrichte werkzaamheden, dienen aangemerkt te worden als beveiligingswerkzaamheden. Een horecaportier, in dienst bij een beveiligingsorganisatie dient herkenbaar te zijn. Daarnaast moet hij zich kunnen legitimeren door middel van een hiervoor vastgesteld legitimatiebewijs.6 In Zandvoort is in de vergunning verruiming sluitingstijden opgenomen dat twee horecaportier aanwezig dienen te zijn indien het bedrijf is geopend tot 05:00 uur. Een horecaportier kan ervoor zorgen dat problemen rond het horecabedrijf in de kiem gesmoord worden waardoor de overlast voor omwonenden voorkomen wordt.
6
Art. 9 lid 1 en 9 lid 8 van de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties
d.d. 28 oktober 2003
10
Horecasanctiebeleid
Indien de aanwezigheid van een horecaportier gedurende de nachtelijke uren door middel van de vergunningsbepalingen verplicht is gesteld en indien aan de voorschriften niet wordt voldaan is er sprake van een overtreding van de vergunning verruiming sluitingstijden.
d.d. 28 oktober 2003
11
Horecasanctiebeleid
3
SANCTIES In het vorige hoofdstuk zijn de wet- en regelgeving aan bod gekomen, waarmee horecaondernemers bij de exploitatie van hun bedrijf te maken krijgen. Om eenduidigheid te krijgen in de sanctionering van de verschillende overtredingen, die in Zandvoort worden geconstateerd, zijn in dit hoofdstuk schema’s opgenomen, die aangeven op welke manier het bevoegde orgaan zal sanctioneren. Voor alle overtredingen geldt dat een maatregel als bedoeld inde diverse tabellen een geldigheidsduur heeft van dertig maanden (twee en een half jaar). Dit betekent dat wanneer binnen dertig maanden nadat de eerste overtreding is geconstateerd, weer een overtreding plaatsvindt, wordt overgegaan naar de tweede stap in het schema. De sancties worden opgeschort indien zij binnen het lopende exploitatieseizoen niet uitgevoerd kunnen worden en worden in het navolgende exploitatieseizoen uitgevoerd. Verschillende overtredingen kunnen cumuleren, waarbij voor de bepaling van de aard van de te treffen maatregel, in beginsel wordt uitgegaan van de laatste overtreding. De volgende tabellen zijn in dit hoofdstuk opgenomen: 1. Handelen zonder vergunning 2. Onjuiste of onvolledige gegevensverstrekking 3. Overtreding van vergunningsvoorschriften 4. Overtreding Wet milieubeheer 5. Overtreding sluitingstijden zonder vergunning 6. Overtreding sluitingstijden tot 3 uur 7. Overtreding sluitingstijden tot 5 uur 8. Ordeverstoring, geweldsdelicten en heling 9. Verplichte intrekking Drank- en Horecavergunning 10. Mogelijke intrekking Drank- en Horecavergunning 11. Overtreding gebruiksvergunning 12. Aantreffen softdrugs 13. Aantreffen harddrugs 14. Overtreding coffeeshops
3.1
HANDELEN ZONDER VERGUNNING Indien een horeca-ondernemer bepaalde handelingen verricht, waarvoor hij een vergunning dient te hebben, maar waarvoor geen vergunning is verleend, dan is hij in overtreding. Onderstaand schema van handelen geldt in alle gevallen dat geen vergunning aanwezig is. Tabel 1 Handelen zonder vergunning Opsporingsambtenaren/ Officier van Justitie kan Toezichthouders/gemeente besluiten tot Constatering 1e overtreding en mondelinge waarschuwing rapportage aan het bestuur
Vanaf twee weken na verzending van de waarschuwing
d.d. 28 oktober 2003
Constatering 2e overtreding Proces verbaal Rapportage aan bestuur
Opsporing of vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Burgemeester Schriftelijke waarschuwing en mogelijkheid tot legaliseren van de situatie onderzoeken/ aanvraagformulier toesturen Aanzeggen van voornemen tot toepassing bestuursdwang
12
Horecasanctiebeleid
Zienswijze binnen 1 week
Afhankelijk van de zienswijzen Rapportage aan het bestuur
Toepassen van bestuursdwang
De bestuursdwang bestaat in de volgende gevallen uit: - handelen zonder exploitatievergunning → - handelen zonder Drank- en Horecavergunning → - handelen zonder terrasvergunning - handelen zonder gebruiksvergunning - handelen zonder vergunning aanwezigheidsvergunning op grond van artikel 30 b van de Wet op de kansspelen
3.2
→ → →
sluiting verwijdering alcoholhoudende dranken uit de inrichting verwijdering terrasmeubilair sluiting of beperking gebruik
in afwijking van bestuursdwang opleggen dwangsom zie tabel 3
ONJUISTE OF ONVOLLEDIGE GEGEVENSVERSTREKKING Als een ondernemer ter verkrijging van zijn vergunning onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, dan wordt de vergunning volgens onderstaand schema ingetrokken. Tabel 2 Onjuiste of onvolledige gegevensverstrekking
Zienswijzen binnen 1 week
Opsporingsambtenaren/ Toezichthouders/gemeente
Officier van Justitie kan besluiten tot
Burgemeester
Constatering 1e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur Afhankelijk van de zienswijzen Rapportage aan het bestuur
Opsporing of vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Aanzeggen van intrekken van de vergunning
Constateren van handelen na intrekking van de vergunning Rapportage aan het bestuur
Intrekking van de vergunning
Afhankelijk van het schema wat hoort bij de betreffende vergunning, doorgaan met deze handhaving met uitzondering van eventuele waarschuwingsstappen
In concreto: Bij intrekking exploitatievergunning → schema handelen zonder vergunning met uitzondering van stap 1 Bij intrekking verruiming sluitingsuur → schema overtreding sluitingsuur zonder vergunning met uitzondering van stap 1 Bij intrekking van een drank-en horecavergunning → schema handelen zonder vergunning met uitzondering van stap 1 3.3
OVERTREDING VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN Exploitatievergunning Op grond van artikel 2.3.1.8 lid 1 van de APV wordt een exploitatievergunning verleend aan horecabedrijven. In deze vergunning zijn een aantal voorschriften opgenomen.
d.d. 28 oktober 2003
13
Horecasanctiebeleid
Terrassenvergunning Artikel 2.3.1.8. lid 5 van de APV regelt de vergunning die noodzakelijk is voor terrassen behorende bij horecabedrijven. De nota Terrassenbeleid van de gemeente Zandvoort is van toepassing. Het terras maakt deel uit van de horeca-inrichting zodat het Besluit7 ook op dit deel van de inrichting van toepassing is. In de terrasvergunning zijn voorschriften opgenomen ter bescherming van de openbare orde en (verkeers)veiligheid. De terrassen dienen om 01:00 uur gesloten te zijn, de terrassen bij de inrichtingen op het strand dienen net als de inrichtingen zelf om 24:00 uur. Wet op de kansspelen Op grond van deze wet is in artikel 2.3.3.2 APV Zandvoort bepaald dat het zonder vergunning van de burgemeester verboden is een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. De vergunning wordt verleend op basis van artikel 30b en 30c van de Wet op de Kansspelen. In de vergunning zijn een aantal voorschriften opgenomen, waaronder het aantal en soort automaten . Overtredingen van vergunningvoorschriften uit bovengenoemde vergunningen worden als volgt gesanctioneerd: Tabel 3 Overtredingen van vergunningvoorschriften Opsporingsambtenaren/ toezichthouders Constateren 1e overtreding, mondelinge waarschuwing Proces verbaal Rapportage aan het bestuur Binnen 30 maanden na de 1e overtreding
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Constateren 2e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Zienswijzen binnen 1 week
Binnen 30 maanden na de 2ee Constateren voortdurende overtreding overtreding
3.4
Burgemeester Schriftelijke waarschuwing
Aanzeggen tot voornemen opleggen last onder dwangsom € 500,-- per overtreding Opleggen last onder dwangsom van € 500,-- per overtreding met een maximum van € 12.000,-Verbeurdverklaring en invordering dwangsom
OVERTREDING WET MILIEUBEHEER WETGEVING Overtredingen van de Wet milieubeheer, in het bijzonder “reiniging omgeving horecabedrijf” en “geluidsnormen”, worden volgens onderstaand schema gesanctioneerd. Reiniging omgeving horecabedrijf Artikel 3.4.1 van het Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen verplicht de exploitant van een horeca-inrichting ervoor te zorgen dat dagelijks, uiterlijk één uur na sluitingstijd, binnen een straal van omstreeks 25 meter van de inrichting, op de weg de achtergebleven stoffen of voorwerpen, voor zover deze kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn, te verwijderen. Geluidsnormen 7
Besluit Horeca-,sport-en recreatie-inrichingen Milieubeheer
d.d. 28 oktober 2003
14
Horecasanctiebeleid
Met betrekking tot de geluidsnormen zijn de bepalingen in de Wm en de Nota Geluid en Horeca van de gemeente Zandvoort van toepassing. De toelaatbare geluidsnormen zijn in deze nota vastgesteld.
Tabel 4 Overtreding Wet milieubeheer Opsporingsambtenaren/ Toezichthouders Constateren 1e overtreding, mondelinge waarschuwing Proces verbaal Rapportage aan het bestuur Binnen 30 maanden na de 1e overtreding
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Constateren 2e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Schriftelijke waarschuwing
Aanzeggen tot voornemen opleggen last onder dwangsom € 500,-- per overtreding Opleggen last onder dwangsom van € 500,-- per overtreding met een maximum van € 12.000,-Verbeurdverklaring en invordering dwangsom
Zienswijzen binnen 1 week
Binnen 30 maanden na de 2ee Constateren voortdurende overtreding overtreding
3.5
Burgemeester
OVERTREDING VAN SLUITINGSTIJDEN In Zandvoort bestaan drie soorten sluitingstijden, namelijk sluitingstijden zonder verruiming, met verruiming en dubbele verruiming.
3.5.1
OVERTREDING SLUITINGSTIJDEN ZONDER VERGUNNING Artikel 2.3.1.2 vermeldt dat het zonder vergunning van de burgemeester verboden is een horeca-inrichting open te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 01:00 uur en 06:00 uur. Lid 2 bepaalt dat het voor de pachter van een strandpaviljoen is verboden zonder ontheffing dit paviljoen geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, tussen 24:00 uur en 06:00 uur. Tabel 5 Overtreding sluitingstijden zonder vergunning Opsporingsambtenaren/ Toezichthouders Constateren 1e overtreding, mondelinge waarschuwing Proces verbaal Rapportage aan het bestuur Binnen 30 maanden na de 1e overtreding
d.d. 28 oktober 2003
Constateren 2e overtreding Proces verbaal
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Burgemeester Schriftelijke waarschuwing
Aanzeggen tot voornemen opleggen last onder
15
Horecasanctiebeleid
Rapportage aan het bestuur
dwangsom € 500,-- per overtreding Opleggen last onder dwangsom van € 500,-- per overtreding met een maximum van € 12.000,-Verbeurdverklaring en invordering dwangsom
Zienswijzen binnen 1 week
Binnen 30 maanden na de 2ee Constateren voortdurende overtreding overtreding
3.5.2
OVERTREDING VERGUNNINGSVOORWAARDEN SLUITINGSTIJDEN Op grond van artikel 2.3.1.2 lid 1 van de APV Zandvoort kunnen horecaondernemers een vergunning aanvragen om af te wijken van de reguliere sluitingstijden. De sluitingstijden kunnen, afhankelijk van de situatie, vastgesteld worden op 03:00 uur of 05:00 uur. Indien de sluitingstijden worden overtreden wordt de vergunning verruiming sluitingstijd gedurende een bepaalde tijd ingetrokken. Een weekend bestaat hierbij uit een vrijdag, zaterdag en zondagavond/nacht. Overtreding van de sluitingstijden wordt op grond van artikel 1.6 sub b of c van de APV Zandvoort als volgt gesanctioneerd: Tabel 6 Overtreding verruiming sluitingstijd tot 3 uur
Binnen 30 maanden na de 1e overtreding
Opsporingsambtenaren/ Toezichthouders Constateren 1e overtreding, mondelinge waarschuwing Rapportage aan het bestuur Constateren 2e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Binnen 1 week Zienswijzen Binnen 30 maanden na de 2e overtreding Binnen 30 maanden na de 3e overtreding Binnen 30 maanden na de 4e overtreding Binnen 30 maanden na de 5e overtreding
Zienswijzen
Constateren 3e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur Constateren 4e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur Constateren 5e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur Constateren voortdurende overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Burgemeester Schriftelijke waarschuwing Wijzen op sanctiebeleid Aanzeggen van intrekken van vergunning verruiming sluitingstijd en wijzen op het beleid inzake meerdere overtredingen binnen bepaalde tijd Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd voor 1 weekend Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd voor 2 weekenden Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd voor 4 weekenden Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd voor 13 weekenden Aanzeggen intrekken van de vergunning verruiming sluitingstijd Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd
Indien de vergunning verruiming sluitingstijd tot 3 uur wordt ingetrokken, wordt bij voortduring van de overtreding tabel 3 uitgevoerd, met uitzondering van stap 1 de waarschuwing.
d.d. 28 oktober 2003
16
Horecasanctiebeleid
Tabel 7 Overtreding verruiming sluitingstijd tot 5 uur
Binnen 30 maanden na de 1e overtreding
Opsporingsambtenaren/ Toezichthouders Constateren 1e overtreding, mondelinge waarschuwing Rapportage aan het bestuur Constateren 2e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Binnen 1 week Zienswijzen Binnen 30 maanden na de 2e overtreding
Constateren 3e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Binnen 30 maanden na de 3e overtreding
Constateren 4e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Burgemeester Schriftelijke waarschuwing Wijzen op sanctiebeleid Aanzeggen van intrekken van vergunning verruiming sluitingstijd tot 5 uur en wijzen op het beleid inzake meerdere overtredingen binnen bepaalde tijd Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd tot 5 uur voor 1 weekend. Open tot 3 uur Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd tot 5 uur voor 4 weekenden. Open tot 3 uur Intrekking van de vergunning verruiming sluitingstijd tot 5 uur. Mag open tot maximaal 3 uur.
Indien de vergunning verruiming sluitingstijd tot 5 uur wordt ingetrokken, wordt bij voortduring van overtredingen tabel 4 uitgevoerd, met uitzondering van stap 1 de waarschuwing.
d.d. 28 oktober 2003
17
Horecasanctiebeleid
3.6
ORDEVERSTORINGEN, GEWELDSDELICTEN EN HELING Ordeverstoringen geweldsdelicten en heling zijn misdrijven en worden in Zandvoort niet getolereerd. Indien een ordeverstoring8, een geweldsdelict of heling9, waarbij een relatie kan worden gelegd met de wijze van exploiteren van een horeca-inrichting, wordt de horecaondernemer daarvoor verantwoordelijk gehouden en wordt volgens onderstaand schema opgetreden. Tabel 8 Ordeverstoringen, geweldsdelicten en heling
Binnen 30 maanden na 1e overtreding
Opsporingsambtenaren/ Toezichthouders
Officier van Justitie kan overgaan tot
Constatering 1e overtreding Mondelinge waarschuwing Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Constateren 2e overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Zienswijzen
8 9
Burgemeester of College Afhankelijk van de rechtsgrond Indien niet in strijd met opsporingsonderzoek schriftelijke bevestiging en waarschuwing met bevel tot het treffen van maatregelen Brief voornemen tot bestuursdwang in de vorm van sluiting en/of intrekking drank-en horecavergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd Toepassing bestuursdwang in de vorm van sluiting en/of drank- en horecavergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd
Art. 2.3.1.7 APV Zandvoort Art. 2.5.5 APV Zandvoort
d.d. 28 oktober 2003
18
Horecasanctiebeleid
3.7
OVERTREDING VAN DE DRANK-EN HORECAVERGUNNING EN WET Op grond van artikel 31 lid 1 wordt een vergunning ingetrokken. Artikel 31 lid 2 bepaalt dat het College de DenH-vergunning kan intrekken indien de verbodsbepalingen niet worden nageleefd. 10 De intrekking van een vergunning krachtens het eerste lid van artikel 31, onder b, c of e, of het tweede lid, kan, voor zover de grond tot intrekking niet de persoon van de vergunninghouder betreft, eerst geschieden een maand nadat van het voornemen daartoe aan de vergunninghouder schriftelijk is medegedeeld.11 Tabel 9 Verplichte intrekking Drank- en Horecavergunning Opsporingsambtenaren/ Toezichthouders Constateren overtreding Mondelinge aanzegging Rapportage aan het bestuur Vanaf twee weken na verzending Zienswijzen
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
College Voorneming tot intrekking vergunning
Intrekking vergunning
Indien na de intrekking van de vergunning nog alcoholhoudende drank wordt geschonken, wordt tabel 1 gevolgd, met uitzondering van stap 1 waarschuwing.
10
Art. 31 lid d Drank-en Horecawet. Art. 27 lid 2 Drank-en Horecawet. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de leemte die door gemeenten werd ervaren dat voorheen uitsluitend tegen de vergunninghouder als persoon kon worden opgetreden en niet tegen de inrichting.
11
d.d. 28 oktober 2003
19
Horecasanctiebeleid
Tabel 10 Mogelijke intrekking Drank- en Horecavergunning Opsporingsambtenaren/ politie Constateren 1e overtreding Mondelinge aanzegging Rapportage aan het bestuur
Vanaf een maand na verzending Zienswijzen binnen 1 week
3.8
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Constateren 2e overtreding Rapportage aan het bestuur
College Exploitant wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het niet voldoen aan de voorschriften en waarschuwing. Indien mogelijk via aanvraag illegale situatie opheffen. Voornemen tot intrekking Drank- en Horecavergunning Intrekking Drank- en horecavergunning
OVERTREDINGEN M.B.T. DE BRANDBEVEILIGINGSVERORDENING EN/OF BOUWVERGUNNING Aan een vergunning kunnen voorschriften verbonden worden in het belang van het voorkomen en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand. Een vergunning moet worden geweigerd indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting in relatie met de beoogde gebruiksfunctie niet geacht kan worden brandveilig te zijn en door het stellen van voorschriften geen voldoende brandveilig gebruik kan worden bereikt. Wanneer er sprake is van veranderingen van de inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de vergunning kunnen burgemeester en wethouders aan de vergunning nieuwe voorschriften verbinden, voorschriften wijzigen of de vergunning intrekken. (artikel 2.2.1 lid 3 van de Brandbeveiligingsverordening 1993) De periode van beperking van het gebruik duurt tot voldaan is aan de vereisten van de Brandbeveiligingsverordening en de Bouwverordening. Tabel 11 Overtreding gebruiksvergunning Opsporingsambtenaren/ politie Constateren 1e overtreding Rapportage aan het bestuur Vanaf twee weken na verzending
Constateren 2e overtreding Rapportage aan het bestuur
Zienswijzen binnen 1 week
Constateren voortdurende overtreding Proces verbaal Rapportage aan het bestuur
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Burgemeester Exploitant wordt schriftelijk op de hoogte gesteld niet voldoen aan de voorschriften Voornemen tot het intrekking vergunning en beperking van het gebruik tot 25 personen Intrekken van de gebruiksvergunning en beperking gebruik tot 25 personen
Indien na de intrekking van de vergunning de inrichting nog ingericht is voor meer dan 25 personen, wordt tabel 1 gevolgd, met uitzondering van stap 1 waarschuwing.
d.d. 28 oktober 2003
20
Horecasanctiebeleid
3.9
OVERTREDINGEN VAN ARTIKEL 2 EN 3 VAN DE OPIUMWET Een situatie waarbij de exploitant gedoogt dat in zijn horecabedrijf strafbare feiten worden gepleegd of, overtreding van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet volgt de burgemeester op grond van artikel 13 b van de Opiumwet het volgende stappenplan: Tabel 12 Aantreffen softdrugs Opsporingsambtenaar/ toezichthouder Naar aanleiding van strafrechtelijk onderzoek en/of constateren overtreding Rapportage aan het bestuur Proces verbaal Naar aanleiding van strafrechtelijk onderzoek en/of constateren 2e overtreding Rapportage aan het bestuur zienswijzen binnen 1 week
Inschrijving in de registers Binnen 60 maanden 2e Naar aanleiding van overtreding strafrechtelijk onderzoek en/of constateren 3e overtreding Rapportage aan het bestuur Proces verbaal Zienswijzen binnen een week
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Burgemeester Schriftelijke waarschuwing
Aanzeggen van het voornemen tot het toepassen van bestuursdwang in de vorm van onmiddellijke sluiting voor een periode van drie maanden Toepassen bestuursdwang In de vorm van het bevelen van onmiddellijke sluiting voor een periode van drie maanden Aanzeggen van het voornemen tot het toepassen van bestuursdwang in de vorm van onmiddellijke sluiting voor een periode van 1 jaar Toepassen bestuursdwang In de vorm van het bevelen van onmiddellijke sluiting voor een periode van 1 jaar
Inschrijving in de registers
d.d. 28 oktober 2003
21
Horecasanctiebeleid
Tabel 13 Aantreffen harddrugs Opsporingsambtenaar/ toezichthouder Naar aanleiding van strafrechtelijk onderzoek en/of constateren overtreding Rapportage aan het bestuur Proces verbaal
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
zienswijzen binnen 1 week
Inschrijven in de registers Binnen 60 maanden 2e overtreding
Naar aanleiding van strafrechtelijk onderzoek en/of constateren overtreding Rapportage aan het bestuur Proces verbaal
Zienswijzen binnen 1 week
Burgemeester Aanzeggen van het voornemen tot het toepassen van bestuursdwang in de vorm van onmiddellijke sluiting Toepassen bestuursdwang in de vorm van onmiddellijke sluiting voor 6 maanden Aanzeggen van het voornemen tot het toepassen van bestuursdwang in de vorm van onmiddellijke sluiting voor de periode van 1 jaar Toepassen bestuursdwang in de vorm van onmiddellijke sluiting voor de periode van 1 jaar
Inschrijven in de registers
Overtredingen van de AHOJ-G criteria of één van de in hoofdstuk 2 genoemde richtlijnen worden als volgt gesanctioneerd. Tabel 14 Overtreding door coffeeshops Opsporingsambtenaar/ Toezichthouder Naar aanleiding van strafrechtelijk onderzoek en/of constateren overtreding Rapportage aan het bestuur Proces verbaal Naar aanleiding van strafrechtelijk onderzoek en/of constateren 2e overtreding Rapportage aan het bestuur zienswijzen binnen 1 week
d.d. 28 oktober 2003
Officier van Justitie kan besluiten tot Opsporing /vervolging, opleggen van een boete of seponeren
Burgemeester Schriftelijke waarschuwing
Aanzeggen tot intrekking exploitatievergunning
Intrekking exploitatievergunning
22
Horecasanctiebeleid
4
EVALUATIEMOMENT Dit beleid dient ter vervanging van het oude Horecasanctiebeleid. Omdat nieuwe stappenplannen zijn ontwikkeld en oude stappenplannen zijn aangepast, moet in de praktijk blijken of dit horecasanctiebeleid voldoet aan de verwachtingen omtrent het sanctioneren van overtredingen, wordt dit beleid in 2005 geëvalueerd en indien nodig aangepast. Verder vindt aanpassing plaats vindt aanpassing plaats indien in een eerder stadium wet- en regelgeving gewijzigd wordt.
d.d. 28 oktober 2003
23